de /eeuw
TWEEDE BLAD.
Staten-Eeneraal.
Binnenland.
Uit Se Provisde.
Laai- en Tainboaw.
Kerknieaws.
Getrouw tot in den dood.
Buitenland.
iborsfels
e-borstels
en Erf met Tuin
ihuurtje,
voor 7 jaar,
gevraagd.
afleid
Dagmeisje)
FEUILLETON,
VAN
VRIJDAG 12 MAART 1926, No. 137.
180
18 cent tot f 1.70
H.H. Tandartsen
j55 en 95 ct.
lM-MASSEE
IES. Telef. 181.
ving te koop
2 te Vrouwepolder,
polderschen Straat-
door den heer J. W.
15 Mei 1926. Be
jag 16 en Vrijdag 19
1012 en van 24
en kantore van No^
I TEN C ATE, al-waar
|eten worden inge-
op Donderdag 25
ingaande
(6 g. 141 r.)
len weg van Krorm
Hoogelande, nabij
te Grijpskerke.
b.A. (2 g.) Bouw-
straatweg van Big-
eliskerke te Bigge-
19 Maart 1926. in te
itore van Notaris
Jdelburg.
idknecht gevraagd
Lrden om te gaan, bij
Jr., Hofstede ,De
Idelburg.
[lager, Serooskerke.
JAC. DE VOGEL,
Joosland.
)EB HOEK, Bieze-
jen 1 Mei of later
jaar.
fuffr. ruim 50 j. P.G.
als Huishoudster
of Wedn. burger-
onder letter K Bur.
Middelburg.
Aan een vriend van Patrimonium.
Waarde Vriend,
Vorigen keer noemden wij twee redenen
welke het vraagstuk van de opleiding be-
heerschten: de te weinig beschikbare ar
beid en de zucht om zich los te maken van
den handenarbeid; naast deze kunnen nog
andere genoemd worden. De ontvolking
van het platteland en de trek naar de ste
den helpt mede om de werkloosheid te be
vorderen en de massa ongeschoolden te
vermeerderen.
Waaruit is de groote zuigkracht van de
groote stad op de landelijke bevolking te
verklaren? Zien wij wel, dan zijn het in
hoofdzaak deze twee redenen: het meer
dere comfort dat de stad biedt, en de ver
hooging van het geldloon. Of het geheel
juist wordt beoordeeld door de betrokke
nen valt te betwijfelen wanneer men het
langs de geheele lijn neemt; voor velen
echter beteekent do trek naar de steden
verbetering. En daarmede komen wij van
zelf meer op de toestanden ten platten
lande. Wellicht zoudt ge meenen dat ik
bedoelde, in schrille kleuren het leven en
werken onzer landarbeiders te teekenen.
Ik meen, dat in het algemeen het onjuist
zou wezen dit te doen, omdat lang niet
vast staat dat het algemeene peil minder
is dan in de stad. Toch zult ge me moeten
toegeven dat er redenen zijn welke dien
trek bevorderen, en de vraag mag gesteld
of onze landarbeiders deelen en hebben
gedeeld in de voordeelen welke het land
bouwbedrijf, voornamelijk in de oorlogs
jaren, heeft opgeleverd. Vergissen we ons
niet al te zeer, dan is elke verbetering
lang niet vrijwillig gegeven, en is de daling
der loonen in de laatste jaren lang niet
gewettigd. Ook de sociale positie van den
landarbeider is niet gelijk aan die van den
arbeider in de steden, waarbij zeker niet
mag worden vergeten de regeling omtrent
den arbeidsduur. En toch meenen wij dat
met eenigen goeden wil heel wat te berei
ken valt. Hoe het zij, het feit bestaat dat
de trek naar de steden toeneemt, met als
gevolg grootere lasten voor den gemeente
lijken fiscus, voor woningbouw en werk
loosheidsvoorziening. Om dergelijke din
gen eenigermate te voorkomen moeten
middelen beraamd om dezen trek tegen te
gaan, wat mogelijk is wanneer een juist
beeld wordt gevormd van het leven in de
stad. Daartoe kan ook medewerken ver
betering van de vakopleiding, verhooging
van den leeftijd waarop kinderen in het
bedrijf kunnen worden opgenomen, uit
schakeling van vrouwen- en kinderarbeid.
