Dinsdag Juni
No 2
mm.
De lotgevallen van John Fox.
FEUILLETON.
Oe Machinist pruimt B. Z. K.
oretische lessen
szuivelconsulent-
Hoofd-Assistent
40e Jaargan
Zui d-0 o s t-
landbouw en de
Dstelijk deel van
ige regenval van
e gevolgen,
laatste weken is
t roggegewas te-
Er bestaat wei-
ig weer zal gaan
It echter de land-
etroffen. Hier is
en zelden in den
t. He wegen zijn
les winters onbe-
rot op meerdere
ijke oppervlakten
is geen vrucht te
blijkt dat het
Meerdere land-
iade eenigszins te
en.
r>jf betreft is de
anders half Juni
m de lange turf
erkt, thans is die
50 pet. geschied.
- het product van
droogt, begint in
schaarschte aan
)ewel de turf nog
voor den winter,
tot gevolg dat de
in de turf moet
volge van de be-
atter is dan nor-
handelbare afval
het breken, ter-
beiders schadelijk
het werk kunnen
Lei' is dan gewoon,
s in sommige ge-
ïerstellen. Immers
u gepoot worden,
istigste geval geen
ht worden. Ook de
veging ondervindt
ns.
g? Te Terapel is
op het slaapka-
wachtmeester der
ngs bij de inbraak
ren R. neerschoot.
stilleerder ij.
lastingambtenaren
Imuiden een inval
in de Industrië
le., op vermoeden,
lleerinrichting zou
en bleek juist te
eking zijnde distil-
Behalve het toestel
ongeveer 50 liter
jenomen.
in Duitse h-
mverwacht hegon-
1 door hevige wolk
hebben in het dis
geheel geplunderd,
niet minder dan
- water. Het groot-
s verloren gegaan,
doet zich algemeen
uw staat voor een
t heeft het water
m 5 Meter van het
ii Gonstantz over-
antal straten van
ddellijke nabijheid
ds onder water,
dt men:
bij Wuermenhaim
e waarvan een uit-
water is gezet. De
ibenwerda is groo-
Len Bazel en Kon-
meld:
ling van het water-
l Rijn is Zaterdag
gesteld. De boven-
zijrivieren waren
neter gestegen. De
reeds overstroomd,
iter heeft opgehou-
lat het water zijn
bereikt.
't moeras. Begin
roken te Moerstra-
bij een ham en een
oud, werden oint-
van deze inbraak
aussee uit Roosen-
v gearresteerd. Za-
•een getuige, nabij
confronteerd, nadat
de marechaussees
»n en O. dit schijn-
>m terug te rijden
rp de man onver
dei wielen van de
ng ter zijde van den
et riet begroeide
ere spoedden zich
van het moeras
in handen te krij-
bben hun arrestant
gvinden.
;ei
kostganger,
te Maastricht is
uit Brunssum,
aantal schoten had
Diezo laatste
een nevenvertrek
revolverheld hem
onmiddellijk het
A enkele schot-
heen, gelukkig
e S
i
as
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE C01NTRE
GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post,
Losse nummers
f3.—i
f 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 cL
Bij abonnement belangrijke korting.
Zij die zich met 1 Juli op ons blad abon-
neeren ontvangen de tot dien datum ver
schijnende nummers gratis.
TEGEN DE REVOLUTIE HET
EVANGELIE.
(Slot.)
Wanneer de Ckr.-Historische Unie er
in slaagt uit de liberale kringen tal van
mannen tot zich te trekken, die bij ver
gissing daar behoorden, doch in den
grond iets hoogers en iets beters kenden
dan het modernisme, dan is dat toe te
juichen. En de poging om dergelijkert
te winnen, niet af te keuren. Mits men
maar overtuigd zij, dat deze mienschen
zich inderdaad uit beginsel hebben aange
sloten.
Ware dit niet zoo, dan zou hier mogen
gelden het woord van dr A. Kuyper:
„Ga daarom van ons uit alle man, wien
het om eer of aanzien te doen is."
