185 Maandag 10 Mei iÜSfl 40e Jaargang EERSTE BLAD. S/bLLE-MELK-REÉP Binnenland. Kerknieuws. Gemengd Nienws. Dit nummer bestaat uit 2 bladèn. Beter dan Goed: DE BESTE MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten60 ct Zenuw-Tabletten75 ct Staal-Tabletten ...90 ct Maag-Tabletten75 ct Drukkers-Exploitanten: O0ST1RBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.1 Losse nummers f9.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 89 et. Bij abonnement belangrijke korting. CULTUUR. De dweperij met het machtwoord der vorige eeuw: beschaving heeft uit. Men heeft het door het woord Cultuur vervangen. In één opzicht onderscheidt het verouderde woord zich gunstig van het „synonieme" nieuwe: het is een goed Nederlandsch woord, terwijl 't andere een ingevoerde vrucht van vreemden bodem is. Vreemde woorden zijn de duiten in onze taal; wij moeten ze zooveel mogelijk terug dringen over de grenzen tot waar ze van daan gekomen zijn. Dit nu zal met het woord „cultuur" niet zoo gemakkelijk gaan, dewijl het in de plaats gekomen is van een Nederlandsch woord dat gansch niet uitdrukte wat er onder verstaan werd. Reeds meer dan een eeuw geleden wees de taalgeleerde dr Nassau op het kren kende in het gebruik van het woord „be schaving". Immers dit woord duidt op verwijdering van de onaanzienlijke schors, of althans van den buitenkant, een bezig heid waartoe de schaaf noodig is, en waar bij de krullen, die achter de schaaf weg vallen, getuigen van de ruwheid die het blok ontsierde. Wijlen dr Kuyper, taalkenner en taal- kneder als weinige, herinnerde er aan dat het woord „beschaven" in den ouden tijd iets heel leelijks aanduidde, namelijk iemand berooven, uitplunderen, naakt aan den dijk zetten. Later kreeg het de beteekenis van ver beteren. Men schreef namelijk een brief in klad en herlas hem daarna om hem keuriger van stijl te maken. Men noemde dat „likken". Daarna, toen de menschen de dwaze gewoonte hadden aangenomen om verschillende woorden aan het Fransch te ontleenen, koos men zich het woord raboter, van „rabot" (schaaf) en vertaalde het door „beschaven". Dat woord, dat eerst gebezigd werd in den zin van verbetering van minderwaar digen, werd later overgebracht op hooger terrein, en zoo bleef dat „ondiepe" woord „beschaven" in gebruik. Zelfs een poging om het woord „likken" dat hetzelfde aanduidt, te behouden, mis lukte. Als bijvoeglijk naamwoord, in den verleden-deel woordsvorm, heeft 'tin en kele gevallen zijn burgerrecht kunnen be waren; en dan nog alleen, althans meest, met het voorvoegsel on. Zoo beteekent on gelikt dan ook on- of minder beschaafd. Men herinnert zich dat de heer Scha per eenmaal in een Tweede Kamerzitting de twee Kamerleden die zich voor de land bouwers interesseeren, de heeren Van Rappard en Braat, met elkaar vergelij kende, hen aldus onderscheidde: De heer van Rappard is een gelikte (dat wil zeg gen beschaafde) en de heer Braat een on gelikte beer.1) Overigens is het woord gelikt in den zin van beschaafd, in onzen tijd niet meer ge bruikelijk. Dr Kuyper heeft indertijd ook nog enkele woorden in herinnering gebracht, die in den loop der jaren hun beteekenis verlo ren hebben. Onder anderen „fijn", dat op uiterlijke netheid duidde, doch ook op net heid van hoofd en hart. En „vroom" dat niet alleen betrekking had op religieuzen zin, maar ook op betoon van riddergeest en dapperheid. De achttiende eeuw bezorgde ons het woord „beschaafd", in hetwelk de Fran- sché geest is getypeerd, voor welken de uiterlijke vorm