185 Maandag 10 Mei iÜSfl 40e Jaargang
EERSTE BLAD.
S/bLLE-MELK-REÉP
Binnenland.
Kerknieuws.
Gemengd Nienws.
Dit nummer bestaat uit 2 bladèn.
Beter dan Goed: DE BESTE
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten60 ct
Zenuw-Tabletten75 ct
Staal-Tabletten ...90 ct
Maag-Tabletten75 ct
Drukkers-Exploitanten:
O0ST1RBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.1
Losse nummers f9.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 89 et.
Bij abonnement belangrijke korting.
CULTUUR.
De dweperij met het machtwoord der
vorige eeuw: beschaving heeft uit.
Men heeft het door het woord Cultuur
vervangen. In één opzicht onderscheidt
het verouderde woord zich gunstig van
het „synonieme" nieuwe: het is een goed
Nederlandsch woord, terwijl 't andere een
ingevoerde vrucht van vreemden bodem is.
Vreemde woorden zijn de duiten in onze
taal; wij moeten ze zooveel mogelijk terug
dringen over de grenzen tot waar ze van
daan gekomen zijn.
Dit nu zal met het woord „cultuur" niet
zoo gemakkelijk gaan, dewijl het in de
plaats gekomen is van een Nederlandsch
woord dat gansch niet uitdrukte wat er
onder verstaan werd.
Reeds meer dan een eeuw geleden wees
de taalgeleerde dr Nassau op het kren
kende in het gebruik van het woord „be
schaving". Immers dit woord duidt op
verwijdering van de onaanzienlijke schors,
of althans van den buitenkant, een bezig
heid waartoe de schaaf noodig is, en waar
bij de krullen, die achter de schaaf weg
vallen, getuigen van de ruwheid die het
blok ontsierde.
Wijlen dr Kuyper, taalkenner en taal-
kneder als weinige, herinnerde er aan dat
het woord „beschaven" in den ouden tijd
iets heel leelijks aanduidde, namelijk
iemand berooven, uitplunderen, naakt aan
den dijk zetten.
Later kreeg het de beteekenis van ver
beteren. Men schreef namelijk een brief
in klad en herlas hem daarna om hem
keuriger van stijl te maken. Men noemde
dat „likken". Daarna, toen de menschen
de dwaze gewoonte hadden aangenomen
om verschillende woorden aan het
Fransch te ontleenen, koos men zich het
woord raboter, van „rabot" (schaaf) en
vertaalde het door „beschaven".
Dat woord, dat eerst gebezigd werd in
den zin van verbetering van minderwaar
digen, werd later overgebracht op hooger
terrein, en zoo bleef dat „ondiepe" woord
„beschaven" in gebruik.
Zelfs een poging om het woord „likken"
dat hetzelfde aanduidt, te behouden, mis
lukte. Als bijvoeglijk naamwoord, in den
verleden-deel woordsvorm, heeft 'tin en
kele gevallen zijn burgerrecht kunnen be
waren; en dan nog alleen, althans meest,
met het voorvoegsel on. Zoo beteekent on
gelikt dan ook on- of minder beschaafd.
Men herinnert zich dat de heer Scha
per eenmaal in een Tweede Kamerzitting
de twee Kamerleden die zich voor de land
bouwers interesseeren, de heeren Van
Rappard en Braat, met elkaar vergelij
kende, hen aldus onderscheidde: De heer
van Rappard is een gelikte (dat wil zeg
gen beschaafde) en de heer Braat een on
gelikte beer.1)
Overigens is het woord gelikt in den zin
van beschaafd, in onzen tijd niet meer ge
bruikelijk.
Dr Kuyper heeft indertijd ook nog enkele
woorden in herinnering gebracht, die in
den loop der jaren hun beteekenis verlo
ren hebben. Onder anderen „fijn", dat op
uiterlijke netheid duidde, doch ook op net
heid van hoofd en hart. En „vroom" dat
niet alleen betrekking had op religieuzen
zin, maar ook op betoon van riddergeest
en dapperheid.
De achttiende eeuw bezorgde ons het
woord „beschaafd", in hetwelk de Fran-
sché geest is getypeerd, voor welken de
uiterlijke vorm het voornaamste is; een
vorm die zich had te openbaren in glad
heid van polijsting; maar dit glad-polijst
zijn „kon niet, of eerst moest de schaaf het
ruwe van kwast en bovenbast hebben
weggenomen".
