Onderwijs. Dit de Pers. Allerlei. Dit de Provincie. M© 3' Dit nummer fet Iv hi 8 boden wordt om boerengezinnen, welke beschikken over minstens f1250, boven de reiskosten, te plaatsen op boerderijen in Canada. Aan allen die emigratie naar Canada overwegen, wordt dringend ontraden op die aanbieding, of welke andere ook, in te gaan, alvorens belangelooze inlichtin gen'te hebben ingewonnen bij voornoemd Informatiebureau, gevestigd Bezuidenhout- scheweg 97, 's Gravenhage. MoedertjeMoskou. De heer Wijnkoop ondervindt de zege ningen der communistische tuchtoefening. Niet genoeg, dat men hem en zijn vriend dr Van Ravesteyn ongeschikt achtte de partij in het parlement te vertegenwoordi gen, hem is thans uitdrukkelijk verboden in het openbaar op te treden voor de partij en de partij-instanties. Er is maar één waarheid en Moskou decreteert, welke dat zijn zal. In deze kinderlijke gehoorzaamheid is iets ont roerends- Ze doet denken aan de aar dige herinnering van Hein Duif in Heyer- mans Schakels. Als de kinderen ruzie hadden over de vraag in welke richting de zon zich bewoog, dan maakte vader Duif daaraan een einde: „de zon draait, zooals moeder het wil". Moedertje Moskou beslist in welke rich ting die zon der waarheid zich bewegen zal en daarmede moet de zaak uit zijn. En dan spotten onze communisten met Rome en andere instanties, die de waar heid voor zich monopoli seeren. Die spot wreekt zich bitter. Eigen onvrijheid wordt daardoor alleen nog maar sterker aan het licht gebracht- Prof. Manrtoury heeft 'de principiëele moeilijkheid eener verzoening dezer on vrijheid met de idee der democratie trach ten te verklaren in een formule: „de 'grootst mogelijke onderschikking aan den gemeenschapswil en de meest onbelem merde medewerking tot de vorming van dien wil." Hoe men verstarring van dien w'il voor komen kan, als ieder zich onvoorwaarde lijk heeft 'te onderschikken aan een een maal geformuleerde wisuiting, ontgaat ons ten eenenmale. Hoe kan van „on belemmerde medewerking" tot wilsvor ming worden gesproken onder deze om standigheden? Trouwens dezelfde hoogleeraar Man- noury, die de sehoone formule gaf, be pleit in de „Tribune" van gisteren een uit de partij zetten van ieder, die „haar beginselen van bolsjewlsatie en centra lisatie niet wil of niet kan aanvaarden en in praktijk brengen." Eerst wil hij nog wel een poging aangewend zien hen te overtuigen van ongelijk, maar als dat niet helpt, dan moeten zij eruit- Door al te groote lankmoedigheid zou men de partij schaden! Dat heet dan onbelemmerde medewer king tot de vorming van den wil dei- partij, 'welker bestuur en leiding al camoufleert men het door een verkie- zingscomedie door Moskou worden aangesteld I 't Geval Wijnkoop heeft nog eens weer wat licht doen vallen op de consequen tie daarvan. Hand. De Stormramp- Het bestuur van den Kon. Nat. Bond voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken „Het Oranje Kruis" ontving van het bestuur van „Het Smeroefonds" te Batavia ten vierden male telegrafisch een gift van f 50.000 voor de slachtoffers der stormramp. Met de Staatscourant van 17 0-ct. zijn verzonden afdrukken van de statu ten der Ghr. Schoolvereeniging te Drie wegen (Terneuzen). - W.ijziging kustvuur te W,fi rn ei I d i n ge. Van het Ministerie van Ma,- iiiie is, als antwoord op een desbetref fend verzoek van het hoofdbestuur van Schuttevaer bericht ingekomen, dat het „vaste" kustvuur van den Westhavenrlam te Wemeldinge zal worden gewijzigd tol een „onderbroken" vuur (uit- -en aangaand vuur). Wat de lichtsterkte betrof, meen de men, dat met de bestaande zicht baarheid va,n 5,2 zeemijl! gemiddeld en 12,7 zeemijl bijl slecht zicht kan wor den volstaan^ Goes. Voor de Raadsvergadering van hedenavond zjjln ingekomen de volgende stukken: Dankbetuiging namens H M- de Ko ningin voor de op 31 Augustus 1925 aangeboden gelukw-e-nschen. Verslag van den toestand der gemeente over 1924. Processen-verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvan ger. Exploitatie-rekening over 1924 van de R.