Land- en Tninbonw.
Allerlei.
men; en ztf, die indien er zoodanige zijn
van oordeel zijn, dat het hier maar een
onbeduidend'geschil geldt, zullen op dit punt,
indien de ernst om de waarheid te dienen
maar bjj hen voorzit, door dit artikel van
deze dwaling kunnen overtuigd worden.
Zonder de waarde en de belangrijkheid
der overige artikelen hierdoor to willen ver
kleinen dit zou trouwens ook niet gaani
spreken wij onze ingenomenheid uit met
deze klare uiteenzetting der feiten.
Nu wy toch tot deze opmerking ons ge
roepen zien, willen wij ook wel de aan
dacht vestigen op de duidelijke uiteenzetting
der in geschil zijnde kwestie in de ach
tereenvolgende nommcrs van „De Heraut"
(Prof. Kuyper), „De Reformatie" (Prof. Hepp
en Ds Schilder) „De Bazuin" (Prof. Bouw
man en Prof. Hoekstra) cn de „Zeeuwsohe
Kerkbode" (Ds Van Dijk en Ds Heij).
Vooral in dozen tijd is het broodnoodig
dat, wie deze bladen nog niet loost, er zich
op abonneere.
„De Heraut" verschijnt te Amsterdam, „Do
Kerkbode" te Middelburg, „De Bazuin" te
Kampen en „De Reformatie" te Goes.
- Kwestio Geelkerken. Over do
zaak Geelkerken hebben wij ons als politiek
blad weinig druk gemaakt. Wij hebben onzen
lezers het voornaamste meegedeeld en eeni-
ge persstemmen overgenomen. We kunnen er
nu wel mee stoppen. Zij zou haast iets
krijgen van een oude Zeeuwsche lodderein-
doos, waar de geur uit is, omdat er al
zooveel neuzen over zijn gegaan. Wij moe
ten echter een uitzondering maken voor twee
persstemmen, een van Geelkerken zelf en
een van Kersten: twee uitersten.
Kersten schrijft blijkens „De Rotterdammer"
in „De Saambinder" naar aanleiding van de
schorsing
„Ik kan niet anders bezien, of hier wreekt
zich het intellect. Van het bevindelijk leven
zijn velen vijandig; op den kansel moet daar
van liefst nooit gerept. Al die mystieke men
schen zijn er naast. Wij zijn „kinderen des
Verbonds"; te veronderstellen zij wederge
boorte in ons en ons zaad; te wachten is
de hemel. De klem der waarheid is van
de consciëntie af. Een jolig Christendom is
ontstaan, dat toch „Gereformeerd" is."
Dr Geelkerken reageert in zijn „Overtoom-
sche Kerkbode" op het woord van vermaan,
hetwelk men in ons vorig nommer vindt af
gedrukt, van het moderamen der Synode van
de geref. kerken op 12 Maart aan de G.
gezonden, na de ontvangst van zijn op 10
Maart gedateerde weigering om de verklaring
te teekenen. Men lette hier wel op: het
Stuk is gedateerd 12 Maart, de afzetting ge
schiedde 17 Maart
„Wordt het niet met den dag duidelijker,
dat er doelbewust op aangestuurd is, om
jnij het blijven in de Gereformeerde Ker
ken onmogelijk te maken, mij „er uit to
werken" Laat men toch niet pogen dit
onder vrome leuzen en dierbare betuigin
gen van leedwezen te verheimelijken. Het
spreekt immers vanzelf, dat iemand met nog
een klein beetje eergevoel, na het aanhooren
dezer krenkende woorden, een vergadering,
die zich niet ontzag zóó tot hem te spreken,
onmiddellijk zou hebben verlaten met slechts
deze opmerking: „Ik heb het voorrecht de
heeren te groeten, voor goed!"
