Altijd
welkom
IJKAM-MASSEE
Mo lie
Vrijdag 19 Februari 1926
ot-zijden
nderjapons
Hofstede
d'Antobus
49e Jaargang
Hoesi-Keelpijn
Anga-bonbons'
Binnenland.
it de Prortnete.
Ff
schillende maten
en kleuren.
chrijving te koop:
H.A. of 5 G. Bouwland
200 H.A. of 11 G. Weiland.
de hand te koop:
"e pachten:
TE KOOP:
OSt mmrmr össiaat uit twee biarien
BLÊkO.
C. TH. VOORHOEVE Co., Apotheker, Den Haag
GOES.
liden, aan het Overzetveer,
uit Woonhuis, Schuur,
ok, Bakkeet en Wagea-
uw- en Weilanden en
ird, ter gezamenlijks
in 4 Hectaren 48 Aren
aren (11 G. 130 R.)
vaarden de bouw- en wei-
iadelijkde gebouwen
er overleg en behoudens
>edkeuring zullen voor 7
cht kunnen volgen:
in te leveren ten kan-
Notaris J. G. BLAUPOT
TE, vóór of op Zaterdag
ari 1926 alwaar nadere
n zijn te verkrijgen.
iw gebouwd Woonhuis
men Schuurtje en 32
Tuin, staande te Kapelle
uwe gedeelte bij het dorp.
ng nader overeen te
>m van den heer A. Koon,
inlichtingen en voorwaar-
rkrijgen bij TH. FOSSEN
r, rooven oogst 1926/19:13,
lectaren of 15 genieten
;n BOUWLAND, in den
nt-Jooslandpolder, thans
bij L. Scheele en A. db
vingen worden ingewacht
Maart 1926 ten kantore
■is HIOOLEN, alwaar de
len ter inzage liggen.
staat zjjnde.
■agen D. J. DE RONDE,
shtstraat 103, Rotterdam.
TE KOOP:
gedeelte Schuur
rond, waarop gelegenheid
ing van een „Melkerij",
dorp in Zuid-Beveland.
e weiden in omgeving te j
even onder letter E., j
'e Zeeuw", Goes.
TE KOOP:
Z. L. M. goedgekeurde
t en Zege Haver en
etpoters, (blauwe en
j C. J. DE KAM, „Molen-
ssenkerke.
a koop of in ruil:
Stroosnijdera, alleen I
3or de rosmolen of motor,
ZEE, Smid, Nieuw- en
ld.
Brukkers-Exploitanten:
00STE5BBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHU1J, L. Burg. Tel. no. 259
*DeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
HET GODDELIJK RECHT.
Ons nest neg naar aanleiding van het
voorgaand artikel de taak om iets t©
zeggen over de beteekenis van het godde
lijk recht (droit divin)e-n over de toe
voeging 'aan artikel 2 van Ons1 Program
van de woorden: „terwijl zij! anderzijds de
acuvereiniteit van Oranje (dus niet van
de Koningin alleen) eert".
Beginnen we met het eerste
„'Het goddelijk recht der overheid is al
smds meer dan anderhalve eeuw vrij
algemeen uitgekreten geworden „als' ver
ouderd misbegrip der duistere middeleeu
wen, als zinneloos verdichtsel van vorste
lijke sluwheid en priesterlijke baatzucht,
weefsel der ongerechtigheid, met een me
nigte van dwalingen en ongerijmdheden
in verband. Als verdediger te durven op
treden van het „Diroit divin" was; vóór
weinige jaren, wanneer man de ©ore der
imenschen boven de eere Gods liefhad, een
vermetel bestaan; het was zich vrijwil
lig in de rij der meest achterlijke dwe
pers te stellen; en, afschoon er mis
schien, na gebleken wankelbaarheid van
elk ander 'fundament, wijziging der opi
nie is ontstaan, van zeer velen heeft men
slechts verontwaardiging of mededoogen
te verwachten". Zoo schreef Groen van
Prinsterer reeds ruim tachtig jaar gele
den. Djoch hij liet zich daardoor niet
beletten „de voortreffelijkheid van de aan
gerande leer te staven", door aan zijn
hoorders, later zijn lezers, te doen zien
-de misvorming, den aard, en de gevolgen
©ener waarheid, -die, vermits de vreeze
des Hoeren het begin der wetenschap
is, bij uitnemendheid met den naam van
beginsel mag worden vereerd".
