DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Rechtszaken
Land- en Tnintonw.
Gemengd Nieuws.
In 's levens branding.
FEUILLETON.
VAN
ZATERDAG 12 DEC. 1925, No. 63.
„WIE ZIJT GIJ."
.."Wie zijt gij, pinkelend sterrenlieer,
dat aan den hemel staat?
Zijt gij de kroon van God den Heer,
Zijn diamantsieraad?
Zijt gij de wachters, trouw en goed,
die zijnen throon bezwaart?
Zijt gij het zand Waarop zijn voet
al wandelend henenvaart?
Dient gij aan zielen duizendvoud,
tot woning en verblijf?
Zijt gij uit goud of Wat? gebouwd
en 'welk is uw bedrijf?
'k En weet bieten, hoe kleen ik ben
op dezen w'ereldbal,
een zandeken, een punteken,
in 's hemels Wijd heelal,
'k benijde u niet, o sterren daar,
't zij w:at ge zijt of doet,
'k benijde u niet, al hebbe ik maar
mijn armen Jesus zoet!
Zijn tabernakel bouwt hij niet
noch zijnen zetel zal
Hij zetten in het stergebied
maar in dit tranendal:
in Bethlehem, te Nazareth,
te Roomen, overal
hier heeft Hij zijnen throon gezet,
hier in dit tranendal!"
I Ge zei le.
Aan een vriend van „Patrimonium".
Mijn Vriend,
Ce hebt zeker, wanneer ge m Amster
dam waart, wel eens gezien dat men bezig
was om een huis te bouwen. Voor ons,
Zeeuwen is, al zijn we geen bouwkundi
gen, dit altijd bijzonder interessant. Ge
weet, Amsterdam heeft een erg slappen
bodem en wanneer men daarop nu een
der kapitale buizen wil zetten, zooals men
die daar bouwt, dan vereisckt het heel wat
tijd en kosten om dien bodem zoodanig
to maken, dat hij het gewicht van het ge
bouw dragen kan. Massa's palen worden
daartoe in den grond gedreven, een
schouwspel dat wij niet dagelijks in onze
omgeving zien. Ik gebruik dit aanloopje
maar om op een eigenaardigheid te wij
zen. Mij beeft altijd art. 1 van de Statuten
van „Patrimonium" getroffen. Daarin is
sprake van den grondslag van „Patrimo
nium". Reeds eerder hadden wij bet over
die negen mannen die saam kwamen om
een bepaalde vraag te beantwoorden. Zij
kwamen daarmede gereed, en door hen
werd dit antwoord geformuleerd in art. 1
der Statuten. Evenals Amsterdam's bodem
was destijds de formuleering van veler be
ginsel slap. 't Was een uitvloeisel der libe
rale theorie. Immers, ge weet het, deze
acht nog altijd dat met name de godsdienst
een zaak voor de binnenkamer is. Te hei
lig om daarmede in het openbare leven
op te treden. Men spreekt dan van een
mystieken band, alleen echter voor de bin
nenkamer. Deze opvatting deelen wij niet.
Ik herinner u slechts aan den zuurdeesem,
die het geheele deeg doortrekt. Echt Cal
vinisme eischt dan ook alle levensterrein
op voor den Christus. Pro Rege. Juist die
gedachte vond ik terug in art. 1 der Sta
tuten van „Patrimonium". Deze mannen
voelden het: wilden zij met vrucht werk
zaam zijn, dan moest de grondslag deug
delijk wezen. Vast en betrouwbaar. Ge
weet, ik verklap daarmede geen geheim,
onder hen waren mannen die kennis van
bouwen hadden. Beeremans, de bouwkun
dige, Kater, de metselaar, om tot deze
twee mij maar te bepalen; zij> kenden de
waarde van een hechten bodem. Hoe het
zij, de grondslag werd gelegd. „Gods
Woord en de traditiën van ons Volk zijn
de betrouwbare grondslagen van onze
maatschappij", aldus formuleerden zij bet,
en op dit fundament wenschten zij voort
te werken. Voelt ge bet verschil? Het libe
ralisme predikte verdraagzaamheid, vrij
heid voor het individu, eerbiediging van
iedere overtuiging, godsdienst was te
waardeeren, docli hij had geen waarde
voor de maatschappij; de Staat had iedere
overtuiging te eerbiedigen, en daarom
weg met den godsdienst naar de binnen
kamer. Tegenover deze ideeën der Revo
lutie plaatsten deze mannen fier de eeuwi
ge beginselen van Gods Woord. Als het
eenige redmiddel voor Staat en Maat
schappij. Als een veilig baken in de woe
lende branding. Als het eenige fundament,
dat nimmer wankelen zal, daardoor be
trouwbaar is en alléén in staat zal blij
ken het gebouw der christelijk sociale be
ginselen te dragen. Tot Godes eer, en tot
heil des Volks.
