40e Jaargang Dinsdag %7 April ItïSlf EERSTE BLAD. Buitenland. Binnenland. WaFwas geleurd ?Zegl leFplaaFje'F U niet? LOUIS DOBBELMAN N, W© Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Jan leJacliF raad, en mei wel le gevolgen! Weg was ineens a! rn zorg en verdriek f ooi F was sindsdien delapFein meer verbolgen. Drukkers-Exploitanten: D0STW4BAAN LE C01NTRE GOES Bureaux: Lange Vorsistraat 6870, Goes Tel.: Radactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VeZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummersf0.05 Prijs der Adverfentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 et. Bij abonnement belangrijke korting. Politieke moraal. Tiet vorige jaar, 11 Nov., heeft een deel der linkerzijde uit zuiver politieke mo tieven gestemd tegen den gezantschaps- post. Dit gaf den heer Anema, den anti revolutionairen woordvoerder in de Eerste Kamer aanleiding tot de volgende juist© opmerkingen Ik acht dat te zijn een res mali exempli (een daad die een slecht voor beeld stelt), een opvatting, waarin, indien zij' werd doorgevoerd, een zeer giftige kiem schuilt. Immers, oordeelt men over een voorgestelden maatregel niet meer naar de innerlijke waarde, maar naai' bet politieke belang, dat daarbij betrokken is, dan wordt de strijd van beginselen en inzichten tot 'n machts strijd met elk doelmatig middel. Een gezonde oppositie moet aantooneo, dat in een voorgestelden maatregel uit komt een door haar onjuist geacht be ginsel of een verkeerd inzicht van de meerderheid en van de Regeering, die op haai- steunt, maar indien men maat regelen», die men goedkeurt, toch ver werpt uit politiek machtsbejag, wordt de- strijd om de macht der overtuigingen tot een strijd om de brute macht als zoo danig. En dat het hier gold een betrekke lijk niet al te groot belang, doet daar bij niets ter zake. Daarop is het oude spreekwoord toepasselijk: eerst een raap, dan een schaap, dan een koe en dan ga ik naar de galg toe. En aan die galg, die in dit geval de machtsgalg: is, komt dan te hangen de politieke overtuigingsstrijd. Men zegge niet: het gebeurt wel meer, dat tegen een maatregel wordt gestemd om politieke motieven, maar dat gebeurt dan bedekt; laten wij; het nu maar rond uit, doen. Neen, in dat bedekt© schuilt althans ©en zeker schaamtegevoel, een zekere belijdenis, dat het niet juist is, wat men doet.. Ik bdn een groot voorstander van op rechtheid, maar deze soort leidt tot achter uitgang in de politieke moraal. Tot zoover de heer Anema.. De h'eer van Embden, die aanvankelijk zoo hoog van den toren blies, had er niet van terug. Mussolini. Wie in Mussolini ziet een holle fra- seur, die zich slechts door demagogische trucjes staande houdt, doet hem onrecht. Zeker hij en zijn aanhangers verstaan de kunst om door handige propaganda de populariteit van den dictator te ver- ho-ogen. Tallooze opschriften en figuren verkonden in Rome en andere Italiaan- sche steden den lof van „il duce". Die lof is stellig voor een goed deel verdiend. Met ijzeren hand heeft hij orde en tucht gebracht, waar vroeger bandeloos heid desorganiseerde. De -op de minuut precies vertrekkende en aankomende treinen zijn uitwendig symbool van het nieuwe regime, waarvan Ook de ombouw van Rome, haar verkeers regeling, de wo-ningvoorzi-ening hoopvolle aanwijzingen zijn. Toch beduidt Mussolini's heerschappij waarlijk geen onvermengd voordeel. Hij prikkelt toch een chauvinistisch na- tionalistisclien geest, die den wereldvrede moet bedreigen. In de halsstarrigheid, waarmee Brazilië •op de laatste Volkenbondsvergadering te Genève het vredeswerk verstoorde, werkte de invloed van Mussolini