Met het „goddelijk recht" (droit divin)
der konmgen is nooit bedoeld de vorsten
met goddelijke macht te bekleeden, gelijk
de Roaneinsche keizers, aan welke de on
derdaan zijn offers bracht. Ook nooit om
de Theocratie, van ouds het voorrecht
van het volk Israël, als model voor an
dere staten, ook van onzen tijd aan te be
velen. En nog minder om aan den vorst
een recht toe te kennen, hetwelk de Oos-
tersche vorsten bezaten om bij' iedere gril
of invallende gedachte iemand heit hoofd
te doen afslaan of hem aan de verbanning
prijs te geven.
Het goddelijk recht berust op Romeinen
13. „Alle ziel zij den machten, boven haar
gesteld, onderworpen, want er is geene
macht dan van God, en de Machten die
er zijts, zijn van God verordineerd".
Die machten zijn niet alleen door God
toegelaten, maar door God zelven gewild
■en geheiligd; sterker nog: verordineerd.
Deze macht is niet hetzelfde als over
macht en geweld, doch moet in den ge
zonden zin, gelijk zij door Gods recht
vaardig en heilig bestel is ingezet, worden
opgevat. Het is een macht, waarvan de
keerzijde de plicht is. Want even zeker
als üe koninklijke macht gehoorzaamheid
vorderen mag, rust op haar de plicht
om rechtvaardig, wijs en zacht te regeen
ren.
Dit neemt echter niet weg dat het
voorschrift uit Romeinen 13 geldt
voor alle tijden en verhoudingen. Toen
de Apostel Pay lus dit schreef, was Nero
keizer te Rome, de vervolger der Christe
nen, de tiran. Toch luidde het voorschrift
■van Romeinen 13 even beslist als wan
neer deze Nero een Christen ware ge
weest, die zijn onderdanen als een va
der bestuurde.
Groen vau Prinsterer schreef: „de uit-
-drukkirig „ook den harden" van meesters
lOveT slaven wil ik bij analogie van de
ongerechtigheid der Overheden doen gei
lden. Doch alles heeft zijn grens. Ik wil,
zoo voegt hij, er aan toe, geen uitlegging
(onderschrijven, welke ons verplichten zou
den booswicht, die het moordtuig vast
houdt, gehoorzaam te zijn, of den ge-
kroonden roover, die gisteren den wetti-
den Vorst verjaagd heeft, heden als een
■van God verordineerde macht te beschou
wen.
Gelgk jaren Later, bij de toelichting van
'Ons Program, het 'A'.-R. program van
1878, door dr A. Kuyper nog eens'is ge
ïllustreerd geworden met een voorbeeld
■aan de Commune vaii-1870 ontleend. Hij
beantwoordt de vraag of dat dan uitoefe-
ming der Souvereiniteit was met de ws-
-dervraag of alts' ge ,vian U zelven ligt en als
•een onzinnige ijl t in uw koortsen pf ge- er
•dan nog zijt en ,als monschl uitkomt. Zoo
oordeelt dr K. ook van de Commune en
■dergelijke toestanden dat dit niet de uit
oefening is van souverein gezag, maar
een krank en doodelijik ijlèn van 'zijn
ingedrongen Spotbeeld.
Bij de erkenning van deze waarheid
mag ter anderer zijde aan de 'Overheid
haar duro roeping jegens haar onderdanen
(steeds worden voorgehouden. Groen van
Prinsterer schrijft: Alle macht is van God;
Gods Sted©boud©res en Gods die
nares. In deze tweeledigheid der betrek
king, in de tweeërlei .richting, op- en ne
derwaarts', ligt d© gansche theorie. Wij
moeten aan de over ons' gestelde macht
gehoorzamen om des' He er en wil.
