Predikbeurten.
instructie uit en bevestigde hen in hun ambt.
Hij herinnerde er aan, hoe hij zelf 20 jaar
geleden als consul werd afgevaardigd. In die
20 jaar heeft het consulaat zich uitgebreid
en het stelt thans zware eischen.
Ds D. K. "YVielinga, uit IJlst, vroeger mis-
sionair-predikant op Soemba, sprak meer in
het bijzonder Dr Onvlee toe, in verband met
diens toekomstigen arbeid op Soemba. Dr
Onvlee zal een noodzakelijke schakel zijn in
de keten der zendelingen.
Prof. Dr Slotemaker de Bruine, de vader
van den' nieuwen zendingsconsul, sprak als
vertegenwoordiger van de gemeente, die hare
zonen en dochteren geeft voor het zendings
werk. De zending heeft de gemeente noodig
als haar achterland. Uit de gemeente moe
ten de personen komen. Verder heeft de
zending de sympathie der gemeente noodig,
sympathie in den zin van met elkander mee
lijden, meeleven.
De heeren Slotemaker de Bruine en On
vlee spraken ten besluite een persoonlijk
woord.
Onder de talrijke aanwezigen werden op
gemerkt de minister van onderwijs, dr Rut
gers en verschillende bestuursleden van zen
dingscorporaties.
Het Onze Vader in alle talen.
De godsdienstleeraar Koloman Kertesz heeft
dertig jaar besteed om de vertalingen van
het Onze Vader in ajlo talen der wereld te
verzamelen. Hij heeft zijn verzameling van
ongeveer 1000 vertalingen den Paus ten ge
schenke aangeboden. De Paus heeft de schen
king aanvaard en Kertesz zijn portret met
zijn handteekening gezonden.
Zondag 10 Jan.
Ned. Herv. Kerk.
Goes, 9.30 u. ds de Vries (H. Av.,) 2 u.
ds Steinz (H. Av'.tj, 6 u. ds Homburg (Dankz.)
Lokaal Wijngaardstraat 9.30 u. ds Steinz.
JVilhelminadorp, vm. ds Homburg (H. Av.),
nm. geen dienst.
Kloetinge, 2 u. ds de Vries (H. Av.)
Kattendijke, 6 u. ds de Vries. (H. Av.)
Geref. Kerk.
Rilland-Bath, 9.30 u. ds Adree (H. Av.)', 2 u.
Idem (Dankz.).
DE WATERSNOOD.
Bezoek der Koningin. Gister
morgen vroeg is H. M. de Koningin,
welke den nacht doorbracht in haar sa
lonrijtuig op het stationsemplacement te
Arnhem naar Zaltbommel vertrokken. Op
het stadhuis aldaar is H. M. de Koningin
verwelkomd door den burgemeester en
door den dijkgraaf van den Bommeler
waard.
Hierna werd met de auto's een tocht
gemaakt rond den Bommelerwaard en
daar op verschillende plaatsen gestopt,
waar de Vorstin telkens een zeer harte
lijke begroeting van de zijde der bevolking
ten deel viel. De Landsvrouwe stelde zich
in de verschillende dorpjes op de hoogte
van de organisatie van den bewakings
dienst rondom Bommelerwaard, welke dag
en nacht nog voortdurend aller aandacht
vraagt. Het beste bewijs hiervoor leverde
het bezoek aan Poederoyen op, waar se
dert eergisteren over een afstand van
omstreeks 40 M. een verzakking is ont
staan ran het binnendijklichaam. Gister
nacht heeft men met een vijftal auto's
voortdurend versterkingen aan deze be
dreigde plek aangevoerd, met het ge
volg, dat het ergste gevaar gistermorgen
was geweken. Nochtans blijft op dit punt
groote waakzaamheid geboden; zoo zijn
b.v. opnieuw 6000 zakken zand en grint
besteld. j
Omstreeks half twee was H. M. te
Zaltbommel terug, waar zij in baar sa
lonrijtuig de lunch gebruikte, waarna de
koninklijke trein te omstreeks half drie
naar 's Hertogenbosch vertrok, waar H.M.
de verzorging der vluchtelingen opnieuw
in oogenschouw nam.
