Donderdag 7 Januari 1926
46e Jaargang
If© 82
Buitenland.
Bbmenlsiil
In levens branding
Wie Zenuwachtig is,
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
OVERHEID EN WET GODS.
VeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentie n
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Tusschen Anti-revolutionairen en Chris-
telijk-Historischen is meermalen strijd ge
voerd, ook nog enkele weken geleden,
over de vraag ot de overheid ais zoodanig
gebonden is aan Gods wel, dan wel oi
dit slechts van de overheidspersonen kan
gelden.
In het program van de A.-K. partij
heet het: „Ook op staatkundig terrein
belijdt zij de eeuwige beginselen van Gods
Woord; zoo evenwel dat het staatsgezag
4 nóch rechtstreeks nóch door de uitspraak
van eenige kerk, maar alleen in de
consciëntie der overheidspersonen, aan do
ordinantiën Gods gebonden zij.
En het program van de Chr.-Hist. Unie
zegt: „De regel waarnaar het gezag in
den Staat moet worden uitgeoefend, is de
in de H. Schrift geopenbaarde ordening
Gods, onverschillig welke de personen zijn
die tijdelijk met eenige' staatsbediening
zijn belast."
Dit verschil is meermalen geweldig op
geblazen.
Men heeft hierin gezien een der ken
merkende verschillen tusschen de A.-R.
partij en de Christelijk-Historische Unie
en de voorstelling is gewekt alsof de
Anti-Revolutionaire partij den eisch van
de Overheid om te vragen naar Gods wil
verschuift van de Overheid naar de over
heidspersonen en daarmede dus stilzwij
gend erkent het recht van andere Over
heidspersonen om naar hun beginsel te
regeeren wat dan hun beginsel ook zij.
Wij gaan op deze kwestie die reeds
zooveel noodeloos stof heeft opgejaagd,
ook nog bij de jongste verkiezingen,
hier thans niet nader in, maar wij ves
tigen alleen de aandacht op wat het
Zaterdagsche bijblad van de „Nederlan-
i der" waarin Dr Slotemaker de Bruine
de leiding heeft, hieromtrent opmerkte:
„Wij zullen ons te dezer plaatse in
het politieke geschil geen oogenblik
jjjg mengen. 'Maar wel schijnt juist te dezer
plaatse een opmerking geoorloofd en
gepast omtrent het zedelijk-geestelijk
K element, dat mede in dit vraagstuk
werkt.
Wij veroorloven ons twee van zulke
opmerkingen.
Dle eerste is deze, dat op dit ernstig
terrein zoowel misverstand als verdacht-
making naar beiden kant geweerd moet
blijven en dat dus de vraag zelfs niet
^'gesteld mag worden: wie de overheid
I wil doen handelen naar Gods wil en wie
niet.
Want er is onder de christenen nie-
mand, die dit niet wil. De onderstelling
dat iemand wie ook, het niet zou wil
len, 'is een dwaasheid. Het is een belee-
diging bovendien.
De vraag in geding is uitsluitend dezer
wat God van de overheid vraagt. Hierom
trent is verschil zeer wel mogelijk en
bestaat veel verschil. Doch daarover kan
men als christenen onderling handelen
zonder eenig pijnlijk element.
Laat men dan ook zóó de zaak stel
len. En het niet doen voorkomen, als
of de een God wil gehoorzamen en de
ander God niet wil gehoorzamen!
Onze tweede opmerking luidt aldus:
Stel, dat wij het eens zijn over het
geen Gods Woord in een bepaald geval
van de overheid vraagt. Moeten wij: dan
van iedere overheid in ernst vergen en
in ernst verwachten, dat zij zich naar die
overtuiging zal gedragen afgezien van de
overheidspersonen, d.i. afgezien van de
65.) -O-
Het middagmaal ging als een droom
voorbij, en het uur van afscheid nemen
brak slechts al te spoedig aan. 'Maai
de eischen van zijn w'erk iieten hem
geen keus. Toch besteeg hij nimmer
de trappen van zijn kantoor met meer
genoegen, als hij het dien avond deed',
en nooit schreef hij met meer opgewekt
beid zij!n hoofdartikel.
