Mo 38
Maandag 3 November 1935
40e Jaargang
Buitenland.
Biimenlani
Drukkers-Exploitanten:
UOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3-
Losse nummers
f 0.03
Prijs der Advertentie n:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL
Bij abonnement belangrijke korting.
Marchant's berouw en artikel 40.
„Het Vaderland", een liberaal blad,
constateert met. spijt, dat de heer Mar-
chant niet vermag in te zien hoezeer
hij misdreef, toen hij den minister on
juiste verwijten toebeet; en nog mis
drijft, niet alleen door zijn fouten niet in
te zien, maar ook door in zijn blad „Be
Vrijzinnig-Democraat" in een artikel „On
gegronde Boosheid" de verontwaardiging
van den minister toe te schrijven aan
diens „kwaad geweten", en hem acht te
behooren tot hen die „het zedelijk kwade
niet meer begrijpen".
Dit in verband met de intrekking van
het bekende artikel 40.
Tegen deze voorstelling nu protesteert
„Het Vaderland":
i Ook wij 'hebben met anderen meer-,
malen de opmerking g;emaakt dat de re
geering niet anders kon doen dan dit op
den duur onuitvoerbare artikel intrekken.
Doch en dit is begrijpelijk onze
ambtenaren wilden er niet aan. Misschien
zullen zij minder moeilijk over hun in
derdaad jammerlijk verlies kunnen ko
men, nu een liberaal blad de regeerings-i
daad verdedigt.
Alvorens van zijin betoog togen Mar-
cliant en voor Golijn iets over te nemen,
ga echter onzerzijds de opmerking vooraf,
dat voor ons de door den heer Rood-
huyzen geplaatste overigens rake afstraf
fing van zijn vrijzinnig democratischen
geestverwant voor ons weinig Waarde
heeft, omdat hij in deze afstraffing ook
nog deelen laat den minister en den
Kamervoorzitter. Een paedagogische fout,
meermalen door hem gemaakt.- De paeda-
goog, die den beschuldigde en tegelijk
diens slachtoffer een muilpeer toedient,
blijft daardoor met den eerstgenoemde
goede vrienden. Dit zal hier ook weer wel
het geval wezen. Doch in ieder geval
is de opmerking van dezen 'liberaal aan
't adres van mr "Marchant in verband
met de intrekking van het befaamde ar
tikel 40 de moeite van het overnemen wel
waard.
Wij lezen: l
Er zijd bij deze zaak eenige fouten
begaan. In de eerste plaats, en het meest
door den heer Marchant, die Minister
'Colijn trouwbreuk heeft verweten, op
grond van intrekking van art. 40 van het
Bezoldigingsbesluit, en van 't wetsont
werp, dat bedoelde aan de ambtenaren,
die zich door art. 40 gedekt achtten,
den toegang tot den rechter af te snij
den (welk ontwerp echter geen w!et is
geworden)Dat was mis. Aan de tot
standkoming van art. 40 heeft de heer
Ciolijn nooit het minste aandeel gehad,
en intrekking daarvan mocht alleen ge
gispt worden door hem, die, anders dan
de heer Troelstra, van meening was, dat
de ambtenaren geen veer mochten laten.
Daarvan tegen Minister Colij!n een wapen
te maken was niet fn orde, omdat wie
daar ook gezeten had als minister van
Financiën, zelfs al ware diet He heer
Marchant in hoogst eigen persoon ge
weest, wel had moeten beginnen met
art. 40 in te trekken. En al zijn ook
wij van oordeel, dat de tractementsverla
ging van de ambtenaren op 'n weinig
o n oordeelkundige wijze heeft plaats ge
had, zoodat het gevolg daarvan is ge
weest, dat menig ambtenaar in desolaten
financieelen toestand is geraakt, en al
hopen wij van harte dat de herziening
van het Bezoldigingsbesluit dat kwaad
zal herstellen, de bevoegdheid ,aan den
Staat te ontzeggen op eene niet vervul-'
bare belofte terug te komen, is uit het
ongerijmde. Die particuliere werkgever,
wien het blijkt, dat hij met zijn salari-
■eering te hoog gemikt heeft, zal zijh.
personeel zetten voor de keuze tusschen
salarisverlaging of liquideering, maar daar
de Staat nooit kan liquideeren, moet hem
het recht verblijden zich van onvervulbare
beloften los te maken- De Volksvertegen
woordiging heeft het trouwens in de
hand een ministerie te doen vallen, dat in
deze zohder gebleken noodzakelijkheid!