Nu evenwel zijn wij van dat woord „be
schaving" af. Het is vervangen door „cul
tuur"; een vreemd woord wel is waar;
maar dat toch in ieder geval wijst op iets
dat groeit uit eigen wortel en trekt door
eigen schittering; terwijl 't Nederlandsche
woord „beschaving" duidt op uitwendig
vertoon dat slechts mechanisch kan wor
den op peil gehouden.
x) Wij vinden .overigens dergelijke quali-
ficaties verre van „gelikt". Trouwens de so
ciaal-democraten zijn in het kwalifioeeren van
de personen hunner i politieke' tegenstanders
niet kieskeurig uitgevallen. Ons schieten ze
niet alle te binnen, doch wiji herinneren ons
die van: Van Rappard, de fijne mijnheer
met de gedistingeerde spraak; Teenstra de
boerebnllebak; De Waal Malefijt het magere
ouwe-heertje; Charles Boissevain (de Van-dag.
tot-dag-schrijver in „Het Handelsblad") de
Brave-Hendrik der liberale partij Levy haar
oude Cerberus; alleen Dresselhuijs schijnt in
een goed blaadje bij hen te staan. Althans
hij werd' in „Het Volk" eenmaal betiteld
als „de energieke zakenman".
Voor beschaving cultuur.
Een woord dat uit het Duitsch tot ons
is overgekomen, en zich in de denkwereld
der menschen heeft vastgezet. Te wonder
lijker dewijl deze naam een stuitenden bij
klank heeft. Het cultuurstelsel der vorige
eeuw in onze Oost en de culturkampf in
Duitschland zijn nooit populair, integen
deel steeds wèl-Verdiend gehaat geweest.
Maar aan deze beide dacht men bij de
overneming van het vreemde woord niet
eens. Trouwens zij vertolkten de eigen be
teekenis van het woord niet. Deze lag veel
eer in de lijn van landbouw, teeltverzor
ging. Wat de land- en tuinbouw doet met
den akker: ploegen, zaaien, poten, planten
en verzorgen, dat zou men nu ook doen
met den akker van het volksleven. Dien
zou men ook bebouwen.
Zoo heeft de cultuur zich baan gebro
ken; en de menschheid in tweeën gesplitst,
het eene deel, dat waren de ruwen, de on-
schoonen, het andere deel waren de keu-
rigen, de schoonen, de edelaardig aange-
legden.
Vooral schoon moest men zijn. Uitblin
ken. Men mocht inwendig ruw en wat al
niet zijn, naar men verkoos, maar uitwen
dig moest men boeien door den schoonen
vorm van het lichaam, en vooral het kleed
moest spreken in de elegantie van maat en
snit en lijnen, en aantrekken door vorm
en kleur en tinten.
Uit Engeland waaide die cultuurgeest
van stofaanbidding naar onze lage landen
over. Ook Frankrijk droeg het zijne bij.
En Duitschland volgde zijn voorbeeld met
grooten drang. Cultuur is dan ook een ger
manisme, dat zich voor goed in onze taal
heeft vastgezet. Dit kwam ook uit bij de
studie. Ook deze moest op de schoonheid
worden gericht. Muziek en zang, dicht-,
schilder- en beeldhouwkunst, de „schoo-
ne" letteren, het vond al beoefenaars en
bewonderaars. Een nieuwe aristocratie
kwam op; en hoog verrees de muur, die
haar scheidde van de minder kunstlie
vende menigte, het on-aesthetische volks
deel met zijn lagere idealen.
Dr Kuyper heeft in 1906 in zijn ma
gistrale rede ter herdenking van Bilder-
dijk dat woord „beschaving" zijn afscheid
gegeven; en eenige jaren later in 1914
in „De Standaard" den spoed geconsta
teerd, waarmede het woord „cultuur" het
kwam vervangen en de'schier algemeene
genegenheid won.
Schier algemeene! Er is altijd een bree-
de kring, die zich vrij houdt van naapen,
of van het overnemen van een mode
woord. Dit geldt ook van dezen „buiten
lander".