Ook de Anti-Revolutionaire partij, dat
zijn de leden der Anti-Revolutionaire Kies
verenigingen, in de eerste plaats de Be
sturen, is verplicht steeds op werven uit te
zijn. teneinde uit de Linksche partijen te
trekken de zoodanigen die principieel niet'
tot deze hehooren.
Groen van Prinsterer schreef:
Van het Liberalisme venvacht ik
'niets. i
Van de Liberale Partij verwacht ik
iets.
Van de Liberalen verwacht ik ve el.
En de uitkomst heeft zijn verwachtingen
niet beschaamd.
Welnu, naar dezen maatstaf gewerkt,
er is nog genoeig te doen. Vooral onder
hen die op dei prediking van de heeren
van de Blijde Wereld zich een paradijs
van geluk op aarde droomen, en die met
hun onbevredigde behoeften geen vrede
hebben voor hunne1 ziel.
Tegen de Revolutie het Evangelie. In
den diepsten zin zijn er slechts twee rich
tingen; doch dit onthief Groen niet van de
taak om zijn standpunt nader te heipa
len. Hij was zich bewust van het ver
schil tusschen Luthersch en Calvinistisch,
niet., het minst op Staatsrechtelijk gebied.
Met instemming onderstreepte Groen wat
de „Standaard" schreef: „De meer kerke
lijke richting hebben ook wij te volgen.
In Gereformeerde landen kan déze geen
andere zijn dan in beslist Gereformeerden
zin" .Wat evenwel niet zeggen wil, dat de
A.-R. partij een kerkelijke partij mag zijn.
Volgens Groen heeft de antirevol. partij
in engeren zin geheel denzelfden grondslag
als de Vrije Universiteit, in princïpieelen
niet verwaterden zin. En alleen in deze
nog is er volgens hem hoop voor de
toekomst. Voor een niet-Calvinistisch-
antirev. partij is er, volgens Groen, op
NeêRands erve geen uitzicht op bloei. Her
inner u maar zijn woord: Stahl was Lu
theraan, ik bleef Calvinist. Dat men een
Lutheraan als Stahl als anti-revolutio
nair eikent, strijdt hiermede niet. D'e anti
revolutionaire richting ontwikkelde zich
naar den aard van het land, zoodat del
Duitsche antirevolutionair Luthersch de
Fransche antirevolutionair Roopisch is,
maar dé Nederlandsche antirevolutionair
Calvinistisch.
Wij wachten ons er achter voor het
Calvinisme als stelsel voor te dragen. Dat
de A.-R. partij door den geest' van het
Calvinisme behoort te zijn gedrenkt, zijn
grondslag heeft te handhaven, en zijn
verkregen resultaten moet bewaren, be
hoort onder ons vast te staan.
d
na
eur
ffen,
44) _o—
Daarna werd aangekondigd, dat de ta
fel gereed was, en Mr Fox bood Mrs.
Flamstead de hand om haar naar de eet
zaal te geleiden.
Hier deed zich een moeilijkheid voor die
Mr Fox zelf levendig scheen te gevoelen.
Mrs Flamsetad had zoo vele jaren aan het
boveneinde der tafel plaats gehad, maar
Mr Fox zeide:
„Kom hier, mijn waarde Mrs Flam
stead; gij zijt gevoelig voor de koude; ga
naast mij bij het vuur zitten; Miss Nancy
zal mij verplichten aan het boveneinde te
gaan zitten."
Men nam zwijgend plaats. 'tWas een
moeilijk oogenblik. Allerhande gewaarwor
dingen en duizenderlei herinneringen
kwamen hun van alle -zijden voor den
geest, zoodat de maaltijd hun meer kwaad
dan goed scheen te doen. 't Was een droe
vige marteling. De gastheer spande al zijn
krachten in om het gesprek aan den gang
te brengen en eenige vroolijkheid op te
wekken; maar te vergeefs.