De grondslag was gelegd; mijn waarde
broeder, helpen wij daarop voortbouwen.
Beste groeten,
G. O. Z. P.
Arr.-Rechtbank te Middelburg.
Ter terechtzitting van de Rechtbank
werden gisteren behandeld:
C. W'„ van beroep koopman, 27 jaar,
wonende te Vlissingen, beklaagd dat hij
op .15 Oct. 1925 te Middelburg om het
handelsmerk of bedrijïsdebiet van ziclr-
zelven als verkooper van sigaren te ves
tigen, te behouden óf uit te breiden eeni
ge hedriegelijke handeling, heeft geploegd
tot misleiding van het publiek, door al
daar op de Markt opzettelijk listiglijk
en bedriegelijk sigaren, ofschoon niet zijn-
do Aviateur-sigaren van de firma Kessels
en van Hussen te Strijp, te verkoopen in
kistjes van die firma, waarin voornoem
de Aviateur-sigaren werden verkocht en
welke kistjes aan binnen en buitenkant
voorzien waren van het wettig gedepo
neerd fabrieks- en handelsmerk van de
firma Kessels en v. Hussen te Strijp
van welke fabriek en handelsmerk de
inschrijving was geschied bij het Bu
reau voor den Industrieelen Eigendom,
tsrivjjl opzettelijk bedriegelijk bij die
kistjes op den voorkant en achterkant
en bovenkant het woord „Aviateur" en
op de zijkanten een afdeeling van een
vliegmachine en op een der zijkanten
tevens een gedeelte van een sluiteti-
kette overplakt Waren en van voornoemd
fabrieks en handelsmerk dat zich aan
do binnenzijde bevond, het woord „Avia
teur" bedekt was met een stukje wit
karton, waarop stond vermeld 7 voor 25
cent, door Welke hedriegelijke hande
lingen het publiek in den waan werd ge
bracht, dat door beklaagde werden ver
kocht sigaren van voornoemde firma.
Beklaagde, 'door den president onder
vraagd, geeft toe andere dan Aviateur-
sigaren in kistjes van het merk „Avia
teur" te hebben verkocht. Getuige Julia
nus, sigarenwinkelier te Middelburg, zegt
op de markt te Middelburg te hebben
waargenomen, dat door bekl. sigaren wer
den verkocht uit kistjes dragende het
merk „Aviateur", dat geen Aviateursiga-
ren waren. Bekl. verkocht 7 stuks van die
sigaren voor een kwartje. Wij winkeliers
zegt getuige, hebben va.n dergelijke han
delingen veel schade en last.
Eiscli f50 of 50 d. li.
E. Di„ arbeider, 39 jaar, wonende te
Biervliet, beklaagd van mishandeling van
M. L. Seynesaal en L. M. Verbuyt te
Eiervhet op 14 October 1925. Eisch f25
of f25 d. h.
J. B., 34 j., rijksklerk te Middelburg,
beklaagd dat hij in den loop van 1925
uit de kassen van de Griffie van het
Kantongerecht aldaar een bedrag van
plm. £800, welke gelden hij als ambtenaar
in dienstbetrekking onder zich had, we
derrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Beklaagde, door den President onder
vraagd, bekent een bedrag van ruim
1' 800 aan Griffiegelden te hebben weg
genomen. Dit bedrag, zegt bekl. is in
middels geheel terugbetaald.
Mr Schouten, de Griffier van het Kan
tongerecht te Middelburg, als getuige ge
hoord, zegt aan beklaagde geen vergun
ning te hebben gegeven de. vermiste gel
den weg te nemen. Wanneer ik, zegt
deze getuige, niet ter Griffie aanwezig
was, had bekl. het beheer over do Grif
fiegelden.
Öe officier van Justitie requisitoir ne
mende, zegt dat beklaagde schandelijk
misbruik van vertrouwen heeft gemaakt
en dat hoogmoed en drankzucht zijin
hoofdfouten zijn. Hij eischt tegen beklaag-
cfo 6 mnd. gev.straf.
