3 Zaterdag; 34 October 1935 40e Jaargang Bank voor Zeeland SUSSINK'S KOEK is EERSTE BLAD. HET ADRES A. WILKING Vlle koek heet Honigkoek Honigkoek MEDICINALE PEPERMUNT* S.H. jit nummer bestaat uit twee bladen hulte Nordholt, Zwolle. FEUILLETOW, In 's levens branding. GOES. Rekening-Courant. Deposito. Spaarbank (4.08 de vervaardiger varr leeld, de prent of hek met gevangenisstraf één jaar en geldboete ;ot duizend francs, jer schiet op ziijin terdamsche schippers- msterd op een Hol- et een Hollandschen :hen Ruhrort en Ant- te Homburg bet schip- de schipper, die aan dronken aan boord ld twist tusschen de- it. De twist liep zoo pper zijin knecht ont- zijln boeltje ging in- schipper opi zestien scherpi geschoten op echt deed aangifte bij aldaar, die zich on- Dte schipper zal thans nsche politie worden Van poging tot dood- (Tel.) ik waar werk van iü den nacht van Za- ;vas ingebroken in het heer S. te Rotterdam, op een zeer eigenaar- gekomen, n.l. door de enhuis, dat daarnaast hierna afgedaald nalar lar hebben zij een gat. aakt, waardoor zij in t pand kwam. Daarna van den winkel open- :oodoende toegang tot Ontvreemd werd toen tukken. Men wist, dat ren geweest, daar de n uit het genoemde komen ,waar was in de recherche opgeval- ,ak precies op dezelfde 1, als die van eenige het pandhuis van de rs hadden' hun straf tgezeten'. Men besloot een inval te doen- kwam, vond men een ui de goederen uit den heer S. terug, ide werden de bewo- kuiper de G- en de van 0- in bewaring verdachte wordt nog (Tel.) i A. DE NEELINGr is voor- >P ag 27 October 1925, ll2 uur, op de hofstede burg" te Oost- en West- bewoond door den heer ERGEM Wzn., lick te verkoopen revende Melkkoe, 2 vette 3 Vaarzen van 1l1/i.iaar' i oud 9 mnd., 6 Schapen, oud 5 jaar, Kippen en tsch Wagentje met Por- oo goed als nieuw, naetl int as, Veerenwagsn, 2| Eggen en Ploegen, Mangel- tortmolen, Handblokken, ihouweel, Sproeier, Am®' i, Bascule met Gewichten, sns, Watervat met Tobbe, ken, Horden en Staken, Mest in den mestput. -a- en JHelkersgereed* als4 nieuwe Mei*' Emmers, Jukken, enz. eenig Huisraad, als!| Stoelen, Naaimachine I rb. Singer) Franklijn, nik- attebuiskachel, Trog, Buil it, Plaatstoof, Strijkijzers, Lamp, Koffie- en Theepot-1 is-, Glas- en Aardewerk en meer zal worden gepre' zichtigen op den morgen I verkoop van 1012 uur. f ng. Bergplaats voor fietsen. I ONOVERTROFFES Drukkers-Exploitanten: OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Gecs Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 DE BESCHRIJVING VAN DE GESCHIE DENIS VAN DEN SCHOOLSTRIJD. Reeds te lang wacht oen brochure van dr A. Goslinga, professor aan de Vrije Universiteit, over dit ohdervverp bij de Maatschappij Holland te Amster dam in het licht gegeven, op bespreking onzerzijds. Het is een voordracht, gehouden op het Philologen-congres te Groningen door de zen hoogleeraar. Zij had ton doel te be vorderen dat in 't vervolg in de vergade ringen van dit Congres ook aan de on- derwijsgeschiedenis eenige tijd zou ge wijd worden. De hoogleeraar had daarbij' het oog op het Lager Onderwijs dat daaraan do sterkste behoefte heeft. Geregeld onder wijs in cle geschiedenis van het Onder wijs, zoowel het Hooger als het Lager .