bieten nstbode .M-MASSEE awersinspan, VerkoopingeB tuis, Erf en Tnin KNECHT, betrouw tot in den dood. ipons en .Pantalons, gevraagd, togsten prijs. JW, Middelburg. 21 April 1926, ig 22 April 1926, Inboedel, JUIN voor dag en nacht, N DEE HOEFF, 12, Rotterdam. Zeeuwsche Stemmen. 11 'TJ Zijden kleuren en maten. ES. Telef. 181. Flora", Goes. !afé „De Een- ht", Middelburg» jn principaal: W. HIOOLENte oornemens in het verlcoopen, ir, ten verzoeke van DE VISSER, op de wenhove", aan den issingen uitBruine Merrie, svende Melkkoeien 1415 maanden, Kippen, broed 1925, toebehoorenDrie- Driewielskar, Melk- platte Sleeperswa- (1925 nieuw), Hand- Nanet), Eenpaards- ileepdeur, Voorslee- 2 Mangelmolens (Windmolen, Kort- ïeselstoel met steen, eeschblok, Kruiwa- (1X2 M.), Biggen- ren, Kisten, Tobben, k van 270 L.), Lad- 6 sporten, Trappen, \i (0 26 X 3.70 M.), ;re Planken, Draad, hout, Ponger, Reep Brandhout, Horden nd-, Melk- en Zolder- Is Spaden, Schop- eB, Rieken, Zagen, irtobbe, Melk vaatje, Kaas- en Melkstolp, Kaas vaten, Melkzeef, nzeven, Graan- en en, Tuinzaden, 40 oonen, Wagenzeil, Paarden- en Koe- ekpotten, Eenruiters, )ene Mutserd, Turf- srvitriool, de Mestin eenig HUISRAAD, it, Tafel, ijzeren Wa- glamp en hetgeen rden gepresenteerd. eikkoeien zijn inge- Controlevereeniging sst Souburg en zullen en verkocht, van de melklijsten op de hofstede ver- LOETIRIGE, enanten van den heer en overstaan van den PILAAR te Goes: dags te 1 uur, in het K. Meulpolder, van: aan den Straatweg, c.A. bij de betaling. ddags te 2 uur, aan ïhuis, tegen contante VAN WOENSDAG 7 APRIL 1926, No. 157. eikenh. Kabinet, au, Tafels, Stoelen, ïen met toebehooren, pen, Klokken, Kachels, iden, Glas- en Aarde- schappen, enz. KOOP: veelheid te leveren elburg of Wolphaarts- len per mud, a contant, OSTER, Kamperland. eur van Kinderzorfl urg, zoekt plaatsing wassen roententeelt en kassen. Hebt u de opening van het seizoen bij gewoond, beleefd? Of ik zinspeel op dames- en heeren- mode-artikclen? Ziet ge wel, dat maakt liet alledaagscke, materialistische leven ervan. Ik bedoel te vragen of ge de Lente al geproefd hebt en genoten van de heer lijkheden in Gods natuur. Met het stalen ros als voertuig hen ik er op uitgetogen, de vrije velden in en, na een whiter in stad „geslapen" te hebben, was liet mij als een openbaring. Onwille keurig gaan de gedachten naar het bollen land, de roem der natie, waar thans ook het lentefeest gevierd wordt temidden van do betooverende kleuren van lelies en hyacinthen. Maar wat kan liet daar on houdbaar zijn, als alle wegen en paden zich gaan vullen met de duizenden, die den steden ontvlucht zijn; als jjyjtnzine- geuren on stofwolken de functie van neus en oogen heiemmeren Neen, dan zijn wij in ons afgelegen ge-' west toch eigenlijk niet rainder bedeeld en zeker niet op het punt van lonteweekle. De pruimeboomen toonden nog de laat ste overblijfselen van bloemenpracht; de peren stonden op het uitbreken, de schoonste bloemenweelde en een rijken oogst voorspellende en de kersenbongerds geleken reeds zeldzame exposities van renzebouquetten. Onwillekeurig hoüdt ihen wat in, als' aan alle zijden de -ontluikende natuur het oog boeit. Hiér de paarse doovenétel en dc tallooze madeliefjes, daar de elzenbotjes éffi- elzénpropperi, om niet tê spreken van hot teere groeii, dat de heggen reeds on doorzichtig maakt en do