bieten
nstbode
.M-MASSEE
awersinspan,
VerkoopingeB
tuis, Erf en Tnin
KNECHT,
betrouw tot in den dood.
ipons en
.Pantalons,
gevraagd,
togsten prijs.
JW, Middelburg.
21 April 1926,
ig 22 April 1926,
Inboedel,
JUIN
voor dag en nacht,
N DEE HOEFF,
12, Rotterdam.
Zeeuwsche Stemmen.
11 'TJ
Zijden
kleuren en maten.
ES. Telef. 181.
Flora", Goes.
!afé „De Een-
ht", Middelburg»
jn principaal:
W. HIOOLENte
oornemens in het
verlcoopen,
ir, ten verzoeke van
DE VISSER, op de
wenhove", aan den
issingen
uitBruine Merrie,
svende Melkkoeien
1415 maanden,
Kippen, broed 1925,
toebehoorenDrie-
Driewielskar, Melk-
platte Sleeperswa-
(1925 nieuw), Hand-
Nanet), Eenpaards-
ileepdeur, Voorslee-
2 Mangelmolens
(Windmolen, Kort-
ïeselstoel met steen,
eeschblok, Kruiwa-
(1X2 M.), Biggen-
ren, Kisten, Tobben,
k van 270 L.), Lad-
6 sporten, Trappen,
\i (0 26 X 3.70 M.),
;re Planken, Draad,
hout, Ponger, Reep
Brandhout, Horden
nd-, Melk- en Zolder-
Is Spaden, Schop-
eB, Rieken, Zagen,
irtobbe, Melk vaatje,
Kaas- en Melkstolp,
Kaas vaten, Melkzeef,
nzeven, Graan- en
en, Tuinzaden, 40
oonen, Wagenzeil,
Paarden- en Koe-
ekpotten, Eenruiters,
)ene Mutserd, Turf-
srvitriool, de Mestin
eenig HUISRAAD,
it, Tafel, ijzeren Wa-
glamp en hetgeen
rden gepresenteerd.
eikkoeien zijn inge-
Controlevereeniging
sst Souburg en zullen
en verkocht,
van de melklijsten
op de hofstede ver-
LOETIRIGE,
enanten van den heer
en overstaan van den
PILAAR te Goes:
dags te 1 uur, in het
K. Meulpolder, van:
aan den Straatweg,
c.A.
bij de betaling.
ddags te 2 uur, aan
ïhuis, tegen contante
VAN
WOENSDAG 7 APRIL 1926, No. 157.
eikenh. Kabinet,
au, Tafels, Stoelen,
ïen met toebehooren,
pen, Klokken, Kachels,
iden, Glas- en Aarde-
schappen, enz.
KOOP:
veelheid te leveren
elburg of Wolphaarts-
len per mud, a contant,
OSTER, Kamperland.
eur van Kinderzorfl
urg, zoekt plaatsing
wassen
roententeelt en kassen.
Hebt u de opening van het seizoen bij
gewoond, beleefd?
Of ik zinspeel op dames- en heeren-
mode-artikclen? Ziet ge wel, dat maakt
liet alledaagscke, materialistische leven
ervan. Ik bedoel te vragen of ge de Lente
al geproefd hebt en genoten van de heer
lijkheden in Gods natuur.
Met het stalen ros als voertuig hen ik
er op uitgetogen, de vrije velden in en, na
een whiter in stad „geslapen" te hebben,
was liet mij als een openbaring. Onwille
keurig gaan de gedachten naar het bollen
land, de roem der natie, waar thans ook
het lentefeest gevierd wordt temidden van
do betooverende kleuren van lelies en
hyacinthen. Maar wat kan liet daar on
houdbaar zijn, als alle wegen en paden
zich gaan vullen met de duizenden, die
den steden ontvlucht zijn; als jjyjtnzine-
geuren on stofwolken de functie van neus
en oogen heiemmeren
Neen, dan zijn wij in ons afgelegen ge-'
west toch eigenlijk niet rainder bedeeld
en zeker niet op het punt van lonteweekle.
