Land- en Tninbonw. Allerlei. men; en ztf, die indien er zoodanige zijn van oordeel zijn, dat het hier maar een onbeduidend'geschil geldt, zullen op dit punt, indien de ernst om de waarheid te dienen maar bjj hen voorzit, door dit artikel van deze dwaling kunnen overtuigd worden. Zonder de waarde en de belangrijkheid der overige artikelen hierdoor to willen ver kleinen dit zou trouwens ook niet gaani spreken wij onze ingenomenheid uit met deze klare uiteenzetting der feiten. Nu wy toch tot deze opmerking ons ge roepen zien, willen wij ook wel de aan dacht vestigen op de duidelijke uiteenzetting der in geschil zijnde kwestie in de ach tereenvolgende nommcrs van „De Heraut" (Prof. Kuyper), „De Reformatie" (Prof. Hepp en Ds Schilder) „De Bazuin" (Prof. Bouw man en Prof. Hoekstra) cn de „Zeeuwsohe Kerkbode" (Ds Van Dijk en Ds Heij). Vooral in dozen tijd is het broodnoodig dat, wie deze bladen nog niet loost, er zich op abonneere. „De Heraut" verschijnt te Amsterdam, „Do Kerkbode" te Middelburg, „De Bazuin" te Kampen en „De Reformatie" te Goes. - Kwestio Geelkerken. Over do zaak Geelkerken hebben wij ons als politiek blad weinig druk gemaakt. Wij hebben onzen lezers het voornaamste meegedeeld en eeni- ge persstemmen overgenomen. We kunnen er nu wel mee stoppen. Zij zou haast iets krijgen van een oude Zeeuwsche lodderein- doos, waar de geur uit is, omdat er al zooveel neuzen over zijn gegaan. Wij moe ten echter een uitzondering maken voor twee persstemmen, een van Geelkerken zelf en een van Kersten: twee uitersten. Kersten schrijft blijkens „De Rotterdammer" in „De Saambinder" naar aanleiding van de schorsing „Ik kan niet anders bezien, of hier wreekt zich het intellect. Van het bevindelijk leven zijn velen vijandig; op den kansel moet daar van liefst nooit gerept. Al die mystieke men schen zijn er naast. Wij zijn „kinderen des Verbonds"; te veronderstellen zij wederge boorte in ons en ons zaad; te wachten is de hemel. De klem der waarheid is van de consciëntie af. Een jolig Christendom is ontstaan, dat toch „Gereformeerd" is." Dr Geelkerken reageert in zijn „Overtoom- sche Kerkbode" op het woord van vermaan, hetwelk men in ons vorig nommer vindt af gedrukt, van het moderamen der Synode van de geref. kerken op 12 Maart aan de G. gezonden, na de ontvangst van zijn op 10 Maart gedateerde weigering om de verklaring te teekenen. Men lette hier wel op: het Stuk is gedateerd 12 Maart, de afzetting ge schiedde 17 Maart „Wordt het niet met den dag duidelijker, dat er doelbewust op aangestuurd is, om jnij het blijven in de Gereformeerde Ker ken onmogelijk te maken, mij „er uit to werken" Laat men toch niet pogen dit onder vrome leuzen en dierbare betuigin gen van leedwezen te verheimelijken. Het spreekt immers vanzelf, dat iemand met nog een klein beetje eergevoel, na het aanhooren dezer krenkende woorden, een vergadering, die zich niet ontzag zóó tot hem te spreken, onmiddellijk zou hebben verlaten met slechts deze opmerking: „Ik heb het voorrecht de heeren te groeten, voor goed!" Er waren er ter Synode, die heel goed wisten, dat ik reeds bij den aanvang der tegen mij opgezette procedure onomwonden tot hen gezegd had: „Ik wil van harte do Geref. Kerken blijven dienen, zoolang mij dit met behoud van eer en karakter, als fatsoen lijk mensch, nog maar even mogelijk ismaar ook geen minuut langer". Welnu, wanneet elke andere poging om van dien „lastigen" dr G. af te komen, zelfs de poging met de toch voor hen onaanvaardbare „verklaring", toch nog mislukt mocht zijn, had men in dit schandelijke „woord van vermaan en af zetting", nog een zeker onfeilbare kans. Onwillekeurig denk ik aan het gesprek, dat ik met den voorzitter der Synode had op het oogenblik, dat ik voor