Zuid-Beveland- scho heemden riiet de zachtste tinten kleurt. En dan dat nieuwe leven in de vogelen wereld! Dat heir van musschen en mees jes, die kwinkeloerende omhoogtierelie- rende leeuweriken, de winterkoninkjes in het struikgewas, de zwaluwen in liun plechtige glijvluchten, de merels en de lijsters hun hoogste lied uitzingende. Inderdaad, wat is Zoelancl wonder schoon! En ik zag nog niet eens de Zeeuw sche „stranden" met de schitterende pano rama's en het geheel aparte vogelleven, allerlei meeuwen en eendjes, sterntjes, pleviertjes en wat niet al. Wie wijs is, merk' die dingen En geev' verstandig acht Op 's Heerèn handelingen, Zoo vol van gunst als maclit. Mij dunkt, er is wel groole dankbaar heid, dat de woedende Noord- en Zuid- westerstormen zijn geweken voor een Zuidoost zuchtje. Het is den nijveren Zeeuwschen land man aan te zien, dat hij gelukkig is en met alle macht legt hij zich toe op het bewerken van den bodem, opdat straks do vruchten weer kunnen worden verzameld. Egge en rolblok zie ik overal in actie en de schier witte, toegeslagen grond laat zich gewillig mul maken na de periode van regen en wind en vorst. En de schoonste opluistering van het veld is wel de zaaimachine in gebruik, al mis ik toch altijd nog ongaarne den klas sieken zaaier-met-de-hand. Moeizaam trekt het paard den breeden wagen over den geëffenden bodem. De voorman zorgt er voor de lijnen zoo recht mogelijk te trekken. Achter de machine, in een wolk van door de zaadpijpen opgejaagd stof loopt een fleurig boerinnetje, de oogen op de pijpen gericht om te zien of 'talles wel. goed blijft functionneeren. Aan den rand van 'een weel zitten een paar boerekinderljes te mijmeren. Het wa ter trekt hun aan; hun klompjes raken bijkans den spiegel, zij spiegelen zich en zien in den diepen afgrond, spiegelbeeld van den hoogen hemel. En als zij met een stokje in het water peuteren is al de schoonheid opeens verdwenen, want zwar te modder mengt zich met hot water en vaagt allé'spiegelbeelden weg. Onwillekeurig gaan de gedachten terug naar den tijd, waarvan een Huihert Poot kon zingen: „Hoe genoeglijk. f..ge weet wol! Er is sëdert dien veel veranderd en de landelijke rust heeft ontzaglijk veel in geboet. Toch is er gelukkig nog iets over van'die „laege rust", die „den lof van het hoogste koningshof braveert". Als Men op vroegen voorjaarsdag op Zuid-Beveland of Walcheren rondpeddelt, is ze alom te proeven Meesmuil niet, als ik u ook nog Rhijn- vis Feitli citeer. Hij kon het zoo fijn zeg gen en toch zoo eenvoudig: Zoet vermaak en gulle vreugde Biên alom der rust de hand. Zoo, zoo spoedt de dag daarhenen Onder rein genot op 't land. Maar dezelfde schreef ook: „Hier gapen graven tusschen beiden". N.l. tusschen dit en het toekomend leven. Ik werd er plotseling aan herinnerd, toen ik door een onzer schoonste dorpen trok. Eon groepje zacht pratende en angstig starende menschen trok mijn aandacht. Enkelen stonden voor de zijdeur'van een nederige woning. „Hij is dood!" „Moeder, hij is dood!" Op beklemden toon werd het woord der verschrikking doorgegeven. Do oude, alleen wonende man had zich reeds den vorigen dag niet laten zien. De deur bleef in 't slot. Eerst niets vreemd, maar even later: Vreemd; zou 'twel göed zijn? Men verschafte izch toegang en vond het leven geweken. De oude man was zonder dat troosters aan zijn sterfbed