Dinsdag Juni No 2 mm. De lotgevallen van John Fox. FEUILLETON. Oe Machinist pruimt B. Z. K. oretische lessen szuivelconsulent- Hoofd-Assistent 40e Jaargan Zui d-0 o s t- landbouw en de Dstelijk deel van ige regenval van e gevolgen, laatste weken is t roggegewas te- Er bestaat wei- ig weer zal gaan It echter de land- etroffen. Hier is en zelden in den t. He wegen zijn les winters onbe- rot op meerdere ijke oppervlakten is geen vrucht te blijkt dat het Meerdere land- iade eenigszins te en. r>jf betreft is de anders half Juni m de lange turf erkt, thans is die 50 pet. geschied. - het product van droogt, begint in schaarschte aan )ewel de turf nog voor den winter, tot gevolg dat de in de turf moet volge van de be- atter is dan nor- handelbare afval het breken, ter- beiders schadelijk het werk kunnen Lei' is dan gewoon, s in sommige ge- ïerstellen. Immers u gepoot worden, istigste geval geen ht worden. Ook de veging ondervindt ns. g? Te Terapel is op het slaapka- wachtmeester der ngs bij de inbraak ren R. neerschoot. stilleerder ij. lastingambtenaren Imuiden een inval in de Industrië le., op vermoeden, lleerinrichting zou en bleek juist te eking zijnde distil- Behalve het toestel ongeveer 50 liter jenomen. in Duitse h- mverwacht hegon- 1 door hevige wolk hebben in het dis geheel geplunderd, niet minder dan - water. Het groot- s verloren gegaan, doet zich algemeen uw staat voor een t heeft het water m 5 Meter van het ii Gonstantz over- antal straten van ddellijke nabijheid ds onder water, dt men: bij Wuermenhaim e waarvan een uit- water is gezet. De ibenwerda is groo- Len Bazel en Kon- meld: ling van het water- l Rijn is Zaterdag gesteld. De boven- zijrivieren waren neter gestegen. De reeds overstroomd, iter heeft opgehou- lat het water zijn bereikt. 't moeras. Begin roken te Moerstra- bij een ham en een oud, werden oint- van deze inbraak aussee uit Roosen- v gearresteerd. Za- •een getuige, nabij confronteerd, nadat de marechaussees »n en O. dit schijn- >m terug te rijden rp de man onver dei wielen van de ng ter zijde van den et riet begroeide ere spoedden zich van het moeras in handen te krij- bben hun arrestant gvinden. ;ei kostganger, te Maastricht is uit Brunssum, aantal schoten had Diezo laatste een nevenvertrek revolverheld hem onmiddellijk het A enkele schot- heen, gelukkig e S i as Drukkers-Exploitanten: OOSTERBAAN LE C01NTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, Losse nummers f3.—i f 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 cL Bij abonnement belangrijke korting. Zij die zich met 1 Juli op ons blad abon- neeren ontvangen de tot dien datum ver schijnende nummers gratis. TEGEN DE REVOLUTIE HET EVANGELIE. (Slot.) Wanneer de Ckr.-Historische Unie er in slaagt uit de liberale kringen tal van mannen tot zich te trekken, die bij ver gissing daar behoorden, doch in den grond iets hoogers en iets beters kenden dan het modernisme, dan is dat toe te juichen. En de poging om dergelijkert te winnen, niet af te keuren. Mits men maar overtuigd zij, dat deze mienschen zich inderdaad uit beginsel hebben aange sloten. Ware dit niet zoo, dan zou hier mogen gelden het woord van dr A. Kuyper: „Ga daarom van ons uit alle man, wien het om eer of aanzien te doen is." Ook de Anti-Revolutionaire partij, dat zijn de leden der Anti-Revolutionaire Kies verenigingen, in de eerste plaats de Be sturen, is verplicht steeds op werven uit te zijn. teneinde uit de Linksche partijen te trekken de zoodanigen die principieel niet' tot deze hehooren. Groen van Prinsterer schreef: Van het Liberalisme venvacht ik 'niets. i Van de Liberale Partij verwacht ik iets. Van de Liberalen verwacht ik ve el. En de uitkomst heeft zijn verwachtingen niet beschaamd. Welnu, naar dezen maatstaf gewerkt, er is nog genoeig te doen. Vooral onder