Mogelijk vraagt ge of voor de plattelands-
arbeiders meerdere vakontwikkeling noo-
dig is. Deze vraag durf ik bevestigend be
antwoorden. Bij de snelle toename der be
volking is het van groot belang dat de bo
dem de vruchten kan leveren om den
niensck te voeden en te kleeden, moet dus
het veld zoo intensief en productief moge
lijk worden bearbeid.
Mogelijk is dit alleen, wanneer de be
trokkenen zich een juiste gedachte hebben
gevormd omtrent saamstelling, gehalte en
meest gewenschte bemesting, omtrent vee
teelt en wat daarmede samenhangt. Dien
aangaande is niet uitsluitend genoeg het
Ieeren van de handelingen en ervaringen
van vader of vroegeren patroon, de snelle
ontwikkeling van het landbouwonderwijs
bewijst dat in een behoefte werd voorzien
en de meerdere opbrengst van den bodem
bewijst het groote nut daarvan. Duidelijk
zal u zijn dat zoowel voor den toekomsti-
gen landbouwer als voor den landarbeider
goed vakonderwijs van het grootste belang
is. Daarom is er een groot sociaal belang
mede gediend wanneer getracht wordt ook
ten platten lande op gemakkelijke wijze
dit onderwijs te doen geven. Dat in ruime
mate dit reeds wordt gedaan mag geen re
den zijn om aan te dringen op meerdere
uitbreiding. Immers, willen wij aan de so
ciale verheffing der arbeiders beginnen,
dan is duidelijk dat bij den betrokkene
moet worden begonnen. Ook mede omdat
het noodzakelijk is, wanneer de arbeider
eenig recht op medezeggingsehap wil laten
gelden, allereerste voorwaarde daarvoor
isdat hij zich een heldere voorstelling ge
ven kan van de wijze waarop een bedrijf
moet zijn ingericht en van de voorwaar
den waaronder dit met eenige kans op
rentabiliteit moet worden beheerd. Moge
lijk is dan aan een voorwaarde voldaan
om te komen tot mede-spreken in bet be
drijf, wat èn aan bet bedrijf èn aan de be
trokkenen ten goede komen zal.
G. O. Z. P.
Schels uit de Russische revolutie.
41) o
Het kwam Dr Brenzilof en den heer
Petrof echter onmogelijk voor, in de vieze
ïuinite den -macht door te brengen, en
ze vroegen den moujik, de schuur eens
fe mogen zien-
Deze lachte geheimzinnig.
,»Ik denk", zei bij, „dat u in de schuur
öiet eenmaal komen zult".
Tot verbazing van alle aanwezigen be-
fbn hij met een schop de aarde, midden
id de hut, weg te ruimen. Spoedig kwan?
eeïï luik bloot- De boer lichtte het op
en nu bemerkten de verwonderde blikken
der vluchtelingen bij het licht van een
enden, door den zonderlingen gastheer
dntstoken lantaarn, een trap.
j,Volgt mij maar!" noodigde hij.
Hij ging het eerst naar beneden, ge
volgd door den heer Petrof en daarna
daalde de dokter af.
Twaalf treden delden ze; toen ston
den ze op een houten bodem. Een gang
van tien meter lag voor hen.
Voorafgegaan door den boer schreden
ee de gang door en kwamen daardoor
tfi een (Vierkante ruimte, vier meter lang
Droevige cijfers.
