Altijd welkom IJKAM-MASSEE Mo lie Vrijdag 19 Februari 1926 ot-zijden nderjapons Hofstede d'Antobus 49e Jaargang Hoesi-Keelpijn Anga-bonbons' Binnenland. it de Prortnete. Ff schillende maten en kleuren. chrijving te koop: H.A. of 5 G. Bouwland 200 H.A. of 11 G. Weiland. de hand te koop: "e pachten: TE KOOP: OSt mmrmr össiaat uit twee biarien BLÊkO. C. TH. VOORHOEVE Co., Apotheker, Den Haag GOES. liden, aan het Overzetveer, uit Woonhuis, Schuur, ok, Bakkeet en Wagea- uw- en Weilanden en ird, ter gezamenlijks in 4 Hectaren 48 Aren aren (11 G. 130 R.) vaarden de bouw- en wei- iadelijkde gebouwen er overleg en behoudens >edkeuring zullen voor 7 cht kunnen volgen: in te leveren ten kan- Notaris J. G. BLAUPOT TE, vóór of op Zaterdag ari 1926 alwaar nadere n zijn te verkrijgen. iw gebouwd Woonhuis men Schuurtje en 32 Tuin, staande te Kapelle uwe gedeelte bij het dorp. ng nader overeen te >m van den heer A. Koon, inlichtingen en voorwaar- rkrijgen bij TH. FOSSEN r, rooven oogst 1926/19:13, lectaren of 15 genieten ;n BOUWLAND, in den nt-Jooslandpolder, thans bij L. Scheele en A. db vingen worden ingewacht Maart 1926 ten kantore ■is HIOOLEN, alwaar de len ter inzage liggen. staat zjjnde. ■agen D. J. DE RONDE, shtstraat 103, Rotterdam. TE KOOP: gedeelte Schuur rond, waarop gelegenheid ing van een „Melkerij", dorp in Zuid-Beveland. e weiden in omgeving te j even onder letter E., j 'e Zeeuw", Goes. TE KOOP: Z. L. M. goedgekeurde t en Zege Haver en etpoters, (blauwe en j C. J. DE KAM, „Molen- ssenkerke. a koop of in ruil: Stroosnijdera, alleen I 3or de rosmolen of motor, ZEE, Smid, Nieuw- en ld. Brukkers-Exploitanten: 00STE5BBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHU1J, L. Burg. Tel. no. 259 *DeZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. HET GODDELIJK RECHT. Ons nest neg naar aanleiding van het voorgaand artikel de taak om iets t© zeggen over de beteekenis van het godde lijk recht (droit divin)e-n over de toe voeging 'aan artikel 2 van Ons1 Program van de woorden: „terwijl zij! anderzijds de acuvereiniteit van Oranje (dus niet van de Koningin alleen) eert". Beginnen we met het eerste „'Het goddelijk recht der overheid is al smds meer dan anderhalve eeuw vrij algemeen uitgekreten geworden „als' ver ouderd misbegrip der duistere middeleeu wen, als zinneloos verdichtsel van vorste lijke sluwheid en priesterlijke baatzucht, weefsel der ongerechtigheid, met een me nigte van dwalingen en ongerijmdheden in verband. Als verdediger te durven op treden van het „Diroit divin" was; vóór weinige jaren, wanneer man de ©ore der imenschen boven de eere Gods liefhad, een vermetel bestaan; het was zich vrijwil lig in de rij der meest achterlijke dwe pers te stellen; en, afschoon er mis schien, na gebleken wankelbaarheid van elk ander 'fundament, wijziging der opi nie is ontstaan, van zeer velen heeft men slechts verontwaardiging of mededoogen te verwachten". Zoo schreef Groen van Prinsterer reeds ruim tachtig jaar gele den. Djoch hij liet zich daardoor niet beletten „de voortreffelijkheid van de aan gerande leer te staven", door aan zijn hoorders, later zijn lezers, te doen zien -de misvorming, den aard, en de gevolgen ©ener waarheid, -die, vermits de vreeze des Hoeren het begin der wetenschap is, bij uitnemendheid met den naam van beginsel mag worden vereerd". Met het „goddelijk recht" (droit divin) der konmgen is nooit bedoeld de vorsten met goddelijke macht te bekleeden, gelijk de Roaneinsche keizers, aan welke de on derdaan zijn offers bracht. Ook nooit om de Theocratie, van ouds het voorrecht van het volk Israël, als model voor an dere staten, ook van onzen tijd aan te be velen. En nog minder om aan den vorst een recht toe te kennen, hetwelk de Oos- tersche vorsten bezaten om bij' iedere gril of