C. v. E., werkman, 62 j., "te Middel
burg Was in Hooger Beroep gekomen te
gen het vonnis van den Kantonrechter
te Middelburg dd. 21 Oct. 1925, waarbij
hij wegens openbare dronkenschap ge
pleegd bij herhaling, was veroordeeld tot
een hechtenisstraf gedurende tien dagen.
Eisch vernietiging vonnis, doch zelfde
straf.
J. 'W„ 41 j., koopman, te Hanswteert,
Was in hooger beroep gekomen tegen een
vonnis van den Kantonrechter te Goes
dd. 23 Oct. 1925, Waarbij hij wegens over
treding van de IJkwet was veroordeeld tot
vijfgeldboeten elk van 2 gld., met ver
beurdverklaring van de in beslaggenomen
maten .en gewichten. Eisch bevestiging
van het vonnis.
In alle zaken uitspraak Woensdag over
8 dagen.
Door de Arrondissementsrechtbank
te Middelburg werd in de navolgende
belastingstraizaken uitspraak gedaan:
B. M„ 33 j., schipper en J. S. 57 j.,
schipper, beiden gedomicilieerd te Am
sterdam, beklaagd van schending verze
geling van een schip; beiden vrijspraak;
Th. v. W., 49 j., slager, te Hontenisse, ont
duiking accijns: vrijspraak; C. d. M., 53 j.,
broodbakker te Overslag, verboden nedcr-
lage, 1200.10 of 1 mnd. hecht.; J. Dl,
32 j., handelaar te Krombeke (België)
weigering visitatie: f300 of 1 mnd. h.;
J. d. G., 45 j., schipper te Rotterdam,
niet vertoonen volgbrief: vrijspraak; H.
M., 26 j„ schipper te Wemeldinge, van
Nederland naar België varen met eert
schip zonder aan de uiterste grens uit
te klaren, 2 maal f 10 of 2 maal 5 d. h.
J .v. K., 51 j., slager te Hontenisse, ont
duiking accijns op geslacht: vrijspraak;
P. O., 47 j., schipper te Sas van Gent,
niet vertoonen volgbrief, f5 of 5 d. h.
G. A„ 46 j. en H. H. 40 j., resp.
sigarenfabrikant en sigarenventer, beiden
wonende te Zierikzee, ongedekt vervoer
van sigaren, nq. 1 2 maal f 100 of 2 maal
5 d. li., no. 2 f 50 of 5 d. h.M. B.,
31 j., sigarenfabrikant te Zierikzee, ver
voer van ongebanderolleerde sigaren, f 50
of 5 d .h.; M. Bl, 31 j., sigarenfabrikant
to Zierikzee, uitslag van ongebanderol
leerde sigaren, 2 maal f100 of 2 maal
5 d.; D. R., 40 j., sigarenfabrikant en
Dl. J. v. d. L., 30 j., sigarenmakerskn.,
beiden te Middelburg, ongedekt vervoer
van ruwe tabak, no. 1 f5 of 5 d., no. 2
ontslag van rechtsvervolging; J. P. V.,
24 j., z.b. te Clinge, weigering 'visitatie,
£25 of 10 d.; B. Tb. S., 52 j., z.b. te
Aardenburg, frauduleuze invoer, f 13.50
ol 5 d. h.; F. M. V., 18 j., leurster
te Clinge (België) frauduleuze invoer,
f25 of 5 d.; L. v. Cl, 29 j., venter te
Clinge, frauduleuze invoer, £25 of 5 d.;
P. F. P., 40 j., koopman te Clinge, frau
duleuze invoer, f50 of 10 d.; A. E. L., 19
j., koopman te St. Nicolaas, frauduleuze
invoer, f10 of 5 d.; M. L, V., 32 j., z.b.,
en A. M. V., 24 j., z.b, beiden te Clin
ge, frauduleuze invoerieder f 10 of 5
d.; W. d. V., 40 j., stoker te Clinge, frau
duleuze invoer, f 10 of 5 d.Th. V
28 j., arbeider te Groede, frauduleuze
invoer f 10 of 5 d. h.
