No 159
Vrijdag 9 April 1926
40e Jaargang
Staten-Seneraal.
BitmsnM.
d^mrMEEP
tft mmmw bsstaaf alt twee fefe
Beter dan Goed: De BESTE
ruwva ,'Jj] iKWPBtti
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
^kZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Dr DE VISSER OVER LOHMAN.
In een hoogs belangrijke rede door oud-
minister de Visser gisteren in de alge
meene vergadering der Ghr.-Hist. Unie
te Utrecht uitgesproken, heeft hij een
breede toelichting gegeven op de geschie
denis van bet Gezantschap.
Hij bracht don naam van wijlen den
leider der Clhr.-Hist. Unie in verband
met de jongste gebeurtenissen en uit
spraken van Clhr.-Hist. zijlde.
Onder anderen met de gewetenskwestie.
Na aangetoond te hebben ,dat de heer
Lobman, schoon tegenstander van het Ge
zantschap, onder zekere omstandigheden
vóór het herstel van de legatie zou hebben
kunnen zijn, ook al „achtte Lobman de
wederinvoering van het gezantschap niet
in overeenstemming met de beginselen,
die ons land sinds vele jaren als juist
en rechtvaardig heeft erkend, een ge
wetenszaak, zoodat onder geenerlei om
standigheden door hem als christelijfc-
historische een gezantschap bij het Vati-
caan zou worden toegelaten, was het
voor hem niet. In dat opzicht sta ik
nu geheel aan Lohman's zijde."
Een gewetenszaak was het
dus voor Lohman en Dl© Vis
ser niet.
Op dit punt verloochent de spreker
derhalve zijn politieke vrienden, al voegt
hij er .natuurlijk op andere gronden, laan
toe: „dat bet verzet van Lohman tegen
het herstel van de legatie in 1925 aan
vankelijk even sterk zóu geweest zijn als
vroeger, omdat de politieke omstandig-
heden, die hem in 1920 in de oppo
sitie brachten, sinds dien niet noemens
waard waren veranderd".
Dr De Visser prijst hierbij zijn vrien
den voor hun blijven in Lohman's lijn,
„hoewel zoo voegt hij1 er aan toe
„ik persoonlijk, eenmaal als minister een
deel der verantwoordelijkheid, door mijn
blijven in het kabinet, medegedraglen heb
bende, niet op eens die verantwoordelijk
heid van mij wilde schudden, door open
lijk aan hun zijde te giaan staan. Als
eerlijk man heb ik hiertoe niet kunnen
en willen komen, en ik zou het nog
niet doen."
Dit lezende, moet' men het betreuren
dat de geachte Unie-spreker er niet in
hoeft kunnen komen, op dien fat alen Hen
November ter vergadering te verschijnen
om dit standpunt toe te lichten, en tevens
daar te zeggen, wat hij gisteren als zijn
meening uitsprak, hetgeen wij' hieronder
laten volgen.
Hij toch liet op bovenstaande mede-
d-e-eling volgen;
„Doch wel weet ik niet, of Lobman
al klinkt het op het eerste hooren
vreemd - niet ten 'slotte tegen het amen
dement-Kersten zou hebben gestemd. Ze
ker zou hij' dit met gedaan hebben op
het dreigement van dr Nolenis, hetwelk
ontegenzeggelijk een zware politieke fout
is geweest en blijft. Maar of hij het
zou volgehouden hebben na de politieke
manoeuvre van mr Marchant, is: bij mij1
aan rechtmatigen twijfel onderhevig. Ik
kan mij toch ©en. Lohman voorstellen, die
na de redevoering van den heer Marchant,
die eigenlijk hierop neerkwam: „Ik ben
wèl voor het gezantschap, maar om
de coalitie en het kabinet-Colijn te breken,
Stem ik er tegen", hartstochtelijk zou zijn
opgestaan en zou hebben uitgeroepen;
„Ik bein tegen het gezantschap, maar nu
het er links: om te doen is, den boel
in, de war te sturen, stem ik voor."
Wie Weet, hoe ministerieel Lohman was
m hoezeer hij' prijfe stelde op de samen
werking rechts, zal dit alleszins moge
lijk achten."
