Onderwijs.
Dit de Pers.
Allerlei.
Dit de Provincie.
M© 3'
Dit nummer fet
Iv
hi
8
boden wordt om boerengezinnen, welke
beschikken over minstens f1250, boven
de reiskosten, te plaatsen op boerderijen
in Canada.
Aan allen die emigratie naar Canada
overwegen, wordt dringend ontraden op
die aanbieding, of welke andere ook, in
te gaan, alvorens belangelooze inlichtin
gen'te hebben ingewonnen bij voornoemd
Informatiebureau, gevestigd Bezuidenhout-
scheweg 97, 's Gravenhage.
MoedertjeMoskou.
De heer Wijnkoop ondervindt de zege
ningen der communistische tuchtoefening.
Niet genoeg, dat men hem en zijn vriend
dr Van Ravesteyn ongeschikt achtte de
partij in het parlement te vertegenwoordi
gen, hem is thans uitdrukkelijk verboden
in het openbaar op te treden voor de
partij en de partij-instanties.
Er is maar één waarheid en Moskou
decreteert, welke dat zijn zal. In deze
kinderlijke gehoorzaamheid is iets ont
roerends- Ze doet denken aan de aar
dige herinnering van Hein Duif in Heyer-
mans Schakels. Als de kinderen ruzie
hadden over de vraag in welke richting
de zon zich bewoog, dan maakte vader
Duif daaraan een einde: „de zon draait,
zooals moeder het wil".
Moedertje Moskou beslist in welke rich
ting die zon der waarheid zich bewegen
zal en daarmede moet de zaak uit zijn.
En dan spotten onze communisten met
Rome en andere instanties, die de waar
heid voor zich monopoli seeren. Die spot
wreekt zich bitter. Eigen onvrijheid wordt
daardoor alleen nog maar sterker aan
het licht gebracht-
Prof. Manrtoury heeft 'de principiëele
moeilijkheid eener verzoening dezer on
vrijheid met de idee der democratie trach
ten te verklaren in een formule: „de
'grootst mogelijke onderschikking aan den
gemeenschapswil en de meest onbelem
merde medewerking tot de vorming van
dien wil."
Hoe men verstarring van dien w'il voor
komen kan, als ieder zich onvoorwaarde
lijk heeft 'te onderschikken aan een een
maal geformuleerde wisuiting, ontgaat
ons ten eenenmale. Hoe kan van „on
belemmerde medewerking" tot wilsvor
ming worden gesproken onder deze om
standigheden?
Trouwens dezelfde hoogleeraar Man-
noury, die de sehoone formule gaf, be
pleit in de „Tribune" van gisteren een
uit de partij zetten van ieder, die „haar
beginselen van bolsjewlsatie en centra
lisatie niet wil of niet kan aanvaarden en
in praktijk brengen." Eerst wil hij nog
wel een poging aangewend zien hen te
overtuigen van ongelijk, maar als dat niet
helpt, dan moeten zij eruit- Door al te
groote lankmoedigheid zou men de partij
schaden!
Dat heet dan onbelemmerde medewer
king tot de vorming van den wil dei-
partij, 'welker bestuur en leiding al
camoufleert men het door een verkie-
zingscomedie door Moskou worden
aangesteld I
't Geval Wijnkoop heeft nog eens weer
wat licht doen vallen op de consequen
tie daarvan. Hand.
De Stormramp-
Het bestuur van den Kon. Nat. Bond
voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij
Ongelukken „Het Oranje Kruis" ontving
van het bestuur van „Het Smeroefonds"
te Batavia ten vierden male telegrafisch
een gift van f 50.000 voor de slachtoffers
der stormramp.
Met de Staatscourant van 17 0-ct.
zijn verzonden afdrukken van de statu
ten der Ghr. Schoolvereeniging te Drie
wegen (Terneuzen).
