40e Jaargang *0 16$ Woensdag 14 April 1926 BimetlaM. EERSTE BLAD. Mi mmmw bestaat twea blade» ovNHuuanw4WMa«Mawni Drukkers-Exploitanten: OOSTEREAAN LE COINTRE.GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 et. Bij abonnement belangrijke korting. OPSTANDINGSVRUCHTEN. Op de. vraag wat nut 'ons de opstan ding van Christus geeft, antwoordt de Heidelbergsche Catechismus o.m., dat wij daardoor worden opgewekt tot een nieuw leven. Het. is duidelijk, dat hier sprake is van het geestelijke leven, van een geeste lijke opstanding, maar 't spreekt eveneens vanzelf, dat de vruchten de bewijzen van dat nieuwe leven ook in het natuurlijke leven openbaar moeten worden. Indien de opstanding van Jezus Chris tus uit de dooden voor ons geestelijk leven iets beteekent en oorzaak is, dat in ons het nieuwe leven, dat uit God geboren is, mag aanvangen, dan kan het niet uitblijven, of dat leven moet zich ook, zoo dat het voor ieder zichtbaar is, naar buiten openbaren. In ons persoonlijk leven allereerst, maar dan ook in ons gezinsleven, in onzen arbeid, onzen handel en wandel in ons optreden op sociaal en staat kundig gebied. Hot leven moet zich nu eenmaal uiten. Aan het zingen, heeft eens iemand gezegd, moet het zeggen voorafgaan, maar omgekeerd is ook waar, dat als er het zeggen is en het tot belijden komt, ook het zingen hier in den meest breeden zin genomen, niet kan uitblijven. Het belijden is van groote beteekenis. Maar het heeft weinig innerlijke waarde als het niet door het leven gevolgd wordt. i - Het geloof moet blijken uit de werken. En nu is het van het grootste be lang telkens weer na te gaan inhoe- verre er bij ons overeenstemming is tus- schen belijdenis en leven en er den na druk op te leggen, dat de opstandings vruchten ook- in ons leven gezien worden. Dat is noodzakelijk voor ons- zelf, maar het is ook noodig voor de bevordering van de doorwerking der beginselen, waarvoor wij zeggen het pleit te voeren. Het is niet genoeg te zeggen, dat wij antirevolutionair zijn, dat wij dus Jezus Christus erkennen als den verheerlijkten Koning, Wien gegeven is alle macht in den hemel en op de aarde, maar de waarheid en de beteekenis van die belijde nis moet ook in ons leven werkelijkheid worden. Het. zwaaien met de antirevolutionaire vlag zegt niets. En het ijveren voor de antirevolutio naire partij en hare beginselen heeft weinig waarde, indien wij niet waarlijk zelf in hart en nieren antirevolutionair zijn, indien wij niet het revolutiebeginsel uitbannen uit ons hart en overal, bij ons zelf in de eerste plaats, het beginsel van dein opstand tegen God bestrijden. Wij moeten leeren antirevolutionair te zijn in heel onze levensopenbaring. Het antirevolutionaire beginsel moet als een gouden draad door heel ons leven ioopen en als dat niet liet geval is, als er een tegenstelling bestaat tus- schen wat wij leeren' en beleven, dan blijkt daaruit, dat of het opstandings beginsel gemist wordt of dat wij op schromelijke wijze ontrouw zijn aan onze belijdenis. Daarover mag met name in deze da gen, nu er allerwegen afval valt waar te nemen, nu er zooveel ontrouw is en onverschilligheid, wel ernstig worden na gedacht. Wij vragen ons af hoe het komt, dat de invloed van onze beginselen niet grootar is, dat velen die zich bij ons behoorden te scharen zich van ons af wenden, dat de revolutiebeginselen ook in onze kringen zoo sterk hun invloed doen gevoelen. Het gaat niet aan op die vragen met een enkel woord een antwoord te geven, taaar dit is wel zeker, dat één der