Ee Koningin had in het geheel
geen autoriteiten van Haar komst doen
verwittigen met gevolg o.a., dat de hof-
auto's, welke het hooge gezelschap van
het station hadden gehaald, reeds vóór
liegen aan het Raadhuis van Zaltbommel
voorreden. Zóó heeft de oude bode,
idie geheel in zijn eentje de Landsvrouwe
moest ontvangen, wellicht zijn heele leven
Bog niet staan te kijken!
De Commissaris der Koningin, mr S.
lbaron van Heemstra, die zich reeds in
Arnhem bij het gezelschap had gevoegd,
geleidde de Vorstin intusschen naar de
burgemeesterskamer, waar Zaltbom-
melsch burgervader, de heer Van Has
selt, spoedig verscheen in gezelschap van
den dijkgraaf, den heer de Jong, nota-
rsi te Ammerzoden.
De Bommelerwaard is tot nu uitsluitend
door onafgebroken werkzaamheid behou
den kunnen worden. Dag en nacht wor
den de dijken dan ook met spiedende
blikken gecontroleerd.
Notaris de Jong, die op dezen tocht
de Koningin tot geleide strekte, liet den
Stoet even halt houden, toen deze op
den dijk een motor met zijspan passeer-,
den. Daarin was gezeten de heer Van
Haatten een dijk- en waterbouwkundige,
die zich in de afgeloopen dagen het
praedicaat van den redder van de Bom
melerwaard verwierf door zijn voortdu-
rendé leiding van het werk der herstellin
gen aan de dijken.
De Vorstin liet den heer Van Haaften
bij zich ontbieden. „U hebt zeker wel
zwaar werk gehad?" „Gaat nog al
mevrouw", was het antwoord, „ik ben
sinds Maandag wel niet uit mijn kleeren
geweest, maar we werken met alle liefde".
Bij Hurwenen steeg de Koningin het
eerst uit om met een groepje dorpsbewo
ners te spreken. „Aardig, Koningin, dat j
U zoo gauw gekomen zijt", monkelde
een oud moedertje. „Ja, ik hoorde, dat U
hier zoo dagenlang in angst en vrees
hebt. verkeerd en wilde daarom eens ko
men kijken", was het antwoord der
Landsvrouwe.
In de buurtschap Kerkdriel was de Ko
ningin, nadat ze de auto had verlaten,
spoedig door een dichten kring omge
ven. Opnieuw richtte zij zich hier tot
een oud moedertje met de vraag, of ze
ook in angst had gezeten. „Zenuwachtig
waren we gelijk", was het antwoord en
toen zielsgelukkig aanstonds er bovenop:
„ik had U nou nog nooit gezien en
nou zoo vlak bij."
In Poederoyen mengde H. M. zich on
der de boeren, die bezig waren den
over een afstand van 60 M. ongeveer
1 'Meter diep verzakten binnendijk te ver
sterken. In 1855 brak de dijk op dezelfde
plaats door als gevolg waarvan zich in
het land een „wel" vormde, dat nog
steeds een bedreiging vormt. Zij dankte
de mannen voor hun trouwe, plichtsbe
trachting en sprak de hoop uit, dat de dijk
behouden zou blijven.
De aardige tooneeltjes van vertrouwe
lijke toenadering der Landsvrouwe met de
eenvoudigsten harer onderdanen herhaal
de zich overal waar Zij uitsteeg.
Vluchtelingen te Tilburg. Men
schrijft uit Tilburg aan de „Msb.":
Dinsdagavond zijn ze gekomen, onge
veer 300 in getal, allen uit het dorpje
Alphen a. d. Maas, haveloos, terneerge
slagen, verkleumd en hongerig, zonder
eenig bezit. In de goed verwarmde ka
zerne werden de menschen onmiddellijk
gespijzigd en gelaafd. Een dikke hoop
stroo met overvloed van dekens ver
schafte hun weer voor het eerst na dagen
een behoorlijk nachtleger.
Den volgenden dag is het R.K. Huis
vestingscomité direct begonnen met de
vluchtelingen, zooveel mogelijk bij parti
culieren onder te brengen. Dat ging uit
stekend, want er kwamen overvloed van
aanbiedingen in om onderdak te verlee-
nen. Op deze manier zijn reeds ongeveer
200 personen geplaatst.
Wel hoe smaakt het, vroegen we
een gretig smullend gezelschap.