gezeten haddön naar beter gewesten opgeroepen. Hij was stil verscheiden, gelijk hij vele jaren stil zijn weg was gegaan, alleen. Maar toch niet alleen. Want zijn God was met hem; hij sprak van zoete hoop.en vast vertrouwen. En Christus ging hem immers voor! „Wie zou die zoete hoop hier geven Voor al do vreugd der wisslende aard"? De schoonheid van deze aarde is ook maar tijdelijk. Gelijk het gras is ons kortstondig leven. Alles wat hier bloeit, valt straks weer af. Maat' wat ons doet leven, waarlijk leven, is liet blij verschiet van eeuwig leven, dat smart en tranen overwaard is. „Maar 't heil, waar hier ons oog op staarde, Verheft ons boven nood en pijn." In liet licht daarvan zien wij de schoon heid van de ons omringende natuur, de schoonheid in het arbeidzame loven, als een afschaduwing van de volmaakte toe komstige heerlijkheid. Hier wordt wel telkens weer oen smet of oen schaduw op dat beeld van schoonheid geworpen, doch wij weten: Hierna beter. KEES VAN DÉR MEER. 3 April 1926. Schets uit de Russische revoiutie. 58) -o- „Dus hebt ge zeker u zelf het recht toegekend, over liet lot van. dokter Bren zilof te beslissen- Waaruit volgt, dat Jobs- sof wetgever en (rechter tegelijk is, hè?" „Ik vertegenwoordig de Tsjeka „En al vei'tegenwoordigdet ge tienmaal de Tsjeka, dan nog zou jk u het recht ontzeggen, zoo eigenmachtig te handelen- Vertegenwoordigt gij dan de Tsjeka, ik vertegenwoordig liet leger- Ook kan ik met dulden, dat een man zoo maar spe lenderwijs wórdt ter dood gebracht, wiens leven duizenden menschen ten zegen is geweest en nog ten zegen kan zijn. Gij als rechterj ik wil u zoo eens noemen kunt niet tevens aanklager zijn- Ik roep daarom aanklagers tegen dokter Brem zilof op- Wie beschuldigt hem en waar van?" In groote spanning en zonder eenig teeken van goed- of afkeuring te -geven had het volk in de zaal den strijd tus schen de beide voormannen gevolgd. Hét vreesde beide; maar het durfde geen partij kiezen. En ook nu Presto daar stond, met 'den rug naar zijn tegen stander en vlammende blikken door de Paaschcongres voor Inwendige Zending te Goes. In de middagpauze werd. een koffie tafel aangericht, verzorgd door den lieer Buslraan. De bediening en de kwaliteit van de consumptie-artikelen warden dooi de doelnemenden zeer geroemd, terwijl de prijzen zeer billijk gestold waren. Op den juisten tijd kon de vergadering weer worden voortgezet. Na opening der middagvergadering sprak dlir J. N a u t a uit Amsterdam over„Ch r i stend om en Sociale Actie". De vraag, of Christendom en sociale actie twee door een diepe klove ge scheiden tegenstellingen zijn, moge vele en velerlei pennen in beweging hebben gebracht,. dé Christenen in .ons vader land zijn het er thans vrijwel over eens dat 'die tegenstelling niet bestaat- Chris tendom en sociale actie staan met elkaar in zeer innig verband. Het christendom zou van dit terrein misschien verre moeten blijven, als mannen en vrouwen van ander beginsel het eveneens onbetreden lieten en als liet bij de sociale actie niet ging over goederen van groote geestelijke en zede lijke waardij- Om dat nader aan te toonen vergelijkt zaal werpend, waagde niemand het, een mond open te doen. Met verwondering zag de dokter Presto aan- Wat was er met hem gebeurd? Hoe kwam hij er toe, hij, die'zich zoo wreed gedragen had tijdens het transpórt, nu als voorspraak