oorzaken gezocht moet worden hierin, dat wij ons te weinig als anti-revolutio nairen openbaren, dat het opstandings- leven bij ons zoo weinig tot uiting komt. En leeringen mogen wekken, voor beelden trekken en oefenen een machtigen invloed uit. Veel meer dan wij vaak meenen. Een jongeman, die in de kazerne komt, mag nog zoo vroom praten en nog zoo goed zijne beginselen kunnen verdedigen, wanneer hij niet zorgt dat. hij ia alles zijn plicht doet, dan kan hij niet verwachten, dat men zijn ge voelens zal respecteeren. Een arbeider mag nog zoo sterk zijn in het bijbrengen van argumenten voor zijin christelijk; beginsel, wanneer hij een dag- n 'S) ^'-e z'c^ *n z'in slaP aan stelt en die niet met nauwgezetheid zijn werk verricht, dan zullen al zijn misschien mooie woorden, niet den minsten invloed hebben. Wanneer een middenstander een dief is in zijne nering en het in den handel volstrekt niet nauw neemt, dan moet het niet verbazen, wanneer zijne zeer prini- pieele woorden op den tegenstander af stuiten als hagelsteenen op een glazeD dak. Als daar is een patroon, die het op het stuk van de beginselen heel nauw neemt, maar die zijnen werklieden het hun toekomende loon onthoudt, die geen ethische gevoelens kent en voor wie het dividend het eerste en het hoogste- is, dan moet hij zich niet verbazen wanneer de naam des Heeren om zijnentwille wordt gelasterd en wanneer zijn werk plaats 'n kweekplaats van revolutionaire beginselen blijkt te zijn. Leer en leven, geloof en werken, wanneer wij ze naast elkaar plaatsen, wat hebben we dan weinig reden om te roemen en veel reden om ons te schamen. Dan verwonderen we ons niet meer, dat de revolutionaire partijen zoo groo- ten invloed" hebben, maar dan verbazen we ons, dat er ondanks onze tegenwerking nog zoo betrekkelijk velen zijn, die zich scharen onder de banier van Koning Je zus. Het opstandingslied wordt nog wel ge hoord. Aan opstandingsvreugde ontbreekt het niet altijd. Maar waar zijn de opstandingsvruch- te-n? Waar is de bezieling, die in den school strijd na 1878 zoo wonderbaar algemeen tot uiting kwam! Waar is de geestdrift, die zoovelen vervulde in den verkiezings strijd, ook waai' kans op de overwinning telkens weer bleek afgesneden! Waai- zijn onze volle zalen! Laat ons oprichten de trage handen en de wankelende knieën vast zetten. Er is nog! zooveel te doen. Wie bij ons behooren, dat ziji tot ons overkomen. In beginsel is elk Christen antirevo lutionair. Alleen wanneer hij op politiek terrein, zich in den aard en de verhou ding der partijen vergist, kan hij aan het liberalisme de hand reiken en voor het Evangelisch beginsel in den (door de Revolutie in het leven geroepen) anti revolutionairen vorm beducht zijn. Dit sta vast. Doch wie het hiermee niet eens is, of uit anderen hoofde instemming met ons zoekt, dat hij henenga. Dr Kuyper zeide het eenmaal zoo schoon: „Ga van o-ns uit, en wijke van ons, alle man wien het om eigen eer of macht, om hoog© post of geldelijk voordeel te doen is. De hand die grijpt naar persoon lijk voordeel, kan de Banier van het Kruis niet omklemmen. „Wie als held in dezen strijd zal optrek ken, dien moet het om Christus en zijn toekomst, -en in verband met die toekomst des Heeren, -om de redding van zijn vader land te -doen zijn. „Wat hem wenkt moet het dweepend verlangen zijn, om, als de Christus weder komt, hem -op dezen vad-erlandschen bo dem, waarin eens het bloed der martela ren wegzonk, een volk te bereiden, dat hem niet tegenstreeft, piaar ontvangt met ©en