De pruimeboomen toonden nog de laat
ste overblijfselen van bloemenpracht; de
peren stonden op het uitbreken, de
schoonste bloemenweelde en een rijken
oogst voorspellende en de kersenbongerds
geleken reeds zeldzame exposities van
renzebouquetten.
Onwillekeurig hoüdt ihen wat in, als'
aan alle zijden de -ontluikende natuur het
oog boeit. Hiér de paarse doovenétel en dc
tallooze madeliefjes, daar de elzenbotjes
éffi- elzénpropperi, om niet tê spreken van
hot teere groeii, dat de heggen reeds on
doorzichtig maakt en do Zuid-Beveland-
scho heemden riiet de zachtste tinten
kleurt.
En dan dat nieuwe leven in de vogelen
wereld! Dat heir van musschen en mees
jes, die kwinkeloerende omhoogtierelie-
rende leeuweriken, de winterkoninkjes in
het struikgewas, de zwaluwen in liun
plechtige glijvluchten, de merels en de
lijsters hun hoogste lied uitzingende.
Inderdaad, wat is Zoelancl wonder
schoon! En ik zag nog niet eens de Zeeuw
sche „stranden" met de schitterende pano
rama's en het geheel aparte vogelleven,
allerlei meeuwen en eendjes, sterntjes,
pleviertjes en wat niet al.
Wie wijs is, merk' die dingen
En geev' verstandig acht
Op 's Heerèn handelingen,
Zoo vol van gunst als maclit.
Mij dunkt, er is wel groole dankbaar
heid, dat de woedende Noord- en Zuid-
westerstormen zijn geweken voor een
Zuidoost zuchtje.
Het is den nijveren Zeeuwschen land
man aan te zien, dat hij gelukkig is en
met alle macht legt hij zich toe op het
bewerken van den bodem, opdat straks do
vruchten weer kunnen worden verzameld.
Egge en rolblok zie ik overal in actie en
de schier witte, toegeslagen grond laat
zich gewillig mul maken na de periode
van regen en wind en vorst.
En de schoonste opluistering van het
veld is wel de zaaimachine in gebruik, al
mis ik toch altijd nog ongaarne den klas
sieken zaaier-met-de-hand. Moeizaam
trekt het paard den breeden wagen over
den geëffenden bodem. De voorman zorgt
er voor de lijnen zoo recht mogelijk te
trekken. Achter de machine, in een wolk
van door de zaadpijpen opgejaagd stof
loopt een fleurig boerinnetje, de oogen op
de pijpen gericht om te zien of 'talles wel.
goed blijft functionneeren.
Aan den rand van 'een weel zitten een
paar boerekinderljes te mijmeren. Het wa
ter trekt hun aan; hun klompjes raken
bijkans den spiegel, zij spiegelen zich en
zien in den diepen afgrond, spiegelbeeld
van den hoogen hemel. En als zij met een
stokje in het water peuteren is al de
schoonheid opeens verdwenen, want zwar
te modder mengt zich met hot water en
vaagt allé'spiegelbeelden weg.
Onwillekeurig gaan de gedachten terug
naar den tijd, waarvan een Huihert Poot
kon zingen: „Hoe genoeglijk. f..ge weet
wol! Er is sëdert dien veel veranderd en
de landelijke rust heeft ontzaglijk veel in
geboet. Toch is er gelukkig nog iets over
van'die „laege rust", die „den lof van het
hoogste koningshof braveert".
Als Men op vroegen voorjaarsdag op
Zuid-Beveland of Walcheren rondpeddelt,
is ze alom te proeven
Meesmuil niet, als ik u ook nog Rhijn-
vis Feitli citeer. Hij kon het zoo fijn zeg
gen en toch zoo eenvoudig:
Zoet vermaak en gulle vreugde
Biên alom der rust de hand.
Zoo, zoo spoedt de dag daarhenen
Onder rein genot op 't land.
Maar dezelfde schreef ook:
„Hier gapen graven tusschen beiden".
N.l. tusschen dit en het toekomend leven.
Ik werd er plotseling aan herinnerd, toen
ik door een onzer schoonste dorpen trok.
Eon groepje zacht pratende en angstig
starende menschen trok mijn aandacht.
