M© 98 Dinsdag 19 Januari 1986 rbtjidersgezüi. 49e Jaargang izer-«gorax NQROC en voor 7 jm Getrouw tot in den dood. Buitenland. nkere Maskarawijit vers Frères rfdelburg. p een Kalfkoe, e [Bakkersknecht, Dagmeisje Dienstbode Dit de FEUILLETON. Korte Berichten. kt nu 's avonds dan alleen van geïmporteerde Afrikaansche kolonie. :eer geschikte zachte AFELWIJN sch slechts 1. rijgbbij de Importeurs /AN-VALKEriBURCi'5;l •jLEVERTR/ A. (3 gem. 88'/5 rot' MO» liggende in de ge- them aan den Schroe- de perceelen 24 en g der hofstede Schoo- gsbiljetten in te leve' op 28 Januari a.s. van Notaris A. DE e Middelburg. Januarit bij D. WISSE 'apell e. uitstekend loopent een mooie antieke zién Nieuwstr. G 223, een flinke Boeren- aagd, goed kunnende de Wed. KODDE, rg, Noordbeek. tegen Maart a. s. i« ;apolder te Rilland eschikbaar. Zich aan L. VAN DEVOORDÏ, gevraagd GER, Mr. Bakker, Kruiningen. tdres Noordweg 249, gevraagd link Dienstmeisje. en bij I. A. WILLEK' bodenkantoor, Noord- delburg. s. P. SCHEELE DE mdbouwer, Biezelinge' dienst te treden Dienstbode B.NIEUWENHUIJSEI rabbendijke. Brukkers-Exploitanfea: OOSTESBAAN LE CGINTRE GOES Bureaus: Lange Vorsfstraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 5* Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Moeders en Dochters. Aa» een artikel van dr J. Waterink in „De Rèformatie" is het volgende ont leend: Ce oude gewoonte, dat een meisje haar «ken uitzet moest spinnen, om zoo tegen haar huwelijk haar kleerkistje goed ge vuld te hebben, was inderdaad nog niet zoo kwaad. En de gedachte, dat een goede huisvrouw haar eigen huis in haar geheel moest kunnen verzorgen, was on zen voorouders lief. Er is in onzen tijd meermalen reden, om te vragen, o£ we niet wat heel ver van dien ouden tijd a£ leven. Het staat natuurlijk van te voren vast, dat er in de laatste tientallen jaren heel wat is gewijzigd, dat er toestanden zijn te constateeren, die men voorheen zoo niet kende, dat er door het leven ook aan onze meisjes eischen pesteld worden, waarvan men vroeger niet droomde, maar toch dit alles neemt niet weg, dat één bepaalde zijde van het leven ook heel veel uit het oog wordt verloren. Lat is deze: er kunnen uitzonderingen zijn, maar in 't algemeen genomen moe ten we nimmer vergeten, dat de Schrift nog steeds de beste psychologie geeft van de vrouw. En volgens mijn bijbel is de vrouw toch in de eerste plaats erop aangelegd om huisvrouw, om moe der te zijn. Hoe zeer trouwens ook de vrouw haar best doet anders te willen schijnen, in het diepst van haar hart is zij toch degene, die zich begeert 'te ge ven, en die haar moederlijke drift begeert uit te leven. Ook psychologisch gezien is dat vooralsnog een niet te loochenen feit. Immers zoolang, alle redenaties ten spijt, oen meisje gaarne met poppen speelt, zoolang een bakvischje een ma ger poesje of een ongelukkig mormeltje van oen straathondje vertroetelt, zoolang zij zich intuitief geeft voor wat haar zachte hand vraagt en haar intuitie zonder redeneering juist behoeft, zoo lang ondanks alle theorie in het diepst van de meisjesziel leeft de vraag om zich te mogen geven, zoolang krijgt onze Bijbel ook in de practijk steeds weer gelijk. i En nu willen we niet zeggen, dat het niet nuttig is en goed, dat onze meisjes wat leeren, dat ze zelfs veel leeren. In de eerste plaats toch eischt de samenle ving in onzen tijd iets anders dan voor eenige tientallen van jaren, en ten tweede is er een zekere maatschappelijke ont wrichting, waardoor veel meisjes langen tijd, e® soms ook voorgoed ongetrouwd blijven. Enkelen zijn er ook ongetwijfeld, die, door