Hallelujah." Doch aan 't adres van hen, die, schoon zij Christenen zijn, en zich niet vergissen in den aard en de verhouding der poli tieke partijen, en ook niet voor het Evan gelisch beginsel beducht zijn; integendeel van verre nog wel in stilte met ons -meeleven, en bij de stembus met o-ns medegaan, doch onder de leus: „ik doe niet aan politiek" zich verre houden van onze actie en weigeren zich openbaar bij ons te voegen, hebben wij dit duide lijke woord van wijlen jhr mr A. F. de Savornin Lohman: Dikwijls hoort men iemand met zekere zelfingenomenheid zeggen: „Ik doe niet aan politiek." Toch steekt -daarin niets voortreffelijks. Iemand die den moed heeft een gezin te vormen en zich dan aan dat gezin te wijden, staat hooger dan de zelfgenoeg zame celibatair, die uitsluitend zorgtvoor zichzelf. Zoo staat ook hij, die zijn vrijen tijd, zijn gaven en krachten bezigt voor een kring, waarvan hij deel uitmaakt, hooger dan hij, die zich aan alle politieke leven ©envoudi-g -onttrekt. Het arbeiden voor gemeente, provincie en land is, althans wanneer het uit toe wijding geschiedt, een voortreffelijk werk. Wie nog iets anders en Iioogers kent' -dan zijn eigen persoon, arbeidt voor ande ren; arbeidt hij op publiek terrein, dan doet hij dat voor de gemeente, het land of ©enigen anderen politieken kring. Strijd van plichten. De voorstanders van ontwapening be schouwen de algeheel-e ontwapening als ©en nationalen plicht. Maar een Staat heeft ook internationale verplichtingen; dat wil zeggen verplichtingen ook tegen over het buitenland. Geen staat heeft, het recht zichzelf weerloos te maken, en daar door andere staten in ongelegenheid te brengen. Deze verplichtingen zijn het vorige jaar ook onder anderen door de Belgische regeering nog eens uitdrukkelijk naar vo ren ge-bracht in het neutraliteitsverdrag met do Nederlandsche. Onder protest van de Nederlandsche sociaal-democraten. Doch zij vergaten -dat zo-owel het neu traliteitsverdrag van 1897 als "het Volken bondsverdrag ©e-n dergelijke- houding ver- bicden. Zoo ondubbelzinnig mogelijk is hun dit door den Belgischen minister van buiten- landsch-e zaken Vand-e-rvelde, oud-voorzit ter van d-e socialistische internationale aan h-et verstand gebracht. Aan zijn door „Dia Telegraaf" vertaalde schrijven is het volgende ontleend: „Als ik in deze kwestie de bezwaren we-1 begrijp van d-e Hollandscbe socialis ten, die bezorgd zïjiu hun land in een oorlog tegen zij!n naburen betrokken t-e zien, is het mij onmogelijk in te stemmen met de zeer beperkte wijize, waarop in dit artikel -de internationale verplichtin gen der staten ten aanzien van d-e ver dediging van hun grondgebied worden opgevat. -Ongetwijfeld staat het iedere natie ge heel vrij te beoo-rdeelen of, en in welke mate» zij zich gewapend wil verzetten tegen -e-en buitenlandsch-e-n inval. Maar dit beginsel sluit -een tweeledig voorbehoud iu zich. Vooreerst, dat volgens de bewoordingen van art. 5 der Conventie (van 1907) no pens de rechten en plicht-en van neutrale mogendheden -en personen ingeval van ©e-n landoo-rlog, 'n neutrale mogeribeid gehoud-en is, daden te straffen, w-elke strijdig zijn met de- neutraliteit, indien d-eiz-e op haar -eigen grondgebied worden bedreven. Iedere nadere houding zou haar tot medeplichtige maken van den oorlog voerende, die zich van haar grondgebied heeft bediend. Het ware dus niet voldoen de, indien de neutrale staat zich slechts tot een -enkel gebaar van verzet beperken zou. r Op die- wij-ze- hebben ook de achtereen volgende