Enkelen stonden voor de zijdeur'van een
nederige woning.
„Hij is dood!"
„Moeder, hij is dood!"
Op beklemden toon werd het woord der
verschrikking doorgegeven.
Do oude, alleen wonende man had zich
reeds den vorigen dag niet laten zien. De
deur bleef in 't slot. Eerst niets vreemd,
maar even later: Vreemd; zou 'twel göed
zijn?
Men verschafte izch toegang en vond
het leven geweken.
De oude man was zonder dat troosters
aan zijn sterfbed gezeten haddön naar
beter gewesten opgeroepen.
Hij was stil verscheiden, gelijk hij vele
jaren stil zijn weg was gegaan, alleen.
Maar toch niet alleen. Want zijn God
was met hem; hij sprak van zoete hoop.en
vast vertrouwen. En Christus ging hem
immers voor!
„Wie zou die zoete hoop hier geven
Voor al do vreugd der wisslende aard"?
De schoonheid van deze aarde is ook
maar tijdelijk.
Gelijk het gras is ons kortstondig leven.
Alles wat hier bloeit, valt straks weer af.
Maat' wat ons doet leven, waarlijk leven,
is liet blij verschiet van eeuwig leven, dat
smart en tranen overwaard is.
„Maar 't heil, waar hier ons oog op
staarde,
Verheft ons boven nood en pijn."
In liet licht daarvan zien wij de schoon
heid van de ons omringende natuur, de
schoonheid in het arbeidzame loven, als
een afschaduwing van de volmaakte toe
komstige heerlijkheid.
Hier wordt wel telkens weer oen smet of
oen schaduw op dat beeld van schoonheid
geworpen, doch wij weten: Hierna beter.
KEES VAN DÉR MEER.
3 April 1926.
Schets uit de Russische revoiutie.
58) -o-
„Dus hebt ge zeker u zelf het recht
toegekend, over liet lot van. dokter Bren
zilof te beslissen- Waaruit volgt, dat Jobs-
sof wetgever en (rechter tegelijk is, hè?"
„Ik vertegenwoordig de Tsjeka
„En al vei'tegenwoordigdet ge tienmaal
de Tsjeka, dan nog zou jk u het recht
ontzeggen, zoo eigenmachtig te handelen-
Vertegenwoordigt gij dan de Tsjeka, ik
vertegenwoordig liet leger- Ook kan ik
met dulden, dat een man zoo maar spe
lenderwijs wórdt ter dood gebracht, wiens
leven duizenden menschen ten zegen is
geweest en nog ten zegen kan zijn. Gij
als rechterj ik wil u zoo eens noemen
kunt niet tevens aanklager zijn- Ik
roep daarom aanklagers tegen dokter Brem
zilof op- Wie beschuldigt hem en waar
van?"
In groote spanning en zonder eenig
teeken van goed- of afkeuring te -geven
had het volk in de zaal den strijd tus
schen de beide voormannen gevolgd.
Hét vreesde beide; maar het durfde
geen partij kiezen. En ook nu Presto
daar stond, met 'den rug naar zijn tegen
stander en vlammende blikken door de
Paaschcongres voor Inwendige Zending
te Goes.
In de middagpauze werd. een koffie
tafel aangericht, verzorgd door den lieer
Buslraan. De bediening en de kwaliteit
van de consumptie-artikelen warden dooi
de doelnemenden zeer geroemd, terwijl
de prijzen zeer billijk gestold waren. Op
den juisten tijd kon de vergadering weer
worden voortgezet.
Na opening der middagvergadering
sprak dlir J. N a u t a uit Amsterdam
over„Ch r i stend om en Sociale
Actie".
De vraag, of Christendom en sociale
actie twee door een diepe klove ge
scheiden tegenstellingen zijn, moge vele
en velerlei pennen in beweging hebben
gebracht,. dé Christenen in .ons vader
land zijn het er thans vrijwel over eens
dat 'die tegenstelling niet bestaat- Chris
tendom en sociale actie staan met elkaar
in zeer innig verband.