invallende gedachte iemand heit hoofd te doen afslaan of hem aan de verbanning prijs te geven. Het goddelijk recht berust op Romeinen 13. „Alle ziel zij den machten, boven haar gesteld, onderworpen, want er is geene macht dan van God, en de Machten die er zijts, zijn van God verordineerd". Die machten zijn niet alleen door God toegelaten, maar door God zelven gewild ■en geheiligd; sterker nog: verordineerd. Deze macht is niet hetzelfde als over macht en geweld, doch moet in den ge zonden zin, gelijk zij door Gods recht vaardig en heilig bestel is ingezet, worden opgevat. Het is een macht, waarvan de keerzijde de plicht is. Want even zeker als üe koninklijke macht gehoorzaamheid vorderen mag, rust op haar de plicht om rechtvaardig, wijs en zacht te regeen ren. Dit neemt echter niet weg dat het voorschrift uit Romeinen 13 geldt voor alle tijden en verhoudingen. Toen de Apostel Pay lus dit schreef, was Nero keizer te Rome, de vervolger der Christe nen, de tiran. Toch luidde het voorschrift ■van Romeinen 13 even beslist als wan neer deze Nero een Christen ware ge weest, die zijn onderdanen als een va der bestuurde. Groen vau Prinsterer schreef: „de uit- -drukkirig „ook den harden" van meesters lOveT slaven wil ik bij analogie van de ongerechtigheid der Overheden doen gei lden. Doch alles heeft zijn grens. Ik wil, zoo voegt hij, er aan toe, geen uitlegging (onderschrijven, welke ons verplichten zou den booswicht, die het moordtuig vast houdt, gehoorzaam te zijn, of den ge- kroonden roover, die gisteren den wetti- den Vorst verjaagd heeft, heden als een ■van God verordineerde macht te beschou wen. Gelgk jaren Later, bij de toelichting van 'Ons Program, het 'A'.-R. program van 1878, door dr A. Kuyper nog eens'is ge ïllustreerd geworden met een voorbeeld ■aan de Commune vaii-1870 ontleend. Hij beantwoordt de vraag of dat dan uitoefe- ming der Souvereiniteit was met de ws- -dervraag of alts' ge ,vian U zelven ligt en als •een onzinnige ijl t in uw koortsen pf ge- er •dan nog zijt en ,als monschl uitkomt. Zoo oordeelt dr K. ook van de Commune en ■dergelijke toestanden dat dit niet de uit oefening is van souverein gezag, maar een krank en doodelijik ijlèn van 'zijn ingedrongen Spotbeeld. Bij de erkenning van deze waarheid mag ter anderer zijde aan de 'Overheid haar duro roeping jegens haar onderdanen (steeds worden voorgehouden. Groen van Prinsterer schrijft: Alle macht is van God; Gods Sted©boud©res en Gods die nares. In deze tweeledigheid der betrek king, in de tweeërlei .richting, op- en ne derwaarts', ligt d© gansche theorie. Wij moeten aan de over ons' gestelde macht gehoorzamen om des' He er en wil. „Zij iS Gods dienares, u ten goede", schrijft de Apostel, D© oppermacht is een gave Gods, die in Zijn dienst, tot nut van anderen, en tot zijn eer, moet worden besteed. Kamerontbinding en Historie. In het licht der Geschiedenis is Ka merontbinding ten onzent nooit geweest ten gunste van wie er op vlasten. Toen 'in 1866, na de aanneming van de motie-Keuchenius, hei. conservatieve kabinet Heemskerk-Van Zuylen den Ko ning had geadviseerd de Kamer te ont binden, werd dat door de conservatieve partij toegejuicht. Zij meende er door die ontbinding bovenop te zullen komen. De verkiezingen brachten evenwel het te gendeel van de gewenschte uitkomst: de conservatieven bleven in de minderheid, en het kabinet stierf in 1868 na ©en tweede Kamerontbinding, met hetzelfde doel geprovoceerd, een roemloozen dood. Toen in 1885 de Anti-Revolutionaira Kamerclub de non-possumus-politiek weigering van saamwerking met 'het mi nisterie Heemskerk-v. d. Does zoolang in de onderwijs-quaestie geen recht was ge schied aankondigde en die in 1886 her haalde, waardoor zij den minister voor het dilemma: aftreden of Kamerontbinding stelde, besloot