No 159 Vrijdag 9 April 1926 40e Jaargang Staten-Seneraal. BitmsnM. d^mrMEEP tft mmmw bsstaaf alt twee fefe Beter dan Goed: De BESTE ruwva ,'Jj] iKWPBtti Drukkers-Exploitanten: OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 ^kZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Dr DE VISSER OVER LOHMAN. In een hoogs belangrijke rede door oud- minister de Visser gisteren in de alge meene vergadering der Ghr.-Hist. Unie te Utrecht uitgesproken, heeft hij een breede toelichting gegeven op de geschie denis van bet Gezantschap. Hij bracht don naam van wijlen den leider der Clhr.-Hist. Unie in verband met de jongste gebeurtenissen en uit spraken van Clhr.-Hist. zijlde. Onder anderen met de gewetenskwestie. Na aangetoond te hebben ,dat de heer Lobman, schoon tegenstander van het Ge zantschap, onder zekere omstandigheden vóór het herstel van de legatie zou hebben kunnen zijn, ook al „achtte Lobman de wederinvoering van het gezantschap niet in overeenstemming met de beginselen, die ons land sinds vele jaren als juist en rechtvaardig heeft erkend, een ge wetenszaak, zoodat onder geenerlei om standigheden door hem als christelijfc- historische een gezantschap bij het Vati- caan zou worden toegelaten, was het voor hem niet. In dat opzicht sta ik nu geheel aan Lohman's zijde." Een gewetenszaak was het dus voor Lohman en Dl© Vis ser niet. Op dit punt verloochent de spreker derhalve zijn politieke vrienden, al voegt hij er .natuurlijk op andere gronden, laan toe: „dat bet verzet van Lohman tegen het herstel van de legatie in 1925 aan vankelijk even sterk zóu geweest zijn als vroeger, omdat de politieke omstandig- heden, die hem in 1920 in de oppo sitie brachten, sinds dien niet noemens waard waren veranderd". Dr De Visser prijst hierbij zijn vrien den voor hun blijven in Lohman's lijn, „hoewel zoo voegt hij1 er aan toe „ik persoonlijk, eenmaal als minister een deel der verantwoordelijkheid, door mijn blijven in het kabinet, medegedraglen heb bende, niet op eens die verantwoordelijk heid van mij wilde schudden, door open lijk aan hun zijde te giaan staan. Als eerlijk man heb ik hiertoe niet kunnen en willen komen, en ik zou het nog niet doen." Dit lezende, moet' men het betreuren dat de geachte Unie-spreker er niet in hoeft kunnen komen, op dien fat alen Hen November ter vergadering te verschijnen om dit standpunt toe te lichten, en tevens daar te zeggen, wat hij gisteren als zijn meening uitsprak, hetgeen wij' hieronder laten volgen. Hij toch liet op bovenstaande mede- d-e-eling volgen; „Doch wel weet ik niet, of Lobman al klinkt het op het eerste hooren vreemd - niet ten 'slotte tegen het amen dement-Kersten zou hebben gestemd. Ze ker zou hij' dit met gedaan hebben op het dreigement van dr Nolenis, hetwelk ontegenzeggelijk een zware politieke fout is geweest en blijft. Maar of hij het zou volgehouden hebben na de politieke manoeuvre van mr Marchant, is: bij mij1 aan rechtmatigen twijfel onderhevig. Ik kan mij toch ©en. Lohman voorstellen, die na de redevoering van den heer Marchant, die eigenlijk hierop neerkwam: „Ik ben wèl voor het gezantschap, maar om de coalitie en het kabinet-Colijn te breken, Stem ik er tegen", hartstochtelijk zou zijn opgestaan en zou hebben uitgeroepen; „Ik bein tegen het gezantschap, maar nu het er links: om te doen is, den boel in, de war te sturen, stem ik voor." Wie Weet, hoe ministerieel Lohman was m hoezeer hij' prijfe stelde op de samen werking rechts, zal dit alleszins moge lijk achten." Uit het da-verend applaus dat op deze woorden volgde, en waarbij waren jzij er bij tegenwoordig