Er waren er ter Synode, die heel goed
wisten, dat ik reeds bij den aanvang der
tegen mij opgezette procedure onomwonden
tot hen gezegd had: „Ik wil van harte do
Geref. Kerken blijven dienen, zoolang mij dit
met behoud van eer en karakter, als fatsoen
lijk mensch, nog maar even mogelijk ismaar
ook geen minuut langer". Welnu, wanneet
elke andere poging om van dien „lastigen"
dr G. af te komen, zelfs de poging met
de toch voor hen onaanvaardbare „verklaring",
toch nog mislukt mocht zijn, had men in
dit schandelijke „woord van vermaan en af
zetting", nog een zeker onfeilbare kans.
Onwillekeurig denk ik aan het gesprek,
dat ik met den voorzitter der Synode had
op het oogenblik, dat ik voor de eerste
maal met hem de „vergadering der Gere
formeerde Kerken in Nederland" binnentrad.
Ds Fernhout zeide toen tot mij„Ik hoop.
dat de broeders elkander zullen vinden". Ik
antwoordde: „Ik hoop, dat de Gereformeerde
Kerken zich niet zulle n„blameeren". Het
wil mij voorkomen en het doet mij bui
tengewoon leed, dit te moeten constateeren
dat ik in die hoop teleurgesteld ben.
Overigens mogen nu en in de geschiede
nis de twee hier volgende stukken voor zicli-
zelve spreken, en er tot in lengte van dagen
van getuigen, wat in den jare 1926 een
Buitengewone Generale Synode van Gerefor
meerde Kerken durfde toevoegen aan een Die
naar des Woords, die ze vijftien jaren lang,
onder heel veel opoffering en zelfverlooche
ning, met volle toewijding en inzetting van
alle krachten, trots voortdurende miskenning
en smaad net zonder izegen, en in ieder
geval trouw en met een eere gediend had.
En voorts over die beide onwaardige mis
sives geen woord meer!"
Ds G. H. Kersten hoopt 11 Mei afscheid
te prediken bü de Geref. gemeente (e Ier-
eeke en 13 Mei, Hemelvaartsdag, intrede te
doen. te Rotterdam na bevestiging door da
R. Kok, van Gouda. (Standaard)
De gevolgen van den wa
tersnood. Tc Leeuwen Boven is het
huis van H., door de overstroomingen
bouwvallig geworden, ingestort. Er had
den geen persoonlijke ongelukken plaats.
Te Wamel is de schade, aan woningen,
huisraad, veevoeder enz. toegebracht op
ruim een millioen geraamd. Daarbij de
boomgaarden en de tuinbouw niet eens
gerekend. In Beugen is de schade reeds
vergoed. Aan 70 personen is in totaal
een bedrag van f 50.000 uitgekeerd.
Inbraak. Zaterdagnacht is inge
broken in de woning van de 66-jarige
weduwe R. te Nieuwenhagen. De vrouw
werd wakker en maakte alarm, waarop
de inbrekers haar neersloegen. Nadat een
14-jarig meisje de buren had gewekt, na
men de inbrekers snel de vlucht. De
toestand van de vrouw is ernstig, wijl
ze veel bloed verloren heeft. De politie
vond geen sporen van de daders.
Vreeselijke woningtoe
standen te Amsterdam. De Ge
meentelijke Woningcourant bevat een af
beelding van inpandige perceelen aan de
Lindengracht. Deze perceelen worden
thans gesloopt. De deuren der bovenhuis
ingangen ontbraken reeds lang. Zij waren
door de bewoners in den oorlogstijd als
brandstof gebruikt. De perceelen bevatten
tezamen 8 éénkamerwoningen. De wonin
gen werden bewoond door echte paupers,
wier kindertjes naakt rondliepen. De beide
perceelen waren besmet met wandluizen,
zóó zelfs, dat een der bewoonsters mee
deelde, in geen anderhalf jaar in de bed
stede te hebben kunnen slapen.
f400 verbrand. Vrijdagmiddag
was de vrouw van den vrachtrijder K.
te Veendam bezig met de schoonmaak.