Z. M. de Koning op ad vies van het kabinet tot Kamerontbinding. Er was blijdschap in de antirevolutionaire partij; nu zou men van het dood© punt afkomen. Edoch de uitslag was een tegenvaller: de A.R. partij verloor en de Liberale partij kwam terug in versterkte meerderheid. Toen- in 1894 het liberale ministerie Tak zich in de behandeling van een wets ontwerp tot kiesrechtuitbreiding tegenge- werkt zag, besloot het, na aanneming van het destructieve (liet ontwerp afbre kende) amendement-De IMeijier, de Ko ningin Regentes te adviseeren tot Kamer ontbinding, teneinde langs dien weg de vereischte meerderheid voor zijn plan nen te verkrijgen. De Kamerontbinding en de daarop gevolgde verkiezingen had den ondanks de agitatie van radicalen, sociaal-demopraten en rechtsche ,Tak- kianen een tegengestelden uitslag, zoodat het ministerie-Tak moest aftreden. Van alle drie deze Kamerontbindingen geldt dat zij den partijen, die er 't meest op gesteld waren, „de kous op den kop" brachten. In 1866 aan de conservatieven; in 1886 aan de antirevolutionairen; in 1894 aan de radicalen. Ligt hier somwijlen een aanwijzing in om den sociaal-democraten in overweging te geven, niet tei luid op Kamerontbin- Iding, wïiar zij overigens nogal heet op zijn, aan te dringen? Van „Puriteinsdh" op „Calvinistisch". Naar aanleiding van ons hoofdartikel „Calvinisme Democratie" wijst men em's er op, dat Ons Program in de 'toe lichting laatstgenoemden haam mijdt en den naam „Puriteinsch" gebruikt, en dan vraagt men waarom wij ons aan dien ouden naam niet houden. Wij' willen wel op deze vraag antwoor den; doch doen het dan liefst met de woorden van den schrijver zelf van boven bedoelde toelichting, die zich in „D|e Standaard" van een tiental jaren geleden naar aanleiding van eenzelfde opmerking als volgt verantwoordde: De gemaakte opmerking is juist, dat toen in Januari 1878 ons Antirevolutio nair Program hiet lahd inging, tot karakter riseering van' ons bedoelen, niet de uit drukking Calvinistisch, maar die van Pu riteinsch gekozen werd. De Puriteinen wa ren in Epgeland en Schotland de kinderen der Hervorming die hun Kerk naar de 'strengste puritas in de belijdenis volstrek- telijk aan de autoriteit van Gods Woord bonden, en alle menschelijfce autoriteit, a(s in geloofszaken niet geldig', verwier pen. Ook in de toelichting van „Ons! Pro gram", die in 1878 het licht zag, 'werd aan <leze uitdrukking boven die van het Calvinisme de voorkeur gegeven. Voor de keuze van deze uitdrukking bestond toen geldige reden. In Duitschland en in Scandinavië had men, zonder zweem van verbloeming, den naam van Luthleesch aangenomen, en aldus eieu menschelijk persoon op den voorgrond gestald. Dit nu werd onzerzijds, evenals in Engeland on der de Calvinisten, liefst gemeden. Van daar dat men toen aan ©en reëel kerkelij- ken naam de voorkeur gaf en zoo ging spreken van puriteinsdh. Op! zich 'zeilf was deze terminologie dan ook volkomen vol doende. Wat er bezwaar 'tegen opleverde was alleen, dat John Knox en wie met hem in Engeland den toon aangaven, in ons land geen ingang hadden gevonden. Wel later, onder Owen en andere "schrijt- vers, maar niet in 'den eersten aanloop. Dit nn noodzaakte later om in de P'uri- teinsche richting onderscheid te maken tusschen de volgelingen van Knox, en de engere volgelingen van Galvijn zelf. Zulks nu gaf aanleiding! dat van lieverlede, waar telkens Galvijn tegen Luther stond en Luthers naam allerwegen werd inge dragen, ook op Calvijus naam allengs ■meer nadruk werd gelegd. Zoo- bleef de naam, van Puriteinsch de alomvattende naam, die het kerkelijk régieme aanduid de, en daarnaast erlangde toen Calvijus naam, evenals die van Luther, steeds meer beteekenis, om het historisch ver loop van het religieus proces ten onzent nauwkeuriger