geweest de 'Zeeuws'che antirevolutionairen, voorzoover izijl den beer Lobman meer of minder in tiem gekend hebben, zich met instemming tzouden hebben aangestoten, blijkt dat niet weinigen het met den spreker eens waren. Deze opmerking is door dr de Visser in den loop zijiier rede nogeens gemaakt, toen hij zijn standpunt verdedigde dat bij zijn poging tot kabinetsformatie had voor gezeten; namelijk een gezantschap te Bern, dat tevens dien post te Rome ver vullen zou. Hij wees bereids tegenspraak laf door te zeggen; „Natuurlijk werpt men mij tegen; „Maar het beginsel verbood zulks". „Zjij jmem voorzichtig met deze uit spraak „Stelt men dat beginsel^Jisoluut, dan zulten- zij, die reeds in 19i5 tegenstem den, de Chr.-H.istorischen die toen allen voor Stemden, toeroepen: Toen gijl goed vondt, dat onze regeering den paus in -den arm nam om mogelijk den vrede te- fe'spoedigen, erke-ndet gij hrm daarmede ;als een volkrechtelijk subject. „Lohman, hoewel gekant tegen de we derinvoering van het gezantschap, was dan ook een te vèr ziend en voorzichtig staatsman om een dergelijk absoluut be ginsel te huldigen. Anders zou hij niet gezegd hebben, dat de argumenten in 1920 hem niet gewichtig genoeg voorktva- men om daarvoor uit den weg te gaan. „Daarmede was de mogelijkheid ge steld, dat te ©eniger tijd die bezwaren voor argumenten van staatsbelang konden wijken. Ik geloof zelfs, dat in de zitting van 11 Nov. j.l. na de v ei r k 1 ar i n g van mr Marchant zich voor Lo hman dat oogen blik zou hebben voorgedaan." Door onis is van den beginne hetzelf de beweerd; en nog kort geleden hebben wij' met herhaalde aanhaling van een dergelijke opmerking vandr de Visser, voor wien de heer Lohman groote achting had, op deze mogelijkheid gewezen. Dlaar- to© was Lohman ©en te ernstig, gouver nementeel staatsman, en aurfde dit standpunt zelfs, als 't moest, ook als hij in de oppositie was, tegenover zijn recht- sche vrienden naar voren brengen. Mem herinnere zich maar zijn veront waardiging, toen in Dec. 1908 door toe doen onder anderen van de antirevolutio nairen, onder welke zijln naaste vrienden Talma en Heemskerk, de liberale minis ter van oorlog Cool ten val gebracht werd. Evenwel verliezen wijl niet uit het Oog, dat hier aan geien rechtstreeks bewijsbare ■mogelijkheid kan gedacht worden. Wij gaan er daarom ook niet verder op in. Wij conistateeren slechts met genoegen dat dan toch eindelijk ©en Ghri-stelijk- Historisch man is opgestaan, en dan nog wel een staatsman van het giezag van dr Die Visser, die openlijk ten aanhoore van allen deze mogelijkheid heeft uit gesproken. Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft van 11 uur tot half vijf vergaderd. Er is veel ge praat, maar voor een groot deel over het kabinet heen. De hoop, dat onze Senaat flink zou opschieten, is nog niet ver wezenlijkt. 't'Had er veel van, of deze Kamer nu eens pet deed, alsof er in de Tweede Kamer nog geen crisis-debat was geweest en of de Senatoren de politieke geschiedenis der laatste maanden eens op huil gemak wilden bespreken. Nieuws bracht het debat niet. Enthou siast is het kabinet niet verwelkomd be halve door den heer Rink, al zal het mogen rekenen op een loyale houding van de partijen, die tot heden aan het woord zijn geweest. 