het voornaamste is; een vorm die zich had te openbaren in glad heid van polijsting; maar dit glad-polijst zijn „kon niet, of eerst moest de schaaf het ruwe van kwast en bovenbast hebben weggenomen". Nu evenwel zijn wij van dat woord „be schaving" af. Het is vervangen door „cul tuur"; een vreemd woord wel is waar; maar dat toch in ieder geval wijst op iets dat groeit uit eigen wortel en trekt door eigen schittering; terwijl 't Nederlandsche woord „beschaving" duidt op uitwendig vertoon dat slechts mechanisch kan wor den op peil gehouden. x) Wij vinden .overigens dergelijke quali- ficaties verre van „gelikt". Trouwens de so ciaal-democraten zijn in het kwalifioeeren van de personen hunner i politieke' tegenstanders niet kieskeurig uitgevallen. Ons schieten ze niet alle te binnen, doch wiji herinneren ons die van: Van Rappard, de fijne mijnheer met de gedistingeerde spraak; Teenstra de boerebnllebak; De Waal Malefijt het magere ouwe-heertje; Charles Boissevain (de Van-dag. tot-dag-schrijver in „Het Handelsblad") de Brave-Hendrik der liberale partij Levy haar oude Cerberus; alleen Dresselhuijs schijnt in een goed blaadje bij hen te staan. Althans hij werd' in „Het Volk" eenmaal betiteld als „de energieke zakenman". Voor beschaving cultuur. Een woord dat uit het Duitsch tot ons is overgekomen, en zich in de denkwereld der menschen heeft vastgezet. Te wonder lijker dewijl deze naam een stuitenden bij klank heeft. Het cultuurstelsel der vorige eeuw in onze Oost en de culturkampf in Duitschland zijn nooit populair, integen deel steeds wèl-Verdiend gehaat geweest. Maar aan deze beide dacht men bij de overneming van het vreemde woord niet eens. Trouwens zij vertolkten de eigen be teekenis van het woord niet. Deze lag veel eer in de lijn van landbouw, teeltverzor ging. Wat de land- en tuinbouw doet met den akker: ploegen, zaaien, poten, planten en verzorgen, dat zou men nu ook doen met den akker van het volksleven. Dien zou men ook bebouwen. Zoo heeft de cultuur zich baan gebro ken; en de menschheid in tweeën gesplitst, het eene deel, dat waren de ruwen, de on- schoonen, het andere deel waren de keu- rigen, de schoonen, de edelaardig aange- legden. Vooral schoon moest men zijn. Uitblin ken. Men mocht inwendig ruw en wat al niet zijn, naar men verkoos, maar uitwen dig moest men boeien door den schoonen vorm van het lichaam, en vooral het kleed moest spreken in de elegantie van maat en snit en lijnen, en aantrekken door vorm en kleur en tinten. Uit Engeland waaide die cultuurgeest van stofaanbidding naar onze lage landen over. Ook Frankrijk droeg het zijne bij. En Duitschland volgde zijn voorbeeld met grooten drang. Cultuur is dan ook een ger manisme, dat zich voor goed in onze taal heeft vastgezet. Dit kwam ook uit bij de studie. Ook deze moest op de schoonheid worden gericht. Muziek en zang, dicht-, schilder- en beeldhouwkunst, de „schoo- ne" letteren, het vond al beoefenaars en bewonderaars. Een nieuwe aristocratie kwam op; en hoog verrees de muur, die haar scheidde van de minder kunstlie vende menigte, het on-aesthetische volks deel met zijn lagere idealen. Dr Kuyper heeft in 1906 in zijn ma gistrale rede ter herdenking van Bilder- dijk dat woord „beschaving" zijn afscheid gegeven; en eenige jaren later in 1914 in „De Standaard" den spoed geconsta teerd, waarmede het woord „cultuur" het kwam vervangen en de'schier algemeene genegenheid won. Schier algemeene! Er is altijd een bree- de kring, die zich vrij houdt van naapen, of van het