40e «laargang Pit te Pers. Buitenland. Drukkers-Exploitanten: aOSTEBBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Tk Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf6.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. De Rijksmiddelen. Verschenen is weer de staat van de opbrengst der Rijksmiddelen over de af- geloopen maand. Deze middelen brachten in October bijna 6 ton meer op dan in October 1924. Personeele belasting was bijna een mil joen minder dan in Oct- '24, dividend en tantième-belasting daarentegen 1/2 mil joen meer- De suiker-accijns steeg ook een paar ton, tabaks-accijns drie ton, ze gelrechten twee ton. Successierech ten bleef bijna 2 miljoen achter bij Oct. '24, invoerrechten brachten weer 1.6 miljoen meer op, domeinen 1 ton meer. j De totale opbrengst over October 1925 was f40.759.441.75 en Over October '24 f 40-188.565.77. Geraamd was als op brengst over Oct- '1925 f 34.828.500. Over de eerste 10 maanden van dit jaar is f381.3 miljoen ontvangen, tegen een raming van f 348.2 miljoen en een op brengst van f364.1 miljoen over de eerste 10 maanden van 1924. De Rabbi's. Benige weken geleden trof ons een ar tikel in „De Bazuin", waarin gewaar schuwd werd dat toch ter wille van ge schillen onder de Christenen, welke ge schillen door de Lingbeeks en Zandts en anderen voor en na de verkiezingen naar voren gebracht werden de hoogere belangen niet op één worp mochten gezet worden. Nu deze heeren blijkbaar- naar deze waarschuwing niet wilden hooren en lie ver den brand staken in het Staatsge bouw ,dau eens even naar reden te luisteren, herinneren wij ons bedoelde waarschuwing en nemen wij haar over. .Zij. kan wel geen nut meer doen, want de eenige kracht, op welke menschelijlker- wijs gesproken, het kabinet-Colijn steunen kon, is voor goed weggevallen; bet eenige kabinet, dat in de gegeven om standigheden, nog iets goeds kon tot stand brengen, zoowel economisch als in geestelijk opzicht, is vo or goed ■onmogelijk gemaakt. Dat hebben gelijk „Die Standaard" (zie ons no. van gisteren) heeft aangetoond cle voor stellers van het fatale amendement op bun geweten, doch gelijk wij; reeds herin nerd hebben, in politieken zin altijd ge sproken, die waren niet wijzer. Doch vooral de Chr.-Historischen, die zich nu wel met zeker recht op Lohman beroepen, doch zeker niet in zijn geest handelden, toen zij, schoon gewaarschuwd, willens en wetens, de coalitie stuk braken, het landsbelang in gevaar brachten, en het ministerie-Colijtn van kant maakten onder het „dierbaar gejengel"1) van „Lang zal hij leven". En niet minder de Vrijzinnig Diemo- craten, doch deze partij blijft buiten be schouwing De waarschuwing w'as gericht tot de gelioemde voorgangers in de Kerk des Heeren. Het stuk luidt aldus Het was in de laatste dagen van Jeru- .zalem en er was honger in de stad. Titus lag er omheen met een leger, -en hij maakte plannen voor de laatste bestorming zijn vader Vespasianusi was reeds vertrokken, maar hij was het met Titus eens, dat de stad zoo spoedig mogelijk veroverd moest zijn. In de stad was het overblijfsel van het Joodsche volk en het streed met woede en wanhoop, om de heilige stad en den tempel te houden uit de han den van de Heidenen. In de stad waren ook de Rabbi's die steeds het volk de wet geleerd hadden. De verstandigen had den de lessen opgegeven, en ze streden mee. Maar niet alle Rabbi's zijln verstan dig! l i abbi Aieph had in deze dagen een eigen strijd te voeren met Rabbi Gimel. Ze waren het er over eens, dat de Ro meinen