r No 313 Maandag 14 Juni 1936 40e Jaargang 1 De lotgevallen van John Fox. Mesland. FEUILLETON. VT. EXTRA 30* VM. EXTRA 40 VP. EXTRA 50<*» P- j- ons oldenkottsi TABAK Onmisbaar Drukkers-Exploitanter OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.1 Losse nummersf0.05 Prijs der Advertent iën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. HET VERDRAG MET BELGIË Het verdrag Nederland-België, dat wel haast door onze Tweede Kamer in onder zoek zai genomen worden, vindt in zijn ■nieuwen vorm niet meer zoo groote be strijding als in zijn eerste verschijning. Het is een goed teeken, dat het door de courant van de tweede koopstad onzes lands op het oogenblik met welwillend heid ontvangen wordt. Het spreekt echter vanzelf, dat het door ■staatslieden en ©economen van alle rich tingen nog steeds met argusoogen be keken en met groote naarstigheid bestu deerd wordt. Dit komt ook wel daar vandaan, dat van beide partijen ons land degene is, die aan het kortste einde trekt. Wij hebben niets te begeeren, maar België wil van ons iets ontvangen. Het vraagt om opheffing van een last die aan de ontwikkeling van Antwerpen als havenstad in den weg staat. Het blijft voor Antwerpen een last, dat schepen voor zijn havens bestemd onze wateren moeten passeeren. Reeds bij het verdrag van 1839 kwam Nederland aan zijn Zuiderbuur tegemoet door een bepaling er in op te nemen, waarbij het op zich nam, wanneer de toegang door de Schelde ten gevolge van de eene of andere omstandigheid zijn waarde mocht verliezen, voor een ande ren even goeden weg van uit zee zorg te dragen. Hieraan dankt België het Zuid- Bevelandsch kanaal. Telkens als nu dit tractaat opnieuw ter sprake gebracht wend, stak Rotter dam den vinger op om aan de Regeering te vragen dat zij toch aan de belangen van Rotterdam zou denken. Na den oorlog deden zich weer nieuwe omstandigheden voor, die een nieuwe her ziening van het tractaat van 1839 schenen te vorderen. België wil van zijn neutraliteit af zijn; en was daartegenover op handhaving zij ner veiligheid bedacht. Vandaar, dat het aanvankelijk tegenover ons wel wat hoog van den toren blies. Het vroeg de volle belieersching over den Schelde-mond en versterking zijner positie tegenover Duitschland. Dit gevaar is afgewend, dank zij de fiere houding onzer regeeririg. Daarna vroeg België een militaire over eenkomst, waartegen echter onze regee ring opkwam. Wel wilde zij medewerken aan de verbetering van het tractaat en ook de economische belangen van Bel gië bevorderen, zonder die van het eigen land te schaden. Zoo werden dan in 1924 de in 1919 afgebroken onderhandelingen hervat. Het herziene verdrag is er de vrucht van. Doch de tevredenheid is ten onzent nog lang niet algemeen. Immers toen het. nieuwe verdrag tot stand gekomen was, rees aan alle zijden verzet. Doch de minister van Karnebeek deed in de Memorie van Antwoord op het V oorloopig Verslag der Tweede Kamer ge ruststellende mededeelingen en bracht krachtige argumenten bij. Hij merkt in deze Memorie op, dat dit tractaat niet moet worden beoordeeld naar de verhouding der wederzijdsche prestaties, en dat de bereikte resultaten moeten worden vergelden met hetgeen België in 1919 poogde te verkrijgen. Voorts dat nu een militaire overeen komst onzerzijds werd geweigerd wij Bel- 37.) o— Ejeize vragen werden dikwerf gevolgd door. een somber zwijgen. Robert kwam, wel is waar, nog te Coldnor en te Derby, on was bij die gelegenheden zeer vrien delijk en hartelijk, maar