Uit het da-verend applaus dat op deze
woorden volgde, en waarbij waren
jzij er bij tegenwoordig geweest de
'Zeeuws'che antirevolutionairen, voorzoover
izijl den beer Lobman meer of minder in
tiem gekend hebben, zich met instemming
tzouden hebben aangestoten, blijkt dat niet
weinigen het met den spreker eens waren.
Deze opmerking is door dr de Visser
in den loop zijiier rede nogeens gemaakt,
toen hij zijn standpunt verdedigde dat bij
zijn poging tot kabinetsformatie had voor
gezeten; namelijk een gezantschap te
Bern, dat tevens dien post te Rome ver
vullen zou. Hij wees bereids tegenspraak
laf door te zeggen;
„Natuurlijk werpt men mij tegen; „Maar
het beginsel verbood zulks".
„Zjij jmem voorzichtig met deze uit
spraak
„Stelt men dat beginsel^Jisoluut, dan
zulten- zij, die reeds in 19i5 tegenstem
den, de Chr.-H.istorischen die toen allen
voor Stemden, toeroepen: Toen gijl goed
vondt, dat onze regeering den paus in
-den arm nam om mogelijk den vrede
te- fe'spoedigen, erke-ndet gij hrm daarmede
;als een volkrechtelijk subject.
„Lohman, hoewel gekant tegen de we
derinvoering van het gezantschap, was
dan ook een te vèr ziend en voorzichtig
staatsman om een dergelijk absoluut be
ginsel te huldigen. Anders zou hij niet
gezegd hebben, dat de argumenten in
1920 hem niet gewichtig genoeg voorktva-
men om daarvoor uit den weg te gaan.
„Daarmede was de mogelijkheid ge
steld, dat te ©eniger tijd die bezwaren
voor argumenten van staatsbelang konden
wijken. Ik geloof zelfs, dat in de
zitting van 11 Nov. j.l. na de
v ei r k 1 ar i n g van mr Marchant
zich voor Lo hman dat oogen
blik zou hebben voorgedaan."
Door onis is van den beginne hetzelf
de beweerd; en nog kort geleden hebben
wij' met herhaalde aanhaling van een
dergelijke opmerking vandr de Visser,
voor wien de heer Lohman groote achting
had, op deze mogelijkheid gewezen. Dlaar-
to© was Lohman ©en te ernstig, gouver
nementeel staatsman, en aurfde dit
standpunt zelfs, als 't moest, ook als hij
in de oppositie was, tegenover zijn recht-
sche vrienden naar voren brengen.
Mem herinnere zich maar zijn veront
waardiging, toen in Dec. 1908 door toe
doen onder anderen van de antirevolutio
nairen, onder welke zijln naaste vrienden
Talma en Heemskerk, de liberale minis
ter van oorlog Cool ten val gebracht
werd.
Evenwel verliezen wijl niet uit het Oog,
dat hier aan geien rechtstreeks bewijsbare
■mogelijkheid kan gedacht worden.
Wij gaan er daarom ook niet verder op
in. Wij conistateeren slechts met genoegen
dat dan toch eindelijk ©en Ghri-stelijk-
Historisch man is opgestaan, en dan
nog wel een staatsman van het giezag van
dr Die Visser, die openlijk ten aanhoore
van allen deze mogelijkheid heeft uit
gesproken.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer heeft van 11 uur
tot half vijf vergaderd. Er is veel ge
praat, maar voor een groot deel over het
kabinet heen. De hoop, dat onze Senaat
flink zou opschieten, is nog niet ver
wezenlijkt. 't'Had er veel van, of deze
Kamer nu eens pet deed, alsof er in de
Tweede Kamer nog geen crisis-debat was
geweest en of de Senatoren de politieke
geschiedenis der laatste maanden eens
op huil gemak wilden bespreken.
Nieuws bracht het debat niet. Enthou
siast is het kabinet niet verwelkomd be
halve door den heer Rink, al zal het
mogen rekenen op een loyale houding
van de partijen, die tot heden aan het
woord zijn geweest.
'Het ministerie-CoIijn zou het overigens
in de Eerste Kamer niet moeilijk zijn ge
maakt, dat bleek thans wel zeer duidelijk
uit hetgeen de heer Rink daarover ver
telde. Indien hij en niet de heer Dressel-
huys de leider was geweest van de fractie
van den Vrijheidsbond in de Tweede Ka
lmer, dan achten we het niet onwaarschijn
lijk, dat de „Kerels" heden nog op hun
ministerieele zetels hadden gezeten.