van schrik het beleg op zouden breken, als de Joden zich in alles hielden aan de door hen opgestelde wetsformulea. Maar als de eenheid over de grooto zaken is gevonden, dan zijn er nog zoovele kleinere dingen, die strijd kunnen ver oorzaken. D Dit woord, is van de (pol.) redactie van „Het Vaderland", aan het adres van de redac tie van „De Nederlander", die na 't gebeur de haar hoofdartikel eindigde met „den ;sal- venden, en na het gebeurde zeer onwelrieken- den wensch", dat „de Kabinets-kwesiie spoe dig bevredigend zal worden opgelost en het Kabinet onder leiding van Minister Coljjn nog veel goeds voor ons land zal tot stand brengen onder samenwerking met en gesteund door de gecoaliseerde P artjjen"! Waarover nu hadden zij verschil van meening Konden ze het er niet over eens wor den, of de Sadduseesche priesters in den den Tempel mochten worden gehand haafd? Maar neen, daar waren ze het reeds lang over eens. De Sadduceërs, die zelfs niet in de Opstanding geloof den, moesten hoe eer hoe beter den tem pel uit. In hun groote eensgezindheid vergaten ze evenwel de hand aan den ploeg te slaan. En bovendien meende Rabbi Gimel, dat hij hier niet toe geroe pen was, kwam hij niet uit een Syna goge, ergens boven in Gallilea? Terwijl de beide Rabbi's hun eigen strijd streden, nam Titus Bezetha in, want het was in de laatste dagen van Je ruzalem. De honger werd steeds grooter. Boven dien was het zeer rumoerig in de ver kleinde stadsoppervlakte. De strijdende Rabbi's raakten bij elkaar vandaan. Maar straks vonden ze elkander weer, in den tempel, in den voorhof der hei denen. Even vriendschappelijk als Joab in zijn dagen, grepen ze elkander bij den baard, en ze zetten zich vreedzaam in een hoekje terneder. De discussie van vele dagen werd voortgezet. Rabbi Aleph was iemand van groote belezenheid. Kwam zijn tegenvoeter met een opmer king, dan ging hij eerst na, wat Scham- mai er over gezegd had, en straks hoe Gamaliël er over dacht, om dan eindelijk te vertellen, hoe Hillel en hijzelf het juiste standpunt innamen. Rabbi Gimel daarentegen was een tikje minder ontwikkeld, maar was wat meer origineel. Was de eerste een man van intellect, de andere kon in het 'bijizonder spelen op het instrument des gevoels. Zij, die in het voorbijgaan iets van de discussie opvingen, verklaarden, dat ze elkander in fanatisme niets toegaven. En onderwijl kwamen de Romeinen ook .in de Voorstad, en ze plunderden de statige huizen, ook van de Rabbi's. Ze vermoorden de grijzen en de vrouwen en kinderen, ook die, welke God ter ver zorging aan de Rabbi's toegewezen had. Het was de laatste dag van Jeruzalem, en velen voelden den honger niet meer. Ook de- beide Rabbi's voelden den hon ger niet. Ze streden hun woordenstrijd nog steeds even heftig door, want het geschil was van groot gewicht. Wat was dan toch het geschil? Och, als rechtgeaarde Israëlieten, hoopten ze, dat de tijd zou komen, dat het koninkrijk van David weer werd opge richt. Al 'de stammen Israels, de tien en de twee, zouden dan weer komen te Jeruzalem, om het Paaschfeest te houden. Als dat rijk nog eens mocht komen, dan zou, het stond voor hun beiden vast, niet het profetisch woord van de Schriftgeleerden, de onwilligen naar Jeru zalem moeten brengen, als ze soms ver kozen Don en Bieth-El weer op te rich ten. Er waren óók Rabbi's die meenden, aan de profetische roeping de voorkeur te moeten geven, maar dat waxen leeraars van een lichter soort. Neen, maar de koning, die op Davids stoei zou zitten, had de plicht om de