van zijn gevangene op te treden? Zou de geestelijke crisis, die de dokier bij Presto aanstaande had geacht, thans achter den rug zijn en zou de uitslag zijn, dat Presto lot de erkentenis was geko men, dat de Heere God is? Niets wees er op dat dit zoo was dan dat onverwachte optreden van den vrpe- geren advocaat in zijn oude functie. En dokter Brenzilof was nog meer begeerig, uit den mond van zijn verdediger een woord te hooren, getuigend van zijn geloof in God, dan zich té hooren vrijspreken. Hoe het ook zijn mocht, er had iets met Presto plaats gegrepen. Dat stond vast. En. eveneens stond vast, dat de verande ring oen verandering ten goede was, al was zij misschien slechts van. zedelijlien aard en nog geen openbaring van een we dergeboorte des harten. Intusschen waagde niemand het, als openbaar aanklager van dokter Brenzilof op te treden. „Ge merkt, Joessof", zoo wendde Presto zich tot den vertegenwoordiger der Tsjeka, „dat er heel weinig tegen den dokter vp.lt te getuigon. Ik heb echter ten overvloede nog getuigen ten gunste van den gevange- spr. de positie van den arbeidenden stand' van thans met die van vöor ongeveer '60 jaren- De stoffelijke nood was toon groot. Maar de geestelijke en zedelijke nood was nauwelijks geringer. In doffe berusting schikte de arbeider zich in zijh armoedig bestaan- Hij was iemand, wien men aal moezen gaf- De arbeiders behoorden tot de behoeftigen- Tehuizen, -instellingen en genootschap pen bestreden de gevolgen van het kwaad polijstten de scherpste kanten en doe zelden veel van wat erg zwart was weg. Maar liet klare besef, dat daarmee niet kon worden volstaan, dat daarmee het kwaad niet in zijn kern Werd aangetast, dat klare besef werd niet dan bij enke len gevonden. Het ging er immers niet om, enkele mannen bier en enkele vrou wen ginds te helpen. Neen, hot ging er Om, heel den weggezonken arbeidenden stand te brengen op beter en hooger peil en te maken tot eene volwaardige groep in de samenleving. Daar is in den loop der jaren veel veranderd en verbeterd. Niet langer is de arbeidende stand een groep behoef tige menschen. Langzamerhand komt die stand op de hem toekomende plaats- Wetten en verordeningen van allerlei aard beschermen, den arbeid en den arbeider. Maar 'daar blijft nog veel te wenschen over. Ërt in onze dagen is eer van terug gang dan van voortgang sprake- Nog steeds zijn sociale wenschen geheel on bevredigd. Vele sociale nooden bleven on- gelenigd. Spr. wijst in dit verband op het werkloosheidsvraagstuk, op het uit blijven van een ziektewet, het nog steeds salariëeren naar do, wet van vraag en aanbod, de medezeggenschap, bedrijfs organisatie,. enz- In den socialen strijd onzer delgen wordt beginsel tegenover beginsel geplaatst- Nog steeds zijn er, die op sociaal terrein het vrijheids-beginsel verdedigen, die wenschen dat men de krachten in de maatschappij hun vrijen loop late- Deze rekenen niet met het feit der zonde en de verdorven heid van het hart des menschen- Deze leer leidt tot het recht van den sterkste,. Lot onderdrukking van minderheden. Anderszins is daar eene machtige be weging, die eenzijdig dén arbeid en den arbeider geheel op den voorgrond plaatst- Die uitgaat van den mensch en met hem alleen rekent. Die haar volgelingen brengt en houdt in een sfe-er van materialisme) Dan gaat toch liet Christendom hooger en dieper als