de eerste maal met hem de „vergadering der Gere formeerde Kerken in Nederland" binnentrad. Ds Fernhout zeide toen tot mij„Ik hoop. dat de broeders elkander zullen vinden". Ik antwoordde: „Ik hoop, dat de Gereformeerde Kerken zich niet zulle n„blameeren". Het wil mij voorkomen en het doet mij bui tengewoon leed, dit te moeten constateeren dat ik in die hoop teleurgesteld ben. Overigens mogen nu en in de geschiede nis de twee hier volgende stukken voor zicli- zelve spreken, en er tot in lengte van dagen van getuigen, wat in den jare 1926 een Buitengewone Generale Synode van Gerefor meerde Kerken durfde toevoegen aan een Die naar des Woords, die ze vijftien jaren lang, onder heel veel opoffering en zelfverlooche ning, met volle toewijding en inzetting van alle krachten, trots voortdurende miskenning en smaad net zonder izegen, en in ieder geval trouw en met een eere gediend had. En voorts over die beide onwaardige mis sives geen woord meer!" Ds G. H. Kersten hoopt 11 Mei afscheid te prediken bü de Geref. gemeente (e Ier- eeke en 13 Mei, Hemelvaartsdag, intrede te doen. te Rotterdam na bevestiging door da R. Kok, van Gouda. (Standaard) De gevolgen van den wa tersnood. Tc Leeuwen Boven is het huis van H., door de overstroomingen bouwvallig geworden, ingestort. Er had den geen persoonlijke ongelukken plaats. Te Wamel is de schade, aan woningen, huisraad, veevoeder enz. toegebracht op ruim een millioen geraamd. Daarbij de boomgaarden en de tuinbouw niet eens gerekend. In Beugen is de schade reeds vergoed. Aan 70 personen is in totaal een bedrag van f 50.000 uitgekeerd. Inbraak. Zaterdagnacht is inge broken in de woning van de 66-jarige weduwe R. te Nieuwenhagen. De vrouw werd wakker en maakte alarm, waarop de inbrekers haar neersloegen. Nadat een 14-jarig meisje de buren had gewekt, na men de inbrekers snel de vlucht. De toestand van de vrouw is ernstig, wijl ze veel bloed verloren heeft. De politie vond geen sporen van de daders. Vreeselijke woningtoe standen te Amsterdam. De Ge meentelijke Woningcourant bevat een af beelding van inpandige perceelen aan de Lindengracht. Deze perceelen worden thans gesloopt. De deuren der bovenhuis ingangen ontbraken reeds lang. Zij waren door de bewoners in den oorlogstijd als brandstof gebruikt. De perceelen bevatten tezamen 8 éénkamerwoningen. De wonin gen werden bewoond door echte paupers, wier kindertjes naakt rondliepen. De beide perceelen waren besmet met wandluizen, zóó zelfs, dat een der bewoonsters mee deelde, in geen anderhalf jaar in de bed stede te hebben kunnen slapen. f400 verbrand. Vrijdagmiddag was de vrouw van den vrachtrijder K. te Veendam bezig met de schoonmaak. Toon ze een Iade uit de linnenkast op den vloer had gezet, moest ze even een bood schap doen bij den kruidenier en sloot de deur. Er schijnen vonken uit do kachel in de lade te zijn gespat, want toen de vrouw terugkwam, bleken de spaar centen, bestaande in vier briefjes van f 100 ieder, te zijn verbrand. En daar de nummers niet bekend zijn, kan K. zich ook niet schadeloos stellen. Het flinke, jonge echtpaar geraakte er, gelijk zich laat begrijpen, geheel door van streek. De moord te Culemborg. Naar wij vernemen is de commissaris van politie te Culemborg, de heer B., Zaterdagmorgen vrijgelaten. Hij heeft zich onmiddellijk van Tiel naar Den Haag begeven. Coprah-dieven aangehou den. Dinsdagavond werd de rivierpolitie te Rotterdam er mede in kennis gesteld, dat van een bootje liggende in de Delfs- havensche Schie, balen coprah op ver dachte wijze op een vrachtauto worden overgeladen. Het nummer van den auto werd opgegeven en uit een onderzoek, dat terstond werd ingesteld bleek, dat de auto inmiddels in de garage aan do Jufferstraat was