„Zij iS Gods dienares, u ten goede",
schrijft de Apostel, D© oppermacht is een
gave Gods, die in Zijn dienst, tot nut van
anderen, en tot zijn eer, moet worden
besteed.
Kamerontbinding en Historie.
In het licht der Geschiedenis is Ka
merontbinding ten onzent nooit geweest
ten gunste van wie er op vlasten.
Toen 'in 1866, na de aanneming van
de motie-Keuchenius, hei. conservatieve
kabinet Heemskerk-Van Zuylen den Ko
ning had geadviseerd de Kamer te ont
binden, werd dat door de conservatieve
partij toegejuicht. Zij meende er door
die ontbinding bovenop te zullen komen.
De verkiezingen brachten evenwel het te
gendeel van de gewenschte uitkomst: de
conservatieven bleven in de minderheid,
en het kabinet stierf in 1868 na ©en
tweede Kamerontbinding, met hetzelfde
doel geprovoceerd, een roemloozen dood.
Toen in 1885 de Anti-Revolutionaira
Kamerclub de non-possumus-politiek
weigering van saamwerking met 'het mi
nisterie Heemskerk-v. d. Does zoolang in
de onderwijs-quaestie geen recht was ge
schied aankondigde en die in 1886 her
haalde, waardoor zij den minister voor
het dilemma: aftreden of Kamerontbinding
stelde, besloot Z. M. de Koning op ad
vies van het kabinet tot Kamerontbinding.
Er was blijdschap in de antirevolutionaire
partij; nu zou men van het dood© punt
afkomen. Edoch de uitslag was een
tegenvaller: de A.R. partij verloor en de
Liberale partij kwam terug in versterkte
meerderheid.
Toen- in 1894 het liberale ministerie
Tak zich in de behandeling van een wets
ontwerp tot kiesrechtuitbreiding tegenge-
werkt zag, besloot het, na aanneming
van het destructieve (liet ontwerp afbre
kende) amendement-De IMeijier, de Ko
ningin Regentes te adviseeren tot Kamer
ontbinding, teneinde langs dien weg de
vereischte meerderheid voor zijn plan
nen te verkrijgen. De Kamerontbinding
en de daarop gevolgde verkiezingen had
den ondanks de agitatie van radicalen,
sociaal-demopraten en rechtsche ,Tak-
kianen een tegengestelden uitslag, zoodat
het ministerie-Tak moest aftreden.
Van alle drie deze Kamerontbindingen
geldt dat zij den partijen, die er 't meest
op gesteld waren, „de kous op den kop"
brachten. In 1866 aan de conservatieven;
in 1886 aan de antirevolutionairen; in
1894 aan de radicalen.
Ligt hier somwijlen een aanwijzing in
om den sociaal-democraten in overweging
te geven, niet tei luid op Kamerontbin-
Iding, wïiar zij overigens nogal heet op zijn,
aan te dringen?
Van „Puriteinsdh" op „Calvinistisch".
Naar aanleiding van ons hoofdartikel
„Calvinisme Democratie" wijst men
em's er op, dat Ons Program in de 'toe
lichting laatstgenoemden haam mijdt en
den naam „Puriteinsch" gebruikt, en dan
vraagt men waarom wij ons aan dien
ouden naam niet houden.
Wij' willen wel op deze vraag antwoor
den; doch doen het dan liefst met de
woorden van den schrijver zelf van boven
bedoelde toelichting, die zich in „D|e
Standaard" van een tiental jaren geleden
naar aanleiding van eenzelfde opmerking
als volgt verantwoordde:
De gemaakte opmerking is juist, dat
toen in Januari 1878 ons Antirevolutio
nair Program hiet lahd inging, tot karakter
riseering van' ons bedoelen, niet de uit
drukking Calvinistisch, maar die van Pu
riteinsch gekozen werd. De Puriteinen wa
ren in Epgeland en Schotland de kinderen
der Hervorming die hun Kerk naar de
'strengste puritas in de belijdenis volstrek-
telijk aan de autoriteit van Gods Woord
bonden, en alle menschelijfce autoriteit,
a(s in geloofszaken niet geldig', verwier
pen.