aan te duiden. Wie zich niet gedrongen gevoelt om het Calvinis tisch type ten onzent tot zijn recht te laten komen, schiet in waardeering van het historisch proces te kort. Doos 6O90ct. ^£1 Bij Apoth.en Drogisten. TP Een historische herinnering. Mr J. R. B. schrijft in de N. Ort.: Mocht een nieuw kabinet optreden, dan zou zich ten opzicht, van het tractaat met België, van 3 April 1925, een dergelijke van 21 Sept. 1862 met dezelfde mogend heid gesloten. qheid gesloten. Het is bekend, dat dit tractaat een einde trachtte te maken aan de 'groot© moeilijkheden, ontstaan door de omstan digheid, dat de kanalen, 'door België ge maakt, ter besproeiing van de dorre Kem pen, zooveel water aan de Maas.onttrok ken, dat de scheepvaart in sommige jaar getijden op het Lim'burglsche deel dezer rivier onmogelijk gemaakt werd. Nu was genoemd tractaat gesloten door ■het Ministerie-Van Hall, en wel door den Minister Van Zuylen van Nyevelt. Vóór dat het tractaat echter in de Kamer ter sprake was gekomen, was het Ministerie afgetreden en vervangen door een kabinet Thorbecke, waarin de heer v. d. Maesen de Sombreff de portefeuille van Ruiten- landsche Zaken had op zich genomen. Deze nieuwe regeering keurde het ver drag af en vond daarin geen behoor lijke waarborgen voor de Nederlandsche belangen. De vraag rees toen of de 'regeering de goedkeuringsvoordracht kon terugne men. Zij meende van neen, ter wille van onze vriendschappelijke verhouding tot België, en achtte zich verpacht om de artikelen, die goedkeuring behoefden, aan het oordeel der "Staten-Generaal te onder werpen. Zelfs achtte zij het loyaal aan België mede te deielen, dat zij het tractaat niet wilde verdedigen, en in de openbare ver gadering, waarin het goedkeuringls ontwerp aan de orde kwam, sprak zij geen enkel woord ter verdediging, waarna het met 47 tegen 7 stemmen werd verworpen. In de Kamer is toen veel gediscus sieerd of deze houding, reeds in de M. v. T. aan het goedkeuringsontwerp aangeno men, correct was. Dis heer van Goltstein redeneerde aldus: Er is gecontracteerd met den Nederlandschen Staat, vertegen woordigd door -een regeering, die bevoegd was om te contracteeren en 'het doet er niets toe thans andere (tersonen de regeering vormen. Al ontbreekt de ratificatie, de overeenkomst bestaat tus schen partijen. En de regeering moet ra- tificeeren, omdat gehandeld is overeen komstig haar lastgeving. Hij beriep zich op autoriteiten, als' Vattel, Wheaton, Klü- ber en Bijnkershoek. Dleze meening bleef niet onweersproken, de nieuwere schrijvers nemen inderdaad aan, dat niet-goedkeuring voor de Verte genwoordiging een grond voor niet-ratifi- catie van een gesloten verdrag kan ople veren, maar reeds in de tweede helft der 19e eeuw kon men zich beroepen op voorstanders van de leer, dat, terwijl wei geren van ratificatie niet ongeoorloofd is, deze weigering op juiste motieven berus ten moet. D|at tot deze motieven behoort: niet-goedkeuring der conventie door het parlement, behoeft geen betoog en wordt ook door sommige schrijvers uitdrukkelijk vermeld. Volgeiis' den heer M'ackay had de regee- ring den termijn van ratificatie moeten laten verloopen, wat door België als een onvriendelijke daad had kunnen worden beschouwd. De vraag kwam nog ter sprake: wan neer onverhoopt da Tweede en daar na de Eerste Kamer het verdrag had den aangenomen, terwijl men wist, dat de regeering tegen ratificatie was, zooals zij zich van .tevoren 'had uitgelaten, kan zij moeilijk den Koning tot ratificatie advi- seeren, en een met-ratificatie was scha delijk geweest voor onze betrekkingen met België. Daarom kon meq. niet anders dan do houding van het Kabinet goedkeuren. Die regeering had nog een anderen weg kunnen volgen; namelijk gedurende de openbare behandeling schorsing 'der be