Na dien avond ontdekte hiji, dat Rus-
tell Square in den weg lag van zijn
kamers naar zijn kantoor en omgekeerd.
En wonderlijk, Floss kwam dikwijls tot de
ontdekking, dat zij naar de City moest,
omstreeks den tijd, w'aarop Douglas
voorbijkwam; en het was bepaald aardig
hen hun verbazing over de ontmoeting le
hooren uitspreken.
De dokter was ook altijd bij Douglas
te zien, en minstens eens per week kwam
hij op Rustell Square eten. De dokter
had naar Douglas' familierelaties geïnfor
meerd, en was daar tevreden mede. Dus,
iriplaats van den vertrouwelijken omgang
tusschen hem en Floss te verhinderen,
moedigde hij dien aan. Douglas had' wel
iswaar geen fortuin, maar hij) had een
vraag, of deze personen die overtuiging
doelen?
Wij verklaren gaarne, daarvan geen
woord te begrijpen. Hoe? Zal ik als chris
ten van een minister vragen, dat hij han-
dele in strijd met zijn overtuiging?
Wanneer wij de besliste overtuiging
hebben, dat in een bepaald geval God
van de overheid een bepaalde daad vraagt
en de overheidspersonen van dat moment
deelen die overtuiging niet dan staan
er slechts twee wegen open. Of men
overtuige de overheidspersonen van on
gelijk. Óf men beijvere zich, dat andere
personen hun plaats innemen. Twee we
gen slechts. De derde, namelijk: men
eisclie, dat de overheidspersoon liandele
tegen zijn overtuiging is geen weg.
Want indien het denkbaar ware, dat de
betrokken overheidspersoon zou toegeven,
dan zou dit karakterloosheid en huiche
larij beduiden.
Hoe dit ooit christelijk kan wezen, is
ons niet helder."
Met belangstelling hebben wij van deze
opmerkingen kennis genomen.
Hier wordt een toon beluisterd, die
weldadig aandoet en die verdere zake
lijke discussie mogelijk maakt.
Prins Lodewijk Windisch-Graetz.
Prins Lodewijk Windisch-Graetz, die
thans in hechtenis verblijft, verdacht als
een der hoofdschuldigen in het schandaal
van de Fransche bankbiljetten, heeft, naar
een Weensch blad opmerkt, steeds in een
atmosfeer van avontuur geleefd. Hij had
altijd iets lichtzinnigs over zich, ^zoowel
in de politiek als in het dagelijiksch
leven. Hij begon zijn loopbaan met een
reis naar Oost-Azië en zijln eerste avon
tuur Was het sluipen door de Japansche
linie en zijn gevangenneming door de
Russen. Na zijn in vrijheid stelling ver
trok hij met een Noorsch vrachtschip
naar Japan. Onderweg overviel het schip
een tyfoon ende kapitein en de prins
lieten zich op de brug vastbinden en
hielden zich op de been met champagne
en scheepsbeschuit. Te New-York kwam
de prins in een verdachte omgeving te
recht en bracht hij een nacht door in het
huis van bewaring, te midden van mis
dadigers en publieke vrouwen. Tweemaal
is hij in Afrika op de leeuwenjacht ge
weest. Toen hij weer in Hongarije terug
gekeerd w'as, bleek zijln geheele vermo
gen er aan te zijln gegaan. Hij trouWde
met gravin Maria Szechenyl en nam
zelf 'het beheer zijlner goederen w'eer
op zich.
Later wterd prins Lodewijk Windisch-
Graetz de vertrouweling van graaf Tisza,
van wien hiji zich weer afscheidde uit
ontevredenheid over diens houding inzake
het kiesrecht.