'Het ministerie-CoIijn zou het overigens in de Eerste Kamer niet moeilijk zijn ge maakt, dat bleek thans wel zeer duidelijk uit hetgeen de heer Rink daarover ver telde. Indien hij en niet de heer Dressel- huys de leider was geweest van de fractie van den Vrijheidsbond in de Tweede Ka lmer, dan achten we het niet onwaarschijn lijk, dat de „Kerels" heden nog op hun ministerieele zetels hadden gezeten. De heeren Rink (V.B.), v. Lanschó-t (R.K.), v. Embden (V.D.), Anema (A.R.) en Mendels (S.D.) voerden het woord. De heer v. Lanscliot betreurde het heen gaan van het vorige, zuiver parlemen taire coalitie-kabinet, alsook van de per sonen uit dat kabinet, in de eerste plaats van den Minister-President, den heer Co- lijn. De heer De Geer heeft zijn kabinet bestempeld als een intermezzo. Al wil de regeering het niet, de politiek pal toch steeds als een ondeugend rakkertje om den hoek komen kijken. De heer Anema (A.R.) had liever op 11 November niet een zoo scherpe ver klaring van dr Nolens gezien. Spr. wijst op de resultaten die de coalitie ons na een strijd van heel een vorig geslacht heeft gebracht en acht het een misver stand te meenen, dat de christelijke meer derheid dood is. Tal van teekenen wijzen daarop. Men beluistert een toon van heim wee naar herstelde samenwerking. Trou wens, in deze Kamer zijn de vroegere wederzijdsche gevoelens ongeschokt. De moeilijkheden der coalitie moeten echter spontaan, niet geforceerd worden over wonnen. Dit kabinet behoort naar sprekers mee ning hier niet en de heer De Geer be hoord© plaats te hebben in een rechtsch kabinet. Spr. is overtuigd, dat die be windsman daar niet zit voor zijn pleizier. Spr. is geneigd, dit kabinet met tegemoet koming te begroeten. Om waarlijk extra parlementair te zijn, moet een kabinet bestaan uit mannen, die dit objectief en subjectief kunnen zijn. Wat betreft het program van het kabinet, is de zaak op dit punt wel in orde. Maar subjectief ook? Zitten daar niet mannen als De Geer en Sio-ternaker de Bruine, Van der Vegte den man der antirevolutionaire po litiek, en Doener? Zullen verschillend© leden van dit kabinet waarlijk neutraal kunnen zijn? Spr. moet het zien, voordat hij liet gelooft. En dan is er naast den wetgevenden arbeid ook nog zoo iets als het dagelijks regeeren. Spr. kan dus het optimisme betreffende de extra parlemen taire houding van dit kabinet niet deelen. De schuldenregeling fusschen Engeland en Frankrijk. Het bezoek van den Franschen mi nister van financiën Péret aan Londen, dat aanvankelijk voor de volgende week was vastgesteld, moest worden uitgesteld daar Péret's aanwezigheid te Parijs nood zakelijk is tijdens de behandeling van de Fransche begroeting door den senaat Men verwacht echter, dat hij naar Lon den zal komen om de nog hangende pun ten over de regeling der Fransche schuld met Churchill te bespreken, vóór dat de laatstgenoemde zijn jaarlijksche toelich ting op de begrooting bij het parlement indient, dus vóór 26 April. De reis zal wel geen plezierreisje zijn en kan tot zeer verstrekkende verwikke lingen aanleiding geven- Het is toch bekend, dat Péret een ge heel ander standpunt inneemt ten aan zien van de geïntergeallieerde schulden, dan zijn voorgangers. Pérefis van meening dat de kwestie van de schulden met Amerika en met Engeland niet alleen b-eheerscht wordt door de verbonding van willekeurig schul denaar en schuldeischer, doch dat die schulden veroorzaakt zijn door een nood zakelijke hulpverleening tijdens gemeen schappelijke moeilijkheden, zoodat de mo reel® verplichting bestaat, den schulde naar noch het mes op de keel te zetten, noch het vel over.den neus te halen- De publieke opinie in Frankrijk is, dat Imien op het stuk van intergeallieerd© schulden reeds te veel terrein prijsgegeven heeft- Men heeft nu in Péret, die 'de eenige man in het kabinet is, in wien men nog vertrouwen -stelt, de hoop gevestigd om eene billijke regeling te