regeeringen, sinds 1830, steeds de verplichtingen opgevat, voortspruitende nit d-e neutraliteit welke -d© verdragen van 1839 ons permanent oplegden, en arti kel 10 laat d-e-n neutralen staat slechts het voorrecht van zijin neutraliteit behouden in d-e veronderstelling van e-en welge slaagd verzet tegen den dir-ecten aanval van -e-en d-er oorlogvoerenden. Het kan den contracte-erenden mogendheden niet in den zin zijn gekomen, daarmee uitslui tend de neutrale landen te do-en beslissen over de mate, walarin ziji zich beho-oren te verzetten, tegen schendingen van hun grondgebied, bedreven met het doel een der oorlogvoerende landen aan te tas ten. Het tweede voorbehoud, dat men m.i. zal moeten maken op 't beginsel der vrijle keuze van iedere-n Staat tusschen d-e -nationale verdediging of het zich-niet- verze-tten tegen een aanval, schijnt mij vervat in h-e-t Volk-enbondsstatnlut. Dfit ze-gt aan -de- Staten-l-e-den in bepaalde gevallen van .agressie, den bijlstand der overige l-eden toe. Het ko-mt mijl voor, dat de bedoelde internationale bijstand nóch juri disch verplicht nóch feitelijk mogelijk zou zijn, waune-er -een land, dat werd aange vallen, zich tegen den aanvaller in geen enkel o-pzicht beliefde te verzetten en geen -enkel offer Wenschte te brengen voo-r zijin onafhankelijkheid, juist o-p het oogen- blik, dat het, o-M die onafhankelijkheid te verdedigen, een beroep doet op Hen m-aterieelen en militairen bij'stan-d van de overige leden van den "feond." M:et d-e-ze onbewimpelde verklaring van den Belgischen so-cialist is aan den mallen eisch van algeheel© ontwapening de mond gestopt. Trouwens in 1920 heeft de leider der S. D'. A. P- nu1 Troelstra zich in ongeveer dezelfde bewoordingen tegen dien eisch uitgesproken. Terwill© van het gros der volgelingen zal hij wellicht nog we-1 een tijdje gehand haafd worden; miaar van de onmoeelij'k- heid zijlner inwilliging zal men wel alge meen overtni-gd zijin. naar Dj-ebel, doch worden door Bedoe- inen en aanhangers -der Franschen aan gevallen. Het succes der Frauschen heeft te Damascus een uitstekenden indruk ge maakt. In d-e streek van Beyroeth hebben ver scheidene tamelijk hevige botsingen plaats gehad. Er wordt een lichte agitatie ge meld. Wegwijzers in de lucht. Menigeen zal zich vaak met verwonde ring hebben afgevraagd hoe aviateurs hun weg kunnen vinden, terwijl zij toch niet zooals automobilisten en verdere wegge bruikers kunnen vertrouwen op de overal aangebrachte wegwijzers en vrijwel alleen moeten steunen op kompas en event, draadlooze richtingsaanduidingen. In de Vereenigde Staten is dit probleem door de krachtige medewerking van den heer Edsol B. Ford, die zich zeer sterk voor de luchtvaart interesseert, op een eenvoudige wijze opgelost, door aan al zijn 10.000 dealers te verzoeken, den naam van hun woonplaats in groote letters op het dak te schilderen, en tevens de Noordpijl aan te geven waaraan vrijwel zonder uit zondering werd voldaan, zoodat thans ook de lucht op een grondige wijze beweg- wijzerd is. Korte berichten. De Quotidien zegt, dat volgens in directe berichten uit Griekenland de ge beurtenissen van de vorige week te Sa- loniki veel ernstiger geweest, zijn, dan Pangalos heeft willen laten weten- Vlie gers hebben bommen op d-e stad ge worpen en een bloedige strijd heeft plaats gehad- Er zij-n ten minste 200 -dooden gevallen- De laatste nachten zijn er in het Zuiden van Frankrijk, in de departemen ten Hérault en Gard, sterke nachtvorsten waargenomen die aan de jonge loten van