Predikbeurten. instructie uit en bevestigde hen in hun ambt. Hij herinnerde er aan, hoe hij zelf 20 jaar geleden als consul werd afgevaardigd. In die 20 jaar heeft het consulaat zich uitgebreid en het stelt thans zware eischen. Ds D. K. "YVielinga, uit IJlst, vroeger mis- sionair-predikant op Soemba, sprak meer in het bijzonder Dr Onvlee toe, in verband met diens toekomstigen arbeid op Soemba. Dr Onvlee zal een noodzakelijke schakel zijn in de keten der zendelingen. Prof. Dr Slotemaker de Bruine, de vader van den' nieuwen zendingsconsul, sprak als vertegenwoordiger van de gemeente, die hare zonen en dochteren geeft voor het zendings werk. De zending heeft de gemeente noodig als haar achterland. Uit de gemeente moe ten de personen komen. Verder heeft de zending de sympathie der gemeente noodig, sympathie in den zin van met elkander mee lijden, meeleven. De heeren Slotemaker de Bruine en On vlee spraken ten besluite een persoonlijk woord. Onder de talrijke aanwezigen werden op gemerkt de minister van onderwijs, dr Rut gers en verschillende bestuursleden van zen dingscorporaties. Het Onze Vader in alle talen. De godsdienstleeraar Koloman Kertesz heeft dertig jaar besteed om de vertalingen van het Onze Vader in ajlo talen der wereld te verzamelen. Hij heeft zijn verzameling van ongeveer 1000 vertalingen den Paus ten ge schenke aangeboden. De Paus heeft de schen king aanvaard en Kertesz zijn portret met zijn handteekening gezonden. Zondag 10 Jan. Ned. Herv. Kerk. Goes, 9.30 u. ds de Vries (H. Av.,) 2 u. ds Steinz (H. Av'.tj, 6 u. ds Homburg (Dankz.) Lokaal Wijngaardstraat 9.30 u. ds Steinz. JVilhelminadorp, vm. ds Homburg (H. Av.), nm. geen dienst. Kloetinge, 2 u. ds de Vries (H. Av.) Kattendijke, 6 u. ds de Vries. (H. Av.) Geref. Kerk. Rilland-Bath, 9.30 u. ds Adree (H. Av.)', 2 u. Idem (Dankz.). DE WATERSNOOD. Bezoek der Koningin. Gister morgen vroeg is H. M. de Koningin, welke den nacht doorbracht in haar sa lonrijtuig op het stationsemplacement te Arnhem naar Zaltbommel vertrokken. Op het stadhuis aldaar is H. M. de Koningin verwelkomd door den burgemeester en door den dijkgraaf van den Bommeler waard. Hierna werd met de auto's een tocht gemaakt rond den Bommelerwaard en daar op verschillende plaatsen gestopt, waar de Vorstin telkens een zeer harte lijke begroeting van de zijde der bevolking ten deel viel. De Landsvrouwe stelde zich in de verschillende dorpjes op de hoogte van de organisatie van den bewakings dienst rondom Bommelerwaard, welke dag en nacht nog voortdurend aller aandacht vraagt. Het beste bewijs hiervoor leverde het bezoek aan Poederoyen op, waar se dert eergisteren over een afstand van omstreeks 40 M. een verzakking is ont staan ran het binnendijklichaam. Gister nacht heeft men met een vijftal auto's voortdurend versterkingen aan deze be dreigde plek aangevoerd, met het ge volg, dat het ergste gevaar gistermorgen was geweken. Nochtans blijft op dit punt groote waakzaamheid geboden; zoo zijn b.v. opnieuw 6000 zakken zand en grint besteld. j Omstreeks half twee was H. M. te Zaltbommel terug, waar zij in baar sa lonrijtuig de lunch gebruikte, waarna de koninklijke trein te omstreeks half drie naar 's Hertogenbosch vertrok, waar H.M. de verzorging der vluchtelingen opnieuw in oogenschouw nam. Ee Koningin had in het geheel geen autoriteiten van Haar komst doen verwittigen met gevolg o.a., dat de hof- auto's, welke het hooge gezelschap van het station hadden gehaald, reeds vóór liegen aan het Raadhuis van Zaltbommel