Mo ISO
Zaterdag SO Februari 1M
40e Jaargang
Firma A. S. J. DEKKER, Goes.
EERSTE BLAD.
HET ADRES
A. WILKING
J. DONNER-HEULER - GOES.
2 gebruikte Orgels
dit «timmer bestaat uit iweeüiatóen
FEuitLSfÖWL
Getrouw tot in den dood.
GOES HULST
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE CGINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersfO.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
GELOOFSVRIJHEID.
Oud-minister Heemskerk had beweerd
dat de soc.-democraten al heel weinig
geven om geloofsvrijheid.
Dat is van soc.-democratisiche zijde te
gengesproken.
Volgt hier nu uit dat de sociaal-de
mocraten altijd in de bres ètaan voor
de geloofsvrijheid?
Wij laten het in het midden.
Wij wezen er reeds vroeger op, dat
de door hen aangehaalde bewijlzen er
voor tamelijk ongewichtig waren.
Of voor het geloof?
Bij deze vraag plooit zich onze lip tot
een ongeloovigcn glimlach.
Lees er maar eens wat oproerige krab
bels op na en gij zult R spoedig weten.
Doch laten wij! eens aannemen dat dei
iNederlandsche SDi.A-P. nooit spot met
'tgeloof, ons geloof; ja zelfs er voor
in de bres springt, is zij daarmee Van al
het andere wat men tegen baar 'heeft,
schóón gewasschen?
Bleed zij nooit aan Godslastering?
Men kan niet alle "vuiltjes bewaren,
die men in den loop der jaren in han
den kreeg. Bloch bij de schoonmaak komt
er nog wel eens zoo'n klein stofdeeltje
voor den dag.
Eenige jaren geleden, toen de strijd nog
ging 'om het Algemeen Kiesrecht, werd in
een der nummers van „Die Nieuwe Tijd,
het sociaal-democratisch! orgaan voor
Twenthe, een artikel over het algemeen
kiesrecht aldus geëindigd:
Op! op)! voor ons A. K.l op! voor
den volgenden rooden Diinsdag! Elk
dubbeltje, daarvoor opgespaard, is be
legd op de spaarbank: Arbeidsmacht.
Die bank is1 wonder secuur. Zij kan
niet springen en geeft een zeer hoog©
rente.
OnS A. K. dat is thans de ware
Christus. Het is de Verlosser. En de
eenige, die thans' het mtenschdom ver
lossen kan. Biaarom aan ons A. K- alle
kracht gewijd.
En nog als 'men de Kerstnommers' van
sommige soc.-democraten inziet, en leest
wat daar van het Kerstverhaal en wat
er mee saamhangt gemaakt wordt, dan
schrikt men terug voor wat men in die
kringen zeggen durft op het gebied van
profanie.
Stak het Socialisme nimmer de Chris
telijke religie naar de Kroon?
Omstreeks den tijd bovenbedoeld kwam
de bekende arheider-philosoof Jozef Diez- i
gen ook in ons land zijn voorlezingen
houden over „het Evangelie van de soci
aal democratie". Zijn voorlezingen ver
schenen in boekvorm en werden in de
sociaal-democratische pers uitbundig ge
prezen, en aan alle socialisten warm ter
lezing aanbevolen.
Dat geschrift nu vangt aldus aan:
De godsdienst, zeer in het algemeen
genomen, heeft ten doel, het bedrukte
menschelijke hart te verlossen van den
jammer van het aardsche leven- Zij
Schets uit de Russische revolutie.
28) _o-
Maar deed dit gevaar aan hun roeping
iets af? Zeker zou hun wegblijven een
schadelijken invloed oefenen op hun man
nen en tot lastering van 's Heeren naam
aanleiding kunnen geven.
Aan den. anderen kant was het niet ver
antwoordelijk, de weerlooze zusters bloot
te -'stellen aan niets ontzienden moedwil
en hen mogelijk den marteldood in de
kaken te jagen-
Na veel wikken en wegen' deed Peter
■een oplossing aan de hand, die allen de
juiste scheen; maar waaraan dit bezwaar
verbonden was een bezwaar, meer door
•de anderen dan door den jager zelf ge
voeld dat de dappere man er wederom
zijn leven door in de waagschaal stelde.
Hij bood namelijk aan, op verkenning uil
te gaan en te trachten, de mannen der
beide zusters te spreken. Van den uitslag
dezer verkenning zou men dan laten af
hangen, wat verder stond gedaan te wor
den.