George en Nancy bespeurden toch eenige verandering 'in zijn houding: hij was niet zoo vertrouwe lijk, niet zoo openhartig meer. Hij sprak niet meer zooveel over zijn plannen en vooruitzichten. Betsy deed zulke vragen niet; en zedde Naticy: „Wanneer Robert haar niest dezelfde liefde, dezelfde gene genheid bewees als vroeger, zou zij er zeker naar vragen. Mij zou zij er naar vragen. Nooit hebben wij eenig geheim voor elkander gehad! Dati kwamen Mrs. Westbrook's woorden Nancy weer in de gedachten, en zij be sloot eindelijk Betsy te schrijven en haar eens omtrent deze zaak te polsen. Zij deed het en Betsy antwoordde haar ter stond', dat Robert niet koel, niet veranderd was. Hij was nog elven vriende lijk, even trouw als altoos; maar hij had zorgen. Zijn vader, geheel toegevende aan zijn wereldschgezind karakter, was be paald tegen hun huwelijk. Hij had zich hieromtrent zeer heftig tegen Robert uit gelaten. Robert had haar al zijn zorgen medegedeeld, en zij had hem zijn vrij- gië op economisch terrein moesten tege moet komen. Ook behoort het volgende in aanmer- 'king te worden genomen. Het baggerwerk, hetwelk Nederland zal moeten doen verrichten als voortvloeiend uit zijn verplichting tot onderhoud, is nu vastgesteld op hoogstens 15 millioen kubieke meter in 20 jaar. De kosten bier van per jaar zullen waarschijnlijk niet boven 2 ton igaan. Indien meerder bagger werk noodig is, zal België dit moeten betalen. Deze nadere omschrijving, waar door het schrikbeeld van millioenen on kosten is komen te vervallen, zal heel wat gerustheid schenken, ofschoon het voor ons beteekent aanmerkelijke ver zwaring van lasten. Om tegemoet te komen aan de vrees, dat de belangen van het oevergebied, als polders,en van de waterloozing op de Schelde zullen worden opgeofferd aan de belangen van de scheepvaart, is bepaald, dat ook met dusdanige rechtmatige be langen rekening zal worden gehouden. De leden der Schelde-commissie hebben het recht verschillend soort belangen naar voren te brengen. Ook is tegemoetgekomen aan de klacht over de Belgische spoorwegtarieven op de haven van Terneuzen. België heeft be loofd, als hét Verdrag zal zijn aangenomen tegelijk deze tarieven weer te zullen bren gen op de hoogte van die van de Ant- weipsche haven, als vóór den oorlog. Er zijn echter nog enkele bezwaren overgebleven in betreldring tot de loods gelden en de kanalen. Bij 't verdrag is bepaald, dat de loods gelden vanuit volle zee tot Antwerpen en omgekeerd, niet meer mogen bedragen dan die, welke geheven worden voor de reis vanuit volle zee tot Rotterdam, en ■omgekeerd. Zij kunnen zelfs lager zijn, indien daartoe door de commissie of de scheidsrechters wordt besloten. De natuurlijke voorsprong, welke Rot terdam heeft door zijn ligging dichter bij de zee, wordt hierdoor, wat de loods gelden betreft, van baar kracht beroofd. Dit bezwaar geldt echter alleen voor Rotterdam. Niet zoozeer voor Vlissingen. Het loodsgeld van Vlissingen naar Ant werpen is in bedrag hooger, maar naar evenredigheid van den afstand (en daar komt het op aan) niet hooger dan op de Maas. Maar nu de kanalen. Men zal nu krijgen: het Rijn-Scheldekanaal het Antwerpen-Moerdijkkanaal verbeterd kanaal Luik-Maastricht; verbindingskanaal Maasbraeht-Bocholt. lateraal kanaal Maastricht-Maasbracht; gekanaliseerde Maas; Maas-W aalkanaal Over het algemeen zal er wel geen bezwaar bestaan tegen het graven van kanalen door den buitenlander op ons gebied. Wat nu de genoemde kanalen