afvalligen weer terug te brengen tot de ware kennis der wet. Niet het profetische woord, maar het koninklijke zwaard zou den dwalende terecht brengen of anders uit zijn volken uitroeien Maar in dien dag, meende Rabbi Aleph dat alle synagogen huiten Jeruzalem, moesten gesloten worden, ook die van Rabbi Gimel, hoog in Gallilea. Maar in dien dag, meende Rabbi Gi mel, zou van zijln synagoge de wet uit gaan, waarnaar het koningshuis van Da vid zich zou hebben te schikken. Onderwijl was de strijd van de stad naai' den Tempel verplaatst, en de laat ste Israëlieten betwistten amechtig den toegang aan de steeds opdringende Ro- meinsche soldaten. Maar de Rabbi's hoorden het niet, was het eindelijk friet eens tijd, om deze geweldige kwestie uit te maken? En had het niet zijn nut, dat de strijdende Israë lieten, ja ook de Romeinen kennis na men van het gewichtige punt in geschil? Straks wierp een soldaat zijln brandende fakkel in den Tempel, en _toen men later de overblijfselen yan den voorhof der Heidenen wegruimde, vond: men ook de beide Rabbi's gesmookt en verminkt tusschen steenen en puin! De laatste dag van Jeruzalem, van dc.i Tempel, en van de strijdende Rabbi's was toen reeds lang voorbijl, maar de strijd was niet opgelost! De strijd is nog niet opgelost! Latere rabbi's hebben er nog meer malen hun licht over laten schijnen. Dat deed onder anderen Petrus Dathe- nus, van 15711584, predikant te Gent, de bekende berijmer van onze psal men. Met Modet eischte hij van Prins Willem, dat deze de godsdienstvrijheid aan de Roomschen te Gent zou verbieden. Ze eischten dat, toen ons land nog voor een groot gedeelte onder hot Spaansch-Roomsche juk lag. Toen de Prins evenwel de vrijheid van religie afkondigde en den Gente naren den raad gaf, zich hierin te schik ken, kwamen ze ertegen in verzet. Dat ze ten dezen zuiver Róomsche practijken op Gereformeerd erf trachtten te brengen, zagen ze niet in. De groote geestelijke vruchten der Reformatie, ge- tensvrijheid en godsdienstvrijheid acht ten ze uit den Booze. En ze zetten hun strijd voort, zelfs toen Parma voor de stad lag, en deze allengs geheel had ingesloten. Straks was de vrijheid van godsdienst verboden in Gent, niet door den Prins, maar door Parma. Het gezag' van den Spaanschen Koning en van de Roomsche kerk was er weer geheel hersteld. Datheen, die zich heimelijk uit de stad wist te maken, heeft het van uit de verte moeten aanzien, dat de Gereformeerde godsdienst in geheele landstreken werd „geweerd en uitgeroeid". En wij' die eeuwen later leven, We ten, dat de onbedoelde vrucht van het werk van Dathenus is geweest, dat ge slacht na geslacht is geboren en gestor ven, zonder het zuivere evangelie der genade te leeren kennen. Als onze evangelisatie nochtans zijn werk heeft in de Belgische provincies is het om onder Gods zegen, het ver broddelde werk van die dagen weer recht te breien. De strijd is ook in die dagen niet opgelost. 1 JF Ook thans gaat die strijd nog door. De predikanten, Lingbeek, Zandt en Kersten maken zich gereed, om de dis cussie voort te zetten in den voorhof der Heidenen. Ze zitten op den stoel van Dathenus en van Modet en van de gefantaseerde oude rabbi's, en de zetels zijln "waardig bezet. Onder hen is Ds Lingbeek de man van grootp belezenheid, die voor D|r Kuyper weet te waarschuwen, Dr Bavinck's fouten kent en Dr Hoedemaker weet aan te prijzen. Verder is daar Dis Kersten, die ernstige en liefelijke tonen weet aan te slaan voor het gemoed, en hoewel volgeling van Dathenus op het heillooze