Toon ze een Iade uit de linnenkast op den
vloer had gezet, moest ze even een bood
schap doen bij den kruidenier en sloot
de deur. Er schijnen vonken uit do kachel
in de lade te zijn gespat, want toen
de vrouw terugkwam, bleken de spaar
centen, bestaande in vier briefjes van
f 100 ieder, te zijn verbrand. En daar
de nummers niet bekend zijn, kan K.
zich ook niet schadeloos stellen. Het
flinke, jonge echtpaar geraakte er, gelijk
zich laat begrijpen, geheel door van
streek.
De moord te Culemborg.
Naar wij vernemen is de commissaris
van politie te Culemborg, de heer B.,
Zaterdagmorgen vrijgelaten. Hij heeft zich
onmiddellijk van Tiel naar Den Haag
begeven.
Coprah-dieven aangehou
den. Dinsdagavond werd de rivierpolitie
te Rotterdam er mede in kennis gesteld,
dat van een bootje liggende in de Delfs-
havensche Schie, balen coprah op ver
dachte wijze op een vrachtauto worden
overgeladen. Het nummer van den auto
werd opgegeven en uit een onderzoek,
dat terstond werd ingesteld bleek, dat
de auto inmiddels in de garage aan do
Jufferstraat was ondergebracht. De ga
rage-houder vertelde, dat twee onbeken
den den auto gehuurd hadden om den
volgenden morgen de coprah te vervoe
ren. Het bleken te zijn de 34-jarige G. K.
en de 31-jarige W. II. IC., twee Rotterdam-
sche kooplieden, waarvan de eenc reeds
langen tijd van heling verdacht werd.
Bij hun aanhouding, beweerden zij de
coprah die voor de Calvé-fabrieken te
Delft bestemd bleek, van een onbekende
te hebben gekocht. In Delft werd inmid
dels een onderzoek ingesteld en daar
werd gearresteerd de 24-jarige schipper
H. W. uit Rotterdam, die bekende de
coprah van een schip in de Lekhaven aan
boord te hebben genomen. Uit een ne
gental balen heeft hij toen hoeveelheden
in kleinere zakken overgeschud, die hij
van G. H. zou gekregen hebben.
De zakken werden steeds aangevuld
met coprah, die weer een andere schip
per F. II. v. V. hem leverde. Ook werd
deze aangehouden. Beide schippers schij
nen dit bedrijf reeds geruiman tijd op deze
manier te hebben uitgeoefend. In totaal
moet op deze wijze voor f 10.000 zijn weg
gewerkt.
De ramp van de „Sylva-
n u s. Reuter meldt uit Nieuw-Orleans
nadere bijzonderheden omtrent het ver
gaan van het Nederlandsche s.s. „Sylva-
nus" op de Mississippi. Hieruit bljjkt, dat
na de botsing een hevige ontploffing
plaats had aan boord van de „Sylvanus",
die met benzine geladen was. De „Syl
vanus" voer eenige minuten later aan
den grond, waarop een minder hevige
ontploffing volgde. De stroom voerde het
schip elf mijlen stroomafwaarts voor het
tot den waterspiegel was verbrand. Vijf
tien leden der bemanning zijn te Nieuw-
Orleans gebracht. Een Chinees, die ern
stige brandwonden kréég, zei, dat de
„Sylvanus" bijna in tweeën gespleten was.
De vlammende benzine op de oppervlakte
van het water maakte de ontkoming ge
vaarlijk, maar twaalf van de 35 Chineezen
aan boord ontsnapten door te duiken
en onder water te blijven tot zij de bran
dende olie voorbij waren. Verscheidene
anderen die in het water sprongen, kwa
men om het leven.
Omtrent het lot der bemanning van de
„Sylvanus", wordt nog gemeld, dat zijn
gered de kapitein Visser, de 2e stuurman
Smulders en de 2e machninist Onel, be
nevens eenigo andere leden der beman
ning, wier namen nog niet bekend zijn.