liet ook ten. aanzien dep sociale vraagstukken spreekt van recht en gerechtigheid, als het tot patroon en arbeider spreekt van liefde- En als het wijst pp -de souvereiniteit Gods, Wien alles moet e-eren en wiens lof ook moet uitstralen in de verhoudingen en toe stand-en in de maatschappij- 't Gaat. om dingen van groote zedelijke en geestelijke waardij. Achter de schijn baar zoo stoffelijke sociale vraagstukken liggen immers uitnemende geestelijke waarden verborgen, gelijk spr- nader aan toont. Het gaat er om, of we ook in deze dingen den Heere mogen dienen en de glorie Zijns Naams mogen uitdragen onder dc menschen- Bij de bespreking' wees o.a. ds Osse- waaide uit Grijpskerke op do noodzake lijkheid pm op liet platteland Chr. soci ale actie te voeren. In Grijpskerke li-eeft men 'het gedaan gekregen, dat de Christe lijke feestdagen worden doorbetaald en de kermisdagen als vrije dagen werden afgeschaft- Dhr Nauta antwoordde, dat bedrijfsvned-e en bedrijfsorganisatie zeker en vo-oral noodig zijn op liet platteland. Anders krijgt men de communisten en ■revolutionairen aan het roer. N-adat een kopje thee was gedronken, leidde.-dhr II. A. de 'Boer uit Araster- dam in hot onderwerp„J eugdwerk in Nederland". Spr. geeft op humoristische wijze eert overzicht van wat onder jeugdwerk wordt verstaan, wie bereikt kunnen worden en werkelijk bereikt worden, staat stil bij wie het jeugdwerk verrichten, hij de kosten, die het vraagt en wie die kosten betalen. Spreker concludeert dat de toe stand vooral bij de niet-Katholieken vrij chaotisch is en -dat liet jeugdwerk lijdt aan de groote fout van onvoldoende eer bied voor het gezin- ne meegebracht, en zij zijn wel bereid te spreken". Hij gaf een wenk, een achter'in de zaal staand soldaat wierp een deur open en een aantal mannen en vrouwen stroomde bin nen, zich met haast een weg banend, dooi de menigte heen, tot hij Prèsto en Joessof. „Wilt ge liun vragen, Joessof, of ze iets ten gunste van den dokter hebben in te brengen?" Zoo sprak Presto; maar Joes sof antwoordde niet. De machtige man van de Tsjeka wist zich tegenover liet krachtig optreden van den commandant niet to handhaven, en hij bepaalde zicli tot een onbeholpen schou derophalen. „Welnu, indien gij niets te vragen-hebt, dan ik wel", hernam Presto. „Mensclien, zijt gij communisten?" „Ja, ja! Leve het communisme! Dood aan het kapitaal! Weg met de popes!" Wild klonken deze kreten doo'r de zaal en de niet door Presto ontbodenen stem den er mee in. „Ge hoort, Joessof, dat liet kameraden zijn en geen geestverwanten van dokter Brenzilof, de menschen, die ik hier breng. En nu mensclien, zijt gij van meening dat de doktér straf verdient?" Nog sterker geroep dan het vorige schet terde door de zaal en het eenparig verlan gen voorzoover men de opgewonden men sclien verstaan kon, was dal de dokter terstond in vrijheid zou worden gesteld. „Gij, Feodor, zijt de oudste, als ik me Zijns inziens móet alle jeugdwerk en dus vooral liet Protestantsch-Cliristelijke er van uitgaan, dat het de ouders hij de vervulling van de gezinstaak moet steu nen. Het jeugdwerk moet in verhand staan met het gezin. Wij moeten terug naar hot gezin- Spr. wijst ook op ouderavonden- Voor het gezin moet film, sport, weekend, enz- wijken. Hij geeft in overweging dat ieder daarvan hij hét jeugdwerk uitga, dat men geen te hooge verwachtingen zich stelle van dc beïnvloeding van het z-g. derde milieu op groote schaal, dat men de aanvaar- dins van overheidssteun zooveel mogelijk ontwijke, dat men voorzichtig zij in do samenwerking met principieel op ander standpunt staande organisaties, maar dat mén nauwe aansluiting zoekc met hen, die liet Prot.