.gedane toezeggingen niet zou nakomen.
Hoe.dit alles zij, de heer Colijn heeft
aan artikel 40 part noch deel, en op dien
grond kon men hem geen trouwbreuk
verwijten, en nog veel minder om het
ontwerp, waarbij aan de ambtenaren de
toegang tot den rechter werd afgesneden,
want nooit heeft hij de belofte gegeven,
■dat hij zulks niet zou doen. Men kan
dat ontwerp van zeer bedenkelijken aard
en in strijd met de Grondwet noemen,
maar trouwbreuk was het niet. Z.oodat
de heer Marchant zich tweemaal vergist
heeft, en het hem zoo makkelijk moest
gevallen zijn het geïncrimineerde woord
terug te nemen, wat hij zeker zou gedaan
hebben, als .hijMarchant niet was.
Nu heeft hij' zijne fout nog geaccentueerd
door zijn„En als de Regeering dat
doet, of het nu is 'de heer Heemskerk,-
die achter de Regeeringstafel zit, of u
Mijnheer de Voorzitter, of de Minister,
van Financiën, dat doet er niets toe, ik
behoud mij als volksvertegenwoordiger
het recht voor om het te constateeren,
wanneer de Nederlandsche Regeering het
gegeven woordt breekt."
Dit gebeurde op Dinsdag 20 October
en wachtten wij de Vrijz innig-Domocraat,
die Zaterdag daarop verscheen, öm te
zien of de heer Marchant daarin de ge
maakte fout Zo|u herstellen. Waarop wij
zeker gerekend hadden, omdat juist po
litiek inzicht dit eischte. Maar wij1 werden
bitter teleurgesteld. In een artikeltje „On
gegronde Roosheid" wordt de boosheid
van den Minister uit diens kwade geweten
verklaard, en meent de neer Marchant
zich schoon te kunnen wasschen met He
opmerking, dat hij wel meer zoo heeft
gesproken, of erger.
De opmerkingen zijn juist en niet te
scherp. Maar zij zullen wel langs de
koude kleeren van den delinquent afloo-
pen, dewijl de strafdeeler zich vervolgens
tot diens slachtoffer wendt met een
„ma,ar jiji deugt ook niet".
Sarrail naar Parijs ontboden.
De Fransche regeering heeft generaal
Sarrail uitgenoodigd naar Parijs te ko
men, om inlichtingen over den toestand in
Syrië te verschaffen. De regeering be
sloot verder een civiel gouverneur te be
noemen, na de organisatie van het man
daat. Generaal D'uporl zal ad interim als
gouverneur van Syrië optreden.
Paul Boncour heeft geweigerd de op
volging van Sarrail te aanvaarden. Ook
Franklin Bouillon aarzelt.
De opstand in Syrië.
Een telegram uit Haifa meldt, dat de
opstandelingen te Damascus slechts 1685
geweren in plaats van de geëischte 3000-
aan de Franschen hebben uitgeleverd. D'e
Franschen hebben daarom een nieuwe
boete van 10.000 opgelegd. Bovendien
eischen ziji voor iederen dag vertraging
een bedrag van 500. De Franschen heb
ben de verzekering gegeven, dat de stad
niet opnieuw zal worden gebombardeerd.
Zij hebben echter in de straten prikkel
draadversperringen laten aanbrengen en
alle tuinmuren laten slechten om hinder
lagen te vermijden.
Te Damascus is het rustig maar er
bestaat een sterke revolutionaire onder
stroom en de streek ten Noorden van de
stad is in vollen opstand; de telefoon
verbindingen zijn afgesneden. Tien mijlen
buiten de stad worden automobilisten aan
gehouden en beroofd. Opstandige benden
uit Damascus hebben verscheidene dor
pen aangevallen welke niet tegen de Fran
schen in verzet waren gekomen.