Zaterdagavond vernamen wij, dat van
de opvarenden de volgende Europeanen
gered zijn: Kapitein Visser, Alders, van
Beek, O'Neill en Swilders. Vermist wor
den: De eerste stuurman C. Waning, de-
derde stuurman Vader de eerste machinist
Glynis, de derde machinist Polderman en
een zekere Lodewijk-
Toeristen verongelukt. Een
gezelschap van vijf toeristen, w.o. zich
twee dames bevonden, dat met de Paasch-
dagen een uitstapje naar Tirol voor een
skitoer maakte, is niet teruggekeerd, hoe
wel de toeristen te kennen hadden ge
geven, dat zij Paaschmaandag wilden te-
rugkeeren. Men vermoedt, dat hun een
ongeluk is overkomen. Een onderzoek
wordt ingesteld.
Gevecht tusschen hond en
paard. Een eigenaardig voorval heeft
zich te Wandsworth (Engeland) voorge
daan. Een bulldog, die met zijn meesteres
een wandeling maakte, werd bij het zien
van een passeerend trekpaard opeens door
woede aangegrepen. In dolle razernij
wierp hij zich op het niets kwaads ver
moedend trekdier en beet dit wreedelijk
in de pooten. Het paard was in korten
tijd met bloedende wonden bedekt en de
voerman had heel wat stuurmanswijsheid
noodig om het in toom te houden. Een
werkman, die voorbijkwam, sloeg den
hond met een spade neer en belette het
dier ook zijn kwaadaardige aanvallen op
te hulp geschoten voorbijgangers te rich
ten. Een veearts verloste den hond uit
zijn lijden en besteedde daarna zijn zorgen
aan het gewonde paard. De hond had
den grooteren viervoeter bijna een kwar
tier lang met zijn tanden bewerkt, of
schoon het paard zijn aanvaller een aantal
fiksche trappen met zijn hoeven toe
diende.
Gesmokkelde cocaïne. Te
Nancy zijn een Fransche gendarme in
uniform, een chauffeur en een Duitsche
gewezen marine-officier, tlians koopman
te Mannheim, in hechtenis genomen om
dat ze in postzakken, die de gendarme
moest dragen, cocaïne hadden binnen
gesmokkeld. Er is bijna vijf en een half
kilo cocaïne gevonden, een waarde verte
genwoordigend van vijfmaal honderddui
zend frank. De cocaïne was uit Duitsch-
land en wel uit Darmstadt herkomstig.
Een verboden film. In een
groote bioscoop te Berlijn zou Zaterdag
de eerste vertooning plaats vinden van de
film Frauen der Leidenschaft. In deze
film spelen o.a. Cleo de Merode en een
koning die op het programma vermeld
stond als „Majesteit vaneen rol.
Daar deze majesteit echter in de film spre
kend op wijlen koning Leopold II leek,
werd de film door de censuur verboden,
nadat een vertegenwoordiger van buiten-
landsche zaken haar had meegedeeld, dat
de vertooning van deze film schadelijk zou
kunnen zijn voor de Duitsch-Belgische
betrekkingen.
Honger -„kunstenaars". Te
Leipzig is gisteren een hongerkunstenaar,
die al 32 dagen in zijn glazen kast was
opgesloten, door de politie ontmaskerd.
De geneesheeren, die den man hadden
onderzocht, waren tot de conclusie geko
men, dat deze wel degelijk gevoed werd.
Zij waarschuwden de politie, die de aan
gelegenheid zeer zorgvuldig onderzocht en
toen ontdekte, dat Nedson, zoo noemde
zich de hongerkunstenaar, 's nachts langs
een glazen buis kippensoep te eten kreeg.