een bizondere levensleiding, zelfs een soort levensroeping kunnen vin den, zóó, dat ze straks niet meer naar het huwelijk begeeren. Maar dit alles is geen regel. Regel is het, dat onze meis jes gaan trouwen. Ik heb geen statisti sche gegevens bij de hand, maar ik zou wel haast durven zeggen, dat ook van onze meisjes,- die academisch gevormd zijn, verreweg 't grootste deel straks in 't huwelijksbootje stapt. Hetzelfde zou zijn te zeggen van onze onderwijzeressen, apothekeressen, verpleegsters, enz. Dat is gelukkig. Het bewijst, dat ondanks het vervullen van een soort „beroep" toch onze meisjes en jonge vrouwen werke lijk geheel vrouw kunnen blijven. IMaar nu is hier wel iets anders. Me*, klaagt tegenwoordig over de duurte van het leven, over het moeilijke Reliefs uit de Russische revolutie. i o Ze zag, dat Joessof de hand, die hij juist naar de karaf uitstak, haastig terug trok. Een vreeselijke gedachte schoot door haar brein. Zou hij „Wat wou je, Joessof?" vroeg ze, hem wantrouwend aanziende. „Ik? Ik wou drinken; wat zou ik anders 'gewild hebben?" Zonder te antwoorden schonk zuster Ol ga het glas vol water en reikte het Joessof. .„Asjeblieft", zei ze: drink!" ^Joessof nam onmiddellijk het glas aan •en dronk het leeg. „Dank je wel", zei hij; en zuster Olga meende iets als spot in zijn stem te hoo- ren. Ze liet echter niets merken, maar nam een ander glas, dat op den schoor steenmantel stond, vulde dit en zette het op de plaats waar het gestaan had en die ze onafgebroken in het oog kon houden. De gewonde opende de oogen en zag met vragenden blik zijn verpleegster aan. „Rustig blijven!" maande ze; „niet pro van het bestaan; allerlei klacht wordt vernomen, ook van hen, die toch ©en vrij behoorlijk inkomen hebben. En nu donk ik er niet aan, eenzijdig al die klachten naar één 'hoek- te dringen, of op één oorzaak af te wénden. Maar wel moet ik zeggen, dat het me herhaaldelijk opviel, dat de klacht zooveel erger is, in gezinnen, waar de vrouw des huizes van huishouding geen verstand heeft, dan daar, waar ze nog een vrouw is, gesneden uit dat hout, waapuit de ouderwetscha huismoeders gemaakt waren. Neem, ze behoeven geen sloofje te zijn, als-u-blieft niet'; maar er is bij velen van onze vrou wen nog dat .mooie, dat echt inzicht in huishoudelijke aangelegenheden be- teefcent. Deze vrouw weet van-oud-nieuw te maken als het moet, Zij kan van haar eigen japon et' een maken voör een doch tertje, en van die van haar dochtertje maakt ze er een voor een kleinere meid. Zij weet het verschil tusschen netheid en pronkzucht, en zij verstaat wat de waarde is van degelijk goed. Zij weet de waarde van het letten op het kleine, en het: die 't kleene niet eert is 't groote niet weerd, leert ze haar kinderen als vroeg. Deze vrouw spaart niet een stukske vleesch uit den mond van het gezin, om straks., een veel te dure japon te koopen, neen, zij kent de waarde van de stof, en ze maakt haar kinderkleertjes zelf, en heeft daarvan oen fijn Zondags- maal over, terwijl elders de houten ham zijn diensten bewijst. Dat hiermee een paedagogisch vraag stuk wordt aangeroerd, zal ieder al spoe dig begrijpen. Van d'eenen kant is het gewenscht, dat onze meisjes, die niet in den boerenstand haar opvoeding genie ten, iets leeren, en van d'anderen kant is het eisch, dat ze klaar komen voor het leven. Het is noodig, dat Liesje spint, zal Liesje straks een goede huisvrouw zijn. Maar nu de practische bezwaren. Och, het i s al vaker gezegd maar mag ik nog eens onze christen-ouders doen Opmerken, dat er vaak geen onge lukkiger huismoeders zijn, dan de dames, die