hen die op dei prediking van de heeren van de Blijde Wereld zich een paradijs van geluk op aarde droomen, en die met hun onbevredigde behoeften geen vrede hebben voor hunne1 ziel. Tegen de Revolutie het Evangelie. In den diepsten zin zijn er slechts twee rich tingen; doch dit onthief Groen niet van de taak om zijn standpunt nader te heipa len. Hij was zich bewust van het ver schil tusschen Luthersch en Calvinistisch, niet., het minst op Staatsrechtelijk gebied. Met instemming onderstreepte Groen wat de „Standaard" schreef: „De meer kerke lijke richting hebben ook wij te volgen. In Gereformeerde landen kan déze geen andere zijn dan in beslist Gereformeerden zin" .Wat evenwel niet zeggen wil, dat de A.-R. partij een kerkelijke partij mag zijn. Volgens Groen heeft de antirevol. partij in engeren zin geheel denzelfden grondslag als de Vrije Universiteit, in princïpieelen niet verwaterden zin. En alleen in deze nog is er volgens hem hoop voor de toekomst. Voor een niet-Calvinistisch- antirev. partij is er, volgens Groen, op NeêRands erve geen uitzicht op bloei. Her inner u maar zijn woord: Stahl was Lu theraan, ik bleef Calvinist. Dat men een Lutheraan als Stahl als anti-revolutio nair eikent, strijdt hiermede niet. D'e anti revolutionaire richting ontwikkelde zich naar den aard van het land, zoodat del Duitsche antirevolutionair Luthersch de Fransche antirevolutionair Roopisch is, maar dé Nederlandsche antirevolutionair Calvinistisch. Wij wachten ons er achter voor het Calvinisme als stelsel voor te dragen. Dat de A.-R. partij door den geest' van het Calvinisme behoort te zijn gedrenkt, zijn grondslag heeft te handhaven, en zijn verkregen resultaten moet bewaren, be hoort onder ons vast te staan. d na eur ffen, 44) _o— Daarna werd aangekondigd, dat de ta fel gereed was, en Mr Fox bood Mrs. Flamstead de hand om haar naar de eet zaal te geleiden. Hier deed zich een moeilijkheid voor die Mr Fox zelf levendig scheen te gevoelen. Mrs Flamsetad had zoo vele jaren aan het boveneinde der tafel plaats gehad, maar Mr Fox zeide: „Kom hier, mijn waarde Mrs Flam stead; gij zijt gevoelig voor de koude; ga naast mij bij het vuur zitten; Miss Nancy zal mij verplichten aan het boveneinde te gaan zitten." Men nam zwijgend plaats. 'tWas een moeilijk oogenblik. Allerhande gewaarwor dingen en duizenderlei herinneringen kwamen hun van alle -zijden voor den geest, zoodat de maaltijd hun meer kwaad dan goed scheen te doen. 't Was een droe vige marteling. De gastheer spande al zijn krachten in om het gesprek aan den gang te brengen en eenige vroolijkheid op te wekken; maar te vergeefs. „Ik zie wel, 't zal niet lukken", riep de °i 8 ,i uU> met de hand op de tafel staande. „Wij moeten op een anderen toon Op de vraag wat regee-ren is, gaf Groen van Prinsterer dit ten antwoord: „Men regeert noch bij wetten, noch bij besluit al leen, maar dooi' beginselen, die weerklank vinden bij het volk." En daarom juist is noodig een homogeen Kabinet, stelsel matige oppositie1, voorlichting der natie. Van de regeering meet uitgaan richtige en doorzichtige kracht, e»n wel zóó, dat zij die op grond hunner staatkundige ante cedenten als Ministers optreden, die ante cedenten niet als Ministers verloochenen, wat in 1856, in 1866, in 1897 en in 1913 zich heeft voorgedaan. Immers in het jaar 1856 trad in een liberaal ministerie als premier en minis ter van justitie da antirevolutionair mr J. J. L. v. d. Brugghen op, die dei be kende schoolwet van 1857 voordroeg, in welke hij zijn beginsel van de vrije school voor dat van de gemengde school prijs? gaf, waardoor hij zijn Christelijke vrienden (Groen, da Costa, en anderen) zoodanig ontstemde ein bedroefde „dat hij moest bedanken als bestuurslid van de Christe lijke Normaalschool te Nijmegen, teneinde haar financieel® - belangen