ondergebracht. De ga rage-houder vertelde, dat twee onbeken den den auto gehuurd hadden om den volgenden morgen de coprah te vervoe ren. Het bleken te zijn de 34-jarige G. K. en de 31-jarige W. II. IC., twee Rotterdam- sche kooplieden, waarvan de eenc reeds langen tijd van heling verdacht werd. Bij hun aanhouding, beweerden zij de coprah die voor de Calvé-fabrieken te Delft bestemd bleek, van een onbekende te hebben gekocht. In Delft werd inmid dels een onderzoek ingesteld en daar werd gearresteerd de 24-jarige schipper H. W. uit Rotterdam, die bekende de coprah van een schip in de Lekhaven aan boord te hebben genomen. Uit een ne gental balen heeft hij toen hoeveelheden in kleinere zakken overgeschud, die hij van G. H. zou gekregen hebben. De zakken werden steeds aangevuld met coprah, die weer een andere schip per F. II. v. V. hem leverde. Ook werd deze aangehouden. Beide schippers schij nen dit bedrijf reeds geruiman tijd op deze manier te hebben uitgeoefend. In totaal moet op deze wijze voor f 10.000 zijn weg gewerkt. De ramp van de „Sylva- n u s. Reuter meldt uit Nieuw-Orleans nadere bijzonderheden omtrent het ver gaan van het Nederlandsche s.s. „Sylva- nus" op de Mississippi. Hieruit bljjkt, dat na de botsing een hevige ontploffing plaats had aan boord van de „Sylvanus", die met benzine geladen was. De „Syl vanus" voer eenige minuten later aan den grond, waarop een minder hevige ontploffing volgde. De stroom voerde het schip elf mijlen stroomafwaarts voor het tot den waterspiegel was verbrand. Vijf tien leden der bemanning zijn te Nieuw- Orleans gebracht. Een Chinees, die ern stige brandwonden kréég, zei, dat de „Sylvanus" bijna in tweeën gespleten was. De vlammende benzine op de oppervlakte van het water maakte de ontkoming ge vaarlijk, maar twaalf van de 35 Chineezen aan boord ontsnapten door te duiken en onder water te blijven tot zij de bran dende olie voorbij waren. Verscheidene anderen die in het water sprongen, kwa men om het leven. Omtrent het lot der bemanning van de „Sylvanus", wordt nog gemeld, dat zijn gered de kapitein Visser, de 2e stuurman Smulders en de 2e machninist Onel, be nevens eenigo andere leden der beman ning, wier namen nog niet bekend zijn. Zaterdagavond vernamen wij, dat van de opvarenden de volgende Europeanen gered zijn: Kapitein Visser, Alders, van Beek, O'Neill en Swilders. Vermist wor den: De eerste stuurman C. Waning, de- derde stuurman Vader de eerste machinist Glynis, de derde machinist Polderman en een zekere Lodewijk- Toeristen verongelukt. Een gezelschap van vijf toeristen, w.o. zich twee dames bevonden, dat met de Paasch- dagen een uitstapje naar Tirol voor een skitoer maakte, is niet teruggekeerd, hoe wel de toeristen te kennen hadden ge geven, dat zij Paaschmaandag wilden te- rugkeeren. Men vermoedt, dat hun een ongeluk is overkomen. Een onderzoek wordt ingesteld. Gevecht tusschen hond en paard. Een eigenaardig voorval heeft zich te Wandsworth (Engeland) voorge daan. Een bulldog, die met zijn meesteres een wandeling maakte, werd bij het zien van een passeerend trekpaard opeens door woede aangegrepen. In dolle razernij wierp hij zich op het niets kwaads ver moedend trekdier en beet dit wreedelijk in de pooten. Het paard was in korten tijd met bloedende wonden bedekt en de voerman had heel wat stuurmanswijsheid noodig om het in toom te houden. Een werkman, die voorbijkwam, sloeg den hond met een spade neer en belette het dier ook zijn kwaadaardige aanvallen op te hulp geschoten voorbijgangers te rich ten. Een veearts verloste den hond uit zijn lijden en besteedde daarna zijn zorgen aan het gewonde paard. De hond had den grooteren viervoeter bijna een kwar tier lang met zijn tanden bewerkt, of schoon het paard zijn