DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Rechtszaken Land- en Tnintonw. Gemengd Nieuws. In 's levens branding. FEUILLETON. VAN ZATERDAG 12 DEC. 1925, No. 63. „WIE ZIJT GIJ." .."Wie zijt gij, pinkelend sterrenlieer, dat aan den hemel staat? Zijt gij de kroon van God den Heer, Zijn diamantsieraad? Zijt gij de wachters, trouw en goed, die zijnen throon bezwaart? Zijt gij het zand Waarop zijn voet al wandelend henenvaart? Dient gij aan zielen duizendvoud, tot woning en verblijf? Zijt gij uit goud of Wat? gebouwd en 'welk is uw bedrijf? 'k En weet bieten, hoe kleen ik ben op dezen w'ereldbal, een zandeken, een punteken, in 's hemels Wijd heelal, 'k benijde u niet, o sterren daar, 't zij w:at ge zijt of doet, 'k benijde u niet, al hebbe ik maar mijn armen Jesus zoet! Zijn tabernakel bouwt hij niet noch zijnen zetel zal Hij zetten in het stergebied maar in dit tranendal: in Bethlehem, te Nazareth, te Roomen, overal hier heeft Hij zijnen throon gezet, hier in dit tranendal!" I Ge zei le. Aan een vriend van „Patrimonium". Mijn Vriend, Ce hebt zeker, wanneer ge m Amster dam waart, wel eens gezien dat men bezig was om een huis te bouwen. Voor ons, Zeeuwen is, al zijn we geen bouwkundi gen, dit altijd bijzonder interessant. Ge weet, Amsterdam heeft een erg slappen bodem en wanneer men daarop nu een der kapitale buizen wil zetten, zooals men die daar bouwt, dan vereisckt het heel wat tijd en kosten om dien bodem zoodanig to maken, dat hij het gewicht van het ge bouw dragen kan. Massa's palen worden daartoe in den grond gedreven, een schouwspel dat wij niet dagelijks in onze omgeving zien. Ik gebruik dit aanloopje maar om op een eigenaardigheid te wij zen. Mij beeft altijd art. 1 van de Statuten van „Patrimonium" getroffen. Daarin is sprake van den grondslag van „Patrimo nium". Reeds eerder hadden wij bet over die negen mannen die saam kwamen om een bepaalde vraag te beantwoorden. Zij kwamen daarmede gereed, en door hen werd dit antwoord geformuleerd in art. 1 der Statuten. Evenals Amsterdam's bodem was destijds de formuleering van veler be ginsel slap. 't Was een uitvloeisel der libe rale theorie. Immers, ge weet het, deze acht nog altijd dat met name de godsdienst een zaak voor de binnenkamer is. Te hei lig om daarmede in het openbare leven op te treden. Men spreekt dan van een mystieken band, alleen echter voor de bin nenkamer. Deze opvatting deelen wij niet. Ik herinner u slechts aan den zuurdeesem, die het geheele deeg doortrekt. Echt Cal vinisme eischt dan ook alle levensterrein op voor den Christus. Pro Rege. Juist die gedachte vond ik terug in art. 1 der Sta tuten van „Patrimonium". Deze mannen voelden het: wilden zij met vrucht werk zaam zijn, dan moest de grondslag deug delijk wezen. Vast en betrouwbaar. Ge weet, ik verklap daarmede geen geheim, onder hen waren mannen die kennis van bouwen hadden. Beeremans, de bouwkun dige, Kater, de metselaar, om tot deze twee mij maar te bepalen; zij> kenden de waarde van een hechten bodem. Hoe het zij, de grondslag werd gelegd. „Gods Woord en de traditiën van ons Volk zijn de betrouwbare grondslagen van onze maatschappij", aldus formuleerden zij bet, en op dit fundament wenschten zij voort te werken. Voelt ge bet verschil? Het libe ralisme predikte verdraagzaamheid, vrij heid voor het individu, eerbiediging van iedere overtuiging, godsdienst was te waardeeren, docli hij had geen waarde voor de maatschappij; de Staat had iedere overtuiging te eerbiedigen, en daarom weg met den godsdienst naar de binnen kamer. Tegenover deze ideeën der Revo lutie plaatsten deze mannen fier de eeuwi ge beginselen van Gods Woord. Als het eenige redmiddel voor Staat en Maat schappij. Als een veilig baken in de woe lende branding. Als het eenige fundament, dat nimmer wankelen zal, daardoor be trouwbaar is en alléén in staat zal blij ken het gebouw der christelijk sociale be ginselen te dragen. Tot Godes eer, en tot heil des Volks. De grondslag was gelegd; mijn waarde broeder, helpen wij daarop voortbouwen. Beste groeten, G. O. Z. P. Arr.