raadslaging voorstellen om met de Bel gische regeering over sommige details! van bet verdrag nader van gedachten te wisselen. Wellicht dat deze historische herinne ring sommigenbelang inboezemt, wan neer de tegenwoordige crisis in dien zin wordt opgelost, dat een nieuwe titularis voor Buitenlandische Zaken optreedt, 'die over het tractaat van 3 April 1925 anders denkt, dan de tegenwoordige. Een Jubile urn. Die Bond van öhr. Zangvereenigingen in Nederland, waarbij ook vele Zeeuwsche vereenigingen zijn aangesloten, viert van daag zijn veertigjarig jubileum. Een Jaar boek voor 1926, tevens Gedenkboek, is verschenen. Dien 19en Ftebr. 1886 op gericht met 7 vereenigingen, telt de Bond thans .350 vereenigingen met 15-000 le den. Vandaar, dat de Jubileum-öommisSie schrijft van „een schoonen feestdag". Zoowel in het Gedenkboek als' in Jiet Februari-nommer van „de Lofstem" ko men duidelijke photo's en blij-gestemde artikelen van bestuursleden, predikanten, ■e.a. voor. Wij feliciteeren den Bond met zijh ju bileum en wenschen den ernstig zieken voorzitter, den heer J. Pelser, een spoe dig herstel toe. Kapitein Dl. J. Gorter, van het 14e regiment infanterie en gedetacheerd bij den vrijwilligen landstorm te Middelburg, is aangewezen tot het volgen van een tacti'schen cursus voor kapiteins en rit meesters bij de IVe divisie te Amers foort. Smakelijk eten. Onlangs werd door den veearts bij een landbouwer te 's-Heer Arendskerke een van zijn gestor ven runderen, dat uit nood was afge slacht, voor de consumptie voor mensch en dier afgekeurd. De landbouwer die daarmede geen genoegen nam vroeg her keuring aan hetgeen den volgenden dag zou plaats vinden. Het cadaver werd in afwachting der herkeuring op den dorsch- vloer in de schuur opgehangen. Men heeft het evenwel in d>en daaro-pvolgenden nacht gestolen en blijkbaar hebben de die ven het met een auto vervoerd, waar heen is nog onbekend. Het zal inmiddels wel reeds zijn verdwenen in hopelijk zonder al te nadeelige gevolgen in de maag van onze vleeschetende mede burgers. De politie doet onderzoek. Ned. Middernachtzending- ver een. Gister (Donderdag),middag werd m de Bogardzaal te Middelburg de jaar vergadering gehouden van de Prov. pfd. Zeeland der Ned. Midcternachtzending- vereen., onder voorzitterschap van ds Jj de Visser, 'Ned. Herv. predikant te Mid delburg. Aanwezig waren afgevaardigden en cor respondenten uit verschillende plaatsen van Zeeland, verder vele belangstellenden uit Middelburg en Vlissingcn. Van B- en W, van Middelburg, evenals' van den commissaris van politie te Vlis singcn was bericht van verhindering inge komen, terwijl aanwezig waren da offi cier van justitie te Middelburg en na- mens het gemeentebestuur van Vlissin- gen de heer Pi. 'G. Laernoes, wethouder Sidaar, die door den voorzitter welkom werden geheeten. Door den heer Bels't werd het jaar verslag uitgebracht., hetwelk werd goed gekeurd. Na afhandeling der huishoudelijke za ken werd door den beier dr Lamm erts van Pueren, president-direjcteur der Heldring- gestichten te Zetten, een rede gehouden over het onderwerp: „Die zedelijkheids- wetten". Die begaafde spreker gaf een keurige en heldere uiteenzetting van de werking dezer wetten, en "het bleek duide lijk, dat hier iemand aan het woord was', die met hart en ziel in deze dingen leeft. Nadat nog enkele vragen waren gesteld en door Spr. beantwoord, sloot dr. Lam- WAAROM? is het van zulk een groot belang, dat gij Uw Homoeopathische middelen be trekt uit een specialo inrichting 7 Omdat alléén in zulk een inrichting deze middelen met alle voorzorgen kunnen bereid worden. Vertegenwoordiger W. F. DEN HERDER, Groote Kade, GOES merts van Rueren da bijeenkomst imet dankzegging. Goes. In de gisterenavond gehouden vergadering der A.