3
Zaterdag; 34 October 1935
40e Jaargang
Bank voor Zeeland
SUSSINK'S
KOEK
is
EERSTE BLAD.
HET ADRES
A. WILKING
Vlle koek heet
Honigkoek
Honigkoek
MEDICINALE
PEPERMUNT*
S.H.
jit nummer bestaat uit twee bladen
hulte Nordholt,
Zwolle.
FEUILLETOW,
In 's levens branding.
GOES.
Rekening-Courant.
Deposito.
Spaarbank (4.08
de vervaardiger varr
leeld, de prent of hek
met gevangenisstraf
één jaar en geldboete
;ot duizend francs,
jer schiet op ziijin
terdamsche schippers-
msterd op een Hol-
et een Hollandschen
:hen Ruhrort en Ant-
te Homburg bet schip-
de schipper, die aan
dronken aan boord
ld twist tusschen de-
it. De twist liep zoo
pper zijin knecht ont-
zijln boeltje ging in-
schipper opi zestien
scherpi geschoten op
echt deed aangifte bij
aldaar, die zich on-
Dte schipper zal thans
nsche politie worden
Van poging tot dood-
(Tel.)
ik waar werk van
iü den nacht van Za-
;vas ingebroken in het
heer S. te Rotterdam,
op een zeer eigenaar-
gekomen, n.l. door de
enhuis, dat daarnaast
hierna afgedaald nalar
lar hebben zij een gat.
aakt, waardoor zij in
t pand kwam. Daarna
van den winkel open-
:oodoende toegang tot
Ontvreemd werd toen
tukken. Men wist, dat
ren geweest, daar de
n uit het genoemde
komen ,waar was in
de recherche opgeval-
,ak precies op dezelfde
1, als die van eenige
het pandhuis van de
rs hadden' hun straf
tgezeten'. Men besloot
een inval te doen-
kwam, vond men een
ui de goederen uit
den heer S. terug,
ide werden de bewo-
kuiper de G- en de
van 0- in bewaring
verdachte wordt nog
(Tel.)
i A. DE NEELINGr is voor-
>P
ag 27 October 1925,
ll2 uur, op de hofstede
burg" te Oost- en West-
bewoond door den heer
ERGEM Wzn.,
lick te verkoopen
revende Melkkoe, 2 vette
3 Vaarzen van 1l1/i.iaar'
i oud 9 mnd., 6 Schapen,
oud 5 jaar, Kippen en
tsch Wagentje met Por-
oo goed als nieuw, naetl
int as, Veerenwagsn, 2|
Eggen en Ploegen, Mangel-
tortmolen, Handblokken,
ihouweel, Sproeier, Am®'
i, Bascule met Gewichten,
sns, Watervat met Tobbe,
ken, Horden en Staken,
Mest in den mestput.
-a- en JHelkersgereed*
als4 nieuwe Mei*'
Emmers, Jukken, enz.
eenig Huisraad, als!|
Stoelen, Naaimachine I
rb. Singer) Franklijn, nik-
attebuiskachel, Trog, Buil
it, Plaatstoof, Strijkijzers,
Lamp, Koffie- en Theepot-1
is-, Glas- en Aardewerk en
meer zal worden gepre'
zichtigen op den morgen I
verkoop van 1012 uur. f
ng. Bergplaats voor fietsen. I
ONOVERTROFFES
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Gecs
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
DE BESCHRIJVING VAN DE GESCHIE
DENIS VAN DEN SCHOOLSTRIJD.
Reeds te lang wacht oen brochure
van dr A. Goslinga, professor aan de
Vrije Universiteit, over dit ohdervverp
bij de Maatschappij Holland te Amster
dam in het licht gegeven, op bespreking
onzerzijds.
Het is een voordracht, gehouden op het
Philologen-congres te Groningen door de
zen hoogleeraar. Zij had ton doel te be
vorderen dat in 't vervolg in de vergade
ringen van dit Congres ook aan de on-
derwijsgeschiedenis eenige tijd zou ge
wijd worden.
De hoogleeraar had daarbij' het oog op
het Lager Onderwijs dat daaraan do
sterkste behoefte heeft. Geregeld onder
wijs in cle geschiedenis van het Onder
wijs, zoowel het Hooger als het Lager
.{het Middelbaar Onderwijs is nog te jong
om al een geschiedenis te hebben I)
wordt aan de hoogescholen niet gegeven.