aanvaller een aantal fiksche trappen met zijn hoeven toe diende. Gesmokkelde cocaïne. Te Nancy zijn een Fransche gendarme in uniform, een chauffeur en een Duitsche gewezen marine-officier, tlians koopman te Mannheim, in hechtenis genomen om dat ze in postzakken, die de gendarme moest dragen, cocaïne hadden binnen gesmokkeld. Er is bijna vijf en een half kilo cocaïne gevonden, een waarde verte genwoordigend van vijfmaal honderddui zend frank. De cocaïne was uit Duitsch- land en wel uit Darmstadt herkomstig. Een verboden film. In een groote bioscoop te Berlijn zou Zaterdag de eerste vertooning plaats vinden van de film Frauen der Leidenschaft. In deze film spelen o.a. Cleo de Merode en een koning die op het programma vermeld stond als „Majesteit vaneen rol. Daar deze majesteit echter in de film spre kend op wijlen koning Leopold II leek, werd de film door de censuur verboden, nadat een vertegenwoordiger van buiten- landsche zaken haar had meegedeeld, dat de vertooning van deze film schadelijk zou kunnen zijn voor de Duitsch-Belgische betrekkingen. Honger -„kunstenaars". Te Leipzig is gisteren een hongerkunstenaar, die al 32 dagen in zijn glazen kast was opgesloten, door de politie ontmaskerd. De geneesheeren, die den man hadden onderzocht, waren tot de conclusie geko men, dat deze wel degelijk gevoed werd. Zij waarschuwden de politie, die de aan gelegenheid zeer zorgvuldig onderzocht en toen ontdekte, dat Nedson, zoo noemde zich de hongerkunstenaar, 's nachts langs een glazen buis kippensoep te eten kreeg. Dit huisje werd, daar de kast verzegeld was, langs het gaatje waardoor de leiding liep van den radioluidspreker, die zich in de glazen kast bevond, naar binnen ge laten. Langs dezen weg heeft Nelson ge durende 12 dagen voedsel ontvangen. Ove rigens ontdekte men ook in de glazen ge vangenis een glas gevuld met biomalz en bonbons, die verstopt waren onder de tal rijke flessclien mineraalwater. De mana ger van Nelson werd in hechtenis geno men, maar is reeds weer in vrijheid ge steld. Uit het onderzoek "is nog gebleken, dat de nachtwakers, die Nelson 's nachts moesten bewaken, omgekocht waren en hem aan voedsel hielpen. 70.000 personen hadden reeds een bezoek aan Nelson ge bracht tegen betaling van 50 pfennig. Yentegeo, de Berlijnsche hongerkunste naar, die tijdens zijn opsluiting een too- neelspel in drie bedrijven zou schrijven, vast nu reeds 35 dagen. Gisteren is zijn glazen verblijf geopend, daar hij een ver- sche lading mineraalwater moest krijgen. Hij maakt het vrij goed, weegt echter nog slechts 80 pond, terwijl hij op 6 Maart, toen hij zijn hongerkuur begon, 102 pond woog. Op een vraag, wat hij thans eigenlijk het liefst zou willen eten, antwoordde hij; een zuren haring. In het lokaal, waarin Ventego zich laat bekijken, is gisteravond hevig gevochten tusschen de bezoekers, die het oneens ble ken te zijn over de kansen van Ventego het wereldrecord van Jolly te verbeteren. Met bierglazen sloegen voor- en tegen standers van Ventego op elkaar los. De politie moest hierbij te pas komen. De man van het jacht. De Evening Standard onthult thans het ge heim van den Amerikaanschen millionair- kluizenaar Bayard Brown, die zooveel ja ren met zijn jacht stoomklaar bij de En- gelsche kust heeft gelegen. Zijn laatste daad, zoo verzekert deze krant, is ge weest dat liij een verschoten portret van een vrouw dat bijkans 40 jaar in een ge heim laad je had gelegen, verbrandde. En dit is de sleutel van het raadsel. Het was het portret van de vrouw die hij liefhad en die hij sedert zijn vertrek uit de Ver- eenigde Staten nooit meer terug had ge zien. Jaren geleden is zij in Amerika ge storven. Maar de kluizenaar bleef haar nagedachtenis getrouw. Als jongeman was