door. Zijn. zegetocht naar Tripolis stond in dienst van imperialistische bedoelingen. De uitingen van hem en andere hoog- waardigheidsbekleeders op -den 'feestdag van den 21en April, het geboortefeest van Rome -en het moderne festijn van den arbeid, werden door dienzelfden be- denkelijken o-orlogszuchtigen geest ge dragen. Wie de factoren vermeldt die het har monieus saamleven der Europee-sche vol keren bedreigen, mag stellig de hebbe lijkheden van Mussolini's fascisme niet verzwijgen. (Rotterdammer.) Nieuwe samenwerking. De Antirevolutionaire woordvoerder in de Eerste Kamer, Prof. Anema, die in een schitterende redevoering den politieken toestand behandelde, bleek ten opzichte van een nieuwe samenwerking der recht- sche partijen niet al te pessimistisch ge stemd. Sprekende over wat de laatste maanden gebeurde, zeide hij: houden en voor zoover het reeds daar binnen is doorgedrongen, het krachtig te bestrijden met alle middelen, die daartoe door de wet ter beschikking worden ge steld." Deze bewindsman heeft, ter kenschet sing van het communisme, der natie een beeld voorgehouden, dat niet verloren mag gaan .Zij moge het zoolang moge-lijk vast houden ROTTERDAM. Wordt 3onsier(Iaga«ea«3 a.o. vervolgd. Ik zie de zaak zóó: Na een lange pe riode van bewindvoering een-e-rzijds en door het ontbreken van een levensvatbare en levensgevaarlijke oppositie anderzijds heeft men binnen den kring van het Chris telijk hondgenootschap ietwat de onder scheiding tusschen hoofdzaken en bijza ken uit het oog verloren. Daardoor is de spanning Van het ver antwoordelijkheidsbesef verslapt. Daar door ziet men ook niet meer met helder heid het alles overwegend belang van een krachtig Christelijk regeerbeleid. Daar door zijn de groote handelingsmotieven overwoekerd door de kleine grieven en prikkels, die nu eenmaal onvermijdelijk verbonden zijn aan dagelijksche samen werking, met name in zoo stekelige atmos feer als de politiek. Het besef van roeping is verzwakt en de bezieling voor het groote doel is gedoofd. Daarom gaan wij nu rustig en retraite; wij moeten tot ons zelf inkeer en; wij moe ten de geschiedenis van de politiek van de laatste halve eeuw eens opfrisschen; wij moeten zien, welke rijke vrucht ons is overgeleverd door den strijd van een vorig geslacht. Indien dit gebeurt, is er m. i. geen zweem van twijfel mogelijk of spontaan zal het plichtsbesef ons nopen tot een nieuwe samenwerking, want wat men er ook van moge hopen of denken, er is geen sprake van dat het Christelijk bondgenoot schap dood is. Immerser zijn naast deze schaduw zijden toch nog zeer groote lichtpunten. Ik noem als zoodanig in de eerste plaats dat meer dan ooit door deze crisis uit drukkelijk is gebleken, hoe de Roomsch- roode combinatie, die de coalitie zou moe ten vervangen, in afzienbaren tijd geen le vensvatbaarheid heeft en ik begrijp dan ook den zielekreet van den heer Stenhuis op het sociaal-democratisch congres, toen hij verklaarde van dit politiek vooruitzicht niets te hopen of te verwachten. Voorts lette men eens op de redevoerin gen in de Tweede Kamer gehouden tijdens het crisisdebat. Men heeft niet veel fijn gevoeligheid noodig om daar tusschen de regels en soms zelfs in de woorden nu reeds te beluisteren een zekeren toon van heimwee naar herstel van de verbroken samenwerking. Na dan gewezen te hebben op de con cessie door de Roomsch-Katholieken ge daan inzake het gezantschap te Bern en hun niet stemmen tegen hoofdstuk III en op de onvermoeide pogingen van Dr de Visser om te trachten een modus vivendi te vinden dat de Christelijke partijen weer aan het bewind zou helpen, vervolgde spr.: Dit alles nu