M© 98
Dinsdag 19 Januari 1986
rbtjidersgezüi.
49e Jaargang
izer-«gorax
NQROC
en voor 7 jm
Getrouw tot in den dood.
Buitenland.
nkere Maskarawijit
vers Frères
rfdelburg.
p een Kalfkoe,
e [Bakkersknecht,
Dagmeisje
Dienstbode
Dit de
FEUILLETON.
Korte Berichten.
kt nu 's avonds
dan alleen van
geïmporteerde
Afrikaansche kolonie.
:eer geschikte zachte
AFELWIJN
sch slechts 1.
rijgbbij de Importeurs
/AN-VALKEriBURCi'5;l
•jLEVERTR/
A. (3 gem. 88'/5 rot'
MO» liggende in de ge-
them aan den Schroe-
de perceelen 24 en
g der hofstede Schoo-
gsbiljetten in te leve'
op 28 Januari a.s.
van Notaris A. DE
e Middelburg.
Januarit bij D. WISSE
'apell e.
uitstekend loopent
een mooie antieke
zién Nieuwstr. G 223,
een flinke Boeren-
aagd, goed kunnende
de Wed. KODDE,
rg, Noordbeek.
tegen Maart a. s. i«
;apolder te Rilland
eschikbaar. Zich aan
L. VAN DEVOORDÏ,
gevraagd
GER, Mr. Bakker,
Kruiningen.
tdres Noordweg 249,
gevraagd
link Dienstmeisje.
en bij I. A. WILLEK'
bodenkantoor, Noord-
delburg.
s.
P. SCHEELE DE
mdbouwer, Biezelinge'
dienst te treden
Dienstbode
B.NIEUWENHUIJSEI
rabbendijke.
Brukkers-Exploitanfea:
OOSTESBAAN LE CGINTRE GOES
Bureaus: Lange Vorsfstraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 5*
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Moeders en Dochters.
Aa» een artikel van dr J. Waterink
in „De Rèformatie" is het volgende ont
leend:
Ce oude gewoonte, dat een meisje haar
«ken uitzet moest spinnen, om zoo tegen
haar huwelijk haar kleerkistje goed ge
vuld te hebben, was inderdaad nog niet
zoo kwaad. En de gedachte, dat een
goede huisvrouw haar eigen huis in haar
geheel moest kunnen verzorgen, was on
zen voorouders lief.
Er is in onzen tijd meermalen reden,
om te vragen, o£ we niet wat heel ver
van dien ouden tijd a£ leven.
Het staat natuurlijk van te voren vast,
dat er in de laatste tientallen jaren heel
wat is gewijzigd, dat er toestanden zijn te
constateeren, die men voorheen zoo niet
kende, dat er door het leven ook aan
onze meisjes eischen pesteld worden,
waarvan men vroeger niet droomde,
maar toch dit alles neemt niet weg, dat
één bepaalde zijde van het leven ook
heel veel uit het oog wordt verloren.
Lat is deze: er kunnen uitzonderingen
zijn, maar in 't algemeen genomen moe
ten we nimmer vergeten, dat de Schrift
nog steeds de beste psychologie geeft
van de vrouw. En volgens mijn bijbel
is de vrouw toch in de eerste plaats
erop aangelegd om huisvrouw, om moe
der te zijn. Hoe zeer trouwens ook de
vrouw haar best doet anders te willen
schijnen, in het diepst van haar hart is
zij toch degene, die zich begeert 'te ge
ven, en die haar moederlijke drift begeert
uit te leven. Ook psychologisch gezien
is dat vooralsnog een niet te loochenen
feit. Immers zoolang, alle redenaties ten
spijt, oen meisje gaarne met poppen
speelt, zoolang een bakvischje een ma
ger poesje of een ongelukkig mormeltje
van oen straathondje vertroetelt, zoolang
zij zich intuitief geeft voor wat haar
zachte hand vraagt en haar intuitie
zonder redeneering juist behoeft, zoo
lang ondanks alle theorie in het diepst
van de meisjesziel leeft de vraag om
zich te mogen geven, zoolang krijgt
onze Bijbel ook in de practijk steeds
weer gelijk. i
En nu willen we niet zeggen, dat het
niet nuttig is en goed, dat onze meisjes
wat leeren, dat ze zelfs veel leeren. In
de eerste plaats toch eischt de samenle
ving in onzen tijd iets anders dan voor
eenige tientallen van jaren, en ten tweede
is er een zekere maatschappelijke ont
wrichting, waardoor veel meisjes langen
tijd, e® soms ook voorgoed ongetrouwd
blijven. Enkelen zijn er ook ongetwijfeld,
die, door een bizondere levensleiding,
zelfs een soort levensroeping kunnen vin
den, zóó, dat ze straks niet meer naar
het huwelijk begeeren. Maar dit alles is
geen regel. Regel is het, dat onze meis
jes gaan trouwen. Ik heb geen statisti
sche gegevens bij de hand, maar ik zou
wel haast durven zeggen, dat ook van
onze meisjes,- die academisch gevormd
zijn, verreweg 't grootste deel straks in
't huwelijksbootje stapt. Hetzelfde zou zijn
te zeggen van onze onderwijzeressen,
apothekeressen, verpleegsters, enz. Dat is
gelukkig. Het bewijst, dat ondanks het
vervullen van een soort „beroep" toch
onze meisjes en jonge vrouwen werke
lijk geheel vrouw kunnen blijven.