Ook in de toelichting van „Ons! Pro
gram", die in 1878 het licht zag, 'werd
aan <leze uitdrukking boven die van het
Calvinisme de voorkeur gegeven. Voor
de keuze van deze uitdrukking bestond
toen geldige reden. In Duitschland en in
Scandinavië had men, zonder zweem van
verbloeming, den naam van Luthleesch
aangenomen, en aldus eieu menschelijk
persoon op den voorgrond gestald. Dit nu
werd onzerzijds, evenals in Engeland on
der de Calvinisten, liefst gemeden. Van
daar dat men toen aan ©en reëel kerkelij-
ken naam de voorkeur gaf en zoo ging
spreken van puriteinsdh. Op! zich 'zeilf was
deze terminologie dan ook volkomen vol
doende. Wat er bezwaar 'tegen opleverde
was alleen, dat John Knox en wie met
hem in Engeland den toon aangaven, in
ons land geen ingang hadden gevonden.
Wel later, onder Owen en andere "schrijt-
vers, maar niet in 'den eersten aanloop.
Dit nn noodzaakte later om in de P'uri-
teinsche richting onderscheid te maken
tusschen de volgelingen van Knox, en de
engere volgelingen van Galvijn zelf. Zulks
nu gaf aanleiding! dat van lieverlede,
waar telkens Galvijn tegen Luther stond
en Luthers naam allerwegen werd inge
dragen, ook op Calvijus naam allengs
■meer nadruk werd gelegd. Zoo- bleef de
naam, van Puriteinsch de alomvattende
naam, die het kerkelijk régieme aanduid
de, en daarnaast erlangde toen Calvijus
naam, evenals die van Luther, steeds
meer beteekenis, om het historisch ver
loop van het religieus proces ten onzent
nauwkeuriger aan te duiden. Wie zich
niet gedrongen gevoelt om het Calvinis
tisch type ten onzent tot zijn recht te
laten komen, schiet in waardeering van
het historisch proces te kort.
Doos 6O90ct. ^£1
Bij Apoth.en Drogisten. TP
Een historische herinnering.
Mr J. R. B. schrijft in de N. Ort.:
Mocht een nieuw kabinet optreden, dan
zou zich ten opzicht, van het tractaat met
België, van 3 April 1925, een dergelijke
van 21 Sept. 1862 met dezelfde mogend
heid gesloten.
qheid gesloten.
Het is bekend, dat dit tractaat een
einde trachtte te maken aan de 'groot©
moeilijkheden, ontstaan door de omstan
digheid, dat de kanalen, 'door België ge
maakt, ter besproeiing van de dorre Kem
pen, zooveel water aan de Maas.onttrok
ken, dat de scheepvaart in sommige jaar
getijden op het Lim'burglsche deel dezer
rivier onmogelijk gemaakt werd.
Nu was genoemd tractaat gesloten door
■het Ministerie-Van Hall, en wel door den
Minister Van Zuylen van Nyevelt. Vóór
dat het tractaat echter in de Kamer ter
sprake was gekomen, was het Ministerie
afgetreden en vervangen door een kabinet
Thorbecke, waarin de heer v. d. Maesen
de Sombreff de portefeuille van Ruiten-
landsche Zaken had op zich genomen.
Deze nieuwe regeering keurde het ver
drag af en vond daarin geen behoor
lijke waarborgen voor de Nederlandsche
belangen.