Brown exentriek en toen hij verliefd werd, stond die exentrici- teit hem in den weg voor de vervulling van zijn wensch. Altijd trotsch op den naam van don middeleeuwschen ridder lijken held Bayard, dien zijn vader hem gegeven had, had hij het gevoel gekregen dat de pogingen van zijn familie om hem een anderen kijk op het leven te geven, een bedreiging voor zijn vrijheid waren. Hij verliet daarom Amerika met de ge lofte dat hij er nooit terug zou keeren. Zijn lijk zal gebalsemd en naar Amerika vervoerd worden, om in den grafkelder van de familie te Brooklyn bijgezet te wor den. Honderd man op het d r ij f- ij s. Reuter meldt uit St. Johns (New Foundland); Een robbenvaarder, die gis teren voor een tweeden tocht naar de ijs velden vertrok, is ernstig beschadigd, het zij door brand of door ontploffing. De ge heels bemanning, bestaande uit kenderd I man, bevindt zich thans op de ijsschotsen, waar zij de aankomst van een stoomboot verwacht, die onmiddellijk tot haar hulp is afgezonden. Bijzonderheden ontbreken nog. Zaterdagmorgen vroeg heeft het s.s. „Eagle" de schikbreukelingen gered- Het bleek, dat aan boord van de „Seal" die op de robbenvangst was, de voorraad patronen, die voor het schieten der rob ben diende, was ontploft- Het schip was Vrijdag gezonken- Een doode en vijf ge wonden zijn te betreuren- Een snelle treinreis. Vrijdag zijn in Engeland een aantal Amorikaan- sche hotelhouders aangekomen. Zij spoor den van Plymouth 'naar Londen, een af stand van 227 mijl (364 K.M.), zonder er gens stil te houden, in 3 uur 54 minuten. Op een paar punten bedroeg de snelheid van den trein 79 mijl (126,5 K.M.) in het uur. De voorzitter van de holelhouders- vereeniging wenschle den machinist geluk met zijn magnifieks praestatie, die, naar men gelooft, een wereldrecord vormt. Het nut van boekhouden. Pen en inkt behooren van ouds niet lot de warmste vrienden van den boer. Nauwkeurig boekhouden is eene bedenke lijke nieuwigheid waarover velen meewarig het hoofdschudden. Pogingen om door het organiseeren van cursussen of systematische hulpverleening door deskundigen hierin verandering to brengen, stuitten, bijna zonder uitzondering, ook in onzen kring, af op gebrek aan belangstelling. Tot schade van onze agrarische vrienden. Hoe groot die schade kan zijn en van hoe veel beteekenis het voordeel kan wezen, dat goed boekhouden afwerpt, leert onderstaand stukje, dat de lieer A. N. Vaandrager plaatste in „De Melkveehouder": In een der afdeelingen der Holl. Mij. van Landb. waren voor het eerst een aantal boe ren met de boekhouding begonnen, d.w.z. de maatschappij hield deze volgens door hen verstrekte gegevens, zooals dit tegenwoordig in verschillende provincies geschiedt. De fis cus trekt zich evenwel van het aldus op gemaakte inkomen niels aan en sloeg de boeren op de ouderwetscho manier aan; het waren allemaal mooie ronde getallen. Toen gereclameerd werd en zij, met den boekhouder, naar den inspecteur togen, was de uitslag waarbij alléén verschillen van meer dan f2000 zijn genoemd als volgt: Eerste aanslag. Ink. volg. boek. Eindaanslag. f 5000 f 1275 volgens boek f 6500 f 4282 volgens boek f 3500 verlies geen aanslag f 5000 f 2393 volgens boek f 4500 f 1527 volgens boek f 8500 f 3906 volgens boek f 4800 f 1156 volgens boek f 2200 verlies geen aanslag (na account, onderz.) f 5600 f 3481 volgens boek Gemiddeld was er per landbouwer f2758 te veel aangeslagen! (Platteland) Onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. De kantonrechter te Bre da veroordeelde A. K. Schilling te Ginni- ken, wegens onbevoegd uitoefenen der genees kunde, bij herhaling gepleegd, tot een prin cipale hechtenis van 14 dagen. Het beschadig© n van ce-n w a- ter keerenden dam. Twee der