overnemen van een mode woord. Dit geldt ook van dezen „buiten lander". Doch terecht merkte dr Kuyper hier tegen op, dat er voor dit wantrouwen, op zichzelf genomen, geen grond bestaat. Cultuur noemt men thans bij voorkeur wat het terrein der „Gemeene Gratie" be strijkt, een terrein voorheen onder ons wel eens te veel verwaarloosd. Er kan al- zoo winst in liggen, ook op dit terrein meer thuis te geraken. Mits natuurlijk het Cultuur-element al toos no. 2, en het religieuse element steeds en onvoorwaardelijk no. 1 blijve." En ook geen voet geeft aan de dwa ling dat „cultuur" een woord is met alleen slechte beteekenis. Heit woord „cultuur" ein nu beroepen wij ons iO|p een artikel van dr Kuyper Jr. in „Die Heraut" van j.l. Zaterdag wordt schromelijk misbruikt. Heden ten dage schijnt men er weinig anders onder te verstaan dan het beoefenen van hu ma* hist ische wetenschap en het genie* ten van were ldsche vermaken. Als men danst heet men in de kringen, die zichzelve de „goede kringen" noemen, een cultuur meinsch. Waar echter meer die* gelijkheid en hoogere levensernst gevon den wordt, is men van cultuur niet afkee- ïig, tenzij dan in doopersche kringen, maar weet men ook dat cultuur, in hoo- geren zin genomien, iets anders is, na melijk bet onderwerpen van de aarde, en het heerschappij voeren .over de schep ping, is bet heerschen als koning ever de krachten der natuur, omdat de mensch als beelddrager Gods is gescha pen, en daarom in de cultuur een hei lige taak en roeping heeft te vervullen ter eere van Gods Naam" namelijk de aarde te onderwerpen, hare schatten op te delven, te bewerken en toe te bereiden, een taak, die slechts 'in de volgende eeuwen, tot op den Dlag van Christus' toekomst zou volbracht zijn. Dit is cultuur. Cultuur die, Ware de mensch(heid) in den staat der rechtheid gebleven, in de ontplooiing van bet Beeld Gods, een G oi d- verheerl ij kende cultuur zou ge* worden zijn; nu, door den val, is zij; in menig opzicht het tegendeel er vann, doordat zij meer tot verheerlijking van den mensch dan tot verheerlijking van diens Schepper strekt. (Wordt vervolgd.) 0K9 Allerlei. Tot het Chr. Rat. Vakverbond is weer toegetreden de Chr. Zeeliedenbond, tel lende ongeveer 2000 leden. Het C.N.V. komt daardoor met zijn ledental weer bo ven de 50.000. Op 28 Mei a.s. zal een groote oefe ning in Westelijk Noord-Brabant worden gehouden door de afdeelingen Zeeland en NoordBrabant van het Landstormkorps Motordienst. De Westtroepen komen te staan onder den len luitenant Van Zwe den en de Oosttroepen onder den len luitenant Vermeulen uit Ginneken. De lei ding van de geheele oefening berust onder commando van den, len-luitenant Persant Snoep. Middelburg. Met ingang van I Juli a.s. is door den Commissaris der Koningin benoemd tot secretaris der gezondheids commissie te Middelburg, de heer G- K. A. Nonhebei aldaar. Was het bezoek aan dei tentoonstel ling voor Handel en Nijverheid in het Schuttershof de beidei eerste dagen niet groot, mede zeker tengevolge van het koude weer, Zaterdag was het veel beter en vooral des avonds brachten honderden een bezoek aan de exp'ositie en namen met belangstelling kennis van hetgeen de ver schillende stands bieden. Terwijl op 2 Januari 1.1. het aan. tal bij de arbeidsbeurs alhier ingeschre venen 391 bedroeg tegen 249, een jaar te voren, bleef het aantal aanvankelijk stijgen en bereikte op 16 Januari het toppunt, namelijk 403; toen trad een da ling in, die vol bleef houden tot op' 20 Maart, toen het aantal 274 bedroeg, doch op 10 April was het weer 330 gewor den. Thans kan gelukkig weer eenigen teruggang worden geconstateerd. Zaterdag wa.