No 2 Donderdag 8 Juli 1926 40e Jaargang Sttitenlani MARy ST JOHN. Binnenland. FEUSLLSTO^. ,;k Pruim B.Z.K1zei de boer bij het ploegen^ /.Nooit krijg je blaren ervan in je mond,v Oat is,wat pruimen maakt toteen genoegegj 'k Word er mee oud en het houdt me gezond^ LOUIS DOBBELMANN/ ROTTERDAM Wordt Dinsdag a.s. vervolgd. Drukkers-Exploitanten: QOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes ü"el.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3.— Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. „Het zou wat fraais zijn...." 'Geachte Redactie, Een enkele opmerking naar aanleiding ■van den slotzin van uw artikel van Maan dag 5 dezer „Het zou wat fraais zijn welke slotzin aldus luidt „Wel meenen wij te weten, dat hij (n.l. Lohman) de eerste is geweest die het citaat in omloop bracht, en dat hij er ■door I)r Schaepman op attent is gemaakt." De lieer Lohman zou dit citaat dan het eerst in omloop hebben gebracht in een door hem in 1890 uitgegeven brochure, 't Schijnt mij echter toe, dat een ander den lieer Lohman in dezen nog vóór 'is ge weest en wel Dr Kuyper. Ik beroep mij daarvoor op Dr Kuy- iper's Deputatcnrede „in het eeuwjaar der Franseho Revolutie' '(1889 dus), onder den titel: „Niet de Vrijheidsboom maar .liet Kruis". Bijna aan liet slot dier rede sprak Dr Kuyper zijn deputaten als volgt (toe: „Niet alsof we vreesden, dat Dr Jonker met zijn citaten u van uw bondgenooten •scheiden zal. Een man, die, op anderer vertaling captie makend, zelf zóó slecht Latijn vertaalt, is een gids in het Bergland dien elk klaeker bergbestijger uit liefde tot zijn naaste thuis laat." In de bij Warmser te Amsterdam in brochurevorm uitgegeven rede voegde Dr Kuyper aan dit vrij scherpe oordeel de ■volgende verklarende noot toe: Dit zeggen doelt off een vlugschrift van Dr A. J. Th. Jonker onder den titel: Kalvinistische ingenomenheid met Rome aan Kalvijn zelve getoetst, verschenen in 1889 bij J. M. Bredée te Rotterdam". Dr Kuy'per wijst dan in die noot verder ■op een „blunder", door Dr Jonker bij zijn vertaling van het citaat van Galvijn be>- gaan „die metterdaad onvergeeflijk; was". Dr Jonker had n.l. vertaald: „Terwijl liet voorzeker mijn plicht was den paus en zijn bondgenooten en dienaren te bestrij den- (in een slecht gerucht te brengen), zou ik intusschen deze zelfs sparen tegenover hen, die veel verderfelijker (gevaarlijker) vijanden zijn van God en Zijn waarheid nog meer verdraaien (omverwerpen)". Tegenover deze vertaling van Dr Jonker handhaaft Dr Kuyper de andere: „Het zou wat fraais zijn, dat ik den Paus •en zijn genooten en dienaren naar ver mogen aanviel (wat ik wel moet 'doen, Omdat ik de kerk niet kan sterken, zon der het zwaard te kruisen met wie haar ondermijnen); en dat ik inmiddels hen door de vingers zag, die nog veel verder felijker vijanden Gods zijn, en zijn Waar heid nog zooveel krasser aanranden". Het verschil in die beide overzettingen lijkt niet bijster belangrijk, maar Dr Jon- Jcer's vertaling was nog meer aanvecht baar, doordat hij een gedeelte, dat „op de Libertijnen" sloeg, „op de Roomschen" toepaste. Dit daargelaten blijkt echter uit het door ons nu geciteerde tweeërlei, n.l.: 1. dat Dr Kuyper met zijn citaat en de vertaling daarvan reeds in 1889 den heer Lohman met diens brochure van 1890 vóór was; over "de publicatie van Dr Jonker zoo straks; 2. dat in de vertaling van Dr Kuyper de vermaarde tussche-nzin, op welks weg lating „Het Protestantsche Zuiden" U be trapt, waarvoor het U ter verantwoording roept en waarvoor Gij U dekt achter den heer Lohman niet was wegge laten. Nu dringt te sterker de vraag; Hoe kon Mr Lohman dezen passus vergeten, waar hij toch zeker 'in 1890 de zoo kortelings uitgesproken en in druk ver- Uit het Engelsch. 