Best, mijnheer.
En vanmiddag, warm eten gehad?
Ja, uitstekend, pee-stamp en 'n flink
stuk vleesch. Och mijnheer, zoo hebben
we het thuis niet.
Hebt ge nog wat kunnen redden?
Niets. We hebben ons huisraad wel
ergens geborgen, maar het water kwam
altijd hooger. Driemaal zijn we moeten
vluchten. Maar op het laatst spoelde alles
weg: huizen, hooibergen, vee, alles, alles!
Niets hebben we meer, totaal niets, als we
terugkomen.
Wezenloos en droef staarde de man
voor zich uit.
Te D reu mei. Voor de redding van
het vee zijn krasse maatregelen moeten
genomen worden.
Ruim drieduizend varkens zijn naar
elders vervoerd, wijl stalling en voeding
onmogelijk waren. Boor den noodtoestand
ontstonden allerschandelijkste practijken.
Vee-opkoopers profiteerden van de rade
loosheid der kleine boeren. Varkens, ter
waarde van f 20 a f 25, werden opgekocht
voor een kwartje. Auto's en motorbooten
arriveerden om deze varkens te vervoe
ren. Er bleek evenwel buiten de waard
gerekend. De inlichtingsdienst was op de
hoogte gebracht en de eene auto voor
en de andere boot na werden in beslag
genomen. De meest afdoende maatregelen
tegen deze praktijken zijn genomen.
Door den hónger gedreven vallen de
losloopende band- en trekhonden het vee
aan, dat in lange rijen langs den dijk
is opgesteld. We zagen reeds kalveren
en schapen met afgevreten ooren, zelfs
met aangevreten voorpooten. Alle los
loopende honden worden nu neergescho
ten.
Nachtelijke politiepatrouilles trachten
rooverijen tegen te gaan.
Te Leeuwen. De toestand in Leeu
wen wordt met den dag slechter, 'tls
een buitengewoon ontroerend gezicht, al
die menschen, waaronder verschillende
schreiende kinderen en hulpelooze ouden
met tranen in de oogen afscheid te zien
nemen van alles wat ze aan have en
goed op de wereld bezitten. Alle hui
zen moeten ontruimd worden.
D'oorbraak van den IJssel-
d ij k b ij Z a 1 k. Uit Kampen wordt ons
gemeld
Om 8 uur gistermorgen heeft de door
braak in den IJsseldijk bij het dorp Zalk
plaats gehad. De opening was eerst 10 M.
en is nu al 50 M., zoodat het geheele
dorp Zalk onder water loopt en daar
door ook de gemeente Kamperveen. Voor
die gemeente is het niet zoo erg, omdat
de huizen daar allemaal op hoogten ge
bouwd zijn, aangezien Kamperveen toch
ook altijd het stormwater van de zee
te verduren krijgt.
De straatweg van Kampen naar Wezep,
de Zuiderzeestraatweg, zal spoedig niet
te begaan zijn, en de spoor Kampen
Hattem en de tram van Kampen naar
Wezep zullen niet meer kunnen rijden.
Het water loopt met geweld den polder
van Oldebroek in. De polders Kamper
veen, Wezep, Oldebroek en de stad El-
burg worden hierdoor bedreigd.
Tal van boerderijen stroomen onder;
de boeren* brengen hun vee op de dijken
in veiligheid.
Reeds den geheelen nacht had men,
nadat de storm was opgestoken, de door
braak gevreesd. Het eerst werd bemerkt,
dat het water door een mollengat stroom
de, en direct moest toen de daarbij gele
gen boerderij van de wed. Dekker ont
ruimd worden. Omstreeks 8 uur brak de
1 dijk door. Met donderend geraas stortte
het water naar binnen.
De bewoners van de boerderij van
Westerop, die eenige honderden meters
achter de eerstgenoemde boerderij is ge
legen, werden zoo door het water ver
rast, dat zij het vee niet meer in veilig
heid konden brengen en het op het hoog
ste gedeelte bij het huis moesten' vast
maken. Eenige uren later wist men met
een roeiboot uit Zalk en twee booten
van den veerdienst op het Katerveer, die
men over den dijk gesleept had, onder
de leiding van Lden pachter bij! het Ka
terveer, de dieren in veiligheid te brengen.