verkrijgen. De Bakkers en de Arbeidswe.t- Te Utrecht heeft een conferentie plaats gehad van arbeidersvertegenwoordigers en bestuurders van de patroonsorganisaties in het bakkersbedrijf. - Er namen aan de conferentie drie patroonsorganisaties deel, terwijl van arbeiderszijde de moderne, christelijke, katholieke en neutrale bond aanwezig waren. De vergadering was be legd naar aanleiding van de uitlating in het voorloopig verslag, waaruit bleek, dat de minister de kleine bakkerijen wilde „tegemoet komen". De patroons meenden, dat men daar over eens met elkaar moest praten en zij wilden aan den minister verzoeken in ieder geval het beginuur in de groote steden van 6 op 5 uur te brengen- De arbeiders-organisaties wilden echter van zoo'n verzoek niets weten- Na langdurige besprekingen besloot men den minister te verzoeken een commissie in het leven te roepen bestaand© uit arbeiders- en patroonsvertegenwoordigers, liefst onder leiding van een hoofdambtenaar. Deze commissie zal het rcchj moeten hebben, om de geheel© paragraaf IV van de Ar beidswet onder de ooigen te zien en even tueel wijzigingsvoorstellen bij den minis ter in te dienen; mits de minister bereid is met zijn wijzigingen te wachten, tot de commissie met haar werk gereed is- Bad io-di strib u tie per telefoon:. Naar wij vernemen zal binnenkort ook voor de aangeslotenen aan het Leidsche telefoonnet de gelegenheid worden open gesteld om door middel van het telefoon toestel van de radio-concerten enz- te kunnen profiteeren- Proeven in deze rich ting zijn te Leiden reeds genomen- Staatkundig Gereform. partij'. Onder leiding van het Tweede Kamer lid ds G. H. Kersten werd te Utrecht de algemeene vergadering gehouden van de Staatkundig Gereformeerde Partij. De voorzitter hield een rede, waarin hij de gebeurtenissen op politiek terrein in het afgeloopen jaar naging. Een telegram van hulde werd gezongen aan H. M. de Ko ningin. Secretaris en penningmeester brachten hun verslagen uit; het bleek, dat de partij in het afgeloopen jaar met 13 kiesvereenigingen was uitgebreid; haar financieel© toestand geeft reden tot te vredenheid. De aftredende bestuursleden ds Barth van Alphen en ds Zandt van Delft werden herkozen. Tijdens de verga- doring werd f 3000 beschikbaar gesteld vóór een partijbureau met een vast secre tariaat. Ghristelij k-Historische Unie. Gisteren hield de Ohristelijfc-Historische Unie te Utrecht haar jaarlijksche alge meen© vergadering onder leiding van den heer J. Ter Haar, van Amsterdam. Die voorzitter opende de vergadering met een toespraak, waaraan we het vol gende ontkenen Als gevolg van het bedanken als lid van het hoo-Mbeistuur door de heeren Eir J. Scbokking en glotemaker de Bruine, is de Unie thans zonder voorzitter en eersten vice-voorzitter. De politieke toestand in ons land le vert op 'toogenblik een beeld van ver warring en onzekerheid. Mede van ons, van deze vergadering, zal het afhangen, of de verwarring voor klaarheid, de on zekerheid voor zekerheid zal plaats ma ken. Gode zij dank, de algemeene verkiezin gen hebben aangetoond, dat tienduizenden mannen en vrouwen, met ons beginsel, het bewaren van het Ghtv karakter der natie, 'instemmen. Waar andere partijlen hun kiezerstal zagen slinken, hun invloed zagen afbrokkelen, zijto. wij onverzwakt uit den strijd te voorschijn gekomeri. Helaas, de voor onze partijl gunstige uitslag der verkiezingen heeft niet mogen meehelpen vastheid in 't Staatsbeleid te brengen. Het Kabinet-Golijln, wahrin twee onzer mannen, mr Schokking en Jhr. de Geer zitting namen, moe'st een ontijdigen dood sterven, nog voordat