Het christendom zou van dit terrein
misschien verre moeten blijven, als
mannen en vrouwen van ander beginsel
het eveneens onbetreden lieten en als
liet bij de sociale actie niet ging over
goederen van groote geestelijke en zede
lijke waardij-
Om dat nader aan te toonen vergelijkt
zaal werpend, waagde niemand het, een
mond open te doen.
Met verwondering zag de dokter Presto
aan- Wat was er met hem gebeurd? Hoe
kwam hij er toe, hij, die'zich zoo wreed
gedragen had tijdens het transpórt, nu
als voorspraak van zijn gevangene op te
treden?
Zou de geestelijke crisis, die de dokier
bij Presto aanstaande had geacht, thans
achter den rug zijn en zou de uitslag zijn,
dat Presto lot de erkentenis was geko
men, dat de Heere God is?
Niets wees er op dat dit zoo was dan
dat onverwachte optreden van den vrpe-
geren advocaat in zijn oude functie. En
dokter Brenzilof was nog meer begeerig,
uit den mond van zijn verdediger een
woord te hooren, getuigend van zijn geloof
in God, dan zich té hooren vrijspreken.
Hoe het ook zijn mocht, er had iets met
Presto plaats gegrepen. Dat stond vast.
En. eveneens stond vast, dat de verande
ring oen verandering ten goede was, al
was zij misschien slechts van. zedelijlien
aard en nog geen openbaring van een we
dergeboorte des harten.
Intusschen waagde niemand het, als
openbaar aanklager van dokter Brenzilof
op te treden.
„Ge merkt, Joessof", zoo wendde Presto
zich tot den vertegenwoordiger der Tsjeka,
„dat er heel weinig tegen den dokter vp.lt
te getuigon. Ik heb echter ten overvloede
nog getuigen ten gunste van den gevange-
spr. de positie van den arbeidenden stand'
van thans met die van vöor ongeveer '60
jaren- De stoffelijke nood was toon groot.
Maar de geestelijke en zedelijke nood was
nauwelijks geringer. In doffe berusting
schikte de arbeider zich in zijh armoedig
bestaan- Hij was iemand, wien men aal
moezen gaf- De arbeiders behoorden tot
de behoeftigen-
Tehuizen, -instellingen en genootschap
pen bestreden de gevolgen van het kwaad
polijstten de scherpste kanten en doe
zelden veel van wat erg zwart was weg.
Maar liet klare besef, dat daarmee niet
kon worden volstaan, dat daarmee het
kwaad niet in zijn kern Werd aangetast,
dat klare besef werd niet dan bij enke
len gevonden. Het ging er immers niet
om, enkele mannen bier en enkele vrou
wen ginds te helpen. Neen, hot ging er
Om, heel den weggezonken arbeidenden
stand te brengen op beter en hooger peil
en te maken tot eene volwaardige groep
in de samenleving.
Daar is in den loop der jaren veel
veranderd en verbeterd. Niet langer is
de arbeidende stand een groep behoef
tige menschen. Langzamerhand komt die
stand op de hem toekomende plaats-
Wetten en verordeningen van allerlei aard
beschermen, den arbeid en den arbeider.
Maar 'daar blijft nog veel te wenschen
over. Ërt in onze dagen is eer van terug
gang dan van voortgang sprake- Nog
steeds zijn sociale wenschen geheel on
bevredigd. Vele sociale nooden bleven on-
gelenigd. Spr. wijst in dit verband op
het werkloosheidsvraagstuk, op het uit
blijven van een ziektewet, het nog steeds
salariëeren naar do, wet van vraag en
aanbod, de medezeggenschap, bedrijfs
organisatie,. enz-
In den socialen strijd onzer delgen wordt
beginsel tegenover beginsel geplaatst- Nog
steeds zijn er, die op sociaal terrein het
vrijheids-beginsel verdedigen, die wenschen
dat men de krachten in de maatschappij
hun vrijen loop late- Deze rekenen niet
met het feit der zonde en de verdorven
heid van het hart des menschen- Deze
leer leidt tot het recht van den sterkste,.
Lot onderdrukking van minderheden.