-Rechtbank te Middelburg. Ter terechtzitting van de Rechtbank werden gisteren behandeld: C. W'„ van beroep koopman, 27 jaar, wonende te Vlissingen, beklaagd dat hij op .15 Oct. 1925 te Middelburg om het handelsmerk of bedrijïsdebiet van ziclr- zelven als verkooper van sigaren te ves tigen, te behouden óf uit te breiden eeni ge hedriegelijke handeling, heeft geploegd tot misleiding van het publiek, door al daar op de Markt opzettelijk listiglijk en bedriegelijk sigaren, ofschoon niet zijn- do Aviateur-sigaren van de firma Kessels en van Hussen te Strijp, te verkoopen in kistjes van die firma, waarin voornoem de Aviateur-sigaren werden verkocht en welke kistjes aan binnen en buitenkant voorzien waren van het wettig gedepo neerd fabrieks- en handelsmerk van de firma Kessels en v. Hussen te Strijp van welke fabriek en handelsmerk de inschrijving was geschied bij het Bu reau voor den Industrieelen Eigendom, tsrivjjl opzettelijk bedriegelijk bij die kistjes op den voorkant en achterkant en bovenkant het woord „Aviateur" en op de zijkanten een afdeeling van een vliegmachine en op een der zijkanten tevens een gedeelte van een sluiteti- kette overplakt Waren en van voornoemd fabrieks en handelsmerk dat zich aan do binnenzijde bevond, het woord „Avia teur" bedekt was met een stukje wit karton, waarop stond vermeld 7 voor 25 cent, door Welke hedriegelijke hande lingen het publiek in den waan werd ge bracht, dat door beklaagde werden ver kocht sigaren van voornoemde firma. Beklaagde, 'door den president onder vraagd, geeft toe andere dan Aviateur- sigaren in kistjes van het merk „Avia teur" te hebben verkocht. Getuige Julia nus, sigarenwinkelier te Middelburg, zegt op de markt te Middelburg te hebben waargenomen, dat door bekl. sigaren wer den verkocht uit kistjes dragende het merk „Aviateur", dat geen Aviateursiga- ren waren. Bekl. verkocht 7 stuks van die sigaren voor een kwartje. Wij winkeliers zegt getuige, hebben va.n dergelijke han delingen veel schade en last. Eiscli f50 of 50 d. li. E. Di„ arbeider, 39 jaar, wonende te Biervliet, beklaagd van mishandeling van M. L. Seynesaal en L. M. Verbuyt te Eiervhet op 14 October 1925. Eisch f25 of f25 d. h. J. B., 34 j., rijksklerk te Middelburg, beklaagd dat hij in den loop van 1925 uit de kassen van de Griffie van het Kantongerecht aldaar een bedrag van plm. £800, welke gelden hij als ambtenaar in dienstbetrekking onder zich had, we derrechtelijk zich heeft toegeëigend. Beklaagde, door den President onder vraagd, bekent een bedrag van ruim 1' 800 aan Griffiegelden te hebben weg genomen. Dit bedrag, zegt bekl. is in middels geheel terugbetaald. Mr Schouten, de Griffier van het Kan tongerecht te Middelburg, als getuige ge hoord, zegt aan beklaagde geen vergun ning te hebben gegeven de. vermiste gel den weg te nemen. Wanneer ik, zegt deze getuige, niet ter Griffie aanwezig was, had bekl. het beheer over do Grif fiegelden. Öe officier van Justitie requisitoir ne mende, zegt dat beklaagde schandelijk misbruik van vertrouwen heeft gemaakt en dat hoogmoed en drankzucht zijin hoofdfouten zijn. Hij eischt tegen beklaag- cfo 6 mnd. gev.straf. C. v. E., werkman, 62 j., "te Middel burg Was in Hooger Beroep gekomen te gen het vonnis van den Kantonrechter te Middelburg dd. 21 Oct. 1925, waarbij hij wegens openbare dronkenschap ge pleegd bij herhaling, was veroordeeld tot een hechtenisstraf gedurende tien dagen. Eisch vernietiging vonnis, doch zelfde straf. J. 