den wijnstok veel schade hebben toe gebracht- Korte berichten. Die- buitengewone krijgsraad te Ath-em© beeft de leiders van de muiterij te Saloniki, de kolonels Dljavelas en Clara^ ho-efas ter dood veroordeeld. Zeven andere 'beklaagd-en kregen vrijheidsstraffen. Dlei Quai d'Orsay de-elt mede, dat Spanje- en Frankrijk Abd el Krim hebben doein weten, dat h-em gevraiaig|d zal worden het Riffgebied te verlaten. In-dien Krim onderhandelingen wil voeren, zal dit be schouwd worden als ©e-n toestemming'. De toestand in Syrië. De Franschen zijin thans -geheel meester van bet Hermo-n gebergte. Die no-g opstan dig© Dirusen trekken door de vallei terug Bureaucratische dienstorder. Zooals bekend, worden door de Neder landschei Spoorwegen uitgegeven z.g. maan-dkaartein, -die gebonden zijin aan ver schillend© be-palingen, waarvan deze drie geildigh-eidsb-e-paling-ein: 1. in alle arbe-idstreinen; 2. in lalle treinen wier aankomsttijd, volgens dienst regeling aan bet station tot waar de maandkaart geldig is, niet later is dan 8.00 voormiddag. 3. in alle treinen, wier vertrekuur volgens dienstregeling van het station waar de maandkaart geldig: is, 4-00 uur nam. of later, Zaterdags 12.00 uur middag of later is. Nu bestaat reeds ge rui men tijd verschil van meening of de-ze maandkaarten slechts éénmaal visa-ve-rsa per dag of meerdere malen in de vastgestelde uren geldig zijin. Naar wij vernemen hebben thans „Du Nederlandsche Spoorwegen" allen twijfel opgelost e-n per dienstorder ke-nhaar ge maakt, dat de opvatting juist is, dat meerdere malen per dag van de maand kaart mag worden gebruik gemaakt. E-doch nu ko-mt de heerlijk kinder lijke bureaucratische vondstdoor het personeel mag zulks niet aan de houders der maandkaarten word-en "bekend ge maakt. D-e stem-ming voor led-en der Eerste Kamer. Dloor den he-e-r van Aalten zijn aan den minister van Binnenlandsch-e Zaken do volgende vragen gesteld: 1. Is het den Minister hekend, dat ten gevolge van bet vallen van den twee den Dinsdag de-r maand Juli op 13 Juli dit jaar de mogelijkheid bestaat, dat de st-ew- ming voo-r 1-eid-em der Eerste Kamer eerst o-p .7 Augustus zal plaats vinden? 2- Acht d-e Minister _geen bezwaren ver bonden aan ©e-n zoo- laten dag voor deze ^rteircrming? I j 3- Zou h-et, naai- hiet oordeel van den Minister, ook in het financieel belang der provinciën niet aanbeveling verdienen de mogelijkheid te o-penen, dat de stemming voor leden d-er Eerste Kamer in de jaren, waarin geen verkiezing van de leden der Staten plaats heeft, zon kunnen geschie den in de vergadering van den eersten Dinsdag der maand Juli, op welken dag de Staten volgens de Provinciale Wet een vergadering moeten houden? 4. Zoo ja, is de Minister dan bereid een wijziging der Kieswet te bevorderen, waarbij b.v. de gewone tijd ter candidaat- ste-lling, bedoeld in art. 113 der Kieswet, in de jaren, waarin geen verkiezing van de leden der Staten plaats heeft, Wordt gesteld op den derden Dinsdag der maand Juni in plaats van op den tweeden Dins dag der maand Juli, en dit voorstel tot wijziging van art. 113 der Kieswet zoo tijdig in te dienen, dat deze wijziging nog dit jaar bij de Eerste Kamerverkiezin gen in werking zal kunnen treden? Propaganda voor de Prot. Clir. Vakbeweging in Zwitserlan'd. Naar de „St." verneemt zal de heer H. Amelink, secretaris van liet Chr. Nat. Vak verbond en penningmeester van het Inter nationaal Chr. Vakverbond, Donderdag a.s. naar Zwitserland vertrekken om daar in eenige vergaderingen, belegd door den Sch wei