r
No 313
Maandag 14 Juni 1936
40e Jaargang
1
De lotgevallen van John Fox.
Mesland.
FEUILLETON.
VT. EXTRA
30*
VM. EXTRA
40
VP. EXTRA
50<*» P- j- ons
oldenkottsi
TABAK
Onmisbaar
Drukkers-Exploitanter
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.1
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertent iën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
HET VERDRAG MET BELGIË
Het verdrag Nederland-België, dat wel
haast door onze Tweede Kamer in onder
zoek zai genomen worden, vindt in zijn
■nieuwen vorm niet meer zoo groote be
strijding als in zijn eerste verschijning.
Het is een goed teeken, dat het door
de courant van de tweede koopstad onzes
lands op het oogenblik met welwillend
heid ontvangen wordt.
Het spreekt echter vanzelf, dat het door
■staatslieden en ©economen van alle rich
tingen nog steeds met argusoogen be
keken en met groote naarstigheid bestu
deerd wordt.
Dit komt ook wel daar vandaan, dat van
beide partijen ons land degene is, die
aan het kortste einde trekt. Wij hebben
niets te begeeren, maar België wil van
ons iets ontvangen.
Het vraagt om opheffing van een last
die aan de ontwikkeling van Antwerpen
als havenstad in den weg staat.
Het blijft voor Antwerpen een last, dat
schepen voor zijn havens bestemd onze
wateren moeten passeeren.
Reeds bij het verdrag van 1839 kwam
Nederland aan zijn Zuiderbuur tegemoet
door een bepaling er in op te nemen,
waarbij het op zich nam, wanneer de
toegang door de Schelde ten gevolge van
de eene of andere omstandigheid zijn
waarde mocht verliezen, voor een ande
ren even goeden weg van uit zee zorg
te dragen. Hieraan dankt België het Zuid-
Bevelandsch kanaal.
Telkens als nu dit tractaat opnieuw
ter sprake gebracht wend, stak Rotter
dam den vinger op om aan de Regeering
te vragen dat zij toch aan de belangen
van Rotterdam zou denken.
Na den oorlog deden zich weer nieuwe
omstandigheden voor, die een nieuwe her
ziening van het tractaat van 1839 schenen
te vorderen.
België wil van zijn neutraliteit af zijn;
en was daartegenover op handhaving zij
ner veiligheid bedacht. Vandaar, dat het
aanvankelijk tegenover ons wel wat hoog
van den toren blies. Het vroeg de volle
belieersching over den Schelde-mond en
versterking zijner positie tegenover
Duitschland.
Dit gevaar is afgewend, dank zij de
fiere houding onzer regeeririg.
Daarna vroeg België een militaire over
eenkomst, waartegen echter onze regee
ring opkwam. Wel wilde zij medewerken
aan de verbetering van het tractaat en
ook de economische belangen van Bel
gië bevorderen, zonder die van het eigen
land te schaden.
Zoo werden dan in 1924 de in 1919
afgebroken onderhandelingen hervat. Het
herziene verdrag is er de vrucht van.
Doch de tevredenheid is ten onzent nog
lang niet algemeen.
Immers toen het. nieuwe verdrag tot
stand gekomen was, rees aan alle zijden
verzet.
Doch de minister van Karnebeek deed
in de Memorie van Antwoord op het
V oorloopig Verslag der Tweede Kamer ge
ruststellende mededeelingen en bracht
krachtige argumenten bij.
Hij merkt in deze Memorie op, dat
dit tractaat niet moet worden beoordeeld
naar de verhouding der wederzijdsche
prestaties, en dat de bereikte resultaten
moeten worden vergelden met hetgeen
België in 1919 poogde te verkrijgen.
Voorts dat nu een militaire overeen
komst onzerzijds werd geweigerd wij Bel-
37.) o—
Ejeize vragen werden dikwerf gevolgd
door. een somber zwijgen. Robert kwam,
wel is waar, nog te Coldnor en te Derby,
on was bij die gelegenheden zeer vrien
delijk en hartelijk, maar George en Nancy
bespeurden toch eenige verandering 'in
zijn houding: hij was niet zoo vertrouwe
lijk, niet zoo openhartig meer. Hij sprak
niet meer zooveel over zijn plannen en
vooruitzichten. Betsy deed zulke vragen
niet; en zedde Naticy: „Wanneer Robert
haar niest dezelfde liefde, dezelfde gene
genheid bewees als vroeger, zou zij er
zeker naar vragen. Mij zou zij er naar
vragen. Nooit hebben wij eenig geheim
voor elkander gehad!