Doch terecht merkte dr Kuyper hier
tegen op, dat er voor dit wantrouwen, op
zichzelf genomen, geen grond bestaat.
Cultuur noemt men thans bij voorkeur
wat het terrein der „Gemeene Gratie" be
strijkt, een terrein voorheen onder ons
wel eens te veel verwaarloosd. Er kan al-
zoo winst in liggen, ook op dit terrein
meer thuis te geraken.
Mits natuurlijk het Cultuur-element al
toos no. 2, en het religieuse element steeds
en onvoorwaardelijk no. 1 blijve."
En ook geen voet geeft aan de dwa
ling dat „cultuur" een woord is met
alleen slechte beteekenis.
Heit woord „cultuur" ein nu beroepen
wij ons iO|p een artikel van dr Kuyper Jr.
in „Die Heraut" van j.l. Zaterdag wordt
schromelijk misbruikt. Heden ten dage
schijnt men er weinig anders onder te
verstaan dan het beoefenen van hu ma*
hist ische wetenschap en het genie*
ten van were ldsche vermaken. Als
men danst heet men in de kringen, die
zichzelve de „goede kringen" noemen, een
cultuur meinsch. Waar echter meer die*
gelijkheid en hoogere levensernst gevon
den wordt, is men van cultuur niet afkee-
ïig, tenzij dan in doopersche kringen,
maar weet men ook dat cultuur, in hoo-
geren zin genomien, iets anders is, na
melijk bet onderwerpen van de aarde,
en het heerschappij voeren .over de schep
ping, is bet heerschen als koning ever
de krachten der natuur, omdat de mensch
als beelddrager Gods is gescha
pen, en daarom in de cultuur een hei
lige taak en roeping heeft te vervullen
ter eere van Gods Naam" namelijk
de aarde te onderwerpen, hare schatten
op te delven, te bewerken en toe te
bereiden, een taak, die slechts 'in de
volgende eeuwen, tot op den Dlag van
Christus' toekomst zou volbracht zijn. Dit
is cultuur.
Cultuur die, Ware de mensch(heid) in
den staat der rechtheid gebleven, in de
ontplooiing van bet Beeld Gods, een G oi d-
verheerl ij kende cultuur zou ge*
worden zijn; nu, door den val, is zij;
in menig opzicht het tegendeel er vann,
doordat zij meer tot verheerlijking van den
mensch dan tot verheerlijking van diens
Schepper strekt.
(Wordt vervolgd.)
0K9
Allerlei.
Tot het Chr. Rat. Vakverbond is weer
toegetreden de Chr. Zeeliedenbond, tel
lende ongeveer 2000 leden. Het C.N.V.
komt daardoor met zijn ledental weer bo
ven de 50.000.
Op 28 Mei a.s. zal een groote oefe
ning in Westelijk Noord-Brabant worden
gehouden door de afdeelingen Zeeland en
NoordBrabant van het Landstormkorps
Motordienst. De Westtroepen komen te
staan onder den len luitenant Van Zwe
den en de Oosttroepen onder den len
luitenant Vermeulen uit Ginneken. De lei
ding van de geheele oefening berust onder
commando van den, len-luitenant Persant
Snoep.
Middelburg. Met ingang van I Juli a.s.
is door den Commissaris der Koningin
benoemd tot secretaris der gezondheids
commissie te Middelburg, de heer G- K.
A. Nonhebei aldaar.
Was het bezoek aan dei tentoonstel
ling voor Handel en Nijverheid in het
Schuttershof de beidei eerste dagen niet
groot, mede zeker tengevolge van het
koude weer, Zaterdag was het veel beter
en vooral des avonds brachten honderden
een bezoek aan de exp'ositie en namen met
belangstelling kennis van hetgeen de ver
schillende stands bieden.
Terwijl op 2 Januari 1.1. het aan.
tal bij de arbeidsbeurs alhier ingeschre
venen 391 bedroeg tegen 249, een jaar
te voren, bleef het aantal aanvankelijk
stijgen en bereikte op 16 Januari het
toppunt, namelijk 403; toen trad een da
ling in, die vol bleef houden tot op' 20
Maart, toen het aantal 274 bedroeg, doch
op 10 April was het weer 330 gewor
den. Thans kan gelukkig weer eenigen
teruggang worden geconstateerd. Zaterdag
wa.é men weer onder de 300, namelijk
296 tegen 243 op 9 Mei 1925.