De vraag rees toen of de 'regeering
de goedkeuringsvoordracht kon terugne
men. Zij meende van neen, ter wille van
onze vriendschappelijke verhouding tot
België, en achtte zich verpacht om de
artikelen, die goedkeuring behoefden, aan
het oordeel der "Staten-Generaal te onder
werpen.
Zelfs achtte zij het loyaal aan België
mede te deielen, dat zij het tractaat niet
wilde verdedigen, en in de openbare ver
gadering, waarin het goedkeuringls ontwerp
aan de orde kwam, sprak zij geen enkel
woord ter verdediging, waarna het met
47 tegen 7 stemmen werd verworpen.
In de Kamer is toen veel gediscus
sieerd of deze houding, reeds in de M. v.
T. aan het goedkeuringsontwerp aangeno
men, correct was. Dis heer van Goltstein
redeneerde aldus: Er is gecontracteerd
met den Nederlandschen Staat, vertegen
woordigd door -een regeering, die bevoegd
was om te contracteeren en 'het doet
er niets toe thans andere (tersonen
de regeering vormen. Al ontbreekt de
ratificatie, de overeenkomst bestaat tus
schen partijen. En de regeering moet ra-
tificeeren, omdat gehandeld is overeen
komstig haar lastgeving. Hij beriep zich
op autoriteiten, als' Vattel, Wheaton, Klü-
ber en Bijnkershoek.
Dleze meening bleef niet onweersproken,
de nieuwere schrijvers nemen inderdaad
aan, dat niet-goedkeuring voor de Verte
genwoordiging een grond voor niet-ratifi-
catie van een gesloten verdrag kan ople
veren, maar reeds in de tweede helft der
19e eeuw kon men zich beroepen op
voorstanders van de leer, dat, terwijl wei
geren van ratificatie niet ongeoorloofd is,
deze weigering op juiste motieven berus
ten moet. D|at tot deze motieven behoort:
niet-goedkeuring der conventie door het
parlement, behoeft geen betoog en wordt
ook door sommige schrijvers uitdrukkelijk
vermeld.
Volgeiis' den heer M'ackay had de regee-
ring den termijn van ratificatie moeten
laten verloopen, wat door België als een
onvriendelijke daad had kunnen worden
beschouwd.
De vraag kwam nog ter sprake: wan
neer onverhoopt da Tweede en daar
na de Eerste Kamer het verdrag had
den aangenomen, terwijl men wist, dat de
regeering tegen ratificatie was, zooals zij
zich van .tevoren 'had uitgelaten, kan zij
moeilijk den Koning tot ratificatie advi-
seeren, en een met-ratificatie was scha
delijk geweest voor onze betrekkingen met
België. Daarom kon meq. niet anders dan
do houding van het Kabinet goedkeuren.
Die regeering had nog een anderen weg
kunnen volgen; namelijk gedurende de
openbare behandeling schorsing 'der be
raadslaging voorstellen om met de Bel
gische regeering over sommige details!
van bet verdrag nader van gedachten
te wisselen.
Wellicht dat deze historische herinne
ring sommigenbelang inboezemt, wan
neer de tegenwoordige crisis in dien zin
wordt opgelost, dat een nieuwe titularis
voor Buitenlandische Zaken optreedt, 'die
over het tractaat van 3 April 1925 anders
denkt, dan de tegenwoordige.
Een Jubile urn.
Die Bond van öhr. Zangvereenigingen
in Nederland, waarbij ook vele Zeeuwsche
vereenigingen zijn aangesloten, viert van
daag zijn veertigjarig jubileum. Een Jaar
boek voor 1926, tevens Gedenkboek, is
verschenen. Dien 19en Ftebr. 1886 op
gericht met 7 vereenigingen, telt de Bond
thans .350 vereenigingen met 15-000 le
den. Vandaar, dat de Jubileum-öommisSie
schrijft van „een schoonen feestdag".
Zoowel in het Gedenkboek als' in Jiet
Februari-nommer van „de Lofstem" ko
men duidelijke photo's en blij-gestemde
artikelen van bestuursleden, predikanten,
■e.a. voor.