>Vel de kerkgeschiedenis van ons land,
maar niet zijn schoolgeschiedenis.
Natuurlijk wil de schrijver niet ondank-
haar verzwijgen de proefschriften die,
ook op paedagogisch gebied, in den loop
der laatste jaren het licht hebben gezien.
Toch meent hij gerust te mogen beweren,
■dat academische docenten en academisch
gevormden zich aan de geschiedenis van
opvoeding en onderwijs weinig gelegen
laten leggen, tenzij dan de onderwijzers
zelf, wier geschriften trouwens het
spreekt vanzelf over 't geheel aan
slechts zeer matige eischen voldoen. Met
name geldt dit liet Tiekende boek van
Versluys (dat voor jaren en jaren aaneen
het studieboek voor de hooïdacte was).
Laat ons hopen, dat Scheveningen iets
beters geeft; doch wat er van zijn werk
bereids verscheen, reikt nog lang niet aan
de periode van den schoolstrijd. Deze be
gint zoo tusschen 1830 en 1840. Maar
de geschiedenis van den school
strijd kan niet anders beginnen dan bij
de wet van 1$06, die een halve eeuw lang
(immers langer?) ons Lager Onderwijs
heeft beheerscht.
Zerfs is (wij citeeren hier den Schrij
ver) eenige kennis van den toestand van
ons schoolwezen onder de Republiek en
van de hervormingsbeweging in de twee
de helft der 18e eeuw onmisbaar. Men
moet zich goed voor den geest stellen,
dat de wet van 1806, hoezeer uit drang
naar Jiervorming geboren, zich tocti aan
sloot bij het bestaande, dat wil zeggen bij
de oorspronkelijke Gereformeerde school,
die uitging Van de Gereformeerde Over
heid, en waarop de Gereformeerde Kerk
overwegenden invloed oefende. Zoo is het
'e verklaren dat de school, die voortaan
gemengd moest zijn, zoowel dienen
(moest) voor Roomsch als Onroomsch,
toch lang haar Protestantsch karakter
behouden heeft.
Over de eerste jaren der vorige eeuw
is men door Meylihk en Pater Hentzen
voldoende ingelicht. Maar vanaf 1813
moet men heter worden ingelicht. Tot op
1865 geniet men die inlichting wel van
Van Otterloo en W,itlox, doch lang niet
voldoende. De schrijver kan dit zeggen,
omdat hij Groen van Prinsterer uit dien
tijd bestudeerd heeft.
Komt men na 1865, dan wordt de toe
stand bepaald wanhopig, ondanks het-
13.) _o-
Toen_ de morgen aanbrak had hij
hoofdpijn, en voelde hij zich rusteloos
en ellendig. Na het ontbijt kwam de
dokter bij hem, en hielp hem naar bene
den naar het salon. Floss was nergens
te ontdekken. Hij betrapte er zich op,
dat liijvol .spanning naar haar voetstap
pen luisterde, en hij vroeg zich af, waar
om zij niet kwam.
Den vorigen avond had hij bij zichzelf
gezegd, dat hijl hoopte, dat hij haar nooit
zou terugzien, en nu smachtte hij1, niet
tegenstaande zijn woorden en heldhaftige
besluiten, toch weder haar te zien.
Later op den dag, vertelde de dokter,
dat zij naar Tuxbury was gegaan, om
eenige kennissen te bezoeken, en dat
zij niet voor den volgenden dag zou terug-
keeren.
Douglas was onmiddellijk de wanhoop
nabij. „Twee dagen, en haar niet zien!"
was de gedachte, die door zijh hoofd
Vloog. Het was alsof het huis plotseling
in duisternis gehuld werd. En lang eer de
dag ten einde was, besefte hij, dat zijn
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
A b o n n e m e n t s p r ij s:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.—
Losse nummersf0.03
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
voor Manufacturen
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
geen de Jong, Kuyper (en anderen?)
gegeven hebben.
„Natuurlijk staat het meest belangrijke
wel vast, maar zoodra wil men er niet
meer van weten, of men stuit onmiddel
lijk op groote moeilijkheden. Het wordt
dan haast kappen in een oerwoud. Over
geen periode zijn we misschien zoo slecht
ingelicht als over die van 1866 tot 1878,
en die is juist van het uiterste gewicht.