-K. Ziekenverpleging „St. Joanna" te Goes. Bericht van dhr A- A. Neder- hand, dat hijl zijne benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim aanneemt. Diankbetuiging van Mej- G. J. Rooze-Nagelkerke voor het haar toege kende bedrag van f500 in verband met het haar op 7 Aug, 1924 overkomen on geval. Goedkeuring door Gedep. Staten van diverse raadsbesluiten. Uittreksel uit het Koninklijk Besluit van 10 September 1925, no-. 21, waarbij het maximum-aan tal vergunningen voor den verkoop van sterken drank in het klein voor deze gemeente met ingang van 1 Januari 1926 wordt vastgesteld op '24. EHeWoutsdïjk. Het Burg. Armbestuur ontving bericht va,n den heer E- A- v. d. Bent, dat hij zich voor een herbenoeming als lid van dat collega niet beschikbaar stelt. (Men herinnert zich, dat de Gemeen teraad een vorig maal bij! meerderheid van st&mmein anderen dan de aftreden den benoemde en daardoor toen reeds eenige wijziging in het Burg. Armbestuur bracht.) Souburg. Woensdag! had in „Concordia" onder leiding, van Dis Graves van Willens- waard eien vergadering plaats ter bespre king van een eigen wijkverpleging voor Souburg en Ritthera. Tegenwoordig wa ren behalve bet Bestuur van het be staande comité te Souburg de Dagelijik- sche Besturen van Souburg en Ritthem, de diaconieën van Hjerv. en Geref. Kerk van beide plaatsen en 2 afgevaardigden van „Het Groene Kruis". Die voorzitter dankte do beide burgemeesters en alle corporaties voor hun tegenwoordigheid en hoopte, dat eerlang de zaak tot stand mocht komen. Koudekerke, Gemeenteraad. (Slot.) Op voorstel van Contant wordt de post straten enz. verhoogd met f50 om de straat bij de Kam en Kraaije te verbeteren; de straat is door het afloopen gevaarlijk voor het yerkeer. Het herstel van den Bishoekschen Keiweg zal binnen kort wel tot stand kunnen komen, doordien zij' die met te zware vrachten hebben gere den, verplicht zijn de schade te vergoe den, ,wat waarschijnlijk Wel f 2900 zal bedragen. Dhr Sanderse dringt er nog eens op aan dat B.. en Wl. zullen mede werken, dat voor de muziekvereeniging een tent zal worden gebouwd. De voorz. zegt reeds met den voorz. der vereen, gesproken te hebben en wacht nu op een in te zenden bestek enz. Bijl het verlee- uen van subsidie, f 185, voor' de W:al- ehersche Tram, stelt de heer Lorier voor er .Je voorwaarde aan te verbinden, dat zoo veel mogelijk de Zondagsrust worde bevorderd. Dit voorstel wordt niet onder steund. Dhr Sanderse is van meening, dat op andere wij'ze de Zondagsheiliging! wel kan worden bevorderd. Heel veel predikanten rijden op Zondag met de tram, andere rijden in boerewagens naar de kerk. Spr. zou gaarne zien dat door B. en Wi. oen poging in het werk gesteld werd met andere aangelande gemeenten samen te werken teneinde het groote verlies wat de Mij. geleden heeft eenig'er- mate te herstellen. De voorzitter zegt, dat door God. Staten roods in die rich ting wordt gewerkt. Se begrooting wordt hierna goedge keurd in totaal behalve kleine wijlziging op f 73764.21, onvoorzien 1657.13, omslag f 35.000. Aan J. de Kroo Cz. zal vergunning tot het houwen van woningen op het Citers- bil worden verleend, onder voorwaarde dat de grond voor de straat zal worden afgestaan aan de gemeente en hijl even tueel© verharding een bedrag van f 10 de strekkende meter zal moeten worden betaald. Indien de verharding met steen slag geschiedt dan alleen de kostende prijs. Bij de rondvraag zegt de heer San derse dat inzake de kwestie-Lindenberg hem is gebleken, dat het oproepen voor herhalingsoefeningen een