IMaar nu is hier wel iets anders.
Me*, klaagt tegenwoordig over de
duurte van het leven, over het moeilijke
Reliefs uit de Russische revolutie.
i o
Ze zag, dat Joessof de hand, die hij
juist naar de karaf uitstak, haastig terug
trok.
Een vreeselijke gedachte schoot door
haar brein.
Zou hij
„Wat wou je, Joessof?" vroeg ze, hem
wantrouwend aanziende.
„Ik? Ik wou drinken; wat zou ik anders
'gewild hebben?"
Zonder te antwoorden schonk zuster Ol
ga het glas vol water en reikte het Joessof.
.„Asjeblieft", zei ze: drink!"
^Joessof nam onmiddellijk het glas aan
•en dronk het leeg.
„Dank je wel", zei hij; en zuster Olga
meende iets als spot in zijn stem te hoo-
ren. Ze liet echter niets merken, maar
nam een ander glas, dat op den schoor
steenmantel stond, vulde dit en zette het
op de plaats waar het gestaan had en die
ze onafgebroken in het oog kon houden.
De gewonde opende de oogen en zag
met vragenden blik zijn verpleegster aan.
„Rustig blijven!" maande ze; „niet pro
van het bestaan; allerlei klacht wordt
vernomen, ook van hen, die toch ©en
vrij behoorlijk inkomen hebben. En nu
donk ik er niet aan, eenzijdig al die
klachten naar één 'hoek- te dringen, of
op één oorzaak af te wénden. Maar wel
moet ik zeggen, dat het me herhaaldelijk
opviel, dat de klacht zooveel erger is,
in gezinnen, waar de vrouw des huizes
van huishouding geen verstand heeft, dan
daar, waar ze nog een vrouw is, gesneden
uit dat hout, waapuit de ouderwetscha
huismoeders gemaakt waren. Neem, ze
behoeven geen sloofje te zijn, als-u-blieft
niet'; maar er is bij velen van onze vrou
wen nog dat .mooie, dat echt inzicht
in huishoudelijke aangelegenheden be-
teefcent. Deze vrouw weet van-oud-nieuw
te maken als het moet, Zij kan van haar
eigen japon et' een maken voör een doch
tertje, en van die van haar dochtertje
maakt ze er een voor een kleinere meid.
Zij weet het verschil tusschen netheid en
pronkzucht, en zij verstaat wat de waarde
is van degelijk goed. Zij weet de waarde
van het letten op het kleine, en het:
die 't kleene niet eert is 't groote niet
weerd, leert ze haar kinderen als vroeg.
Deze vrouw spaart niet een stukske
vleesch uit den mond van het gezin,
om straks., een veel te dure japon te
koopen, neen, zij kent de waarde van
de stof, en ze maakt haar kinderkleertjes
zelf, en heeft daarvan oen fijn Zondags-
maal over, terwijl elders de houten ham
zijn diensten bewijst.
Dat hiermee een paedagogisch vraag
stuk wordt aangeroerd, zal ieder al spoe
dig begrijpen. Van d'eenen kant is het
gewenscht, dat onze meisjes, die niet
in den boerenstand haar opvoeding genie
ten, iets leeren, en van d'anderen kant
is het eisch, dat ze klaar komen voor
het leven.