Immers in 1866 en volgende jaren ont
wikkelen zich cle politieke verhoudingen
zoodanig dat de schoolkwestie onmo
gelijk langer terug is te dringen. De
verdeeldheid in de gelederen der libera
len en het tenietgaan van de samenwer
king tusschen hen en de Roomsch-
Katholieken brengt als vanzelf de conser
vatieven weer naar voren, die echter
machteloos zijn zonder den steun der
anti-revolutionairen. Het zijn de jaren
van de voorstellen van De Brauw, Heems
kerk en Kappevne, van cle oprichting
van „Volksonderwijs", het Mandement dei-
bisschoppen en het Anti-Schoolwetver
bond, van liet optreden van Kuyper en
het testament van Groen. Wat men hier
over vinden kan, is zeer fragmentarisch
en daarbij weinig betrouwbaar. Het vol
gende voorbeeld diene om U dit duidelijk
te maken. U kunt overal lezen, dat Kuy
per Kappeynes schoolwet de Scherpe Re
solutie heeft genoemd. Toch is clat zoo
niet. Wel zou ik er geen eed op willen
doen, clat Kuyper, die zooveel schreef,
niet eens later dien term op de wet-
Kappeyne toegepast heeft, maar het heeft
mij getroffen, dat hij dien zoowel als den
term „decrefum horribile" af Ti 1875
gebruikt, en dan wel van het schoolwet-
program jan „de Moensen en de Iverdij-
ken", dat Kappeyne slechts voor een
deel verwezenlijkt heeft. In de Standaard
artikelen over de schoolkwestie, welke
zijn opgenomen in de groote uitgave
van Ons Program heb ik nog wel eens
den term „decretum horribile" op Heems
kerks ontwerp dat uit zijn tweede mi
nisterie toegepast gevonden, maar ner
gens één van beide op clat fTan Kappeyne.
Psychologisch is dat wel te begrijpen:
terwijl ^Heemskerk, van wien men meer
tegemoetkoming* verwacht had, tegen
viel, viel Kappeyne mee; hoe bezwa
rend ook voor het bijzonder onderwijs,
was zijn ontwerp toch lang biet zoo, als
men gevreesd had." v
Wil men daarin nu verandering bren
gen, dan moet men zich goed voorstellen
waar het in dezen om gaat. Allereerst
om de volksschool. Er is in haar sfeer
haast niets of het wordt in den strijd
betrokken.
En dan somt de schrijver oen heele
reeks belangen op. Wij sommen er slechts
enkele van op. De kwestie van wie de
school moet uitgaan. Wie de benoeming
yan onderwijzers in handen moet hebben.
Aan wie het "Schooltoezicht moet worden
toevertrouwd. De examens. De meest ge-
liefde voor Floss Gresham werkelijk
meenens was.
Gedurende het grootste gedeelte van
den dag, was hij aan zichzelf overgela
ten, hij trachtte dus troost te vinden in
muziek. Hij speelde veel beter dan de
meeste dilettanten, hoewel hij op 't oogen-
blik stijve vingers had, daar het lang
was geleden, sedert hij had gestudeerd.
Een paar maal kwam de oude dokter aan
de deur en luisterde in verbazing.
„Wie"ter wereld kan hij toch zijn?"
mompelde hij. „De kerel is een gentle
man, zoowel wat manieren als uiterlijk
betreft, behalve dat zijin kleeren afge
dragen zijn, en hij is zeer ontwikkeld ook.
Waarom dan toch heeft hij een baantje
als klerk voor nog geen vijf en twintig
gulden per week?"
En de oude" dokter slofte heen, met
een uitdrukking op zijin gezicht, alsof
iemand hem grof had beleedigd.
Op den Volgenden avond zaten zij sa
men in de eetkamer op Floss' terugkomst
te wachten.
„Ge moest maar opblijven en met ons
soupeeren. David zal Floss thuis brengen.
Ge hebt hem nooit gezien, geloof ik?"
„Neen, ik 'heb hem niet gezien."
„Zij denken er over in April te trou
wen. Juist iets voor dwaze menschen;
zij weten nooit, wanneer zij het goed
schikte middelen om de kinderen tot
deugdbetrachting op te voeden. Kweeke-
lingen. De strekking van het onderwij's
(positief-Cliristelijk, algemeen-Christelijk,
ot afleen burgerljjk-maatschappelijk). LUe
richting vair den onderwijzer. Hoe de
vadcrlandsche geschiedenis moest \Vorden
behandeld, inzonderheid die van 'de 16e
eeuw; enz. enz.