Havas meldt, dat de 3000 geweren in
geleverd zijn. Te Damaskus zou het leven
weer zijn normale aanschijn krijgen.
De Fransche minister-president laat te
genspreken, dat de verliezen van de Fran
schen sinds den opstand van de Druzen
6000 do-oden zouden hebben bedragen.
Dit aantal vertegenwoordigt het totaal aan
dooden en vermisten sedert het jaar 1920
Het huidige cijfer is 585 aan dooden en
vermisten, van wie iets minder dan de
helft Franschen zijn.
Vlichtelingen uit Damascus verhalen,
dat de stad een „doode stad" geworden is.
Talrijke lijken zijn begraven onder de puin-
lioopen der verbrande woningen. 1200 ge
vangenen zouden in de gevangenis gedood
zijn.
De Fransche generaal Gamelin, die de
Drusen aanviel met drie regimenten in
fanterie, cavalerie en artillerie, werd in
de Syrische woestijn omsingeld door Be-
.doeïnen en bewoners van Damascus. De
Franschen leden hevige verliezen en wer
den gedwongen terug te trekken in de
richting van Damascus.
Amerika, het sprookjesland.
Sir Robert Home, de leider van de
Britsche delegatie ter bijeenkomst van de
interparlementaire unie heeft in Engeland
teruggekeerd verklaard, dat de toenemende
rijkdom in de Vereenigde Staten hem het
meest verbaasde. „Er is zulk een „boom"
dat er geen voorraden in .het land zijn.
Alle goederen die geproduceerd worden,
gaan practisch onmiddellijk naar de ver
bruikers. Men is thans van meening, dat
alle inkomens beneden 1000 pond sterling
vrijgesteld kunnen worden van belasting,
iets wat elders een onmogelijke droom
schijnt".
v Wembley.
Zaterdag, den laatsten dag, zijn er nog
109,301 bezoekers op Wembley (Eng.) ge
weest, die zich bijna allen tegen 4 uur
naar het Stadion hebben begeven om de
sluitingsrede van den hertog van York,
Yd ie door luidsprekers uitgezonden werd,
aan te hooren. De hertog las een telegram
van den Koning voor waarin gewezen
werd op de nauwere banden die door
deze tentoonstelling tusschen het moeder
land en de koloniën waren gevestigd en
verklaarde daarna in een paar woorden,
de tentoonstelling gesloten. De menigte
zong Auld Lang Syne en daarna God
save the King en verliet op de tonen
van een marsch van Elgar, achter de
muziek van de Irish Guards de ter
reinen.
In het geheel is de tentoonstelling dit
jaar bezocht door 91/2 millioen menschen
tegen 17i/2 millioen verleden jaar.
'De sjah van Perzië onttroond.
Reuter meldt uit Teheran, dat het Per
zische parlement na een opgewonden zit
ting met groote meerderheid besloten
heeft de heerschende dynastie vervallen
te verklaren van den troon. De minister
president werd tot hoofd van het uitvoe
rend bewind gekozen, maar de onmiddel
lijke proclamatie van een republiek stuitte
op tegenstand bij de hooge Islamitische
geestelijkheid en het leger, die wel voor
afschaffing van deze dynastie maar niet
voor algeheele terzijdestelling van het kei
zerschap als staatsvorm waren.
Korte Berichten.
Uit Weenen wordt gemeld: De bond
van bakkerspatroons, heeft in overleg met
de groote broodfabrieken besloten, het
ultimatum van de arbeiders van de hand
te wijzen, zo-odat vermoedelijk Dinsdag
a.s. een staking van de bakkersgezellen
zal intreden. Wat de staking der ambtena
ren betreft, schijnt een lichte ontspanning
te zijn ingetrqden, waardoor een ambte-
narenstakina. vermoedelijk vermeden zal
werden.