Het is noodig, dat Liesje spint, zal
Liesje straks een goede huisvrouw zijn.
Maar nu de practische bezwaren.
Och, het i s al vaker gezegd maar
mag ik nog eens onze christen-ouders
doen Opmerken, dat er vaak geen onge
lukkiger huismoeders zijn, dan de dames,
die haar jonge jaren op het kantoor heb
ben doorgebracht, of die enkel „in ©en
winkel" zich leerden bewegen? Het is
opvallend, dat commissies voor beroeps
keuze ik spreek uit ondervinding
telkens weer aan de ouders aanraden:
laat uw kind in een huishoudelijke betrek
king ga,an; en dat dan de ouders (soms
zelfs haast tegen hun zin) zeggen, dat
ze toch maar liever willen, dat het kind
■op 't kantoor komt, of in een winkel
„•gaat". Al dadelijk is zulk een doen
dwaas, uit materiëele overwegingen. Wan
neer het meisje in betrekking ging in een
goed gezin, heeft het direct de kost voor
het eten, en een niet te versmaden loon.
Dat meisje van achttien jaar driehonderd
gulden plus de kost verdienen, is toch
in de stad geen zeldzaamheid. Die kost,
in de meeste gevallen minstens zoo dege
lijk (misschien niet altijd zoo ongeregeld)
als thuis, beteekent toch ook op zijn
minst vijf a zes gulden in de week. Welk
meisje van achttien jaar verdient tegen
woordig op een kantoor méér? En in
een winkel En, nu spreek ik er nog niet
Van, dat het voor een meisje veel gezon
der is het afwisselende huiswerk te doen,
dan steeds te zitten op een kantoor, of
dan steeds (vaak op een koude vloer)
te staan in een winkel. Bovendien, ik
spreek nog niet over- de zedelijke geva
ren, die op kantoren met een gemengd
beeren, u op te richten, dat mag nog vol
strekt niet."
„Ik heb dorst," fluisterde de gekwetste.
Zuster Olga nam het glas van den
schoorsteenmantel, tilde met den linker
arm het hoofd van den patient op en liet
hem drinken.
„Waar is mevrouw en waar is Catha-
rina?"
„Zij zijn in de huiskamer en de dokter
is bij hen; maar stil, niet meer spreken
nu."
Boris gehoorzaamde. Hij legde zich neer
en sloot de oogen, waarna de zuster een
boek uit haar valiesje nam en aan het
voeteneinde in 'n gemakkelijken stoel ging
zitten lezen. Joessof had op een stoel bij
de deur plaats genomen en hield zich of
hij sluimerde. Door de spleten van zijn
oogleden beloerde hij echter elk oogenblik
den slapenden patient en de lezende zus
ter.
Het geluid van de opengaande deur
deed zuster Olga en Joessof, die al dien
tijd een even hardnekkig stilzwijgen had
den bewaard, tegelijk opzien.
De gouverneur verscheen.
„Ik verzoek u, zuster, mij te volgen,"
sprak hij norsch.
Zuster Olga stond op en legde haar boek
neer.
„U te volgen, gouverneur?" vroeg ze.
„Waarheen?"
personeel „hoeren" en „dames"
en in een winkel met zijn verscheiden
heid van „klanten' en zijn „allerlei" aan
personeel, werkelijk niet te onderschatten
zijn. (Toen voor eenigen tijd in een groot
magazijn te Amsterdam, in verband met
een diefstal, des avonds alle dames-win
kelbediendes werden gefouilleerd, bleek
het, dat veel meer dan de helft der
dames het personeel bestond uit ver
scheidene honderden in haar zakken
droegen, dus steeds bij zich droe
gen! „preventieven"!)
En dan de toekomst!
Koevele mannen zijn dankbaar geweest,
hun heele leven, dat ze een meisje „uit
een betrekking" tot vrouw gekregen had
den, en niet een „dame" uit een winkel.
Men versta me wel. Er zijn, gelukkig,
vele meisjes, die zoozeer vrouw zijn, dat
ze het niet laten kunnen zich in haar
vrije uren te geven aan het gezinsleven
en aan do huishouding.
Er zijn ouders, moeders vooral, die
de kunst verstaan haar dochters, die daags
op een kantoor of in een winkel zijn,
des avonds zoo mee te laten leven in
huiSj dat er o.i. geen enkele op- of aan
merking (o; cliché) kan worden gemaakt.