Het drama in de Wormer-
v e e r s 11' a a t te Amsterdam. Het
Gerechtshof te Amsterdam heeft gisteren
in. hooger beroep behandeld de zaak tegen
den 43-jarigen spoelknecht H. H. van D.,
die eind Januari en begin Februari van
dit jaar in zijn woning op de derde etage
van perceel Wormerveerstraat 11 te Am
sterdam, zijn vrouw, zijn dochtertje Mag-
dalena Thodora Hendrika en zijn stief
dochtertje Louise om het leven heeft ge
bracht. De Buitengewone Kamer der
Rechtbank had hem bij vonnis van 10 Oc
tober wegens doodslag op zijn vrouw en
moord op de kinderen veroordeeld tot 12
jaar gevangenisstraf. Het O. Mdat we
gens moord, driemaal gepleegd, levens
lange gevangenisstraf had geëischt, ging
in appèl. Thans in hooger beroep werden
geen getuigen gehoord. Beklaagde werd
aan een kort verhoor onderworpen. Na
een uitvoerig requisitoir vroeg de advo
caat-generaal bevestiging van het vonnis
der Rechtbank, doch verandering van de
straf in 20 jaar gevangenisstraf.
Wij hebben onlangs gemeld, dat de
rechtbank te Winschoten aan ds J. van
Bentum, die in April 1924 door zijn ge
meente op staanden voet ontslagen was,
een vordering tot schadevergoeding had
toegewezen, in dier voege, dat zij f 1000
van de gevorderde som van f 1500 toe
wees.
„De Ned." bevat nu de overweging van
dit merkwaardige vonnis, dat wellicht het
eerste van een Nederlandschen rechter
over een dergelijk kerkelijk conflict is. Wij
ontleenen er aan:
De Rechtbank overwoog, dat, al was de
onderlinge verhouding grootendeels een
religieuze toch daaraan een materieele
zijde is, hetgeen uit den beroepsbrief en
uit het reglement blijkt, zoodat in zoo
verre een overeenkomst is tot stand geko
men, die in het civiele recht is gegrond
en waaruit voor beide wederkeerig ver-
aim van haar voogd, het kerkgebouw bin
nen.
HOOFDSTUK XIX.
De Majoor.
De menigte had eerst weinige oogen-
blikken tevoren het kerkgebouw verlaten,
toen een vreemdeling, gezeten in een vige-
lante, stilhield voor het bureau van „De
Opmerker". Hij was een lang man, met
oen militair uiterlijk, ongeveer zestig jaar
oud, met een door de zon verbrand gelaat,
en een langen grijzen knevel. Toen hij uit
de vigelante stapte, trok hij dadelijk de
aandacht. Zijn vlugge bewegingen, zijn
rechte militaire houding, zijn welbesne
den, aristocratisch gezicht, vormden een
in het oogvallend kontrast met hetgeen
gewoonlijk te Deeping werd gezien.
„Een knappe man", was het oordeel.
„Wie zou het wel zijn?"
Hij werd onmiddellijk toegelaten tot het
kantoor van den hoofdredacteur, John
Sugden keek op, met een uitdrukking van
nieuwsgierigheid in zijn oogen, en' stond
dadelijk van zijn zetel op.
„Ik kom", zeide de vreemdeling kort
af, „inlichtingen vragen omtrent een re
porter van uw blad, die, naar ik begrijp,
plichtingen voortvloeien: voor den predi
kant om de werkzaamheden zoo goed mo
gelijk te verrichten, voor de gemeente om
de toegezegde belooning te verschaffen.
Een arbeidsovereenkomst is het naar der
Rechtbank oordeel niet, waar het gezags-
element ontbreekt; immers de predikant
heeft geheel zelfstandig de werkzaamhe
den, die zijn ambt meebrengt, te verrich
ten. Het beroep van de Gemeente op art. 1
der Wet op de Kerkgenootschappen werd
afgewezen, daar de Rechtbank daaraan
niet de verre strekking toekent, dat Kerk
genootschappen zich door in eigen boezem
vastgestelde bepalingen aan de vermo
gensrechtelijke verhoudingen van het ge
wone recht zouden kunnen onttrekken.