„Ik zie wel, 't zal niet lukken", riep de
°i 8 ,i uU> met de hand op de tafel
staande. „Wij moeten op een anderen toon
Op de vraag wat regee-ren is, gaf Groen
van Prinsterer dit ten antwoord: „Men
regeert noch bij wetten, noch bij besluit al
leen, maar dooi' beginselen, die weerklank
vinden bij het volk." En daarom juist
is noodig een homogeen Kabinet, stelsel
matige oppositie1, voorlichting der natie.
Van de regeering meet uitgaan richtige en
doorzichtige kracht, e»n wel zóó, dat zij
die op grond hunner staatkundige ante
cedenten als Ministers optreden, die ante
cedenten niet als Ministers verloochenen,
wat in 1856, in 1866, in 1897 en in
1913 zich heeft voorgedaan.
Immers in het jaar 1856 trad in een
liberaal ministerie als premier en minis
ter van justitie da antirevolutionair mr
J. J. L. v. d. Brugghen op, die dei be
kende schoolwet van 1857 voordroeg, in
welke hij zijn beginsel van de vrije school
voor dat van de gemengde school prijs?
gaf, waardoor hij zijn Christelijke vrienden
(Groen, da Costa, en anderen) zoodanig
ontstemde ein bedroefde „dat hij moest
bedanken als bestuurslid van de Christe
lijke Normaalschool te Nijmegen, teneinde
haar financieel® - belangen niet te benadee-
len" (zie J. A. de Bruynê, Gesch. v.
Nede-rl. in onzen tijd II, 144); en Groen
van Prinsterer zijn ontslag nam als lid
der Tweede Kamer.
In het jaar 1866 deed zich een niet
minder ernstig geval voor. Toen toch
had de strijd geloopen over de Indische
Begrooting welke doör den conservatieven
minister Mij-er van zijn liberalen voorgan
ger Fransen v. d. Putte onveranderd was
overgenomen en vele verbeteringen be
vatte. Dieze: begrooting, door Mijer tegen
zijn conservatieve vrienden bestreden,
werd aangenomen, ook door de Eierste
Kamer, doch niet door Mijer uitgevoerd,
hij liet zich namelijk op den dag der
aanneming benoemen tot gouverneur-gene
raal van Nederlandsch-Indië. Vain deze
desertie was de motie-Keuchenius en de
Kamerontbinding de vrucht.
,In het jaar 1897 was een ernstig mee-
ningsgeschil in 't licht getreden tusschen
de Kamerleden de Beaufort en Goeman
Borgesius; twee liberalen, eerstgenoemde
op het star-conservatieve af, laatstgenoem
de niet ver van radicaal; een verschil,
dat reeds jaren in den boezem der Liberale
Unie was te zien geweest. Een vooruit
strevend kabinet verving het meer behou
dend liberaal kabinet-Roëllen -to-ch liet
de conservatief lib. de Beaufort zich in
het rose kabinet naast zijn tegenvoeter
Goeman Borgesius opnemen.
In alle drie de genoemde gevallen ver
loochening van antecedenten.
In het jaar 1913 was de verloochening
niet zoo groot, maar toch nog ingrijpend
genoeg om ze in herinnering te brengen.
De heer Prof. Treub, die als leider der
radicalen sinds jaren de liberalen had
bestookt, in de Tweede Kamer zich bij
vrijzinnig-democraten had aangesloten, en
een doodendè critiek op de Staatspension-
neering had uitgesproken, liet zich op
nemen in bet extra-parlementaire kabinet
Cort van der Linden, dat staatspensionee-
ring op zijn program had staan.
Dergelijke gedragingen zijn het bederf
van ons politieke leven.
Niet minder bedenkelijk is in den loop
der jaren de houding der liberale kop'
stukken tegen het opkomend socialisme
geweest.
Men vergelijke maar eens het debat
Kuyper-Troelstra in 1904 met dat van
Troelstra-Pierson in 1899.