betreft, twee er van beoogen de waterverbinding van Antwerpen naar den Rijn te verbete ren, de andere dienen het verkeer met het oostelijk gedeelte van België en de Neder- landsche provincie Limburg. Antwerpen zal met het Hollandsch Diep bij Moer dijk; en over Rocholt-Venlo, verhonden worden met den Rijn bij Ruhrort. Het kanaal van Luik naar Maastricht, en even zoo de Zuid-Willemsvaart van Maastricht tot iets bezuiden de Nederlandsche gren zen in Noord-Brabant, zal geschikt ge heid willen teruggeven, hoe smartelijk haar dit ook vallen mocht, liever dan de oorzaak te zijn van oneenigheid tus- schen vader en zoon. „Daarenboven", zeide zij, „ben ik hooghartig; ik ben een Flamstead, en al bezit ik ook geen penny, zoo verlang ik toch niet in een familie te kömiem, die meent dat ik haar schande zal aanbriengein." Deze brief verontrustte Nancy zeer. Zij was boos op Robert, omdat hij de arme Betsy, gescheiden als zij was van haar betrekkingen, lastig gevallen had, vooral daar Robert nog jong genoeg was om te wachten en zijns vaders tegenstand door den tijd te laten slijten. Zij ook was hooghartig en zeide met verontwaardiging: „Wat! is Betsy Flamstead niet goed ge noeg voor dien ellendigen vrek? O, ik wilde dat het mij gold! Ik zou den ouden gierigaard doen zien, dat, al moest mijn hart breken, ik den grootsten lord van het land mijn hand zou weigeren zoo hij mij niet verkoos boven de koningin zelve. Maar die armé Betsy! Wat zal zij onge lukkig zijn! Wat zal zij veel lijden;! 'tls schande, 'tis schande! Ik kan dat niet verdragen. Ik ga naar haar toe! Ik wil Robert, zien en spreken!" En werkelijk, spoedig was Nancy te Berby en liet terstond Robert roepen. Zij was, gelijk haar karakter hef méde- bracht, driftig, verontwaardigd en zeer ontroerd. Zij verklaarde, dat zoo zij kon gelooven, dat Robert Nadell niet mleer de maakt worden voor schepen van 1800 tons. Maar zijn wij nu tot het graven of doen graven van deze kanalen verplicht? Over 't algemeen niet. Aan 't verdrag van 1839 is door ons vol daan, toen België in 1873 verklaarde den spoorweg door Limburg te verkiezen boven het kanaal. Maar wanneer er geen schade voor onze eigen scheepvaart op volgt, behoeft de Nederlandsche regeering niet zoo vast op haar stuk te staan, dat zij het verdrag op dit kanalenplan zou doen afstuiten. Wat het zuidelijk kanalen-complex aan gaat, de waterverbinding met Ruhrort en de verbreede Zuid-Willemsvaart zullen, zoo wordt in Limburg gevreesd, het ver keer uit Zuid-Limburg naar Antwerpen leiden; tevens zal onze nationale kolen- industrie zware concurrentie worden aan gedaan door de mijnen uit Belgisch Kern- penland. Dit is echter wel te overkomen en het kan meevallen. Ook in een water verbinding van ons Limburgsch mijnge- bied met het Rijnsch-Westfaalscli indus trie-gebied ook wel wat waard. Wat onze provincie betreft, is het een voordeeltje, dat, ofschoon Nederland het onderhoud yan de Schelde voor zijo rekening houdt, de onderhoudskosten vol gens het gewijzigd tractaat belangrijk min der zullen zijn; alsmede dat de concur rentie tusschen Vlissingen en Ostende wat de beloodsing aangaat, weldra tot het verleden zal behooren. De bepaling dat de Wielingen in hoofdzaak door België zal worden bediend, schijnt te blijven bestaan, waartegen wij ernstig bezwaar moeten maken. De Wielingen is van ons; België behoorde op vast te stellen tijden de „mede-bediening" van dit gat te wor den vergund. Het souvereine bezit van de Wielingen behoort