7-) o— w&et wel, dat ik gaarne eens de ge zichten van die kinderen zou willen was- sclien en hun wat ta eten geven. Ik zou wel wars willen weten af het een andere wereld is in Kensington als in White- apel. Waarom moetein sommige men- schen altijd koude en honger lijden? Zulke dmgen schijnen mij zqo onrechtvaardig wel nep de kleine ketter uit, want de IJ allies op aarde zouden alles gaarne "^ken prettig willen hebben. _«lk ben bang, dat deze dingen otns be grip te boven gaan," antwoordde haar moedor zuchtend. „Zoolang als de wereld neslaat, zal er verdriet en moeite blijven; wij moeten liet leven nemen, zooals het werkelijk is en niet zooals het ons toe schijnt Maar Dollie keerde zich eenigszins 'Ongeduldig af van deze kleine zedeles. !>Ja:, dat is alles mooi en wel, maar men wil het doel der dingen wel eens veten; waarom deze arme kindertjes ge- aren zijn, als ex toch eigenlijk geen plaats voor hen is; waarom ze in leven hjven en opgroeien, om hun grootste schenen deputatenrede wel in zijn bezit zal hebben gehad? Zijn onvolledig citaat was toch meer verbazingwekkend dan dat van Ds Rudolph in of omstreeks 1901. Waarschijnlijk is dit hieruit te verklaren, dat de heer Lobman citeerde uit De Standaard van 6 Juli 1875, waar dr Kuy per in zijn artikelenreeks „Rome en Dordt" het aangehaalde zeker nu het allereerst! gebruikt. Daarin wordt de tusschenzin inderdaad niet vermeld. Er is echter iets, dat nóg merkwaar diger is in de historie van dit citaat en waaruit blijkt, dat niet Dr Jonker, maar Dr Kuyper zelf de primeur toekomt, terwijl het een niet bepaald vriendelijk licht werpt op Dr Jonker's wijze van polemiseeren. In dezelfde noot toch verhaalt Dr Kuy per dat Dr Jonker, van plan om zijn brochure „Kalvinistische ingenomenheid met Ro me aan Kalvijn zelve getoetst" te schrij ven ter bestrijding van de politieke samenwerking, zich tot Dr Kuy per z e 1 vn gewend had om het citaat machtig t e worden, daar bij echter verzwijgend welk doel hij er mee beoogde. Dr Kuyper toch schrijft in de aan gehaalde noot: „En 2. kan ik het in Dr Jonker niet goedkeuren, dat hij, zonder zijn doel te Openbaren, mijn hulp .inriep1 om zijn brochure mogelijk te1 maken. „Zonder iets erbij te voegen, vroeg hij mij naar Olvijn's citaat; en ik gaf hem dit. Maar mij; dunkt, als eerlijk man ware hij verplicht geweest mij te zeggen, dat hij dit citaat 'tegen mij wenscht© te gebruiken. „Hij zou bet daarom toch gehad hebben. Maar zijn eigen positie ware dan zuiver geweest." Het leek mij niet onaardig, geachte Re dactie, nu Gij toch het citaat van Calvijn weer te1 berde hadt gebracht, en er zich opnieuw een twistgeschrijf aan scheen te gaan vastknoopen, ook dit zonderlinge moment uit zijn historie nog eens weer aan de vergetelheid te ontrukken. Het kan ons leeren, dat we, nu als toen, in den citaten-oorlog, oogen en ooren steeds goed open moeten hebben. R. A. d. O. Beproevingen. De ramp op Sumatra neemt groote af metingen aan. Telkens richten nieuwe aardschokken nieuwe verwoestingen aan. Het aantal dooden is thans