Het bijzonder onderwijs s'luit £ich in
zijn opkomst in menige plaats aan bij de
reeds in de 18e eeuw bestaande diaconie
scholen. De kwestie van het schoolbe
zoek speelt soms ook een zekere rol. Van
meer beteekenis echter is die van het
schoolgeld, de geheele of gedeeltelijke
vrijstelling waarvan een geducht wapen
was om liet bijzonder onderwijs tegen te
gaan, en in het algemeen die van het
voorzien in de geldelijke behoeften der
school, men clenke b.v. aan de jaarlijk-
sche inzameling, bekend onder den naam
van Uniecollecte.
„Wel is natuurlijk niet op dat alles tege
lijkertijd te letten: de schoolstrijd draagt
in verschillende tijdperken een onderschei
den karakter. Vóór 1848 ging het vooral
om de vrijheid van het bijzonder onder
wijs, van 1848 tot '57 ook nog wel daarom
maar toch nog meer om het karakter van
het openbaar, terwijl na '57 de strijd
zich vooral beweegt om diet verkrijgen
van betere levensvoorwaarden voor het
bijzonder, in lateren tijd zelfs om gelijk
stelling hiervan met het openbaar onder
wijs.
„Het gaat dus in den schoolstrijd om
de school. Maar hier is veel meer in
geding dan de school alleen- Zij staat
niet los van het leven, zij beslist voor
een goed deel over de toekomst van het
volk. Het was in den schoolstrijd
i in wezen te doen om de ziel van da
j jeugd van ons volk; in den diepsten grond
was het een conflict van levensbeschou-
i wingen."
De worsteling der geesten spiegelt zich
af in den strijd om het kind. In 1795
het Remonstrantisme J)leven tegen leer);
i in 1806 het Nut (tegen Dordt); later de
Groninger richting (tegen kerkgenoot-
schappelijk verschil); in 1857 en daar-
na de ethische richting (tegen de con-
fessioneele richting in de Hervormde
Kerk)in 1866 de Roomsch-Katholieken
(zich losmakend van de neutrale school);
in 1878 Roomschen en Calvinisten,
eeuwenoude vijanden, naar elkander toe-
gedreven. Van Houten tegen Kappeyne.
wijl deze laatste het onderwijs meer dan
te voren rijkszaak maakt
Dit alles en nog meer wordt in deze
enkele bladzijden door den schrijver
gereleveerd.
Dat wij er zooveel van overnemen,
moge als bewijs strekken van onze in
genomenheid met deze voordracht, die
stellig zal zijn aangehoord ook door
velen, die in geestesrichting met den
schrijver verschillen, doch die zeker wel
met hem zullen overtuigd geworden zijn,
hoe noodzakelijk de studie van de Ge
schiedenis van den Schoolstrijd is, hoe-
vele belangrijke vraagpunten daarin aan
de orde zijn geweest, door w elke de ge
schiedenis de allerlaatste jaren wordt be
licht, en zonder welke ook de schoolstrijd
van onze dagen niet naar behooren kan
worden gewaardeerd.
De schrijver noemt verschillende schrij
vers op, die hij de studie dezer belang
rijke geschiedenis moeten worden bestu
deerd en vergeleken.
Een breed terrein heeft hij bloot ge
legd, haast niet te overzien, doch aan de
hebben. Floss heeft even weinig be
hoefte aan een man als een kikvorsch
aan zakken. Maar er valt niet tegen
te redeneeren. Waarom, vraag ik, verlan
gen deze twee jonge dwazen te gaan trou
wen? Zij is nauwelijks twintig jaar oud,
en hij is drie jaar ouder. Niet, dat ik iets
op hem te zeggen heb. Hij is een heel
fatsoenlijke jongen en dat is alles, en
het was de wensch vau haar ouders,
en ik geloof ook van de zijne, toen
ze nog kleine kinderen waren. Ik vraag
mij wel eens af, of ze aan trouwen zou
gedacht (hebben, als ze niet had geweten
dat het de wensch harer ouders was.
'Maar daar zijn ze. Ik zou het vroolijke
lachen van dat meisje onder duizenden
herkennen."
Douglas wist niet of hij zou blijven
of gaan. Hij verlangde 'dien jongen man
niet te kien. Hij meende, zijn aanblik
zou hem slechts boos en ellendig maken.