haar jonge jaren op het kantoor heb ben doorgebracht, of die enkel „in ©en winkel" zich leerden bewegen? Het is opvallend, dat commissies voor beroeps keuze ik spreek uit ondervinding telkens weer aan de ouders aanraden: laat uw kind in een huishoudelijke betrek king ga,an; en dat dan de ouders (soms zelfs haast tegen hun zin) zeggen, dat ze toch maar liever willen, dat het kind ■op 't kantoor komt, of in een winkel „•gaat". Al dadelijk is zulk een doen dwaas, uit materiëele overwegingen. Wan neer het meisje in betrekking ging in een goed gezin, heeft het direct de kost voor het eten, en een niet te versmaden loon. Dat meisje van achttien jaar driehonderd gulden plus de kost verdienen, is toch in de stad geen zeldzaamheid. Die kost, in de meeste gevallen minstens zoo dege lijk (misschien niet altijd zoo ongeregeld) als thuis, beteekent toch ook op zijn minst vijf a zes gulden in de week. Welk meisje van achttien jaar verdient tegen woordig op een kantoor méér? En in een winkel En, nu spreek ik er nog niet Van, dat het voor een meisje veel gezon der is het afwisselende huiswerk te doen, dan steeds te zitten op een kantoor, of dan steeds (vaak op een koude vloer) te staan in een winkel. Bovendien, ik spreek nog niet over- de zedelijke geva ren, die op kantoren met een gemengd beeren, u op te richten, dat mag nog vol strekt niet." „Ik heb dorst," fluisterde de gekwetste. Zuster Olga nam het glas van den schoorsteenmantel, tilde met den linker arm het hoofd van den patient op en liet hem drinken. „Waar is mevrouw en waar is Catha- rina?" „Zij zijn in de huiskamer en de dokter is bij hen; maar stil, niet meer spreken nu." Boris gehoorzaamde. Hij legde zich neer en sloot de oogen, waarna de zuster een boek uit haar valiesje nam en aan het voeteneinde in 'n gemakkelijken stoel ging zitten lezen. Joessof had op een stoel bij de deur plaats genomen en hield zich of hij sluimerde. Door de spleten van zijn oogleden beloerde hij echter elk oogenblik den slapenden patient en de lezende zus ter. Het geluid van de opengaande deur deed zuster Olga en Joessof, die al dien tijd een even hardnekkig stilzwijgen had den bewaard, tegelijk opzien. De gouverneur verscheen. „Ik verzoek u, zuster, mij te volgen," sprak hij norsch. Zuster Olga stond op en legde haar boek neer. „U te volgen, gouverneur?" vroeg ze. „Waarheen?" personeel „hoeren" en „dames" en in een winkel met zijn verscheiden heid van „klanten' en zijn „allerlei" aan personeel, werkelijk niet te onderschatten zijn. (Toen voor eenigen tijd in een groot magazijn te Amsterdam, in verband met een diefstal, des avonds alle dames-win kelbediendes werden gefouilleerd, bleek het, dat veel meer dan de helft der dames het personeel bestond uit ver scheidene honderden in haar zakken droegen, dus steeds bij zich droe gen! „preventieven"!) En dan de toekomst! Koevele mannen zijn dankbaar geweest, hun heele leven, dat ze een meisje „uit een betrekking" tot vrouw gekregen had den, en niet een „dame" uit een winkel. Men versta me wel. Er zijn, gelukkig, vele meisjes, die zoozeer vrouw zijn, dat ze het niet laten kunnen zich in haar vrije uren te geven aan het gezinsleven en aan do huishouding. Er zijn ouders, moeders vooral, die de kunst verstaan haar dochters, die daags op een kantoor of in een winkel zijn, des avonds zoo mee te laten leven in huiSj dat er o.i. geen enkele op- of aan merking (o; cliché) kan worden gemaakt. Maar dan is er opzettelijke toewijding, dan is er inzicht in het gevaar van de buiten-huishoudelijke betrekking. Deze moeders laten zien, hoe het kan, en hoe het