gestegen tot 400. Daar is op het oogenblik rouw en droefheid in het Padangsche. Waar de natuur haar schoonste schatten tentoon spreidt, wondt nu ervaren, dat er veel in de schepping is, dat schrik en ont steltenis kan teweeg brengen. Ook de schepping zucht onder de gevolgen der zonde. Dit deel van ons Indië wordt wel zwaar beproefd. Een spoedactie is in het leven geroepen, om geldelijken steun te bieden. Indië is niet van financiëele kracht ontbloot. En uit het moederland zal de hulp ook niet achterwege blijven. Het Smeroefonds hielp ons volk telkens in dagen van druk. Thans zal Nederland het zijne voor Indië doen. De zakenwereld die met Indië in zulk een nauwe relatie staat, voorop, zoo schrijft de Amster dammer. Opwekkingen daartoe zijn noodig. Maar pijnlijk doet het aan, dat enkele liberale bladen bij herhaling in hun opwekkingen spreken van liet door den „Aardduivel" geteisterd Indië. geluk qp straat te zoeken, om lompen te dragen, om tei stelen en misschien nog wel erger dingen te doen." „Moeder," vervolgde liet meisje plechtig en toch eenigszins opgewonden. „Kijk eens naar dat arme kind met zijn vaal-bleek ge zichtje, op den arm van die havelooze vrouw, wie weet of het, als het blijft leven, geen inbreker of moordenaar wordt, en toch, ziet het er nu nog engelachtig onschuldig uit." „Een vreeselijke gedachte, Dollie, maar ik bemerk, dat we van ons diepzinnig ge sprek zijn afgedwaald; vrouwen gevoe len veel te sterk, om goed te kunnen philosopheeren. Zie eens, welk een nette, stille straat wij daar zijn ingegaan, daar is de koekwinkel op den hoek; volgens de beschrijving van Mr Roberts ben ik bijna zeker, dat dit Lime Street is, som- migo buizen zien er fraai en gezellig uit." „Wij zijn nog niet bevrijd van jodin nen," antwoordde Dollie fluisterend. „Neen, maar ze schijnen hier van een. beter gehalte te zijn; wij zijn er enkele met een zeer lief uiterlijk voorbijgegaan. In een straat als deze moet men, dunkt mij, alles op prijs stellen, zooals sehoone straten en geschrabde stoepen en blinken de deurknoppen. Ja, dit is No. 23, en het buis ziet er waarlijk ruim en gemak kelijk Uit". Maar Dollie, die door de Wij hooren in den laatsten tijd schier niet anders dan van onweders en wolk breuken, van dijkdoorbraken en overstroo mingen, van aardbevingen en grondver zakkingen. Alles schijnt in beweging Wij noemen dat beproevingen van Hooger hand. "Neen, zegt men nu, dat Is de AardduivelOok een teeken des tijds I -n Directe spoorwegverbinding over de Alpen Door den pas „ingewijden" Furka-Bo- ven-Alpenspoorweg is voor het toeristen verkeer een directe verbinding tusschen West- en Oost-Zwitserland, tusschen het meer van Genève en het kanton Graubün- den (Engadin-Davos) over de Alpen tot stand gekomen. De nieuwe spoorweg heeft zijn westelijk uitgangspunt in Gletscli, aan den oor sprong der Rhone. In het Oosten vindt hij bij het oude beroemde klooster Disentis aan den Rijn aansluiting aan het overige .spoorwegnet. Hij doorkruist op de Noor delijke helling van den Gothard het hart van Zwitserland, leidt langs gletschers en Alpen-meren en stijgt tweemaal tot een hoogte van meer dan 2000 meter boven den zeespiegel. De lijn is in geniale aan passing aan het terrein zoo aangelegd, dat lawines haar niet in gevaar kunnen bren gen. Wegens de terreinmoeilijkheden werd de spoorweg niet op het gebruik van elec- trische-, maar van stoomkracht