militaire admi nistratieve fout is geweest. Spr. geeft voorts nog in overweging; dat B-. en W, eens zullen letten op den toestand van den Nieuwen Vliss. weg en dringt aan op verplaatsing van de postbus. Dhr Lo rier wijst ook op den onhoudbaren toe stand van een gedeelte van dien weg. Dhr v. d. Harst vestigt de aandacht op het gevaar, op het einde van het trottoir al daar en zou er paaltjes of zoo iets willen zetten. Wordt toegezegd. Dhr Con tant vraagt waarom de pomp op het Zand steeds op de Ketting staat. Die voorz. zegt dat voortdurend vuil uit de put wordt opgezogen en daardoor ont staat verstopping. St. Maartensdijk. Zondagavond is het 12-jarig dochtertje va,n J. K- door een •onvoorzichtig wielrijder uit Scherpenisse zoodanig aangereden, dat het meisje een hersenschudding: bekwam. (M- Ct.) Uit het leven van Ds Oort- huys. Dr "E. van Gheel Gildemeester besluit zijn herinneringen aan Ds Oort- liuys in de 's Gravenhaagsche Kerkbode met een slotartikel, waaraan wij het vol gende ontleenen: De Rotterdamsche vrienden herinneren zich zeker nog wel de zware beproe ving, di f&n de eerst ejaren van zijn arbeid in hunne stad 'hun geliefden leer- aa rtrof dat hij begon blind te worden. Dokter Blok onderzocht zijn oogen en zeide hem ponder terughouding, dat vol slagen blindheid in aantocht was, en dat daar niets tegen gedaan kon worden. Hij vroeg: „Schrikt u ervan, dominé?" Oorthuys antwoordde: „Dokter, God heeft mij vele jaren een blij gebruik van mijne oogen geschonken. Ik heb dus al leen te danken, ook als Hij dit voorrecht van mij neemt." Ziedaar, weer geheel Oorthuys, die niet maar, gemakkelijk weg, in theorie, ver klaart, dat alles genad eis, maar die dat in de practijk belijdt, en inplaats van te morren tegen de beproeving, de genoten genade dankend erkent. Intusschen, de voorspelling van den dokter scheen uit te komen- Het werd gaandeweg erger. Om op den preekstoel zijn tekst te kunnen lezen, moest hij twee brillen opzetten; en als hij tegen den avond uitging, kwam hij soms tegen een boom 'te land- Hij verwachtte niets anders dan zijn ambt te moeten neer leggen en die gedachte ontroerde hem in Jiooge mate- Hij was toch nog in de kracht van zijn leven en had groote vreugde in zijn werk. Vooral om dat toevertrouwde ambt was het zijn ge durig gebéd geworden, „of de Heefe hem het gezicht wilde weergeven." Op zekeren' nacht werd de drang tot dit gebed zeer sterk en hij sliep bid dende in- Vroeg in den morgen was het hem, of hij bij den arm werd geschud, met de woorden: „Zie rond'\ Hij ont waakt; hij slaat de oogen op; en zie, hij kan den tekst lezen, dien hij in langen tijd niet meer had kunnen zien. En ginds, dat schilderijtje, klaar en helder kon hij het bekijken. Hij kwam overeind, en riep uit: „Joh, ik kan weer zien- Dat heeft God gedaan. Dank u Heere." Van da toogenblik had hij geen bril meer noodig- De menschen begrepen er niets van, en zeiden: „Eerst had de do- miné twee brillen op om zijn tekst le lezen, en nu in het geheel geen. Maar „de dominé" zeide: „Zulke uitkomsten zijn van den Heere alleen.' Op raad van zijn zoon, den Scheve- ningschen doctor, nam Ds Oorthuys in d-e laatste jaren van zijn bediening altijd goede lange vacanties, ten minste zes weken. Dat heeft een dominé in een, groote stad noodig om goed uitgerust weer te kunnen beginnen, zeide hij; en de gemeente trekt er het voordeel van. Ja maar lang niet alle dominé's kunnen zes weken vacantie nemen. Rotterdamsche vrienden zorgden er voor, dat O. het kon. Ze stelden-hem jaren achtereen in staat naar Zwitserland te gaan; en gingen vaak zelf mee. Dan genoten ze van zijn op gewekt, pittig, echt geestelijk gezelschap. In Ï915 werd het tijd van rusten. Zijn werkkracht was op; na 42-jarigen trou wen arbeid- Hij heeft toen nog vijf jaren hier gewoond ,nam voor ons af en toe nog wel eens een dienst waar; bediende gaarne het H. Avondmaal. Hij was lid van ons Ministerie. Meestal was hij stil- Hij zei niet veel. Toen over de stichting van de Duin- oordkerk werd gesproken, en sommige broeders daartegen „kerkelijk" bezwaar hadden, zeide Oorthuys: „Werk het toch niet tegen; als Christus daar gebracht wordt, dan zit er groote zegen in." In 1920 verliet hij zijn mooie boven huis in de Groot-Hertoginnelaan om bui ten 'in Oegstgeest te gaan wonen, dicht bij een zijner gehuwd edochters. Hij was grootvader van in de vijftig kleinkinde ren; die hij allen den Heere opdroeg in trouwe voorbede. Daar in Oegstgeest schreef hij zijn aam teekeningen voor intiemen kring. In mijn exemplaar, waaruit ik u, geduldige lezer, x-een en ander hed medegedeeld, ligt nog xhet vriendelijke briefje, waarmee hij hel mij zond ,en waarin onder andere: Zeer waarde broeder, „Wilt ge dit accepteeren? Ik heb be hoefte liet je toe te zenden, bestemd als het is voor enkelen." Hij onderteekent: Je oude strijdmakker C- B. Oorthuys. Het boekje en de opdracht zijn mij zeer dierbaar- Alle jaren schreven wij elkander op onze verjaardagen. Di tlaatste jaar, na zijn verjaardag, zond hij mij een paar kostelijke bijbelbesprekingen van zijn ongsten zoon jin Oregon, in de V.S. Wat heeft hij grooten zegen gehad in zijn kinderen en kleinkinderen. Zijn heele leven heeft een lichtend spoor achterge- aten en ook zijn heengaan. Mevrouw Oorthuys schreef mij nog: „Mijn man "is heengegaan, zooals hij geleefd heeft: vo lvrede en in de zeker heid des geloofs. Een hangen nacht maak ten we door, waarin wij, ook de dokter, vreesden dat het einde nabij was, door ee nlievige hartaandoening met galbra- kingen- Toen in den morgen de benauwd' heid wat voorbij was, zeide hij: „Joh, ik ga naar huis, en ik heb grooten vrede. Je moet niet zoo bedroefd zijn, want de scheiduig is maar voor een kort poos je, dan zijn we samen in de heerlijkheid om nooit meer te scheiden." Tien dagen mocht ik hem nog behou den. Zaterdag (25 Juli) 's-morgens half tien, terwijl ik even beneden was, en de zuster hem hielp, nam de Heere hem plotseling, zonder eenigen doodsstrijd, tot zich. Om negen uur lazen we samen mét de zuster en ons meisje, nog een stukje uit Gods Woord; mijn lieve man bad nog met ons, en een half uur later was hij niet meer.' Ja, dit leven laat een spoor achter van vriendelijk, vroolijk, ernstig licht- Wij vertrouwen dat ook deze herinneringen aan dit gezegend leven hier en daar iets brengen zullen da tblijft- Voor de Zending, meneer! We weten het toch, dat men een beetje voorzichtig moet zijh met het geven aan de deur. Vooral, wanneer1 er „Voor de Zending" gecollecteerd wördlt, Dan 't spijt ons, dat wij 't moeten zegigen is er aan 't zaakje meestal iets niet in orde. Men „vergeet" er dan bijf te zeggen van welke corporatie men komt. en menigeen loopt er in, vooral zoo in de hpurt van de week van gebed, toewijding en offer. We zouden den raad willen geven, om geen dubbeltje en zelfs geen cent te ge ven „Voor de Zending (zonder meer), zonder dat men zich behoorlijk kan le- gitimeeren. Men heeft niet te vreezen, dat men zulke menschen hierdoor beleedigt. In den regel zijn ze'niet zoo erg teer van gemoed. 