In den oorlog stichtte de prins de be
roemde tijgerbrigade, die alleen uit on
verschrokken jongens van 18 jaar be
stond en zich door tal van roemrijke wa
penfeiten heeft onderscheiden. Op be
trekkelijk jeugdigen leeftijd de prins is
thans 43 jaar oud werd hiji minister
van voedselvoorziening. Niet alleen
maakte hij deel uit van het kabinet,
doch hij Was een der voornaamste raads
lieden van keizer Karei. Met de paci
fistische denkbeelden van zijln vorst ging
de prins volkomen mede en hij had
een plan voor oogen om de verschillende
vclken der monarchie te verzoenen door
de vorming van een driedeeligen staat
goed hoofd en een degelijk karakter
hetgeen veel meer Waard was.
Op zekeren Zaterdagmiddag, toen Dou
glas een bezoek kwam brengen, vernam
hij, dat de dokter uit was, hetgeen hem
echter volkomen onverschillig was, toen
liijl hoorde dat Floss zich in het salon
bevond.
Zij bestelde thee en was in haar aan
genaamste stemming.
„Herinnert u u dien middag, toen wij
samen thee dronken in Deeping?"
„Maar 'het Was toen winter", zeide
zij, „en nu is het midden in den zomer."
„Na dien dag was het in waarheid
winter. Maar het was zomer, zoolang
ik bij u was."
Zij antwoordde niet, en begon de thee
in te schenken.
„Ik geloof, dat u dien dag vóór mij
gespeeld hebt", zeide zijl na eenig stil
zwijgen.
„Doet u nog altijd aan muziek?"
„Weinig. Ik heb er niet veel tijd voor
gehad. Daarenboven is de piano van
jutfrouw Lukas geen verleidelijk instru
ment."
„Wilt u niet eens op de mijlne oefe
nen?"
„Bedoelt u vandaag?"
„Ja.
„Dank u, ik zou liever praten. Ik
heb u iets-belangrijks te zeggen."
met zulk een snelheid, dat de volledige
ineenstorting zou worden voorkomen. Het
Was toen echter reeds te laat en de
ondergang van de monarchie w'as niet
meer te keeren. Als minister trad dé prins
krachtig op en hij heeft zich ongetwij-
leld verdienstelijk gemaakt door de ver
betering van het leger. Zijln lichtzinnigheid!
speelde hem echter ook hier parten. Vaak
waren zijln besluiten met elkaar in tegen
spraak en in de beruchte Boedapester
aardappelaffaire werd ook zijln naam ge
noemd. Zeker is ,dat aan het eindq
van den oorlog de prins zoowel bij mo
narchisten als republikeinen evenzeer ge
haat was.
De prins behoort tot een geslacht, dat
al van het begin van de 14e eeuW
dagteekent. (N. R. Ct.)
De nood in Rijnland.
De sociaal-democratische landdagafge
vaardigden hebben in den Pruisischen
landdag een motie ingediend, waarin er
op gewezen werd, dat het Rijnland sedert
1920 thans voor de derde maal door
hoog Water is bezocht, waardoor 50.000
arbeiders werkloos zijln geworden. De aan
gerichte schade wordt op 30 millioen
mark geraamd. De verschillende gemeen
ten en districten zijn de schade door
het hoogwater in 1924 aangericht welke
18 millioen bedroeg, nog niet geheel
te boven en deze zijln daarom niet in
staat, de noodzakelijke hulp in voldoende
mate te verleenen. Aangezien het Rijln-
land reeds 8 jaar lang onder een hevige
economische crisis gebukt gaat, wordt
de staatsregeering dringend uilgenoodigd,
middelen ter beschikking te stellen tot
verzachting van den verschrikkelijken nood:
en er ook bijl de rijksregeering op aan te
dringen, belangrijke bedragen beschikbaar
te stellen.
De aardbeving in Itafië.
De korte aardbeving, die Zondag' in
1 Noord-Italië heeft plaats gehad en tot
in Calabrië werd bespeurd, heeft geen
ernstige schade aangericht, doch wel een
paniek veroorzaakt .In Venetië vooral
was de stemming een oogenblik hoogst
opgewonden. Reeds in den vroegen och
tend pakten zich grauwe wolken boven
de stad samen en heerschte er een door
dringende koude, die 's avonds nog toe
nam. Een dichte nevel steeg uit de la
gunen op en geheel onverwachts voelde
men vrij krachtige schokken. liet bijgeloo-
vige volk meende, dat het laatste uur voor
Venetië had geslagen en snelde naar
buiten. In de bioscopen, die stampvol
Waren, ontstond een ontzettend gedrang
en in een oogenblik w'as het op het
San Mareoplein en de Rivia degli Schia-
vone zwart van de menschen. Velen
sprongen in gondels, doch het schudden
.der aarde bracht ook het water in hevige
beroering.