voorreden. Zóó heeft de oude bode, idie geheel in zijn eentje de Landsvrouwe moest ontvangen, wellicht zijn heele leven Bog niet staan te kijken! De Commissaris der Koningin, mr S. lbaron van Heemstra, die zich reeds in Arnhem bij het gezelschap had gevoegd, geleidde de Vorstin intusschen naar de burgemeesterskamer, waar Zaltbom- melsch burgervader, de heer Van Has selt, spoedig verscheen in gezelschap van den dijkgraaf, den heer de Jong, nota- rsi te Ammerzoden. De Bommelerwaard is tot nu uitsluitend door onafgebroken werkzaamheid behou den kunnen worden. Dag en nacht wor den de dijken dan ook met spiedende blikken gecontroleerd. Notaris de Jong, die op dezen tocht de Koningin tot geleide strekte, liet den Stoet even halt houden, toen deze op den dijk een motor met zijspan passeer-, den. Daarin was gezeten de heer Van Haatten een dijk- en waterbouwkundige, die zich in de afgeloopen dagen het praedicaat van den redder van de Bom melerwaard verwierf door zijn voortdu- rendé leiding van het werk der herstellin gen aan de dijken. De Vorstin liet den heer Van Haaften bij zich ontbieden. „U hebt zeker wel zwaar werk gehad?" „Gaat nog al mevrouw", was het antwoord, „ik ben sinds Maandag wel niet uit mijn kleeren geweest, maar we werken met alle liefde". Bij Hurwenen steeg de Koningin het eerst uit om met een groepje dorpsbewo ners te spreken. „Aardig, Koningin, dat j U zoo gauw gekomen zijt", monkelde een oud moedertje. „Ja, ik hoorde, dat U hier zoo dagenlang in angst en vrees hebt. verkeerd en wilde daarom eens ko men kijken", was het antwoord der Landsvrouwe. In de buurtschap Kerkdriel was de Ko ningin, nadat ze de auto had verlaten, spoedig door een dichten kring omge ven. Opnieuw richtte zij zich hier tot een oud moedertje met de vraag, of ze ook in angst had gezeten. „Zenuwachtig waren we gelijk", was het antwoord en toen zielsgelukkig aanstonds er bovenop: „ik had U nou nog nooit gezien en nou zoo vlak bij." In Poederoyen mengde H. M. zich on der de boeren, die bezig waren den over een afstand van 60 M. ongeveer 1 'Meter diep verzakten binnendijk te ver sterken. In 1855 brak de dijk op dezelfde plaats door als gevolg waarvan zich in het land een „wel" vormde, dat nog steeds een bedreiging vormt. Zij dankte de mannen voor hun trouwe, plichtsbe trachting en sprak de hoop uit, dat de dijk behouden zou blijven. De aardige tooneeltjes van vertrouwe lijke toenadering der Landsvrouwe met de eenvoudigsten harer onderdanen herhaal de zich overal waar Zij uitsteeg. Vluchtelingen te Tilburg. Men schrijft uit Tilburg aan de „Msb.": Dinsdagavond zijn ze gekomen, onge veer 300 in getal, allen uit het dorpje Alphen a. d. Maas, haveloos, terneerge slagen, verkleumd en hongerig, zonder eenig bezit. In de goed verwarmde ka zerne werden de menschen onmiddellijk gespijzigd en gelaafd. Een dikke hoop stroo met overvloed van dekens ver schafte hun weer voor het eerst na dagen een behoorlijk nachtleger. Den volgenden dag is het R.K. Huis vestingscomité direct begonnen met de vluchtelingen, zooveel mogelijk bij parti culieren onder te brengen. Dat ging uit stekend, want er kwamen overvloed van aanbiedingen in om onderdak te verlee- nen. Op deze manier zijn reeds ongeveer 200 personen geplaatst. Wel hoe smaakt het, vroegen we een gretig smullend gezelschap. Best, mijnheer. En vanmiddag, warm eten gehad? Ja, uitstekend, pee-stamp en 'n flink stuk vleesch. Och mijnheer, zoo hebben we het thuis niet. Hebt ge nog wat kunnen redden? Niets. We hebben ons huisraad