Anderszins is daar eene machtige be
weging, die eenzijdig dén arbeid en den
arbeider geheel op den voorgrond plaatst-
Die uitgaat van den mensch en met hem
alleen rekent. Die haar volgelingen brengt
en houdt in een sfe-er van materialisme)
Dan gaat toch liet Christendom hooger
en dieper als liet ook ten. aanzien dep
sociale vraagstukken spreekt van recht
en gerechtigheid, als het tot patroon en
arbeider spreekt van liefde- En als het
wijst pp -de souvereiniteit Gods, Wien
alles moet e-eren en wiens lof ook moet
uitstralen in de verhoudingen en toe
stand-en in de maatschappij-
't Gaat. om dingen van groote zedelijke
en geestelijke waardij. Achter de schijn
baar zoo stoffelijke sociale vraagstukken
liggen immers uitnemende geestelijke
waarden verborgen, gelijk spr- nader aan
toont.
Het gaat er om, of we ook in deze
dingen den Heere mogen dienen en de
glorie Zijns Naams mogen uitdragen
onder dc menschen-
Bij de bespreking' wees o.a. ds Osse-
waaide uit Grijpskerke op do noodzake
lijkheid pm op liet platteland Chr. soci
ale actie te voeren. In Grijpskerke li-eeft
men 'het gedaan gekregen, dat de Christe
lijke feestdagen worden doorbetaald en
de kermisdagen als vrije dagen werden
afgeschaft- Dhr Nauta antwoordde, dat
bedrijfsvned-e en bedrijfsorganisatie zeker
en vo-oral noodig zijn op liet platteland.
Anders krijgt men de communisten en
■revolutionairen aan het roer.
N-adat een kopje thee was gedronken,
leidde.-dhr II. A. de 'Boer uit Araster-
dam in hot onderwerp„J eugdwerk
in Nederland".
Spr. geeft op humoristische wijze eert
overzicht van wat onder jeugdwerk wordt
verstaan, wie bereikt kunnen worden en
werkelijk bereikt worden, staat stil bij
wie het jeugdwerk verrichten, hij de
kosten, die het vraagt en wie die kosten
betalen. Spreker concludeert dat de toe
stand vooral bij de niet-Katholieken vrij
chaotisch is en -dat liet jeugdwerk lijdt
aan de groote fout van onvoldoende eer
bied voor het gezin-
ne meegebracht, en zij zijn wel bereid te
spreken".
Hij gaf een wenk, een achter'in de zaal
staand soldaat wierp een deur open en een
aantal mannen en vrouwen stroomde bin
nen, zich met haast een weg banend, dooi
de menigte heen, tot hij Prèsto en Joessof.
„Wilt ge liun vragen, Joessof, of ze iets
ten gunste van den dokter hebben in te
brengen?" Zoo sprak Presto; maar Joes
sof antwoordde niet.
De machtige man van de Tsjeka wist
zich tegenover liet krachtig optreden van
den commandant niet to handhaven, en hij
bepaalde zicli tot een onbeholpen schou
derophalen.
„Welnu, indien gij niets te vragen-hebt,
dan ik wel", hernam Presto. „Mensclien,
zijt gij communisten?"
„Ja, ja! Leve het communisme! Dood
aan het kapitaal! Weg met de popes!"
Wild klonken deze kreten doo'r de zaal
en de niet door Presto ontbodenen stem
den er mee in.
„Ge hoort, Joessof, dat liet kameraden
zijn en geen geestverwanten van dokter
Brenzilof, de menschen, die ik hier breng.
En nu mensclien, zijt gij van meening dat
de doktér straf verdient?"
Nog sterker geroep dan het vorige schet
terde door de zaal en het eenparig verlan
gen voorzoover men de opgewonden men
sclien verstaan kon, was dal de dokter
terstond in vrijheid zou worden gesteld.
„Gij, Feodor, zijt de oudste, als ik me
Zijns inziens móet alle jeugdwerk en
dus vooral liet Protestantsch-Cliristelijke
er van uitgaan, dat het de ouders hij de
vervulling van de gezinstaak moet steu
nen. Het jeugdwerk moet in verhand staan
met het gezin.