Lang duurden de schokken niet, slechts
negen minuten, maar lang genoeg om"" de
straten bezaaid te doen liggen met glas
scherven, steen en en vooral met voorwer
pen, die de angstig vluchtende bevolking
onderweg had verloren. De schade heeft
zich echter tot een dertigtal schoorsteenen
beperkt.
De trek naar de steden.
Naar de Umschau mededeelt, woont
62.9 pet. van het geheele Duitsche volk
in steden pn slechts 37.1 pet. op het
platte land. Behalve Berlijn zijn er in
Duitschland 19 sleden met meer dan
250.000 inwoners, terwijl er in Frankrijk
behalve Parijls slechts 3 en in Engeland)
behalve Londen slechts 11 zijin.
„Over oom? Vindt u, dat hij achter
uit gaat?"
Hij liep de kamer door en ging: naast
haai' zitten. „Ik geloof, dat u weet, waar
over het is", zeide hij, terwijl hij haar
hand in de zijne nam, en hij wachtte
een oogenblik om te zien of zij haar ook
terug zou trekken; maar zijl liet haar kalm
in de zijine rusten.
„Toen ik ziek lag in uw huis te
Deeping, hebt ge stellig reeds begrepen,
dat ik u liefhad", zeide hij'. „En het
was vriendelijk van u te trachten die
liefde in den aanvang te dood'sn. Maar
zelfs toen, had zij reeds te diep wortel
geschoten. Ik zal niet 'trachten u te
vertellen, wat ik leed. Toen deed ik
die ontdekking aangaande dien vriend
■van u, en ik trachtte, op mijn onbeholpen
manier, u te redden, niet om mijns zelfs-
wil, maar om uzelf."
„Gijl hebt mij gered", zeide zij, hem
aanziende, en ik heb nooit opgehouden
u dankbaar te zijn."
„En ik heb nooit Opgehouden u lief
te hebben. Ik heb nooit een andere vrouw
liergehad. Ik zal nooit een andere lief
hebben. Denkt ge, dat g'e nog eens kunt
liefhebben, en
„Nog eens liefhebben!" zeide zij, harts
tochtelijk. „Ik heb D'avid Sutcliffe nooit
iiefgehad. Ik w'as nog zoo jong en oner
varen, en het was de wensch mijner
Toch is de trek van het Duifeclhe
volk naar de steden pas betrekkelijk laat
begonnen. In 1871 toen het zielental 41.1
millioen was, woonden slechts 4.8 pet.
in groote steden, negen jaar later bijl
een betrekkelijk gering accres al de helft
meer. In 1910. toen het zielental de 65
millioen bereikte, w'oondie al' één derde
deel in de groote steden. In 1925 nu het
bevolkingscijfer tengevolge van den we
reldoorlog en de verloren gebieden tot
62.4 millioen is gedaald, w'oont al haast
twee derde in de steden en nog maar
ruim een derde op het land. De Umschau
acht dit .een zeer, bedenkelijk verschijn
sel en vreest dat de trek naar de steden
nog zijn hoogtepunt niet heeft bereikt.
De troonopvolging in Roemenië.
Kroonprins Carol van Roemenië heeft
naar aanleiding van de verschillende ge
ruchten, die naar aanleiding van zijn
troonafstand de ronde doen, verklaard,
dat zijn aftreden uitsluitend door politieke
overwegingen gemotiveerd werd.
Prins Carol .blijft Roemeensch burger,
hij verliest echter het recht van uitoefe
ning zijlner politieke rechten. Hij kan
slechts naar Roemenië terugkeeren met
goedkeuring van den koning1 of van den
regontschapsraad. Hiji verliest verder zijn
vaderlijke rechten op zijn zoon, thans
troonopvolger.