pad, zich liefst beschouwt als bezield door Wil lem van Oranje, den Vader des Vader lands; den man, wren door Dathenus werd verweten, dat hijl „de religie zoo licht veranderde als een omhangsel'van een kleed". D's Zandt wil van geen overeenstem ming met Rome weten. Met vele collega's vond hij élk meedoen aan de politiek tot voor kort uit den booze. En nu zijln ze strijders, maar alleen met het v/oord, dat ze ook op het Binnenhof tot de Heidenen zullen doen uitgaan. Streden ze maai' metterdaad tegen de Sadduceërs in eigen kring! De strijd zal nu worden uitgevochten met art. 36 Ned. Geloofsbelijdenis in de hand. Reeds is uitgemaakt, dat die lich ting onder de zonen der Hervorming, die zich bij voorkeur Gereformeerd noemt, zich grootelij'ks vergreep aan zijn belijdenis, toen ze er het befaamde stuk over het weren .en uitroeien van de afgoderij en valsche godsdienst uit heeft gelicht. Maar of D's Kersten, of D's Zandt, of D's Lingbeek, zal moeten uitmaken welke godsdienst de ware xis 'dat Is een tweede vraagstuk, dat de heeren nog niet hebben pp gelost. Onderwijl is de vijand reeds in het land heeft ongeveer de helft reeds bezet. Onderwijl komt het rood steeds meer aanzwellen. Straks wordt de eigen tempel aangevallen, en de heeren debatteeren steeds meer verwoed over wat moet gebeuren, als de meerderheid van ons volk Gereformeerd is, van de richting Lingbeek, of -Zandt, of -Kersten! Zullen de rabbi's dan wakker worden als de Tempel m brand staat? God geve het. (Geref. Kerkbode van Den Haag.l Een aanhangsel. Intusschen heeft ook „De Nederlander" ge sproken met aanhalingen van Groen en Kuy per en Lohman, en aangetoond op welke gronden deze drie groote mannen een missie bij den Paus nimmer konden aanvaarden. Waarmee natuurlijk alle A.-R. accoord gaan. Maar die gronden waren onzerzijds niet in 'het geding. Had Rome de missie verdedigd op de destjjds door deze drie staatslieden terecht gewraakte gronden, dan hadden ook onze vrienden in de Kamer tegen dien post moeten stemmen. Maar de grond was het nationale belang van het hebben van een luisterpost, die de Regeering meende noodig te hebben. „De Nederlander" eindigt haar betoog met de herinnering, dat de Chr. Historische partij met haar verzet in de lijn bleef, 55 jaren door haar gevolgden besluit met deze vraag „Wat is méér voor do hand liggend, méér „der Regel des Lebens entsprechend"dat de christelijk-historischen voortgaan in de lijn die zij 55 jaren gevolgd hebben, öf dat de R.-K., in strijd met wat zij tientallen jaren in hun bondgenooten gedoogd hebben, thans als conditio sine qua non voor samenwer king stellen een beginseloffer van de chris telijk-historischen „Wie deze vraag ernstig overweegt, zal moe ten erkennen, dat de „oorzaak" van de huidige débacle niet ligt bij de christelijk-historischen. Hun gedragslijn was dezelfde als voorheen, werd door dezelfde visie gedragen en door hetzelfde beginsel bepaald. „Dat die gedragslijn, 55 jaar lang gevolgd, voorheen niet aan een rechtsche samenwer king in den weg stond en thans blijkbaar wèl, is een gevolg van een buiten hen lig gende verande ring." Een vraag, die onze aandacht niet noodig heeft. De Roomsche Staatspartij moge haar beant woorden. In elk geval staat het vast, dat van nu aan de A.-R. partij terugtreedt in 'haar isolement. „De Standaard" merkt o.a. nog op „Alleen wanneer ons A.-R. volk vast staat in zijn overtuiging, en zich bewust is van wat zijn beginsel eischt, zal het gewapend zijn tegen de vele gevaren, die in het po litieke leven bestaan. Vooreerst zal 'het dan begrijpen, dat een A.