Wij moeten terug naar hot gezin- Spr.
wijst ook op ouderavonden- Voor het gezin
moet film, sport, weekend, enz- wijken.
Hij geeft in overweging dat ieder daarvan
hij hét jeugdwerk uitga, dat men geen
te hooge verwachtingen zich stelle van
dc beïnvloeding van het z-g. derde milieu
op groote schaal, dat men de aanvaar-
dins van overheidssteun zooveel mogelijk
ontwijke, dat men voorzichtig zij in do
samenwerking met principieel op ander
standpunt staande organisaties, maar dat
mén nauwe aansluiting zoekc met hen,
die liet Prot.-Christelijke standpunt in
nemen.
Ds ten Kate van Ilansweert achtte het
referaat wat eenzijdig- De nadeelen van
het jeugdwerk voelt men in Zeeland zoo
niet als door spr. zijn geschetst. En..,
het werk is in Zeeland z-oo noodig- Spr.
wijst b-v. op het geslent-er der jongelui
lan,gs de straten en wegen op Zondag.
Dhr De Boer antwoordde: bet-er geen
jeugdwerk, dan -een slecht jeugdwerk-
Maar wel is spr. voor jeugdwerk, dat
voldoet aan dc door hem gestelde eischen
Nu sprak ds Ro-oz-emeijer liet slotwoord
Spr- dankt de commissie van voorberei
ding voor haar arbeid, den lieer Bustraari
en den concierge met hun jeugdige hel
pers en helpsters voor de keurige in
richting van het gebouw en bediening der
congresgangers.
Spr- sprak ten slotte een kort woord,
aan het eind van dezen dag, waarvoor
wij God danken- 2 Thess. I!16 en 17.
geven leiding aan onze g-edacliten. Die
wonderbare ivoorden/vol van heerlijkheid
zij komen wel uit een anderen tijd, maar
ook onder de Thessalonicenzen waren ver
keerde voorstellingen, verkeerde gewoon
ten, waren zwakken en dolenden en reeds
daar zien wij de worsteling der gemeente
die te strijden lie-eft met gevaren, die
wol in vorm, niet in wezen, verschillend
zijn van "de g-evaren van onzen dag
Niet de overste dezer wereld heeft de
heerschappij- Christus heersclit! Dat nu
stérkt de handen tot iedere taak, dat
wapent tot iederen strijd- Christus is Ko
ning. Dat moet de wereld weten, dat
moet -de b-csluitelooze vernemen. En over
de gemartelde, bezoedelde menschheid
buigt de Christelijke liefde zich neer en
reikt balsem, die geneest
Ieder keert nu terug tot eigen taak.
W-one de Geest van Christus rijkelijk in
onze harten, z-o-odat de Koning geëerd
wordt door ons levend getuigenis en ge
diend wordt in de opheffing der armen
en ellendigen, die Hij in Zijne plaats
ons achterliet, 0111 onze liefde aan Hem
te kunnen toonen.
Ds Talina, die liet samenzijn sloot,
dankte onder applaus der aanwezigen den
secretaris ds Kamsteeg voor zijn velen
arbeid, wekte op tot het oprichten van
afdeelingen voor de Inwendige Zending en
eindigde met dankgebed-
Het was een welgeslaagd congres,
waarvoor blijkbaar veel belangstelling be
stond. Ile vergadering sprak zich, op ver
zoek van ds Talina, uit voor een tweede
congres, liet volgend jaar te houden.
Na de Volkenbonds-conferentie
te Genève.
Nu do eerste teleurstelling en erger
nis over de mislukte conferentie te Ge
nève in de eerste dagen van Maart
wei wat gesleten, zijn, is liet go-ed even
een woordje van moed en vertrouwen
in don Volkenbond te sproken. Het Hoofd
bestuur der .Voroeniging voor Volkenbond
en Vrede te 's-Gravenliago hoeft een uit
voerig schrijven aan de Afdeelingsbestu-
r-en gericht, waarin het de mislukking
bespreekt -en zijn vertrouwen in de afdoe-
.lingen stelt, dat zij- zullen medehelpc-n
liet dïserediét waarin de Volkenbond even
geraakte te do-en verdwijnen. Hiertoe is
to-cli alle aanleiding. AYant al heeft even
het kortzichtige eigenbelang van eon paar
staten gezegevierd o-p het veel grootero
internationale belang en al zijn er aan.
de-n dag gekomen eenige ze-er gevaarlijke
gebreken in het graSclvérdrag van den
niet vergis; waarom verlangt gij, dat do
dokter in vrijheid zal worden gesteld?