wel ergens geborgen, maar het water kwam altijd hooger. Driemaal zijn we moeten vluchten. Maar op het laatst spoelde alles weg: huizen, hooibergen, vee, alles, alles! Niets hebben we meer, totaal niets, als we terugkomen. Wezenloos en droef staarde de man voor zich uit. Te D reu mei. Voor de redding van het vee zijn krasse maatregelen moeten genomen worden. Ruim drieduizend varkens zijn naar elders vervoerd, wijl stalling en voeding onmogelijk waren. Boor den noodtoestand ontstonden allerschandelijkste practijken. Vee-opkoopers profiteerden van de rade loosheid der kleine boeren. Varkens, ter waarde van f 20 a f 25, werden opgekocht voor een kwartje. Auto's en motorbooten arriveerden om deze varkens te vervoe ren. Er bleek evenwel buiten de waard gerekend. De inlichtingsdienst was op de hoogte gebracht en de eene auto voor en de andere boot na werden in beslag genomen. De meest afdoende maatregelen tegen deze praktijken zijn genomen. Door den hónger gedreven vallen de losloopende band- en trekhonden het vee aan, dat in lange rijen langs den dijk is opgesteld. We zagen reeds kalveren en schapen met afgevreten ooren, zelfs met aangevreten voorpooten. Alle los loopende honden worden nu neergescho ten. Nachtelijke politiepatrouilles trachten rooverijen tegen te gaan. Te Leeuwen. De toestand in Leeu wen wordt met den dag slechter, 'tls een buitengewoon ontroerend gezicht, al die menschen, waaronder verschillende schreiende kinderen en hulpelooze ouden met tranen in de oogen afscheid te zien nemen van alles wat ze aan have en goed op de wereld bezitten. Alle hui zen moeten ontruimd worden. D'oorbraak van den IJssel- d ij k b ij Z a 1 k. Uit Kampen wordt ons gemeld Om 8 uur gistermorgen heeft de door braak in den IJsseldijk bij het dorp Zalk plaats gehad. De opening was eerst 10 M. en is nu al 50 M., zoodat het geheele dorp Zalk onder water loopt en daar door ook de gemeente Kamperveen. Voor die gemeente is het niet zoo erg, omdat de huizen daar allemaal op hoogten ge bouwd zijn, aangezien Kamperveen toch ook altijd het stormwater van de zee te verduren krijgt. De straatweg van Kampen naar Wezep, de Zuiderzeestraatweg, zal spoedig niet te begaan zijn, en de spoor Kampen Hattem en de tram van Kampen naar Wezep zullen niet meer kunnen rijden. Het water loopt met geweld den polder van Oldebroek in. De polders Kamper veen, Wezep, Oldebroek en de stad El- burg worden hierdoor bedreigd. Tal van boerderijen stroomen onder; de boeren* brengen hun vee op de dijken in veiligheid. Reeds den geheelen nacht had men, nadat de storm was opgestoken, de door braak gevreesd. Het eerst werd bemerkt, dat het water door een mollengat stroom de, en direct moest toen de daarbij gele gen boerderij van de wed. Dekker ont ruimd worden. Omstreeks 8 uur brak de 1 dijk door. Met donderend geraas stortte het water naar binnen. De bewoners van de boerderij van Westerop, die eenige honderden meters achter de eerstgenoemde boerderij is ge legen, werden zoo door het water ver rast, dat zij het vee niet meer in veilig heid konden brengen en het op het hoog ste gedeelte bij het huis moesten' vast maken. Eenige uren later wist men met een roeiboot uit Zalk en twee booten van den veerdienst op het Katerveer, die men over den dijk gesleept had, onder de leiding van Lden pachter bij! het Ka terveer, de dieren in veiligheid te brengen. Droeve stoeten trokken langs den dijk om goed en have in veiligheid 'te bren gen. -De groote boerderijen, die verderop ge legen zijn, waarbij