-Christelijke standpunt in nemen. Ds ten Kate van Ilansweert achtte het referaat wat eenzijdig- De nadeelen van het jeugdwerk voelt men in Zeeland zoo niet als door spr. zijn geschetst. En.., het werk is in Zeeland z-oo noodig- Spr. wijst b-v. op het geslent-er der jongelui lan,gs de straten en wegen op Zondag. Dhr De Boer antwoordde: bet-er geen jeugdwerk, dan -een slecht jeugdwerk- Maar wel is spr. voor jeugdwerk, dat voldoet aan dc door hem gestelde eischen Nu sprak ds Ro-oz-emeijer liet slotwoord Spr- dankt de commissie van voorberei ding voor haar arbeid, den lieer Bustraari en den concierge met hun jeugdige hel pers en helpsters voor de keurige in richting van het gebouw en bediening der congresgangers. Spr- sprak ten slotte een kort woord, aan het eind van dezen dag, waarvoor wij God danken- 2 Thess. I!16 en 17. geven leiding aan onze g-edacliten. Die wonderbare ivoorden/vol van heerlijkheid zij komen wel uit een anderen tijd, maar ook onder de Thessalonicenzen waren ver keerde voorstellingen, verkeerde gewoon ten, waren zwakken en dolenden en reeds daar zien wij de worsteling der gemeente die te strijden lie-eft met gevaren, die wol in vorm, niet in wezen, verschillend zijn van "de g-evaren van onzen dag Niet de overste dezer wereld heeft de heerschappij- Christus heersclit! Dat nu stérkt de handen tot iedere taak, dat wapent tot iederen strijd- Christus is Ko ning. Dat moet de wereld weten, dat moet -de b-csluitelooze vernemen. En over de gemartelde, bezoedelde menschheid buigt de Christelijke liefde zich neer en reikt balsem, die geneest Ieder keert nu terug tot eigen taak. W-one de Geest van Christus rijkelijk in onze harten, z-o-odat de Koning geëerd wordt door ons levend getuigenis en ge diend wordt in de opheffing der armen en ellendigen, die Hij in Zijne plaats ons achterliet, 0111 onze liefde aan Hem te kunnen toonen. Ds Talina, die liet samenzijn sloot, dankte onder applaus der aanwezigen den secretaris ds Kamsteeg voor zijn velen arbeid, wekte op tot het oprichten van afdeelingen voor de Inwendige Zending en eindigde met dankgebed- Het was een welgeslaagd congres, waarvoor blijkbaar veel belangstelling be stond. Ile vergadering sprak zich, op ver zoek van ds Talina, uit voor een tweede congres, liet volgend jaar te houden. Na de Volkenbonds-conferentie te Genève. Nu do eerste teleurstelling en erger nis over de mislukte conferentie te Ge nève in de eerste dagen van Maart wei wat gesleten, zijn, is liet go-ed even een woordje van moed en vertrouwen in don Volkenbond te sproken. Het Hoofd bestuur der .Voroeniging voor Volkenbond en Vrede te 's-Gravenliago hoeft een uit voerig schrijven aan de Afdeelingsbestu- r-en gericht, waarin het de mislukking bespreekt -en zijn vertrouwen in de afdoe- .lingen stelt, dat zij- zullen medehelpc-n liet dïserediét waarin de Volkenbond even geraakte te do-en verdwijnen. Hiertoe is to-cli alle aanleiding. AYant al heeft even het kortzichtige eigenbelang van eon paar staten gezegevierd o-p het veel grootero internationale belang en al