'Daaraan werden we ook herin nerd, toen we in „Pniël' 'lazen, hoe de bekende dr Gunning, die tegenwoordig in Bilthoven woont, op 'n morgen van twee van zulke snuiters bezoek kreeg. Dr Gunning vertelt er het vojgendo van: Daar kwam een colporteur met boeken, vrome boeken. Naar ik vermoed van ad- ventistische bron. Hijl deed zijn arbeid „Voor da zending"Hij had 'n verklaring! van Diajniël, die alle moeilijkheden oplotse en ik kon voor een rijksdaalder die ver klaring aller raadselen van hem koopen. Toen ik hem zeide geen zin te hebben in dat 'boek, werd hij grof, begon te verkla ren dat de predikanten „vijanden van het ware licht" waren, maar vroeg of ik dan toch wat in zijn busje zou doen „voor de goede zaak des Heeren". Toen ik ook dit weigerde, greep hij de deurknop en zeide „ilc schud het stof af van m'n voeten". Hij ging, maar 't stoof niet erg. Even later werd een broeder aange diend, die zijfn naam aan de dienstbode niet zeggen wilde. Een wonderlijk man netje met lange krullen om de ooren, een breeden hoed niet slappen rand op het hoofd en een geweldig groote bril op zijfn neus stond voor de deur. Hij ver kocht kaarten „voor do arme Russische Christenen". Prentkaarten met inderdaad Russische .onderschriften, waar ik niets van lezen kon, leelijke, schelgekleurde huizen en hoornen en kerken. Geen 3 cent per stak waard, doch voor 't goede doel f0.30 kostende, f 1.de vier. Ik vroeg: wie hem zond? Of er een Com missie was in wier naanr hij kwam? Neen, hij was gestuurd door „Vader-! tje", waarop hij naar Boven wees en zijn hoed even afnam. Hij: sprak redelijk Hol- landsch, maar was toch blijkbaar een Diuitscher. Daar ik hem absoluut niet ver trouwde, kocht ik niets van hem, waarop hij met karakteristieke verzuchting heen ging ,,fk wou dat je voor mijn oogen •een rolberoerte kreeg;". Do schoolstrijd. Dal oudo len zen bij de bestrijders, van de Bijzondere School nog altijd opgeld doen, wordt door A. K- in „De School met den Bijbel" in een artikeltje, getiteld: „Vijandschap" aangetoond. Hijl schrijft: In den laatsten tijd zijn er uitspraken te beluisteren geweest, waarin de gelijk waardigheid van het Christelijk met het Openbaar Onderwijfs werd erkend. Een enkele sprak zelfs van meerderwaardig heid. Toch ervaren we telkens een tornen op kleine schaal aan den maatschappelijik- goeden naam van het Christelijk Onder wijs. Op officiéél© vergaderingen of in •officiëeio stukken (in 't groot dus) wordt de goede kwaliteit toegegeven, maar in kleine kringen („klein" in dubbelen zin) wordt nog: altijd betoogd, dat Chr. Onder wijs met den besten wil aan dezelfde eischen als het Openbaar Onderwijs jiiet kan voldoen. Dó argumenten voor de nu eenmaal vaststaande minderwaardig- beid 'blijven alle jaren dezelfde en men vraagt zich a.f, of men nu en dan met de domheid of boosaardigheid of met beide te doen heeft. Of is het in den grond der zaak wel licht niets anders da,n de strijd tegen God zelf, die, zich op alle gebied en in allerlei vorm meer en meer openbaart? Sommige persoonlijke uitingen ,het uit buiten van een enkel geval tot algemeenen' regel, gaven grond tot de veronderstelling, dat het woord „Christelijk" werkt als de roode lap op den stier. Blindelings wordt de aanval begonnen, en de ooren zijn bij voorbaat toegestopt, opdat geen argument tot het verstand zal doordringen. Voor twintig jaar ongeveer werd in een dorp een Vereeniging opgericht, die school reisjes organiseerde voor de kinderen der Openbare School. Naar aanleiding daar van ontstond in een plaatselijk blad twist geschrijf. De voorzitter der genoemde ver eeniging ging daarbij heftig te keer tegen de voorstanders van het Chr. Onderwijs. Hij verweet ze o.a. dat zijn geld toch blijkbaar wel goed genoeg was voor het Chr. Onderwijs, want dat hij bij de Unie- Collecte niet was overgeslagen- De man was zóó heftig geworden, dat hij gan- schelijk vergat, dat zijn twee eigenzoons in de naburige stad een Chr. M.U.L.O. School bezochten. Toen hij er opmerk zaam op werd gemaakt, dat een Chr. School blijkbaar goed genoeg voor zijn kinderen was, en blijkbaar beter dan me nige neutrale, zweeg hij in alle talen. Zijn vijandschap bleef echter onverzwakt! Voor vijftien jaren ontspon zich in een kazerne een gesprek over "de al of niet gelijkwaardigheid van beide soorten on derwijs. Een