Dati kwamen Mrs. Westbrook's woorden
Nancy weer in de gedachten, en zij be
sloot eindelijk Betsy te schrijven en haar
eens omtrent deze zaak te polsen. Zij
deed het en Betsy antwoordde haar ter
stond', dat Robert niet koel, niet
veranderd was. Hij was nog elven vriende
lijk, even trouw als altoos; maar hij had
zorgen. Zijn vader, geheel toegevende aan
zijn wereldschgezind karakter, was be
paald tegen hun huwelijk. Hij had zich
hieromtrent zeer heftig tegen Robert uit
gelaten. Robert had haar al zijn zorgen
medegedeeld, en zij had hem zijn vrij-
gië op economisch terrein moesten tege
moet komen.
Ook behoort het volgende in aanmer-
'king te worden genomen.
Het baggerwerk, hetwelk Nederland zal
moeten doen verrichten als voortvloeiend
uit zijn verplichting tot onderhoud, is
nu vastgesteld op hoogstens 15 millioen
kubieke meter in 20 jaar. De kosten bier
van per jaar zullen waarschijnlijk niet
boven 2 ton igaan. Indien meerder bagger
werk noodig is, zal België dit moeten
betalen. Deze nadere omschrijving, waar
door het schrikbeeld van millioenen on
kosten is komen te vervallen, zal heel
wat gerustheid schenken, ofschoon het
voor ons beteekent aanmerkelijke ver
zwaring van lasten.
Om tegemoet te komen aan de vrees,
dat de belangen van het oevergebied, als
polders,en van de waterloozing op de
Schelde zullen worden opgeofferd aan de
belangen van de scheepvaart, is bepaald,
dat ook met dusdanige rechtmatige be
langen rekening zal worden gehouden. De
leden der Schelde-commissie hebben het
recht verschillend soort belangen naar
voren te brengen.
Ook is tegemoetgekomen aan de klacht
over de Belgische spoorwegtarieven op de
haven van Terneuzen. België heeft be
loofd, als hét Verdrag zal zijn aangenomen
tegelijk deze tarieven weer te zullen bren
gen op de hoogte van die van de Ant-
weipsche haven, als vóór den oorlog.
Er zijn echter nog enkele bezwaren
overgebleven in betreldring tot de loods
gelden en de kanalen.
Bij 't verdrag is bepaald, dat de loods
gelden vanuit volle zee tot Antwerpen
en omgekeerd, niet meer mogen bedragen
dan die, welke geheven worden voor de
reis vanuit volle zee tot Rotterdam, en
■omgekeerd. Zij kunnen zelfs lager zijn,
indien daartoe door de commissie of de
scheidsrechters wordt besloten.
De natuurlijke voorsprong, welke Rot
terdam heeft door zijn ligging dichter
bij de zee, wordt hierdoor, wat de loods
gelden betreft, van baar kracht beroofd.
Dit bezwaar geldt echter alleen voor
Rotterdam. Niet zoozeer voor Vlissingen.
Het loodsgeld van Vlissingen naar Ant
werpen is in bedrag hooger, maar naar
evenredigheid van den afstand (en daar
komt het op aan) niet hooger dan op de
Maas.
Maar nu de kanalen.
Men zal nu krijgen:
het Rijn-Scheldekanaal
het Antwerpen-Moerdijkkanaal
verbeterd kanaal Luik-Maastricht;
verbindingskanaal Maasbraeht-Bocholt.
lateraal kanaal Maastricht-Maasbracht;
gekanaliseerde Maas;
Maas-W aalkanaal
Over het algemeen zal er wel geen
bezwaar bestaan tegen het graven van
kanalen door den buitenlander op ons
gebied.