onaantastbaar te zijn; en de mo gelijkheid van beslaglegging door België in de toekomst afgesneden te blijven. Erger evenwel staat het met de noorde lijke verbinding: het kanaal Antwerpen- Moerdijk. In het Verdrag van 1839 was bepaald, dat Antwerpen verbinding moest hebben met den Rijnmond. Oorspronkelijk ging de scheepvaart door het Kreekrak en het Sloe. Toen de afdamming plaats had ten behoeve van de spoorwegverbinding met Zeeland ,deed ons land de kanalen Hans- weert Wemeldinge èn Vlissingen-Veere graven. Het onderhoud komt geheel ten onzen laste en de toestand van het meest- gebruikte kanaal van Hansweert bijv. is zoo, dat klachten niet voorkomen. Alles wordt gedaan ten behoeve eener gemak kelijke doorvaart van de ongeveer 22000 schepen, welke hier per jaar naar en van Antwerpen passeeren. Die verbinding is België niet kort ge noeg. Vandaar de gedachte aan een kanaal naar Moerdijk. Dit moét een kanaal worden van tot nog toe ongekende breedte. Drie Rijnschepen van de grootste tonnen- maat of wel drie sleeptreinen zullen naast of langs elkander kunnen varen. Hierbij houde men in het oog, dat er nu reeds Rijnschepen voorkomen van 3600 ton. Zal Rotterdam hiervan niet alle schade en geen enkel voordeel ondervinden? Frankrijk heft bijzondere rechten (sur taxes d'entrepot) op goederen, die naar Frankrijk worden vervoerd over andere dan Franscbe havens. Toen Elzas-Lotha- ringen bij Frankrijk werd ingelijfd, onder vond de Rijnvaart van den Elzas hiervan ■edele en trouwe man was die hij altijd Het gevolg van dit hartstochtelijk toon neel was, dat Robert met tranen in de oogen verzekerde, dat hij Betsy nooit in niger had lief gehad; dat hij nooit trot- scher op haar geweest was, dan in Jiare tegenwoordige omstandigheden; dat hij nooit ©en gedachte had gekoesterd dan die van de zuiverste liefde jegens haar. Nan cy barstte opnieuw in tranen los, die wel dra voor een lach van innigei tevredenheid en geruststelling plaais maakten, en Ro bert vertrok, dei overtuiging achterlatende der onwankelbaarste trouw. Maar laat ons zien hoe hij dienzelfden avond door zijn vader ontvangen werd, toen hij bij dezen binnentrad. Devader was ©en nog krachtig man, die1 vele ja ren bij het leger had doorgebracht en nog den naam droeg van kapitein Nadell. Hij had een blozende klem-, en was, naar het algemteen zeggen, 'n vroolijk en goedhar tig mtensch. In gezelschap was hij zeer spraakzaam; hij had veel van de wereld gezien en veel van haar gehoord. Hij kende, inderdaad, de wereld zoo goed, dat hij niet begreep, dat zijn zoon een huwelijk wilde aan gaan, zonder ©r tevens een voordeelige zaak van te m!a!ken. Zoolang de FJarnsteads die Flamsteads waren van bet oude kasteel te Diainsby, was alles wel. Hij vroeg nooit waarolm] Ro bert daar zoo dikwijls heen ging 'twas zeer natuurlijk. George en hij waren on- de uiterst nadeelige gevolgen. Daarom zijn toen deze rechten afgeschaft voor den Elzas, maar alleen voor goederen, die over Belgische havens wor den ingevoerd. Vanaf dat oogenblik kwam de Rijnvaart van Antwerpen uit naar Straatsburg tot bloei en die van Rot terdam en Amsterdam ging kwijnen. Dat zal er niet beter op worden. Bovendien wat nut ons deze kortere verbindingsweg tusschen Antwerpen en Dordrecht, in plaats van die van Hans- weert, welke laatste plaats nu per jaar al 22.000 schepen ziet passeeren? Overigens voegen wij ons gaarne bij hen, die huiverachtig zijn om op verwer ping van het tractaat aan te dringen; en eerder geneigd