Terwijl de Rechtbank verder constateer
de, dat in dit proces nergens is gebleken
van een recht van de Gemeente om wille
keurig de betrekking te verbreken, mag
zelfs, al lag dit recht in het nemen van
tuclitmaateregelen opgesloten, de rechter
beoordeelen of daarbij de goede trouw is
in acht genomen. Wel leidt de Rechtbank
uit den aard der betrekking af, dat deze
eenzijdig mits met een behoorlijken ter
mijn van aankondiging is te beëindigen
en dat wegens de gelijkenis van deze be
trekking met het arbeidscontract, er feiten
denkbaar zijn, die eene onmiddellijke be
ëindiging kunnen motiveeren. Maar en
nu gaat de Rechtbank de feiten van dit
proces na in dit geval acht zij de dooi
de Gemeente aangevoerde feiten niet vol
doende voor een onmiddellijk ontslag zon
der eenige tegemoetkoming. Het feit, dat
Ds van B. na de schorsing, zooals hij er
kende, in bijeenkomsten van leden of oud
leden der Gemeente, een „stichtelijk
woord" sprak de Gemeente noemde dit
„godsdienstoefeningen" acht de Recht
bank ook niet zóó ernstig, dat daartegen
onmiddellijk ontslag gerechtvaardigd is,
hetwelk alleen anders zou worden als Ds
Van B. hetgeen hier niet is beweerd
in die bijeenkomsten doelbewust een schis
ma trachtte te veroorzaken.
Hierna wijdt de Rechtbank enkele over
wegingen aan het Advies van het Bonds-
comité, aan wiens „broederlijk vermaan"
de. predikant zich moet „onderwerpen".
De Rechtbank begrijpt den gang van za
ken aldus, dat het comité onmiddellijk tot
schorsing heeft geadviseerd zonder af te
wachten of Ds Van B. zich aan het broe
derlijk vermaan zou onderwerpen. Echter
gaat het h. i. in dit proces om het ontslag
zelf, en niet om de schorsing en daartoe
heeft het comité geadviseerd zonder den
predikant van broederlijk vermaan te die
nen, zelfs zonder hem opnieuw te hooren.
Nu de Gemeente niet op grond van al haaf
grieven harerzijds ontbinding van de over
eenkomst heeft gevraagd, kunnen deze
grieven naar ons recht niet de door Ds
Van B. gevraagde ontbinding verhinderen,
zoodat deze door de Rechtbank wordt toe
gewezen.
(De gemeente had aangevoerd, dat hier
geen sprake was van een civielrechtelijke
overeenkomst, maar van een religieuze
eenheid, waarmede de rechter zich niet
mag inlaten.)
Zijnkind gedood. Voor de Rot-
terdamsch© rechtbank werd behandeld de
zaak tegen den 34-jarigen II. S., aldaar,
die op 27 Juli j.l. in zijn woning aan
do Corverstraat opzettelijk zijn 5-jarig
dochtertje van het leven heeft beroofd.
Hij zou haar bij: zijn thuiskomst hebben
geslagen en mishandeld en daarna tegen
een steenen muur op de veranda gegooid,
waardoor een bloeduitstorting in de herse
nen ontstond tengevolge waarvan het kind
is overleden. Beklaagde, die reeds eenigen
tijd gescheiden van zijn vrouw leeft, weet
wel dat hij z'n dochter een aframmeling
gegeven heeft, doch precies herinnert hij
zich niet meer wat gebeurd is.
Enkele getuigen die op een afstand het
kind op de veranda hadden zien liggen,
gaven min of meer uitvoerige verhalen
over de wijze waarop de kleine mishan
deld moet zijn. De psychiater, dr M. v.
Londer, deelde mede, dat beklaagde aan
wien door zijn moeder, die chronisch
krankzinnig is, krankzinnigheid is over
gedragen, ontoerekenbaar moet worden
verklaard. Op het oogenblik, dat het vree-
selijk feit plaats had was de geheele
familie krankzinnig. Op grond van deze
conclusie oischte de Officier van Justi
tie beklaagdes ontoerekenbaarverklaring
en zijn opneming in een krankzinnigen
gesticht voor den tijd van één jaar. De
verdediger troeg vrijspraak.
33—BMWMCTBB—WMBWMWWB—
vermist wordt."
„Wilt u niet gaan zitten?" zeide John
Sugden, en hij schoof een stoel naar zijn
bezoeker.
„Mijn naam is Verwood", ging de
vreemdeling voort, oogenschijnlijk zonder
op John's woorden acht te slaan, en over
handigde zijn kaartje.
„Majoor Verwood", las John een
naam, die hem volkomen onbekend was.
„En ik zal u maar dadelijk zeggen",
ging de majoor voort, „dat ik bezig ben
mijn neef te zoeken. Ik hen eerst voor een
paar dagen uit Indië teruggekeerd, en
hoor, dat hij reeds voor meer dan twee
jaar zijn ouderlijk huis heeft verlaten.