zijn er aan. de-n dag gekomen eenige ze-er gevaarlijke gebreken in het graSclvérdrag van den niet vergis; waarom verlangt gij, dat do dokter in vrijheid zal worden gesteld? Spreek gij maar voor allen". „Commandant Presto, wanneer ik voor allen moest spreken, dan zou ik lang wérk hebhen, want allen die hier om me heen staan, hebhen hun eigen ervaringen met dokter Brenzilof. Ik ben er van overtuigd, dat al die ervaringen van aangenamen aard zijn en dat allen met groote dank baarheid er aan terugdenken, wat de dok ter voor heiq heeft gedaan. Wat mij be treft, ik lieb' bij mijn doodzieke dochter eerst een armendokter gehad; éen prul, die niets van de geneeskunde afwist en wien het ook niets schélen kon hoe het met de arme zieken ging. De stad betaalde lxem evengoed wanüeer ze doodgingen, als wanneer ze herstelden en in 't eerste geval was hij van hen af en kwamen ze hem niet meer storen in zijn nachtrust. Hij behandelde ze minder dan de moujik zijn versleten paard behandelt en liet ze bij hoopen sterven, waar ze zeker te redden zouden zijn geweest. Ik kende den schurk- aehtigen dienaar van een verrot stelsel van armenzorg en wilde hem niet meer hij me zien, toen hij mijn kind op zijn gewone Jiondsclie manier begon te bejegenen. Schaterlachend hij onze ellende verliet hij mijn hut en ik spoedde me naar een ande ren dokter. Deze kwam, onderzocht mijn dochter, onderzocht daarna mijn hut en vroeg toen -vijftig roebels vooruit, anders wilde hij Bond, er mag toch ook worden geconsta teerd, dat het allerergste wat men een o-ogenblik met recht vreezen kon, is voor komen. Het werk van Locarno is niet. te vergoefsch geweest. Het moge formeel nog niet bekroond zijn door de opname van Duitschland in den A'olkenbond, het is bij onderlinge, min of meer stilzwij gende afspraak ongeschonden gehand haafd. Tien dagen lang heeft men te Genève onderhandeld over vraagstukken, die voor de betrokken landen tot de be langrijkste van het oogenblik behoorden. AVal. men vroeger onmiddellijk, als ra kende de nationale eer en waardigheid betitelde, was in hooge mate daarbij be trokken. Niettemin heeft geen der te Ge nève aanwezige mogendheden er aan ge dacht om zelfs maar het zwakste geluid van sabelgerinkel te doön hooren. Niette min gaan de onderhandelaars naar liuis niet om als vroeger zich voor te be reiden op gewelddadigen strijd, maar met do beste en door allen uitgesproken over tuiging/dat het een volgende keer, als men in Scplcmber opnieuw samenkomt, beter zal gaan. Het gebeurde in Genève wordt -door dit alles niet minder betreu renswaardig, maar dat de internationale samenleving voor zoover zij in den Vol kenbond is georganiseerd, toch een dcr- gelijken stoot verdraagt en opvangt zon der, ais vroeger ongetwijfeld geschied zou zijn ineen te storten, geeft bljjk, dat er iets, al is het nog zoo weinig, is ver anderd. Op dit oogenblik komt het meer dan ooi t te voren aan op vertrouwen i n den Volkenbond. Het is niet moeilijk dit vertrouwen te toonen op een o-ogenblik als er was bij het voorloopig totstandkomen van het Protokol van 1924 en hij liet onderteekenen der verdragen van Locarno. Moeilijk is liet eerst, wan neer belangrijk werk niet den gewensch- tein aflo-op heeft. Maar juist dan is het vertrouwen noodig, dringend noodig van de zijde van degenen die tevoren aan hun la.ndgenooten de weldadige werking