-R. minister niet altijd in staat is de volle 100 procent van wat we zouden wenschen, te bereiken. Maar het zal ook sterk staan tegen aanvallen van geest verwante groepen, die één punt eenzijdig naar voren schuiven en de algemeen© beginselen uit het oog verliezen. De agitatie tegen het gezantschap bij het Vaticaan is daarvan een symptoom. Trouwens heel het antipapisme. Wanneer men mannen als Dr Kromsigt hoort in hun uitingen, dan vraagt men zich af, of ze met blindheid zijn geslagen. Terwijl in het buitenland het Socialisme en Communisme en Fascisme hun triumphen vieren, en hier te lande door de profeten dezer stelsels dag aan dag met allerlei middelen het volk be werkt wordt, schijnen Dr Kromsig't en de zijnen alleen maar gevaar te zien van de Zijde van Rome. „Het Chr. Protestantsohe volk nu heeft noo dig te weten, dat in de ontwikkeling der Room sche zaak hier te lande tendenzen kunnen liggen waartegen wij ons zullen hebben te verzetten. Maar wjji gelooven tegelijkertijd, dat die ten denzen eerst recht aan het licht zullen treden, als de Coalitie voor goed gebroken is en er een samenwerking yan Sociaal-Democraten en Roomsch-Katholieken zal zijn tot stand gekomen. Bij' alle principieel verschil, dat tus schen deze beide groepen bestaat, zijn er ook punten van overeenkomst aan te wijzen. Op organisatorisch gebied, op het terrein der staatsleer, ten aanzien van de burgervrijheid zijn er bij! sommige Roomschen neigingen te bespeuren, die zeer wel tot een tijdelijk sa mengaan met de Socialisten aanleiding kun nen geven. Alle partijen kunnen zich in ver schillende richtingen oriënteeren. Dat kunnen de Antirevolutionairen en Christelij'k-Histori- schen ook. Maar in de Roomsche Staatspartij is dat zich kunnen oriënteeren in zeer ver schillende richting1 een karaktertrek. En wij hebben het altijd als een weldaad beschouwd, dat de Nederl. Roomsch-Katholieken, op het voetspoor van Schaepman, zich jaren lang in A.-R. richting hebben georiënteerd. Daar aan is het toe te schrijven, dat de samen werking zoo vaak een zeer spontaan en har telijk karakter droeg. Ziende op de hoogere belangen van het land was men gemakkelijk bereid over en weer niet het onderste uit de kan te eischen. „Maar sommige mannen van Chr.-Protestant- schen .huize hebben hier nooit iets voor ge voeld. In bewogen dagen als in 1918 hielden zij zich tijdelijk stil. Doch nauwelijks was het revolutie-gevaar van de lucht, of de anti papistische propaganda begon opnieuw. Zij droeg te allen tijde een zuiver negatief karak ter. Daarom kon zij ook nooit anders dan negatieve resultaten bereiken. Nu bereikte zij het uiteenvallen der Coalitie. Maar positief We zullen nog wel eens gelegenheid hebben daarop terug te komen. „Wü zijn door het droeve resultaat van deze propaganda in onze overtuiging gesterkt, dat wij straks teruggekeerd in ons iso lement weer in volle breedte de positieve beteekenis der A.-R. beginselen moeten laten zien, opdat ons volk nog heter dan tot nu toe het algemeene van het bijzondere, het belangrijke van het kleine, het principiëele van het bijkomstige leere onderscheiden. „Alleen met zulk een geschoold volk is het voeren van krachtige politiek tot heil des volks mogelijk. Zoo heeft Dr Kuyper het altijd begrepen. En zoo moeten ook wij het verstaan. En de historie der laatste jaren r.'