ingericht. Door den aanleg van dezen spoorweg is Zwitserland met een toeristenlijn van den eersten rang verrijkt. Hongaarsche chronique scandaleuse. Te Boedapest heeft onlangs een arres tatie plaats gehad, die bijna ovenveel op zien heeft gebaard als indertijd de arres tatie van prins Windischgraetz. Zonder vorm van proces heeft de politie den vijfenzeventig-jarigen heer Emil Ba- cher, directeur-generaal van de bekende Victoria-meelf abrieken, achter slot en grendel gezet, en als men weet wie Emil Bacher is, zal men begrijpen dat Boeda pest hiervan heeft opgekeken. De Hon gaarsche bladen vertellen van hem dat hij al sedert tientallen van jaren een groote rol op de Europeesche meelmarkt speelt en dat zijn naam op alle graanbeurzen ter we reld bekend en geacht is. Als vrijwel eenig aandeelhouder van de Victoria-meelf abrie ken gold Bacher tot voor eenige maanden als een der rijkste mannen van Hongarije; drie jaar geleden, toen de regeering een hinnenlandsche leening moest opnemen, schreef hij er op in voor een bedrag dat de gezamenlijke inschrijvingen van alle groo te banken nog teboven ging. Een goed half jaar geleden dook het ge rucht op dat Bacher in moeilijkheden ver keerde. Niemand hechtte er geloof aan, maar kort daarop werd bekend, dat hij te Londen een leening van 1%, millioen pd. str. had opgenomen. Een paar weken later lekte uit, dat hij nog met een Zwitsersch bankconsortium onderhandelde over een leening van vijf millioen francs. Deze on derhandelingen sprongen echter af als ge volg van de onthullingen over de valsche- muntersaffaire. Wilde geruchten deden de ronde. Het Victoria-concern zou hopeloos zijn vastgeloopen. Boems! duikelden de aandeelen. Men wist elkander te vertellen, dat Bacher aan buitenlandsche beurzen gespeculeerd had en geweldige sommen had verloren. Houdt de arrestatie van den grijsaard wandeling uit haar humeur was geraakt, haalde slechts even de schouders op; zelfs niet de sehoone stoep of de vroo- lijke vensters, noch de blinkende metalen deurknop konden het geringste woord van lof uit haar krijgen. „Ik heb nergens meer hekel aan dan aan een armoedig uitziend heerenhuis," zeide zij; brommig, voordat de deur ge opend werd. Mrs. St. John was thuis en zou dade lijk bij hen komen, maar Miss St. John was op school, kregen zij in een ontegen zeggelijk plat dialect ten antwoord. Maar daar Biddy er helder en vraolijk uitzag, vond Mrs Maynard er niets in, dat zij een groote werkboezelaax voor had; maar Dollie bromde bij zichzelve: „meid-al leen!" en volgde haar moeder schoorvoe tend naar boven. Zij gingen de open staande deuren van twee lichte, ruime kamers voorbij; in een© ervan speelden eenige kinderen; de kamer, die zij binnen gingen, was ongetwijfeld de mooiste ka mer der familie. Het was een prettig, auderwetsch ver trek, met drie smalle vensters en houten vensterbanken. In een van deze zat een meisje tei_ lezen. Een vogel zong in den zonneschijn; in een bloemenmand ston den eenige bloemen; ondanks het versle ten karpet, waarin men bijna het patroon verhand met zijn financieele transacties? Men weet het niet. Uitverkoop van België. Het Antwerpsche Handelsblad heeft een hoofdartikel over den uitvoer van levens middelen naar Duitschland en Nederland. Om een gedachte te geven van den uit voer aldus het blad zij gezegd dat te Kessenich dagelijks langs het tolkantoor meer dan vijftig zwaargeladen