,,'tMoet dan vanavond dadelijk maar
wezen", meende Peter. En dat de zaak
haast had viel niet te ontkennen, zoodat
de dokter en de vrouwen den jager be
zwaarlijk konden terughouden, al zagen
ze tegen zijn vertrek op-
Welgewapend en vergezeld door 'één
van zijn monsterachtige honden, toog de
voor Zanserr.
heeft dit tot nog toe slechts op een
ideale, droomerige wijze vermogen te
doen, door aanroeping van een onzicht-
baren God en van een Rijk, dat slechts
met dooden is bevolkt- Het Evangelie
van den tegenwoordigen tijd, belooft ons
jammerdal eindelijk op werkelijke, tast
bare wijze te doen verlossen- „God",
dat is het Goede, Schoone en Heilige,
zal mensch worden; van'uit den hemel
naar de aarde komen; maar niet gelijk
eenmaal op religieuze, wonderbaarlijke
wijze, maar langs natuurlijken en aard-
schen weg. Wij verlangen naar den Hei
land, wij verlangen dat ons Evangelie,
dat Woord Gods, dat dit vleesch worde.
Docli niet in een individu, niet in een
bepaalde persoon zal het zich voor
ons moeten belichamen, maar wij allen,
willen het volk, willen Zoon Gods zijn.
Oud-minister Heemskerk drukte zich
heet bescheiden uit, toen hij zei dat de
sociaal-democraten weinig voor geloofs
vrijheid voelen.
Nog eens, wij laten in het midden of zijn
opmerking juist was.
Aan de aanhalingen, door hem naar vo
ren gebracht, zou men anders wel zeggen,
dat hij er niet heelemaal naast was-
Doch wij gunnen gaarne aan de S.D.A.P.
de eer dat zij pal staat als een rots voor
de geloofsvrijheid-
Maar dat zij erger dingen doet dan
waarvan zij beticht werd, zeggen ons
de paar aanhalingen, hier hoven door
ten beste gegeven-
Want het ergste van alles is wèl dat
het socialisme is een levensbeschouwing
lijnrecht tegenover die van het Christen
dom, een godsdienst, die de zielen ver
derft, die voor zich zelf opeischt de per.
door deze eeuwenlang bezeten-
voor Manufacturen
Dames-en Kinder confectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
het laatste zijn. En deze antirevolutionaire
ex-hoogleeraar is er een van.
Prof. Mr Di. P- D'. Fabius wees er eerst
op hoe het voortdurend contact houden
met studenten hem jong gehouden had.
Spr. legt verband tuisschen liet student
zijn en de Gereformeerde belijdenis, die-
ons denken en ons leven moet 'dragen.
Hij beeft daarom tot onderwerp gekozen
„Die eisch van het Gereformeerd beginsel
voor uw leeftijd".
Sommigen zeggen, dat dit beginsel
slecht past bij dien leeftijd, daar het
gebondenheid van geest vraagt en juist
deze leeftijd vrijheid wil. 'tls' de tijd Van
het idealisme, maar daarbij kunnen de be
ginselen in de knel geraken. En dan
wordt het idealisme uitgedoofd ©n wie
brengt er dan gloed in de uitgedoofde
haarden?- Ook anderen bekennen dat zoo
vele idealen uit hun jeugd gansch ver
vlogen zijn. Zelfs xneenein velen dat dit
de natuurlijke weg is. Maar daarom moet
idealisme ©en geestelijke achtergrond heb
ben om te blijven voortbestaan.
Studenten willen alles- onderzoeken, al
les beproeven. Maar ook dit kan tot de
listen des boozen behooren. Zoo kan het
„een ieder zij in zijn eigen genieten ten
volle overtuigd" tot volledig subjectivisme
voeren. De booze legt dan in „beproef
alle dingen" den nadruk op „alle dingen".
Maar biertegenover staat het .„leid ons
niet in verzoeking". Voor 'het beproeven
is noodig een vaste maatstaf. Een student
make zich dezen maatstaf eigen, opdat hij
wat hij! moet onderzoeken, goed doe en
het goede behoude.
Fichte voert de activiteit voor 'tik ten
top, maar komt tot een inhaltloise Ichtig-
keit (inhoudlooze ikheid), omdat het sub
jectivisme geen maatstaf heeft. Wie echter
tot zichzelven komt, komt tot God. Niet
zichzelven uitleven, maar zich inleven in
velerlei verhoudingen. Die mensch is niet
enkel individu, maar ook deel van het
geheel. Diaarom moet "hij zich inleven
in de verhoudingen tot den Schepper, zich
aan zijn weiten onderwerpen, dus ookzijn
zonde leeren kennen. Dan kijkt hij niet
meer naar eigen idealen, maar naar God.