ïïrr SPREEK urr.i „TSCHTESBRtr? heeft sedert 1869reeds velen millioenen Mensehef» groote diensten als „Eerste-hulp" bewezen. Waiger namaak en neem slechte orignecle fleschjes aan, verpakt door: heeft duidelijk bewezen, wat ten slotte een kleine groep mits krachtig uit een be ginsel levend in samenwerking met anderen kan tot stand brengen." Met dit slot kunnen alle drie de coalitie partijen dunkt ons tot zichzelf inkeer ren. En indien de A.-R. partij dit doet, zal zij in de toekomst, meer dan ooit een kracht ten goede blijken. Duitschland en Locarno. In dén Duitschen kabinetsraad is giste ren besloten, aan buitenlandsche zaken opdracht te geven tot uitwerking van een wetsontwerp, waarbij de regeering ge machtigd wordt het Locarno-verdrag te ondeiteekenen en tot den volkenbond toe te treden. De. premiers der Duitsche staten zijn tegen Donderdag te Berlijn bijeen geroe pen om dienaangaande te beslissen. Op 23 dezer .zal de rijksdag haar beraad slagingen over het ontwerp beginnen, De Man toch veroordeeld. Eindelijk is het proces De Man ge ëindigd. Men herinnert zich dat in September 1924 bij; een Vlaamsche be tooging relletjes ontstonden bij de Beurs te Biussel. Be Man werd door een groep fascisten achtervolgd en loste op zijn aanranders drie revolverschoten, waardoor een fascist stierf. In eerste in stantie werd De Man veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf en 50.000 frank scha devergoeding, doch De Man ging in hoo- ger beroep en werd vrijgesproken. Hef Hof van Cassatie ging hier evenwel niet mee accoord en te Gent werd De Man opnieuw tot drie jaar 'gevangenisstraf en 50.000 franks schadevergoeding veroor deeld. De Man ging andermaal in hooger beroep clock nu heeft het Hooggerechts hof te Brussel dit geweigerd. De Man blijft dus veroordeeld tot drie jaar en 50.000 franks. Een groot deel van zijn straf heeft hij; reeds uitgezeten en de 50.000 franks zijn bijeengebracht door een openbare inschrijving. Korfe berichten. De nota's van den gezantenraad zijn gisteren te Berlijn gepubliceerd. Die over de ontwapening deelt mede, dat de ont ruiming van Keulen op 1 Dec. zal begin nen en tegen het eind van Jan. voltooid' zal zijn. Na regeling van enkele nog han gende ondergeschikte kwesties aal dei mi litaire Ententecommissie van controle worden opgeheven. Die over de concessies in verband met Locarno stelt de reeds vermelde inkrimping van de sterkte der bezettingstroepen in uitzicht en verder de afschaffing van het gedelegeerdenstel- sel en verlichting van de irikwartierings- lasten voor de bevolking. Churchill heeft in het lagerhuis me- dedeeling gedaan van een in beginsel door Frankrijk aanvaarde schuldenregeling. Met Italië zullen zeer spoedig besprekingen over een zoodanige regeling beginnen. Met Roemenië is reeds een schikking, in den geest van die, aan Frankrijk voor gesteld, bereikt. Uit verschillende plaatsen in Syrië wordt gemeld, dat Beiroet door een aan val wordt bedreigd en dat de Franschen, die alle auto's in de stad hebben gerequi- reerd om versterkingen van de haven, aan te voeren, waar verscheiden duizen den manschappen ter versterking zijn aan gekomen, in dat geval niet zouden aar zelen, de stad te bombardeeren. Te Botzen zijn de secretaris van de Duitsche volkspartij Michael Walfert- heimer en diens zoon Friederich in hech tenis genomen. Bij een huiszoeking zou men op een schrijftafel handgranaten en ook gevulde grootere granaten gevonden hebben. Uit .Peking wordt geseind, dat de Chineesche generaals een wapenstilstand hebben gesloten. Zij hebben de verplich ting op zich genomen, elke militaire actie

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1