zijn even zoovele onmis kenbare teekenen, dat wij hier staan voor een tijdelijke inzinking, niet minder, maar ook niet meer dan dat. Spoedig genoeg zal de gang van zaken in het publieke leven ons weer inscherpen de behoefte aan een krachtig Christelijk bewind, maar ik voeg er hij: men trachte niet die samenwerking te forceeren, men wachte kalm af den na tuurlijken gang van zaken. Laat thans elke groep de hand steken in eigen boezem tij dens dit onverhoopt intermezzo en straks gereed zijn om, zoodra de nood nijpt, te tooen, dat de rust ons goed gedaan heeft en dat wij weder in staat zijn de Christe lijke beginselen op de landspolitiek toe te passen, maar allereerst in eigen kring. Prof. Anema is dus van meening, dat we hier met een tijdelijke inzinking te doen hebben. Moge de toekomst leeren dat hij goed gezien heeft. Het Communisme in Indië. Dfa interpellatie van het communistisch© Kamerlid L. de Visser in de zitting van Einsdag der vorige week van de tweede Kamer over de z.g. vervolging van com munisten do-ar de regeering in Ned-erl. In dië lieeft Minister Koningsberger aanlei ding gegeven z'ijn standpunt tegenover het communisme uiieen te zetten. Het was een krachtig geluid, da.t deze Minister liet hoeren. Om zijn standpunt do-or een vergelijking te illustreeren nam hij! zijn toevlucht tot het gebied Waarop hij zich -gedurende het grootste gedeelte van zijn leven bewoog, n.l .dat der natuurwetenschap. „Ik meien aldus de Minister liet communism© niet beter te kunnen ver gelijken dan met de moeraskoorts, de ma laria, de funeste en vaak noodlottig ver- lo-opende ziekte, die ons door 'de werk zaamheid en het optreden van bepaal de muggensoorten tot een bezoeking wordt Wij' weten, hoe die muggen de over brengers zijn van de kiemen der ziekte, die vaak geiheele landstreeken teistert <en moeilijk of niet bewoonbaar maakt, boe zij do-or het toebrengen van overigens onb-e- teekenende wonden die kiemen in 't li chaam van haar slachtoffer brengen en hoe zij' biji voorkeur jonge, gezonde en krachtige organismen aanvallen, maai zich ook op andere wijze in het leven kunnen houden en zelfs een zekere voor liefde aan den dag leggen voor de sappen van onxijp-e vruchten. Daarnaast is het ons bekend, Welke pijnlijke en gevaarlijke processen zich afspelen bij de geïnfecteer- d-en, -en welke schadelijke gevolgen ge heel© landstreken ten gevolge van ep-ide- roeiën kunnen ondergaan. Ik acht het overbodig deze beschrijving te vervolgen -en evenzeer -acht ik het overbodig ero-p te wijzen, hoe mutatis mutandis het ge zegde vrijwel onveranderd -ap bet commu nisme, zijn -aanhangers, zijn propagandis ten, zijn invloed en zjjln werking vain toepassing is. O-ak het communisme werkt zuiver destructief en in zijn nauwelijks verkapt despotisme legt het aan de -ont wikkeling van Indië, zooals die thans door d-e groote meerderheid wordt ge- w-einscht, ernstiger hinderpalen in den weg dan de strengste behoudzucht. Daarom zal het mijn streven zijp, het zooiveel mo gelijk buiten de landpalen van Indië te „Tevreden met zijn lot." „Het Laatste Nieuws" vertelt: De Belgische minister van koloniën had aan een deskundige, op wiens bevoegd heid hij wel eens beroep doet voor zeer voorname zaken, geschreven, dat hij, als waardeering voor de verleende diensten, diens jaarlijksche toelage verhoogde- De minister heeft een antwoord ontvan gen, dat de moeite waard is hier te worden medegedeeld- Na den minister te hebben bedankt voor zijn woorden van lof, schrijft de deskundige „Gebruik makende van uw welwillend heid, zou ik. u vervolgens willen vragen mijn toelage op het oude cijfer terug te brengen- Ik