- W.ijziging kustvuur te W,fi
rn ei I d i n ge. Van het Ministerie van Ma,-
iiiie is, als antwoord op een desbetref
fend verzoek van het hoofdbestuur van
Schuttevaer bericht ingekomen, dat het
„vaste" kustvuur van den Westhavenrlam
te Wemeldinge zal worden gewijzigd tol
een „onderbroken" vuur (uit- -en aangaand
vuur). Wat de lichtsterkte betrof, meen
de men, dat met de bestaande zicht
baarheid va,n 5,2 zeemijl! gemiddeld en
12,7 zeemijl bijl slecht zicht kan wor
den volstaan^
Goes. Voor de Raadsvergadering van
hedenavond zjjln ingekomen de volgende
stukken:
Dankbetuiging namens H M- de Ko
ningin voor de op 31 Augustus 1925
aangeboden gelukw-e-nschen. Verslag van
den toestand der gemeente over 1924.
Processen-verbaal van de opneming van
kas en boeken van den gemeente-ontvan
ger. Exploitatie-rekening over 1924 van
de R.-K. Ziekenverpleging „St. Joanna"
te Goes. Bericht van dhr A- A. Neder-
hand, dat hijl zijne benoeming tot lid der
commissie tot wering van schoolverzuim
aanneemt. Diankbetuiging van Mej- G. J.
Rooze-Nagelkerke voor het haar toege
kende bedrag van f500 in verband met
het haar op 7 Aug, 1924 overkomen on
geval. Goedkeuring door Gedep. Staten
van diverse raadsbesluiten. Uittreksel uit
het Koninklijk Besluit van 10 September
1925, no-. 21, waarbij het maximum-aan
tal vergunningen voor den verkoop van
sterken drank in het klein voor deze
gemeente met ingang van 1 Januari 1926
wordt vastgesteld op '24.
EHeWoutsdïjk. Het Burg. Armbestuur
ontving bericht va,n den heer E- A- v. d.
Bent, dat hij zich voor een herbenoeming
als lid van dat collega niet beschikbaar
stelt. (Men herinnert zich, dat de Gemeen
teraad een vorig maal bij! meerderheid
van st&mmein anderen dan de aftreden
den benoemde en daardoor toen reeds
eenige wijziging in het Burg. Armbestuur
bracht.)
Souburg. Woensdag! had in „Concordia"
onder leiding, van Dis Graves van Willens-
waard eien vergadering plaats ter bespre
king van een eigen wijkverpleging voor
Souburg en Ritthera. Tegenwoordig wa
ren behalve bet Bestuur van het be
staande comité te Souburg de Dagelijik-
sche Besturen van Souburg en Ritthem,
de diaconieën van Hjerv. en Geref. Kerk
van beide plaatsen en 2 afgevaardigden
van „Het Groene Kruis". Die voorzitter
dankte do beide burgemeesters en alle
corporaties voor hun tegenwoordigheid en
hoopte, dat eerlang de zaak tot stand
mocht komen.
Koudekerke, Gemeenteraad. (Slot.)
Op voorstel van Contant wordt de post
straten enz. verhoogd met f50 om de
straat bij de Kam en Kraaije te verbeteren;
de straat is door het afloopen gevaarlijk
voor het yerkeer. Het herstel van den
Bishoekschen Keiweg zal binnen kort wel
tot stand kunnen komen, doordien zij'
die met te zware vrachten hebben gere
den, verplicht zijn de schade te vergoe
den, ,wat waarschijnlijk Wel f 2900 zal
bedragen. Dhr Sanderse dringt er nog
eens op aan dat B.. en Wl. zullen mede
werken, dat voor de muziekvereeniging
een tent zal worden gebouwd. De voorz.
zegt reeds met den voorz. der vereen,
gesproken te hebben en wacht nu op een
in te zenden bestek enz. Bijl het verlee-
uen van subsidie, f 185, voor' de W:al-
ehersche Tram, stelt de heer Lorier voor
er .Je voorwaarde aan te verbinden, dat
zoo veel mogelijk de Zondagsrust worde
bevorderd. Dit voorstel wordt niet onder
steund. Dhr Sanderse is van meening,
dat op andere wij'ze de Zondagsheiliging!
wel kan worden bevorderd. Heel veel
predikanten rijden op Zondag met de
tram, andere rijden in boerewagens naar
de kerk. Spr. zou gaarne zien dat door
B. en Wi. oen poging in het werk gesteld
werd met andere aangelande gemeenten
samen te werken teneinde het groote
verlies wat de Mij. geleden heeft eenig'er-
mate te herstellen. De voorzitter zegt,
dat door God. Staten roods in die rich
ting wordt gewerkt.