niet te benadee- len" (zie J. A. de Bruynê, Gesch. v. Nede-rl. in onzen tijd II, 144); en Groen van Prinsterer zijn ontslag nam als lid der Tweede Kamer. In het jaar 1866 deed zich een niet minder ernstig geval voor. Toen toch had de strijd geloopen over de Indische Begrooting welke doör den conservatieven minister Mij-er van zijn liberalen voorgan ger Fransen v. d. Putte onveranderd was overgenomen en vele verbeteringen be vatte. Dieze: begrooting, door Mijer tegen zijn conservatieve vrienden bestreden, werd aangenomen, ook door de Eierste Kamer, doch niet door Mijer uitgevoerd, hij liet zich namelijk op den dag der aanneming benoemen tot gouverneur-gene raal van Nederlandsch-Indië. Vain deze desertie was de motie-Keuchenius en de Kamerontbinding de vrucht. ,In het jaar 1897 was een ernstig mee- ningsgeschil in 't licht getreden tusschen de Kamerleden de Beaufort en Goeman Borgesius; twee liberalen, eerstgenoemde op het star-conservatieve af, laatstgenoem de niet ver van radicaal; een verschil, dat reeds jaren in den boezem der Liberale Unie was te zien geweest. Een vooruit strevend kabinet verving het meer behou dend liberaal kabinet-Roëllen -to-ch liet de conservatief lib. de Beaufort zich in het rose kabinet naast zijn tegenvoeter Goeman Borgesius opnemen. In alle drie de genoemde gevallen ver loochening van antecedenten. In het jaar 1913 was de verloochening niet zoo groot, maar toch nog ingrijpend genoeg om ze in herinnering te brengen. De heer Prof. Treub, die als leider der radicalen sinds jaren de liberalen had bestookt, in de Tweede Kamer zich bij vrijzinnig-democraten had aangesloten, en een doodendè critiek op de Staatspension- neering had uitgesproken, liet zich op nemen in bet extra-parlementaire kabinet Cort van der Linden, dat staatspensionee- ring op zijn program had staan. Dergelijke gedragingen zijn het bederf van ons politieke leven. Niet minder bedenkelijk is in den loop der jaren de houding der liberale kop' stukken tegen het opkomend socialisme geweest. Men vergelijke maar eens het debat Kuyper-Troelstra in 1904 met dat van Troelstra-Pierson in 1899. Bij den laatste hoegenaamd geen enkel zingen. Luistert, mijne vrienden, ik heb wat nieuws voor u. De klokkenmaker - ik heb dezer dagen iets van hem gehoord leeft nog!" Als door een electrischen schok getrof fen, stonden allen van hun plaatsen op. „Hij leeft! Gij hebt wat van hem gehoord! Waar? Hoe?" Mr Flamstead staarde rond, alsof hij een spook zag. Zijn gelaat was doodsbleek, zijn oogen schenen uit zijn hoofd te pui len; met zijn linker hand woelde hij in zijn haren en met de rechter hield hij zich aan de tafel vast. „Hij leeft! Is mijn oom dan in Enge land? Ik ben blij, dat ik hem nog eens zien zal!" „Henry", zeide de gastheer plechtig, „zoudt gij den'klokkenmaker herkennen, zoo gij hem zaagt? Zouden veertig jaar afwezigheid zijn trekken niet uit uw ge heugen hebben gewischt?" „Neen, neen! dat kan ik niet gelooven. Ik zie hem nog duidelijk voor mij staan, zooals hij op den Iaatsten dag vóór zijn vertrek ons bezocht; zijn trekken zijn door zoo menig bewijs van liefde in mijn hart geprent. Als ik hem zag, zou ik hem ter stond herkennen!" De grijsaard glimlachte en schudde toen het hoofd. „Henry", zeide hij; „gij bedriegt u; gij stelt hem u voor gelijk hij was, niet gelijk hij is. De tijd verandert veel. Gij hebt uw principiëel wóórd van verweer. Bij eerst genoemde beginsel tegenover beginsel. Kuyper den palm wegdragend, dat hij den sociaal democraat op zijn eigen ter rein ook wetenschappelijk, had geslagen. Pierson het verwijt meegegeven van zwak verweer en vaag gebabbel, ondanks zijn groote bekwaamheid op alle andere terreinen, inzonderheid het oeconomische. Of doet het niet treurig aan het hoofd van een kabinet fer verdediging van