é men weer onder de 300, namelijk 296 tegen 243 op 9 Mei 1925. Arnemuidem. Vrijdagavond 8 uur hield de Kolenvereien. M. M'. alhier haar vijfde jaarvergadering onder voorzitter schap van J. Boone. Aanwezig 20 leden. In deze vergadering werd met algemeene stemmen overgegaan na toelichting van den voorzitter, tot wijziging der statuten. Op' 1 Mei j.l. was hier ook reeds een vergadering voor opgeroepen, doch gezien de geringe opkomst der leden kon geen beslissing toen worden genomen aangaan de wijziging statuten. Uit het jaarverslag van den secretaris bleek dat de vereeni- ging nog steeds in bloei toeneemt, daar in dit afgeloop'en boekjaar wederom 10 personen tot lid zijn toegetreden, zoodat de vereeniging thans 86 leden telt. Verder zijn in het afgeloopen boekjaar 1307 mud kolen aan de leden geleverd aan de prij zen van fl.35 najaarslevering ern fl.45 voorjaarslevering pier 80 kilo. Uit het verslag van den ptenningmeester bleek, dat de 'inkomsten bedroegen f 1938.21, uitgaven f 1725.46, saldo f212.75, hierbij is een ledentegoed van f 105.89. U|e reserve bedroeg f98.16, uit gaven f79.43, saldo f 18.73, zoodat het werkelijk saldo bedraagt f 125.59. Daarna werd overgegaan tot benoeming van twee bestuursleden, aftredend waren de heeren J. Langebeeke en A. Meeuwse. Gekozen werden na stemming nadat A. Meeuwse medegedeeld had dat hij zich niet meer herkiesbaar stelde, de heeren J. Langebeeke (aftr. en M. Vader, welke beiden hun benoeming aannamen. En tot commissaris werd in de plaats van P. Poortvliet, die zich ook niet meer herkies baar stelde, gekozen dhr A. Hubrechtse. Daarna werden door de voorzitter de laat ste nummers van de rentelooze aandeelen welke dit jaar uitbetaald worden, voor gelezen. rieze nummers zijn; 68, 14, 89, 60, 11, 50, 43, 65, 88, 59, 36, 93, 9, 46, 19, 85, 98, 104, 51, 37, 97, 84, 31, 103, 26, 70, 79 en 69. Verder werd het bestuur machtiging verleend tot aankoop! kolen voiGi' de na jaarslevering. Bij de rondvraag vroeg dhr M. Vader of er kolenzakken genoeg aan geschaft zijn. De voorzitter zeide, dat een der bestuursleden er nog een 30-tal had gekbcht en meende dat we er thans vol doende hadden. Ook werd besloten op| de vraag van W. D|ronkers om eierkolen aan te koop'en, dat wanneer er hier genoeg deelname voor is, de vereeniging ook deze zal aankoopen. Verder werd op voor stel van dhr J. Langebeeke besloten dat voortaan de gelden der vereeniging bij' de Boerenleenbank geplaatst zullen wor den. Voorheen was dit op! de Rijkspost spaarbank. Daarna niets meer aan de orde zijnde, sloot de voorzitter de ver gadering. Bij Apoth. en Drogisten Ned. Herv. Kerk. Beroepen, te Hattem G. Ben.es te Monster, .die bedankt heeft voor Zetten-Andelst. Op het viertal te Groningen is o.m. ge plaatst ds W. A. B. ten Kate te Vlissingen. Bedankt voor Diepenheim door W. v. Dooren te O.- en W.-Blokker, voor Voorthuizen, door D. J. v .d. Graaf te Ridderkerk. Geref. Kerken. Bedankt voor Barendrecht door J. Wyminga te Charlois. Cand. M. van Wijk te Leiden, beroe pen Ger. predikant te Oostburg, hoopt Zon dag 30 Mei a.s. intrede te doen, na bevestigd te zijn door ds P. N. Krujjswijfc te Vlissingen. - Dr N. Adriani f De zeer bekende taalgeleerde Dr N. Adriani is1 1 Mei te Posso overleden. Zijn verscheiden is vooral voor de Zending een groot verlies. Beroepbaar in de Ned. Herv. Kerk cand. J. v. Woerden te Loosduinen, Loozer- laan 