Wat nu de genoemde kanalen betreft,
twee er van beoogen de waterverbinding
van Antwerpen naar den Rijn te verbete
ren, de andere dienen het verkeer met het
oostelijk gedeelte van België en de Neder-
landsche provincie Limburg. Antwerpen
zal met het Hollandsch Diep bij Moer
dijk; en over Rocholt-Venlo, verhonden
worden met den Rijn bij Ruhrort. Het
kanaal van Luik naar Maastricht, en even
zoo de Zuid-Willemsvaart van Maastricht
tot iets bezuiden de Nederlandsche gren
zen in Noord-Brabant, zal geschikt ge
heid willen teruggeven, hoe smartelijk
haar dit ook vallen mocht, liever dan
de oorzaak te zijn van oneenigheid tus-
schen vader en zoon. „Daarenboven",
zeide zij, „ben ik hooghartig; ik ben
een Flamstead, en al bezit ik ook geen
penny, zoo verlang ik toch niet in een
familie te kömiem, die meent dat ik haar
schande zal aanbriengein."
Deze brief verontrustte Nancy zeer. Zij
was boos op Robert, omdat hij de arme
Betsy, gescheiden als zij was van haar
betrekkingen, lastig gevallen had, vooral
daar Robert nog jong genoeg was om te
wachten en zijns vaders tegenstand door
den tijd te laten slijten. Zij ook was
hooghartig en zeide met verontwaardiging:
„Wat! is Betsy Flamstead niet goed ge
noeg voor dien ellendigen vrek? O, ik
wilde dat het mij gold! Ik zou den ouden
gierigaard doen zien, dat, al moest mijn
hart breken, ik den grootsten lord van het
land mijn hand zou weigeren zoo hij
mij niet verkoos boven de koningin zelve.
Maar die armé Betsy! Wat zal zij onge
lukkig zijn! Wat zal zij veel lijden;! 'tls
schande, 'tis schande! Ik kan dat niet
verdragen. Ik ga naar haar toe! Ik wil
Robert, zien en spreken!"
En werkelijk, spoedig was Nancy te
Berby en liet terstond Robert roepen.
Zij was, gelijk haar karakter hef méde-
bracht, driftig, verontwaardigd en zeer
ontroerd. Zij verklaarde, dat zoo zij kon
gelooven, dat Robert Nadell niet mleer de
maakt worden voor schepen van 1800
tons.
Maar zijn wij nu tot het graven of doen
graven van deze kanalen verplicht?
Over 't algemeen niet.
Aan 't verdrag van 1839 is door ons vol
daan, toen België in 1873 verklaarde den
spoorweg door Limburg te verkiezen
boven het kanaal.
Maar wanneer er geen schade voor
onze eigen scheepvaart op volgt, behoeft
de Nederlandsche regeering niet zoo vast
op haar stuk te staan, dat zij het verdrag
op dit kanalenplan zou doen afstuiten.
Wat het zuidelijk kanalen-complex aan
gaat, de waterverbinding met Ruhrort en
de verbreede Zuid-Willemsvaart zullen,
zoo wordt in Limburg gevreesd, het ver
keer uit Zuid-Limburg naar Antwerpen
leiden; tevens zal onze nationale kolen-
industrie zware concurrentie worden aan
gedaan door de mijnen uit Belgisch Kern-
penland. Dit is echter wel te overkomen
en het kan meevallen. Ook in een water
verbinding van ons Limburgsch mijnge-
bied met het Rijnsch-Westfaalscli indus
trie-gebied ook wel wat waard.
Wat onze provincie betreft, is het een
voordeeltje, dat, ofschoon Nederland het
onderhoud yan de Schelde voor zijo
rekening houdt, de onderhoudskosten vol
gens het gewijzigd tractaat belangrijk min
der zullen zijn; alsmede dat de concur
rentie tusschen Vlissingen en Ostende wat
de beloodsing aangaat, weldra tot het
verleden zal behooren. De bepaling dat
de Wielingen in hoofdzaak door België
zal worden bediend, schijnt te blijven
bestaan, waartegen wij ernstig bezwaar
moeten maken. De Wielingen is van ons;
België behoorde op vast te stellen tijden
de „mede-bediening" van dit gat te wor
den vergund.
Het souvereine bezit van de Wielingen
behoort onaantastbaar te zijn; en de mo
gelijkheid van beslaglegging door België
in de toekomst afgesneden te blijven.
