I
Vrijdag 26 Februari 1626
J. BUIJSE
!V<> 125
4©e «Iaargang
Binnenland.
I
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Eerste blad.
V
l
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE COIWTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Tel.: Redactie no. 11: Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
29 FEBR. 1856.
1 MAART 1926.
Onze Hoofdredacteur, de in onze pro
vincie en daarbuiten bekende en hoogge
achte heer Buijse, viert D. V. 1 Maart zijn
zeventigsten verjaardag.
Waar Zeeland het land is, waar de
„kroonjaren" bijzonder in eere zijn en de
leeftijd van zeventig jaren volgens de Hei
lige Schrift alleen bereikt wordt door de
sterken, meenen wij goed te doen van dit
voor den heer Buijse, zijn familie en zijn
vele vrienden zoo heuglijke feit melding te
maken „in de krant".
Niet, omdat onze Hoofdredacteur zelf
dat zoo gaarne wil. O, neen. Een redac
teur van een blad is nu eenmaal iemand,
die schuil gaat achter de anonymiteit en
het is geen gewoonte, dat hij in zijn krant
op den voorgrond treedt. En wij meenen
zelfs bemerkt te hebben, dat de heer Buijse
niets liever had, dan dat over zijn zeven-
tigsten jaardag niet werd geschreven.
En toch wagen wij het er op, buiten hem
om, deze copie ter zetterij af te geven, op
gevaar af straks de opmerking te moeten
hooren: „dat hadt je niet moeten doen!"
Nu willen we hem bij deze gelegenheid
niet huldigen als den Anti-Revolutionai
ren journalist, als den krachtigen strijder
voor de Anti-Revolutionaire beginselen,
want daarvoor komt straks, indien God
hem en ons het leven spaart, wel een ge
legenheid".
In de eerste plaats willen wij hem, en,
naar wij vertrouwen, mede namens zijn
zeer vele vrienden en kennissen onder onze
lezers, hartelijk gelukwenschen met zijn ze
ventigsten verjaardag. Dat God de Heere
hem dezen feestdag schenkt is reeds een
groot voorrecht en een rijken zegen, maar
dat onze Hoofdredacteur dien dag nog
mag vieren, terwijl hij nog steeds zijn be
trekking mag waarnemen, verdient zeker
dankbare vermelding. Velen zijn op dien
leeftijd, al dan niet om gezondheidsrede
nen, „emeritus", maar de heer Buijse doet
nog niets liever dan dagelijks zijn arbeid
op zijn bureau verrichten. En dat, niet
tegenstaande hij zulk een druk en arbeid
zaam stuk leven achter den rug heeft.
Want veel en druk heeft de heer Buijse
gewerkt. En zij, die hem kennen, weten
wel, dat hij eer den arbeid zocht, dan dien
meed.
Wij denken aan zijn twaalfjarigen ar
beid aan de Prins Willemschool in, Den
Haag (hoofd wijlen de heer G. P. Post,
een bekend figuur in den schoolstrijd),
waar hij soms 180 leerlingen voor zijn
rekening had. Dat was nog anders werken
dan in den tegenwoordigen tijd!
Wij denken aan zijn artikelen, die hij
toenmaals schreef in „de Wekstem"
(hoofdredacteur ds J. H. Donner), in „Gi-
deon", e. a.
Wij denken in het bijzonder aan zijn
bijna veertigjarigen arbeid als hoofd
redacteur van ons blad. Dat hoofdredac
teurschap beteekende tot 1910, dat hij de
e enige redacteur was. Wat dat zeggen
wil, kan alleen iemand beoordeelen, die op
de hoogte is van den gang van zaken op
een redactie-bureau.
Aanvankelijk tot 1 April 1887 ver
scheen „de Zeeuw" twee malen per week,
vanaf genoemden datum tot 1 October
1905 drie malen per week en vanaf dezen
datum tot heden dagelijks. Maar of het
formaat van ons blad al vergroot werd en
dus het werk toenam, of de krant ook al
meerdere malen per week verscheen tot
October 1910 was de heer Buijse de
eenige redacteur. En hoe verrichtte hij
zijn werk vaak onder drukkende omstan
digheden en langen tijd in primitieve loka
liteiten.
Hiervoor past zeker groote, zeer groote
waardeering, ja bewondering.
Wij denken verder aan zijn jarenlangen
arbeid in ons Anti-Revolutionaire partij
leven: de plaatselijke kiesvereeniging, de
propagandaclub, zijn talrijke lezingen en
debatavonden in en buiten Goes, vaak zon
der eenig honorarium, en zijn leiding bij
zoovele verkiezingsacties.