1. Ds J. Schrijver, "predikant der weesin richting te Neerbosch ,is voornemens als zoo- nig af te treden. Als 'de mail komt, Een correspondente te Weltevreden vertelt in de „N. Rott. Crt.": „De mail zal om zeven uur aan de kade gemeerd liggen. Het is zoo'n simpel berichtje, en toch be teekent het hier in ons leven zoo heel veel. Want de echte Europeesche vrouw zal altijd min of meer het gevoel houdten van vreem deling te zijn hier, van een verbannene van „ginds" van Holland, en het is zoo'n groote vreugde brieven te 'krijgen, nieuws te hooren van die hen lief zijn, van vrienden en ken nissen. Ik zou haast zeggen: daarop leeft men een gansche week ,op het aankomen van een mail. Brieven van huis Brieven van een vader en moeder, waaruit meest zulk een groot verlangen spreekt naar weerzien, mogelijk een weerzien voor het laatst. Die gevuld zijn met de liefdevolle warm te van harten die van je houden. Misschien zijn ze geschreven met oogen vol tranen van smartelijk verlangen, al zijn er dan ook heel eenvoudige woorden gebruikt, die juist daar door ons zoo diep, diep in het hart grijpen. Over het witte papier is haar hand gegleden, moeders hand, die hand vol kleine rimpeltjes, maar zoo zacht als ze gleed over onze weer spannige hoofden ,ons rustigmakend daardoor. Al het innig bekende van huis komt mee met een stuk papier vol kleine krabbels. Tikt de klok nog zoo gezellig, gij1 kleine bode van huis? Zien de oude bekende portretten nog im mer van den wand Staat alles nog op de oude plaats? En gaat daar nog immer verlangen naar ons door de kamerruimte Och, wat een domme vragen We weten immers hoe moeder in stille oogenblikken ons zoekt, naar ons hunkert, in slapelooze uren spreekt met dö kinderen, die zoo ontzettend ver weg zijn en waaraan haar moederhart denkt met onuitsprekelijk ver langen. Brieven van huisIs het niet of er iets heiligs door ons heen gaat als we het be denken Als we weten en voelen, dat al de sprookjes, die eens in ons leven waren weer opgeroepen worden door de lezing van die, eigenlijk zoo dood-eenvoudige woorden, maar waaruit zulk een innige liefde tot ons opstijgt Zeker, ik weet wel, dat er ook in Holland wachten op lieve en verlangende brieven, maar het is er anders. Zij die wachten gaan in de menigte verloren en de postbode daar voelde met ons mee als we, door ons ver langen gedrongen, vragen: „Wanneer komt de mail?" Meestal was dan het antwoord, dat hij het niet wist. Maar hier, waar zoo- velen verstoken zijn van spoedige verbinding met huis, waar kinderen die wel in eigen zelfstandigheid van huis gingen toch zop Taai! nog moeder zoo bitter noodig hebben, waar het andere leven ons den eersten tijd bo» verbijstert, als we het hier vragen aan onzen Javaanschen ongeletterden postbode, dan segl hij met de zoo vreemde Javaansche klanken (vreemd voor ons, die aan het Maleisch ge wend zijn): „Bessok, nja, datang mail". (Mor gen, mevrouw, komt de mail). En lij her haalt het 's morgens van den eigenlijken dag als hij ons ziet en het is geen verbeelding.