heb er geen groote ver dienste aan, -onbaatzuchtig te zijn, daar ik het noodige bezit om aan mijn bescheiden eischen te voldoen en ik niet verlang, doel loos inkomen te verhoogen, dat thans reeds volstaat- Gij zult trouwens wel omgeven' zijn door zooveel personen, die vragen, klagen, eischen en „pere-kwateeren", dat het u niet onaangenaam kan stemmen, als er ten minste één is in de verzameling, die niets zegt en verklaart tevreden te zijn met zijn lot- In -de huidige razende jacht om het geld, houd ik er van de persoon te zijn, -die de anderen ziet jagen. Maar dat neemt -niet weg, dat ik toch altoos met genoegen de zaken zal onderzoeken dewelke gij mij de eer zult aandoen, aan mij voor te leggen". Het Duitscb-Russisch verdrag. Het door dr Stresemann en Krestinski onderteekende Duitsch-Russische verdrag: bestaat uit de volgende vier artikelen: Art. 1. De grondslag van de betrekkin gen tusschen Duitschland en de Unie der socialistische sovjetrepubliek blijft het verdrag van Rapallo-, De Duitsche re- geering en die der U.S.S.R. zullen in vriendschappelijk contact met elkaar blij ven, om over alle haar beide landen gemeenschappelijk rakende- vraagstukken van politieke en economische- strekking overeenstemming te bewerken. Art. 2. Zo-u een der verdragsluitende partijen niettegenstaande haar vredelie vend optreden door een derde mogend heid of meerdere derde mogendheden aan gevallen worden, zoo zal de andere ver dragsluitende partij gedurende den ge- he-elen duur van het conflict de neutrali teit handhaven. Art. 3. Zou, naar aanleiding van een conflict van den in art. 2 vermelden aard, of ook op een tijdstip, dat geen der ver dragsluitende partijen in oorlogsverwik kelingen zich bevindt, tusschen derde mo gendheden een coalitie gesloten worden met het doel tegen ©en der verdragslui tende partijen een e-cono-mischen of finan- cieelen boycot te verwezenlijken, dan zal de andere verdragsluitende partij zich niet bij een dergelijke coalitie aansluiten. Volgens art. 4 treedt het verdrag na uitwisseling der ratificatie-oorkonden in werking; het, geldt vo-or den tijd van vijf jaar. De beide verdragsluitend© par tijen zullen tijdig voor afloop van dezen termijn over de verdere regeling harer politieke beirekkingen tot overeenstem ming komen. Aan het verdrag is een notawisseling tusschen Stresemann en Krestinski toe gevoegd, waarin wederzijds de nadruk er op wordt gelegd, dat het verdrag ook tot het behoud van den algemee-nen vrede zal bijdragen, -en dat de beide regeeringen het voor doelmatig houden spoedig in onderhandelingen over het sluiten van een algemeen verdrag over de vredelie vende oplossing der tusschen heide par tijen eventueel ontstane conflicten te tre den, waarbij met de mogelijkheid van een scheidsrechterlijke procedure en van een bemiddelin-gsprocedure rekening zal wor den gehouden. De Duitsche regeering is overtuigd, dat Duitschlands lidmaatschap van den vol kenbond geen belemmering voor de vriendschappelijke -ontwikkeling der be trekkingen tusschen beide staten kan be teeken-en. Zo-ud-en, wat de Duitsche regee ring niet aanneemt, binnen de perken van den volkenbond, hoe of wanneer ook, ©enigerlei strevingen op den voorgrond treden, welke, in strijd met de primaire vredesgedachte, eenzijdig tegen sovjef- Rusland gericht zouden zijn, dan zal Duitschland dergelijke strevingen met al len nadruk tegenwerken. Korte berichten. De Poolsche begrooting 19261927 zal met een bedrag van 1650 millioe* zloty sluiten en zat in evenwicht wor den gebracht door een verhooging van alle belastingen mét 10 procent en Ide invoering van een nieuwe belasting van 10 procent