met liet werk eigenlijk ©en goed begin was gemaakt. Tiaarnaast stemt bet tot vreugde, dat in het nieuwe ministerie wederom twee der onzen, aldus spreker, een plaats hebben mogen, innemen. Dat Gods zegen op onzen arbeid moge rusten Na de openingsrede kreeg dr J. de Visser het woord tot het houden eener red© over de Kabinetscrisis en haar oplos sing. Die voornaamst© aanleiding tot de laat ste politieke crisis was niet het gezant schap, gelijkhet in 1915 was voorgesteld, maar bet voorstel tot bestendiging van het destijds tijdelijk ingesteld gezantschap bij het Vaticaan. Die geheel bijzondere tijdsomstandigheden Waren in 1915 oor zaak, dat alle politieke partijen zoodanig zich daarmede vereenigden, enkele leden der liberale unie en der sociaal-democra tische .arbeiderspartij uitgezonderd. Die re geering had toen vernomen, dat er ban het Vaticaan een bepaalde vredesactie gaande was en .droeg D|r Nolens op naar Rome te gaan om zich daarvan op de hoogte te stellen en, zoo bedoeld bericht juist bleek, aan het Vaticaan te kennen te geven, dat de regeering samenwerking voor dat doel wenschte. Nadat Dlr Notens zich van dia taak had gekweten, ontving de minister van buitenlandsche zaken een brief van den kardinlaal-secretaris bijl het Vaticaan, dat de beste wijze voor het beoogde vredesdoel samen te werken, be stond in het afvaardigen door Nederland van een officieel vertegenwoordiger. Die regeering ging hiermede accoo-rd, stelde een post voor een tijdelijke en bijlandere zending, bij! den paus-elij'ken stoel voor - en de Kamer nam dien post met over groot® meerderheid v.an stemmen aan. Echter gaven de twee Chr. Hist, spre kers, de heeren v. Bylandt en Lohman, joein duidelijk te kennen, dat zijl daarmede niet bedoelden herstel van de Neder- landsche legatie. Dlat bedoeld© de -regee ring ook niet, want toen de heer Eierd- mans beslist tegenstander van het ont werp, tijdens de rede van den minister president Gort v. d. Linden ironisch uit riep: „Het 'gezantschap wordt perma nent", zeide genoemde minister veront waardigd: „Neien, mijnbeer Eerdmdns, dat wordt niet permanent en ik ontzeg U het recht, om uit de woorden die ik hier gesproken.heb, uw wantrouwen üit te spreken in de uitdrukkelijke verklaring' der Die meening is dus onjuist, ;als wajen de Chr. Hist, in 1915 reeds principieel over stag gegaan door hun stem aan de voordracht te geven. Toen in 1920 de bestendiging werd voorgesteld, had dan O'Ok aan de prin cipieel© behandeling van de zaak alle recht moeten zijn gedaan. Op dit oogen- ■blik was het daarvoor toot de eerste maal die gelegenheid. Van R.K. zijd© is toen ©en groote foiut begaan en de onjuistheid verkondigd, dat men zich thans niet meer in principleele- kwesties moest begeven, maar dit had moeten doen in 1915, niettegenstaande Mr Lobman uitdrukkelijk in 1915 had gezegd, dat als bet toen om het principe was gegaan, bijl zou hebben tegen ge- stemd! Lobman Was zeer verstoord. Ook ik heb meermalen mijn misnoegen over deze houding betuigd, en zelfs in die dagen met Lohman over de mogelijkheid van mijn uittreden uit het kabinet ge sproken, wat hij mij echter beslist ont ried met het oog op het groote belang, dat hij zag in de uitvoering van de L.O.- wet door mij, die de wet in het Staatsblad had gebracht. De Ghr.