zestien Markelosche landbouwers, de 24-jarige B. H. rt. en de 20-jarige F. J. V., waren in verzet gekomen van het vonnis van het kanton gerecht, waarbjj zij wegens het beschadigen van een waterkeerenden dam, gepleegd op 5 Januari j.l. te Laren (G.), waren veroor deeld tot 1 maand gevangenisstraf. Beiden vonden deze straf te hoog. De officier van Justitie bij do Zutphensche rechlbank eisch- te bevestiging van het vonnis. Brandstichting. Het O. M. bij de rechtbank te Zutphen eischte een jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest te gen een bewoner van Apeldoorn, die op 18 Februari een hem toebehoorende woning, wel ke voor f 3300 verzekerd was, in brand had willen steken, hetgeen echter door den be woner tijdig was ontdekt. Uitspraak 23 dezer. Knoeierij met vet. Voor het Kan tongerecht te Sneek is de strafzaak behan deld tegen den directeur der N. V. Vet- smelterij voorheen Van Dam te Zwammerdam, wonende te Overveen, aan vvicn bij dagvaar ding was ten laste gelegd, dat hü op 9 October 1925 te Sneek in een pakhuis al daar in gebruik ten verkoop heeft in voor raad gehad, althans aanwezig gehad, drie „bekers" van een waar, aangeduid blijkens etiketteering als „Neveco's zuiver rundvet", welke waar bjj onderzoek bleek te bevatten aan rundvet vreemde bostanddeelen en der halve als rundvet ondeugdelijk van samen stelling was. Het O. M. eischte eene boete van f 1000, te vervangen door eene hechtenis van 150 dagen, waarna de kantonrechter de uitspraak heeft bepaald op Woensdag 21 April a.s. Oneerlijke concurrentie. Een koopman uit Zutphen, do 31-jarige" II. M., had aan een paar boerinnen te Bathmen lin nen verkocht, daarbij zich uitgevende voor chef van do firma V. en D. te Deventer, terwijl later bleek, dat hij bij die firma niet in dienst was. Tegen verdachte werd door het O. M. van de Zutphensche rechtbank 1 maand gevangenisstraf geëischt. Over een krantenbericht. Te gen het Utrechtsch Dagblad te Utrecht was een vordering van f 20.000 ingesteld door de firma W. A. L. Noack, wegens een be richt in genoemd blad met het opschrift Smakelijk eten, waarin «le naam van de firma werd genoemd iu verband met de iu- beslagneming van een partij bedorven vleesch. De firma Noack achtte zich door deze pu blicatie beleedigd en benadeeld.. De rechtbank te Utrecht had do vordering tot een bedrag van f 100 toegewezen, doel) het hof te Amsterdam vernietigde dit vonnis en verklaarde eischeresse niet ontvankelijk in haar vordering, tegen welk arrest de firma cassatie-beroep instelde bij den Ifoogen Raad Deze heeft thans dit beroep verworpen en de firma Noack veroordeeld in da kosten. Verkoudheid. „0, neen, ik ben niet ziek. Alleen maar erg verkouden!" Hoe vaak hebben wij allen dit antwoord niet gekregen op een belangstellende vraag onzerzijds. Inderdaad, wij meenen ons geen onbe duidender kwaal te kunnen voorstellen dan een gewone verkoudheid. Maar juist door het veelvuldig voorkomen daarvan vergeten wij zoo gemakkelijk welke kwaadaardige gevolgen een verwaarloosdo verkoudheid kan hebben, zooals aandoe ning der ademhalingsorganen, oorontste king, oin van veel ernstiger ziekten als chronische bronchitis en longontsteking nog niet eens te spreken. Immers meer dan 75 pet. der gevallen van longontste king wordt toegeschreven aan een ver waarloosde verkoudheid. Omtrent het ontstaan van een vérkoud heid verkeert men nog in het onzekere. Wel heeft men ontelbare microben gevon den, maar misschien spelen zij allen slechts een bijkomstige, ondergeschikte rol in het verkoudheidspreces, terwijl do eigenlijke verwekker, de ware schuldige, nog niet is ontdekt en waarschijnlijk be hoort tot een groep van zulk oneindig kleine kiemen, dat zelfs de fijnste filter ze doorlaat. Het