Hoe in Frankrijk de school zonder God
als een gevolg van de socialistische wet
geving het moreel verval in de hand
werkt, en de criminaliteit onder de jeugd
doet toenemen, blijkt wel uit het steeds
uitbreidend aantal jonge menschen, dat
voor de Parij'sche gerechtshoven terecht
staat. Bedroeg hun aantal onder de acht
tien jaar in "1922 1140, in 1923 steeg
het tot 1544, in 1924 tot 1804 en in 1925
tot 1935. Een ander droevig beeld levert
de echtscheidings-statistiok op. Bedroeg
het aantal ontbonden huwelijken in 1884
1600, in 1923 was dit getal geklommen
tot het ontzettende cijfer van 23.600. Al-
geheele verwondering behoeven deze be
richten niet te baren, wanneer men weet,
dat 80.000 onderwijzers zijn aangesloten
bij1 socialistische organisaties' ein 15.COO
jeugdleeraars behooren tot communisti
sche bonden.
De Voikenbonds-vergadering.
Het optimisme dat Woensdag te Genève
algemeen heerschte is wederom verdwe
nen. Ofschoon Frankrijk en Engeland be
reid bleken, in het door D|uitschland en
Zweden begeerde uitstel der Raadsuitbrei-
ding toe te stemmen, schijnen aan tien
anderen kant Spanje en Brazilië nog niet
zoo ver te zijn. Spanje dreigt zich uit den
Volkenbond te zullen terugtrekken, indien
het geen permanenten zetel krijgt, terwijl
het dreigement van Brazilië nog veel
ernstiger is. Brazilië moet gisteren Bij
monde van de Mello Franco verklaard
hebben dat dit land tegen de toe
lating van Duitschland stemmen zal
indien het niet zelf den begeerden zetel
verkrijgt.
De watersnood in Hongarije.
Volgens de thans in de Hongaarsche
bladen gepubliceerde rapporten omtrent
de schade aangericht door den wa
tersnood, in de streken van Körös en
Berettyö, blijkt, dat de overstroomingen,
die ongeveer samenvielen met het hoog
water in Nederland, schade aangericht
hebben aan een gebied van 50.000 mor
gen. Op het oog'enblik staan hiervan nog
ongeveer 6800 morgen onder water. Voor
al de schade aan den veestapel is zeer
groot geweest. Mensclienlevens zijn bij!
de ramp niet verloren gegaan. Van de
670 huizen en schuren, die in het water
gestaan hebben, zijn er 500 ingestort,
2430 personen moesten uit hun woningen
vluchten. Het aantal door de ramp getrof
fen grondbezitters bedroeg in totaal 3910.
Korte berichten, i
Uit Madrid wordt gemeld; Tetoean
in de Spaansche zona van Marokko is
thans vriji van het bombardement dar
Riffs, als gevolg van de operatie tegen
Krim. Die operaties hadden volledig suc
ces. Die kogels der Riffs kunnen het land
niet meer bereiken.
Fehrenbach de gewezen Dfuitsche
rijkskanselier is <ernsüg ziek. Zijn toestand
is zeer bedenkelijk; hij heeft het bewust
zijn verloren. f
D!e werkloosheid in bet Duitsche rijk
is in Februari met oingelveaij 1 pet. vermin
derd. Op 1 Febr. waren er 2.058.392
steuntrekkefnde Werkloozen. op 1 Maart
2.056.807.
Volgens de Dlni lieierscht er in het
gouvernement Tambowsk (Rusland) voed
selgebrek. Het volkscommissariaat van
handel heeft met spoed .600-000 poed
graan naar de hongerlijdende streek ver
zonden.