-Historischen onder leiding van Lohman hebben zich in 1920 eenparig verzet tegen het herstel der Ne-derlandsche legatie bij het Vaticaan. Doch en ik leg hierop den nadruk niet omdat het een gewetenszaak geldt. (Zie verder hierover het hoofdartikel in dit nr.) Men heeft gejubeld over de schrapping van den post voor het gezantschap, maar die bet luidst konden juichen, waren de mannen van de linkerzijde, die eindelijk hun doel hebben bereikt en zoowel de coalitie stukgeslagen als Colijin verwij derd hebben. Ik weet dat er onder ons zijn 'die dat niet zoo erg vinden, en de prijk voor bedoelde schrapping niet te duur betaald achten. In dit opzicht neem ik een ander standpunt in, en de toekomst zal uitwijzen wie goed zag. Onze positief- christelijke beginselen komen in een parle ment, waarin betrekkelijk zoo weinig aan hangers daarvan zich bevinden, veel zwakker te staan bij! eene verbreking dan bij handhaving der coalitie. Kabinetten, niet steunende op een ■vaste meerderheid, dobberen in den regel als zwakke huikjes op de onstuimige zee om door den -eersten den. besten rukwind naar de diepte te worden ge trokken. Ein eindelijk werd door de over- groote meerderheid aan de linkerzijde de coalitie en het kabinet-Colij'n gebroken om den weg te bereiden voo-r het denk beeldige paradijs: „rood-roottnsch", Ook in de Unie zijn er misschien velen, wien dit alles betrekkelijk koud laat en die slechts vreugde- bedrijlven over da over winning met bondgienooten van één dag behaald. Ik laat hen in hunne waarde, al dieel ik hun optimisme niet; maar erg wordt het, wanneer 'men daarom leden der Ohr.-H.ist. Unie, die jarenlang voor jhare beginselen hebben gestreden, zou tegenstaan, -en door jongeren, die pas in het vuur komen, zou zie-n bestreden, al leen o-mdat zij een breeder horizont in de staatkunde -meenen te zien en naast waar- deering van de behaalde winst, met groote bekommering staren op het geleden ver lies en zich gedurig afvragen of de over winning niet blijken zal een Pyrrhus- overwinning te zijln geweest I Ik weet dat er in de Unie worden gevonden die mij het merk van half slachtigheid, van te trlansig'eeren met be ginselen hebben gegeven, toen ik, geroe pen door Hare Majesteit tot formatie van ©en kabinet, poogde het zittend kabinet t© behouden en de coalitie .te redden door .mijn voorstel van de terugroeping van den gezant te Rome en de accreditee- ring van den gpzant te B:ern bijl 't Vati caan. 'sLands belang eischte m-.i. dat 'tin christelijk-en zin zou blijven geregeerd:. Dit groot© doel kan alleen worden bereikt door samenwerking van de groepen der rechterzijde. Hoe deze nu bij' elkander te houd-en na het gevallen votum op 11 November j.l.? Het gezantschap kon niet meer tijdelijk worden gemaakt; ©en blij vend gezantschap te Rome vond bij de onzen overwegend bezwaar. Toen heb ik overwogen of niet wellicht de R. C- bereid zouden zijln den gezant te Rome -- ten nog wel -een hoogstaand man als Mr v. Nispen tot Sevenaer op te offe r-en aan bet belang der rechtscbe samen werking, terwijl dan onzerzijds genoegen zou worden genomen met het bezoek te Rome enkelemalen 'sjalars van on zen ge-zant te Bern. Natuurlijk werpt men mij: tegen: „Maar het beginsel verbood zulks". Zij m-en voorzichtig met deze uit spraak Bovendien Wordt maar al te zeer ver geten, -dat -de staatkunde ons- verplaatst in d© sfeer van het mogelijke, het bereik bare. Die- kerk is de wereld van het ideaal; de politiek de wereld vah het compromis. Geen enkele staatkundige par tij kan haai1 eigen idealen ooit ten volle verwezenlijkt zien -allerminst een partij» die elf van de honderd leden telt. Steeds is men op overleg aangewezen, tenzij men zich tevreden stelt met „getuigen" on der applaus van ©e-n bepaalden kring, zon der dat o-oit -eon tastbaar doel wordt be reikt. Langs dien weg heb ik zelf in het

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1