Bij den laatste hoegenaamd geen enkel
zingen. Luistert, mijne vrienden, ik heb
wat nieuws voor u. De klokkenmaker -
ik heb dezer dagen iets van hem gehoord
leeft nog!"
Als door een electrischen schok getrof
fen, stonden allen van hun plaatsen op.
„Hij leeft! Gij hebt wat van hem gehoord!
Waar? Hoe?"
Mr Flamstead staarde rond, alsof hij
een spook zag. Zijn gelaat was doodsbleek,
zijn oogen schenen uit zijn hoofd te pui
len; met zijn linker hand woelde hij in zijn
haren en met de rechter hield hij zich aan
de tafel vast.
„Hij leeft! Is mijn oom dan in Enge
land? Ik ben blij, dat ik hem nog eens
zien zal!"
„Henry", zeide de gastheer plechtig,
„zoudt gij den'klokkenmaker herkennen,
zoo gij hem zaagt? Zouden veertig jaar
afwezigheid zijn trekken niet uit uw ge
heugen hebben gewischt?"
„Neen, neen! dat kan ik niet gelooven.
Ik zie hem nog duidelijk voor mij staan,
zooals hij op den Iaatsten dag vóór zijn
vertrek ons bezocht; zijn trekken zijn door
zoo menig bewijs van liefde in mijn hart
geprent. Als ik hem zag, zou ik hem ter
stond herkennen!"
De grijsaard glimlachte en schudde toen
het hoofd.
„Henry", zeide hij; „gij bedriegt u; gij
stelt hem u voor gelijk hij was, niet gelijk
hij is. De tijd verandert veel. Gij hebt uw
principiëel wóórd van verweer. Bij eerst
genoemde beginsel tegenover beginsel.
Kuyper den palm wegdragend, dat hij
den sociaal democraat op zijn eigen ter
rein ook wetenschappelijk, had geslagen.
Pierson het verwijt meegegeven van
zwak verweer en vaag gebabbel, ondanks
zijn groote bekwaamheid op alle andere
terreinen, inzonderheid het oeconomische.
Of doet het niet treurig aan het hoofd
van een kabinet fer verdediging van het
liberale standpunt tegen dat der S.D.A.P.
te hooren betoogen dat het verschil tus
schen de Liberale partij en de S.D.A.P.
slechts hierin bestaat, dat eerstgenoemde
den berg wil afgraven, en de ander dien
wil slechten; dat de socialisten de ar
moede in eens en de liberalen in tweeën'
of drieën willen weg hebben?
Wat praat men nog van beginsel aan
dien kant!
Er is bijna geen debat in de Tweede
Kamer gevoerd, dat in den lande zulk
een treurigen indruk gemaakt heeft als
'gehouden in de zitting van 23 April bij
de behandeling der Indische begrooting
Een debat dat het groote gevaar van de
communistische actie in Indië zeer duide
lijk gemaakt heeft.
Er is veel en lang tegen de regeerings-
maatregelen ter fnuiking dezer actie ge
protesteerd.
De bolsjewiek die het voor deze' actie
opnam, was de heer L. de Visser; en wie
hem ter zijde stond was de sociaal-de
mocraat Cramer.
Neen, zoo gaven zij voor, die actie
is zoo erg niet. Heel onschuldig. Geen
kwaad bij. Doch de Indische specialiteit
der A.-R. partij dr Scheurer bracht
dit de Kamer wel anders aan het ver
stand. En minister Koningsberger dikte
een en ander nog eens flink aan.
Het was een leerzaam debat, waaruit
weer eens bleek: lo. dat communist en
socialist van één - familie zijn, en elkander
zeer na bestaan; en 2o. dat hun naaste
huren de vrijzinnig-democraten in slap
heid van lenden voor de S. D. A. P. niet
onderdoen.
De Visser-Cramer-Joekes, 'tis één. ge
zelschap. Moest 't de waterproef onder
gaan, wij weten niet wie het eerst boven
zou komen.
Wat de A.-R. partij past tegenover de
zeer ernstige verschijnselen, hier genoemd?