Voorts leve de student zich in in de
verhouding tot zijn ouders. Het kind is
egocentrisch 'in zijin denken, pas later
leert het wat het is: ©en uiterst takje- aan
den menschenboom. En daarom wie niet
weet wie zijn ouders zijn, kent zich zelf
niet. Wie zich schaamt voor zijn ouders,
schaamt zie 'hvoor zichzelf. Diaarom: eer
bied voor de ouders. Verder leve de stu
dent zich in in de kerk, waarvan hij ook
uiterlijk lid moet worden, want 't Gods
dienstig leven buiten de kerk Vervloeit.
Die Gereformeerde Kerk wil de zuiverste
belijdenis. Leer dan de belijdenis kennen,
leer Kuyper, Bavinck. Leer de geschiede
nis der kerk, wat voor velerlei misvatting
kan bewaren. Leef u dus ook kerkelijk
in. Die Gereformeerde leer is geheel eenig,
bezegeld met het gloed van martelaren.
Die Gereformeerde kerk is liet fundament
van den Nederlandscben Staat, zooals
Groen zei en Fruin moest dit toestem
men. Die leer is ook een sappige bo
dem voor idealisme. En in uw ouderdom
zult ge noig groen zijn en vruchten dra
gen
Dit ernstige woord werd door de stu
denten met stille aandacht aangehoord.
Daarna had een receptie plaats, waarbij
verschillende autoriteiten en reünisten
aanwezig waren.
bericht de ontvangst van de collectie
VOOR JAARS STOFFEN.
Schoone keuze.
Levering van uitsluitend prima Maatwerk.
Vraagt Stalen. Coupeur te ontbieden.
Telefoon 130.
Prof. Fabius ein de Studenten.
Het Studentengezelschap S.S.R- vierde
dezer dagen zijn achtste lustrum.
Prof. Fabius was feestredenaar. Van zijn
belangrijke rede vonden wijl een verslag
in „Die Rotterdammer". Wij meenden dit
verslag aan onze lezers ter lezing te moe
ten geven. De oude vrienden met het
jonge hart sterven weg. Ieder woord dat
wij uit hun mond kunnen opvangen, kan
ruwe. maar nobele man na het invallen
der duisternis op weg.
Een wondere ontroering leefde in zijn
hart.
Bij zijn heengaan hadden de drie Chris
tenen in zijn woning geknield en hem,
bij monde van dokter Brenzilof, aanbe
volen in de hoede des Allerhoogsten Gods
Wiens is alle macht in hemel en op aarde-
En niet alleen dat, maar ze hadden ge
beden om de redding van zijn ziel- Zulk
bidden had Peter meer gehoord- Hij had
het gehoord, toen de dokter zijn kranke
vrouw bezocht en met haar magere hand
in de zijne den troon der genade had
aangeloopen om haar behoud voor de
eeuwigheid. Dat was een gansch ander
bidden geweest dan het prevelen van al
tijd dezelfde formules door de priesters.
Het was een spreken geweest met God;
het spreken als van een kind tof den
vader. Eerst was Peter er haast van ge
schrokken- Zou dat mogen, dat 'n mensch
zoo sprak tot God? En toch was hij
onder de bekoring van dat vertrouwend
bidden gekomen. Ja, (lat was bidden; hij
had het gevoeld- Het was hem geweest,
dat de hemel minder hoog werd en God
minder vèr.
Toen was zijn vrouw ook begonnen te
bidden als de dokter bad en Peter was
jaloersch geworden.
Hij zelf kon niet zolo bidden, neen,
want het gestroopte en verkochte wild
Isloot hem den weg tot God af. Met brave
mens'chen, als de dokter eti zijn vrouw
wilde God te doen hebben. Dat was bewe
zen. Er woonde immers in de zielen van
voordeelig te keop.
Ook op betaling in termijnen.
5 jaar garantie.
die twee een vrede die Uit den hemel
moest zijn neergedaald en die zelfs door
de neigende schaduw van den dood niet
werd verstoord. Peter zou zijn best doen,
ook braaf te worden, opdat hij ook zou
kunnen bidden.
Het wilde echter met dat braaf worden
maar niet vlotten. Wel stroopte en stal hij
niet meer, doch eiken dag betrapte hij zich
op gedachten, woorden en daden, waar
over God toornen moest.
De dokter had gesproken, bij zijn be
zoeken, van een Heiland, in de wereld
gekomen om zondaren zalig te maken.