De bankbiljetten-affaire in Hongarije.
De Hongaarscbe regeering treedt in de
zaak der valscbe francsbiljetten met de
'grootste gestrengheid op, en ontziet daar
bij geen personen, zpoals gebleken is,
uit de arrestatie van prins Windisch-
Graetz, welke gevolgd is door de arres
tatie van Nadossy, het hoofd der politie.
Daar te begrijpen was, dat van deze
zaak gebruik zou worden gemaakt, om
op groote schaal propaganda tegen Hon
garije ''te voeren, heeft de regeering ter
stond het initiatief genomen, om de zaak
geheel op te helderen, en allen, die daar-,
bij betrokken waren, te straffen. Het is
dan ook onjuist, dat de maatregelen eerst
op aandringen van de Fransche regeering
zouden zjjn genomen. De Hongaarsche
regeering is besloten, niets te verhei-<
melijken.
De in het buitenland verspreide be
richten omtrent het betrokken zijn van!
de leden der Hongaarsche regeermg bij dit
schandaal, moeten met het grootste voor
behoud worden aanvaard. Het bericht, dat
de minister van binnenlandsche zaken
afgetreden zou zijn, evenals de berichten
omtrent het a-s. aftreden van den minister1
van eeredienst en den Honved-minister,
zijn volkomen uit de lucht gegrepen.
Het "Hongaarsche kabinet zal in zijn
tegenwoordige samenstelling zich ook
verder met de leiding der zaken blijven
belasten.
De Fransche nationale bank heeft door
haar naar Boedapest gezonden vertegen
woordiger den dank der Fransche regee
ring laten overbrengen aan de Hongaar
sche regeering voor haar energieke po
gingen om zonder aanzien des persoons
de vervalschers op te sporen.
Korte berichten.
De Zwitsersche Bondsraad heeft
Tonelle, een Italiaan, die redacteur is
van het liberale blad. Stampa, 't Welk
te Lugano verschijnt, gewaarschuwd, dat
zoo hij mocht voortgaan met het publi-
ceeren van beschouwingen die beleedi-
gend zijln voor de Italiaansche regeering
en voor Mussolini, hij onverwijld zal
worden verbannen.
overleden ouders. Wat moest ik doen? Ik
heb nooit geweten, wat liefde beduidde
tot
Toen, met een vurigen blos, rukte zij
haar hand los, stond op en lièp naar
het andere einde van de kamer.
Hij w'as onmiddellijk bij haar.
„Floss", zeide hij! zacht, haar hand in
in de zijne leggende. „Hebt gij geleerd
mij een weinig lief te hebben?"
„O, Douglas", riep zij uit, met tra
nen in de oogen. „Ik heb1 nooit iemand
anders liefgehad dan u."
In het volgende oogenblik was zijln
arm om haar heen, en rustte haar ge
laat op zijn schouder.
Er is in het lange leven misschien
geen heerlijker oogenblik, dan dat, waar
op de liefde wordt bezegeld door den
eersten kus en twijfel plaats maakt voor
blijde zekerheid.
Samen zetten zij zich op de sofa, en
daar zaten zij hand in hand, en spraken
over Maar dat behoeft niet verteld.
De gesprekken van pas verloofde paren
moeten maar. liever niet gedrukt worden.
De dokter kwam thuis, ging naar zijln
kamer en viel in slaap. De klok op
den schoorsteen tikte voort, zonder dat
iemand er acht op sloeg. De zon zonk
lager en lager in het Westen en de
schaduwen der hooge huizen vielen over
het Square; maar voor Floss en Douglas
'Onrustig en Overspannen, en zijn gewone
Kalmte wil herwinnen, gebruike eenigen
tijd de kalmeerende en zenuwsterkende
Mijnhardt's Zenuwtabletten.
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog.
Volgens sommige berichten moet
in het TurkschRussische verdrag een
geheime bepaling opgenomen zijln, volgens
Welke Rusland zich verplicht, om, indien
Turkijle aangevallen mocht worden, de
haven van Batoem en voorts wapenen,
munitie en paarden ter beschikking van
Turkijle te stellen.