Maar dan is er opzettelijke toewijding,
dan is er inzicht in het gevaar van de
buiten-huishoudelijke betrekking. Deze
moeders laten zien, hoe het kan, en hoe
het in dergelijke gevallen ook moet,
maar helaas, zoo gebeurt het lang-en-lang-
niet altijd.
En werd in den kring van haar, die
„gestudeerd" hebben, niet veel van de
nadeelen gecompenseerd door een ietwat
ruimer beschikken over geldmiddelen, dan
zou ook daar veel meer dan thans het
nadeel van de gebrekkige opleiding voor
de huishoudelijke taak worden gevoeld.
Juist voor ons nu is het van zoo groote
beteekenis, dat dit vraagstuk alle aan
dacht hebbe. Immers we houden vast, dat
hofgezin de kracht in de maatschappij is,
en dat het de kern van onze volkskracht
vormt. Is het gezin zóó, als het
zijn moet, dan is daarmee voor het leven
van kerk en maatschappij de eenig moge
lijke bedding gegeven. Zonder een even
wichtig en bezonnen gezinsleven, sterft
straks onze actie. En voor het gezinsleven
heeft de vrouw zoo uitnemend groote
beteekenis, zóózeer zelfs, dat wel gezegd
kan worden: laat me de moeder zien,
en ik zal zeggen, hoe het gezin is. Als
ge van de moeder van eën gezin een
indruk hebt, dan duurt het niet lang,
of ge kunt U ook een voorstelling vor
men van heel het gezin, indien ge al
thans over eenige levenswijsheid beschikt.
Over dit onderwerp is dan ook het laat
ste woord nog niet gesproken.
Er rijzen vragen wat noodzakelijk
is; wat mogelijk is; wie hier een taak
hebben; en dergelijke meer.
We hopen dan ook nog op deze vragen
terug te komen.
Nu merkèn we slechts op, dat onze
ouders toch niet hebben te vergeten, de
beteekenis, die de beroepskeuze van hun
dochter heeft. Zij hebben niet te vergeten
de verantwoordelijkheid voor het heil ook
van de kinderen van "hunne kinderen.
Zij hebben te bedenken, dat de grondslag
voor een ongelukkig huwelijksleven van
een vrouw dikwijls gelegd werd in het
moment, toen het meisje, toen nog een
kind, werd (gestuurd (of werd toegelaten
te gaan) in een richting van de huishou
ding af.
Men zij aan het begin waakzaam!
„Naar een andere kamer, waar ik u een
verhoor heb af te nemen."
„Mij wilt u een verhoor afnemen? Mij,
die niets weet?"
„U hebt mij verstaan, nietwaar? Ik
houd er niet van, een bevel te herhalen."
„U verzoekt dus niet, maar u beveelt!
Het spijt mij, dat ik hier niet weg kan
zonder toestemming van den dokter en u
dus vragen moet hem te halen, voor ik
den patient verlaat."
De gouverneur trad op de zuster toe en
greep haar bij den arm.
„Haal geen dwaasheden uit, meisje,"
zei hij, heesch van verbeten woede. „Ik
zal u anders moeten dwingen, mij te ge
hoorzamen. Verstaat ge dat?"
„Dat is volstrekt niet noodig. Als u den
dokter hier laat komen heb ik geen enkel
bezwaar, aan uw last te voldoen."
De gouverneur wendde zich tot Joessof.
„Breng dat mensch naar de spreekka
mer van den dokter!" beval hij.
Joessof grijnsde, zooals hij1 dat gewoon
lijk deed, wanneer hij een opdracht kreeg,
die hem beviel. Hij naderde dreigend de
verpleegster en eer deze wist, wat er ge
beurde, sloot zich om haar pols een fijne,
stalen ketting. Zoo vast draaide de vuist
van den agent den ketting aan, dat een
kreet van pijn haar ontsnapte.
Joessof trok de zuster mee naar de
deur.
GEEFT EEN FIJNE EN FRISSCHK
GELAATSKLEUR
Heinrlch Mack Nachf., Ulm a. D.
Voor de geloofsvrijheid.
Oud-minister Heemskerk heeft, blijkens
een verbeterd verslag in de Nieuwe Rot
terdammer van zijn te Maassluis gehou
den politieke rede gezegd, dat de „sociaal
democraten om de geloofsvrijheid al heel
weinig .geven".