'W„ 41 j., koopman, te Hanswteert, Was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den Kantonrechter te Goes dd. 23 Oct. 1925, Waarbij hij wegens over treding van de IJkwet was veroordeeld tot vijfgeldboeten elk van 2 gld., met ver beurdverklaring van de in beslaggenomen maten .en gewichten. Eisch bevestiging van het vonnis. In alle zaken uitspraak Woensdag over 8 dagen. Door de Arrondissementsrechtbank te Middelburg werd in de navolgende belastingstraizaken uitspraak gedaan: B. M„ 33 j., schipper en J. S. 57 j., schipper, beiden gedomicilieerd te Am sterdam, beklaagd van schending verze geling van een schip; beiden vrijspraak; Th. v. W., 49 j., slager, te Hontenisse, ont duiking accijns: vrijspraak; C. d. M., 53 j., broodbakker te Overslag, verboden nedcr- lage, 1200.10 of 1 mnd. hecht.; J. Dl, 32 j., handelaar te Krombeke (België) weigering visitatie: f300 of 1 mnd. h.; J. d. G., 45 j., schipper te Rotterdam, niet vertoonen volgbrief: vrijspraak; H. M., 26 j„ schipper te Wemeldinge, van Nederland naar België varen met eert schip zonder aan de uiterste grens uit te klaren, 2 maal f 10 of 2 maal 5 d. h. J .v. K., 51 j., slager te Hontenisse, ont duiking accijns op geslacht: vrijspraak; P. O., 47 j., schipper te Sas van Gent, niet vertoonen volgbrief, f5 of 5 d. h. G. A„ 46 j. en H. H. 40 j., resp. sigarenfabrikant en sigarenventer, beiden wonende te Zierikzee, ongedekt vervoer van sigaren, nq. 1 2 maal f 100 of 2 maal 5 d. li., no. 2 f 50 of 5 d. h.M. B., 31 j., sigarenfabrikant te Zierikzee, ver voer van ongebanderolleerde sigaren, f 50 of 5 d .h.; M. Bl, 31 j., sigarenfabrikant to Zierikzee, uitslag van ongebanderol leerde sigaren, 2 maal f100 of 2 maal 5 d.; D. R., 40 j., sigarenfabrikant en Dl. J. v. d. L., 30 j., sigarenmakerskn., beiden te Middelburg, ongedekt vervoer van ruwe tabak, no. 1 f5 of 5 d., no. 2 ontslag van rechtsvervolging; J. P. V., 24 j., z.b. te Clinge, weigering 'visitatie, £25 of 10 d.; B. Tb. S., 52 j., z.b. te Aardenburg, frauduleuze invoer, f 13.50 ol 5 d. h.; F. M. V., 18 j., leurster te Clinge (België) frauduleuze invoer, f25 of 5 d.; L. v. Cl, 29 j., venter te Clinge, frauduleuze invoer, £25 of 5 d.; P. F. P., 40 j., koopman te Clinge, frau duleuze invoer, f50 of 10 d.; A. E. L., 19 j., koopman te St. Nicolaas, frauduleuze invoer, f10 of 5 d.; M. L, V., 32 j., z.b., en A. M. V., 24 j., z.b, beiden te Clin ge, frauduleuze invoerieder f 10 of 5 d.; W. d. V., 40 j., stoker te Clinge, frau duleuze invoer, f 10 of 5 d.Th. V 28 j., arbeider te Groede, frauduleuze invoer f 10 of 5 d. h. Het drama in de Wormer- v e e r s 11' a a t te Amsterdam. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft gisteren in. hooger beroep behandeld de zaak tegen den 43-jarigen spoelknecht H. H. van D., die eind Januari en begin Februari van dit jaar in zijn woning op de derde etage van perceel Wormerveerstraat 11 te Am sterdam, zijn vrouw, zijn dochtertje Mag- dalena Thodora Hendrika en zijn stief dochtertje Louise om het leven heeft ge bracht. De Buitengewone Kamer der Rechtbank had hem bij vonnis van 10 Oc tober wegens doodslag op zijn vrouw en moord op de kinderen veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf. Het O. Mdat we gens moord, driemaal gepleegd, levens lange gevangenisstraf had geëischt, ging in appèl. Thans in hooger beroep werden geen getuigen gehoord. Beklaagde werd aan een kort verhoor onderworpen. Na een uitvoerig requisitoir vroeg de advo caat-generaal bevestiging van het vonnis der Rechtbank, doch verandering van de straf in 20 jaar gevangenisstraf. Wij hebben onlangs gemeld, dat de rechtbank te Winschoten aan ds J. van Bentum, die in April 1924 door zijn ge meente op staanden voet ontslagen was, een vordering tot schadevergoeding had toegewezen, in dier voege, dat zij f 1000 van de gevorderde som van f 1500 toe wees. „De Ned." bevat nu de overweging van dit merkwaardige vonnis, dat wellicht het eerste van een Nederlandschen rechter over een dergelijk kerkelijk conflict is. Wij ontleenen er aan: De Rechtbank overwoog, dat, al was de onderlinge verhouding grootendeels een religieuze toch daaraan een materieele zijde is, hetgeen uit den beroepsbrief en uit het reglement blijkt, zoodat in zoo verre een overeenkomst is tot stand geko men, die in het civiele recht is gegrond en waaruit voor beide wederkeerig ver- aim van haar voogd, het kerkgebouw bin nen. HOOFDSTUK XIX. De Majoor. De menigte had eerst weinige oogen- blikken tevoren het kerkgebouw verlaten, toen een vreemdeling, gezeten in een vige- lante, stilhield voor het bureau van „De Opmerker". Hij was een lang man, met oen militair uiterlijk, ongeveer zestig jaar oud, met een door de zon verbrand gelaat, en een langen grijzen knevel. Toen hij uit de vigelante stapte, trok hij dadelijk de aandacht. Zijn vlugge bewegingen, zijn rechte militaire houding, zijn welbesne den, aristocratisch gezicht, vormden een in het oogvallend kontrast met hetgeen gewoonlijk te Deeping werd gezien. „Een knappe man", was het oordeel. „Wie zou het wel zijn?" Hij werd onmiddellijk toegelaten tot het kantoor van den hoofdredacteur, John Sugden keek op, met een uitdrukking van nieuwsgierigheid in zijn oogen, en' stond dadelijk van zijn zetel op. „Ik kom", zeide de vreemdeling kort af, „inlichtingen vragen omtrent een re porter van uw blad, die, naar ik begrijp, plichtingen voortvloeien: voor den predi kant om de werkzaamheden zoo goed mo gelijk te verrichten, voor de gemeente om de toegezegde belooning te verschaffen. Een arbeidsovereenkomst is het naar der Rechtbank oordeel niet, waar het gezags- element ontbreekt; immers de predikant heeft geheel zelfstandig de werkzaamhe den, die zijn ambt meebrengt, te verrich ten. Het beroep van de Gemeente op art. 1 der Wet op de Kerkgenootschappen werd afgewezen, daar de Rechtbank daaraan niet de verre strekking toekent, dat Kerk genootschappen zich door in eigen boezem vastgestelde bepalingen aan de vermo gensrechtelijke verhoudingen van het ge wone recht zouden kunnen onttrekken. Terwijl de Rechtbank verder constateer de, dat in dit proces nergens is gebleken van een recht van de Gemeente om wille keurig de betrekking te verbreken, mag zelfs, al lag dit recht in het nemen van tuclitmaateregelen opgesloten, de rechter beoordeelen of daarbij de goede trouw is in acht genomen. Wel leidt de Rechtbank uit den aard der betrekking af, dat deze eenzijdig mits met een behoorlijken ter mijn van aankondiging is te beëindigen en dat wegens de gelijkenis van deze be trekking met het arbeidscontract, er feiten denkbaar zijn, die eene onmiddellijke be ëindiging kunnen motiveeren. Maar en nu gaat de