met *100 stuks vee, wilden de boeren niet ontruimen. Een zieke wilde men niet vervoeren. De kant van den dijk is bedekt met vee en huis raad. Er stond ook een wieg met een kind erin. Op marodeurs zal gescho ten worden. Uit Nijmegen wordt aan de „Tel." gemeld: Het meest dringend op het oogen- blik is de veiligheidskwestie. Een aan tal bewoners van de streek n.l. maakt van troggen en tonnen vlotten en trekt 's avonds in de verlaten boerenhoeven op roof uit. Wijl het corps der marechaus- sées piet voldoende groot is om dit vol komen te beletten, gaat men over tot an dere maatregelen. De burgemeester heeft in afwachting van de binnenkort officieel uit te vaar digen orders, opdracht gekregen om nu reeds aan de bevolking bekend te maken, dat varen op het ondergeloopen land na 5 uur namiddag verboden is en dat de maréchaussees van hun karabijnen ge bruik mogen maken. Oldebroek onder water ge loop e n. Hedenmorgen vernamen wij Het geheele N.O. gedeelte, van Olden- broek is onder water geloopen. D'e in de omgeving wonende landbouwers beginnen hun huizen te verlaten en het vee in veiligheid te brengen. Onmiddellijk zijn booten gerequireerd uit het naburige El- burg en Katerveer. Doodelijke ongevallen vielen niet voor. Te C u y k. Men is begonnen met het dichten van de drie doorbraken van den Maasdijk bij de zuivelfabriek St. Maarten. Dit geschiedt door militairen, die daar bij krachtig door de burgerij worden bij gestaan. Algemeen wordt thans krach tige medewerking van de zijde der bur gerij ondervonden. Óm 's B osch. Bij Den Bosch begon de spoordijk af te brokkelen. Onmiddellijk werden versterkingen aangebracht waarbij de militairen hielpen. Uit Kerkdriel werd bericht ontvangen, dat de dijken scherp worden bewaakt en de toestand niet ver ontrustend is. Uit Maasbommel vernam het comité heden, dat hedennacht te Maas bommel, Altforst, Appeltern enz. 42 hui zen zijn ingestort. Men zal nog zooveel mogelijk de bewoners en het vee naar Den Bosch overbrengen. De doorbraak bij Zalk- Met een ontzettende alles vernielende kracht bul dert het water de polder binnen. Schuren worden als kaartenhuisjes opgenomen, in- eengeklapt en worden in duizelingwek kende vaart door het bruisende kolkende water meegevoerd over heggen en rik kingen. Omstreeks 10 uur waren wij dicht nabij de .plaats des onheils. Groote kudden vee worden uit de huizen gedreven- Waar heen? De boeren weten het niet- Eenige regeling schijnt er niet te bestaan. De vrouwen en kinderen dragen al schreiende het makkelijkst te vervoeren goed, vooral bedden en dekens uit huis naar den dijk, waar wagens hobg worden opgeladen „Waar zal de reis heen?" „We weten het niet, maar hier moeten •we maken, dat de wegkomen"- Het watpr stijgt zienderoogen- De dijk is moeilijk begaanbaar door het talrijke vee, dat daar dooreenkrioelt waardoor voorbijgangers gevaar loopen in het water te worden geduwd. Tegenover den weggeslagen dijk staat de groote boerenwoning van Bruggeman. De deuren zijn weggeslagen, en het water dat voor in komt, vormt aan de achterzijde van het huis een meter hoogen val- Het water beukt met groot geweld tegen het huis, dat nog steeds stands houdt. Een der hooibergen wordt bij stukken en brok ken weggeslagen. We waren juist getuige, hoe een groote schuur met houtblokken gevuld werd op genomen. Het dak werd dichtgeklapt, de schuur viel ter zijde, een hevig gekraak, dan drijft de schuur snel weg den polder in, botsend tegen boomen en verder ge- legen huizen- Varkens en pluimvee kwamen