Luitenant-generaal Müller, die bij
een schietoefening te Jüterbog (D'_). doode-
lijk werd gewond door een verdwaalden
kogel, is kort daarop bezweken. Men ver
moedt, dat het doodolijke schot is ver
oorzaakt door een kogel uit een machine
geweer, die op zeer korten afstand is
ingeslagen, doordien de lading van de
patroon te zwak was. 1
Naar uit Rome wordt gemeld, is
de Italiaansche afgevaardigde iUfredo- Mo-
rea, die een paar maanden geleden naar
het Riffgebied is gegaan om een bezoek
aan Aba el Krim te brengen spoorloos
verdwenen. Alle onderzoekingen hebben
tot nu toe geen resultaat opgeleverd,
De werkloosheid in den Roermijn-
bouw is de laatste maand met 17 pet. toe
genomen en het aantal werklooze mijnwer
kers is tot 22.000 gestegen.
De bevolking van Constantinopel,
welke voor den oorlog meer dan een
millioen zielen bedroeg, daalt thans voort
durend en heeft het cijfer van 650.000
bereikt. Het sterftecijfer overtreft het ge
boortecijfer vqj-re.
Hugo Stinnes Jr. is te Weenen aan
gekomen teneinde de eigendommen te ver
knopen welke behooren aan het Stinnes-
concern in Oostenrijk.
Volgens de Vossische Ztg. heeft 'de
Russische volkscommissaris voor buiten-
landschen handel een tractaat tusschen
de Russische inkooporganisaties voor ani
line kleurstoffen en de D'uitsche Aniline-
fabrieken tot een bedrag van 25 millioen
mark goedgekeurd.
Bij een ongeluk in een mijn bij
Swansea (Eng.) is één man gedood en
9 gewond.
.Froense, de Russische volkscommis
saris van oorlog, is overleden.
Op het kerkhof van Heidelberg is
het monument op het graf van president
Ebert onthuld en door de rijksregeering,
overgedragen aan het gemeentebestuur
van de geboortestad van den overledene.
Uit de Beiersche staatsbibliotheek
waren de laatste jaren een 50tal kostbare
boekwerken ontvreemd. Thans zijn de
autoriteiten er eindelijk in geslaagd de
daders op het spoor te komen en te
arresteeren. Het zijn een te Mjüncben wo
nend geneesheer- en zijn zoon, die te
München studeerde.
De Memorie van Antwoord.
Verschenen is de Mem. v. Antw. op de
algemeene beschouwingen in het afdee-
lingsverslag der Tweede Kamer over de
Staatsbegrooting.
Ten opzichte van dekeuzevanfor-
m a t e u r acht de minister het voldoende
te verklaren, dat hij na gedaan onderzoek
gemeend heeft zich aan het op hem door
de Kroon gedaan beroep niet te mogen
onttrekken.
Het totstandkomen van een nieuwe
Lager Onderwijswet heeft de re
geering zich niet tot taak gesteld.
De regeering zal met alle kracht naar
een verlaging van het peil der
uitgaven moeten blijven streven, ten
einde allereerst den voor het herstel van
de volkswelvaart veel te zwaren druk der
belastingen te kunnen verlagen.
Van de regeering is geen voorstel te
verwachten in het stelsel der sociale ver
zekeringswetten ten aanzien van het stel
sel van fondsvorming verandering te
brengen.
Betoogd wordt, dat do handhaving van
een afzonderlijk departement
van marine niet noodzakelijk is. Bij
den tegenwoordige)! foestand is net hiel
wel mógelijk de huidige organisatie der
marine te handhaven, zonder te vervallen
in het onderhouden van een veel te sterk
beroepspersoneel in Nederland.
Het tijdvak tusschen de ambtsaanvaar
ding der regeering en het afdrukken van
de begrooting was te kort, dan dat het
ondoenlijk was de begrooting (met name
de militaire begrootingen) om te werken
overeenkomstig de reorganisatieplannen.
Intusschen konden toch de gereedliggende
militaire begrootingen met 1.4 millioen
worden verlaagd.
Justitie.
Verschenen is het Voorloopig verslag
over hoofdstuk IV (Justitie) der Staats
begrooting voor 1926.
Van verschillende zijden werd de op
merking gemaakt, dat de Troonrede ge
heel zwijgt over de plannen van den Mi
nister van Justitie. Men verzocht den Mi
nister, alsnog bij de Memorie van Ant
woord zijn werkplan voor de naaste toe
komst te ontvouwen.