Rechtbank de feiten van dit proces na in dit geval acht zij de dooi de Gemeente aangevoerde feiten niet vol doende voor een onmiddellijk ontslag zon der eenige tegemoetkoming. Het feit, dat Ds van B. na de schorsing, zooals hij er kende, in bijeenkomsten van leden of oud leden der Gemeente, een „stichtelijk woord" sprak de Gemeente noemde dit „godsdienstoefeningen" acht de Recht bank ook niet zóó ernstig, dat daartegen onmiddellijk ontslag gerechtvaardigd is, hetwelk alleen anders zou worden als Ds Van B. hetgeen hier niet is beweerd in die bijeenkomsten doelbewust een schis ma trachtte te veroorzaken. Hierna wijdt de Rechtbank enkele over wegingen aan het Advies van het Bonds- comité, aan wiens „broederlijk vermaan" de. predikant zich moet „onderwerpen". De Rechtbank begrijpt den gang van za ken aldus, dat het comité onmiddellijk tot schorsing heeft geadviseerd zonder af te wachten of Ds Van B. zich aan het broe derlijk vermaan zou onderwerpen. Echter gaat het h. i. in dit proces om het ontslag zelf, en niet om de schorsing en daartoe heeft het comité geadviseerd zonder den predikant van broederlijk vermaan te die nen, zelfs zonder hem opnieuw te hooren. Nu de Gemeente niet op grond van al haaf grieven harerzijds ontbinding van de over eenkomst heeft gevraagd, kunnen deze grieven naar ons recht niet de door Ds Van B. gevraagde ontbinding verhinderen, zoodat deze door de Rechtbank wordt toe gewezen. (De gemeente had aangevoerd, dat hier geen sprake was van een civielrechtelijke overeenkomst, maar van een religieuze eenheid, waarmede de rechter zich niet mag inlaten.) Zijnkind gedood. Voor de Rot- terdamsch© rechtbank werd behandeld de zaak tegen den 34-jarigen II. S., aldaar, die op 27 Juli j.l. in zijn woning aan do Corverstraat opzettelijk zijn 5-jarig dochtertje van het leven heeft beroofd. Hij zou haar bij: zijn thuiskomst hebben geslagen en mishandeld en daarna tegen een steenen muur op de veranda gegooid, waardoor een bloeduitstorting in de herse nen ontstond tengevolge waarvan het kind is overleden. Beklaagde, die reeds eenigen tijd gescheiden van zijn vrouw leeft, weet wel dat hij z'n dochter een aframmeling gegeven heeft, doch precies herinnert hij zich niet meer wat gebeurd is. Enkele getuigen die op een afstand het kind op de veranda hadden zien liggen, gaven min of meer uitvoerige verhalen over de wijze waarop de kleine mishan deld moet zijn. De psychiater, dr M. v. Londer, deelde mede, dat beklaagde aan wien door zijn moeder, die chronisch krankzinnig is, krankzinnigheid is over gedragen, ontoerekenbaar moet worden verklaard. Op het oogenblik, dat het vree- selijk feit plaats had was de geheele familie krankzinnig. Op grond van deze conclusie oischte de Officier van Justi tie beklaagdes ontoerekenbaarverklaring en zijn opneming in een krankzinnigen gesticht voor den tijd van één jaar. De verdediger troeg vrijspraak. 33—BMWMCTBB—WMBWMWWB— vermist wordt." „Wilt u niet gaan zitten?" zeide John Sugden, en hij schoof een stoel naar zijn bezoeker. „Mijn naam is Verwood", ging de vreemdeling voort, oogenschijnlijk zonder op John's woorden acht te slaan, en over handigde zijn kaartje. „Majoor Verwood", las John een naam, die hem volkomen onbekend was. „En ik zal u maar dadelijk zeggen", ging de majoor voort, „dat ik bezig ben mijn neef te zoeken. Ik hen eerst voor een paar dagen uit Indië teruggekeerd, en hoor, dat hij reeds voor meer dan twee jaar zijn ouderlijk huis heeft verlaten. Gisteren viel mijn oog op een bericht in de Times, waarin gemeld werd, dat een