Se begrooting wordt hierna goedge
keurd in totaal behalve kleine wijlziging
op f 73764.21, onvoorzien 1657.13, omslag
f 35.000.
Aan J. de Kroo Cz. zal vergunning tot
het houwen van woningen op het Citers-
bil worden verleend, onder voorwaarde
dat de grond voor de straat zal worden
afgestaan aan de gemeente en hijl even
tueel© verharding een bedrag van f 10
de strekkende meter zal moeten worden
betaald. Indien de verharding met steen
slag geschiedt dan alleen de kostende
prijs.
Bij de rondvraag zegt de heer San
derse dat inzake de kwestie-Lindenberg
hem is gebleken, dat het oproepen voor
herhalingsoefeningen een militaire admi
nistratieve fout is geweest. Spr. geeft
voorts nog in overweging; dat B-. en W,
eens zullen letten op den toestand van
den Nieuwen Vliss. weg en dringt aan
op verplaatsing van de postbus. Dhr Lo
rier wijst ook op den onhoudbaren toe
stand van een gedeelte van dien weg. Dhr
v. d. Harst vestigt de aandacht op het
gevaar, op het einde van het trottoir al
daar en zou er paaltjes of zoo iets
willen zetten. Wordt toegezegd. Dhr Con
tant vraagt waarom de pomp op het
Zand steeds op de Ketting staat. Die
voorz. zegt dat voortdurend vuil uit de
put wordt opgezogen en daardoor ont
staat verstopping.
St. Maartensdijk. Zondagavond is het
12-jarig dochtertje va,n J. K- door een
•onvoorzichtig wielrijder uit Scherpenisse
zoodanig aangereden, dat het meisje een
hersenschudding: bekwam. (M- Ct.)
Uit het leven van Ds Oort-
huys. Dr "E. van Gheel Gildemeester
besluit zijn herinneringen aan Ds Oort-
liuys in de 's Gravenhaagsche Kerkbode
met een slotartikel, waaraan wij het vol
gende ontleenen:
De Rotterdamsche vrienden herinneren
zich zeker nog wel de zware beproe
ving, di f&n de eerst ejaren van zijn
arbeid in hunne stad 'hun geliefden leer-
aa rtrof dat hij begon blind te
worden.
Dokter Blok onderzocht zijn oogen en
zeide hem ponder terughouding, dat vol
slagen blindheid in aantocht was, en dat
daar niets tegen gedaan kon worden.
Hij vroeg: „Schrikt u ervan, dominé?"
Oorthuys antwoordde: „Dokter, God
heeft mij vele jaren een blij gebruik van
mijne oogen geschonken. Ik heb dus al
leen te danken, ook als Hij dit voorrecht
van mij neemt."
Ziedaar, weer geheel Oorthuys, die niet
maar, gemakkelijk weg, in theorie, ver
klaart, dat alles genad eis, maar die dat
in de practijk belijdt, en inplaats van te
morren tegen de beproeving, de genoten
genade dankend erkent.
Intusschen, de voorspelling van den
dokter scheen uit te komen- Het werd
gaandeweg erger. Om op den preekstoel
zijn tekst te kunnen lezen, moest hij
twee brillen opzetten; en als hij tegen
den avond uitging, kwam hij soms tegen
een boom 'te land- Hij verwachtte niets
anders dan zijn ambt te moeten neer
leggen en die gedachte ontroerde hem
in Jiooge mate- Hij was toch nog in
de kracht van zijn leven en had groote
vreugde in zijn werk. Vooral om dat
toevertrouwde ambt was het zijn ge
durig gebéd geworden, „of de Heefe hem
het gezicht wilde weergeven."