in de ziedende watergolven om- f De uitgestrekte boomgaarden maken het onmogelijk om te zien hoe het vergaat met de boerenwoningen verderop in den polder gelegen. Wij zagen nog hoe een wagen uit een schuur kwam drijven en tegen een boom aan splinters werd geslagen en de stukken hout hoog boven het water werden weg geslingerd. De burgemeesters van Oldenbroek en Hattem hebben de ramp, waarvan de ge volgen nog niet te overzien zijn, in oogen schouw genomen. Het staat thans vast dat heel het lage land tusschen Zalk, Kamper veen, Kampen, Doornspijk en Elburg zal onderloopen. Hel schrikkelijk autobus-ongeluk te Tholen. V ij lezen in „de Autobus", het orgaan van den Ned. Bond van Autobus-dienst- ondernemers Dit is het eerste ongeluk van beteekenis dat plaats greep in een geregelden dienst. Met opzet schuiven wijl dit op den voor grond. Het aantal ongelukken in geregelde diensten was tot nog toe van weinig of geen beteekenis. Het is hier de plaats om dit ongeluk eens nader met elkaar te bespreken. Want dit ongeluk zegt absoluut niets tegen het autobusbedrijf. Dat is het tweede wat we zullen aantoonen. De heer Krijger, ons vfoegere H.B.- lid, heeft in Zeeland een mooi net van autobusdiensten in den loop der tijden ontworpen. Hij: is de oudste en de grootste ondernemer in die provincie. Een zijner lijnen lag tusschen het station Bergen op Zoom en het Thoolsche veer, dus over Brabantsch gebied. Men stapte bij de pont uit en de "bus ging niet mee over. Over het veer gekomen vond men de aanslui tende bus, eveneens van den heer Kriji- ger, van Tholen naar Stavenisse. Door deze twee diensten was het eiland Tho len uit zijn isolement gerukt en had het een prachtverbinding gekregen met Hol landBelgië en Zuid-Beveland, welke al leen \vterd gedrukt door het bezwaar dat men even per pont moest worden! overgezet. Want die overzetting gaat langzaam, zeer langzaam óf per groote, platte, open pont óf als er geen voertuigen zijn, met een klein, doodgewoon roeibootje. Zóó primitief? Ja lezer, zóó primitief. Als ge aan den Brabantschen kant staat, moet go soms wachten totdat de veer lieden hun kopje thee .hebben uitge dronken. Ge kunt ze duidelijk in de deur van het veerhuis met het kopje in de hand zien staan. 1 De pont is open, de roeiboot is open. Dat is niet prettig bij regen en storm. Het is daar een geweldig trekgat, do wind komt altijd om den hoek vliegen. Toen de menschen niet beter wisten, namen ze daar genoegen mee, pruttelden, spraken over de brug, "die al 75 jaar komen zal en die er nog niet is. De goede diensten van den heer Krijt- ger riepen echter ook de concurrentie wakker in "de dolle autobus-jaren 1922, 1923, en 1924. En het eerste wat de concurrenten deden was met wagen en al over de pont gaan. De menschen konden dan blijven zitten, waren be schermd tegen wind en regen en o ontzettende moeite, ze behoefden niet van de eene bus in 3e andere. W at een w onder, dat waar èn een concurrent naar Stavenisse èn twee dien sten naar St. Annaland met bus en al de pont overgingen, de bus van Krijger dit ook al eens een enkele maal Meed. Men moet goed weten, dat dit euvel zulke afmetingen aannam dat niemand er meer aan dacht bijl de pont uit de bus te gaan. Het veergeld werd door den beambte 'in de bus geïnd. Wij maken er nogmaals opmerkzaam op, dat hoe groot dit kwaad ook in den loop van zéker Wel een li/2 jaar is geworden, de bussen van "Men heer Krijger toch nog zeldzaam per pont over gingen. Nu is er een ongeluk gebeurd. Hoe? Dat Weet nog