in dergelijke gevallen ook moet, maar helaas, zoo gebeurt het lang-en-lang- niet altijd. En werd in den kring van haar, die „gestudeerd" hebben, niet veel van de nadeelen gecompenseerd door een ietwat ruimer beschikken over geldmiddelen, dan zou ook daar veel meer dan thans het nadeel van de gebrekkige opleiding voor de huishoudelijke taak worden gevoeld. Juist voor ons nu is het van zoo groote beteekenis, dat dit vraagstuk alle aan dacht hebbe. Immers we houden vast, dat hofgezin de kracht in de maatschappij is, en dat het de kern van onze volkskracht vormt. Is het gezin zóó, als het zijn moet, dan is daarmee voor het leven van kerk en maatschappij de eenig moge lijke bedding gegeven. Zonder een even wichtig en bezonnen gezinsleven, sterft straks onze actie. En voor het gezinsleven heeft de vrouw zoo uitnemend groote beteekenis, zóózeer zelfs, dat wel gezegd kan worden: laat me de moeder zien, en ik zal zeggen, hoe het gezin is. Als ge van de moeder van eën gezin een indruk hebt, dan duurt het niet lang, of ge kunt U ook een voorstelling vor men van heel het gezin, indien ge al thans over eenige levenswijsheid beschikt. Over dit onderwerp is dan ook het laat ste woord nog niet gesproken. Er rijzen vragen wat noodzakelijk is; wat mogelijk is; wie hier een taak hebben; en dergelijke meer. We hopen dan ook nog op deze vragen terug te komen. Nu merkèn we slechts op, dat onze ouders toch niet hebben te vergeten, de beteekenis, die de beroepskeuze van hun dochter heeft. Zij hebben niet te vergeten de verantwoordelijkheid voor het heil ook van de kinderen van "hunne kinderen. Zij hebben te bedenken, dat de grondslag voor een ongelukkig huwelijksleven van een vrouw dikwijls gelegd werd in het moment, toen het meisje, toen nog een kind, werd (gestuurd (of werd toegelaten te gaan) in een richting van de huishou ding af. Men zij aan het begin waakzaam! „Naar een andere kamer, waar ik u een verhoor heb af te nemen." „Mij wilt u een verhoor afnemen? Mij, die niets weet?" „U hebt mij verstaan, nietwaar? Ik houd er niet van, een bevel te herhalen." „U verzoekt dus niet, maar u beveelt! Het spijt mij, dat ik hier niet weg kan zonder toestemming van den dokter en u dus vragen moet hem te halen, voor ik den patient verlaat." De gouverneur trad op de zuster toe en greep haar bij den arm. „Haal geen dwaasheden uit, meisje," zei hij, heesch van verbeten woede. „Ik zal u anders moeten dwingen, mij te ge hoorzamen. Verstaat ge dat?" „Dat is volstrekt niet noodig. Als u den dokter hier laat komen heb ik geen enkel bezwaar, aan uw last te voldoen." De gouverneur wendde zich tot Joessof. „Breng dat mensch naar de spreekka mer van den dokter!" beval hij. Joessof grijnsde, zooals hij1 dat gewoon lijk deed, wanneer hij een opdracht kreeg, die hem beviel. Hij naderde dreigend de verpleegster en eer deze wist, wat er ge beurde, sloot zich om haar pols een fijne, stalen ketting. Zoo vast draaide de vuist van den agent den ketting aan, dat een kreet van pijn haar ontsnapte. Joessof trok de zuster mee naar de deur. GEEFT EEN FIJNE EN FRISSCHK GELAATSKLEUR Heinrlch Mack Nachf., Ulm a. D. Voor de geloofsvrijheid. Oud-minister Heemskerk heeft, blijkens een verbeterd verslag in de Nieuwe Rot terdammer van zijn te Maassluis gehou den politieke rede gezegd, dat de „sociaal democraten om de geloofsvrijheid al heel weinig .geven". „Het Volk" komt hiertegen op en noemt als voorheelden, dat althans deNederiand- sche S. D. A. P. voor volledige geloofs vrijheid is- Als voorbeelden haalt zij aan: hef 'Groninger onderwijsbesluit; de pro cessies, en de Indische