Wij denken verder aan zijn lidmaat
schap van den Gemeenteraad, aan zijn ar
beid voor de Chr. Normaalschool en het
kerkelijk leven en op zoovéél ander terrein.
Eenig idee geven van dezen veelzijdigen
en toch intensieven arbeid, kunnen wij
niet. Het gaat niet aan, een zoo welbe
steed, rijk gevariëerd menschenleven in
een artikeltje te schetsen.
Het leven en de arbeid van den heer
Buijse zijn onafscheidelijk verbonden aan
ons blad en dat weer aan de Antirev. partij
in ons gewest. De nu bijna 70-jarige zei
het- mij enkele weken geleden nog: „de
Zeeuw" is mijn kind".
Zorgen, noch tegenspoeden, noch ziek
ten in zijn gezin, konden hem weerhouden,
aan ons blad zijn tijd, gaven en krachten
te schenken.
Doch de heer Buijse mag ook zegen op
zijn arbeid zien. Hoe werd zijn werk in
het begin bespot. Gelukkig is de verhou
ding tusschen de journalisten in de laatste
jaren veel verbeterd, maar wat is ons blad
in den beginne met hoon en minachting
rijk bedeeld. Dat griefde natuurlijk den
heer Buijse, maar het prikkelde hem ook
tot nog grooteren ijver in den strijd voor
de ons dierbare beginselen. En onze God
wilde dien arbeid rijkelijk zegenen. Ons
blad mocht steeds groeien en alle moeilijk
heden te boven komen. De ommekeer in de
verhouding tusschen de staatkundige par
tijen in onze provincie is opmerkelijk. In
1886 was Zeeland, voor wat zijn volksver
tegenwoordiging en de Staten aangaat, li
beraal. En thans? Men raadplege maar de
cijfers der laatste Tweede Kamer-verkie
zingen. En ieder weet, dat ook de Staten
van ons gewest in meerderheid rechtsch
zijn.
Kon de heer Buijse nog eens bereid ge
vonden worden en tijd disponibel stellen
om memoires te schrijven in ons blad
hij zou daarmede een hoogst belangrijk
brokje historie te boek stellen, dat voor de
ouderen een welkome opfrissching van het
geheugen zou geven en voor ons, jongeren,
veel nieuwe dingen zou brengen.
Maar wij willen het niet te lang maken.
In korte trekken slechts teekenden wij het
arbeidzame, veelzijdige leven van onzen
hoofdredacteur. De schets was zeer onvol
ledig. Maar onze lezers zullen het wel met
ons eens zijn, dat iemand, die zóóveel heeft
mogen arbeiden en op zijn zeventigsten
verjaardag niog in staat is, zijn dage-
lijksch werk te verrichten, rijk door God
is gezegend en bijzondere reden heeft Hem
te loven en te prijzen.
En dat te meer, omdat de journalis
tieke arbeid voor velen zoo zenuwsloopend
is. Dag en avond neemt hij vaak in beslag,
de vrije Zaterdagmiddag was vroeger to
taal onbekend, terwijl „men" nog gaarne
op een journalist beslag legt voor werk op
feestdagen. Op vergaderingen en bij lezin
gen, waar „men" rustig zit te luisteren,
is een reporter ijverig bezig om te „ver
slaan". Ook dien vermoeienden reportage-
arbeid heeft dhr Buijse gekend.
"Wij bidden dan ook onzen a.s. jubilaris
(met zijn echtgenoote, die er maar genoe
gen mee moest nemen, dat haar man al
die jaren èn op bijna alle uren van den
dag èn des avonds èn soms, in drukken
tijd, ook eenige uren van den nacht op het
bureau van „de Zeeuw" doorbracht), on
der aanbieding van onzen gelukwensch,
toe, dat God hem en haar bij het klimmen
der jaren zegenend nabij moge zijn. Dat
onze Hoofdredacteur zijn hulp en ver
wachting ook verder moge stellen op dien
God, voor wiens eere en glorie hij zoovele
jaren naar de mate zijner krachten heeft
gestreden.
Goes, 26-2-'26. A. DE LANGE.
Het nr van „Timotheus" van 'lieden
bevat een keurig uitgevoerde, duidelijk,
sprekende foto van onzen hoofdredacteur
met het volgende waardeerend-e artikel:
Een wakker strijder voor Gods eer.
Wanneer iemand den leeftijd van zeven
tig jaar heeft bereikt en van die zeven
tig jaar er bijna veertig heeft gewijd aan
den dienst van de Christelijke pers, dan
is er zeker reden, dien man te huldigen.