Arnemuidem. Vrijdagavond 8 uur hield
de Kolenvereien. M. M'. alhier haar
vijfde jaarvergadering onder voorzitter
schap van J. Boone. Aanwezig 20 leden.
In deze vergadering werd met algemeene
stemmen overgegaan na toelichting van
den voorzitter, tot wijziging der statuten.
Op' 1 Mei j.l. was hier ook reeds een
vergadering voor opgeroepen, doch gezien
de geringe opkomst der leden kon geen
beslissing toen worden genomen aangaan
de wijziging statuten. Uit het jaarverslag
van den secretaris bleek dat de vereeni-
ging nog steeds in bloei toeneemt, daar
in dit afgeloop'en boekjaar wederom 10
personen tot lid zijn toegetreden, zoodat
de vereeniging thans 86 leden telt. Verder
zijn in het afgeloopen boekjaar 1307 mud
kolen aan de leden geleverd aan de prij
zen van fl.35 najaarslevering ern fl.45
voorjaarslevering pier 80 kilo.
Uit het verslag van den ptenningmeester
bleek, dat de 'inkomsten bedroegen
f 1938.21, uitgaven f 1725.46, saldo
f212.75, hierbij is een ledentegoed van
f 105.89. U|e reserve bedroeg f98.16, uit
gaven f79.43, saldo f 18.73, zoodat het
werkelijk saldo bedraagt f 125.59.
Daarna werd overgegaan tot benoeming
van twee bestuursleden, aftredend waren
de heeren J. Langebeeke en A. Meeuwse.
Gekozen werden na stemming nadat A.
Meeuwse medegedeeld had dat hij zich
niet meer herkiesbaar stelde, de heeren
J. Langebeeke (aftr. en M. Vader, welke
beiden hun benoeming aannamen. En tot
commissaris werd in de plaats van P.
Poortvliet, die zich ook niet meer herkies
baar stelde, gekozen dhr A. Hubrechtse.
Daarna werden door de voorzitter de laat
ste nummers van de rentelooze aandeelen
welke dit jaar uitbetaald worden, voor
gelezen.
rieze nummers zijn; 68, 14, 89, 60, 11,
50, 43, 65, 88, 59, 36, 93, 9, 46, 19,
85, 98, 104, 51, 37, 97, 84, 31, 103,
26, 70, 79 en 69.
Verder werd het bestuur machtiging
verleend tot aankoop! kolen voiGi' de na
jaarslevering. Bij de rondvraag vroeg dhr
M. Vader of er kolenzakken genoeg aan
geschaft zijn. De voorzitter zeide, dat een
der bestuursleden er nog een 30-tal had
gekbcht en meende dat we er thans vol
doende hadden. Ook werd besloten op| de
vraag van W. D|ronkers om eierkolen aan
te koop'en, dat wanneer er hier genoeg
deelname voor is, de vereeniging ook deze
zal aankoopen. Verder werd op voor
stel van dhr J. Langebeeke besloten dat
voortaan de gelden der vereeniging bij'
de Boerenleenbank geplaatst zullen wor
den. Voorheen was dit op! de Rijkspost
spaarbank. Daarna niets meer aan de
orde zijnde, sloot de voorzitter de ver
gadering.
Bij Apoth. en Drogisten
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen, te Hattem G. Ben.es te Monster,
.die bedankt heeft voor Zetten-Andelst.
Op het viertal te Groningen is o.m. ge
plaatst ds W. A. B. ten Kate te Vlissingen.
Bedankt voor Diepenheim door W. v. Dooren
te O.- en W.-Blokker, voor Voorthuizen, door
D. J. v .d. Graaf te Ridderkerk.
Geref. Kerken.
Bedankt voor Barendrecht door J. Wyminga
te Charlois.
Cand. M. van Wijk te Leiden, beroe
pen Ger. predikant te Oostburg, hoopt Zon
dag 30 Mei a.s. intrede te doen, na bevestigd
te zijn door ds P. N. Krujjswijfc te Vlissingen.
- Dr N. Adriani f De zeer bekende
taalgeleerde Dr N. Adriani is1 1 Mei te Posso
overleden. Zijn verscheiden is vooral voor
de Zending een groot verlies.