Droeve stoeten trokken langs den dijk
om goed en have in veiligheid 'te bren
gen.
-De groote boerderijen, die verderop ge
legen zijn, waarbij met *100 stuks vee,
wilden de boeren niet ontruimen. Een
zieke wilde men niet vervoeren. De kant
van den dijk is bedekt met vee en huis
raad. Er stond ook een wieg met een
kind erin.
Op marodeurs zal gescho
ten worden. Uit Nijmegen wordt aan
de „Tel." gemeld:
Het meest dringend op het oogen-
blik is de veiligheidskwestie. Een aan
tal bewoners van de streek n.l. maakt
van troggen en tonnen vlotten en trekt
's avonds in de verlaten boerenhoeven
op roof uit. Wijl het corps der marechaus-
sées piet voldoende groot is om dit vol
komen te beletten, gaat men over tot an
dere maatregelen.
De burgemeester heeft in afwachting
van de binnenkort officieel uit te vaar
digen orders, opdracht gekregen om nu
reeds aan de bevolking bekend te maken,
dat varen op het ondergeloopen land na
5 uur namiddag verboden is en dat de
maréchaussees van hun karabijnen ge
bruik mogen maken.
Oldebroek onder water ge
loop e n. Hedenmorgen vernamen wij
Het geheele N.O. gedeelte, van Olden-
broek is onder water geloopen. D'e in de
omgeving wonende landbouwers beginnen
hun huizen te verlaten en het vee in
veiligheid te brengen. Onmiddellijk zijn
booten gerequireerd uit het naburige El-
burg en Katerveer. Doodelijke ongevallen
vielen niet voor.
Te C u y k. Men is begonnen met het
dichten van de drie doorbraken van den
Maasdijk bij de zuivelfabriek St. Maarten.
Dit geschiedt door militairen, die daar
bij krachtig door de burgerij worden bij
gestaan. Algemeen wordt thans krach
tige medewerking van de zijde der bur
gerij ondervonden.
Óm 's B osch. Bij Den Bosch begon
de spoordijk af te brokkelen. Onmiddellijk
werden versterkingen aangebracht waarbij
de militairen hielpen. Uit Kerkdriel werd
bericht ontvangen, dat de dijken scherp
worden bewaakt en de toestand niet ver
ontrustend is. Uit Maasbommel vernam
het comité heden, dat hedennacht te Maas
bommel, Altforst, Appeltern enz. 42 hui
zen zijn ingestort. Men zal nog zooveel
mogelijk de bewoners en het vee naar
Den Bosch overbrengen.
De doorbraak bij Zalk- Met een
ontzettende alles vernielende kracht bul
dert het water de polder binnen. Schuren
worden als kaartenhuisjes opgenomen, in-
eengeklapt en worden in duizelingwek
kende vaart door het bruisende kolkende
water meegevoerd over heggen en rik
kingen.
Omstreeks 10 uur waren wij dicht nabij
de .plaats des onheils. Groote kudden
vee worden uit de huizen gedreven- Waar
heen? De boeren weten het niet- Eenige
regeling schijnt er niet te bestaan.
De vrouwen en kinderen dragen al
schreiende het makkelijkst te vervoeren
goed, vooral bedden en dekens uit huis
naar den dijk, waar wagens hobg worden
opgeladen
„Waar zal de reis heen?"
„We weten het niet, maar hier moeten
•we maken, dat de wegkomen"- Het watpr
stijgt zienderoogen- De dijk is moeilijk
begaanbaar door het talrijke vee, dat daar
dooreenkrioelt waardoor voorbijgangers
gevaar loopen in het water te worden
geduwd.
Tegenover den weggeslagen dijk staat
de groote boerenwoning van Bruggeman.
De deuren zijn weggeslagen, en het water
dat voor in komt, vormt aan de achterzijde
van het huis een meter hoogen val- Het
water beukt met groot geweld tegen het
huis, dat nog steeds stands houdt. Een
der hooibergen wordt bij stukken en brok
ken weggeslagen.