Gisteren viel mijn oog op een bericht in
de Times, waarin gemeld werd, dat een
reporter van „De Opmerker van Deeping",
genaamd Wyburn, plotseling en op ge
heimzinnige wijze verdwenen was. Nu is
Wyburn de naam van mijn neef Dou
glas Wyburn."
„Ja, zoo heet hij," viel John hem in de
rede.
„U zegt, dat zijn naam Douglas is?"
vroeg de majoor, terwijl hij zich in een
stoel liet vallen.
„Ja. Hier is het laatst» briefjo, dat ik
Zeesterren als mest.
Die laatste dagen spoelen op het zee
strand te Wijk aan Zee groote hoeveel
heden zeesterren, ook vijifvoeters ge
noemd, aan. Deze dieren slaan thans
van de klippen los en zijn dadelijk na
het losraken dood. r
Het aanspoelen is van dien aard, dat
zij door verschillende nabijwonenden bij
wagenvrachten tegelijk worden wegge
haald en naar de teellanden gebracht,
om daar als mest te dienen. Het moet
een zeer zware meststof zijn, en dan
ook .alleen geschikt voor die producten,
welke veel aan den bodem onttrekken,
o.a. bieten en kool, doch thans probeert
men het ook op de aardbeienvelden^
daar deze planten ook bijzonder veel van
den grond eischen. Het is ongeveer twin
tig jaar geleden, dat zich een dergelijk!
verschijnsel voordeed.
Prov. regelings-comm. voor de Paarden
fokkerij in Zeeland.
De verplichte voorjaarshengstenkeuringen in
Zeeland zullen gehouden worden: Dinsdag 2
Februari te Zierikzee; Dinsdag 2 Februari te
KatfendijkeWoensdag 3 Februari te Hulst;
Donderdag 4 Februari te Axel; Vrijdag 5
Februari te Oostburg.
Op deze keuringen zullen aanwezig zijn
de Rijkscommissie en de Stamboekconunissie.
"Sterfte onder kippen.
Uit Oostelijk Noord-Brabant wordt gemeld:
In verscheidene gemeenten dezer streek
beerscht thans op ernstige wij zo de gevrees
de diphtheritis onder de hoenders. Talrijke kip-
penhouders verliezen tientallen hunner dieren,
wat des te erger is, omdat voor den kleinen
landbouwer hier op do zandgronden de eier-
productie een der voornaamste bestaansbron-
nen vormt. Het is te verwachten, dat de
talrijke ziekte- en sterfgevallen ertoe zullen
leiden meer en meer aandacht te schenken
aan 't inenten der kippen tegen diphtheritus.
Feit is, dat deze vaccinatie nog veel te wei
nig toepassing vindt, niettegenstaande de pro
paganda door pluimveeconsulenten en pluim-
veeleeraren ervoor .gemaakt. Langs orga-
nisatorischcn weg toegepast, behoeven de
kosten, die individueel vrij hoog uitkomen, geen
bezwaar te zijn.
Van een gebroken antenne.
Langs een smal laddertje tijdens een bit
tere koude en een snerpenden wind in een
160 M. hoogen mast klimmen is nu juist
geen bezigheid, die men voor zijn genoe
gen aanpakt. Maar Zaterdag j.l. was ten
gevolge van sneeuwval en ijzel de antenne
van Daventry gebroken, zoodat de men-
schen naar boven moesten om te repa-
reeren. Na twaalf uur hard werken heeft
men een tijdelijk luchtnet gereed gekre
gen.
Verstoring een er begrafe
nis. In het te Oosterbeek verschijnend
weekblad „De Koerier" wordt melding
gemaakt van éen ingezonden stuk, dat
wegens anonimiteit van den schrijver niet
kon worden opgenomen, doch waaraan de
redactie het bericht ontleent, dat
tijdens een begrafenisplechtigheid te
Heveadorp de oudere jeugd de lijkdragers
met sneeuwballen gooide en een 20-jarige
jongen op een mondharmonica speelde-'
De „N. Arnh. Crt." teekent hier o.m.
aan: „Over deze ontstellend schandelijke
gebeurtenis zelfs bij heidenen wordt
nog een doode geëerd, hebben wij na
dere inlichtingen ingewonnen en het be
richt werd ons van andere zijde bevestigd-
Het Is te hopen, dat de politie dit
schandelijke voorval zal onderzoeken en
dat, wanneer werkelijk zal blijken, dat ei-
sprake is van verregaande oneerbiedig-
hied, dezen 20-jarigen lummel en zijn
consorten een gevoelige straf zal worden:
toegediend-
Vree se lij ke moordpartij- Te
Montigni es -Ie -Tilleul, niet ver van Char
leroi zijn Woensdagavond twee hoogbe
jaarde menschen, een man van 79 en een
vrouw van 78, die daar buiten het dorp
een kroegje hielden, vermoord gevonden.