Op zekeren' nacht werd de drang tot
dit gebed zeer sterk en hij sliep bid
dende in- Vroeg in den morgen was het
hem, of hij bij den arm werd geschud,
met de woorden: „Zie rond'\ Hij ont
waakt; hij slaat de oogen op; en zie, hij
kan den tekst lezen, dien hij in langen tijd
niet meer had kunnen zien. En ginds,
dat schilderijtje, klaar en helder kon hij
het bekijken. Hij kwam overeind, en riep
uit: „Joh, ik kan weer zien- Dat heeft
God gedaan. Dank u Heere."
Van da toogenblik had hij geen bril
meer noodig- De menschen begrepen er
niets van, en zeiden: „Eerst had de do-
miné twee brillen op om zijn tekst le
lezen, en nu in het geheel geen. Maar
„de dominé" zeide: „Zulke uitkomsten
zijn van den Heere alleen.'
Op raad van zijn zoon, den Scheve-
ningschen doctor, nam Ds Oorthuys in
d-e laatste jaren van zijn bediening altijd
goede lange vacanties, ten minste zes
weken. Dat heeft een dominé in een,
groote stad noodig om goed uitgerust
weer te kunnen beginnen, zeide hij; en
de gemeente trekt er het voordeel van.
Ja maar lang niet alle dominé's kunnen
zes weken vacantie nemen. Rotterdamsche
vrienden zorgden er voor, dat O. het kon.
Ze stelden-hem jaren achtereen in staat
naar Zwitserland te gaan; en gingen vaak
zelf mee. Dan genoten ze van zijn op
gewekt, pittig, echt geestelijk gezelschap.
In Ï915 werd het tijd van rusten. Zijn
werkkracht was op; na 42-jarigen trou
wen arbeid- Hij heeft toen nog vijf jaren
hier gewoond ,nam voor ons af en toe
nog wel eens een dienst waar; bediende
gaarne het H. Avondmaal. Hij was lid
van ons Ministerie.
Meestal was hij stil- Hij zei niet veel.
Toen over de stichting van de Duin-
oordkerk werd gesproken, en sommige
broeders daartegen „kerkelijk" bezwaar
hadden, zeide Oorthuys: „Werk het toch
niet tegen; als Christus daar gebracht
wordt, dan zit er groote zegen in."
In 1920 verliet hij zijn mooie boven
huis in de Groot-Hertoginnelaan om bui
ten 'in Oegstgeest te gaan wonen, dicht
bij een zijner gehuwd edochters. Hij was
grootvader van in de vijftig kleinkinde
ren; die hij allen den Heere opdroeg in
trouwe voorbede.
Daar in Oegstgeest schreef hij zijn aam
teekeningen voor intiemen kring. In mijn
exemplaar, waaruit ik u, geduldige lezer,
x-een en ander hed medegedeeld, ligt nog
xhet vriendelijke briefje, waarmee hij hel
mij zond ,en waarin onder andere:
Zeer waarde broeder,
„Wilt ge dit accepteeren? Ik heb be
hoefte liet je toe te zenden, bestemd
als het is voor enkelen."
Hij onderteekent: Je oude strijdmakker
C- B. Oorthuys.
Het boekje en de opdracht zijn mij
zeer dierbaar- Alle jaren schreven wij
elkander op onze verjaardagen. Di tlaatste
jaar, na zijn verjaardag, zond hij mij
een paar kostelijke bijbelbesprekingen van
zijn ongsten zoon jin Oregon, in de V.S.
Wat heeft hij grooten zegen gehad in
zijn kinderen en kleinkinderen. Zijn heele
leven heeft een lichtend spoor achterge-
aten en ook zijn heengaan.
Mevrouw Oorthuys schreef mij nog:
„Mijn man "is heengegaan, zooals hij
geleefd heeft: vo lvrede en in de zeker
heid des geloofs. Een hangen nacht maak
ten we door, waarin wij, ook de dokter,
vreesden dat het einde nabij was, door
ee nlievige hartaandoening met galbra-
kingen- Toen in den morgen de benauwd'
heid wat voorbij was, zeide hij: „Joh,
ik ga naar huis, en ik heb grooten vrede.