Spreek gij maar voor allen".
„Commandant Presto, wanneer ik voor
allen moest spreken, dan zou ik lang wérk
hebhen, want allen die hier om me heen
staan, hebhen hun eigen ervaringen met
dokter Brenzilof. Ik ben er van overtuigd,
dat al die ervaringen van aangenamen
aard zijn en dat allen met groote dank
baarheid er aan terugdenken, wat de dok
ter voor heiq heeft gedaan. Wat mij be
treft, ik lieb' bij mijn doodzieke dochter
eerst een armendokter gehad; éen prul,
die niets van de geneeskunde afwist en
wien het ook niets schélen kon hoe het
met de arme zieken ging. De stad betaalde
lxem evengoed wanüeer ze doodgingen, als
wanneer ze herstelden en in 't eerste geval
was hij van hen af en kwamen ze hem
niet meer storen in zijn nachtrust. Hij
behandelde ze minder dan de moujik zijn
versleten paard behandelt en liet ze bij
hoopen sterven, waar ze zeker te redden
zouden zijn geweest. Ik kende den schurk-
aehtigen dienaar van een verrot stelsel
van armenzorg en wilde hem niet meer hij
me zien, toen hij mijn kind op zijn gewone
Jiondsclie manier begon te bejegenen.
Schaterlachend hij onze ellende verliet hij
mijn hut en ik spoedde me naar een ande
ren dokter.
Deze kwam, onderzocht mijn dochter,
onderzocht daarna mijn hut en vroeg toen
-vijftig roebels vooruit, anders wilde hij
Bond, er mag toch ook worden geconsta
teerd, dat het allerergste wat men een
o-ogenblik met recht vreezen kon, is voor
komen. Het werk van Locarno is niet.
te vergoefsch geweest. Het moge formeel
nog niet bekroond zijn door de opname
van Duitschland in den A'olkenbond, het
is bij onderlinge, min of meer stilzwij
gende afspraak ongeschonden gehand
haafd. Tien dagen lang heeft men te
Genève onderhandeld over vraagstukken,
die voor de betrokken landen tot de be
langrijkste van het oogenblik behoorden.
AVal. men vroeger onmiddellijk, als ra
kende de nationale eer en waardigheid
betitelde, was in hooge mate daarbij be
trokken. Niettemin heeft geen der te Ge
nève aanwezige mogendheden er aan ge
dacht om zelfs maar het zwakste geluid
van sabelgerinkel te doön hooren. Niette
min gaan de onderhandelaars naar liuis
niet om als vroeger zich voor te be
reiden op gewelddadigen strijd, maar met
do beste en door allen uitgesproken over
tuiging/dat het een volgende keer, als
men in Scplcmber opnieuw samenkomt,
beter zal gaan. Het gebeurde in Genève
wordt -door dit alles niet minder betreu
renswaardig, maar dat de internationale
samenleving voor zoover zij in den Vol
kenbond is georganiseerd, toch een dcr-
gelijken stoot verdraagt en opvangt zon
der, ais vroeger ongetwijfeld geschied zou
zijn ineen te storten, geeft bljjk, dat er
iets, al is het nog zoo weinig, is ver
anderd.
Op dit oogenblik komt het meer dan
ooi t te voren aan op vertrouwen
i n den Volkenbond. Het is niet
moeilijk dit vertrouwen te toonen op een
o-ogenblik als er was bij het voorloopig
totstandkomen van het Protokol van 1924
en hij liet onderteekenen der verdragen
van Locarno. Moeilijk is liet eerst, wan
neer belangrijk werk niet den gewensch-
tein aflo-op heeft. Maar juist dan is het
vertrouwen noodig, dringend noodig van
de zijde van degenen die tevoren aan hun
la.ndgenooten de weldadige werking van
de aanwezigheid van den Volkenbond heb
ben getoond.