tzerische Verhand Evangelische Arbeiter und Angestelten als spreker op te treden. Vrijdagavondko opt hij een pro- pagandarede te houden in Winterthur, Zaterdag op de algemeene vergadering van het Verband te Zürich, Zondag in een opwekkingsvergadering in een der kerken te Wipkingen en Maandag in een propa- gandavergadering te Bazel. Een overval op Atjeh. Omtrent den voorlaatsten overval van de brigade Grünefeld, verneemt de „Loc." uit Kota Radja nog, dat deze in den nood- lottigen nacht van verschillende kanten tegelijk werd besprongen. Er stonden twee schildwachten, waarvan één echter sliep. De andere schildwacht, die waakte, sloeg twee der aanvallers neer, onder wie het hoofd van de bende. Daarop kreeg hij ech ter zelf ernstige verwondingen, hem werd een arm afgeslagen. Het bericht, dat Teukoe Mauloed, een der aanvoerders zou zijn gesneuveld bij den overval, is nog niet officieel bevestigd. Van verschillende zijden worden thans militaire patrouilles uitgestuurd in de richting van Meulaboh en Suighel, om te trachten de bende (n) op te vangen. Een dier patrouilles, onder luit. v. Heerde, is den 9en Maart boven Bakongan reeds op een deel der uitgewekenen gestooten, waarbij onzerzijds een Menadoneesch in fanterist sneuvelde en luit. Van Heerde gewond raakte, doch van de verzetslieden zes man werden neergelegd, terwijl vijf ka rabijnen werden heroverd. Een goed begin! Het Soer. ILbld. verneemt, dat de con troleur van Tapak Toean, op wiens gebied de Bakongan en Troemon-overvallen voor bereid zijn, wordt overgeplaatst en ver vangen door een ervaren Atjeh-kenner. Betreffende de aanleiding tot de onte vredenheid in het Bakongansche, schrijft de Deli Crt. nog: Indien zoo kort na, elkaar in vrijwel de zelfde omgeving twee dergelijke overvallen van brigades plaats grijpen, dan is het bij na onmogelijk dat daartusschen geen ver band zou bestaan. Te eerder waar het na derhand bekend is geworden, dat reeds voor den overval in Bakongan verschillen de kampongbewoners vandaar waren uit geweken in verband met de bezwaren der bevolking, die daar tot den overval leid den. De bezwaren, door aanstokers uitgebuit, kwamen voornamelijk neer op een kwèstie over een irrigatieleiding, die daar met voorlichting der B.O.W. en naar haar plannen door de bevolking werd gegraven om haar sawahs te kunnen bevloeien. Bij die plannen moet namelijk een be treurenswaardige fout gemaakt zijn, waar door de leiding eerst foutief is gegraven en naderhand dubbel werk moest worden verricht. Nu geschiedde dit alles wel is waar op verzoek der bevolking gouver neur Hens liet met die werken meestal niet beginnen voordat hij in het bezit was van het betreffende schriftelijke verzoek, ge- teekend door alle betrokkenen maar de aanstokers hebben natuurlijk de Kompe- nie zwart gemaakt en de eenvoudige kam pongbewoners doen gelooven, dat ze daar aan het werk waren om de Kompenie be lasting te bezorgen. Eelm abattoir te Goes? R-eeds lang liepen er geruchten, daf d-e mogelijkheid bestaat, dat te Goes -een abattoir zal worden, gesticht en zelfs werd in de openbare Raadsvergadering gevraagd, hoever het met de plannen dienaangaande stond- Thans kunnen wij meedeelen, dat B- en' W. geruimen tijd geleden aan de heeren Rothuizen, direc teur van .Gemeentewerken en Van Baak, directeur van den Vl-eeschkeuringsdienst opdracht hebben gegeven te onderzoeken de mogelijkheid in Go-es een openbaar slachthuis in te richten en daarover rap port uit te brengen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1