De arbeiders- en boereninspectio te
Tsjita- (Rusland) heeft ernstige knoeierij
en ontdekt bij' den raad .van volksverzor
ging aldaar. Die gepleegde verduisteringen
diefstallen enz. beloopen een bedrag van
ongeveer een half millioen. Verschillende
ambtenaren zijn gearresteerd.
en even breed- Ook hier was de vloer
met bout bedekt- Er stonden een tafel
en een viertal bankjes, terwijl op een hal
ven meter boven den grond twee stroo-
zakken zichtbaar werden, die er werke
lijk vrij zindelijk uitzagen- Twee steenen
buizen in den bovenwand van het onder-
grondsch verblijf, schenen voor luchtver-
versching te dienen. i i
„Kijk!" zei de boer, de lantaarn om
hoog houdende; „hier zijt ge nu in een
ruimte, waarin jaren lang een dieven
bende zich voor de politie onvindbaar
heeft weten te maken- Toevallig heb ik
het ontdekt, nadat ik het huis gekocht
had, nu een jaar of zes geleden. Wat
zegt u er van?"
„Den laatsten tijd", ging de boer voort,
„heeft dit verblijf echter een gansch an
der doel gediend. Gij moet namelijk weten,
dat ik behoor tot de menschen, die wei
nig op hebben met wat de pries
ters vertellen en even weinig met
wat de kerk voorschrijft. Er zijn
hier in de buurt nog enkelen van
dat soort; en aangezien deze lieden ge
vaar loopen, lijf en leven te verliezen,
wanneer blijkt, hoe ze denken, houden
ze hun overtuiging zooveel mogelijk ge
heim en vergaderen in stilte. Het is we]
jammer, dat dit zoo moet- Ik heb altijd
zoo het gevoel, dat wij het zaad, bestemd
om uitgezaaid te worden, mee-dragen in
Tweede Kamer.
Zoo presenteerde zich dan gisteren het
nieuwe kabinet aan de Kamer. Voor deze
Kamerzitting was groote belangstelling.
Alle ministers waren present- Vóór mi
nister De Geer aan het woord kwam,
werden eerst eenige interpellaties aan
gevraagd en enkele andere toegestaan. In
dien dit spefletje doorgaat, zal er van
wetgevenden arbeid niet veel komen.
Toen las dan minister De Geer de
regeeringsverklaring voor, die wij gisteren
reeds konden publiceeren.
De leden hadden zich allen rond de
ministerstafel geschaard- Nu en dan werd
eens een opmerking gemaakt, hoewel men
overigens gespannen luisterde, maar van
een bepaalde welwillende of afwijzende
houding tegenover het kabinet was geen
sprake. En aan het einde van de met na
druk uitgesproken rede werd er geen
enkel teeken van good- of afkeuring ge
geven.
De voorzitter stelde voor, om „mor
gen (d.i. vandaag, 12 Maart) de bespre
kingen over de regeeringsverklaring aan
de orde te stellen". Daartegen rees ech
ter verzet van links, maar na eenige dis
cussie werd het voorstel van den voor
zitter aangenomen met 51 tegen 38 st.
Vóór stemde „de rechterzijde", behalve
de heeren Bomans, Arts en de heer Ling-
beek (Herv. Geref. S. P.) Dit gaf aanlei
ding tot de opmerking, dat de parle
mentaire meerderheid reeds hersteld was
en' minister Do Geer zijn werk dus had
verricht en niet gijn ministerie wel weer
naar huis kon gaan. Zoover zijn we ech
ter nog niet-
Jachtwet 192 3.
Gisteren is afgekondigd Staatsblad no.
32, bevattende het Kon- besluit van' den
24sten Februari 1926, ter uitvoering van
artikel 1 derde lid, der Jachtwet 1923.
Artikel 1, eerste en tweede lid, bepaalt
dat onder wild wordt verstaan grof wild
(herten, damherten en reeën), klein will?
(hazen, korhoenders, patrijzen en hout
snippen), waterwild (zwanen, ganzen, een
den, duikers, watersnippen en goudple
vieren).
Onder schadelijk gedierte worden mede
begrepen wilde zwijnen, konijnen en fa
zanten.