De heeren Rink (V.B.), v. Lanschó-t
(R.K.), v. Embden (V.D.), Anema (A.R.)
en Mendels (S.D.) voerden het woord.
De heer v. Lanscliot betreurde het heen
gaan van het vorige, zuiver parlemen
taire coalitie-kabinet, alsook van de per
sonen uit dat kabinet, in de eerste plaats
van den Minister-President, den heer Co-
lijn. De heer De Geer heeft zijn kabinet
bestempeld als een intermezzo. Al wil
de regeering het niet, de politiek pal
toch steeds als een ondeugend rakkertje
om den hoek komen kijken.
De heer Anema (A.R.) had liever op
11 November niet een zoo scherpe ver
klaring van dr Nolens gezien. Spr. wijst
op de resultaten die de coalitie ons na
een strijd van heel een vorig geslacht
heeft gebracht en acht het een misver
stand te meenen, dat de christelijke meer
derheid dood is. Tal van teekenen wijzen
daarop. Men beluistert een toon van heim
wee naar herstelde samenwerking. Trou
wens, in deze Kamer zijn de vroegere
wederzijdsche gevoelens ongeschokt. De
moeilijkheden der coalitie moeten echter
spontaan, niet geforceerd worden over
wonnen.
Dit kabinet behoort naar sprekers mee
ning hier niet en de heer De Geer be
hoord© plaats te hebben in een rechtsch
kabinet. Spr. is overtuigd, dat die be
windsman daar niet zit voor zijn pleizier.
Spr. is geneigd, dit kabinet met tegemoet
koming te begroeten. Om waarlijk extra
parlementair te zijn, moet een kabinet
bestaan uit mannen, die dit objectief en
subjectief kunnen zijn. Wat betreft het
program van het kabinet, is de zaak
op dit punt wel in orde. Maar subjectief
ook? Zitten daar niet mannen als De
Geer en Sio-ternaker de Bruine, Van der
Vegte den man der antirevolutionaire po
litiek, en Doener? Zullen verschillend©
leden van dit kabinet waarlijk neutraal
kunnen zijn? Spr. moet het zien, voordat
hij liet gelooft. En dan is er naast den
wetgevenden arbeid ook nog zoo iets als
het dagelijks regeeren. Spr. kan dus het
optimisme betreffende de extra parlemen
taire houding van dit kabinet niet deelen.
De schuldenregeling fusschen Engeland
en Frankrijk.
Het bezoek van den Franschen mi
nister van financiën Péret aan Londen,
dat aanvankelijk voor de volgende week
was vastgesteld, moest worden uitgesteld
daar Péret's aanwezigheid te Parijs nood
zakelijk is tijdens de behandeling van
de Fransche begroeting door den senaat
Men verwacht echter, dat hij naar Lon
den zal komen om de nog hangende pun
ten over de regeling der Fransche schuld
met Churchill te bespreken, vóór dat de
laatstgenoemde zijn jaarlijksche toelich
ting op de begrooting bij het parlement
indient, dus vóór 26 April.
De reis zal wel geen plezierreisje zijn
en kan tot zeer verstrekkende verwikke
lingen aanleiding geven-
Het is toch bekend, dat Péret een ge
heel ander standpunt inneemt ten aan
zien van de geïntergeallieerde schulden,
dan zijn voorgangers.
Pérefis van meening dat de kwestie
van de schulden met Amerika en met
Engeland niet alleen b-eheerscht wordt
door de verbonding van willekeurig schul
denaar en schuldeischer, doch dat die
schulden veroorzaakt zijn door een nood
zakelijke hulpverleening tijdens gemeen
schappelijke moeilijkheden, zoodat de mo
reel® verplichting bestaat, den schulde
naar noch het mes op de keel te zetten,
noch het vel over.den neus te halen-
De publieke opinie in Frankrijk is, dat
Imien op het stuk van intergeallieerd©
schulden reeds te veel terrein prijsgegeven
heeft- Men heeft nu in Péret, die 'de eenige
man in het kabinet is, in wien men nog
vertrouwen -stelt, de hoop gevestigd om
eene billijke regeling te verkrijgen.