Gevraagd werd of de invoering van het
nieuwe Wetboek van Strafvordering met
1 Januari a.s. tegemoet gezien kan wor
den.
Gevraagd werd wat van den Minister
te verwachten is ten aanzien van de hu
welijkswetgeving. Principieele herziening
daarvan achtten verscheidene leden vol
strekt noodzakelijk.
Eenige leden drongen aan op een her
ziening van de wettelijke verhouding tus
schen kerkelijk en burgerlijk huwelijk; zij
vroegen of een wetsontwerp dienaangaan
de in voorbereiding is. Bij andere leden
bestond tegen een door deze leden be
doelde wijziging bezwaar.
Gevraagd werd of de Minister de indie
ning van een wetsontwerp wil bevorderen,
strekkende om een einde te maken aan
de bestaande praktijken, waardoor veel
vuldig echtscheiding bij onderling goed
vinden tot stand komt. Andere leden
wenschten daarentegen de echtscheidings
gronden aanmerkelijk verruimd te zien
en ongeneeslijke krankzinnigheid daar
onder te zien opgenomen.
Gevraagd werd om krachtige maatrege
len tegen de verspreiding van pornogra-
phie. Eenige leden merkten op, dat het
dansen in openbare inrichtingen zeer toe
neemt en veelal een zedenbedervenden
vorm aanneemt; zij vroegen of hiertegen
niet dient te worden opgetreden. Aange
drongen werd door sommigen op een al
geheel verbod van openbare bokswed
strijden.
Eenige leden drongen aan op een vloek-
verbod voor het geheele land. Andere le
den verzetten zich hiertegen met kracht.
Van verschillende zijden werd op prin
cipieele herziening van het strafstelsel
aangedrongen.
Eenige leden vestigden de aandacht op
de ergerlijke wijze, waarop slechts op den
sensatielust van het publiek speculeerende
persorganen verslagen geven van terecht
zittingen van strafzaken, de portretten
van misdadigers eenige malen na elkaar
op in het oog vallende wijze afdrukken,
hun dagboek puhliceeren e. d. Men vroeg
of daartegen geen maatregelen te nemen
waren.
Sommige leden betoogden de wensche-
lijkheid van het maken eener wettelijke
regeling betreffende het particuliere zie
kenfondswezen in Nederland.
Eenige leden drongen aan op intrekking
der huurwetten.
Kanselier van de schatkist?
Verstopt in de Memorie van Antwoord
over hoofdstuk I der staatsbegrooting
staat een belangrijk nieuwtje.
De regeering gaat een wetsontwerp in
dienen, dat bedoelt aan den minister van
financiën een controle te geven over de
staatsuitgaven, van de „soort als door den
lieer Van Gijn als minister van financiën
in 1917 tevergeefs werd verlangd ten aan
zien van de crisisuitgaven. Hij zag er een
reden in om heen te gaan. De heer Colijn
kondigt zijn plan thans aan met de vol
gende toelichting:
De grondslag voor dit toezicht is ge
legen in het feit, dat de minister van
Financiën, die het finantieel beheer van
den staat als geheel heeft te overzien en
belast is met de zorg voor de beschik
baarstelling van de voor alle uitgaven
benoodigde middelen, uit dien hoofde
niet geplaatst kan worden voor het doen
van uitgaven, welke hij met zijne ver
antwoordelijkheid niet zou kunnen
overeenbrengen. Daaruit vloeit voort,
dat bemoeiing zijnerzijds mot de doel
matigheid van verschillende uitgaveq
niet vermeden kan worden.
Dat deze bemoeiing niot koover zou
mogen gaan, dat feitelijk de minister
van 'Financiën de beheerder zou wor
den ook van de begrootingen der andere
departementen, spreekt vanzelf.
Het schijnt echter zeer wel mogelijk,
dit laatste bezwaar te ontgaan, en toch.
de waarborgen te versterken, welke
voor den minister van Financiën on
misbaar zijn om de verantwoordelijk
heid voor den algemeenen financieelen
toestand te kunnen dragen.