- hij is echt blij, dat hij ons een genoegen kan doen met het brengen van brieven. Als de mail aankomt, wordt er hier in In- dië op Zondag gewerkt als het noodig is- Extra bestellingen worden gedaan alleen maar om die vierkante boden van „ginds" zoo spoedig mogelijk rond te brengen. i Ik zal nooit vergeten hoe we eens zoo'o langen avond gewacht hadden: elf uur, twaalf uur, één uur was het geworden en nog niets. Dat gehunker van je, dat kampt tegen de vermoeidheid die je bekruipt. Elk lichtje, dat in de verte op den donkeren weg op doemt, wekt belangstelling, elke voetstap doet ons reikhalzend uitzien. Dan is het stoepje van de voorgalerij zoo'n goed plaatsje, wanf dat is immers zoo veel dichter bij Wat een gedachten gaan er dan door ja heen; tot eindelijk het klossend gestap (zijl loopen immers niet zoo makkelijk op de schoenen?) je opwekt uit je gedroom. Toen, dien avond, het regende dat het goot, had ons postje een goede bui, en ook wij dreig den die van ons te verliezen, want de brief waarop we zoo hadden zitten wachten, was er niet. „Tidah ada soerat nja". (Er is geen brief, mevrouw). „Misti post", (het moet, post!) Natuurlijk was het geen bevel, het wa9 alleen een diepe teleurstelling, die ons dit deed zeggen, maar de post, kregelig door den zwaren regen, de zware vracht van brie ven en tijdschriften bovendien', antwoordde: „Kalau tidah ada, saja tidah bisah bikin". (Als er geen is, kan ik er zelf geen maken). Wij gevoelden het logische van zijn réde» neering terdege en bij al' onze teleurstelling moesten we toch lachen. Toen gaven we hem maar een kwartje, en beleefd dankend ver trok hij'. Hoe kan hij echter op een anderen keer blij zeggen: Er is een brief voor mevrouwI of voor de nonnai Hij troost ons dan een vol genden keer na zoo'n teleurstelling door te zeggen: „Bessok datang masil Ingris". (Mor gen komt de Engelsche mail). Nee gewoonlijk komen daar geen brieven mee, maar het kan toch, niet waar? En hoop doet leven en onze post gaat weg met de gelukkige voldoening, dat hij' ons heeft blij gemaakt." Dr Gunning schrijft in „Pniël" om trent nu wijlen ds H. Jonker: Met groote ontroering, maar niet zonder stille benijding van zijn geluk, ontvang ik daar de tijding dat mijn vriend Ds Jonker uit Middelburg „hemförlofvades", ver lof kreeg haar Huis te gaan, zoo als de Zweden het sterven zoo heerlijk noemen. Ik zal den beminnelijken' man' bitter missen. In Middelburg ontbrak hij nooit op de Evangelisatie-avonden van de Boogaardzaal, wanneer arbeid en ge zondheid het hem veroorloofden. Zonder éénige jaloezie, ruim van hart, een man des gebeds en der liefde, heeft hij mij vaak getroost. Ook h ij alweer "henen! Wat wordt het leeg rondom een menscH die oud wordtl i ''Hf: I f' God trooste zijn weduwe en zijn vela "vrienden. Onder hen ook mijl De overval te Bussum. De majoor-rechercheur van de Bussumsche politie en de rijksrechercheur die in ver band met het onderzoek naar den schul dige aan den overval op het Bussumsche spooiwegstation Woensdag j.l. naar Brus sel waren vertrokken, zijn Zaterdagavond teruggekeerd. Na lang zoeken hebben 2ij den ge zochte, zekeren S., die vroeger alhier heeft gewoond doch die reeds eenigen tijd vóór den overval naar Brussel was vertrok ken, wel in de Belgische hoofdjstad gevon den, doch S. ontkende echte»- pertinent iets van het misdrijf af te weten. De re chercheurs hebben hem een langdurig ver hoor afgenomen. Zijn verklaringen - en ook de feiten, die aan het licht kwamen, gaven den beiden politiemannen echter geen .aan leiding om zijn arrestatie aan de Brusstsl- sche politie te verzoeken. In politiekringen wordt betwijfeld, .ot men langs dit spoor den dader zal ontdek ken. Intusschen hebben de politie nag verschillende aanwijzingen bereikt, welke den dader in andere richting doen ver moeden. Deze aanwijzingen worden thans onderzocht, zoodat de hoop, om den ware te pakken te krijgen, nog lang niet is opgegeven. (Crt.),

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1