Het derde lid bovenbedoeld nu luidt:
„Door Ons kan voor bepaalde gedeelten
van het rijk van de bepalingen, in de
vorige leden vervat, behalve voor wat
betreft wilde zwijnen en konijnen, worden
afgeweken.
Blijkens mededeeling van den Minister
bij de behandeling der wet in de Tweede
Kamer, zal, wanneer ingevolge het 3e lid
een diersoort uit een bepaalde groep wordt
gelicht, het worden ondergebracht in eey
der andere soorten, m.a.w. wanneer die
ren', behoorende tot het schadelijk ge
dierte, uit die groep worden weggenomen
dan moeten ,zij komen te vallen- onder
een der andere groepen grof wild, kleli?
wild of waterwild en omgekeerd. De re
geering zou van haar bevoegdheid vooral
gebruik maken in die streken waar de
stand der bodem-cultures zulks gedoogt
en geen overvloedige .stand van de wild
soort aanwezig is.
Het zoeken,en rapen van eieren
van wild.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landboum heeft bepaald, dat in het
geheele Rijk:
a. het moeken; rapen en buiten open
bare wegen en voetpaden vervoeren van
eieren van kemphanen, .wulpen, schol
eksters, grutto's, tureluurs, meerkoeten en
waterhoentjes is toegestaan tot en met
28 April 1926;
b- het ten verkoop in voorraad hebben
te koop aanbieden verkoopen, afleveren
en langs openbare wegen en voetpaden
vervoeren van eieren van het onder a.
genoemde waterwild is toegestaan tot en
met 30 April 1926;
c. het zoeken, rapen, ten verkoop in
voorraad 'hebben, te koop aanbieden, ver
koopen, afleveren of vervoeren van eie
ren van ander waterwild, als genoemd
onder a, niet is toegestaan.
een dichtgeknoopten zak- Het Evangelie
is niet bestemd om verzwegen, maar om
gepredikt te worden, vindt U dat ook niet,
mijne vrienden? Ik meen u dit gerust
te kunnen zeggen, omdat ik al dadelijk
heb opgemerkt, dat gij tot mijn geloofs-
genooten behoort. Evangelie beteekent im
mers „blijde boodschap" nietwaar? En
een boodschap die verzwegen wordt, is
geen boodschap meer. Maar wat zalmen
er aan doen? In ieder geval is het voor
ons wel noodig, dat we versterking des
geloofs zoeken; en om die te vinden, zon
der gestoord te worden, vergaderen we
van tijd tot tijd in dit onderaardsche
verblijf- De politie en de kozakken weten
van het bestaan van dit verblijf niets
af. De roovers, die er huis gehouden!
hebben, zijn in een gevecht met de gen
darmes gedood en hebben hun geheim
meegenomen in het graf. Ik heb bij toeval,
zooals de menschen zeggen (ik zeg lie
ver door het bestel van God), dit ge
heime vertrek ontdekt, en nu hebben we
er een rustige vergaderplaats- Het komt
er alleen maar op aan te zorgen, dat
ons in- en uitgaan niet de aandacht trekt;
en daarom komen we maar een enkele
maal in de week bijeen- Mij dunkt, jul
lie moest hier maar een poosje blijven. Of
hebt ge een ander doel?"
„Neen", antwoordde dokter Brenzilof,
„dat wil zeggen: wij zijn op weg naar een
Een strijd over de electri-
f ic a tie. Te Axel houden de kiesvereeni-
gingen vergaderingen en circuleeren adres
sen over de vraag, of het genomen Raads
besluit (electrificatie door de P. Z. E. M.)
wel 'in het belang der gemeente is- In
openbare vergadering is nu ook opge
treden de heer E. J. Duetz, gep. majoor
der genie te Utrecht, die een berekening
maakte voor het publiek, leidend tot de
slotsom, dat bij zelf-exploitatie met kracht
levering door de gasfabriek bij een zeer
veilige berekening, dat wil zeggen hoogen
kostprijs en weinig afname, de electri-
citeifc zou komen op 42 cent per K.W.U.