Aan den anderen kant verlangde hij Floss
te zien. Hij had sedert den vroegen mor
gen de uren geteld, en hij smachtte er
naar haar te zien.
De dokter gingin de gang om hen
te verwelkomen, en sloot de deur achter
zich dicht. Douglas stond met zijn rug
tegen den schoorsteen geleund, terwijl
zijin hart luid klopte. Het meisje, dat
hij liefhad te zien met haar aanstaanden
hand van dit belangrijke vlugschrift, wordt
deze taak vergemakkelijkt- Ja, wat meer
Zegt, menschen van verschillende richting
kunnen hierbij zeer wel samenwerken, en
zoo trachten wat ons het levensdoel van
prof- Goslinga schijnt immers zijn
studiën en zijn onderwijs wijzen in deze
richting! „om den schoolstrijd onder
de knie te krijgen".
DirectieMr. ANT. VAN BERCKEL, IDS VELTHUIJSE-
Kantoor Groote Markt 21. Telefoon 14 (2 lijnen).
lersekeG. D. VAN OOSTEN,
Lepelstraat, Tel 28.
Kapeile: J. A. MOL Pzn.,
Nieuwe weg, Tel. 13.
ssaaaBHEasaSEMa
l Uw zonde is uw ellende.
1
I Van den morgen sprak de heer Wi-
baut bij het Amsterdamsche herdenkings
feest.
j Van den komenden, blijden morgen
spraken, zongen, ook de socialisten onder
aanvoering van Mr Troelstra in den
Ilaagschen Dierentuin.
Van den blijden morgen, maar zonder
God.
i Het herinnert aan wat wijlen Ds J. G.
Sikkel nu reeds meer dan 20 jaar gele-
den zoo treffend schreef:
I Emancipatie is het, waarom de twin-
tigste eeuw roept. Emancipatie omdat zij
kracht gevoelt voor de toekomst, verme-
nigvuldiging van kracht,
i De toekomst ligt daar voor haar als
een breede ruimte, waarin ze leven kan
ontwikkelen in nooit gekenden rijkdom,
in nooit geziene volheid; wereldleven,
menschelijk wereldleven, dat over nieuwe
krachten, over nieuwe rijke schatten be
schikt, en waarvoor nog rijker schat en
nog rijker buit van krachten beschikbaar
komt.
De jonge menschheid gevoelt die krach
ten niet alleen rondom en voor zich uit,
rnaar ook in zich; krachten van weten
schap en kunst, krachten van moed en
kracht, van hartstocht en toewijding, van
idealisme, onbegrepen, onbeschreven,
maar nochtans gevoeld.
Zij wil leven, zij wil werken. Zij wil de
wereld bewerken mét krachtigen geest.
Alle banden moeten weg, alle pilaren
moeten neergeworpen worden. De nieuwe
eeuw moet vrij en zonder breidel, zonder
ïruren of palen, met het leven en de toe
komst kunnen doen wat ze wil in haar
onpeilbaar, onbeschrijfelijk, hartstochte
lijk ideaal. Dan zal ze groot worden.
En ach, ze gevoelt zich toch ook zoó
weer temeer gebonden. Ze bindt, ze kne
velt zichzelf in stelsels; ze dorst naar vrij
heid en ze werkt voor tyrannie; ze baant
zichzelf het slavenhuis van klasseheer
schappij en staatsalmacht, van een we
reldmacht, in wier alomvattenden boei de
vrijheid den laatsten snik geeft. Ze ge
voelt, maar ze kent haar ideaal niet. Ze
echtgenoot, en te weten, dat er niet de
minste kans voor hemzelf was, het
bedroefde hemmaar "hij (Zou Jiet uit
staan. Hij wachtte.
Eindelijk ging de deur open, en de
dokter kwam alleen terug.
„Beweren, dat ze niet soupeeren wil
len" bromide hij- „De liefde doodt den<
honger, vermoed ik", en hij schoof zijn
stoel aan de tafel cn begon de koffie
in te schenken-
Het maal was even rustig als eenvou
dig, en toen hetgenuttigd was, begaf
Douglas zich onmiddellijk naar boven- Hij
was droef gestemd.