Beroepbaar in de Ned. Herv. Kerk
cand. J. v. Woerden te Loosduinen, Loozer-
laan 1.
Ds J. Schrijver, "predikant der weesin
richting te Neerbosch ,is voornemens als zoo-
nig af te treden.
Als 'de mail komt,
Een correspondente te Weltevreden vertelt
in de „N. Rott. Crt.":
„De mail zal om zeven uur aan de kade
gemeerd liggen.
Het is zoo'n simpel berichtje, en toch be
teekent het hier in ons leven zoo heel veel.
Want de echte Europeesche vrouw zal altijd
min of meer het gevoel houdten van vreem
deling te zijn hier, van een verbannene van
„ginds" van Holland, en het is zoo'n groote
vreugde brieven te 'krijgen, nieuws te hooren
van die hen lief zijn, van vrienden en ken
nissen.
Ik zou haast zeggen: daarop leeft men een
gansche week ,op het aankomen van een mail.
Brieven van huis
Brieven van een vader en moeder, waaruit
meest zulk een groot verlangen spreekt naar
weerzien, mogelijk een weerzien voor het
laatst. Die gevuld zijn met de liefdevolle warm
te van harten die van je houden. Misschien
zijn ze geschreven met oogen vol tranen van
smartelijk verlangen, al zijn er dan ook heel
eenvoudige woorden gebruikt, die juist daar
door ons zoo diep, diep in het hart grijpen.
Over het witte papier is haar hand gegleden,
moeders hand, die hand vol kleine rimpeltjes,
maar zoo zacht als ze gleed over onze weer
spannige hoofden ,ons rustigmakend daardoor.
Al het innig bekende van huis komt mee
met een stuk papier vol kleine krabbels.
Tikt de klok nog zoo gezellig, gij1 kleine
bode van huis?
Zien de oude bekende portretten nog im
mer van den wand
Staat alles nog op de oude plaats? En gaat
daar nog immer verlangen naar ons door de
kamerruimte
Och, wat een domme vragen
We weten immers hoe moeder in stille
oogenblikken ons zoekt, naar ons hunkert,
in slapelooze uren spreekt met dö kinderen,
die zoo ontzettend ver weg zijn en waaraan
haar moederhart denkt met onuitsprekelijk ver
langen.
Brieven van huisIs het niet of er iets
heiligs door ons heen gaat als we het be
denken Als we weten en voelen, dat al
de sprookjes, die eens in ons leven waren
weer opgeroepen worden door de lezing van
die, eigenlijk zoo dood-eenvoudige woorden,
maar waaruit zulk een innige liefde tot ons
opstijgt
Zeker, ik weet wel, dat er ook in Holland
wachten op lieve en verlangende brieven,
maar het is er anders. Zij die wachten gaan
in de menigte verloren en de postbode daar
voelde met ons mee als we, door ons ver
langen gedrongen, vragen: „Wanneer komt
de mail?" Meestal was dan het antwoord,
dat hij het niet wist. Maar hier, waar zoo-
velen verstoken zijn van spoedige verbinding
met huis, waar kinderen die wel in eigen
zelfstandigheid van huis gingen toch zop Taai!
nog moeder zoo bitter noodig hebben, waar
het andere leven ons den eersten tijd bo»
verbijstert, als we het hier vragen aan onzen
Javaanschen ongeletterden postbode, dan segl
hij met de zoo vreemde Javaansche klanken
(vreemd voor ons, die aan het Maleisch ge
wend zijn): „Bessok, nja, datang mail". (Mor
gen, mevrouw, komt de mail). En lij her
haalt het 's morgens van den eigenlijken dag
als hij ons ziet en het is geen verbeelding.-
hij is echt blij, dat hij ons een genoegen kan
doen met het brengen van brieven.