op weelde-artikelen. De uit gaven worden met 75 millioen verminderd, dank zij de herziening der pensioenen voor ambtenaren en oorlogsinvaliden en de inkrimping van het spoorwegpersoneel- Het Fransche ministerie van finan ciën spreekt de berichten tegen, volgens welke de Fransche regeering zich ver plicht zou hebben, aan Engeland dit jaar nog tenminste 5 millioen pond sterling als eerste annuïteit te betalen- Wel wordt toegegeven, -dat Zaterdag te Londen een voorloopige overeenkomst is gesloten, vol gens welke Frankrijk een bedrag van 4 millioen pond zal betalen. Zondagmorgen is brand uitgebroken; in het dorp Freibach. Tengevolge van den -sterken wind, breidde de brand zich snel uit- Het geheel© dorp werd in' de asch gelegd. Te Berlijn heerscht voor dezen tijd. van het jaar een ongewoon hooge tem peratuur. Gisterenmiddag wees de ther mometer meer dan 28 graden aan. De Mini s ter s wi s sel'iüg. Door den heer Van Gijn waren aan de» voorzitter van den Raad van Ministers de volgende vragen gesteld: Kan de minister med-edeelen: 1. Waarom de afgetreden Minister va* Oorlog, Minister van Marine a.i., ge meend heeft zijn -ontslagaanvrage te moe ten indienen? 2. Welke nieuwe omstandigheden er toe hebben geleid, dat de eerst voor kort afgetreden Minister van Oorlog Lam boor de portefeuilles van Oorlog en Marine a.i. wederom kan aanvaarden? Hierop heeft de heer de Ge-er, minister van Financiën, voorzitter van den Raad van Ministers, het volgende geantwoord: I. In de Regeeringsverklaring van 11 Maart j.l. werd o.m. aangekondigd: „Samenvoeging van de Departementen van Oorlog en Marine tot één Departe ment van Landverdediging; nadere over weging van het vraagstuk van de split sing der Marine". Eenig verschil van gevoelen is gerezen of deze beide punten in dien zin „-onaf scheidelijk aan elkaar verbonden" waren (woorden uit -de rede van den Minister van Marine a.i. in zijn Kamerrede van 23 Maart j.l.), dat bij een ongunstige beslis sing op het tweede punt ook de aanneme lijkheid van het eerste twijfelachtig zou worden, dan wel of de samensmelting der Departementen in ieder geval zou behooren te worden doorgevoerd, c.q. zon der splitsing b-v. in den geest van het Koninklijk besluit van 27 September 1920, en van het nog bij de Kamer aanhangige wetsontwerp van 15 November 1920. Hoewel de ondergeteekende dit verschil niet acuut échtte en daarvan aan zijn ambtgenoot blijk gaf, heeft deze, wegens uiteraard te eerbiedigen en voor hem af doende red-enen, met name wijl hij zich' in geen geval zou kunnen vereenigen, met een oplossing in den geest van het bovenbedoeld wetsontwerp, in dit latente geschil aanleiding gevonden, zijn ontslag aanvrage hij Hare Majesteit Ide Koningin in -te dienen. II. De beantwoording van deze vraag ligt minder op den weg van den onderge teekende. Hij heeft bij het zoeken va* een opvolger, die in de huidige onzekere situatie bereid en geschikt zou zijn de voorliggende taak op zich te nemen, met dergelijke overwegingen geen rekening kunnen houden- Hij moge, na ingewonnen informatie hij den betrokken bewindsman, mede- deelen, -dat als „nieuwe omstandigheden" ten deze zijn aan te merken dezelfde, die genoemd zijn in de verklaring, door het Kamerlid -den heer Nolens afgelegd vóór de stemming over de begrooting va* Buitenl-ands-che Zaken op Vrijdag 19 Maart j.l. met name deze: de aard van het huidig Kabinet en de verhouding, waarin dit Kabinet staat tegenover de fracties in de Kamer. Mej. M. Korstanje z-al op' 1 Mei a.s. haar 25-jarig jubilé vieren' als dienstbod» bij de familie Muntinga te Voorburg.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1