Den volgenden morgen deed Floss haar
best vriendelijk te zijn, maar haar
innemende .manieren stemden hem
des te vérdrietiger-
Tot ieders verbazing kwam de zon toch
prachtig door, en was de lucht zacht
en aangenaam- Na het ontbijt maakte hij
zijn eerste wandeling in de buitenlucht-
Hij voelde zich zwak en beverig, en toen
hij bij het hek kwam, legde hij er de hand
op en moest hij rusten-
Een ledige vigelante ratelde voorbij.
Gevolg gevende aan een plotselingen
inval, riep hij haar aan- De koetsier was
in een oogwenk van den bok, en opende
het portier.
„Rijd naar Bamberstraat No. 10".zei
weet niet te leven. Ze schreeuwt om be
wustzijn.
Totdat ze den Satanischen moed zal
grijpen, om te erkennen, dat ze met God
en zijn Christus naar den ouden Bijbel
te doen heeft; totdat ze bewust tegen Hem,
die in den hemel woont en tegen zijn Ge
zalfde zich in al haar vermogen zal ver
heffen; Hem bewust zal lasteren en zich
bewust zal wijden aan Satan.
Zij zoekt reeds mystiek; zij zoekt reli
gie, valsclie religie; zij zoekt daarin de
Christenen; zij zoekt geestelijke gemeen
schap, ondergeschikt, dienstbaar aan
haar pogen; ze zoekt tot ze zich bewust
wordt, wien zij zoekt, den machtigen ge
weldenaar, die als een bliksem uit den
hemel viel.
Evolutie moet haar vrij maken. Ze
klemt zich daarom in hope aan het stof.
Uit de materie rees toch alle heerlijkheid.
In de materie is daarom de vrijheid en
de kracht.
Uit de materie zal ook haar heerlijk
heid rijzen. Machtige geesten dachten
en dichtten het voor haar, zij gaven haai
de formule in cijfers, in woorden, in vor
men, in kunstgestalten.
Maar neen, ze is er ook met de mate
rialistische formule, met de nieuwe poëzie
en de kunstgestalten nog niet. Nog is ze
gebonden. En ze grijpt al dieper. Het is
een geestelijke macht niet boven, maar
achter en onder de materie, die haar de
schatten van de stof, de wonderen der
materie zal leveren; die haar den sleutel
van het geheim der materie zal overgeven,
den sleutel van de vrijheid der wonderen.
Kome slechts Satans Profeet! Kome de
Antichrist! Dan zal de scepter des heelals
in mensclienhand worden gezien en als
de god zal de menschheid schitteren in
den tempel der eere. Dan zal ze in heer
lijkheid Hem van den Troon stooten, die
eeuwig leeft.
Arme rijke eeuw! Uw zonde is uw el
lende!
Is het niet alsof dit voor dezen tijd en
speciaal met het oog op de toenemende
machtsopenbaring van het Socialisme is
geschreven?
Hoe [men1 de menschen ophitst.
Met instemming lazen wij dit stukje irï
„De Vrijheid":
Men weet dat de Verdedigingsbelasting
II behoort tot de crisisheffingen, inge
steld ten bate van het Leeningsfonds, dus
ten hate van het aflossen der crisislee-
ningen.
Douglas; hij stapte in de vigelante en
viel doodvermoeid op de kussens neder.
In het volgende oogenblik reed hij snel
in de richting van zijn kamers-
HOOFDSTUK VI.
Andere ervaringeK.
Het duurde eenigen tijd, eer het gezin-
van Dr Upton tot de ontdekking kwam,
dat hun gast verdwenen was- De oude
dokter was in zijn kamer' bezig met het
nazien der koers-lijst, en Floss hield ziek
als gewoonlijk met huishoudelijke bezig
heden onledig. Zoo kwam het, dat nie
mand had opgemerkt dat Douglas plot
seling plotseling was vertrokken. Daar
het mooi weer was, mocht hij in den
tuin en door het huis loopen, en was-
hij niet in den tuin, dan was hij waar
schijnlijk in huis of omgekeerd; niemand
bekommerde zich dus over hem-
Floss was de eerste, die hem miste.
Zij had een glas melk, met een ei el-
door geklopt, voor hem gereed gemaakt-
Zij vond, dat hij er van morgen niet goed
uitzag, en haar hart ging vol sympathie
en medelijden tot hem uit.
Toen zij hem niet in de salon vond,
besloot zij, dat hij in de studeerkamer
was met den dokter, en begaf zich daar
heen.
(Wordt vervolgd.) f