Je moet niet zoo bedroefd zijn, want
de scheiduig is maar voor een kort poos
je, dan zijn we samen in de heerlijkheid
om nooit meer te scheiden."
Tien dagen mocht ik hem nog behou
den. Zaterdag (25 Juli) 's-morgens half
tien, terwijl ik even beneden was, en
de zuster hem hielp, nam de Heere hem
plotseling, zonder eenigen doodsstrijd, tot
zich. Om negen uur lazen we samen
mét de zuster en ons meisje, nog een
stukje uit Gods Woord; mijn lieve man
bad nog met ons, en een half uur later
was hij niet meer.'
Ja, dit leven laat een spoor achter
van vriendelijk, vroolijk, ernstig licht- Wij
vertrouwen dat ook deze herinneringen
aan dit gezegend leven hier en daar iets
brengen zullen da tblijft-
Voor de Zending, meneer!
We weten het toch, dat men een
beetje voorzichtig moet zijh met het
geven aan de deur. Vooral, wanneer1
er „Voor de Zending" gecollecteerd wördlt,
Dan 't spijt ons, dat wij 't moeten
zegigen is er aan 't zaakje meestal
iets niet in orde. Men „vergeet" er dan
bijf te zeggen van welke corporatie men
komt. en menigeen loopt er in, vooral
zoo in de hpurt van de week van gebed,
toewijding en offer.
We zouden den raad willen geven, om
geen dubbeltje en zelfs geen cent te ge
ven „Voor de Zending (zonder meer),
zonder dat men zich behoorlijk kan le-
gitimeeren.
Men heeft niet te vreezen, dat men
zulke menschen hierdoor beleedigt. In
den regel zijn ze'niet zoo erg teer van
gemoed. 'Daaraan werden we ook herin
nerd, toen we in „Pniël' 'lazen, hoe de
bekende dr Gunning, die tegenwoordig in
Bilthoven woont, op 'n morgen van twee
van zulke snuiters bezoek kreeg.
Dr Gunning vertelt er het vojgendo
van:
Daar kwam een colporteur met boeken,
vrome boeken. Naar ik vermoed van ad-
ventistische bron. Hijl deed zijn arbeid
„Voor da zending"Hij had 'n verklaring!
van Diajniël, die alle moeilijkheden oplotse
en ik kon voor een rijksdaalder die ver
klaring aller raadselen van hem koopen.
Toen ik hem zeide geen zin te hebben in
dat 'boek, werd hij grof, begon te verkla
ren dat de predikanten „vijanden van het
ware licht" waren, maar vroeg of ik dan
toch wat in zijn busje zou doen „voor de
goede zaak des Heeren". Toen ik ook dit
weigerde, greep hij de deurknop en zeide
„ilc schud het stof af van m'n voeten".
Hij ging, maar 't stoof niet erg.
Even later werd een broeder aange
diend, die zijfn naam aan de dienstbode
niet zeggen wilde. Een wonderlijk man
netje met lange krullen om de ooren,
een breeden hoed niet slappen rand op
het hoofd en een geweldig groote bril
op zijfn neus stond voor de deur. Hij ver
kocht kaarten „voor do arme Russische
Christenen". Prentkaarten met inderdaad
Russische .onderschriften, waar ik niets
van lezen kon, leelijke, schelgekleurde
huizen en hoornen en kerken. Geen 3
cent per stak waard, doch voor 't goede
doel f0.30 kostende, f 1.de vier. Ik
vroeg: wie hem zond? Of er een Com
missie was in wier naanr hij kwam?
Neen, hij was gestuurd door „Vader-!
tje", waarop hij naar Boven wees en zijn
hoed even afnam. Hij: sprak redelijk Hol-
landsch, maar was toch blijkbaar een
Diuitscher. Daar ik hem absoluut niet ver
trouwde, kocht ik niets van hem, waarop
hij met karakteristieke verzuchting heen
ging ,,fk wou dat je voor mijn oogen
•een rolberoerte kreeg;".