Kabinet s-crisis.
Men schrijft uit parlementairen kring
aan het Centrum
De meeste menschen denken, dat de
Kamerleden precies op de hoogte zijn van
don stand der crisis. Dit is geenszins
het geval. Sinds Dr de Visser als Ka
binetsformateur is opgetreden, is er nog
geen enkel contact met del R. K. Kamer
fractie geweest. Deze hoeft dan ook al
dien tijd niet vergaderd.
Naar verluidt is dr de Visser nog
steeds niet geslaagd, maar was hij de
laatste dagen meer hoopvol gestemd. Wiel'
schijlnt het uitgesloten, dat het geheele
kabinet-Colijn in een extra-parlementair
Kabinet wordt omgezet. Althans van Dr
Schokking, den minister van Justitie,
wordt gemeld, dat hiji niet bereid is zit
ting te nemen in een Kabinet, dat het
Gezantschap bij den Paus zal handhaven.
Hiji staat' dus blijkbaar op het stand
punt van de heeren Snoeclc Henkemans
en Krijiger.
In welken vorm Dr de Visser het Ge
zantschap wil handhaven is niet bekend.
Wel wordt verwacht, dat ,nu de Ka
tholieke Ministers niet bereid bleken
om er toe mede te werken, dat Jhr. van
Nispen tot Sevenaer ontslag zou krijgen,
terwijl dan de Gezant te Bem tevens
bij den H. Stoel geaccrediteerd zou Wor
den, de oplossing gevonden zal Wor
den, door Jhr van Nispen te Rome te
laten, en hem te Weenen te accredi-
teeren.
De Kamer behoeft dan op het votum
van 11 Nov. niet terug te komen, daar
de geschrapte gelden dan niet noodigt
zijn. Wel kan men verwachten, dat er
dan een motie zal worden voorgesteld,
Waarbijl de Kamer ófwel deze combinatie
afkeurt, ófwel zich uitdrukkelijk uit
spreekt voor de opheffing van het Ge
zantschap bij den H. Stoel. De vraag
is nu maar, hoevele C hr i s t elijk-H istorb
sche Kamerleden bereid zullen worden
gevonden om dan tegen deze motie te
stemmen.
Diit is de w'are oorzaak, waarom de
crisis zoo lang duurt, zonder dat men
iets positiefs verneemt.
Toch zou het geen verwondering be
hoeven te baren, wanneer binnen enkele
dagen Dr De Visser aan het einde van
zijn moeitevollen en zeer del'icaten arbeid
gekomen bleek.
Uit de beste bron verneemt het Ned.
Corr. Bureau, in tegenstelling met l'oo-
pende geruchten, dat een eventueel aan-
blijven van het tegenwoordige kabinet,
geen verwisseling van zittende ministers
door andere personen zal tengevolge heb
ben.
bestond er noch tijd, noch schaduw,
noch zonsondergang. Zijl dachten aan
niets en zagen niets dan elkander.
In latere, jaren zag Douglas dikwijls
terug op .dien dag, als het w'are begin
van zij'n leven. Floss riep al het beste
in zijn natuur Wakker. Zij werd zijn
inspiratie, en alles w'at hij in later ja
ren tot stand bracht, dankte hij-voorna
melijk aan haar.
In de stilte der avonden, als zijn Werk
Was geëindigd, spraken hij en Floss dik
wijls over dè oude dagen te Deeping,
en verbaasden zich soms over de fouten,"
die zij begingen.
„Ach lieveling", zeide hij dan, „ik
Was toen nog in de dagen mijher jeugd,
en de jeugd is gewoonlijk wijs in eigen
oogen. Ik geloof, dat ik oprecht genoeg
was, maar ik had geen takt."
„Misschien zouden 'andere menschen
niet beter gehandeld hebben." antwoord
de zij met een harer liefste glimlachjes.
„In ieder geval deed ik één verstan
dig ding:ik kreeg u lief".
En tot antwoord stak zij hem dan
haar hand toe, en liet die rusten in de
zijne. Endan zwegen beiden.
EINDE:.
I l
l I
.1 L.
i J i-