(het kon ook voor 35 cent, pieende spr-,
maar hij wilde liefst niet flatteeren) en
dan de gemeente een winst zou maken
van' pl.m. 15000 gld per jaar, wanneer
alleen de kom aangesloten was en van
plm. f 20.000 als ook de buitenwijken
waren' aangesloten. In dit laatste geval
diende dan echter een garantie gesteld
te worden van f3000 per jaar, waartoe
echter ook ten opzichte van de P. Z. E. M.
toezegging was gedaan-
Dhr Duetz zeide, dat meer menschen
de schellen van do oogen vallen. Dit
blijkt wel daaruit, dat hij ook van andere
gemeenten, ö.a. Krabbendijke, is aan
gezocht om het gas-electro-bedrijf van'
technisch eoonomischc zijde te bespreken'.
Spr. heeft bij deze zaak absoluut geen
persoonlijk, noch financieel belang en is
daarom bereid, om desgewenscht aan
den Raad van advies te dienen.
(Moet deze kwestie ook in Goes niet
ernstig worden overwogen?
Vlissingen. De werkzaamheden tot ver
betering van den weg VlissingenMid
delburg nabij de Keersluis zijn weer her
vat. Zooals men weet, was er verschil
van meening met den Polder Walcheren
over het doorgraven' van den dijk langs
het kanaal. Men is het nu blijkbaar over
dez e zaak eens geworden-
Sedert de groote brand in 1924,
was de asphalt-fabriek nog maar gedeel
telijk in werking. Wij vernemen nu dat als
gevolg van den ongunstigen afloop van een
in Amerika gevoerd proces over de leveran
tie van grondstoffen, 't bedrijf geheel stop
gezet zal worden- Aan zoo goed als het
geheele personeel is ontslag aangezegd.
Slechts enkelen zullen in dienst blijven
om de loopende werkzaamheden te ver
richten'. We vernemen, dat de firma Wil
ton in .onderhandeling is om gebouwen
en terreinen van de asfaltfabriek over te
nemen ten einde daar een reparatie-werk
plaats op te richten'. Eveneens gaan er
geruchten, dat de firma Goedkoop hier
ter plaatse een bedrijf wil stichten.
(Volk.)'
Kruiningen. De bouw van de schoolge
bouwen is gegund aan den laagsten in
schrijver E. J. F. Torrëmans te Tilburg
voor f44.980.
Kapeile. Woensdagavond gaf het Ned.
Herv. Zangkoor alhier voor een goed ge
vuld kerkgebouw eene uilvoering. Opliet
programma troffen we enkele oude be
kenden ,aan, naast vele nieuwe- Was de
toon' aanvankelijk wat onzeker, .spoedig
werd dit heter. Zeer goed gezongen wer
den: „Een Kindeke geboren", en: „O,
Kindeke klein". Bij' „Het Ouderhuis", en'
„Het Weeskind" verdienen de beide so
listen zoowel als het koor alle lof. De bas
sen moeten oppassen niet te zakken. Bij
deze laatste nummers was het eene uit
stekende gedachte het koor verdekt onder
het orgel op te stellen, waardoor een
verrassend effect werd bereikt- Ook hef
solo-nummer: „Het Hemelhuis" werd fraai
gezongen. Daarentegen was „Zomeravond-
lied" wat onzuiver- Nu nog wat over
„De kleine Kapellenaars". Ze hebben'
dapper meegezongen ,hoor! Dat ze niet
tijdig konden ophouden met „hoezee"
roepen, vergeven we ze gaarne, als zij
dan maar beloven niet te lastige versjes
meer te zingen, zooals „Aan mijn Hol
land" en er om te denken dat ze nog
maar kleine Kapellenaars zijn! Een ex
tra pluimpje verdient het zangeresje van
„Zaterdag" en het kwartet, dat „God
mint het kind", zoo glashelder en zuiver
zong. Bravo! Over het geheel dus een
avond waarop allen met genoegen terug
kunnen zien.