Want ieder voelt onmiddellijk, dat dit
leven een leven van harde dienstbaarheid
[moet £Ü'n geweest; een leven, waarin
vooral niet gevraagd mocht worden naar
waardeering in klinkende munt. Wie veer
tig jaar van zijn leven gewijd heeft aan
de arme Christelijke pers, zal het enkel en
alleen om zijn beginsel hebben moeten
doen. Zijn er dan oogenblikken geweest,
dat de zon van welvaart zijn leven be
schijnen mocht, dan is dat geweest „bo
ven verwachting".
1 Maart a.s. viert onze oude vriend
J. Buijse van het Blad „De Zeeuw" zijn
zeventigsten verjaardag. Voor een goed
Zeeuw als Buijse is, moet zulk een kroon
jaar wel zeer bijzonder van beteekenis zijtn.
Bijna 40 jaren daarvan heeft hij gegeven
aan zijn „Zeeuw", dat hij weieens zijn
kind heeft genoemd, een benaming, die
zoo echt zijn groote liefde uitdrukte. Toen
hij als man van dertig zijn zware taak
aanvaardde in. het toen nog politiek ge
sproken liberale Zeeland, was dit een
geloofsdaad van hem, want al was ook
toen het leven van den Christelijken on
derwijzer ©n dat was Buijse en wel
in Den Haag aan de school van mees
ter Post nog onzeker en vol zorgen,
dat van den Christelijken journalist moet
toen nog veel riskanter zijn geweest. En
.zeker veel moeilijker nog vanwege den
spot, waarop in die dagen de fijnen wer
den onthaald, zoodra zij zich op het pu
blieke erf durfden te vertoonen. En dat
was iets, dat van den vurigen Buijse niet
anders te verwachten was. Hij schuwde
den strijd zeer zeker niet, maar pakte
aan waar het moest. En al stond hij alleen
voor zijn zware taak, en dat voor weinig
loons en misschien ook wel veel ondanks,
'hij1 was een vurig strijder voor de eer
van zijn God, een man van eenvoud en
wars van druk vertoon, maar iemand,
die niet van transigeeren wist op het
stuk van het beginsel.
Zoo mogen we in Buijse zien een van
die wakkere pioniers op het terrein der
Christelijke pers, wier vriendschap ons
een eere moge wezen. En met welk een
talent voerde hij de pen, vooral in zijn
polemiek met den feilen tegenstander!
Want het geharnaste betoog was wel zijn
kracht, en als hij zich daarin begaf, gaf
hij geen krimp, maar stond zijn man tot
het einde. Zoo heeft hij; veertig jaar,
waarvan ongeveer 25 als eenig redacteur
van zijn blad, dat zelfs ten laatste dag
blad werd, al zijn krachten gegeven aan
zijn strijd' voor het beginsel. Maar dat
hij het moeilijk had met zijn groote gezin
in die verre jaren, blijkt wel uit het feit,
dat hij in de plaats waar „De Zeeuw"
verscheen, nog een tijd de betrekking van
marktmeester heeft moeten bekleeden, om1
er toch maar te kunnen komen! Inder
daad, onze in den strijd vergrijsde vriend
heeft wel zeer hard de hitte des daags
moeten verduren.
Wat Buijse in zijn lange leven ver
richt heeft, we kunnen het niet alles
verhalen, niet een klein deel 'zelfs. Alleen
weten alle Zeeuwen, dat het een enorm
stuk werk is geweest. Ook weten allen,
die zijn pers-werk lazen, hoe ruim zijn
blik en zijn hart is; hoe hij ook van
andersdenkenden den arbeid weet te waar-
deeren, zonder evenwel ook maar in het
minst eigen overtuiging prijs te geven.
Zoo kunnen we zonder dat er sprake
kan zijn van overdrijving, zeggen: da ge
schiedenis der Christelijke pers in ons
land is niet te schrijven zonder dat daarin
een breede plaats ingeruimd wordt aan
Buijse. Hij; is de man geweest, die doop
zijn persoonlijke banden aan Ivuyper en
Lohman in zijn gewest in zekeren zin de,
tegenstellingen te verzoenen wist. Dat
moge misschien vreemd klinken voor
iemand, die op zijn tijd zijn meening
krachtig uitdrukken kon, maar het is niet
temin waar. Buijse heeft groote beteekenis
gehad voor de ontwikkeling der Christe
lijke beginselen in het Zeeland van de
laatste veertig jaar.