woordenrijk, vooruitstrevend jongmensch haalde alles overhoop; om het Chr. onderwijs in al .zijn tekorten ten toon te stellen- Toen niet dadelijk tegenspraak volgde, werd hij steeds ve nijniger en lanceerde de gekste dingen. „Op die scholen zijn ze den heelen dag aan het Bijbellezen en Psalmzingen, zoo dat er geen tijd voor de rest overschiet!" „Er slaagt er bijna nooit een, wanneer ze examen moeten doen!" Op de voorstanders maakten vooral deze twee beschuldigingen grooten indruk. Wat zou daartegen nu die Chr. onderwijzer, die daar zoo rustig op zijn krib lag, in te brengen hebben? Deze yroeg daarop den „verkiezings agent" of hij wilde beweren, dat een hoeveelheid .kennis recht evenredig was piet den tijd, die aan het aanbrengen er van was besteed- Of elke Openbare School ,waar b-v. 23 uur onderwijs werd gegeven ,per sé minder moest wezen dan die er 26 gaf? Voor logica scheen hij echter geen gevoel te hebben- De om standers echter wel! Toen werd hem gevraagd, eens te infor- meeren bij neutrale ILB.-Scholen en Gym nasia (de adressen werden hem in enkele groote steden genoemd) of het percentage geslaagden van ©en Chr. School in den regel kleiner was dan van een Openbare enz. enz. Hij begon zich toen zoo mal in aller lei bochten te wringen (in fig. zin natuur lijk), dat zijn krijgsmakkers hem begonnen uit te lachen. Hij had het verloren! Toen kwam echter plotseling deze uit val: „Dompers zijn het en blijven het; lui, die zeggen, dat „Gods vinger" de deur van de ark sluit, als ze door de nattigheid zóó gekrompen is, dat ze niet meer bpen kan, dat zijn volksver- dommers 1" Het bleek pure vijandschap1, al die „zakelijke" beschuldigingen! Met dezelfde aantijgingen als hierboven kwam me echtej dezer dagen een vader aan boord, die slechts aarzelend zijn kind aan de Chr. School durfde toevertrou wen. Behalve dat ik ze kort weerlegde, liet ik hem wat schriftelijk werk zien' in een paar klassen. Dat was afdoende. Toen pas zei hij, dat hij zijn kind Chris telijk Onderwijs wilde laten geven, om dat hij' het zelf ook had genoten. Maar hij deed „er" niet meer aan en zijn mede arbeiders hadden gezegd, dat je op de Chr. School veel minder leerde. Ilc zei, dat ik hoopte, dat zijn kind hem zou helpen de oude paden weer terug te vinden- En hij hoopte het ook zelf, al sprak hij het niet uit. Van een meer komisch geval van dat genre vertelde me een oud-leerlinge. Ze bezocht een industrieschool, waar de leerlingen van alle soorten Scholen samenkwamen. Eén der leeraressen bleek al spoedig alleen heil te verwachten van wat van de Openbare School kwam. Op den tweeden dag al viel ze uit tegen een meisje dat voor het bord stond te stumperen: „Jij komt zeker van de Bijzondere School". „Nee, Juffrouw, van de Openbare School, in de straat!" was het argelooze antwoord. Dergelijke uitvallen herhaalden zich regelmatig, maar niet altijd kwamen de antwoorden tot hun recht- Na drie maanden werden er prijsjes uitgedeeld' Mij11 oud-leerlingetje, dat door ziekte veel verzuimde, kreeg er ook een. Ze bedankte netjes en voegde er uiterst bescheiden bij: „En juffrouw, ik kom van een Bijzondere School." Wél wordt de pacificatiegedachte vast gelegd in de Wet, maar in de harten der „verlichte" menschen nog lang niet! De socialisten en de ontwapening. In o n s land hebben de socialisten, die hier de macht niet in handen hebben, den mond vol over de ontwapening en dienen er voorstellen toe in. In andere landen, waar zij wel over de macht of althans over een groote macht beschikken, ontwapenen zij' niet; integendeel. Neem bijv. Tsjecho-Slowakije, de nieu we republiek, welke dus niets had, wat op een eigen leger geleek. Dö president der republiek is socialist. In den Senaat en de Kamer 164 socia listen en nog 29 communisten d.i. 193 aanhangers van de ontwapening. Socialisten