{het Middelbaar Onderwijs is nog te jong om al een geschiedenis te hebben I) wordt aan de hoogescholen niet gegeven. >Vel de kerkgeschiedenis van ons land, maar niet zijn schoolgeschiedenis. Natuurlijk wil de schrijver niet ondank- haar verzwijgen de proefschriften die, ook op paedagogisch gebied, in den loop der laatste jaren het licht hebben gezien. Toch meent hij gerust te mogen beweren, ■dat academische docenten en academisch gevormden zich aan de geschiedenis van opvoeding en onderwijs weinig gelegen laten leggen, tenzij dan de onderwijzers zelf, wier geschriften trouwens het spreekt vanzelf over 't geheel aan slechts zeer matige eischen voldoen. Met name geldt dit liet Tiekende boek van Versluys (dat voor jaren en jaren aaneen het studieboek voor de hooïdacte was). Laat ons hopen, dat Scheveningen iets beters geeft; doch wat er van zijn werk bereids verscheen, reikt nog lang niet aan de periode van den schoolstrijd. Deze be gint zoo tusschen 1830 en 1840. Maar de geschiedenis van den school strijd kan niet anders beginnen dan bij de wet van 1$06, die een halve eeuw lang (immers langer?) ons Lager Onderwijs heeft beheerscht. Zerfs is (wij citeeren hier den Schrij ver) eenige kennis van den toestand van ons schoolwezen onder de Republiek en van de hervormingsbeweging in de twee de helft der 18e eeuw onmisbaar. Men moet zich goed voor den geest stellen, dat de wet van 1806, hoezeer uit drang naar Jiervorming geboren, zich tocti aan sloot bij het bestaande, dat wil zeggen bij de oorspronkelijke Gereformeerde school, die uitging Van de Gereformeerde Over heid, en waarop de Gereformeerde Kerk overwegenden invloed oefende. Zoo is het 'e verklaren dat de school, die voortaan gemengd moest zijn, zoowel dienen (moest) voor Roomsch als Onroomsch, toch lang haar Protestantsch karakter behouden heeft. Over de eerste jaren der vorige eeuw is men door Meylihk en Pater Hentzen voldoende ingelicht. Maar vanaf 1813 moet men heter worden ingelicht. Tot op 1865 geniet men die inlichting wel van Van Otterloo en W,itlox, doch lang niet voldoende. De schrijver kan dit zeggen, omdat hij Groen van Prinsterer uit dien tijd bestudeerd heeft. Komt men na 1865, dan wordt de toe stand bepaald wanhopig, ondanks het- 13.) _o- Toen_ de morgen aanbrak had hij hoofdpijn, en voelde hij zich rusteloos en ellendig. Na het ontbijt kwam de dokter bij hem, en hielp hem naar bene den naar het salon. Floss was nergens te ontdekken. Hij betrapte er zich op, dat liijvol .spanning naar haar voetstap pen luisterde, en hij vroeg zich af, waar om zij niet kwam. Den vorigen avond had hij bij zichzelf gezegd, dat hijl hoopte, dat hij haar nooit zou terugzien, en nu smachtte hij1, niet tegenstaande zijn woorden en heldhaftige besluiten, toch weder haar te zien. Later op den dag, vertelde de dokter, dat zij naar Tuxbury was gegaan, om eenige kennissen te bezoeken, en dat zij niet voor den volgenden dag zou terug- keeren. Douglas was onmiddellijk de wanhoop nabij. „Twee dagen, en haar niet zien!" was de gedachte, die door zijh hoofd Vloog. Het was alsof het huis plotseling in duisternis gehuld werd. En lang eer de dag ten einde was, besefte hij, dat zijn De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. A b o n n e m e n t s p r ij s: Per 3 maanden, franco per post, f 3.— Losse nummersf0.03 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. voor Manufacturen Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST geen de Jong, Kuyper (en anderen?) gegeven hebben. „Natuurlijk staat het meest belangrijke wel vast, maar zoodra wil men er niet meer van weten, of men stuit onmiddel lijk op groote moeilijkheden. Het wordt dan haast kappen in een oerwoud. Over geen periode zijn we misschien zoo slecht ingelicht als over die van 1866 tot 1878, en die is juist van het uiterste gewicht. Immers in 1866 en volgende jaren ont wikkelen zich cle politieke verhoudingen zoodanig dat de schoolkwestie onmo gelijk langer terug is te