Aan dezen vergrijsden dienaar van de
Christelijke pers, die haar zóó lief heeft
gehad, dat hij er geestelijk en stoffelijk
voor lijden wilde, onzen eerbiedigen
groet!
Logeergast onbelast in® tel
Noiordwijk,
B. en W-. Van Nöordwijk stellen den
Raad voor over te gaan tot invoering
©ener logeergastenbelasting op een tarief
van 25 cent per dag en per persoon
met een maximum van fl p. gezin. Kin
deren beneden 15 jaar zijn vrij. Indien
het verblijf korter duurt dan 7 dagen,
iisi geen belasting verschuldigd.
^Bestellen op Zondag bijl
abonnement.
Die bezuiniging bij de Posterijen, die
de postbestelling op Zondag totaal heeft
doen vervallen, maar de gelegenheid
openstelde voor het publiek tot het af
halen van brieven, zal te Hilversum wel
licht aanleiding geven tot het invoeren
van een particulieren beisjeldienst.
Iemand, die weten kan met hoeveel tegen
zin het publiek op Zondag zijn piost komt
afhalen, de rijwielbcwaarder voor het
postkantoor, is op de gedachte gekomen,
dat 'er misschien een broodje in zou
zitten, otm als! gemachtigde van particu
lieren'de post af te halen en aan huis
te bezorgen. Zijin zoon is de ondernemer,
die al een tarief beeft samengesteld, n.l.
f 1 per maand en f 2.50 p. 3 maanden, bij
wijfee van abonnement.
Werktijd in slagerijen.
De minister van Arbeid heeft, aan
hoofden of bestuurders van met een win
kel verbonden slagerijlen in alle gemeenten
des Rijks vergund, dat in het tijdvak van
1 tot en met 31 'Maart 1926, in af
wijking van het bepaalde bij art. 24 der
Arbeidswet 1919, pp Zaterdag de arbeid
van de in zoodanige onderneming werk
zame mannelijke arbeiders van 15 jaren
of ouder aanvangt om 6 uUr des voormid
dags, onder voorwaarde, dat in de betrok
ken onderneming nipt door eenigen arbei
der op dien dag arbeid wordt verricht na!
81/2 uur des namiddags. 1
Allerlei.
Jhr. mr. G. .Michiels! van Kessenich,
lid der Staten van Limburg, rijksadvocaat
te Roermond, zal wijlen jhr. v. d'. Maesen
opvolgen als lid der Eerste Kamer.
Prov. Zeeuwsche Vereen.
totbestrijdingderT. B. C. Gisteren
middag hield bovengenoemde vereeniging
haar jaarvergadering te Middelburg in de
sociëteit Sint Joris onder voorzitterschap
van den heer C- A. van Woelderen, die
mededeelde, dat van "den Commissaris
der Koningin, de heeren v- d. Weijde
en Dusseldorp, leden van Ged- Staten en
dr van Gilse, vertegenwoordiger van de
Ned. Vereen, in het bestuur der Prov.
Vereen., bericht van verhindering was in
gekomen. Het is spr. aangenaam, dat het
afgeloopen jaar voor de vereeniging goed
is geweest. De vereeniging voert een onaf
gebroken Itrijd tegen de t.b.c. en deze
strijd zal een voortdurende, niet makke
lijke blijven.
Aan het door den heer dr C- Orbaan
als secretaris uitgebracht jaarverslag ont-
leenen wij, dat steeds dringender gevoeld
wordt de behoefte aap' een verplegings-
fonds. - Weliswaar kan de vraag worden
gesteld of in vereenigingen als deze^ voor
zorg, opsporing en voorlichting niet het
voornaamste deel van haar taak moet zijn,
observaties, verpleging en nazorg zijn als
directe consequenties van het geheele sys
teem van t-b.c. bestrijding, zooals deze
zich in ons land heeft ontwikkeld, en
georganiseerd, te aanvaarden. In beginsel
is dan ook tot de oprichting van een
verplegingsfonds besloten.