Erger evenwel staat het met de noorde
lijke verbinding: het kanaal Antwerpen-
Moerdijk.
In het Verdrag van 1839 was bepaald,
dat Antwerpen verbinding moest hebben
met den Rijnmond. Oorspronkelijk ging
de scheepvaart door het Kreekrak en het
Sloe. Toen de afdamming plaats had ten
behoeve van de spoorwegverbinding met
Zeeland ,deed ons land de kanalen Hans-
weert Wemeldinge èn Vlissingen-Veere
graven. Het onderhoud komt geheel ten
onzen laste en de toestand van het meest-
gebruikte kanaal van Hansweert bijv. is
zoo, dat klachten niet voorkomen. Alles
wordt gedaan ten behoeve eener gemak
kelijke doorvaart van de ongeveer 22000
schepen, welke hier per jaar naar en van
Antwerpen passeeren.
Die verbinding is België niet kort ge
noeg. Vandaar de gedachte aan een
kanaal naar Moerdijk. Dit moét een kanaal
worden van tot nog toe ongekende breedte.
Drie Rijnschepen van de grootste tonnen-
maat of wel drie sleeptreinen zullen naast
of langs elkander kunnen varen. Hierbij
houde men in het oog, dat er nu reeds
Rijnschepen voorkomen van 3600 ton.
Zal Rotterdam hiervan niet alle schade
en geen enkel voordeel ondervinden?
Frankrijk heft bijzondere rechten (sur
taxes d'entrepot) op goederen, die naar
Frankrijk worden vervoerd over andere
dan Franscbe havens. Toen Elzas-Lotha-
ringen bij Frankrijk werd ingelijfd, onder
vond de Rijnvaart van den Elzas hiervan
■edele en trouwe man was die hij altijd
Het gevolg van dit hartstochtelijk toon
neel was, dat Robert met tranen in de
oogen verzekerde, dat hij Betsy nooit in
niger had lief gehad; dat hij nooit trot-
scher op haar geweest was, dan in Jiare
tegenwoordige omstandigheden; dat hij
nooit ©en gedachte had gekoesterd dan die
van de zuiverste liefde jegens haar. Nan
cy barstte opnieuw in tranen los, die wel
dra voor een lach van innigei tevredenheid
en geruststelling plaais maakten, en Ro
bert vertrok, dei overtuiging achterlatende
der onwankelbaarste trouw.
Maar laat ons zien hoe hij dienzelfden
avond door zijn vader ontvangen werd,
toen hij bij dezen binnentrad. Devader
was ©en nog krachtig man, die1 vele ja
ren bij het leger had doorgebracht en nog
den naam droeg van kapitein Nadell. Hij
had een blozende klem-, en was, naar het
algemteen zeggen, 'n vroolijk en goedhar
tig mtensch.
In gezelschap was hij zeer spraakzaam;
hij had veel van de wereld gezien en veel
van haar gehoord. Hij kende, inderdaad,
de wereld zoo goed, dat hij niet begreep,
dat zijn zoon een huwelijk wilde aan
gaan, zonder ©r tevens een voordeelige
zaak van te m!a!ken.
Zoolang de FJarnsteads die Flamsteads
waren van bet oude kasteel te Diainsby,
was alles wel. Hij vroeg nooit waarolm] Ro
bert daar zoo dikwijls heen ging 'twas
zeer natuurlijk. George en hij waren on-
de uiterst nadeelige gevolgen. Daarom zijn
toen deze rechten afgeschaft voor den
Elzas, maar alleen voor goederen, die
over Belgische havens wor
den ingevoerd. Vanaf dat oogenblik
kwam de Rijnvaart van Antwerpen uit
naar Straatsburg tot bloei en die van Rot
terdam en Amsterdam ging kwijnen.
Dat zal er niet beter op worden.
Bovendien wat nut ons deze kortere
verbindingsweg tusschen Antwerpen en
Dordrecht, in plaats van die van Hans-
weert, welke laatste plaats nu per jaar
al 22.000 schepen ziet passeeren?
Overigens voegen wij ons gaarne bij
hen, die huiverachtig zijn om op verwer
ping van het tractaat aan te dringen;
en eerder geneigd zijn tot het tegendeel.