zijn tot het tegendeel. Wanneer de Wielingen-kwestie tot bei der genoegen wordt opgelost, dan schijnt er 'reden voor de Volksvertegenwoordiging te zijn, om het tractaat te ratificeeren. Het is nu eenmaal zoo dat België en Nederland politiek op elkander zijn aan gewezen, en aardrijkskundig zoo gelegen zijn dat conflicten altijd mogelijk blijven. Vandaar dat een goede regeling der geografische verhouding noodig is. Achter dit tractaat staat ook de Vol kenbond, die er recht op heeft, waar hij tracht den volkeren hun bezit en zelf standigheid te waarborgen, te vorderen dat wij die in deze vruchten deelen, den weg daartoe hem zoo gemakkelijk moge lijk maken. Bovendien met afwijzing dezer regeling zijn we ér niet af. Er moet nu eenmaal een regeling zijn. En elke regeling zal moeten neerkomen op geven en nemen, loven en bieden, compromis. En de vraag blijft, gelijk die door den minister is gesteld, of men achteraf hier te lande een standpunt zou hebben goed gekeurd, dat tot heropening van het gan- sche geding had kunnen leiden, zoowel in zijn politieke als in zijn economische aspecten, met al de wisselvalligheden, er aan verbonden. Sfe 9t>oem der 'dPochrenj Twee Jubilé's. Zaterdag heeft de heer H. de Wilde lid van gedeputeerde staten van Den Haag zijn zilveren jubilé gevierd als lid der Staten van Zuid-Holland, en heden wordt de heer Duymaer van Twist, eveneens te Den Haag, door zijne kiezers in Over- ijsel gecomplimenteerd wegens den dag dat hij, nu een kwart-eeuw geleden, voor het eerst tot lid der Tweede Kamer ge kozen werd. Reide staatslieden kunnen op een wèl- besteed leven terugzien. Inzonderheid de scheidbare werkers, en er waren aardige huisgenooten; daar kon hij geen kwaad. Als Robert van Dainsby terugkeerde, plaagde zijn vader hem' wat, ©in vroeg hem! hoe de dames Flamstead voeren, en bepaald Miss Betsy Flamstead, maar dit was ook alles. Hij zeide nooit uitdrukkelijk, dat de be doeld© Miss Flamstead hem bijzonder aan genaam was, of dat hij gaarne een verbin tenis van Robert mieit haar zien zou. Als anderen met hem er over schertsten, dat Robert zoo dikwijls t© Dainsby was, lachte hij ©r om, ein zeide: „Jonge lieden zijn gaarne in elkanders gezelschap; dat is zeer natuurlijk". Op geen andere wijze gaf kapitein Nadell te kennen, dat een verbintenis tusschen heiden hem aange naam zou zijn. Maar sedert de Flamsteads zoo onge lukkig te pas gekomen waren, werd Ro bert geheel anders door zijn vader ont vangen, als hij hen bezocht had. „Wel, Rob, waar zijt gij geweest? Niet bij de Flamsteads, zoo ik hoop? Gij zult toch zoo annoozel niet zijn! Gij hebt toch vertrouw ik, geen plan u te verbinden met een geruïneerde familie? Gij weet toch wel, dat als' mén één van hein huwt, mén ze allen aan het been krijgt; waar; lijk een niet onaardige uitzet! Dénk er aan, Rob, 'tis gemjafcfcelijker in een net te komen, dan er uit te geraken.'' Ziedaar de les die Robert ontving, juist denzelfden avond waarop het onderhoud met Nancy had plaats gehad. Robert Na- hulpmiddel bij hot stijven. Het maakt do fijne wasch sneeuwwit, stijf en toch buigzaam. Heinrich Mack Nachf., Ulm a. D. lieer de Wilde, die met groote onbaat zuchtigheid, eerst in de Pers, en later in verschillende andere betrekkingen, in zonderheid als wethouder van Den Haag het algemeen belang heeft gediend; en de Anti-Revolutionaire beginselen heeft voor gestaan. De heer de Wilde heeft menigeen, die een zetel in Kamer, Staten of Gemeente raden, of een betrekking