soort schiereiland, dat we .onbezet hopen
te vinden, zonder evenwel zeker te zijn,
dat het onbezet is- Omdat het zekere
voor het onzekere gaat, komt het mij'
verstandig voor, maar niet verder te trek
ken; te meer, waar er groote kans be
staat, dat we achterhaald worden- Het
is mij een raadsel, waarom men ons nog
niet heeft nagezet- Wij moeten er echter
op voorbereid zijn; elk oogenblik een roode
horde op de hielen te zien- Ook daarom
zou ik voor mij zeggen, dat we met dank
aan God en aan U van Uw vriendelijk!
aanbod gebruik moeten maken. Wat denkt
gij ervan, mijnheer Pelrof?
„Ik bien het volkomen met u eens,
dokter. Aangenomen zelfs, dat het schier
eiland, hetwelk ik ni>t k$n en over welles
ligging ik dus niet kan oordeelen, on
bezet is en uit bijgeloof door de lieden
gemeden wordt, zooals de jager meent,
dat het geval zal zijn, zelfs dan nog
zijn we hier veiliger. Er rijst echter een
andere vraag en wel deze: kunt gij, beste
vriend, ons de noodige voeding verschaf
fen? En kunt gij dit doen, zonder da/
Uw leven gevaar loopt?"
„Dat zal wel gaan, dat speel ik
wel klaar; altijd op voorwaarde, dat gij
geen gemoedsbezwaren hebt tegen het eten
van wild, door mij geschoten in bo3-
schen, die mij niet toebehooren. Ziet gij,
ik heb nooit gestroopt; maar nu dit bosch
Zaamsiag. Door do Rijks- en gemeente
politie is proces-verbaal opgemaakt tegeri
J. Pr. van L., als verdacht schuldig te
zijn aan het afbranden van het schuurtje
van L- B. te Reuzenhoek.
Lezing over pluimveehouderij.
Op uitnoodiging van de afdeeling Wal
cheren der V. P. Z. sprak Woensdag
avond te Middelburg de heer dr te Heu-
nepe, verbonden aan de Rijksseruminrich-
ting te Rotterdam, over Pluimveehouderij-
Bij ontstentenis van den voorzitter, werd
spr. verwelkomd door den vice-voorzitter
den heer Wigard. Op duidelijke wijze
zette spr. uiteen wat onder bacteriën'
wordt bestaan .en hoe klein zij zijn, en
toch kunnen zij de meest gevreesde ziek
ten overbrengen. ,Spr. zet uiteen de vlugge
wijze, waarop bacteriën zich vermenig
vuldigen, zelfs in 24 uur tot diep in do
duizendtallen. Men krijgt dan een kolonie
die beter is te groepeeren voor verder
onderzoek. En prik met een naald in het
bloed van een aan cholera overleden kip
is bijv. voldoende om bij het geven van
een schram met den naald op de kam
van een andere kip, ook deze binnen
24 uur aan cholera te doen sterven'.
Spr. zette vervolgens uiteen hoe men'
door toepassing van de methode, die men'
Reincultuur noemt, dieren krijgt met
bloed, waarin tal van bacteriën, die die
nen als serum tegen bacteriën bij andere
dieren, die met een ziekte bedreigd wor
den. Hierdoor was het o.a. mogelijk de
choleraziekte, welke te Volendam onder,
de eenden was uitgebroken, door serum
inspuitingen in eenige dagen te doen op
houden. Spr. zegt dat dit inspuiten zeer
snel gaat, hij heeft eens 600 kippen in één
uur tijds ingespoten.
Achtereenvolgens toonde spr. afbeel
dingen van harten, levers, darmen met
afwijkingen als knobbels, vlekken, als ge
volg van de schade door bacteriën toege
bracht.