Wanneer de Wielingen-kwestie tot bei
der genoegen wordt opgelost, dan schijnt
er 'reden voor de Volksvertegenwoordiging
te zijn, om het tractaat te ratificeeren.
Het is nu eenmaal zoo dat België en
Nederland politiek op elkander zijn aan
gewezen, en aardrijkskundig zoo gelegen
zijn dat conflicten altijd mogelijk blijven.
Vandaar dat een goede regeling der
geografische verhouding noodig is.
Achter dit tractaat staat ook de Vol
kenbond, die er recht op heeft, waar
hij tracht den volkeren hun bezit en zelf
standigheid te waarborgen, te vorderen
dat wij die in deze vruchten deelen, den
weg daartoe hem zoo gemakkelijk moge
lijk maken.
Bovendien met afwijzing dezer regeling
zijn we ér niet af. Er moet nu eenmaal
een regeling zijn. En elke regeling zal
moeten neerkomen op geven en nemen,
loven en bieden, compromis.
En de vraag blijft, gelijk die door den
minister is gesteld, of men achteraf hier
te lande een standpunt zou hebben goed
gekeurd, dat tot heropening van het gan-
sche geding had kunnen leiden, zoowel
in zijn politieke als in zijn economische
aspecten, met al de wisselvalligheden, er
aan verbonden.
Sfe 9t>oem der 'dPochrenj
Twee Jubilé's.
Zaterdag heeft de heer H. de Wilde
lid van gedeputeerde staten van Den Haag
zijn zilveren jubilé gevierd als lid der
Staten van Zuid-Holland, en heden wordt
de heer Duymaer van Twist, eveneens
te Den Haag, door zijne kiezers in Over-
ijsel gecomplimenteerd wegens den dag
dat hij, nu een kwart-eeuw geleden, voor
het eerst tot lid der Tweede Kamer ge
kozen werd.
Reide staatslieden kunnen op een wèl-
besteed leven terugzien. Inzonderheid de
scheidbare werkers, en er waren aardige
huisgenooten; daar kon hij geen kwaad. Als
Robert van Dainsby terugkeerde, plaagde
zijn vader hem' wat, ©in vroeg hem! hoe de
dames Flamstead voeren, en bepaald Miss
Betsy Flamstead, maar dit was ook alles.
Hij zeide nooit uitdrukkelijk, dat de be
doeld© Miss Flamstead hem bijzonder aan
genaam was, of dat hij gaarne een verbin
tenis van Robert mieit haar zien zou. Als
anderen met hem er over schertsten, dat
Robert zoo dikwijls t© Dainsby was,
lachte hij ©r om, ein zeide: „Jonge lieden
zijn gaarne in elkanders gezelschap; dat
is zeer natuurlijk". Op geen andere wijze
gaf kapitein Nadell te kennen, dat een
verbintenis tusschen heiden hem aange
naam zou zijn.
Maar sedert de Flamsteads zoo onge
lukkig te pas gekomen waren, werd Ro
bert geheel anders door zijn vader ont
vangen, als hij hen bezocht had.
„Wel, Rob, waar zijt gij geweest? Niet
bij de Flamsteads, zoo ik hoop? Gij zult
toch zoo annoozel niet zijn! Gij hebt toch
vertrouw ik, geen plan u te verbinden met
een geruïneerde familie? Gij weet toch
wel, dat als' mén één van hein huwt,
mén ze allen aan het been krijgt; waar;
lijk een niet onaardige uitzet! Dénk er
aan, Rob, 'tis gemjafcfcelijker in een net
te komen, dan er uit te geraken.''
Ziedaar de les die Robert ontving, juist
denzelfden avond waarop het onderhoud
met Nancy had plaats gehad. Robert Na-
hulpmiddel bij hot
stijven. Het maakt do
fijne wasch sneeuwwit,
stijf en toch buigzaam.
Heinrich Mack Nachf.,
Ulm a. D.
lieer de Wilde, die met groote onbaat
zuchtigheid, eerst in de Pers, en later
in verschillende andere betrekkingen, in
zonderheid als wethouder van Den Haag
het algemeen belang heeft gediend; en de
Anti-Revolutionaire beginselen heeft voor
gestaan.