dringen. De verdeeldheid in de gelederen der libera len en het tenietgaan van de samenwer king tusschen hen en de Roomsch- Katholieken brengt als vanzelf de conser vatieven weer naar voren, die echter machteloos zijn zonder den steun der anti-revolutionairen. Het zijn de jaren van de voorstellen van De Brauw, Heems kerk en Kappevne, van cle oprichting van „Volksonderwijs", het Mandement dei- bisschoppen en het Anti-Schoolwetver bond, van liet optreden van Kuyper en het testament van Groen. Wat men hier over vinden kan, is zeer fragmentarisch en daarbij weinig betrouwbaar. Het vol gende voorbeeld diene om U dit duidelijk te maken. U kunt overal lezen, dat Kuy per Kappeynes schoolwet de Scherpe Re solutie heeft genoemd. Toch is clat zoo niet. Wel zou ik er geen eed op willen doen, clat Kuyper, die zooveel schreef, niet eens later dien term op de wet- Kappeyne toegepast heeft, maar het heeft mij getroffen, dat hij dien zoowel als den term „decrefum horribile" af Ti 1875 gebruikt, en dan wel van het schoolwet- program jan „de Moensen en de Iverdij- ken", dat Kappeyne slechts voor een deel verwezenlijkt heeft. In de Standaard artikelen over de schoolkwestie, welke zijn opgenomen in de groote uitgave van Ons Program heb ik nog wel eens den term „decretum horribile" op Heems kerks ontwerp dat uit zijn tweede mi nisterie toegepast gevonden, maar ner gens één van beide op clat fTan Kappeyne. Psychologisch is dat wel te begrijpen: terwijl ^Heemskerk, van wien men meer tegemoetkoming* verwacht had, tegen viel, viel Kappeyne mee; hoe bezwa rend ook voor het bijzonder onderwijs, was zijn ontwerp toch lang biet zoo, als men gevreesd had." v Wil men daarin nu verandering bren gen, dan moet men zich goed voorstellen waar het in dezen om gaat. Allereerst om de volksschool. Er is in haar sfeer haast niets of het wordt in den strijd betrokken. En dan somt de schrijver oen heele reeks belangen op. Wij sommen er slechts enkele van op. De kwestie van wie de school moet uitgaan. Wie de benoeming yan onderwijzers in handen moet hebben. Aan wie het "Schooltoezicht moet worden toevertrouwd. De examens. De meest ge- liefde voor Floss Gresham werkelijk meenens was. Gedurende het grootste gedeelte van den dag, was hij aan zichzelf overgela ten, hij trachtte dus troost te vinden in muziek. Hij speelde veel beter dan de meeste dilettanten, hoewel hij op 't oogen- blik stijve vingers had, daar het lang was geleden, sedert hij had gestudeerd. Een paar maal kwam de oude dokter aan de deur en luisterde in verbazing. „Wie"ter wereld kan hij toch zijn?" mompelde hij. „De kerel is een gentle man, zoowel wat manieren als uiterlijk betreft, behalve dat zijin kleeren afge dragen zijn, en hij is zeer ontwikkeld ook. Waarom dan toch heeft hij een baantje als klerk voor nog geen vijf en twintig gulden per week?" En de oude" dokter slofte heen, met een uitdrukking op zijin gezicht, alsof iemand hem grof had beleedigd. Op den Volgenden avond zaten zij sa men in de eetkamer op Floss' terugkomst te wachten. „Ge moest maar opblijven en met ons soupeeren. David zal Floss thuis brengen. Ge hebt hem nooit gezien, geloof ik?" „Neen, ik 'heb hem niet gezien." „Zij denken er over in April te trou wen. Juist iets voor dwaze menschen; zij weten nooit, wanneer zij het goed schikte middelen om de kinderen tot deugdbetrachting op te voeden. Kweeke- lingen. De strekking van het onderwij's (positief-Cliristelijk, algemeen-Christelijk, ot afleen burgerljjk-maatschappelijk). LUe richting vair den onderwijzer. Hoe de vadcrlandsche geschiedenis moest \Vorden behandeld, inzonderheid