Dit huisje werd, daar de kast verzegeld
was, langs het gaatje waardoor de leiding
liep van den radioluidspreker, die zich in
de glazen kast bevond, naar binnen ge
laten. Langs dezen weg heeft Nelson ge
durende 12 dagen voedsel ontvangen. Ove
rigens ontdekte men ook in de glazen ge
vangenis een glas gevuld met biomalz en
bonbons, die verstopt waren onder de tal
rijke flessclien mineraalwater. De mana
ger van Nelson werd in hechtenis geno
men, maar is reeds weer in vrijheid ge
steld. Uit het onderzoek "is nog gebleken,
dat de nachtwakers, die Nelson 's nachts
moesten bewaken, omgekocht waren en
hem aan voedsel hielpen. 70.000 personen
hadden reeds een bezoek aan Nelson ge
bracht tegen betaling van 50 pfennig.
Yentegeo, de Berlijnsche hongerkunste
naar, die tijdens zijn opsluiting een too-
neelspel in drie bedrijven zou schrijven,
vast nu reeds 35 dagen. Gisteren is zijn
glazen verblijf geopend, daar hij een ver-
sche lading mineraalwater moest krijgen.
Hij maakt het vrij goed, weegt echter nog
slechts 80 pond, terwijl hij op 6 Maart, toen
hij zijn hongerkuur begon, 102 pond woog.
Op een vraag, wat hij thans eigenlijk het
liefst zou willen eten, antwoordde hij; een
zuren haring.
In het lokaal, waarin Ventego zich laat
bekijken, is gisteravond hevig gevochten
tusschen de bezoekers, die het oneens ble
ken te zijn over de kansen van Ventego
het wereldrecord van Jolly te verbeteren.
Met bierglazen sloegen voor- en tegen
standers van Ventego op elkaar los. De
politie moest hierbij te pas komen.
De man van het jacht. De
Evening Standard onthult thans het ge
heim van den Amerikaanschen millionair-
kluizenaar Bayard Brown, die zooveel ja
ren met zijn jacht stoomklaar bij de En-
gelsche kust heeft gelegen. Zijn laatste
daad, zoo verzekert deze krant, is ge
weest dat liij een verschoten portret van
een vrouw dat bijkans 40 jaar in een ge
heim laad je had gelegen, verbrandde. En
dit is de sleutel van het raadsel. Het was
het portret van de vrouw die hij liefhad
en die hij sedert zijn vertrek uit de Ver-
eenigde Staten nooit meer terug had ge
zien. Jaren geleden is zij in Amerika ge
storven. Maar de kluizenaar bleef haar
nagedachtenis getrouw.
Als jongeman was Brown exentriek en
toen hij verliefd werd, stond die exentrici-
teit hem in den weg voor de vervulling
van zijn wensch. Altijd trotsch op den
naam van don middeleeuwschen ridder
lijken held Bayard, dien zijn vader hem
gegeven had, had hij het gevoel gekregen
dat de pogingen van zijn familie om hem
een anderen kijk op het leven te geven,
een bedreiging voor zijn vrijheid waren.
Hij verliet daarom Amerika met de ge
lofte dat hij er nooit terug zou keeren.
Zijn lijk zal gebalsemd en naar Amerika
vervoerd worden, om in den grafkelder
van de familie te Brooklyn bijgezet te wor
den.
Honderd man op het d r ij f-
ij s. Reuter meldt uit St. Johns (New
Foundland); Een robbenvaarder, die gis
teren voor een tweeden tocht naar de ijs
velden vertrok, is ernstig beschadigd, het
zij door brand of door ontploffing. De ge
heels bemanning, bestaande uit kenderd
I man, bevindt zich thans op de ijsschotsen,
waar zij de aankomst van een stoomboot
verwacht, die onmiddellijk tot haar hulp
is afgezonden. Bijzonderheden ontbreken
nog.
Zaterdagmorgen vroeg heeft het s.s.
„Eagle" de schikbreukelingen gered- Het
bleek, dat aan boord van de „Seal" die
op de robbenvangst was, de voorraad
patronen, die voor het schieten der rob
ben diende, was ontploft- Het schip was
Vrijdag gezonken- Een doode en vijf ge
wonden zijn te betreuren-
Een snelle treinreis. Vrijdag
zijn in Engeland een aantal Amorikaan-
sche hotelhouders aangekomen. Zij spoor
den van Plymouth 'naar Londen, een af
stand van 227 mijl (364 K.M.), zonder er
gens stil te houden, in 3 uur 54 minuten.