vracht auto's met eieren, groenten, enz. voorbij rijden. Gedurende de maand Mei werden meer dan 70,000 K.G. aspergen uitgevoerd voor een waarde van 400.000 fr.! bloem- koolen 200,000 K.G. voor een waarde van 500,000 fr.erwten, wortelen, tomaten, kersen, aardbeziën, 70,000 K.G. voor een waarde van 200,000 frank. Het blad vraagt maatregelen ter be scherming van het binnenlandsch ver bruik. Over het argument, dat uitvoer noo dig is om de betalingsbalans te verbeteren, redeneert het als volgt: In 't algemeen gesproken is dat juist. Maar niet in het geval, dat ons hier bezig houdt. Vooreerst is de betalingsbalans in dit geval niet in staat om de handelsbalans te beïnvloeden, omdat men niet zeker is, dat de gedane betalingen in vreemde de viezen wel het land terug binnenkomen. Vervolgens wordt een grondstof, die als volksvoedsel dient, tegen te lage prijzen het land uitgevoerd, terwijl 60 pet. van onze levensmiddelen tegen dure dollars, ponden en gulden moeten ingevoerd wor den, dus tegen hooge valutaprijzen. De aanpassing naar buiten werkt onmiddel lijk, maar die van buiten naar binnen eerst na maanden. De staking te Antwerpen. In tegenstelling met de algemeene ver wachting hebben de havenwerkers gister morgen op een viertal vergaderingen met een overgroote meerderheid d&^nieuwe loonregeling verworpen. De stakaig zal derhalve blijven voortduren en het vinden van een oplossing is zeer moeilijk gewor den. De toestand wordt met het uur ernsti ger, daar ook de metaalbewerkers loons- verhooging eischen en de staking hebben afgekondigd. Gisteren lag het werk in de haven feitelijk geheel stil. Goederen voor de Harwichlijn worden per spoor naar Zeebrugge doorgezonden. De geregelde dienst AntwerpenHull is verlegd naar Gent. In regeeringskringen hoopt men, dat de staking niet langer meer dan 24 uren zal duren. Bij de arbeiders echter is men minder optimistisch gestemd. Journalistenstaking in Roemenië. Uit Boekarest wordt gemeld, dat de par lementaire berichtgevers van de meeste bladen te Boekarest in staking zijn ge gaan. Men had hun het recht ontzegd, de couloirs van de Kamer te betreden en als protest daartegen publiceerden ze in de bladen niet meer dan de namen der mi nisters en der sprekers, die aan het woord waren geweest. De regeering dreigde nu met maatregelen tegen de bladen, als daar in geen verandering kwam en als protest is thans de staking afgekondigd. Korte berichten. De New York Herald meldt dat een geweldige storm groote schade en ver woestingen heeft aangericht in een groot aantal steden van Chili; er zijn talrijke slachtoffers. Uit Columbus wordt gemeld, dat hevige onweders groote schade hebben aangericht in verschillende streken van den staat Ohio; men vreest, dat er veel slachtoffers zullen zijn. niet meer herkennen kon, en het verkleur de sits der stoelen, had het geheel iets gezelligs, dat hen aantrok. Mrs. St- John was ongetwijfeld een goede huishoudster. „Zijt gij een der kinderen van Mrs St. John, lieve?" vroeg Mrs. Maynard, terwijl zij vriendelijk glimlachend het venster na derde. Het meisje richtte zich eenigszins onhandig op en keek de indringsters ver schrikt aan. „Ja, ik bein de oudste, Lettice. Ik hoop dat Biddy aan mama gezegd heeft, dat gij er zijt. Ik ik zal haar gaan halen," voegde zij eraan toe, terwijl zij eensklaps dacht aan haar oude jurk en slordig haar, toen zij zag hoe-netjes Dollie er uit zag. „Neen, doe geen moeite, uw moeder zal dadelijk kamen en wij hebben geen haast. Hoe oud zijt ge en welk boek leest ge daar?" zedde Dollie, die haar humeur overwonnen had, en nu besloten was zich .aangenaam voor te doen en lachte daarbij zoo betooverend, dat Lettice er geheel door werd ingepakt. „Ik ben dertien, tenminste bijna, en ik lees Vaders Paradis© Last. Ik vind1, dat de duivel niet zoo belangwekkend moest warden voorgesteld, vindt gij wel?' 