De Bakkers en de Arbeidswe.t-
Te Utrecht heeft een conferentie plaats
gehad van arbeidersvertegenwoordigers en
bestuurders van de patroonsorganisaties
in het bakkersbedrijf. - Er namen aan de
conferentie drie patroonsorganisaties deel,
terwijl van arbeiderszijde de moderne,
christelijke, katholieke en neutrale bond
aanwezig waren. De vergadering was be
legd naar aanleiding van de uitlating in
het voorloopig verslag, waaruit bleek, dat
de minister de kleine bakkerijen wilde
„tegemoet komen".
De patroons meenden, dat men daar
over eens met elkaar moest praten en zij
wilden aan den minister verzoeken in
ieder geval het beginuur in de groote
steden van 6 op 5 uur te brengen- De
arbeiders-organisaties wilden echter van
zoo'n verzoek niets weten- Na langdurige
besprekingen besloot men den minister te
verzoeken een commissie in het leven
te roepen bestaand© uit arbeiders- en
patroonsvertegenwoordigers, liefst onder
leiding van een hoofdambtenaar. Deze
commissie zal het rcchj moeten hebben,
om de geheel© paragraaf IV van de Ar
beidswet onder de ooigen te zien en even
tueel wijzigingsvoorstellen bij den minis
ter in te dienen; mits de minister bereid
is met zijn wijzigingen te wachten, tot de
commissie met haar werk gereed is-
Bad io-di strib u tie per telefoon:.
Naar wij vernemen zal binnenkort ook
voor de aangeslotenen aan het Leidsche
telefoonnet de gelegenheid worden open
gesteld om door middel van het telefoon
toestel van de radio-concerten enz- te
kunnen profiteeren- Proeven in deze rich
ting zijn te Leiden reeds genomen-
Staatkundig Gereform. partij'.
Onder leiding van het Tweede Kamer
lid ds G. H. Kersten werd te Utrecht
de algemeene vergadering gehouden van
de Staatkundig Gereformeerde Partij. De
voorzitter hield een rede, waarin hij de
gebeurtenissen op politiek terrein in het
afgeloopen jaar naging. Een telegram van
hulde werd gezongen aan H. M. de Ko
ningin. Secretaris en penningmeester
brachten hun verslagen uit; het bleek,
dat de partij in het afgeloopen jaar met
13 kiesvereenigingen was uitgebreid; haar
financieel© toestand geeft reden tot te
vredenheid. De aftredende bestuursleden
ds Barth van Alphen en ds Zandt van
Delft werden herkozen. Tijdens de verga-
doring werd f 3000 beschikbaar gesteld
vóór een partijbureau met een vast secre
tariaat.
Ghristelij k-Historische Unie.
Gisteren hield de Ohristelijfc-Historische
Unie te Utrecht haar jaarlijksche alge
meen© vergadering onder leiding van den
heer J. Ter Haar, van Amsterdam.
Die voorzitter opende de vergadering
met een toespraak, waaraan we het vol
gende ontkenen
Als gevolg van het bedanken als lid
van het hoo-Mbeistuur door de heeren
Eir J. Scbokking en glotemaker de Bruine,
is de Unie thans zonder voorzitter en
eersten vice-voorzitter.
De politieke toestand in ons land le
vert op 'toogenblik een beeld van ver
warring en onzekerheid. Mede van ons,
van deze vergadering, zal het afhangen,
of de verwarring voor klaarheid, de on
zekerheid voor zekerheid zal plaats ma
ken.
Gode zij dank, de algemeene verkiezin
gen hebben aangetoond, dat tienduizenden
mannen en vrouwen, met ons beginsel,
het bewaren van het Ghtv karakter der
natie, 'instemmen. Waar andere partijlen
hun kiezerstal zagen slinken, hun invloed
zagen afbrokkelen, zijto. wij onverzwakt
uit den strijd te voorschijn gekomeri.
Helaas, de voor onze partijl gunstige
uitslag der verkiezingen heeft niet mogen
meehelpen vastheid in 't Staatsbeleid te
brengen. Het Kabinet-Golijln, wahrin twee
onzer mannen, mr Schokking en Jhr. de
Geer zitting namen, moe'st een ontijdigen
dood sterven, nog voordat met liet werk
eigenlijk ©en goed begin was gemaakt.