Medewerken aan de verbreiding harer
beginselen. Steun bieden aan de pogin
gen der regeering om het kwaad van het
Communisme tegen te gaan. Ernstig de
werken van Groen van Prinsterer bestu-
deer-en, door wiens arbeid het eenvoudige
vrome, volk in Nederland de positie heeft
verkregen, waar het vroeger werd ver
drukt.
Jaren geleden maakte Prof. Fabius de
volgende opmerking
Zoo kostbaren schat heeft God aan
onze partij in Groen gegeven. Wat doet
onze partij daar mede? Worden zijn ge
schriften bestudeerd? Geven onze Kamer
leden altijd den indruk, dat zij doorvoed
zijn met de werken van Groen? Met dat
de geschriften van Groen geschikte lectuur
zijn voor de theetafel; maar die deze lec
tuur niet verstaat, mag zich niet als voor
trekker opwerpen, en moet althans weer
eens in zijn studeer-kamer eenigen tijd
vertoeven in plaats van naar een zetel in
de Tweede Kamer mede te dingen.
Laten de Pers, en de Kamerleden, de
Kiesvereenigingen en de Clubs met dezen
wenk hun voordeel doen!
Laat ons bedenken dat de Revolutie
oom gezien en hem niet herkend. Hij is bij
u geweest, heeft met u gesproken, maar gij
herkendet hem niet. Ik ben Nicolaas
Flamstead, de klokkenmaker.
Er volgde een oogenblik van stomme
verbazing en daarop een gejuich van: „Gij,
gij onze oom! Onze geliefde, zoo lang ver
loren oom!"
„Nu zie ik het!" riep Henry Flamstead
uit, met zijn hand het zweet van zijn voor
hoofd vegende; „hoe kon ik zoo blind zijn?
Hoe dikwijls heb ik gemeend die stem en
de uitdrukking van dat oog te herkennen!"
Hij spropg op, en nu volgde een tooneel
van herkenning, da,t wij niet wagen te
beschrijven, en dat de bedienden verwon
derd aan elkander deed vragen, wat er
gaande was.
Toen de eerste oogenblikken van ver
warring en opgewondenheid voorbij wa
ren, zeide de grijsaard, terwijl zijn oogen
van aandoening 'en vreugde schitterden:
„Ja, ik ben de klokkenmaker! In dit
huis werd ik geboren en bracht ik mijn
jeugd en jongelingsjaren door; uit dit huis
ging ik heen, toen ik een leven voor mij
zelven begon; de gezegende nagedachtenis
mijner moedei' leeft in dit huis: geen won
der dat het mij zoo dierbaar is. Gij zijt de
eenige bloedverwanten, die ik op de we
reld bezit. Dit huis, met al wat er in is, is
uw eigendom!"
Zijn stem beefde van aandoening en hij
kon niet verder spreken; lachen en snik-
is in omgekeerden zin, wat de Hervor
ming is geweest. Gelijk de Reformatie
strekt zich de Revolutie op ieder terrein
uit. En waar de Reformatie uitging van
onderwerping aan Gods Woord, daar blijft
het onze eenige leus: Tegen de Revolutie
het Evangelie.
Tegen Coiijn!
Een zeer bezadigd en verstandig artikel
staat in „Het Vaderland":
Do schrijver herinnert aan de Aprilbe
weging van 1853, door al wat conservatief
was misbruikt, om een persoonlijke hetze
tegen Thorbecke aan te blazen.'
En hun actie trof doel. Thorbecke Werd
door de Aprilbeweging weggevaagd, ook
al tot groot nadeel van ons parlementair
stelsel. D© politieke malaise is toen be
gonnen. In 1861 werd dit zelfs door de
tegenstanders van Thorbecke openlijk el
ke nd. Het conservatieve Kamerlid Mr
Wintgens zei toen in de Tweede Kamer
bij de algenieene beschouwingen over de
Staatsbegrooting voior 1862:
„Ik houd mij overtuigd, dat', ware dat
bewind (van Thorbecke) blijven bestaan,
het tegenover zijne overtuiging en zijne
beginselen andere overtuigingen en begin
selen wakker zou hebben gemaakt. De
natie zou onder zulk -een bewind veer
kracht hebben gekregen, hetzij vóór, hetziji
tegen dat gouvernement, beginselen zou
den gestaan hebben tegenover beginse
len, overtuiging tegenover overtuiging,
en een eerlijke strijd over groote punten
van regeering en volksbelang zou daar
over hebben beslist."