Do schoolstrijd. Dal oudo len
zen bij de bestrijders, van de Bijzondere
School nog altijd opgeld doen, wordt door
A. K- in „De School met den Bijbel"
in een artikeltje, getiteld: „Vijandschap"
aangetoond. Hijl schrijft:
In den laatsten tijd zijn er uitspraken
te beluisteren geweest, waarin de gelijk
waardigheid van het Christelijk met het
Openbaar Onderwijfs werd erkend. Een
enkele sprak zelfs van meerderwaardig
heid.
Toch ervaren we telkens een tornen
op kleine schaal aan den maatschappelijik-
goeden naam van het Christelijk Onder
wijs. Op officiéél© vergaderingen of in
•officiëeio stukken (in 't groot dus) wordt
de goede kwaliteit toegegeven, maar in
kleine kringen („klein" in dubbelen zin)
wordt nog: altijd betoogd, dat Chr. Onder
wijs met den besten wil aan dezelfde
eischen als het Openbaar Onderwijs jiiet
kan voldoen. Dó argumenten voor de
nu eenmaal vaststaande minderwaardig-
beid 'blijven alle jaren dezelfde en men
vraagt zich a.f, of men nu en dan met de
domheid of boosaardigheid of met beide
te doen heeft.
Of is het in den grond der zaak wel
licht niets anders da,n de strijd tegen
God zelf, die, zich op alle gebied en in
allerlei vorm meer en meer openbaart?
Sommige persoonlijke uitingen ,het uit
buiten van een enkel geval tot algemeenen'
regel, gaven grond tot de veronderstelling,
dat het woord „Christelijk" werkt als de
roode lap op den stier. Blindelings wordt
de aanval begonnen, en de ooren zijn bij
voorbaat toegestopt, opdat geen argument
tot het verstand zal doordringen.
Voor twintig jaar ongeveer werd in een
dorp een Vereeniging opgericht, die school
reisjes organiseerde voor de kinderen der
Openbare School. Naar aanleiding daar
van ontstond in een plaatselijk blad twist
geschrijf. De voorzitter der genoemde ver
eeniging ging daarbij heftig te keer tegen
de voorstanders van het Chr. Onderwijs.
Hij verweet ze o.a. dat zijn geld toch
blijkbaar wel goed genoeg was voor het
Chr. Onderwijs, want dat hij bij de Unie-
Collecte niet was overgeslagen- De man
was zóó heftig geworden, dat hij gan-
schelijk vergat, dat zijn twee eigenzoons
in de naburige stad een Chr. M.U.L.O.
School bezochten. Toen hij er opmerk
zaam op werd gemaakt, dat een Chr.
School blijkbaar goed genoeg voor zijn
kinderen was, en blijkbaar beter dan me
nige neutrale, zweeg hij in alle talen.
Zijn vijandschap bleef echter onverzwakt!
Voor vijftien jaren ontspon zich in een
kazerne een gesprek over "de al of niet
gelijkwaardigheid van beide soorten on
derwijs. Een woordenrijk, vooruitstrevend
jongmensch haalde alles overhoop; om
het Chr. onderwijs in al .zijn tekorten
ten toon te stellen- Toen niet dadelijk
tegenspraak volgde, werd hij steeds ve
nijniger en lanceerde de gekste dingen.
„Op die scholen zijn ze den heelen dag
aan het Bijbellezen en Psalmzingen, zoo
dat er geen tijd voor de rest overschiet!"
„Er slaagt er bijna nooit een, wanneer ze
examen moeten doen!"
Op de voorstanders maakten vooral deze
twee beschuldigingen grooten indruk. Wat
zou daartegen nu die Chr. onderwijzer,
die daar zoo rustig op zijn krib lag, in te
brengen hebben?
Deze yroeg daarop den „verkiezings
agent" of hij wilde beweren, dat een
hoeveelheid .kennis recht evenredig was
piet den tijd, die aan het aanbrengen
er van was besteed- Of elke Openbare
School ,waar b-v. 23 uur onderwijs werd
gegeven ,per sé minder moest wezen dan
die er 26 gaf? Voor logica scheen hij
echter geen gevoel te hebben- De om
standers echter wel!