die van 'de 16e eeuw; enz. enz. Het bijzonder onderwijs s'luit £ich in zijn opkomst in menige plaats aan bij de reeds in de 18e eeuw bestaande diaconie scholen. De kwestie van het schoolbe zoek speelt soms ook een zekere rol. Van meer beteekenis echter is die van het schoolgeld, de geheele of gedeeltelijke vrijstelling waarvan een geducht wapen was om liet bijzonder onderwijs tegen te gaan, en in het algemeen die van het voorzien in de geldelijke behoeften der school, men clenke b.v. aan de jaarlijk- sche inzameling, bekend onder den naam van Uniecollecte. „Wel is natuurlijk niet op dat alles tege lijkertijd te letten: de schoolstrijd draagt in verschillende tijdperken een onderschei den karakter. Vóór 1848 ging het vooral om de vrijheid van het bijzonder onder wijs, van 1848 tot '57 ook nog wel daarom maar toch nog meer om het karakter van het openbaar, terwijl na '57 de strijd zich vooral beweegt om diet verkrijgen van betere levensvoorwaarden voor het bijzonder, in lateren tijd zelfs om gelijk stelling hiervan met het openbaar onder wijs. „Het gaat dus in den schoolstrijd om de school. Maar hier is veel meer in geding dan de school alleen- Zij staat niet los van het leven, zij beslist voor een goed deel over de toekomst van het volk. Het was in den schoolstrijd i in wezen te doen om de ziel van da j jeugd van ons volk; in den diepsten grond was het een conflict van levensbeschou- i wingen." De worsteling der geesten spiegelt zich af in den strijd om het kind. In 1795 het Remonstrantisme J)leven tegen leer); i in 1806 het Nut (tegen Dordt); later de Groninger richting (tegen kerkgenoot- schappelijk verschil); in 1857 en daar- na de ethische richting (tegen de con- fessioneele richting in de Hervormde Kerk)in 1866 de Roomsch-Katholieken (zich losmakend van de neutrale school); in 1878 Roomschen en Calvinisten, eeuwenoude vijanden, naar elkander toe- gedreven. Van Houten tegen Kappeyne. wijl deze laatste het onderwijs meer dan te voren rijkszaak maakt Dit alles en nog meer wordt in deze enkele bladzijden door den schrijver gereleveerd. Dat wij er zooveel van overnemen, moge als bewijs strekken van onze in genomenheid met deze voordracht, die stellig zal zijn aangehoord ook door velen, die in geestesrichting met den schrijver verschillen, doch die zeker wel met hem zullen overtuigd geworden zijn, hoe noodzakelijk de studie van de Ge schiedenis van den Schoolstrijd is, hoe- vele belangrijke vraagpunten daarin aan de orde zijn geweest, door w elke de ge schiedenis de allerlaatste jaren wordt be licht, en zonder welke ook de schoolstrijd van onze dagen niet naar behooren kan worden gewaardeerd. De schrijver noemt verschillende schrij vers op, die hij de studie dezer belang rijke geschiedenis moeten worden bestu deerd en vergeleken. Een breed terrein heeft hij bloot ge legd, haast niet te overzien, doch aan de hebben. Floss heeft even weinig be hoefte aan een man als een kikvorsch aan zakken. Maar er valt niet tegen te redeneeren. Waarom, vraag ik, verlan gen deze twee jonge dwazen te gaan trou wen? Zij is nauwelijks twintig jaar oud, en hij is drie jaar ouder. Niet, dat ik iets op hem te zeggen heb. Hij is een heel fatsoenlijke jongen en dat is alles, en het was de wensch vau haar ouders, en ik geloof ook van de zijne, toen ze nog kleine kinderen waren. Ik vraag mij wel eens af, of ze aan trouwen zou gedacht (hebben, als ze niet had geweten dat het de wensch harer ouders was. 