Op een paar punten bedroeg de snelheid
van den trein 79 mijl (126,5 K.M.) in het
uur. De voorzitter van de holelhouders-
vereeniging wenschle den machinist geluk
met zijn magnifieks praestatie, die, naar
men gelooft, een wereldrecord vormt.
Het nut van boekhouden.
Pen en inkt behooren van ouds niet lot
de warmste vrienden van den boer.
Nauwkeurig boekhouden is eene bedenke
lijke nieuwigheid waarover velen meewarig
het hoofdschudden.
Pogingen om door het organiseeren van
cursussen of systematische hulpverleening door
deskundigen hierin verandering to brengen,
stuitten, bijna zonder uitzondering, ook in
onzen kring, af op gebrek aan belangstelling.
Tot schade van onze agrarische vrienden.
Hoe groot die schade kan zijn en van hoe
veel beteekenis het voordeel kan wezen, dat
goed boekhouden afwerpt, leert onderstaand
stukje, dat de lieer A. N. Vaandrager
plaatste in „De Melkveehouder":
In een der afdeelingen der Holl. Mij. van
Landb. waren voor het eerst een aantal boe
ren met de boekhouding begonnen, d.w.z.
de maatschappij hield deze volgens door hen
verstrekte gegevens, zooals dit tegenwoordig
in verschillende provincies geschiedt. De fis
cus trekt zich evenwel van het aldus op
gemaakte inkomen niels aan en sloeg de
boeren op de ouderwetscho manier aan; het
waren allemaal mooie ronde getallen.
Toen gereclameerd werd en zij, met den
boekhouder, naar den inspecteur togen, was
de uitslag waarbij alléén verschillen van
meer dan f2000 zijn genoemd als volgt:
Eerste aanslag. Ink. volg. boek. Eindaanslag.
f 5000 f 1275 volgens boek
f 6500 f 4282 volgens boek
f 3500 verlies geen aanslag
f 5000 f 2393 volgens boek
f 4500 f 1527 volgens boek
f 8500 f 3906 volgens boek
f 4800 f 1156 volgens boek
f 2200 verlies geen aanslag
(na account, onderz.)
f 5600 f 3481 volgens boek
Gemiddeld was er per landbouwer f2758 te
veel aangeslagen! (Platteland)
Onbevoegd uitoefenen der
geneeskunde. De kantonrechter te Bre
da veroordeelde A. K. Schilling te Ginni-
ken, wegens onbevoegd uitoefenen der genees
kunde, bij herhaling gepleegd, tot een prin
cipale hechtenis van 14 dagen.
Het beschadig© n van ce-n w a-
ter keerenden dam. Twee der zestien
Markelosche landbouwers, de 24-jarige B. H.
rt. en de 20-jarige F. J. V., waren in verzet
gekomen van het vonnis van het kanton
gerecht, waarbjj zij wegens het beschadigen
van een waterkeerenden dam, gepleegd op
5 Januari j.l. te Laren (G.), waren veroor
deeld tot 1 maand gevangenisstraf. Beiden
vonden deze straf te hoog. De officier van
Justitie bij do Zutphensche rechlbank eisch-
te bevestiging van het vonnis.
Brandstichting. Het O. M. bij
de rechtbank te Zutphen eischte een jaar
gevangenisstraf met aftrek van voorarrest te
gen een bewoner van Apeldoorn, die op 18
Februari een hem toebehoorende woning, wel
ke voor f 3300 verzekerd was, in brand had
willen steken, hetgeen echter door den be
woner tijdig was ontdekt. Uitspraak 23 dezer.