het liberale standpunt tegen dat der S.D.A.P. te hooren betoogen dat het verschil tus schen de Liberale partij en de S.D.A.P. slechts hierin bestaat, dat eerstgenoemde den berg wil afgraven, en de ander dien wil slechten; dat de socialisten de ar moede in eens en de liberalen in tweeën' of drieën willen weg hebben? Wat praat men nog van beginsel aan dien kant! Er is bijna geen debat in de Tweede Kamer gevoerd, dat in den lande zulk een treurigen indruk gemaakt heeft als 'gehouden in de zitting van 23 April bij de behandeling der Indische begrooting Een debat dat het groote gevaar van de communistische actie in Indië zeer duide lijk gemaakt heeft. Er is veel en lang tegen de regeerings- maatregelen ter fnuiking dezer actie ge protesteerd. De bolsjewiek die het voor deze' actie opnam, was de heer L. de Visser; en wie hem ter zijde stond was de sociaal-de mocraat Cramer. Neen, zoo gaven zij voor, die actie is zoo erg niet. Heel onschuldig. Geen kwaad bij. Doch de Indische specialiteit der A.-R. partij dr Scheurer bracht dit de Kamer wel anders aan het ver stand. En minister Koningsberger dikte een en ander nog eens flink aan. Het was een leerzaam debat, waaruit weer eens bleek: lo. dat communist en socialist van één - familie zijn, en elkander zeer na bestaan; en 2o. dat hun naaste huren de vrijzinnig-democraten in slap heid van lenden voor de S. D. A. P. niet onderdoen. De Visser-Cramer-Joekes, 'tis één. ge zelschap. Moest 't de waterproef onder gaan, wij weten niet wie het eerst boven zou komen. Wat de A.-R. partij past tegenover de zeer ernstige verschijnselen, hier genoemd? Medewerken aan de verbreiding harer beginselen. Steun bieden aan de pogin gen der regeering om het kwaad van het Communisme tegen te gaan. Ernstig de werken van Groen van Prinsterer bestu- deer-en, door wiens arbeid het eenvoudige vrome, volk in Nederland de positie heeft verkregen, waar het vroeger werd ver drukt. Jaren geleden maakte Prof. Fabius de volgende opmerking Zoo kostbaren schat heeft God aan onze partij in Groen gegeven. Wat doet onze partij daar mede? Worden zijn ge schriften bestudeerd? Geven onze Kamer leden altijd den indruk, dat zij doorvoed zijn met de werken van Groen? Met dat de geschriften van Groen geschikte lectuur zijn voor de theetafel; maar die deze lec tuur niet verstaat, mag zich niet als voor trekker opwerpen, en moet althans weer eens in zijn studeer-kamer eenigen tijd vertoeven in plaats van naar een zetel in de Tweede Kamer mede te dingen. Laten de Pers, en de Kamerleden, de Kiesvereenigingen en de Clubs met dezen wenk hun voordeel doen! Laat ons bedenken dat de Revolutie oom gezien en hem niet herkend. Hij is bij u geweest, heeft met u gesproken, maar gij herkendet hem niet. Ik ben Nicolaas Flamstead, de klokkenmaker. Er volgde een oogenblik van stomme verbazing en daarop een gejuich van: „Gij, gij onze oom! Onze geliefde, zoo lang ver loren oom!" „Nu zie ik het!" riep Henry Flamstead uit, met zijn hand het zweet van zijn voor hoofd vegende; „hoe kon ik zoo blind zijn? Hoe dikwijls heb ik gemeend die stem en de uitdrukking van dat oog te herkennen!" Hij spropg op, en nu volgde een tooneel van herkenning, da,t wij niet wagen te beschrijven, en dat de bedienden verwon derd aan elkander deed vragen, wat er gaande was. Toen de eerste oogenblikken van ver warring en opgewondenheid voorbij wa ren, zeide de grijsaard, terwijl zijn oogen van aandoening 'en vreugde schitterden: „Ja, ik ben de klokkenmaker! In dit huis werd ik geboren en bracht ik mijn jeugd en jongelingsjaren door; uit dit huis ging ik heen, toen ik een leven voor mij zelven begon; de gezegende nagedachtenis mijner moedei' leeft in dit huis: geen won der dat het mij zoo dierbaar is. Gij zijt de eenige bloedverwanten, die ik op de we reld bezit. Dit huis, met