'Maar daar zijn ze. Ik zou het vroolijke lachen van dat meisje onder duizenden herkennen." Douglas wist niet of hij zou blijven of gaan. Hij verlangde 'dien jongen man niet te kien. Hij meende, zijn aanblik zou hem slechts boos en ellendig maken. Aan den anderen kant verlangde hij Floss te zien. Hij had sedert den vroegen mor gen de uren geteld, en hij smachtte er naar haar te zien. De dokter gingin de gang om hen te verwelkomen, en sloot de deur achter zich dicht. Douglas stond met zijn rug tegen den schoorsteen geleund, terwijl zijin hart luid klopte. Het meisje, dat hij liefhad te zien met haar aanstaanden hand van dit belangrijke vlugschrift, wordt deze taak vergemakkelijkt- Ja, wat meer Zegt, menschen van verschillende richting kunnen hierbij zeer wel samenwerken, en zoo trachten wat ons het levensdoel van prof- Goslinga schijnt immers zijn studiën en zijn onderwijs wijzen in deze richting! „om den schoolstrijd onder de knie te krijgen". DirectieMr. ANT. VAN BERCKEL, IDS VELTHUIJSE- Kantoor Groote Markt 21. Telefoon 14 (2 lijnen). lersekeG. D. VAN OOSTEN, Lepelstraat, Tel 28. Kapeile: J. A. MOL Pzn., Nieuwe weg, Tel. 13. ssaaaBHEasaSEMa l Uw zonde is uw ellende. 1 I Van den morgen sprak de heer Wi- baut bij het Amsterdamsche herdenkings feest. j Van den komenden, blijden morgen spraken, zongen, ook de socialisten onder aanvoering van Mr Troelstra in den Ilaagschen Dierentuin. Van den blijden morgen, maar zonder God. i Het herinnert aan wat wijlen Ds J. G. Sikkel nu reeds meer dan 20 jaar gele- den zoo treffend schreef: I Emancipatie is het, waarom de twin- tigste eeuw roept. Emancipatie omdat zij kracht gevoelt voor de toekomst, verme- nigvuldiging van kracht, i De toekomst ligt daar voor haar als een breede ruimte, waarin ze leven kan ontwikkelen in nooit gekenden rijkdom, in nooit geziene volheid; wereldleven, menschelijk wereldleven, dat over nieuwe krachten, over nieuwe rijke schatten be schikt, en waarvoor nog rijker schat en nog rijker buit van krachten beschikbaar komt. De jonge menschheid gevoelt die krach ten niet alleen rondom en voor zich uit, rnaar ook in zich; krachten van weten schap en kunst, krachten van moed en kracht, van hartstocht en toewijding, van idealisme, onbegrepen, onbeschreven, maar nochtans gevoeld. Zij wil leven, zij wil werken. Zij wil de wereld bewerken mét krachtigen geest. Alle banden moeten weg, alle pilaren moeten neergeworpen worden. De nieuwe eeuw moet vrij en zonder breidel, zonder ïruren of palen, met het leven en de toe komst kunnen doen wat ze wil in haar onpeilbaar, onbeschrijfelijk, hartstochte lijk ideaal. Dan zal ze groot worden. En ach, ze gevoelt zich toch ook zoó weer temeer gebonden. Ze bindt, ze kne velt zichzelf in stelsels; ze dorst naar vrij heid en ze werkt voor tyrannie; ze baant zichzelf het slavenhuis van klasseheer schappij en staatsalmacht, van een we reldmacht, in wier alomvattenden boei de vrijheid den laatsten snik geeft. Ze ge voelt, maar ze kent haar ideaal niet. Ze echtgenoot, en te weten, dat er niet de minste kans voor hemzelf was, het bedroefde hemmaar "hij (Zou Jiet uit staan. Hij wachtte. Eindelijk ging de deur open, en de dokter kwam alleen terug. „Beweren, dat ze niet soupeeren wil len" bromide hij- „De liefde doodt den< honger, vermoed ik", en hij schoof zijn stoel aan de tafel cn begon de koffie in te schenken- Het maal was even rustig als eenvou dig, en toen hetgenuttigd was, begaf Douglas zich onmiddellijk naar boven- Hij was droef gestemd. Den volgenden morgen deed Floss haar best vriendelijk te zijn, maar haar innemende .manieren stemden hem des te vérdrietiger- Tot ieders verbazing kwam de zon toch prachtig door, en was de lucht zacht en aangenaam- Na het ontbijt