is ongetwijfeld moeilijk zich legen een onbekenden vijand te wapenen. Maar lot de zeer gemakkelijk te treffen voorzorgsmaatregelen behooren ten eerste het zooveel mogelijk vermijden (tenminste voor zoover dit in de samenleving mogelijk is) van besmettingsplaatsen, als schouw burgen, trams, enz. en ten tweede het zich lichamelijk zoo goed mogelijk verzorgen, daar zwakke, bloedarme en overwerkte menschen het meest vatbaar zijn. Velen trachten door het gorgelen met antiseptische middelen, het gebruiken van pastilles, enz. de besmetting te voorkomen, zonder er zich echter rekenschap van te geven, hoe schadelijk het voortdurend ge bruik dezer desinfecteerende middelen voor het lichaam in het algemeen en voor de slijmvliezen van neus, keel en mond in het hijzonder kunnen zijn. Want nog steeds zoeken de bacteriologen naar een middel dat het lichaam ontsmet zonder de ge zondheid aan te tasten. Er bestaat een andere geneeswijze, zoo buitengewoon eenvoudig, dat men ze eigen lijk nauwelijks durft te noemen: de kamer houden. De verkoudheid zal eerder gene zen en de „ziekte" zal niet op een twin tigtal, ja indirect misschien wel op een honderdtal personen worden overgebracht. Tijdens de verschrikkelijke griepepidemie zouden minder sterfgevallen te betreuren zijn geweest, indien iedereen zich strikt aan dezen regel gehouden had. De dokter van een meisjeskostschool liet iedere verkouden leerling stelselmatig het bed houden; aan het eind van het jaar bleek het aantal ziektedagen dusdanig verminderd en de algemeene gezondheids toestand zoodanig verbeterd, dat de direc trice, die in dezen maatregel aanvankelijk slechts overdreven „verwennerij" had ge zien zich gewonnen moest geven. Een verkoudheid behandelen als een „ziekte", waarvan men wegens het ern stige karakter zoo spoedig mogelijk verlost wil zijn: ziedaar tegenwoordig het voor schrift van den modernen geneesheer! Lodewijk XIV en de vrou wenkapsels. De dames aan het hof van Lodewijk XIV droegen een tijdlang buitengewoon hooge en ingewikkelde kap sels. Zij begonnen met het haar in krullen op het voorhoofd te leggen. Toen kwam Mil. de Fonfagnes op het denkbeeld, het met een karmozijnrood lint vast te strik ken. Die strik maakte opgang. Weldra kwamen er twee, vier en eindelijk waren er tien. De krullen en strikken werden zoo opgehoogd, dat eindelijk de dames geen deur meer konden doorgaan zonder la hukken. De kapsels hadden 36 verschillen de namen: La duchesse, le chon, le soli taire, le firmament, enz. Koning Lodewijk vond die torenhooge kapsels afschuwelijk. Hij toonde openlijk zijn afkeer en wilde, dat de prinsessen in dit opzicht een goed voorbeeld zouden geven. Maar het hielp niet. Eindelijk vaardigde hij zelfs een ver bod er tegen uit. Toen verdwenen de hoo ge kapsels. Maar het was slechts voor korten tijd. Weldra kwamen zij nog hoo- ger weder te voorschijn. Do koning zag in, dat hij hier een nederlaag had geleden. Waar het den chignon betrof schoot zijn macht te kort. Daar kwam opeens een Engelsche dame aan het Fransche hof. Zij droeg het haar eenvoudig en natuurlijk. Er werd veel over haar gesproken; men maakte grappen over haaf, maar reeds weinige dagen la ter verdwenen alle kapsels. Al de dames gingen het haar dragen naar de Engelsche mode. De koning zag niet zonder eenige spijt hoezeer de macht van de jonge En gelsche vrouw in dit opzicht de zijne over trof. Wat hij door zijn hevel niet gedaan kon krijgen, dat bewerkte hij alleen door haar verschijnen. „Mijn koninklijk gezag", zei le Roi So- leil, „is van nul en geener waarde tegen over dat monster mode. De eerste de beste onbekende vrouw kwam mij duidelijk ma ken, «lat ik niéts te zeggen hek."

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6