Toen werd hem gevraagd, eens te infor-
meeren bij neutrale ILB.-Scholen en Gym
nasia (de adressen werden hem in enkele
groote steden genoemd) of het percentage
geslaagden van ©en Chr. School in den
regel kleiner was dan van een Openbare
enz. enz.
Hij begon zich toen zoo mal in aller
lei bochten te wringen (in fig. zin natuur
lijk), dat zijn krijgsmakkers hem begonnen
uit te lachen. Hij had het verloren!
Toen kwam echter plotseling deze uit
val: „Dompers zijn het en blijven het;
lui, die zeggen, dat „Gods vinger" de
deur van de ark sluit, als ze door
de nattigheid zóó gekrompen is, dat ze
niet meer bpen kan, dat zijn volksver-
dommers 1"
Het bleek pure vijandschap1, al die
„zakelijke" beschuldigingen!
Met dezelfde aantijgingen als hierboven
kwam me echtej dezer dagen een vader
aan boord, die slechts aarzelend zijn kind
aan de Chr. School durfde toevertrou
wen. Behalve dat ik ze kort weerlegde,
liet ik hem wat schriftelijk werk zien'
in een paar klassen. Dat was afdoende.
Toen pas zei hij, dat hij zijn kind Chris
telijk Onderwijs wilde laten geven, om
dat hij' het zelf ook had genoten. Maar
hij deed „er" niet meer aan en zijn mede
arbeiders hadden gezegd, dat je op de
Chr. School veel minder leerde. Ilc
zei, dat ik hoopte, dat zijn kind hem
zou helpen de oude paden weer terug
te vinden- En hij hoopte het ook zelf,
al sprak hij het niet uit.
Van een meer komisch geval van dat
genre vertelde me een oud-leerlinge.
Ze bezocht een industrieschool, waar
de leerlingen van alle soorten Scholen
samenkwamen. Eén der leeraressen bleek
al spoedig alleen heil te verwachten van
wat van de Openbare School kwam.
Op den tweeden dag al viel ze uit
tegen een meisje dat voor het bord stond
te stumperen: „Jij komt zeker van de
Bijzondere School". „Nee, Juffrouw, van
de Openbare School, in de straat!"
was het argelooze antwoord. Dergelijke
uitvallen herhaalden zich regelmatig,
maar niet altijd kwamen de antwoorden
tot hun recht-
Na drie maanden werden er prijsjes
uitgedeeld' Mij11 oud-leerlingetje, dat door
ziekte veel verzuimde, kreeg er ook een.
Ze bedankte netjes en voegde er uiterst
bescheiden bij: „En juffrouw, ik kom
van een Bijzondere School."
Wél wordt de pacificatiegedachte vast
gelegd in de Wet, maar in de harten
der „verlichte" menschen nog lang niet!
De socialisten en de ontwapening.
In o n s land hebben de socialisten, die
hier de macht niet in handen hebben,
den mond vol over de ontwapening en
dienen er voorstellen toe in.
In andere landen, waar zij wel over
de macht of althans over een groote
macht beschikken, ontwapenen zij' niet;
integendeel.
Neem bijv. Tsjecho-Slowakije, de nieu
we republiek, welke dus niets had, wat
op een eigen leger geleek.
Dö president der republiek is socialist.
In den Senaat en de Kamer 164 socia
listen en nog 29 communisten d.i. 193
aanhangers van de ontwapening.
Socialisten in het ministerie, o.a. de
bekende Benes. Derhalve algeheele ont
wapening.
Mis!
Eene Fransche militaire missie ter op
richting van een leger, een verplichte
militaire dienst van 14 maanden, een
reserve-dienst van 14 weken; -'een
vredeseffectief van 120 a 150.000 man
ziedaar de socialistische ontwapening in
de practijk!
België is ook een voorbeeld van so
cialistische ontwapening. Na den Wereld
oorlog traden in dit land telkens meer
dere socialistische ministers tegelijk op;
in de oude Kamers waren 120, in
de nieuwe Kamers 129 socialistische man
daten, benevens sedert April 1925 nog 2
communistische. Er wordt over alles en
nog wat gesproken, maar over ontwape
ning is men er muisstil.