maakte hij zijn eerste wandeling in de buitenlucht- Hij voelde zich zwak en beverig, en toen hij bij het hek kwam, legde hij er de hand op en moest hij rusten- Een ledige vigelante ratelde voorbij. Gevolg gevende aan een plotselingen inval, riep hij haar aan- De koetsier was in een oogwenk van den bok, en opende het portier. „Rijd naar Bamberstraat No. 10".zei weet niet te leven. Ze schreeuwt om be wustzijn. Totdat ze den Satanischen moed zal grijpen, om te erkennen, dat ze met God en zijn Christus naar den ouden Bijbel te doen heeft; totdat ze bewust tegen Hem, die in den hemel woont en tegen zijn Ge zalfde zich in al haar vermogen zal ver heffen; Hem bewust zal lasteren en zich bewust zal wijden aan Satan. Zij zoekt reeds mystiek; zij zoekt reli gie, valsclie religie; zij zoekt daarin de Christenen; zij zoekt geestelijke gemeen schap, ondergeschikt, dienstbaar aan haar pogen; ze zoekt tot ze zich bewust wordt, wien zij zoekt, den machtigen ge weldenaar, die als een bliksem uit den hemel viel. Evolutie moet haar vrij maken. Ze klemt zich daarom in hope aan het stof. Uit de materie rees toch alle heerlijkheid. In de materie is daarom de vrijheid en de kracht. Uit de materie zal ook haar heerlijk heid rijzen. Machtige geesten dachten en dichtten het voor haar, zij gaven haai de formule in cijfers, in woorden, in vor men, in kunstgestalten. Maar neen, ze is er ook met de mate rialistische formule, met de nieuwe poëzie en de kunstgestalten nog niet. Nog is ze gebonden. En ze grijpt al dieper. Het is een geestelijke macht niet boven, maar achter en onder de materie, die haar de schatten van de stof, de wonderen der materie zal leveren; die haar den sleutel van het geheim der materie zal overgeven, den sleutel van de vrijheid der wonderen. Kome slechts Satans Profeet! Kome de Antichrist! Dan zal de scepter des heelals in mensclienhand worden gezien en als de god zal de menschheid schitteren in den tempel der eere. Dan zal ze in heer lijkheid Hem van den Troon stooten, die eeuwig leeft. Arme rijke eeuw! Uw zonde is uw el lende! Is het niet alsof dit voor dezen tijd en speciaal met het oog op de toenemende machtsopenbaring van het Socialisme is geschreven? Hoe [men1 de menschen ophitst. Met instemming lazen wij dit stukje irï „De Vrijheid": Men weet dat de Verdedigingsbelasting II behoort tot de crisisheffingen, inge steld ten bate van het Leeningsfonds, dus ten hate van het aflossen der crisislee- ningen. Douglas; hij stapte in de vigelante en viel doodvermoeid op de kussens neder. In het volgende oogenblik reed hij snel in de richting van zijn kamers- HOOFDSTUK VI. Andere ervaringeK. Het duurde eenigen tijd, eer het gezin- van Dr Upton tot de ontdekking kwam, dat hun gast verdwenen was- De oude dokter was in zijn kamer' bezig met het nazien der koers-lijst, en Floss hield ziek als gewoonlijk met huishoudelijke bezig heden onledig. Zoo kwam het, dat nie mand had opgemerkt dat Douglas plot seling plotseling was vertrokken. Daar het mooi weer was, mocht hij in den tuin en door het huis loopen, en was- hij niet in den tuin, dan was hij waar schijnlijk in huis of omgekeerd; niemand bekommerde zich dus over hem- Floss was de eerste, die hem miste. Zij had een glas melk, met een ei el- door geklopt, voor hem gereed gemaakt- Zij vond, dat hij er van morgen niet goed uitzag, en haar hart ging vol sympathie en medelijden tot hem uit. Toen zij hem niet in de salon vond, besloot zij, dat hij in de studeerkamer was met den dokter, en begaf zich daar heen. (Wordt vervolgd.) f

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1