We waren juist getuige, hoe een groote
schuur met houtblokken gevuld werd op
genomen. Het dak werd dichtgeklapt, de
schuur viel ter zijde, een hevig gekraak,
dan drijft de schuur snel weg den polder
in, botsend tegen boomen en verder ge-
legen huizen-
Varkens en pluimvee kwamen in de
ziedende watergolven om- f
De uitgestrekte boomgaarden maken het
onmogelijk om te zien hoe het vergaat met
de boerenwoningen verderop in den polder
gelegen.
Wij zagen nog hoe een wagen uit een
schuur kwam drijven en tegen een boom
aan splinters werd geslagen en de stukken
hout hoog boven het water werden weg
geslingerd.
De burgemeesters van Oldenbroek en
Hattem hebben de ramp, waarvan de ge
volgen nog niet te overzien zijn, in oogen
schouw genomen. Het staat thans vast dat
heel het lage land tusschen Zalk, Kamper
veen, Kampen, Doornspijk en Elburg zal
onderloopen.
Hel schrikkelijk autobus-ongeluk te
Tholen.
V ij lezen in „de Autobus", het orgaan
van den Ned. Bond van Autobus-dienst-
ondernemers
Dit is het eerste ongeluk van beteekenis
dat plaats greep in een geregelden dienst.
Met opzet schuiven wijl dit op den voor
grond. Het aantal ongelukken in geregelde
diensten was tot nog toe van weinig
of geen beteekenis.
Het is hier de plaats om dit ongeluk
eens nader met elkaar te bespreken. Want
dit ongeluk zegt absoluut niets tegen
het autobusbedrijf. Dat is het tweede
wat we zullen aantoonen.
De heer Krijger, ons vfoegere H.B.-
lid, heeft in Zeeland een mooi net van
autobusdiensten in den loop der tijden
ontworpen. Hij: is de oudste en de grootste
ondernemer in die provincie. Een zijner
lijnen lag tusschen het station Bergen op
Zoom en het Thoolsche veer, dus over
Brabantsch gebied. Men stapte bij de pont
uit en de "bus ging niet mee over. Over
het veer gekomen vond men de aanslui
tende bus, eveneens van den heer Kriji-
ger, van Tholen naar Stavenisse. Door
deze twee diensten was het eiland Tho
len uit zijn isolement gerukt en had het
een prachtverbinding gekregen met Hol
landBelgië en Zuid-Beveland, welke al
leen \vterd gedrukt door het bezwaar
dat men even per pont moest worden!
overgezet.
Want die overzetting gaat langzaam,
zeer langzaam óf per groote, platte, open
pont óf als er geen voertuigen zijn,
met een klein, doodgewoon roeibootje.
Zóó primitief? Ja lezer, zóó primitief.
Als ge aan den Brabantschen kant staat,
moet go soms wachten totdat de veer
lieden hun kopje thee .hebben uitge
dronken. Ge kunt ze duidelijk in de
deur van het veerhuis met het kopje
in de hand zien staan. 1
De pont is open, de roeiboot is open.
Dat is niet prettig bij regen en storm.
Het is daar een geweldig trekgat, do
wind komt altijd om den hoek vliegen.
Toen de menschen niet beter wisten,
namen ze daar genoegen mee, pruttelden,
spraken over de brug, "die al 75 jaar
komen zal en die er nog niet is.
De goede diensten van den heer Krijt-
ger riepen echter ook de concurrentie
wakker in "de dolle autobus-jaren 1922,
1923, en 1924. En het eerste wat
de concurrenten deden was met wagen
en al over de pont gaan. De menschen
konden dan blijven zitten, waren be
schermd tegen wind en regen en o
ontzettende moeite, ze behoefden niet
van de eene bus in 3e andere.
W at een w onder, dat waar èn een
concurrent naar Stavenisse èn twee dien
sten naar St. Annaland met bus en al
de pont overgingen, de bus van Krijger
dit ook al eens een enkele maal Meed.
Men moet goed weten, dat dit euvel
zulke afmetingen aannam dat niemand er
meer aan dacht bijl de pont uit de bus
te gaan. Het veergeld werd door den
beambte 'in de bus geïnd.
Wij maken er nogmaals opmerkzaam
op, dat hoe groot dit kwaad ook in
den loop van zéker Wel een li/2 jaar
is geworden, de bussen van "Men heer
Krijger toch nog zeldzaam per pont over
gingen.
Nu is er een ongeluk gebeurd.