'zeide Lettice. Dollie met een paar groote, don kere oogen aanziende. Maar Dollie, die ge heel van haar stuk was gebracht door deze onverwachte vraag, was vrij van een l)e eerste dagen van de staking op de ondergrondsche spoor te New York zijn zonder incidenten voorbijgegaan. Er was echter, tegevolge van het gebruik van on ervaren werkkrachten, heel wat vertra ging. Ernstiger is de toestand te Brook lyn, waar sommige diensten vrijwel geheel zijn stopgezet. Te New-York werden tijdens de vie ring van den onafhankelijkheidsdag door aanrijdingen en dergelijke ongevallgn 10 personen gedood en 20 zwaar gewond. Meer dan 100 kinderen moesten, al^'gevolg van opgeloopen verwondingen tijdens het afsteken van het vuurwerk, naar het zie kenhuis worden getransporteerd. De Donau, Sau en Drau blijven was sen. Te Belgrado staan de rivierkaden on der water. De Berlijnsche bladen melden, dat te beginnen met de zomerdienstregeling van het volgend jaar, waarschijnlijk 15 Mei 1927 bij de Duitsche spoorwegen de uur telling zal plaats hebben van 1 tot 24. Te gelijkertijd zou deze regeling bij de Duit sche posterijen worden ingevoerd. De staking in Engeland en de Christel ij ke Vakbeweging. De Engelsche Mijnwerkers-Federatie heeft aan alle buitenlandsche vakorganisa ties een oproep om steun doen uitgaan. Ook de Christelijke vakbeweging in ons land ontving een dergelijk verzoek. Deze stennoproep bevat tweeërlei. In de eerste plaats een verzoek om financieele hulp, en in de tweede plaats wordt gevraagd maat regelen te nemen, zooals staking, boycot of anderszins om den invoer van kolen in Engeland te beletten. Het dagelijksch bestuur van het Chris telijk Nationaal Vakverbond heeft naar antwoord, door ©en stern welke eenigszins scherp zeide; „Stil, Lettice," en zich om- terende zagen zij dat Mrs. St. John de kamer was binnengekomen. Dollie bekende later aan haar moeder, dat de eerste aanblik van Mrs St. John haar bijna had doen stikken. Deze sehoone vrouw stak vreemd af tegen den scha- melen achtergrond en de eenvoudige om geving. „Zij geleek op een Esther of een Ju dith, gekleed in een verkleurde negen tiende eauwsche katoenen japon," merkte Dollie later op en de vergelijking was niet geheel onjuist, want volgens Dollie's- meening was er iets tragisch in het voor komen van Mrs. St. John, hoewel de meeste menschen in haar slechts een ernstige, statige Vrouw zouden gezien heb ben, maar van een weinig voorkomend type van schoonheid. Zij was zeer lang, en had een uiterst bevallige houding. Mrs. Maynard vond haar trotsch en koel; maar voor Dollie hadden het bleeke gelaat en de donkere oogen een stille welsprekend heid. En hoe zacht kon haar stem telkens worden, ondanks de scherpte die er in klonk! Er waren maar weinig stemmen, dacht Dollie, die zoo welsprekend waren. Zij was bepaald boos op Mrs Maynard, dat deze baar wat afstoot end vond. (Wordt vervolgde]

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1