Tiaarnaast stemt bet tot vreugde, dat in
het nieuwe ministerie wederom twee der
onzen, aldus spreker, een plaats hebben
mogen, innemen.
Dat Gods zegen op onzen arbeid moge
rusten
Na de openingsrede kreeg dr J. de
Visser het woord tot het houden eener
red© over de Kabinetscrisis en haar oplos
sing.
Die voornaamst© aanleiding tot de laat
ste politieke crisis was niet het gezant
schap, gelijkhet in 1915 was voorgesteld,
maar bet voorstel tot bestendiging van
het destijds tijdelijk ingesteld gezantschap
bij het Vaticaan. Die geheel bijzondere
tijdsomstandigheden Waren in 1915 oor
zaak, dat alle politieke partijen zoodanig
zich daarmede vereenigden, enkele leden
der liberale unie en der sociaal-democra
tische .arbeiderspartij uitgezonderd. Die re
geering had toen vernomen, dat er ban
het Vaticaan een bepaalde vredesactie
gaande was en .droeg D|r Nolens op naar
Rome te gaan om zich daarvan op de
hoogte te stellen en, zoo bedoeld bericht
juist bleek, aan het Vaticaan te kennen
te geven, dat de regeering samenwerking
voor dat doel wenschte. Nadat Dlr Notens
zich van dia taak had gekweten, ontving
de minister van buitenlandsche zaken een
brief van den kardinlaal-secretaris bijl het
Vaticaan, dat de beste wijze voor het
beoogde vredesdoel samen te werken, be
stond in het afvaardigen door Nederland
van een officieel vertegenwoordiger. Die
regeering ging hiermede accoo-rd, stelde
een post voor een tijdelijke en bijlandere
zending, bij! den paus-elij'ken stoel voor -
en de Kamer nam dien post met over
groot® meerderheid v.an stemmen aan.
Echter gaven de twee Chr. Hist, spre
kers, de heeren v. Bylandt en Lohman,
joein duidelijk te kennen, dat zijl daarmede
niet bedoelden herstel van de Neder-
landsche legatie. Dlat bedoeld© de -regee
ring ook niet, want toen de heer Eierd-
mans beslist tegenstander van het ont
werp, tijdens de rede van den minister
president Gort v. d. Linden ironisch uit
riep: „Het 'gezantschap wordt perma
nent", zeide genoemde minister veront
waardigd: „Neien, mijnbeer Eerdmdns, dat
wordt niet permanent en ik ontzeg U
het recht, om uit de woorden die ik
hier gesproken.heb, uw wantrouwen üit te
spreken in de uitdrukkelijke verklaring' der
Die meening is dus onjuist, ;als wajen
de Chr. Hist, in 1915 reeds principieel
over stag gegaan door hun stem aan de
voordracht te geven.
Toen in 1920 de bestendiging werd
voorgesteld, had dan O'Ok aan de prin
cipieel© behandeling van de zaak alle
recht moeten zijn gedaan. Op dit oogen-
■blik was het daarvoor toot de eerste
maal die gelegenheid.
Van R.K. zijd© is toen ©en groote foiut
begaan en de onjuistheid verkondigd, dat
men zich thans niet meer in principleele-
kwesties moest begeven, maar dit had
moeten doen in 1915, niettegenstaande
Mr Lobman uitdrukkelijk in 1915 had
gezegd, dat als bet toen om het principe
was gegaan, bijl zou hebben tegen ge-
stemd! Lobman Was zeer verstoord. Ook
ik heb meermalen mijn misnoegen over
deze houding betuigd, en zelfs in die
dagen met Lohman over de mogelijkheid
van mijn uittreden uit het kabinet ge
sproken, wat hij mij echter beslist ont
ried met het oog op het groote belang,
dat hij zag in de uitvoering van de L.O.-
wet door mij, die de wet in het Staatsblad
had gebracht.
De Ghr.-Historischen onder leiding van
Lohman hebben zich in 1920 eenparig
verzet tegen het herstel der Ne-derlandsche
legatie bij het Vaticaan. Doch en ik leg
hierop den nadruk niet omdat het
een gewetenszaak geldt. (Zie verder
hierover het hoofdartikel in dit nr.)