„Het Volk" komt hiertegen op en noemt
als voorheelden, dat althans deNederiand-
sche S. D. A. P. voor volledige geloofs
vrijheid is- Als voorbeelden haalt zij aan:
hef 'Groninger onderwijsbesluit; de pro
cessies, en de Indische Zending.
Wat het Groninger onderwijsbesluit
aangaat, wij herinneren ons niet meer
in welk jaar dit gevallen is; maar wel,
dat de vrije school daarin wel eenige con
cessies kreeg, doch de motie zei het
vrij duidelijk de school moest dan zijn
ingericht zooals zij de sociaal-demo
craten het verlangden.
De processies, hieromtrent herinneren
wij ons alleen, dat die pas in den laat-
sten tijd even ter sprake zijn gekomen-
Trouwens men kan moeilijk voor zich
zelf de 1-Mei-betoogingen verlangen en
aan een ander de processies misgunnen-
Doch wat heeft dit nu met sympathie
voor de geloofsvrijheid te maken.
En wat betreft de „Indische Zending"
bedoeld is misschien „wijziging .van
'123 R. R." nu ja, die zal biji 't optreden
van een Rood-Roomsch kabinet wel voor
malkaar komen; doch van deze wijziging
zijn nu juist de Zendingsvereenigingen'
en genootschappen niet gediend, en ook
de voorstanders der Kerkelijke Zending
niet 'allen.
Evenwel nemen wij gaarne acte van de
verklaring, dat de S. D. A. P. wel degelijk
heel veel „om de geloofsvrijheid geeft",
al zijn de daartoe bijgebrachte voorbeelden
niet zoo schitterend.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, fS.1
Losse nummersf 9.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.2Q, elke regel meer 80 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
500 Russische geestelijken vervolgd.
Met betrekking tot de priestervervol
gingen in Rusland wordt nader aan de
Roel gemeld, dat in 'het geheel een 500-
tal geestelijken zijn gearresteerd. Zij zijfn
opgesloten in de gevangenissen der Gèpe-
oe, en vertoeven daar onder een ver
zwaard regiem. Een bepaalde aanklacht
is tot nog toe niet tegen hen ingediend.
Onder de geloovigen hebben de arres-
jtaties groote opschudding verwekt.
De Izwestia bericht, dat in hief D|aas-
koiklooster te Moskou de residentie
van den dezer dagen gearresteerden me-
Inziende, dat verzet niet baten zou, liet
deze zich zonder tegenstand meevoeren,
wat Joessof niet verhinderde, den ketting
in het vleesch van haar arm te doen drin
gen. Het bloed van het gemartelde meisje
kleurde het metaal der schakels, maar zij
heet zich op de tanden en geen geluid ver
ried haar smart. Zij hoopte, den dokter
te zien. Die zou toch, meende ze, wel bij
het verhoor tegenwoordig zijn en haar te
gen de ruwe behandeling van Joessof
beschermen.
De gouverneur wierp de deur der
spreekkamer open.
„Laat haar maar los," gebood hij, „en
keer naar de kamer van den knecht te
rug! Ik speel het verder wel met dit weer
barstige dametje klaar."
Met blijkbaren tegenzin ontdeed Joes
sof zuster Olga's bloedende pols van de
boei. Daarna keerde hij zich zonder een
woord te spreken om en verdween. De
gouverneur sloot de deur achter hem en
stak den sleutel in den zak. Tot haar
schrik en haar verbazing bemerkte de
verpleegster, dat de dokter zich niet in de
kamer bevond, terwijl de gouverneur zich
gedroeg alsof hij hier heer en meester
was. Wat moest dat beteekenen? Voor het
eerst, sinds haar komst in het huis van
Dr Brenzilof, gevoelde zuster Olga angst;
angst, meer nog voor de patiënten en den
dokter, dan voor zichzelf.
tropolict Kroetitski een soort „revo
lutie" heeft plaats gehad. Een zestal bis
schoppen die zich met de houding ya*
den metropoliet niet konden vereenigen,
hebben diens aftreden geëiscM en vervol
gens een centralen raad gevormd, die*
zij tot bestuur der kerk van Tichon heb
ben geproclameerd. 'Voorzitter van de
zen raad is bisschop Gregory uit Jekateri-
nenburg. Tevens hebben zij trouw beloofd
aan de sovjet-regeering en deze huu steun
toegezegd.