Daarmee zouden echter wel tot verbete
ring gekomen zondaren worden bedoeld,
meende Peter. Kijk, wanneer hij naar zijn
heer ging, dan knapte hij zich op. Hij liet
zich kappen en scheren, poetste zijn laar
zen en trok zijn beste jas aan. Stel, dat
hij dat niet deed en zoo vuil als hij er
dagelijks uitzag, voor zijn meester ver
scheen. Hij zou terstond worden wegge
jaagd.
En als hij in een bezoedeld igewaad een
aardschen groota niet kon naderen, hoe
veel te minder dan den Heer der Heeren
in de hemelen!
Na het overlijden van Peter's vrouw
kwam de dokter niet meer in de hut. De
jager ontving dus geen geestelijk onder
richt meer. De dokter had hem wel uit-
genoodigd, eens te komen praten, maar
Peter had niet gedurfd. Hoe kon hij dat nu
doen, zoo maar zonder ziek te zijn naar
den dokter te gaanl
Bij tijden had Peter er aan gedacht,
zijn oude levenswijze maar te hervatten.
De „zieke bloedverwiant" en de goede
parlementaire zeden-
Wat Groen van Prinsterer heeft gedaan
voor de goede ontwikkeling van het par
lementair-constitutioneel© stelsel kan
moeilijk worden overschat.
Telkens staat hij op de bres voor de
vrijheid en het recht der volksvertegen
woordiging.
Zoo waakt hij angstvallig voor de on
afhankelijkheid der Kamerleden tegen
over het ministerie.
Merkwaardig is hetgeen daaromtrent
wordt meegedeeld in liet boek van Mr J.
G. Gleichman over „Mr F. A. van Hall
als minister".
De tacticus Van Hall, na de April
beweging aan het bewind gekomen, zocht
bij de totstandbrenging van de wet op
de Kerkgenootschappen zich de medewer
king van Groen te verzekeren.
Hoe dit afliep verhaalt Mr Gleichman
uitvoerig.
„In het begin van Juni vond een ge
sprek tusschen de twee Staatslieden
plaats, maar daarbij wilde Groen het dan
ook laten. „Bij het overdenken" zoo
schrijft Groen den 8sten Juni 1853 aan
Van Hall „van ons gesprek moet ik
erkennen, dat ik aan het bezwaar, hetwelk
ik de eer had U te onderwerpen, tel
kens meer gewigt hecht. Ik vrees, door
een dergelijke voorafgaande mededeeling
niet te zullen blijven als lid der Kamer
in dien toestand van onbevangenheid
welke ter juiste beoordeeling van de rede
neeringen mijner ambtgenooten vereischt
wordt, en waarin ik, vooral in eene zoo
uiterst moeilijke en gewigtige zaak, dub
bel belang stel. Het zal wel onnoodig
zijn de verzekering hierbij te voegen, dat
ik het blijk van uw vereerend vertrou
wen hoogelijk waardeer."
En den llden Juni, na'eenige woorden
van plichtpleging:, schrijft Groen:
„Bij deze gelegenheid ziji het mij ver
gund een enkel woord te voegen bij' het
geen ik, dankbaar voor uw vereerend
aanbod, de vrijheid nam U laatstelijk te
Hij zou er toch immers nooit in slagen
zoo braaf te worden, dat God met hem
te doen wilde hebben! 'tWas een wan
hopig pogen, zich heilig te maken!
Toch, van nieuws te gaan stroopen
en stelen dat kon ook niet, Daarvoor
was de jager „te bang voor God" gewor
den. En bovendien: had zijn vrouw hem
niet met brekend oog en verstijvende tong
gesmeekt, te breken met het leven zonder
God en tot Jezus te vluchten, om straks
met haar in heerlijkheid eeuwig samen
te zijn? r
O, met zijn vrouw, zijn onvergetelijke,
hereenigd te worden! Toegelaten te wor
den in den zaligen hemel! Als dat moge
lijk ware! Die begeerte naar dat heil dreef
Peter telkens weer tot nieuwe verbete-
ringspogingien.
En nu "had Peter in de.siamemspreking:
met den dokter in diens onderhoud met de
vrouwen en in des dokters gebed herhaal
delijk gehoord, dat zij: ook nog .zondigden,
dat zij ook nog niet zoo leefden, dat
God over hen tevreden kon zijn; en toch,
toch durfden ze zoo vol vertrouwen tot
den Almachtige komen!
Peter had er zijn bevreemding Over
uitgesproken. „Mijn beste Peter", had de
dokter gezegd, „wij hebben niet den Heere
gezocht, maar Hij heeft on's gezocht. Hij
zocht ons, toen wij nog zondaars waren.