reporter van „De Opmerker van Deeping", genaamd Wyburn, plotseling en op ge heimzinnige wijze verdwenen was. Nu is Wyburn de naam van mijn neef Dou glas Wyburn." „Ja, zoo heet hij," viel John hem in de rede. „U zegt, dat zijn naam Douglas is?" vroeg de majoor, terwijl hij zich in een stoel liet vallen. „Ja. Hier is het laatst» briefjo, dat ik Zeesterren als mest. Die laatste dagen spoelen op het zee strand te Wijk aan Zee groote hoeveel heden zeesterren, ook vijifvoeters ge noemd, aan. Deze dieren slaan thans van de klippen los en zijn dadelijk na het losraken dood. r Het aanspoelen is van dien aard, dat zij door verschillende nabijwonenden bij wagenvrachten tegelijk worden wegge haald en naar de teellanden gebracht, om daar als mest te dienen. Het moet een zeer zware meststof zijn, en dan ook .alleen geschikt voor die producten, welke veel aan den bodem onttrekken, o.a. bieten en kool, doch thans probeert men het ook op de aardbeienvelden^ daar deze planten ook bijzonder veel van den grond eischen. Het is ongeveer twin tig jaar geleden, dat zich een dergelijk! verschijnsel voordeed. Prov. regelings-comm. voor de Paarden fokkerij in Zeeland. De verplichte voorjaarshengstenkeuringen in Zeeland zullen gehouden worden: Dinsdag 2 Februari te Zierikzee; Dinsdag 2 Februari te KatfendijkeWoensdag 3 Februari te Hulst; Donderdag 4 Februari te Axel; Vrijdag 5 Februari te Oostburg. Op deze keuringen zullen aanwezig zijn de Rijkscommissie en de Stamboekconunissie. "Sterfte onder kippen. Uit Oostelijk Noord-Brabant wordt gemeld: In verscheidene gemeenten dezer streek beerscht thans op ernstige wij zo de gevrees de diphtheritis onder de hoenders. Talrijke kip- penhouders verliezen tientallen hunner dieren, wat des te erger is, omdat voor den kleinen landbouwer hier op do zandgronden de eier- productie een der voornaamste bestaansbron- nen vormt. Het is te verwachten, dat de talrijke ziekte- en sterfgevallen ertoe zullen leiden meer en meer aandacht te schenken aan 't inenten der kippen tegen diphtheritus. Feit is, dat deze vaccinatie nog veel te wei nig toepassing vindt, niettegenstaande de pro paganda door pluimveeconsulenten en pluim- veeleeraren ervoor .gemaakt. Langs orga- nisatorischcn weg toegepast, behoeven de kosten, die individueel vrij hoog uitkomen, geen bezwaar te zijn. Van een gebroken antenne. Langs een smal laddertje tijdens een bit tere koude en een snerpenden wind in een 160 M. hoogen mast klimmen is nu juist geen bezigheid, die men voor zijn genoe gen aanpakt. Maar Zaterdag j.l. was ten gevolge van sneeuwval en ijzel de antenne van Daventry gebroken, zoodat de men- schen naar boven moesten om te repa- reeren. Na twaalf uur hard werken heeft men een tijdelijk luchtnet gereed gekre gen. Verstoring een er begrafe nis. In het te Oosterbeek verschijnend weekblad „De Koerier" wordt melding gemaakt van éen ingezonden stuk, dat wegens anonimiteit van den schrijver niet kon worden opgenomen, doch waaraan de redactie het bericht ontleent, dat tijdens een begrafenisplechtigheid te Heveadorp de oudere jeugd de lijkdragers met sneeuwballen gooide en een 20-jarige jongen op een mondharmonica speelde-' De „N. Arnh. Crt." teekent hier o.m. aan: „Over deze ontstellend schandelijke gebeurtenis zelfs bij heidenen wordt nog een doode geëerd, hebben wij na dere inlichtingen ingewonnen en het be richt werd ons van andere zijde bevestigd- Het Is te hopen, dat de politie dit schandelijke voorval zal onderzoeken en dat, wanneer werkelijk zal blijken, dat ei- sprake is van verregaande