Doode en zieke dieren kunnen naar de
seruminrichting te Rotterdam worden ge
zonden, een dood dier pakt men in een
courant en zend het op, waarna de plaats
waar het dier gelegen heeft met creolino
wordt ontsmet- Nimmer mag men het dier:
op de mestvaalt gooien, want het is eert
gevaar voor besmetting van de geheele
omgeving-
Na de pauze werden afbeeldingen' ge
toond van de vroegere slechte wijze van
kippenhouden en de .modelstallen, zoo-
als die thans worden gebruikt en waarin,'
lucht en licht en zonnestralen kunnen
binnen dringen ten voordeele van de ge
zondheid der dieren. Verder kwamen' op.
het 'doek foto's van op groote eieren-
productie gekweekte kippen, diverse soor
ten eenden, de fokinrichting en eenden-
kweekerijen 'te Volendam, proefstations,
legwedstrijden', kijkjes in pluimveescholen'
in Engeland en Amerika, en tal vap
andere belangwekkende kiekjes- betrek
king hebben op het inwendige van hoen
ders- Hierbij stond spr. uitvoerig stil bij
de enorme uitwerking van de bijvoede-
ring van gist de Vitamine A en de lever
traan Vitamine B., dit ook in het belang
van) de eierproductie. Getoond werden!
de belangrijke voordeelen met die arti
kelen bereikt, alsmede een fabriek van'
die artikelen.
Na de lezing werd nog door enkele
aanwezigen van de gelegenheid vragen
te stellen gebruik gemaakt,, waarna de
heer Kraamer, de voorzitter der afdeeling,
die intusschen ter vergadering was ge
komen, den heer dr Hennepc dank bracht
voor zijn leerzame lezing.
Driewegen. Gekozen tot notabel bij de
Herv. Gem,, alhier, dhr Jacobus Koeman,
en zulks in de vacature W. van Waarde.
Te Apeldoorn is overleden ds W.
Diemer, in leven emeritus-predikant der
geref. kerk te Wijhe. Hij werd 9 April
1837 te Borger in Drenthe, waar zijn
geboren en bereikte derhalve op precies
ouders het landbouwbedrijf uitoefenden,
een maand na den leeftijd van 89 jaar.
Hij was de laatste van het drietal broe
ders, Jan; Evert en Willem Diemer, die
eigenlijk niemands eigendom meer is.
(want de eigenaar is om het leven ge
bracht) is ook niemand meer eigenaar van
het wild- Hier komt nog bij, dat alle an
dere voedingsmiddelen ontbreken, één van
de ellendige gevolgen van den oorlog.
Onder deze omstandigheden durf ik met
een gerust geweten mijn leven onderhou
den, door het aan niemand toebehoorendo
wild te braden en op te eten- Wie meent
dat ik daar zonde mee doeA dien kan ik
niet helpen."
Er werd niet lang over deze kwestie
gesproken- Allen waren het er over eens,
dat èr niets vprkeerds in stak, jvanneer
men zich het wild toeëigende.
„Dat is dus in qrde" „zei de boer.
„We zullen- nu maar eerst eens vooï
logies gaan zorgen- Ik heb in de schuur
nog wat hooi liggen, dat bestemd was
voor mijn ossen. De dieren zijn mij echte®
afgenomen door het legerbestuur, om den
soldaten tot voeding te dienen. Of die
gewapende kerels werkelijk namens hel
legerbestuur kwamen, weet ik niet; mis
schien zijn het wel communistische schob
bejakken geweest. Om het even; ik bea
mijn ossen kwijt en daar ik geen hooi
eet en mijn honden ook niet, i3 daf
blijven liggen- Het schijnt wel, dat de
Heere het bewaard heeft voor u. Komt,
laat ons het gaan halen! O ja, nog iets.
Noemt mij Michaël." (Wordt vervolgd.)