aan Rijksverzeke ringsbank of Raad van Arbeid, of een ambt als Burgemeester of Schoolopziener en dergelijke, of welke betrekking ook, ambieerde, vooruit geholpen; doch zelf is hij daarbij de bescheiden „aller"-die- naar gebleven, en nog, ondanks zijn 72 jaren, wijdt hij zijn onverminderde krach ten met ondoofbaar vuur aan den bloei zijner provincie en de bevorlering der Anti-Revolutionaire partij. De lieer Duymaer van Twist heeft in de 25 jaren van zijn lidmaatschap der Tweede Kamer een vooraanstaande plaats in de A.-R. partij verdiend, en voor de stoffelijke en geestelijke belangen der natie in de bres gestaan. Wat hij voor Leger en Vloot, inzonderheid in 't belang der manschap pen, inzake de Tehuizen, de mobiliseering van de vaderlandlievende krachten in detf lande, de organiseering van Vrijwillige Landstorm, e.d., met name in 1918 en daarna heeft tot stand gebracht, is niet in een paar woorden te zeggen. De Wilde en Duymaer van Twist, schoon beiden uit den liberaal-conser- tieven hoek voortgekomen, hebben zöodra openbaar optreden van hen mocht ver wacht worden, met groote beslistheid zich aangesloten bij de Anti-Revolutionaire par tij en deze is goed met hen geweest. Zij wenscht hen nog lang te behouden. Het gevaar der ontbossching. Een beheerder bij het boschwezen heeft geconstateerd, dat een groote Fransche krant jaarlijks 125.000 hoornen verslindt. Als die houtverslinding door de papier massa's, voor de kranten benoadigd nog toeneemt, dan zullen alleen reeds de bla den het grootste deel der houtprioductie opeischen. De minister van Landbouw verklaarde, dat dagelijks in Frankrijk 100 H.A. boself worden geveld, waartegenover een aan planting staat van nog geen 100 H.A. per week. In den loop van de 50 jaren dié aan den oorlog voorafgingen heeft Frankrijk aan verschillende landen 7 millioen francs betaald voor den invoer van ruw èn schrijnwerkershout. Op het oogenblik be taalt het jaarlijks een half milliard, terwijl het houtverbruik blijft toenemen. Die gangen der kolenmijnen eischen jaarlijks 25 millioen Kub. Meter; de spoor wegen hebben voor onderhoud van hun rollend materiaal en hun lijnen een mil- dell had ©en zwak karakter. Vóór de zo mer ten ©inde was, ontving Betsy Flam stead, in antwoord op een klacht aan Robert Nadell dat hij niets van zich deed' liooren, een brief van hem: uit het noorden van Engeland, waarin hij haar wel verze kerde van zijn onveranderlijke liefde, maar tevens zijn vrees te kennen gaf, dat er door den hevigen tegenstand zijns vaders en zijner betrekkingen, niets dan ongeluk en ellende te wachten waren uit een ver bintenis tusschen hen beiden, en dat het daarom zijns inziens, beter was bun zoo lang gekoesterde hoop qp te geven, schoon hij vooruitzag, dat hij nimmer gelukkig zijn zou. Ofschoon ziek naar lichaamen ziel, beantwoordde Betsy dezen brief, en, met vurige wenschen voor zijn geluk, schonk zij haar vriend zjjn geheele vrijheid we der; één maand later ontving zij het stellige bericht, dat Robert Nadell op het punt stond een rijke erfgename te trouwen, wier schoonheid zeer geprezen werd. Weinige weken later ontving Mrs West- brook bericht van haar vriendin, Mrs. Fernhead, haar meldende dat Miss. Flam stead zich niet wel bevond, dat een he vige onrust haar scheen te kwellen, en dat zij werkelijk niet in staat was haar gewone werk te verrichten. Mrs. Westbrook be hoefde niet lang naar de oorzaak te gis sen. i i (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1