Wij feliciteeren den Bond met zijh ju
bileum en wenschen den ernstig zieken
voorzitter, den heer J. Pelser, een spoe
dig herstel toe.
Kapitein Dl. J. Gorter, van het 14e
regiment infanterie en gedetacheerd bij
den vrijwilligen landstorm te Middelburg,
is aangewezen tot het volgen van een
tacti'schen cursus voor kapiteins en rit
meesters bij de IVe divisie te Amers
foort.
Smakelijk eten. Onlangs werd
door den veearts bij een landbouwer te
's-Heer Arendskerke een van zijn gestor
ven runderen, dat uit nood was afge
slacht, voor de consumptie voor mensch
en dier afgekeurd. De landbouwer die
daarmede geen genoegen nam vroeg her
keuring aan hetgeen den volgenden dag
zou plaats vinden. Het cadaver werd in
afwachting der herkeuring op den dorsch-
vloer in de schuur opgehangen. Men heeft
het evenwel in d>en daaro-pvolgenden
nacht gestolen en blijkbaar hebben de die
ven het met een auto vervoerd, waar
heen is nog onbekend. Het zal inmiddels
wel reeds zijn verdwenen in hopelijk
zonder al te nadeelige gevolgen in
de maag van onze vleeschetende mede
burgers. De politie doet onderzoek.
Ned. Middernachtzending-
ver een. Gister (Donderdag),middag werd
m de Bogardzaal te Middelburg de jaar
vergadering gehouden van de Prov. pfd.
Zeeland der Ned. Midcternachtzending-
vereen., onder voorzitterschap van ds Jj
de Visser, 'Ned. Herv. predikant te Mid
delburg.
Aanwezig waren afgevaardigden en cor
respondenten uit verschillende plaatsen
van Zeeland, verder vele belangstellenden
uit Middelburg en Vlissingcn.
Van B- en W, van Middelburg, evenals'
van den commissaris van politie te Vlis
singcn was bericht van verhindering inge
komen, terwijl aanwezig waren da offi
cier van justitie te Middelburg en na-
mens het gemeentebestuur van Vlissin-
gen de heer Pi. 'G. Laernoes, wethouder
Sidaar, die door den voorzitter welkom
werden geheeten.
Door den heer Bels't werd het jaar
verslag uitgebracht., hetwelk werd goed
gekeurd.
Na afhandeling der huishoudelijke za
ken werd door den beier dr Lamm erts van
Pueren, president-direjcteur der Heldring-
gestichten te Zetten, een rede gehouden
over het onderwerp: „Die zedelijkheids-
wetten". Die begaafde spreker gaf een
keurige en heldere uiteenzetting van de
werking dezer wetten, en "het bleek duide
lijk, dat hier iemand aan het woord was',
die met hart en ziel in deze dingen
leeft.
Nadat nog enkele vragen waren gesteld
en door Spr. beantwoord, sloot dr. Lam-
WAAROM?
is het van zulk een groot belang, dat
gij Uw Homoeopathische middelen be
trekt uit een specialo inrichting 7
Omdat alléén in zulk een inrichting
deze middelen met alle voorzorgen
kunnen bereid worden.
Vertegenwoordiger
W. F. DEN HERDER, Groote Kade, GOES
merts van Rueren da bijeenkomst imet
dankzegging.
Goes. In de gisterenavond gehouden
vergadering der A.-R. Kiesvereeniging,
welke door den voorzitter, den heer N.
J. Bastmeijer, werd geopend en geleid,
leidde de heer A. de Lange het onder
werp in: „De Overheid en de Maatschap
pij". Spr. wees er op, dat het noodig
is, ons over deze belangrijke kwestie eens
rustig te bezinnen, omdat zoovele grie
ven en klachten, den laatsten tijd, ook in
eigen kring ''geuit, neerkomen op deze
vraag: welke moet de verhouding zijn
tusschen Overheid en Maatschappij?