niemand. Het ge rucht gaat, dat het laag Water was, de helling dus zeer steil'; dat de motor stop viel lm de wagen achteruit reed. Wie als wijl, bij ervaring weten, hoe glad de steenen zijn door het achterge laten zeewier van het vloedwater, wie afs wijl zelfs te voet al eens zoodanig onderuit gleden, dat verbinding bij! den dokter noodig bleek, die Weet ook, dat de remmen hier geen rol spelen. Als de motor stop-valt en de bus gaat glijden, remmen of geen jemmen, niets dat hem houdt. Vooral niet als de menschen in hun angst den chauffeur van zijn plaats loo pen en hij! dus geen enkele poging meer kan aanwenden om onheil te voorkomen. Dus wijl werpen hier (en dat kunnen wé ook niet, omdat het gerechtelijk onder zoek niet bekend is) geen sEeen op on dernemer of cnauffeur. De chauffeur is een goede, flinke chauffeur; iemand, die zeker al minstens 21/2 jaar op een bus dienst bij den heer Krijger heeft gere den, die meermalen de pont -per bus is over geweest. Wij graven dieper. I De schuld ligt eerstens bijl het primi tieve overgangsveer. Hoe lang is er al g e p r aa t over die brug over de Eendracht. Doch met praten vordert men maar weinig. De schuld ligt ook bij de concurrentie. Daar is niemand in Zeeland, die er iets tegen doet. Niet alleen dorpsburge meesters, neen zelfs de burgemeester van de hoofdstad van Zeeland voelt niets, absoluut niets voor het streven van den Bond. „Er komt, ook al rijdt er geen enkele bus, geen man minder naar Mid delburg", dat is ons door Z.Ed. per soonlijk toegevoegd. Als wé het wel hebben is Zeeland de eenigste provincie wélke zich bij rond vraag door den Min. van Waterstaat te gen het concessiewetsontwerp beeft ge kant. Teder is vrij. Mooie leuze, maar onwaar Waar het de publieke veiligheid betreft Ieder is ook niet vrij een spoor of tram lijn aan te leggen. We zien nu in Tholen hoe ver We met die vrijheid komen. Zoover, dat er soms per pont 3 autobussen met men schen tegelijk worden overgezet. Nu is 'er droefheid en rouw. Nu Wordt de schuld misschien op de verkeerde plaats gezocht. Geen enkele ondernemer zo« bij schermde dienst bij het conces6iestelsei er aan gedacht hebben (als hij dus zew was van zijn menschen) met de bus per pont over te varen. Het gaat dus weer om de concessie Het concessiestelsel zal geve»- Va',i;„' beid. lg" Is men In Zeeland er nu aog tegen?? Wij kunnen het moeilijk gelooven Onze Jantjes. Jantje vertelt. Hij ligt op de riemen van de vlet en sleept met drie kameraden de boot tegen den grauw-woelenden stroom op. Hij is niet mooi, maar zijn gezicht heeft dat open frissche leuke, dat de zee en de jeugd geven. Zijn mond is te groot en zijn tanden zijn bruin Een pruim wan delt van de eene wang naar de andere en soms gaan zijn lippen naar elkaar om met eleganten zwier wat sap te loozen. En dat is een rijkdom, hij is de eenige die nog een pruim heeft. De menschen, die wille der niet uit zegt hij, daar ha-je nou die ouwe vrouw van.nou je zou zegge van bij de hon derd, maar ze mot jonger zijr^geweest Die zat in een krot van een huisje, waar van de muren al scheurden. Eindelijk had ze dan toch een lap aan een stok uitge- stoke, ze wou deruit. Ze zat boven op zol der, maar ik most door het huis heen oin bij der te komme. En de heele vloer was gaan drijven. Zoo most ik eerst op der vloertje gaan staan en wachten tot dit ge zakt was. Nou, en die vloere vau die huis- sies benne zoo rot als een peer, soms trapte je der doorheen. Soo bereikte ik de trap en brocht het mensch dat bibberde van de kou