Ellende in Rusland.
In Moskou en andere steden heerscUt
een groot gebrek aan petroleum en pe-
troleumproducten ten gevolge van d«
overdreven uitvoerpolitiek van de regee
ring.
De leider van de Moskou,sche electri-
scbe centrales, Levin, hieeft zelfs 'mede
gedeeld, dat ten gevolge van het potro-
leumgebrek de autoritdeiten genoodzaakt
zullen zijn, enkele krachtstations te slui
ten en de electriciteitsvoorziening te be
perken, daar het onmogelijk is, in da
naaste toekomst brandstoffen te verkre
gen. Om de moeilijkheden te Moskou tot
een minimum te brengen, stelt Levi*
voor, alle vloeibare brandstof te Mos
kou te requireeren, met inbegrip van de
petroleum.
Die werklo'osheid in de RUssischle in-
dustrieele centrale neemt groote afme
tingen aan, vooral in de textiel-industrie.
Het centraal-oomité voor de vakvereenL
gingen heeft een speciale waarschuwing
gepubliceerd tegen de verhuizing van
werkloozen van do ©ene naar do andere
stad. Het comité wijst er op, dat groote
massa's werkloozen uit de textiel-indu
strie naar Moskou trekken, waar niet de
minste kans op werk "bestaat en walar
den werkloozen slechts misère wachlt. In
dien zij aan deze waarschuwing geen gei-
volg geven, zullen zij geen werkloosheiis-
uitkeering ontvangen noch tegemoetko
mingen van anderen aard. (Tel.)
Een arbeitlershoogeschool.
Te Weenen is Zondag in het vroegere
paleis Czartoriski een arbeidershooge-
school geopend, waarin voorloopig 32 ar
beiders en arbeidsters voor een duur ra*
zes maanden zijn opgenomen. Zij zijn in
tern en de sociaal-democratische partjjj
betaalt alle onkosten. Het doel is' den
menschen in dit hlalf jaar tijds een zefcere
mate van universitaire kennis bij te bren-j
gen en ze daarna naar de fabrieken te
rug ta zenden, waar zijl dan op hu*
beiurt hun kennis onder de arbeiders! moe
ten verbreiden.
Tramwegongeluk in de Ver. Staten.
Een tram is te Pittsburg van een hoogte
van 14 M- in de rivier gestort. Drie
passagiers zijln gedood, drie worden er
vermist en 24 zijn er gewoitd, van jrie
1.6 ernstig.
Volgens de „Humanité" heeft de
automobielenfahriek Citroen tengevolge
van een staking der chauffeurs 12.000
arbeiders uitgesloten en 4000 ontslagen.
Op het vliegterrein van Croyden
(Eng.) zijn nieuwe loodsen gebouwd ten
einde het hoofd te kunnen bieden aan
het toenemende verkeer. De continentale
luchtlijnen vervoeren thans niet minder
dan 40 tons goederen per week.
Door de oppositie der Beiersche
volkspartij tegen een democratischen mi
nister van binnenlandsche zaken is de mi-
„Ziezoo," zei de gouverneur, zich in den
stoel van den dokter zettende. „Ge hebt nu
maar te antwoorden op de vragen, die ik
u doen zal. En indien dit niet goedschiks
gaat, zal ik u tot spreken dwingen. Een
klein voorproefje van wat u te wachten
zou staan, indien ge u koppig mocht be-
toonen, hebt ge al gehad."
De politiechef hield op en luisterde.
In den gang klonken stemmen, daarna
hoorde men schreden naderen en toen
werd aan de deur gerammeld.
„In naam van den Tsaar, doe open!"
klonk het gebiedend.
De gouverneur stond op en opende dè
deur. Hij was doodsbleek geworden.
In de gang stond een man in burger-
kleeding, maar begeleid door twee gen
darmes. Het was een man van middelba
ren leeftijd, deftig gekleed en met een ge
laat, dat iemand, die het eens gezien had,
niet licht weer vergeten\zou. Onverzette
lijke wilskracht, ontembare moed en een
machtig verstand spraken uit die groote
grijze oogen en die seherpgeteekende trek
ken.
„Detective Petrof!" riep de gouverneur
en zijn uitroep geleek een uitroep van
schrik; „u hier?"
i
(Wordt vdrvoljtfcl.)
i kl