E enerzijds wordt geklaagd, dat de Over
heid te veel ingrijpt, anderzijds maakt men
er haar een verwijt van, dat ze treuzelt
piet de ziektewet.
Spr. meende ook, dat we met leuzen
en formules zoo weinig verder komen,
zooals ook minister Colijn in een door
Spr. aangehaald artikel aantoonde. Daarna
gaf Spr. kort antwoord op de vraag: wat
is de Overheid; wat is haar taak en
roeping? De Staat heeft op zijn gebied
de gevolgen der zonde te keeren, ja haar
zooveel mogelijk terug' te: dringen. Er mag
bij ons niet gevonden worden een opgaan
in den Staat, alsof we van dien Staat
alles konden verwachten.
Spr. trachtte daarna het begrip „maat
schappij"- te benaderen, om dan te ko
men tot de verhouding tusschen Over
heid en Maatschappij.
Eerst werd nagegaan, hoe men zich
die verhouding in de eeuwen, die ach
ter ons liggen, dacht. Mercantilisten, Phy-
sioeraten, klassieke en Manchesterschool
en staatssocialisme passeerden de revue.
Hiertegenover wees Spr. op bet Calvi
nisme met zijn diepe zonden opvatting, met
zijn pessimistische gedachte over den
mensch, die geneigd is van nature God
en zijn naaste te haten. Daarom ziet het
in de Overheid het instituut, om ook op
economisch gebied de gevolgen der zonde
te stuiten. Daarom kunnen wiji, Anti-Revo
lutionairen, niet accoord gaan met de
leer der staatsonthouding, gielijk die in
liberalen kring opgeld deed en ook wel
door sommige Christenen wordt beleden.
De liberale school heeft, juist, omdat
zij den mensch van nature goed achttei,
fiasco gemaakt. De sociale misstanden
in de tweede helft der vorige eeuw aan
't-licht gekomen, waren God- en meinsch-
onteerend. 1
Daarom' mag de overheid ten opzichte
van de maatschappelijke toestanden niet
lijdelijk toezien. Spr. besprak daarna prac-
tiische kwesties als .regeling arbeidsduur,
regeling arbeid voor vrouwen en kin
deren, de sociale verzekering, de arbeids-
geschillenWiet, verplichte winkelsluiting,
enz.
De Overheid dient echter 'in Oera te
houden het particulier initiatief en het
desnoods te prikkelen. Daarom' is! het
zoo verblijdend, dat het organisatiewe
zen krachtiger is' geworden. D? organi
saties, zoowel onder werkgevers! als Werk
nemers, dienen nóg steviger te worden.
Hoe meer collectieve arbeidsovereenkom
sten tusschen die beide worden gesloten,
waarin dab tal van vraagpunten als (ar
beidsduur, arbeidsvoorwaarden, enz. kun
nen worden vastgelegd, hoe minder de
Overheid in 'de toekomst zal hebben ïn
te grij'pen. En dan zal zeker ook de tijd
komen, dat de Overheid de verbindendver
klaring dier overeenkomsten ernstig zal
hebben te overwegen.
Maar dan moet onder ons ook gestreefd
worden naar versterking der organisaties.
En dan moet niet daartegen gefulmineerd
worden gelijk helaas in Staatk. Geref.
kringen wel geschiedt Van een onthou
ding der Christenen' op sociaal gebied,
zouden toch alleen de sociaal-democraten
profiteeren-
Zij, die nóch ingrijpen der overheid wil
len, noch versterking der organisaties be-
geeren, willen blijkbaar in de practijk,
dat de sferkste zijn wil oplegt aan den
zwakkere, in wezen precies hetzelfde als
socialisme en bolsjewisme-
Op dit referaat volgde een" levendige
bespreking, waaraan door de heeren Slig-
gers, Laport, J. Quakkelaar, Eustraaiï, mr
Goedbloed, van Zetten en W. L. R. J.
Dekker werd deelgenomen- De inleider