in de boot. Maar ik zeg u, ik doch dat ik het heele huis op me kop kreeg, zoo slong het te schudden in de stroom. En een andermaal, dan kom je bij men- sche, die schreeuwen van honger. Die willen dan alleen brood, maar deruit gaan ze nietze late den boel niet alleen. De pruim gleed weg uit de linker wang, bolde weer te voorschijn in de rechter Een kwak sap vloog bruin in het kokende water. Wie van jullie heeft de Koningin ge dragen? vraagt de Minister van Oorlog. Ineens staan allebei zijn wangen bol en komt een blos op zijn kaken. Ik Ekselensie, en hij. Nou en wat dacht je wel? Ekselensie, ik weet niet wat ik doch, maar ik liep van verwaandheid haast naast me eige schoene, we had dat nou kenne denke, dat ik zoo maar de Koningin van Nederland had mogge dragen. En hij heb de Prins gedrage.en morge komp de admiraal Fock, en die drage we dan weer. Luit. ter Zee van de Wetering komt met de kiek in de courant. Die hebben de jon gens nog niet gezien. Ineens laten ze alle riemen los, buigen zich er overDat he-k niet eens gezien, dat ze ons kiekten. daar staan ik.en daar jij. En dat ben ik, zegt een ander, en daar hè je hem ook. Trékken jongens! roept de bootsman. Ja jongens, we hebben haast, zegt de Minister. Weer duiken de riemen in het grauwe water, weer trekken ze uit alle macht, om de vlet tegen stroom in op gang te krijgen. Dan vertelt Jantje voort, de pet scheef op zijn rosse haren. Soms steken ze noodseinen uit, en dan kom je der in der haast naar toe, en asse se dan ziene, hoe gauw je der bint, dan denke ze, het gaat gauw genogtWe kenne óók wel blijve. Gistere ware we bij een plaassie, en daar zat dé' familie op zolder, maar de koeien stonge benede tot aan hun uiers in het water. We moste het vee redde, voor ze zelf weg wilde. Het vee neemt bij hun de eerste plaats in. Asse ze jou kop zien, dan wille ze van zelf niet mee, plaagt er een. Soo, maar as ik zoo'n kop had as j ij, dan liep ik er sebiet onder uit. Een schaterlach gaat op. Den heelen dag zwoegen en sleepen ze, maar bij alle misère vergeet een Hollandsche Jan het lachen nooit. En de kwinkslagen liggen hem vóór in den mond. De Minister vraagt iets.„Jawel me neer". zegt Jan. Maar meteen geschrok ken, met een kleur: „Neem me niet kwa lijk, ekselensie, da'k meneer zei, dat viel me zoo uit me mond, ziet uwé, ik ver giste me." „Zoo," lacht de Minister, „en dacht je dan, dat een excellentie géén „meneer" was?" En dadelijk-hebben ze weer pret. Dan neemt Jan met een Piet den „excellentie" tusschen hun in. „Nou he-k de minister van oorlog en marine ook nog in me arme gehad. Wie had dat nou ooit gedocht." Maar aan den wal gaan ze ineens stram in de houding staan, hand aan pet, vier Heldersche jongens en een bootsman. Ik geef den bootsman een ietwat geldi- gen handdruk en ineens een juichkreet: „Jonges, een achterwiel, nou hebbe we voor de heele week een rookertje. Nou benne we bove Jan!" Schatrijk met de ééne achterwiel liggen ze weer op de riemen. Met schuim aan den boeg schiet de vlet door het water, naar den grauwen horizon, waar overal noodvlaggen wapperen. Onze echte pur sang Jantjes, jongens van Jan de Wit. (Tel.). Verkeersregeling in de Oudheid. Wij lezen in „De Maatschappij": Onze aan verkeersagenten en vlucht heuvels rijke tijd heeldezich niet in, dat de zorg voor het openbaar verkeer pas iets is van de 20ste eeuw. Dat toont het „Vad." wel aan, aan de hand van ar chiefstukken uit het oud-archief van de Residentie. 1 1

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6