al wat er in is, is uw eigendom!" Zijn stem beefde van aandoening en hij kon niet verder spreken; lachen en snik- is in omgekeerden zin, wat de Hervor ming is geweest. Gelijk de Reformatie strekt zich de Revolutie op ieder terrein uit. En waar de Reformatie uitging van onderwerping aan Gods Woord, daar blijft het onze eenige leus: Tegen de Revolutie het Evangelie. Tegen Coiijn! Een zeer bezadigd en verstandig artikel staat in „Het Vaderland": Do schrijver herinnert aan de Aprilbe weging van 1853, door al wat conservatief was misbruikt, om een persoonlijke hetze tegen Thorbecke aan te blazen.' En hun actie trof doel. Thorbecke Werd door de Aprilbeweging weggevaagd, ook al tot groot nadeel van ons parlementair stelsel. D© politieke malaise is toen be gonnen. In 1861 werd dit zelfs door de tegenstanders van Thorbecke openlijk el ke nd. Het conservatieve Kamerlid Mr Wintgens zei toen in de Tweede Kamer bij de algenieene beschouwingen over de Staatsbegrooting voior 1862: „Ik houd mij overtuigd, dat', ware dat bewind (van Thorbecke) blijven bestaan, het tegenover zijne overtuiging en zijne beginselen andere overtuigingen en begin selen wakker zou hebben gemaakt. De natie zou onder zulk -een bewind veer kracht hebben gekregen, hetzij vóór, hetziji tegen dat gouvernement, beginselen zou den gestaan hebben tegenover beginse len, overtuiging tegenover overtuiging, en een eerlijke strijd over groote punten van regeering en volksbelang zou daar over hebben beslist." En Wintgens -eindigde met te betreuren, dat hij de sporen van -een ziekelijken politieken toestand bespeurde, dat er geen scherp gete-ekende overtuiging meer was, die de zaken des lands geleidde en aan dengang van het bestuur impuls ie gaf. Hieraan knoopt nu „Het Vaderland" eenige beschouwingen vast, en schrijft: „Inderdaad, 1853 leert ons, dat het eer ste wat wij hebben te vermijden is- een ministerieiele crisis uit te lokken op een geloofsverschil, en vooral o-m' zich niet van geloofshaat te bedienen als instru ment om -een minister den stoel onder het lijf weg te schoppen. Aan die wijze les hebben de tegenstan ders, hoewel men speciaal wat de S. D. A. P. en de V- D'. betreft, zich juister uitdrukt als m-en van vijan den van Coiijn spreekt, zich niet gehouden, toen zij met den benepen Kersten als projectiel hem in November 1.1. omkegelden. Wij hebben daarvoor toen gevreesd, en in ons artikel van 10 Nov. 1.1. den dag vóór bet ongeval, getiteld: „Vooral geen onge duld", h-e-bben wij da vrijheid genomen onze geestverwanten te waarschuwen, op het gezantschap bij den Paus geene regee- ringscrisis uit te lokken. Wij kunnen na tuurlijk niet zeggen, of zonder de onge lukkige verklaring van d-en Hr. Nolens, waardoor de stem tegen genoemd amen dement eie-n stem werd vóór de Coalitie, de zaak anders zou zijn g-elootp-en, maar zeker is het, dat door die verklaring het schier onmogelijk werd gemaakt aan een tegenstander van de Coalitie, om zijn stern aan het amendement-Kersten te ont houden. Malar groote staatsmanswijsh-eid durft soms zelfs het schier onmogelijke aan. Men kan nu w-e-1 breed uitspinnen, dat een politiek verbond zich zelf moet redden uit dei gevaren, die bet dreigen, en dat waar da Christelijk-Historischen de afschaffing van het gezantschap bij den ken hoorde men rondom hem. Later, toen hij zich hersteld had, zeide hij: wij moeten het nieuws aan Mrs West- brook doen weten; ik zal niet tevreden zijn voor zij en ik weer vrienden zijn; zij is een vrouw uit duizenden, en ik zou niet gaarne zien dat de dag ten einde was voor wij den vrede geteekend hadden." Bij deze woorden sprongen al de klein tjes op en wilden heenloopen. „Neen! neen! wacht eens! wacht eens!" riep de klokkenmaker. „George en Nancy, gaat gij er heen. Maar zou het niet te laat zijn voor de kinderen? Kom aan, het is helder maanlicht en zij woont slechts een kwartier ver; laat ze maar gaan! Gij zult hen en Mrs Westbrook wel ontmoeten, want ik durf er wel wat onder verwedden, dat zij komen zal." Weg vlogen zij en de dorpelingen die nog buiten waren, vroeger elkander ver wonderd wat er toch gaande zou zijn. Spoedig stortte de gëheele bende bij Mrs Westbrook binnen. „Onze oom de klokken maker is gekomen! 