Zending. Wat het Groninger onderwijsbesluit aangaat, wij herinneren ons niet meer in welk jaar dit gevallen is; maar wel, dat de vrije school daarin wel eenige con cessies kreeg, doch de motie zei het vrij duidelijk de school moest dan zijn ingericht zooals zij de sociaal-demo craten het verlangden. De processies, hieromtrent herinneren wij ons alleen, dat die pas in den laat- sten tijd even ter sprake zijn gekomen- Trouwens men kan moeilijk voor zich zelf de 1-Mei-betoogingen verlangen en aan een ander de processies misgunnen- Doch wat heeft dit nu met sympathie voor de geloofsvrijheid te maken. En wat betreft de „Indische Zending" bedoeld is misschien „wijziging .van '123 R. R." nu ja, die zal biji 't optreden van een Rood-Roomsch kabinet wel voor malkaar komen; doch van deze wijziging zijn nu juist de Zendingsvereenigingen' en genootschappen niet gediend, en ook de voorstanders der Kerkelijke Zending niet 'allen. Evenwel nemen wij gaarne acte van de verklaring, dat de S. D. A. P. wel degelijk heel veel „om de geloofsvrijheid geeft", al zijn de daartoe bijgebrachte voorbeelden niet zoo schitterend. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, fS.1 Losse nummersf 9.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.2Q, elke regel meer 80 ct. Bij abonnement belangrijke korting. 500 Russische geestelijken vervolgd. Met betrekking tot de priestervervol gingen in Rusland wordt nader aan de Roel gemeld, dat in 'het geheel een 500- tal geestelijken zijn gearresteerd. Zij zijfn opgesloten in de gevangenissen der Gèpe- oe, en vertoeven daar onder een ver zwaard regiem. Een bepaalde aanklacht is tot nog toe niet tegen hen ingediend. Onder de geloovigen hebben de arres- jtaties groote opschudding verwekt. De Izwestia bericht, dat in hief D|aas- koiklooster te Moskou de residentie van den dezer dagen gearresteerden me- Inziende, dat verzet niet baten zou, liet deze zich zonder tegenstand meevoeren, wat Joessof niet verhinderde, den ketting in het vleesch van haar arm te doen drin gen. Het bloed van het gemartelde meisje kleurde het metaal der schakels, maar zij heet zich op de tanden en geen geluid ver ried haar smart. Zij hoopte, den dokter te zien. Die zou toch, meende ze, wel bij het verhoor tegenwoordig zijn en haar te gen de ruwe behandeling van Joessof beschermen. De gouverneur wierp de deur der spreekkamer open. „Laat haar maar los," gebood hij, „en keer naar de kamer van den knecht te rug! Ik speel het verder wel met dit weer barstige dametje klaar." Met blijkbaren tegenzin ontdeed Joes sof zuster Olga's bloedende pols van de boei. Daarna keerde hij zich zonder een woord te spreken om en verdween. De gouverneur sloot de deur achter hem en stak den sleutel in den zak. Tot haar schrik en haar verbazing bemerkte de verpleegster, dat de dokter zich niet in de kamer bevond, terwijl de gouverneur zich gedroeg alsof hij hier heer en meester was. Wat moest dat beteekenen? Voor het eerst, sinds haar komst in het huis van Dr Brenzilof, gevoelde zuster Olga angst; angst, meer nog voor de patiënten en den dokter, dan voor zichzelf. tropolict Kroetitski een soort „revo lutie" heeft plaats gehad. Een zestal bis schoppen die zich met de houding ya* den metropoliet niet konden vereenigen, hebben diens aftreden geëiscM en vervol gens een centralen raad gevormd, die* zij tot bestuur der kerk van Tichon heb ben geproclameerd. 