Hij liet ons zien, dat wij zondaars wa
ren. En toen we 't zagen, schrikten we,
evenals ieder mensch, zelfs de beste in
onze oogen, schrikt, wanneer hij zich
zelf ziet in het lichlt,. dat uit den. hemel
schijnt. We zagen hloe hemelhoog onze
schrijven. Ik ben met de Fransche wet
ten, door U bedoeld, niet genoeg bekend;
maar ik mag niet hntveinzen dat ik te
gen het geheel e denkbeeld van eene rege
ling der betrekkingen tusschen den Staat
fen de Kerk, door eene wet, bij voortduring
groot bezwaar heb. Ik vrees dat die, om
den aard van het onderwerp, tot velerlei
beschouwingen en moeilijk© discussie»
aanleiding zal geven; en bij den mees
ten wensch om het Ministerie te onder
steunen kunnen wij toch nooit, zonder
verloochening van onze beginselen, iets
goedkeuren waardoor de vrijzinnig© su
prematie van den Staat over de Kerk i*
toepassing zou worden gebragt."
Van Hall liet het hierbij niet zitten,
maar hij vond Groen minder en minder
toeschietelijk.
Wederom tot een© samenkomst met
Van Hall uitgenoodigd, zendt Groen dit
bescheid (10 Juli): 1
„Gevoelig aan uwe vereerende uitnoodi-
ging, 'zoude ik liever, bij de op handen
zijnde beraadslaging in de sectie mijn
bezoek eenige dagen uitstellen. Ik vrees
al wat mijne vrijheid, als lid der Kamer,
eenigszins zoude kunnen belemmeren, Ik
vrees inzonderheid ook voor het gevaJ,
dat ik later de wet aannemelijk mogt
bevinden, verder voet te geven aan het
verwijt van verstandhouding omtrent eene
voordragt waartegen ik, om den inhoud,
en vooral om het beginsel, ook bij de
meest aandachtige overweging van het
geen mij door U medegedeeld werd, tot
dusver menigvuldig bezwaar heb."
Groen vermeed ook later zocht te»
minste in geenen deele persoonlijk
i overleg en samenspreking met Van Hall.
I Karakteristiek is het laatste briefje van
Groen aan Van Hall, in de „Herinnerin-
gen" voorhanden. In Juni 1854 was Groen
in Zwolle niet weder als lid van de Ka
mer gekozen. Van Hall schijnt den wensch
te hebben uitgedrukt, zijn leedwezen daar
over aan Groen te komen betuigen. Groen
onttrok zich aan dat bezoek op de vol
gende wijze:
„Ik dank U voor uwe welwillende be
langstelling. 'Mij dunkt, voor het systeem,
der regtstreeksche verkiezingen moet men
op dergelijke wisselvalligheden voorbe
reid zijn. Ook heeft mij de uitkomst niet
verrast, omdat ik de waarschijnlijkheid
Schuld voor God was, en dat w© die
schuld noig dagelijks meerder maakten.
We zagen ook, dat die schuld nooit te
betalen zou zijn en dat we dus
voor eeuwig verloren waren. Zelfs al Ware
het ons mogelijk geweest, van het oogen-
blik, dat wij onze zonden leerden kennen
af aan, volkomen heilig te leven, dan
ware de onbepaalde rekening uit het ver
leden er toch nog gebleven eitl dan ware
Gods leindelooze toorn nog ons deel ge
weest. Wij moesten dus iemand heb
ben, die in onze plaats betaalde en
met wiens betaEng in onze plaats de
Heer© genoegen nam. Welnu, die
Iemand is er: Jezus Christus, de Zoon
van God. Hij werd om onzentwille mensch
en droeg in onze plaats, lijdend en ster
vend, den vloek. In Hem neemt de Heer©
ons aan als zonen en dochteren. En nóg
zou da verlossing, door Jezus aange
bracht, ons niet baten, indien Hij niet tot
ons kwam en ons opzocht en ons tot
zich trok mle't zijn sterke hand. En dan
nóg kwamen w© er niet, wianneer Hij onze
schreden niet stuurde en ons niet be
hoedde voor de zondige natuur, die nog
in ons overblijft na bekomen genade. Zoo
staat het, Peter! Alles van Jezus en
niets van ons 1 En indien werkelijk in uwi
ziel bekommernis leeft over uw zonden,
dan is dat een bewijs, dat de Heiland
naar u omzag; en dan komt ge ook
tot bet licht. Dat wil zeggen, dan zult ge
tigheid, maar ook uw vólkomen gerech
tigheid, maar ook uw vorkomen gerech
tigheid is, want Hij verlaat niet, wat
zijn hand begon." (Wordt vervolgd.)