Knoeierij met vet. Voor het Kan
tongerecht te Sneek is de strafzaak behan
deld tegen den directeur der N. V. Vet-
smelterij voorheen Van Dam te Zwammerdam,
wonende te Overveen, aan vvicn bij dagvaar
ding was ten laste gelegd, dat hü op 9
October 1925 te Sneek in een pakhuis al
daar in gebruik ten verkoop heeft in voor
raad gehad, althans aanwezig gehad, drie
„bekers" van een waar, aangeduid blijkens
etiketteering als „Neveco's zuiver rundvet",
welke waar bjj onderzoek bleek te bevatten
aan rundvet vreemde bostanddeelen en der
halve als rundvet ondeugdelijk van samen
stelling was.
Het O. M. eischte eene boete van f 1000,
te vervangen door eene hechtenis van 150
dagen, waarna de kantonrechter de uitspraak
heeft bepaald op Woensdag 21 April a.s.
Oneerlijke concurrentie. Een
koopman uit Zutphen, do 31-jarige" II. M.,
had aan een paar boerinnen te Bathmen lin
nen verkocht, daarbij zich uitgevende voor
chef van do firma V. en D. te Deventer,
terwijl later bleek, dat hij bij die firma niet
in dienst was. Tegen verdachte werd door
het O. M. van de Zutphensche rechtbank
1 maand gevangenisstraf geëischt.
Over een krantenbericht. Te
gen het Utrechtsch Dagblad te Utrecht was
een vordering van f 20.000 ingesteld door
de firma W. A. L. Noack, wegens een be
richt in genoemd blad met het opschrift
Smakelijk eten, waarin «le naam van de
firma werd genoemd iu verband met de iu-
beslagneming van een partij bedorven vleesch.
De firma Noack achtte zich door deze pu
blicatie beleedigd en benadeeld..
De rechtbank te Utrecht had do vordering
tot een bedrag van f 100 toegewezen, doel)
het hof te Amsterdam vernietigde dit vonnis
en verklaarde eischeresse niet ontvankelijk
in haar vordering, tegen welk arrest de firma
cassatie-beroep instelde bij den Ifoogen Raad
Deze heeft thans dit beroep verworpen en
de firma Noack veroordeeld in da kosten.
Verkoudheid. „0, neen, ik ben
niet ziek. Alleen maar erg verkouden!"
Hoe vaak hebben wij allen dit antwoord
niet gekregen op een belangstellende vraag
onzerzijds.
Inderdaad, wij meenen ons geen onbe
duidender kwaal te kunnen voorstellen
dan een gewone verkoudheid. Maar juist
door het veelvuldig voorkomen daarvan
vergeten wij zoo gemakkelijk welke
kwaadaardige gevolgen een verwaarloosdo
verkoudheid kan hebben, zooals aandoe
ning der ademhalingsorganen, oorontste
king, oin van veel ernstiger ziekten als
chronische bronchitis en longontsteking
nog niet eens te spreken. Immers meer
dan 75 pet. der gevallen van longontste
king wordt toegeschreven aan een ver
waarloosde verkoudheid.
Omtrent het ontstaan van een vérkoud
heid verkeert men nog in het onzekere.
Wel heeft men ontelbare microben gevon
den, maar misschien spelen zij allen
slechts een bijkomstige, ondergeschikte
rol in het verkoudheidspreces, terwijl do
eigenlijke verwekker, de ware schuldige,
nog niet is ontdekt en waarschijnlijk be
hoort tot een groep van zulk oneindig
kleine kiemen, dat zelfs de fijnste filter ze
doorlaat.
Het is ongetwijfeld moeilijk zich legen
een onbekenden vijand te wapenen.
Maar lot de zeer gemakkelijk te treffen
voorzorgsmaatregelen behooren ten eerste
het zooveel mogelijk vermijden (tenminste
voor zoover dit in de samenleving mogelijk
is) van besmettingsplaatsen, als schouw
burgen, trams, enz. en ten tweede het zich
lichamelijk zoo goed mogelijk verzorgen,
daar zwakke, bloedarme en overwerkte
menschen het meest vatbaar zijn.