-R. Kiesvereeniging, welke door den voorzitter, den heer N. J. Bastmeijer, werd geopend en geleid, leidde de heer A. de Lange het onder werp in: „De Overheid en de Maatschap pij". Spr. wees er op, dat het noodig is, ons over deze belangrijke kwestie eens rustig te bezinnen, omdat zoovele grie ven en klachten, den laatsten tijd, ook in eigen kring ''geuit, neerkomen op deze vraag: welke moet de verhouding zijn tusschen Overheid en Maatschappij? E enerzijds wordt geklaagd, dat de Over heid te veel ingrijpt, anderzijds maakt men er haar een verwijt van, dat ze treuzelt piet de ziektewet. Spr. meende ook, dat we met leuzen en formules zoo weinig verder komen, zooals ook minister Colijn in een door Spr. aangehaald artikel aantoonde. Daarna gaf Spr. kort antwoord op de vraag: wat is de Overheid; wat is haar taak en roeping? De Staat heeft op zijn gebied de gevolgen der zonde te keeren, ja haar zooveel mogelijk terug' te: dringen. Er mag bij ons niet gevonden worden een opgaan in den Staat, alsof we van dien Staat alles konden verwachten. Spr. trachtte daarna het begrip „maat schappij"- te benaderen, om dan te ko men tot de verhouding tusschen Over heid en Maatschappij. Eerst werd nagegaan, hoe men zich die verhouding in de eeuwen, die ach ter ons liggen, dacht. Mercantilisten, Phy- sioeraten, klassieke en Manchesterschool en staatssocialisme passeerden de revue. Hiertegenover wees Spr. op bet Calvi nisme met zijn diepe zonden opvatting, met zijn pessimistische gedachte over den mensch, die geneigd is van nature God en zijn naaste te haten. Daarom ziet het in de Overheid het instituut, om ook op economisch gebied de gevolgen der zonde te stuiten. Daarom kunnen wiji, Anti-Revo lutionairen, niet accoord gaan met de leer der staatsonthouding, gielijk die in liberalen kring opgeld deed en ook wel door sommige Christenen wordt beleden. De liberale school heeft, juist, omdat zij den mensch van nature goed achttei, fiasco gemaakt. De sociale misstanden in de tweede helft der vorige eeuw aan 't-licht gekomen, waren God- en meinsch- onteerend. 1 Daarom' mag de overheid ten opzichte van de maatschappelijke toestanden niet lijdelijk toezien. Spr. besprak daarna prac- tiische kwesties als .regeling arbeidsduur, regeling arbeid voor vrouwen en kin deren, de sociale verzekering, de arbeids- geschillenWiet, verplichte winkelsluiting, enz. De Overheid dient echter 'in Oera te houden het particulier initiatief en het desnoods te prikkelen. Daarom' is! het zoo verblijdend, dat het organisatiewe zen krachtiger is' geworden. D? organi saties, zoowel onder werkgevers! als Werk nemers, dienen nóg steviger te worden. Hoe meer collectieve arbeidsovereenkom sten tusschen die beide worden gesloten, waarin dab tal van vraagpunten als (ar beidsduur, arbeidsvoorwaarden, enz. kun nen worden vastgelegd, hoe minder de Overheid in 'de toekomst zal hebben ïn te grij'pen. En dan zal zeker ook de tijd komen, dat de Overheid de verbindendver klaring dier overeenkomsten ernstig zal hebben te overwegen. Maar dan moet onder ons ook gestreefd worden naar versterking der organisaties. En dan moet niet daartegen gefulmineerd worden gelijk helaas in Staatk. Geref. kringen wel geschiedt Van een onthou ding der Christenen' op sociaal gebied, zouden toch alleen de sociaal-democraten profiteeren- Zij, die nóch ingrijpen der overheid wil len, noch versterking der organisaties be- geeren, willen blijkbaar in de practijk, dat de sferkste zijn wil oplegt aan den zwakkere, in wezen precies hetzelfde als socialisme en bolsjewisme- Op dit referaat volgde een" levendige bespreking, waaraan door de heeren Slig- gers, Laport, J. Quakkelaar, Eustraaiï, mr Goedbloed, van Zetten en W. L. R. J. Dekker werd deelgenomen- De inleider

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1