(Of de Volkenbond zich zal herstel
len van don slag, clie hem door het
gebeurde te Genève is toegebracht, hangt
(meier nog dan van de feiten en gebeurtenis
sen, af van de houding die de openbare
meening tegenover den pond en zijn ont
wikkelingsmogelijkheden. in de eerst ko
mende w-eken en maanden zal aannemen.
Laten zij, die de vrienden en voor
standers zijn van den Volkenbond, dit
alles begrijpen en duidelijk maken, en
laten zij, die daar nog niet toe belmo
ren, de lauwheid, de onverschilligheid
en het wantrouwen afschudden en mede
helpen, spontaan en krachtig, door ge
organiseerd optreden onze regeeritigsver
tegenwoordigers in Genève de kracht ge
ven de ware geest van vrede, vriend
schap, openbaarheid en oprechtheid te
do-en zegevieren.
Go-es.
DE BRUIJNE.
Het Paaschcongres Ider S.D.A.P.
Ernstig m e e n i n g s v e r s c h'i 1.
Op het Paaschco-ngres der S.D.A.P. is
een ernstig, reeds lang bestaand ^jnee-
ningsverschil aan 't licht getreden. De
heide richtingen zijn het best te typeeren
met de namen: AlbardaStenhuis.
Albarda heeft op den eersten Paascli-
dag zijn gro-ote politieke rede gehouden.
Zo was zeer idealistisch en gespeend van
alle revolutionaire neigingen. Ze bleef
zorgvuldig binnen 's lands grenzen.
AVat er in Albania's rede te kort kwam
aan revolutionaire elementen, heeft Sten-
liuis ruimschoots goedgemaakt. Dó lei
der van liet N.V.V. is diep-teleurgesteld
over de huidige politieke situatie van
het Nederlandsche socialisme. De vorming
van -een democratisch kabinet is mis
lukt. Het socialisatie-rapport is sinds lang
opgeborgen op de boekenplank. De vruch
ten van do November-revolutie zijn door
de reactie weer vernietigd.
De leiding van de S.D.A.P. is er
volgens hem' slechts op uit góweest om
go-ede vriendjes te blijven met d© katho
lieken.
Het parlementaire socialisme is inter
nationaal do-odgeloopen.
Nu moet de vakbeweging een politiek-
mijii kind niet behandelen. Ik bood de
eenige tien roebels, die ik meende te kun
nen bijeenbrengen door het verkoopen van
mijn geit.; maar de dokter nam zijn hoed
en vertrok, zeggende, dat hij mij voor zoo'n
aalmoes niet helpen kon.
Ik was'radeloos, want alles wees er op,
dat mijn kind in een toestand verkeerde,
die snelle hulp vereischte; en in mijn wan
hoop zwoer ik den dood aan het maat
schappelijk stelsel, 'twelk zulke schrikke
lijke verhoudingen meebracht. Ik zal dien
eed houden, want ik heb geleerd; ook door
andere ervaringen, schier even weerzin
wekkend als die waarvan ik spreek, een
wereld te haten, waarin de proletariër
minder in tel is dan een beest. Daar kwam
een kennis tot mij, die mij den raad gaf,
■dokter Brenzilof te hulp te roepen. Ik had
in 't eerst geen ooren naar dien raad; om
dat ik toch weer een vraag naar geld ver
wachtte, waaraan ik niet zou kunnen vol
doen. Dan, ik liet.me bepraten, hoofdzake
lijk omdat ik het onwaarschijnlijkste wilde
probeeren om het leven van mijn kind te
redden. Ik begaf me dus naar dokter
Brenzilof, laat in den avond nog. Toen ik
bij hem aanschelde, vond ik mezelf dwaas.
Hij zou immers zoo laat toch niet met me
mee gaan, tenzij ik in staat was een groote
som gelds te betalen. Evenwel, ik haalde
de schel over. Een huisknecht liet me bin
nen en riep dadelijk den dokter.
(Wordt vorvolgtl.)