En Wintgens -eindigde met te betreuren,
dat hij de sporen van -een ziekelijken
politieken toestand bespeurde, dat er geen
scherp gete-ekende overtuiging meer was,
die de zaken des lands geleidde en aan
dengang van het bestuur impuls ie gaf.
Hieraan knoopt nu „Het Vaderland"
eenige beschouwingen vast, en schrijft:
„Inderdaad, 1853 leert ons, dat het eer
ste wat wij hebben te vermijden is- een
ministerieiele crisis uit te lokken op een
geloofsverschil, en vooral o-m' zich niet
van geloofshaat te bedienen als instru
ment om -een minister den stoel onder
het lijf weg te schoppen.
Aan die wijze les hebben de tegenstan
ders, hoewel men speciaal wat de S. D.
A. P. en de V- D'. betreft, zich juister
uitdrukt als m-en van vijan den van
Coiijn spreekt, zich niet gehouden, toen
zij met den benepen Kersten als projectiel
hem in November 1.1. omkegelden. Wij
hebben daarvoor toen gevreesd, en in
ons artikel van 10 Nov. 1.1. den dag vóór
bet ongeval, getiteld: „Vooral geen onge
duld", h-e-bben wij da vrijheid genomen
onze geestverwanten te waarschuwen, op
het gezantschap bij den Paus geene regee-
ringscrisis uit te lokken. Wij kunnen na
tuurlijk niet zeggen, of zonder de onge
lukkige verklaring van d-en Hr. Nolens,
waardoor de stem tegen genoemd amen
dement eie-n stem werd vóór de Coalitie,
de zaak anders zou zijn g-elootp-en, maar
zeker is het, dat door die verklaring het
schier onmogelijk werd gemaakt aan een
tegenstander van de Coalitie, om zijn
stern aan het amendement-Kersten te ont
houden. Malar groote staatsmanswijsh-eid
durft soms zelfs het schier onmogelijke
aan. Men kan nu w-e-1 breed uitspinnen,
dat een politiek verbond zich zelf moet
redden uit dei gevaren, die bet dreigen,
en dat waar da Christelijk-Historischen de
afschaffing van het gezantschap bij den
ken hoorde men rondom hem.
Later, toen hij zich hersteld had, zeide
hij: wij moeten het nieuws aan Mrs West-
brook doen weten; ik zal niet tevreden zijn
voor zij en ik weer vrienden zijn; zij is
een vrouw uit duizenden, en ik zou niet
gaarne zien dat de dag ten einde was voor
wij den vrede geteekend hadden."
Bij deze woorden sprongen al de klein
tjes op en wilden heenloopen.
„Neen! neen! wacht eens! wacht eens!"
riep de klokkenmaker. „George en Nancy,
gaat gij er heen. Maar zou het niet te laat
zijn voor de kinderen? Kom aan, het is
helder maanlicht en zij woont slechts een
kwartier ver; laat ze maar gaan! Gij
zult hen en Mrs Westbrook wel ontmoeten,
want ik durf er wel wat onder verwedden,
dat zij komen zal."
Weg vlogen zij en de dorpelingen die
nog buiten waren, vroeger elkander ver
wonderd wat er toch gaande zou zijn.
Spoedig stortte de gëheele bende bij Mrs
Westbrook binnen. „Onze oom de klokken
maker is gekomen! 't Is Mr Fox. Hij is op
het kasteel. Wij zijn er allen, en het is ons
huis weer!"