Men zal de nadere uitwerking van de
hier aangekondigde wetgevende gedachte
moeten afwachten, alvorens daarover een
oordeel uit te kunnen spreken. Inmiddels
willen wij over het feit, dat naar een con
trole van den hierbedoelden aard wordt
gestreefd onze vreugde uiten.
Een soort preventieve controle op de
staatsuitgaven is dringend noodig en het
blijkt wel uit de ervaring van de laatste
jaren, dat het collegiaal overleg der mi
nisters op den voet als dat thans wordt
gepleegd geen voldoende waarborgen
geeft, dat de taak van den minister van
financiën uitvoerbaar blijft. (Hand.)
Het verdrag i
B e 1 g i N ederland.
Wij lezen in de Maasbode:
Nog veel te weinig is de financieele zij
de van het Belgisch-Nederlandsch ver
drag, betreffende de Schelde en de kana
len, belicht.
Doel van dit schrijven is om het geheele
Nederlandsche volk krachtig wakker te
schudden uit den dut en het erop te wij
zen, dat indien dit verdrag door de Sta-
ten-GeneraaL wordt geratificeerd, onze
met zooveel moeite in evenwicht gebrachte
Staatsbegrooting binnen enkele jaren we
der hopeloos uit het lood zal geraken.
Wat toch is het geval! Ons land neemt
op zich verplichtingen ten aanzien van de
bevaarbaarheid van de Wester-Schelde^
waarvan de draagwijdte in de verste verte
niet is te overzien. Niet alleen is het on
bekend, welke eischen in de toekomst de
scheepvaart nog kan stellen aan de diepte,
verlichting, enz. van den toegangsweg tot
een wereldhaven als Antwerpen, maar bo
vendien weten wij volstrekt niet, welke
parten de natuur ons spelen kan. Het is
zeer wel mogelijk, dat de Wester-Schelde,
niettegenstaande alle kunst- en bagger-
werken, gedoemd is om te verzanden, zoo
als in den loop der eeuwen zoovele toe
gangswegen tot zeehavens onbruikbaar
zijn geworden, niettegenstaande alle getob
der menschen om dat te verhinderen.
En toch legt het verdrag aan Neder
land de verplichting op, om voor onze re
kening te zorgen, dat de Wester-Schelde
op ons gebied steeds zal worden gehou
den in een toestand, zooals is aangegeven
op een kaart in drie bladen, welke aan het
verdrag is toegevoegd. Deze kaart is door
België samengesteld, onze Regeering is er
erg geheimzinnig mede, hetgeen niet veel
goeds voor onze belangen voorspelt, maar
zooveel is er toch wel over uitgelekt, dat
op deze kaart in alle vaargeulen van de
Wester-Schelde de gunstigste diepte is ge-
teekend, die- in elk vak gedurende een
reeks van jaren ooit is voorgekomen, zoo
dat door deskundigen betwijfeld wordt, of
het zelfs technisch mogelijk zal zijn de
Wester-Schelde te brengen in den toe
stand, zooals op die kaart is aangegeven.
Beseft men wel wat deze verplichting
beteekent? Niet alleen kunnen daarmede
fabelachtige bedragen per jaar gemoeid
zijn, maar bovendien zal deze bepaling
een bron van voortdurende onaangenaam
heden en wrijving tusschen België en Ne
derland zijn.
Als er nu een schip vastraakt op de
Wester-Schelde, kijken de Belgen al zuur
in onze richting; maar zij kunnen ten
slotte niets zeggen, want als hun gouver
nement het geld maar disponibel stelt,
wordt er gebaggerd en nogmaals gebag
gerd. Maar hoe zal het zijn als wij die
verplichting op ons hebben genomen? De
vraag stellen is haar beantwoorden.
Het heele tractaat is er op berekend, de
positie van Antwerpen te versterken en
die versterking gaat ten koste van onze
havens; dat is nu eenmaal onvermijdelijk.
Derhalve zal de belastingopbrengst te Am- -
sterdam en Rotterdam dalen en ook de
openbare bedrijven zullen minder opbren
gen. De belastingschroef zal dus moeten
worden aangedraaid om de Belgische ha
ven Antwerpen tot grooter bloei te bren
gen en dat zullen alle Nederlanders zon
der onderscheid in hun zak voelen.