Als de mail aankomt, wordt er hier in In-
dië op Zondag gewerkt als het noodig is-
Extra bestellingen worden gedaan alleen maar
om die vierkante boden van „ginds" zoo
spoedig mogelijk rond te brengen. i
Ik zal nooit vergeten hoe we eens zoo'o
langen avond gewacht hadden: elf uur, twaalf
uur, één uur was het geworden en nog
niets. Dat gehunker van je, dat kampt tegen
de vermoeidheid die je bekruipt. Elk lichtje,
dat in de verte op den donkeren weg op
doemt, wekt belangstelling, elke voetstap doet
ons reikhalzend uitzien. Dan is het stoepje
van de voorgalerij zoo'n goed plaatsje, wanf
dat is immers zoo veel dichter bij
Wat een gedachten gaan er dan door ja
heen; tot eindelijk het klossend gestap (zijl
loopen immers niet zoo makkelijk op de
schoenen?) je opwekt uit je gedroom. Toen,
dien avond, het regende dat het goot, had
ons postje een goede bui, en ook wij dreig
den die van ons te verliezen, want de brief
waarop we zoo hadden zitten wachten, was
er niet.
„Tidah ada soerat nja". (Er is geen brief,
mevrouw).
„Misti post", (het moet, post!)
Natuurlijk was het geen bevel, het wa9
alleen een diepe teleurstelling, die ons dit
deed zeggen, maar de post, kregelig door
den zwaren regen, de zware vracht van brie
ven en tijdschriften bovendien', antwoordde:
„Kalau tidah ada, saja tidah bisah bikin".
(Als er geen is, kan ik er zelf geen maken).
Wij gevoelden het logische van zijn réde»
neering terdege en bij al' onze teleurstelling
moesten we toch lachen. Toen gaven we hem
maar een kwartje, en beleefd dankend ver
trok hij'.
Hoe kan hij echter op een anderen keer
blij zeggen: Er is een brief voor mevrouwI
of voor de nonnai Hij troost ons dan een vol
genden keer na zoo'n teleurstelling door te
zeggen: „Bessok datang masil Ingris". (Mor
gen komt de Engelsche mail).
Nee gewoonlijk komen daar geen brieven
mee, maar het kan toch, niet waar? En hoop
doet leven en onze post gaat weg met de
gelukkige voldoening, dat hij' ons heeft blij
gemaakt."
Dr Gunning schrijft in „Pniël" om
trent nu wijlen ds H. Jonker:
Met groote ontroering, maar niet zonder
stille benijding van zijn geluk, ontvang ik
daar de tijding dat mijn vriend Ds Jonker
uit Middelburg „hemförlofvades", ver
lof kreeg haar Huis te gaan, zoo
als de Zweden het sterven zoo heerlijk
noemen. Ik zal den beminnelijken' man'
bitter missen. In Middelburg ontbrak hij
nooit op de Evangelisatie-avonden van
de Boogaardzaal, wanneer arbeid en ge
zondheid het hem veroorloofden. Zonder
éénige jaloezie, ruim van hart, een man
des gebeds en der liefde, heeft hij mij
vaak getroost. Ook h ij alweer "henen!
Wat wordt het leeg rondom een menscH
die oud wordtl i ''Hf: I f'
God trooste zijn weduwe en zijn vela
"vrienden. Onder hen ook mijl
De overval te Bussum. De
majoor-rechercheur van de Bussumsche
politie en de rijksrechercheur die in ver
band met het onderzoek naar den schul
dige aan den overval op het Bussumsche
spooiwegstation Woensdag j.l. naar Brus
sel waren vertrokken, zijn Zaterdagavond
teruggekeerd.
Na lang zoeken hebben 2ij den ge
zochte, zekeren S., die vroeger alhier heeft
gewoond doch die reeds eenigen tijd vóór
den overval naar Brussel was vertrok
ken, wel in de Belgische hoofdjstad gevon
den, doch S. ontkende echte»- pertinent
iets van het misdrijf af te weten. De re
chercheurs hebben hem een langdurig ver
hoor afgenomen. Zijn verklaringen - en ook
de feiten, die aan het licht kwamen, gaven
den beiden politiemannen echter geen .aan
leiding om zijn arrestatie aan de Brusstsl-
sche politie te verzoeken.
In politiekringen wordt betwijfeld, .ot
men langs dit spoor den dader zal ontdek
ken. Intusschen hebben de politie nag
verschillende aanwijzingen bereikt, welke
den dader in andere richting doen ver
moeden. Deze aanwijzingen worden thans
onderzocht, zoodat de hoop, om den ware
te pakken te krijgen, nog lang niet is
opgegeven. (Crt.),