oneerbiedig- hied, dezen 20-jarigen lummel en zijn consorten een gevoelige straf zal worden: toegediend- Vree se lij ke moordpartij- Te Montigni es -Ie -Tilleul, niet ver van Char leroi zijn Woensdagavond twee hoogbe jaarde menschen, een man van 79 en een vrouw van 78, die daar buiten het dorp een kroegje hielden, vermoord gevonden. De vrouw bleek doodgeschoten, terwijl zij bezig was de koe te melken; de man is waarschijnlijk geworgd. Men veronderstelt dat diefstal de aanleiding tot de misdaad: is geweest, hoewel de oudjes arme men schen waren. Van de daders is nog geen' spoor ontdekt- van hem ontving, met zijn handteekening voluit." „Hoe ziet hij er uit?" vroeg de majoor, met eenigszins bevende stem. John beschreef hem nauwkeurig en in eenigszins vleiende bewoordingen. „De jonge heethoofd!" mompelde de majoor. „En nu heeft hij zich weder uit de voeten gemaakt zonder iemand iets te zeggen zijne betrekking verveelde hem misschien?" „Ik wou, dat ik kon aannemen, dat zijn verdwijnen aan een dergelijke reden kon worden toegeschreven," antwoordde John. „Ik vrees zeer, dat hem iets ernstigs over komen is. Hij is niet iemand om stil weg te loopen. Daarenboven, hij had plezier in zijn werk, en scheen zeer verlangend vooruit te komen." „U heeft dus niet het minste idee waar hij zitten kan?" vroeg de majoor met be zorgd gelaat. „Niet het allerminste". „Maar een volwassen man, die goed bij zijn verstand is, kan toch niet zoek raken in een klein, slaperig nest van een stadje als dit." (Wordt vervolgd.) 47.) _o- Tegen elf uur was de Groote Kerk stampvol, en 'n menigte menschen, die binnenin geen plaats konden krijgen, Wachtten op het plein voor de kerk, om de bruid te zien aankomen. David en zijn familie bevonden zich reeds vroeg in de kerk, en wachtten: de komst der bruid af. Naar het uiterlijk was David doodkalm, doch in zijn hart Was liijl alles behalve gerust. Het was ge lukkig voor hem, dat hij niet veel verbeel dingskracht bezat. Hij zag nooit ver voor uit. Hij voelde, op een vage onbestemde manier, dat het vroeger of later tot een uitbarsting zou moeten komen. Hij vrees de soms, dat zulk een onheil vroeger zou plaats hebben, dan hij verwachtte. Als het huwelijk maar achter den rug was, dan zou hij zich ten minste voor een tijd, betrekkelijk veilig voelen. Wat hij het meeste vreesde, Was, dat er op 't laatste oogenblik nog iets tusschenbeide zou komen. Ilij had alle mogelijkheden zorgvuldig gewikt en gewogen, en zoo ver hij be denken kori;'' Was het niet waarschijnlijk, dat zijin plannen gedwarsboomd zouden worden. Al bezat hij dan geen verbeel dingskracht, zoo was hij toch slim. Hij had niets aan 't toeval overgelaten. Zoo ver een mensch vooruit kan zien, had hij zich tegen elke mogelijke gebeurtenis be veiligd. Het zou niets minder dan een Wonder zijn, besloot hij, indien er nu nog iets gebeurde, om liet huwelijk te verhinderen. Niettemin werd hij gekweld door een gevóél van angst en onrust, dat hij zich niet goed kon verklaren. Het gelaat van Douglas Wyburn vervolgde hem. Hij wist, dat D/ouglas een vindingrijk man w'as, met een vasten wil en zoo iemand verricht) soms wonderen. Kon hij echter Douglas op dit oogen blik hebben gezien, dan zou hij zich niet ongerust hebben gemaakt, over hetgeen deze hem mogelijk zou aandoen. Een oogenblik later verdween al zijn onrust. Aller oogen richtten zich plot seling op één punt. De fluisterende ge sprekken hielden op. Floss, schoon als de morgenstond, trad, leunend) op den

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 5