Hoe? Dat Weet nog niemand. Het ge
rucht gaat, dat het laag Water was, de
helling dus zeer steil'; dat de motor stop
viel lm de wagen achteruit reed.
Wie als wijl, bij ervaring weten, hoe
glad de steenen zijn door het achterge
laten zeewier van het vloedwater, wie
afs wijl zelfs te voet al eens zoodanig
onderuit gleden, dat verbinding bij! den
dokter noodig bleek, die Weet ook, dat
de remmen hier geen rol spelen.
Als de motor stop-valt en de bus gaat
glijden, remmen of geen jemmen, niets
dat hem houdt.
Vooral niet als de menschen in hun
angst den chauffeur van zijn plaats loo
pen en hij! dus geen enkele poging meer
kan aanwenden om onheil te voorkomen.
Dus wijl werpen hier (en dat kunnen
wé ook niet, omdat het gerechtelijk onder
zoek niet bekend is) geen sEeen op on
dernemer of cnauffeur. De chauffeur is
een goede, flinke chauffeur; iemand, die
zeker al minstens 21/2 jaar op een bus
dienst bij den heer Krijger heeft gere
den, die meermalen de pont -per bus
is over geweest.
Wij graven dieper. I
De schuld ligt eerstens bijl het primi
tieve overgangsveer.
Hoe lang is er al g e p r aa t over die
brug over de Eendracht. Doch met praten
vordert men maar weinig.
De schuld ligt ook bij de concurrentie.
Daar is niemand in Zeeland, die er
iets tegen doet. Niet alleen dorpsburge
meesters, neen zelfs de burgemeester van
de hoofdstad van Zeeland voelt niets,
absoluut niets voor het streven van den
Bond. „Er komt, ook al rijdt er geen
enkele bus, geen man minder naar Mid
delburg", dat is ons door Z.Ed. per
soonlijk toegevoegd.
Als wé het wel hebben is Zeeland
de eenigste provincie wélke zich bij rond
vraag door den Min. van Waterstaat te
gen het concessiewetsontwerp beeft ge
kant.
Teder is vrij. Mooie leuze, maar onwaar
Waar het de publieke veiligheid betreft
Ieder is ook niet vrij een spoor of tram
lijn aan te leggen.
We zien nu in Tholen hoe ver We
met die vrijheid komen. Zoover, dat er
soms per pont 3 autobussen met men
schen tegelijk worden overgezet.
Nu is 'er droefheid en rouw.
Nu Wordt de schuld misschien op de
verkeerde plaats gezocht.
Geen enkele ondernemer zo« bij
schermde dienst bij het conces6iestelsei
er aan gedacht hebben (als hij dus zew
was van zijn menschen) met de bus
per pont over te varen.
Het gaat dus weer om de concessie
Het concessiestelsel zal geve»- Va',i;„'
beid. lg"
Is men In Zeeland er nu aog tegen??
Wij kunnen het moeilijk gelooven
Onze Jantjes.
Jantje vertelt. Hij ligt op de riemen van
de vlet en sleept met drie kameraden de
boot tegen den grauw-woelenden stroom
op. Hij is niet mooi, maar zijn gezicht
heeft dat open frissche leuke, dat de zee
en de jeugd geven. Zijn mond is te groot
en zijn tanden zijn bruin Een pruim wan
delt van de eene wang naar de andere en
soms gaan zijn lippen naar elkaar om met
eleganten zwier wat sap te loozen. En dat
is een rijkdom, hij is de eenige die nog
een pruim heeft.
De menschen, die wille der niet uit
zegt hij, daar ha-je nou die ouwe vrouw
van.nou je zou zegge van bij de hon
derd, maar ze mot jonger zijr^geweest
Die zat in een krot van een huisje, waar
van de muren al scheurden. Eindelijk had
ze dan toch een lap aan een stok uitge-
stoke, ze wou deruit. Ze zat boven op zol
der, maar ik most door het huis heen oin
bij der te komme. En de heele vloer was
gaan drijven. Zoo most ik eerst op der
vloertje gaan staan en wachten tot dit ge
zakt was. Nou, en die vloere vau die huis-
sies benne zoo rot als een peer, soms
trapte je der doorheen. Soo bereikte ik de
trap en brocht het mensch dat bibberde
van de kou in de boot. Maar ik zeg u, ik
doch dat ik het heele huis op me kop
kreeg, zoo slong het te schudden in de
stroom.