Velen trachten door het gorgelen met
antiseptische middelen, het gebruiken van
pastilles, enz. de besmetting te voorkomen,
zonder er zich echter rekenschap van te
geven, hoe schadelijk het voortdurend ge
bruik dezer desinfecteerende middelen
voor het lichaam in het algemeen en voor
de slijmvliezen van neus, keel en mond in
het hijzonder kunnen zijn. Want nog steeds
zoeken de bacteriologen naar een middel
dat het lichaam ontsmet zonder de ge
zondheid aan te tasten.
Er bestaat een andere geneeswijze, zoo
buitengewoon eenvoudig, dat men ze eigen
lijk nauwelijks durft te noemen: de kamer
houden. De verkoudheid zal eerder gene
zen en de „ziekte" zal niet op een twin
tigtal, ja indirect misschien wel op een
honderdtal personen worden overgebracht.
Tijdens de verschrikkelijke griepepidemie
zouden minder sterfgevallen te betreuren
zijn geweest, indien iedereen zich strikt
aan dezen regel gehouden had.
De dokter van een meisjeskostschool
liet iedere verkouden leerling stelselmatig
het bed houden; aan het eind van het jaar
bleek het aantal ziektedagen dusdanig
verminderd en de algemeene gezondheids
toestand zoodanig verbeterd, dat de direc
trice, die in dezen maatregel aanvankelijk
slechts overdreven „verwennerij" had ge
zien zich gewonnen moest geven.
Een verkoudheid behandelen als een
„ziekte", waarvan men wegens het ern
stige karakter zoo spoedig mogelijk verlost
wil zijn: ziedaar tegenwoordig het voor
schrift van den modernen geneesheer!
Lodewijk XIV en de vrou
wenkapsels. De dames aan het hof
van Lodewijk XIV droegen een tijdlang
buitengewoon hooge en ingewikkelde kap
sels. Zij begonnen met het haar in krullen
op het voorhoofd te leggen. Toen kwam
Mil. de Fonfagnes op het denkbeeld, het
met een karmozijnrood lint vast te strik
ken. Die strik maakte opgang. Weldra
kwamen er twee, vier en eindelijk waren
er tien. De krullen en strikken werden zoo
opgehoogd, dat eindelijk de dames geen
deur meer konden doorgaan zonder la
hukken. De kapsels hadden 36 verschillen
de namen: La duchesse, le chon, le soli
taire, le firmament, enz. Koning Lodewijk
vond die torenhooge kapsels afschuwelijk.
Hij toonde openlijk zijn afkeer en wilde,
dat de prinsessen in dit opzicht een goed
voorbeeld zouden geven. Maar het hielp
niet. Eindelijk vaardigde hij zelfs een ver
bod er tegen uit. Toen verdwenen de hoo
ge kapsels. Maar het was slechts voor
korten tijd. Weldra kwamen zij nog hoo-
ger weder te voorschijn. Do koning zag in,
dat hij hier een nederlaag had geleden.
Waar het den chignon betrof schoot zijn
macht te kort.
Daar kwam opeens een Engelsche dame
aan het Fransche hof. Zij droeg het haar
eenvoudig en natuurlijk. Er werd veel over
haar gesproken; men maakte grappen
over haaf, maar reeds weinige dagen la
ter verdwenen alle kapsels. Al de dames
gingen het haar dragen naar de Engelsche
mode. De koning zag niet zonder eenige
spijt hoezeer de macht van de jonge En
gelsche vrouw in dit opzicht de zijne over
trof.
Wat hij door zijn hevel niet gedaan kon
krijgen, dat bewerkte hij alleen door haar
verschijnen.
„Mijn koninklijk gezag", zei le Roi So-
leil, „is van nul en geener waarde tegen
over dat monster mode. De eerste de beste
onbekende vrouw kwam mij duidelijk ma
ken, «lat ik niéts te zeggen hek."