De vrouw bleek doodgeschoten, terwijl zij
bezig was de koe te melken; de man is
waarschijnlijk geworgd. Men veronderstelt
dat diefstal de aanleiding tot de misdaad:
is geweest, hoewel de oudjes arme men
schen waren. Van de daders is nog geen'
spoor ontdekt-
van hem ontving, met zijn handteekening
voluit."
„Hoe ziet hij er uit?" vroeg de majoor,
met eenigszins bevende stem.
John beschreef hem nauwkeurig en in
eenigszins vleiende bewoordingen.
„De jonge heethoofd!" mompelde de
majoor. „En nu heeft hij zich weder uit
de voeten gemaakt zonder iemand iets te
zeggen zijne betrekking verveelde hem
misschien?"
„Ik wou, dat ik kon aannemen, dat zijn
verdwijnen aan een dergelijke reden kon
worden toegeschreven," antwoordde John.
„Ik vrees zeer, dat hem iets ernstigs over
komen is. Hij is niet iemand om stil weg
te loopen. Daarenboven, hij had plezier in
zijn werk, en scheen zeer verlangend
vooruit te komen."
„U heeft dus niet het minste idee waar
hij zitten kan?" vroeg de majoor met be
zorgd gelaat.
„Niet het allerminste".
„Maar een volwassen man, die goed bij
zijn verstand is, kan toch niet zoek raken
in een klein, slaperig nest van een stadje
als dit."
(Wordt vervolgd.)
47.) _o-
Tegen elf uur was de Groote Kerk
stampvol, en 'n menigte menschen, die
binnenin geen plaats konden krijgen,
Wachtten op het plein voor de kerk,
om de bruid te zien aankomen.
David en zijn familie bevonden zich
reeds vroeg in de kerk, en wachtten:
de komst der bruid af. Naar het uiterlijk
was David doodkalm, doch in zijn hart
Was liijl alles behalve gerust. Het was ge
lukkig voor hem, dat hij niet veel verbeel
dingskracht bezat. Hij zag nooit ver voor
uit. Hij voelde, op een vage onbestemde
manier, dat het vroeger of later tot een
uitbarsting zou moeten komen. Hij vrees
de soms, dat zulk een onheil vroeger zou
plaats hebben, dan hij verwachtte. Als het
huwelijk maar achter den rug was, dan
zou hij zich ten minste voor een tijd,
betrekkelijk veilig voelen. Wat hij het
meeste vreesde, Was, dat er op 't laatste
oogenblik nog iets tusschenbeide zou
komen.
Ilij had alle mogelijkheden zorgvuldig
gewikt en gewogen, en zoo ver hij be
denken kori;'' Was het niet waarschijnlijk,
dat zijin plannen gedwarsboomd zouden
worden. Al bezat hij dan geen verbeel
dingskracht, zoo was hij toch slim. Hij
had niets aan 't toeval overgelaten. Zoo
ver een mensch vooruit kan zien, had hij
zich tegen elke mogelijke gebeurtenis be
veiligd. Het zou niets minder dan een
Wonder zijn, besloot hij, indien er nu
nog iets gebeurde, om liet huwelijk te
verhinderen.
Niettemin werd hij gekweld door een
gevóél van angst en onrust, dat hij zich
niet goed kon verklaren. Het gelaat van
Douglas Wyburn vervolgde hem. Hij wist,
dat D/ouglas een vindingrijk man w'as, met
een vasten wil en zoo iemand verricht)
soms wonderen.
Kon hij echter Douglas op dit oogen
blik hebben gezien, dan zou hij zich niet
ongerust hebben gemaakt, over hetgeen
deze hem mogelijk zou aandoen.
Een oogenblik later verdween al zijn
onrust. Aller oogen richtten zich plot
seling op één punt. De fluisterende ge
sprekken hielden op. Floss, schoon als
de morgenstond, trad, leunend) op den