Spr. herinnert er aan, dat de provin
ciale enquetrice mej. Deetman door eeö
ongeval eenigen tijd 'buiten dienst is ge
weest. Gelukkig is volkomen herstel ge
volgd en is na korten tijd mej- Deetman'
weer met den bekenden ijver aan den ar
beid gegaan- Zij heeft in het einde van
het jaar een bijzonder goed werk verricht
door de verschillende huisbezoeksters in
Zeeland in een Bond te vereenigen. Aan
het einde van het jaar dreigde een kas
tekort. Met groote dankbaarheid moet wor
den gememoreerd, dat toen op verzoek
Ged. St. onmiddellijk hun subsidie tot
het toegezegde maximum van f 6000 heb
ben opgevoerd- Het aantal aangesloten!
vereenigingen is wederom gestegen door
toetreding van Westdorpe, 2 in IJzendijke
Groede en Breskens. In begin 1926 sloten
zich bovendien aan Philippine en Wissen-
kerke- Het jaarverslag werd met woorden
van dank aan den secretaris goedgekeurd-
Hierna was het woord aan den t.b.c.-arts
den heer A- J. Hoorweg, voor het uitbren
gen van het verslag over de werkzaam
heden van het Districtsconsultatie-bureau
en van de Kringhureaux voor t.b.c. in'
Zeeland- Het werk van de bureaux werd'
op ongeveer dezelfde wijze voortgezet.
Voor WL Z. VI. zal het noodig zijn in
meerdere plaatsen; spreekuur te houden,
daar men huiverig is naar een bureau
voor t.b.c. patiënten te komen, omdat
men dan als t.b.c. patiënt „door de huren"
gesignaleerd wordt. Wel wil men komen
op een spreekuur, gehouden in een andere
plaats. Een 68-tal patiënten werden meï
den huisarts aan huis bezocht en onder
zocht. Deze werden' niet als bureau-pa
tiënten ingeschreven. Met den raad van
Arbeid te Goes werd op dezelfde aange
name wijze samengewerkt als de vorige
jaren, met dien te Middelburg bleef de
samenwerking gering- Door die Raden
werden 73 patiënten opgegeven, van wie
42 reeds aan het bureau bekend waren.
Verschillende armbesturen en liefdadig-
heidsvereenigingen en vele particulieren
verleenden steun voor het uitzenden van
patiënten naar Sanatoria, - Ziekenhuizen,
Zeehospita enz., en voor het verstrikken
van hulp in allerlei vormen. Hen wordt
dank gebracht.
Dhr Hoorweg heeft 'den! indruk, dat
langzamerhand, heel langzaam aan ook
in Zeeland meer doordringt het besef,
dat het beter is een t.b.c. patiënt te
helpen in het begin van zijn ziekte, dart
te wachten tot het proces een ernstig
karakter heeft aangenomen. Ook wordt
meer en meer ingezien, dat afzondering
van lijders aan open-t.b.c. van zeer groote
beteekenis is voor het voorkomen van
besmetting. Het aantal gemeenten, van
waaruit patiënten komen, steeg met 9
tot 98 van de 109 gemeenten, terwijl
78 van de '87 huisartsen patiënten zonden.
Spr. herinnert wat betreft de propaganda
aan de goed geslaagde tournée in O. Z.
VI. met het t.b.c. museum en aan een 12-
tal lezingen door hem op 6 verschillende
plaatsen gehouden, waardoor tal van per
sonen groot en Hein, .van allerlei rang
en stand, werden Bereikt- De samen
werking met de inspectie en met het be
stuur der Prov. Ver. was voortreffelijk
Ook spr. acht een verplegingsfonds hopg
noodig. Vele patiënten werden in het pB-
viljoen te Middelburg in observatie ge
nomen.
In 1925 werden voor de eerste maal
onderzocht 163 m., 222 vr. en 340 kin
deren; hiervan waren niet lijdende aan
t-b.c. 46 m., 55 vr., en 242 kinderen;
nog twijfelachtig 14 m., 19 vr. en 27 k.,
voor het eerst werden! als t.b.c.-patiënt
ingeschreven 103 m., 148 vr. en 71 k.,
(op 1 Januari waren als lijders ingeschre
ven 320 m-, 421 vr. en 171 k., Het aantal'
gezinnen, waar huisbezoek plaats heeft
kwam van 619 op 774, in 57 waarvan'
een lijder aan open long-tuberculose voor
kwam. Het aantal nieuwe patiënten was
iets grooter dan het vorige jaar, n.ml.
725 tegen 687 in 1924- Het aantal con
sulten was ongeveer 400 meer-
Spr. toont aan de hand van cijfers aan,
dat Zeeland steeds zeer gunstig af
steekt bij andere provincies inzake de
sterfte aan t.b.c. Wat betreft de ver
houding der deelen van Zeeland wijst
spr- er op, dat het wel eigenaardig is,
dat op Tholen de sterfte grooter is dan
bijv. in O. Z. VI. met veel ongunstiger
toestanden op het gebied der huisvesting
en andere terieinen. Spr. meent, dat hier
bij persoonlijke, constitutioneele factoren