De heer de Wilde heeft menigeen, die
een zetel in Kamer, Staten of Gemeente
raden, of een betrekking aan Rijksverzeke
ringsbank of Raad van Arbeid, of een
ambt als Burgemeester of Schoolopziener
en dergelijke, of welke betrekking ook,
ambieerde, vooruit geholpen; doch zelf
is hij daarbij de bescheiden „aller"-die-
naar gebleven, en nog, ondanks zijn 72
jaren, wijdt hij zijn onverminderde krach
ten met ondoofbaar vuur aan den bloei
zijner provincie en de bevorlering der
Anti-Revolutionaire partij.
De lieer Duymaer van Twist heeft in de
25 jaren van zijn lidmaatschap der Tweede
Kamer een vooraanstaande plaats in de
A.-R. partij verdiend, en voor de stoffelijke
en geestelijke belangen der natie in de
bres gestaan. Wat hij voor Leger en Vloot,
inzonderheid in 't belang der manschap
pen, inzake de Tehuizen, de mobiliseering
van de vaderlandlievende krachten in detf
lande, de organiseering van Vrijwillige
Landstorm, e.d., met name in 1918 en
daarna heeft tot stand gebracht, is niet
in een paar woorden te zeggen.
De Wilde en Duymaer van Twist,
schoon beiden uit den liberaal-conser-
tieven hoek voortgekomen, hebben zöodra
openbaar optreden van hen mocht ver
wacht worden, met groote beslistheid zich
aangesloten bij de Anti-Revolutionaire par
tij en deze is goed met hen geweest.
Zij wenscht hen nog lang te behouden.
Het gevaar der ontbossching.
Een beheerder bij het boschwezen heeft
geconstateerd, dat een groote Fransche
krant jaarlijks 125.000 hoornen verslindt.
Als die houtverslinding door de papier
massa's, voor de kranten benoadigd nog
toeneemt, dan zullen alleen reeds de bla
den het grootste deel der houtprioductie
opeischen.
De minister van Landbouw verklaarde,
dat dagelijks in Frankrijk 100 H.A. boself
worden geveld, waartegenover een aan
planting staat van nog geen 100 H.A.
per week.
In den loop van de 50 jaren dié aan
den oorlog voorafgingen heeft Frankrijk
aan verschillende landen 7 millioen francs
betaald voor den invoer van ruw èn
schrijnwerkershout. Op het oogenblik be
taalt het jaarlijks een half milliard, terwijl
het houtverbruik blijft toenemen.
Die gangen der kolenmijnen eischen
jaarlijks 25 millioen Kub. Meter; de spoor
wegen hebben voor onderhoud van hun
rollend materiaal en hun lijnen een mil-
dell had ©en zwak karakter. Vóór de zo
mer ten ©inde was, ontving Betsy Flam
stead, in antwoord op een klacht aan
Robert Nadell dat hij niets van zich deed'
liooren, een brief van hem: uit het noorden
van Engeland, waarin hij haar wel verze
kerde van zijn onveranderlijke liefde, maar
tevens zijn vrees te kennen gaf, dat er
door den hevigen tegenstand zijns vaders
en zijner betrekkingen, niets dan ongeluk
en ellende te wachten waren uit een ver
bintenis tusschen hen beiden, en dat het
daarom zijns inziens, beter was bun zoo
lang gekoesterde hoop qp te geven, schoon
hij vooruitzag, dat hij nimmer gelukkig
zijn zou.
Ofschoon ziek naar lichaamen ziel,
beantwoordde Betsy dezen brief, en, met
vurige wenschen voor zijn geluk, schonk
zij haar vriend zjjn geheele vrijheid we
der; één maand later ontving zij het
stellige bericht, dat Robert Nadell op het
punt stond een rijke erfgename te trouwen,
wier schoonheid zeer geprezen werd.
Weinige weken later ontving Mrs West-
brook bericht van haar vriendin, Mrs.
Fernhead, haar meldende dat Miss. Flam
stead zich niet wel bevond, dat een he
vige onrust haar scheen te kwellen, en dat
zij werkelijk niet in staat was haar gewone
werk te verrichten. Mrs. Westbrook be
hoefde niet lang naar de oorzaak te gis
sen.
i i
(Wordt vervolgd.)