Men heeft gejubeld over de schrapping
van den post voor het gezantschap, maar
die bet luidst konden juichen, waren de
mannen van de linkerzijde, die eindelijk
hun doel hebben bereikt en zoowel de
coalitie stukgeslagen als Colijin verwij
derd hebben. Ik weet dat er onder ons
zijn 'die dat niet zoo erg vinden, en de
prijk voor bedoelde schrapping niet te
duur betaald achten. In dit opzicht neem
ik een ander standpunt in, en de toekomst
zal uitwijzen wie goed zag. Onze positief-
christelijke beginselen komen in een parle
ment, waarin betrekkelijk zoo weinig aan
hangers daarvan zich bevinden, veel
zwakker te staan bij! eene verbreking dan
bij handhaving der coalitie.
Kabinetten, niet steunende op een
■vaste meerderheid, dobberen in den regel
als zwakke huikjes op de onstuimige
zee om door den -eersten den. besten
rukwind naar de diepte te worden ge
trokken. Ein eindelijk werd door de over-
groote meerderheid aan de linkerzijde de
coalitie en het kabinet-Colij'n gebroken
om den weg te bereiden voo-r het denk
beeldige paradijs: „rood-roottnsch", Ook in
de Unie zijn er misschien velen, wien
dit alles betrekkelijk koud laat en die
slechts vreugde- bedrijlven over da over
winning met bondgienooten van één dag
behaald. Ik laat hen in hunne waarde,
al dieel ik hun optimisme niet; maar
erg wordt het, wanneer 'men daarom leden
der Ohr.-H.ist. Unie, die jarenlang voor
jhare beginselen hebben gestreden, zou
tegenstaan, -en door jongeren, die pas in
het vuur komen, zou zie-n bestreden, al
leen o-mdat zij een breeder horizont in de
staatkunde -meenen te zien en naast waar-
deering van de behaalde winst, met groote
bekommering staren op het geleden ver
lies en zich gedurig afvragen of de over
winning niet blijken zal een Pyrrhus-
overwinning te zijln geweest I
Ik weet dat er in de Unie worden
gevonden die mij het merk van half
slachtigheid, van te trlansig'eeren met be
ginselen hebben gegeven, toen ik, geroe
pen door Hare Majesteit tot formatie van
©en kabinet, poogde het zittend kabinet
t© behouden en de coalitie .te redden
door .mijn voorstel van de terugroeping
van den gezant te Rome en de accreditee-
ring van den gpzant te B:ern bijl 't Vati
caan.
'sLands belang eischte m-.i. dat 'tin
christelijk-en zin zou blijven geregeerd:. Dit
groot© doel kan alleen worden bereikt
door samenwerking van de groepen der
rechterzijde. Hoe deze nu bij' elkander te
houd-en na het gevallen votum op 11
November j.l.? Het gezantschap kon niet
meer tijdelijk worden gemaakt; ©en blij
vend gezantschap te Rome vond bij
de onzen overwegend bezwaar. Toen heb
ik overwogen of niet wellicht de R. C-
bereid zouden zijln den gezant te Rome
-- ten nog wel -een hoogstaand man als
Mr v. Nispen tot Sevenaer op te offe
r-en aan bet belang der rechtscbe samen
werking, terwijl dan onzerzijds genoegen
zou worden genomen met het bezoek
te Rome enkelemalen 'sjalars van on
zen ge-zant te Bern.
Natuurlijk werpt men mij: tegen: „Maar
het beginsel verbood zulks".
Zij m-en voorzichtig met deze uit
spraak
Bovendien Wordt maar al te zeer ver
geten, -dat -de staatkunde ons- verplaatst
in d© sfeer van het mogelijke, het bereik
bare. Die- kerk is de wereld van het
ideaal; de politiek de wereld vah het
compromis. Geen enkele staatkundige par
tij kan haai1 eigen idealen ooit ten volle
verwezenlijkt zien -allerminst een partij»
die elf van de honderd leden telt. Steeds
is men op overleg aangewezen, tenzij men
zich tevreden stelt met „getuigen" on
der applaus van ©e-n bepaalden kring, zon
der dat o-oit -eon tastbaar doel wordt be
reikt. Langs dien weg heb ik zelf in het