'Voorzitter van de zen raad is bisschop Gregory uit Jekateri- nenburg. Tevens hebben zij trouw beloofd aan de sovjet-regeering en deze huu steun toegezegd. Ellende in Rusland. In Moskou en andere steden heerscUt een groot gebrek aan petroleum en pe- troleumproducten ten gevolge van d« overdreven uitvoerpolitiek van de regee ring. De leider van de Moskou,sche electri- scbe centrales, Levin, hieeft zelfs 'mede gedeeld, dat ten gevolge van het potro- leumgebrek de autoritdeiten genoodzaakt zullen zijn, enkele krachtstations te slui ten en de electriciteitsvoorziening te be perken, daar het onmogelijk is, in da naaste toekomst brandstoffen te verkre gen. Om de moeilijkheden te Moskou tot een minimum te brengen, stelt Levi* voor, alle vloeibare brandstof te Mos kou te requireeren, met inbegrip van de petroleum. Die werklo'osheid in de RUssischle in- dustrieele centrale neemt groote afme tingen aan, vooral in de textiel-industrie. Het centraal-oomité voor de vakvereenL gingen heeft een speciale waarschuwing gepubliceerd tegen de verhuizing van werkloozen van do ©ene naar do andere stad. Het comité wijst er op, dat groote massa's werkloozen uit de textiel-indu strie naar Moskou trekken, waar niet de minste kans op werk "bestaat en walar den werkloozen slechts misère wachlt. In dien zij aan deze waarschuwing geen gei- volg geven, zullen zij geen werkloosheiis- uitkeering ontvangen noch tegemoetko mingen van anderen aard. (Tel.) Een arbeitlershoogeschool. Te Weenen is Zondag in het vroegere paleis Czartoriski een arbeidershooge- school geopend, waarin voorloopig 32 ar beiders en arbeidsters voor een duur ra* zes maanden zijn opgenomen. Zij zijn in tern en de sociaal-democratische partjjj betaalt alle onkosten. Het doel is' den menschen in dit hlalf jaar tijds een zefcere mate van universitaire kennis bij te bren-j gen en ze daarna naar de fabrieken te rug ta zenden, waar zijl dan op hu* beiurt hun kennis onder de arbeiders! moe ten verbreiden. Tramwegongeluk in de Ver. Staten. Een tram is te Pittsburg van een hoogte van 14 M- in de rivier gestort. Drie passagiers zijln gedood, drie worden er vermist en 24 zijn er gewoitd, van jrie 1.6 ernstig. Volgens de „Humanité" heeft de automobielenfahriek Citroen tengevolge van een staking der chauffeurs 12.000 arbeiders uitgesloten en 4000 ontslagen. Op het vliegterrein van Croyden (Eng.) zijn nieuwe loodsen gebouwd ten einde het hoofd te kunnen bieden aan het toenemende verkeer. De continentale luchtlijnen vervoeren thans niet minder dan 40 tons goederen per week. Door de oppositie der Beiersche volkspartij tegen een democratischen mi nister van binnenlandsche zaken is de mi- „Ziezoo," zei de gouverneur, zich in den stoel van den dokter zettende. „Ge hebt nu maar te antwoorden op de vragen, die ik u doen zal. En indien dit niet goedschiks gaat, zal ik u tot spreken dwingen. Een klein voorproefje van wat u te wachten zou staan, indien ge u koppig mocht be- toonen, hebt ge al gehad." De politiechef hield op en luisterde. In den gang klonken stemmen, daarna hoorde men schreden naderen en toen werd aan de deur gerammeld. „In naam van den Tsaar, doe open!" klonk het gebiedend. De gouverneur stond op en opende dè deur. Hij was doodsbleek geworden. In de gang stond een man in burger- kleeding, maar begeleid door twee gen darmes. Het was een man van middelba ren leeftijd, deftig gekleed en met een ge laat, dat iemand, die het eens gezien had, niet licht weer vergeten\zou. Onverzette lijke wilskracht, ontembare moed en een machtig verstand spraken uit die groote grijze oogen en die seherpgeteekende trek ken. „Detective Petrof!" riep de gouverneur en zijn uitroep geleek een uitroep van schrik; „u hier?" i (Wordt vdrvoljtfcl.) i kl

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1