't Is Mr Fox. Hij is op het kasteel. Wij zijn er allen, en het is ons huis weer!" Ze grepen de verbaasde weduwe aan en begonnen ze met zich voort te trekken, zonder op Michel Shaw te letten, die in zijn beste kleeren gedost, bij de weduwe het avondmaal gebruikte. „Gij moet komen! Gij moet dadelijk ko men! Hij zendt om u. Vader en moeder ^eeds verse!) geleverd.,en onoverlroffem IsB.Z.K .'zeide Ireinmachimsl'. iln Ugebruilt liefcjoedbopsfjstkli l/af i k daf jaren geleden a! wisi- LOUIS DOBBELMANlif ROTTERDAM Wordt Donderdag as. vervolgd. Heiligen Stoel de voorkeur gaven boven een Kabinet, waarin, nog wel twee van hun voormannen zaten, de politieke te genstander niet geroepen was om het Goalitiehuis, op voozen grondslag opge trokken, te helpen schragen. Maar als de Vrijheidsbond, de V. D. kan men hier buiten beschouwing laten, omdat zij tegen' iederen prijs Coiijn den voet wilden lich ten, met -een verklaring was gekomen in echt Thorbeckialanschen geest, dat hij in' geen geval wilde profiteeren van het anti papisme van een Kersten, maar slechts den strijd wilde voeren over beginselen, dab zouden wij toch waarschijnlijk de poli tieke malaisei, waarin wij thans verkeeren, niet hebben gehad. Diat is natuurlijk geen verwijt, omdat men nooit iemand mag verwijten, dat hij niet als Thorbecke in 1853 den volkswaan durfde trotseeren, en wij weten wel, dat dit den Vrijheids bond in 1929 niet 'ten goede zou zijn ge-komen, want de V.D'. zouden dif enorm tegen de liberalen hebben uitge buit. Malar ook tijdelijke verliezen kunnen winst brengen, zooals ook de onwrikbare houding vdn Thorbecke in 1853, zijn vast houden, zonder -eenige reserve aan het beginsel van godsdienstvrijheid, ten slotte het liberalisme is ten goede gekomen. En al is het van beteekenis, dat er thans naast mannen van Rechts, ook mannen van Links achter de groene tafel zitten, hoeveel sterker zou het verkeerde van de partijformatie, waarvan de voorstanders van de Coalitie de oorzaak zijn, niet ge accentueerd zijn, als het Rechtsche Kabi net zijn redding had moeten danken aan de liberalen, die met de snijdende verkla ring hadden kunnen komen, dat zij voor dit keer geen gebruik wilden maken van verlangen naar u, allen verlangen dat gij mede komt!" De brave vrouw lachte en schreide te gelijk. „Wat is er toch te doen, Mrs West brook? Wat is er toch te doen?" vroegen haar eenige dorpelingen. „Goed nieuws!" antwoordde de weduwe, naar het kasteel wijzende, maar zonder verder een woord te kunnen spreken. „Ja, goed nieuws, goed nieuws!" riepen de kinderen. „Onze oom de klokkenmaker is teruggekomen!" Deze tijding vloog van huis tot huis en hoe laat het ook was bereikte zij het oor van den klokkenmaker. Eensklaps vloog hij naar den toren en vóór Mrs Westbrook het kasteel bereikt had, liet de klok zich vroolijk hooren ter viering van de terug komst des klokkenmakers. Het was een heerlijke avond, dien men op het kasteel doorbracht en vóór hij ten einde was, traden ook Michel Shaw en Tom Fletcher binnen. Die schalken! Ze waren reeds sedert lang in het geheim. De gewaande John Fox was verplicht geweest het hun mede te deelen. Een maand later, in Maart, werd er in de kerk te Dainsby afgelezen dat er trouw beloften tusschen Michel en Mrs West brook bestonden, terwijl in April een vroo- lijke bruiloft gevierd werd. EINDE.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1