En een andermaal, dan kom je bij men-
sche, die schreeuwen van honger. Die
willen dan alleen brood, maar deruit gaan
ze nietze late den boel niet alleen.
De pruim gleed weg uit de linker wang,
bolde weer te voorschijn in de rechter
Een kwak sap vloog bruin in het kokende
water.
Wie van jullie heeft de Koningin ge
dragen? vraagt de Minister van Oorlog.
Ineens staan allebei zijn wangen bol en
komt een blos op zijn kaken.
Ik Ekselensie, en hij.
Nou en wat dacht je wel?
Ekselensie, ik weet niet wat ik doch,
maar ik liep van verwaandheid haast
naast me eige schoene, we had dat nou
kenne denke, dat ik zoo maar de Koningin
van Nederland had mogge dragen. En hij
heb de Prins gedrage.en morge komp
de admiraal Fock, en die drage we dan
weer.
Luit. ter Zee van de Wetering komt met
de kiek in de courant. Die hebben de jon
gens nog niet gezien. Ineens laten ze alle
riemen los, buigen zich er overDat
he-k niet eens gezien, dat ze ons kiekten.
daar staan ik.en daar jij.
En dat ben ik, zegt een ander, en daar
hè je hem ook.
Trékken jongens! roept de bootsman.
Ja jongens, we hebben haast, zegt de
Minister.
Weer duiken de riemen in het grauwe
water, weer trekken ze uit alle macht, om
de vlet tegen stroom in op gang te krijgen.
Dan vertelt Jantje voort, de pet scheef op
zijn rosse haren.
Soms steken ze noodseinen uit, en dan
kom je der in der haast naar toe, en asse
se dan ziene, hoe gauw je der bint, dan
denke ze, het gaat gauw genogtWe
kenne óók wel blijve. Gistere ware we bij
een plaassie, en daar zat dé' familie op
zolder, maar de koeien stonge benede tot
aan hun uiers in het water. We moste het
vee redde, voor ze zelf weg wilde. Het
vee neemt bij hun de eerste plaats in.
Asse ze jou kop zien, dan wille ze van
zelf niet mee, plaagt er een.
Soo, maar as ik zoo'n kop had as j ij,
dan liep ik er sebiet onder uit.
Een schaterlach gaat op. Den heelen
dag zwoegen en sleepen ze, maar bij alle
misère vergeet een Hollandsche Jan het
lachen nooit. En de kwinkslagen liggen
hem vóór in den mond.
De Minister vraagt iets.„Jawel me
neer". zegt Jan. Maar meteen geschrok
ken, met een kleur: „Neem me niet kwa
lijk, ekselensie, da'k meneer zei, dat viel
me zoo uit me mond, ziet uwé, ik ver
giste me."
„Zoo," lacht de Minister, „en dacht je
dan, dat een excellentie géén „meneer"
was?"
En dadelijk-hebben ze weer pret. Dan
neemt Jan met een Piet den „excellentie"
tusschen hun in. „Nou he-k de minister
van oorlog en marine ook nog in me arme
gehad. Wie had dat nou ooit gedocht."
Maar aan den wal gaan ze ineens stram
in de houding staan, hand aan pet, vier
Heldersche jongens en een bootsman.
Ik geef den bootsman een ietwat geldi-
gen handdruk en ineens een juichkreet:
„Jonges, een achterwiel, nou hebbe we
voor de heele week een rookertje. Nou
benne we bove Jan!"
Schatrijk met de ééne achterwiel liggen
ze weer op de riemen. Met schuim aan
den boeg schiet de vlet door het water,
naar den grauwen horizon, waar overal
noodvlaggen wapperen. Onze echte pur
sang Jantjes, jongens van Jan de Wit.
(Tel.).
Verkeersregeling in de Oudheid.
Wij lezen in „De Maatschappij":
Onze aan verkeersagenten en vlucht
heuvels rijke tijd heeldezich niet in, dat
de zorg voor het openbaar verkeer pas
iets is van de 20ste eeuw. Dat toont
het „Vad." wel aan, aan de hand van ar
chiefstukken uit het oud-archief van de
Residentie. 1 1