Geen wonder, het vredes-contingent was
in het jaar onzes Heeren 1925, de troepen
in Duitschland medegerekend, maar
82.300 manschappen. Ook eene marine
aanschouwde het levenslicht en telde
thans 36 eenheden.
In Frankrijk hebben de socialisten al
heel lang' heel veel te vertellen: een
socialist was al president van tie repu
bliek; de socialist Briand eenige malen
ministerpresident; de socialist Mille-
rand notabene minister van Oorlog;
de Kamers tellen thans buitengewoon veel
socialistische mandaten-
Dus ontwapening! Aanstonds! Mis!
Vredes-effectief698000 manschappen,
34.228 officieren, totaal 732^228 menschen
onder de wapenen in plaats van ont
wapening.
Maar Nederland moet ontwapenen. Ko
men er evenwel socialistische ministers,
dan is Nederland ook vrij van ontwape
ning, dan vergeten de heeren al hun oude
plunje- Dan worden zij net als de socia
list Millerand, die als minister niemand
minder dan den Tsaar van alle Ruslan
den te Cherbourg ging verwelkomen en
uit zijne handen aanvaardde het groot
kruis van de Orde van Alexander Newski!
En waaruit zijn de boven aangegeven
cijfers?
Uit den „Almanacli de Gotha" voor
1925, dus niet uit de eerste de beste
niet uit ,een verouderde bron.
Maasbode.
Drukker
0OSTERBAAN
Bureaux: Lange
Tel.: Redactie no.
Postrekei
Bijkantoor
Firma F. P. DHI
Reclame. „Zeg ober, mijn portie is
vandaag zoo klein, gisteren was zij dubbel
zoo groot".
„Waar heeft mijnheer gisteren gegeten?"
„Daar voor het raam".
„Dat komt uit, mijnheer. De gasten, die
voor het raam zitten, krijgen grooter porties
wegens de reclame".
Oranje en Li
H. (M. de K|
Echtgenoot ditn
ter, weer eens
•den van haar g<|
onderdanen vei[
Wij hier in
belangstelling g|
van gelezen.
Toen Waalscl
,ger uitstaken na
.Vlaanderen, heil
gers zich lotgeJ
schaard en luil
wenschten ges!
derlanders wen|
zegenrijke rege
■de Koningin.
Toen in 19lf
.socialisten de si
den staatsteugl
voor liet GezJ
Limburgers huj
Koninklijke Re
trekken bij del
Een daad vq
•van. de zijde
wijs te meer
band die Oraij
burg aan Oran
Er is .een
meer de elfdl
•provincie golcl.j
Toen de Liif
ren om het
'Tliorbecke aarl
pendoch ovl
langen weinig
Het is nu
dat na den B(|
van Luxembui
als groothertd
Ikwam, en de
wijze van verg
de deel van
Limburc in d<|
opnemen als
Dit heeft de|
danen pijn gr
neer zij het
over den kor
geworden wa
Nederlandsch
voire roi
•Gelukkig is|
In 1866 vie
en herkregen
ten als onder
'koning: Wille|
De oude br
zijn broeders,!
opvolgers besf
der de regeej
mina geste via
Hoogst bel]
sedert dien
de Kroon
tige dienster
ren nu wijlen I
kabinet-Heem:!
de Zedelijkhe
Justitie, de ar
staat.
Onder de
de heeren G
brouck, eerst'
nister van Ju
laatstgenoemd
tere en als e
Voorts de
Kooien, Bon)
Van Swaaij
lens.
Limburg er
spraak op d
overige Nede
metterda:
Limburgs
derlandsclie i
oog verloren.
Straks zal
de Prinses de
bevaarbaarm;
burg meerde
heugenis sten
burg en Ora
Van de fa
Het geslac
uitgestorven,
ik dank
gelijk die a
De Belgisc
te Locarno
van Mussolii
daken gepre
'bloed kleefd
'liaan.
Zie hem
Maar hij
dezelfde fai