van de aanwezigheid van den Volkenbond heb ben getoond. (Of de Volkenbond zich zal herstel len van don slag, clie hem door het gebeurde te Genève is toegebracht, hangt (meier nog dan van de feiten en gebeurtenis sen, af van de houding die de openbare meening tegenover den pond en zijn ont wikkelingsmogelijkheden. in de eerst ko mende w-eken en maanden zal aannemen. Laten zij, die de vrienden en voor standers zijn van den Volkenbond, dit alles begrijpen en duidelijk maken, en laten zij, die daar nog niet toe belmo ren, de lauwheid, de onverschilligheid en het wantrouwen afschudden en mede helpen, spontaan en krachtig, door ge organiseerd optreden onze regeeritigsver tegenwoordigers in Genève de kracht ge ven de ware geest van vrede, vriend schap, openbaarheid en oprechtheid te do-en zegevieren. Go-es. DE BRUIJNE. Het Paaschcongres Ider S.D.A.P. Ernstig m e e n i n g s v e r s c h'i 1. Op het Paaschco-ngres der S.D.A.P. is een ernstig, reeds lang bestaand ^jnee- ningsverschil aan 't licht getreden. De heide richtingen zijn het best te typeeren met de namen: AlbardaStenhuis. Albarda heeft op den eersten Paascli- dag zijn gro-ote politieke rede gehouden. Zo was zeer idealistisch en gespeend van alle revolutionaire neigingen. Ze bleef zorgvuldig binnen 's lands grenzen. AVat er in Albania's rede te kort kwam aan revolutionaire elementen, heeft Sten- liuis ruimschoots goedgemaakt. Dó lei der van liet N.V.V. is diep-teleurgesteld over de huidige politieke situatie van het Nederlandsche socialisme. De vorming van -een democratisch kabinet is mis lukt. Het socialisatie-rapport is sinds lang opgeborgen op de boekenplank. De vruch ten van do November-revolutie zijn door de reactie weer vernietigd. De leiding van de S.D.A.P. is er volgens hem' slechts op uit góweest om go-ede vriendjes te blijven met d© katho lieken. Het parlementaire socialisme is inter nationaal do-odgeloopen. Nu moet de vakbeweging een politiek- mijii kind niet behandelen. Ik bood de eenige tien roebels, die ik meende te kun nen bijeenbrengen door het verkoopen van mijn geit.; maar de dokter nam zijn hoed en vertrok, zeggende, dat hij mij voor zoo'n aalmoes niet helpen kon. Ik was'radeloos, want alles wees er op, dat mijn kind in een toestand verkeerde, die snelle hulp vereischte; en in mijn wan hoop zwoer ik den dood aan het maat schappelijk stelsel, 'twelk zulke schrikke lijke verhoudingen meebracht. Ik zal dien eed houden, want ik heb geleerd; ook door andere ervaringen, schier even weerzin wekkend als die waarvan ik spreek, een wereld te haten, waarin de proletariër minder in tel is dan een beest. Daar kwam een kennis tot mij, die mij den raad gaf, ■dokter Brenzilof te hulp te roepen. Ik had in 't eerst geen ooren naar dien raad; om dat ik toch weer een vraag naar geld ver wachtte, waaraan ik niet zou kunnen vol doen. Dan, ik liet.me bepraten, hoofdzake lijk omdat ik het onwaarschijnlijkste wilde probeeren om het leven van mijn kind te redden. Ik begaf me dus naar dokter Brenzilof, laat in den avond nog. Toen ik bij hem aanschelde, vond ik mezelf dwaas. Hij zou immers zoo laat toch niet met me mee gaan, tenzij ik in staat was een groote som gelds te betalen. Evenwel, ik haalde de schel over. Een huisknecht liet me bin nen en riep dadelijk den dokter. (Wordt vorvolgtl.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 5