in het ministerie, o.a. de bekende Benes. Derhalve algeheele ont wapening. Mis! Eene Fransche militaire missie ter op richting van een leger, een verplichte militaire dienst van 14 maanden, een reserve-dienst van 14 weken; -'een vredeseffectief van 120 a 150.000 man ziedaar de socialistische ontwapening in de practijk! België is ook een voorbeeld van so cialistische ontwapening. Na den Wereld oorlog traden in dit land telkens meer dere socialistische ministers tegelijk op; in de oude Kamers waren 120, in de nieuwe Kamers 129 socialistische man daten, benevens sedert April 1925 nog 2 communistische. Er wordt over alles en nog wat gesproken, maar over ontwape ning is men er muisstil. Geen wonder, het vredes-contingent was in het jaar onzes Heeren 1925, de troepen in Duitschland medegerekend, maar 82.300 manschappen. Ook eene marine aanschouwde het levenslicht en telde thans 36 eenheden. In Frankrijk hebben de socialisten al heel lang' heel veel te vertellen: een socialist was al president van tie repu bliek; de socialist Briand eenige malen ministerpresident; de socialist Mille- rand notabene minister van Oorlog; de Kamers tellen thans buitengewoon veel socialistische mandaten- Dus ontwapening! Aanstonds! Mis! Vredes-effectief698000 manschappen, 34.228 officieren, totaal 732^228 menschen onder de wapenen in plaats van ont wapening. Maar Nederland moet ontwapenen. Ko men er evenwel socialistische ministers, dan is Nederland ook vrij van ontwape ning, dan vergeten de heeren al hun oude plunje- Dan worden zij net als de socia list Millerand, die als minister niemand minder dan den Tsaar van alle Ruslan den te Cherbourg ging verwelkomen en uit zijne handen aanvaardde het groot kruis van de Orde van Alexander Newski! En waaruit zijn de boven aangegeven cijfers? Uit den „Almanacli de Gotha" voor 1925, dus niet uit de eerste de beste niet uit ,een verouderde bron. Maasbode. Drukker 0OSTERBAAN Bureaux: Lange Tel.: Redactie no. Postrekei Bijkantoor Firma F. P. DHI Reclame. „Zeg ober, mijn portie is vandaag zoo klein, gisteren was zij dubbel zoo groot". „Waar heeft mijnheer gisteren gegeten?" „Daar voor het raam". „Dat komt uit, mijnheer. De gasten, die voor het raam zitten, krijgen grooter porties wegens de reclame". Oranje en Li H. (M. de K| Echtgenoot ditn ter, weer eens •den van haar g<| onderdanen vei[ Wij hier in belangstelling g| van gelezen. Toen Waalscl ,ger uitstaken na .Vlaanderen, heil gers zich lotgeJ schaard en luil wenschten ges! derlanders wen| zegenrijke rege ■de Koningin. Toen in 19lf .socialisten de si den staatsteugl voor liet GezJ Limburgers huj Koninklijke Re trekken bij del Een daad vq •van. de zijde wijs te meer band die Oraij burg aan Oran Er is .een meer de elfdl •provincie golcl.j Toen de Liif ren om het 'Tliorbecke aarl pendoch ovl langen weinig Het is nu dat na den B(| van Luxembui als groothertd Ikwam, en de wijze van verg de deel van Limburc in d<| opnemen als Dit heeft de| danen pijn gr neer zij het over den kor geworden wa Nederlandsch voire roi •Gelukkig is| In 1866 vie en herkregen ten als onder 'koning: Wille| De oude br zijn broeders,! opvolgers besf der de regeej mina geste via Hoogst bel] sedert dien de Kroon tige dienster ren nu wijlen I kabinet-Heem:! de Zedelijkhe Justitie, de ar staat. Onder de de heeren G brouck, eerst' nister van Ju laatstgenoemd tere en als e Voorts de Kooien, Bon) Van Swaaij lens. Limburg er spraak op d overige Nede metterda: Limburgs derlandsclie i oog verloren. Straks zal de Prinses de bevaarbaarm; burg meerde heugenis sten burg en Ora Van de fa Het geslac uitgestorven, ik dank gelijk die a De Belgisc te Locarno van Mussolii daken gepre 'bloed kleefd 'liaan. Zie hem Maar hij dezelfde fai

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 6