Ze grepen de verbaasde weduwe aan en
begonnen ze met zich voort te trekken,
zonder op Michel Shaw te letten, die in
zijn beste kleeren gedost, bij de weduwe
het avondmaal gebruikte.
„Gij moet komen! Gij moet dadelijk ko
men! Hij zendt om u. Vader en moeder
^eeds verse!) geleverd.,en onoverlroffem
IsB.Z.K .'zeide Ireinmachimsl'.
iln Ugebruilt liefcjoedbopsfjstkli
l/af i k daf jaren geleden a! wisi-
LOUIS DOBBELMANlif
ROTTERDAM
Wordt Donderdag as. vervolgd.
Heiligen Stoel de voorkeur gaven boven
een Kabinet, waarin, nog wel twee van
hun voormannen zaten, de politieke te
genstander niet geroepen was om het
Goalitiehuis, op voozen grondslag opge
trokken, te helpen schragen. Maar als
de Vrijheidsbond, de V. D. kan men hier
buiten beschouwing laten, omdat zij tegen'
iederen prijs Coiijn den voet wilden lich
ten, met -een verklaring was gekomen in
echt Thorbeckialanschen geest, dat hij in'
geen geval wilde profiteeren van het anti
papisme van een Kersten, maar slechts
den strijd wilde voeren over beginselen,
dab zouden wij toch waarschijnlijk de poli
tieke malaisei, waarin wij thans verkeeren,
niet hebben gehad. Diat is natuurlijk geen
verwijt, omdat men nooit iemand mag
verwijten, dat hij niet als Thorbecke in
1853 den volkswaan durfde trotseeren,
en wij weten wel, dat dit den Vrijheids
bond in 1929 niet 'ten goede zou zijn
ge-komen, want de V.D'. zouden dif
enorm tegen de liberalen hebben uitge
buit. Malar ook tijdelijke verliezen kunnen
winst brengen, zooals ook de onwrikbare
houding vdn Thorbecke in 1853, zijn vast
houden, zonder -eenige reserve aan het
beginsel van godsdienstvrijheid, ten slotte
het liberalisme is ten goede gekomen. En
al is het van beteekenis, dat er thans
naast mannen van Rechts, ook mannen
van Links achter de groene tafel zitten,
hoeveel sterker zou het verkeerde van de
partijformatie, waarvan de voorstanders
van de Coalitie de oorzaak zijn, niet ge
accentueerd zijn, als het Rechtsche Kabi
net zijn redding had moeten danken aan
de liberalen, die met de snijdende verkla
ring hadden kunnen komen, dat zij voor
dit keer geen gebruik wilden maken van
verlangen naar u, allen verlangen dat gij
mede komt!"
De brave vrouw lachte en schreide te
gelijk. „Wat is er toch te doen, Mrs West
brook? Wat is er toch te doen?" vroegen
haar eenige dorpelingen.
„Goed nieuws!" antwoordde de weduwe,
naar het kasteel wijzende, maar zonder
verder een woord te kunnen spreken.
„Ja, goed nieuws, goed nieuws!" riepen
de kinderen. „Onze oom de klokkenmaker
is teruggekomen!"
Deze tijding vloog van huis tot huis en
hoe laat het ook was bereikte zij het oor
van den klokkenmaker. Eensklaps vloog
hij naar den toren en vóór Mrs Westbrook
het kasteel bereikt had, liet de klok zich
vroolijk hooren ter viering van de terug
komst des klokkenmakers.
Het was een heerlijke avond, dien men
op het kasteel doorbracht en vóór hij ten
einde was, traden ook Michel Shaw en
Tom Fletcher binnen. Die schalken! Ze
waren reeds sedert lang in het geheim. De
gewaande John Fox was verplicht geweest
het hun mede te deelen.
Een maand later, in Maart, werd er in
de kerk te Dainsby afgelezen dat er trouw
beloften tusschen Michel en Mrs West
brook bestonden, terwijl in April een vroo-
lijke bruiloft gevierd werd.
EINDE.