Binnenland.
-UB BHK1LL0STB1TII.
Kerkaieuws.
Gemengd Nieuws.
TWEEDE BLAD.
ers-Mjj. BOSCH
I
op of in ruil:
denknecht en een
)f aankomende
ike Dienstbode,
een Dienstbode,
Knecht
|wame Dienstbode
lie voor. hel Chr. gei
:k tot week.
dokter.
geest,
der Hilst.
ïh rijk.
|esant.
lus 10 - BAARN.
ootste
e Actueelste
De Goedkoops^6
',i|
n zoo goed als «|,„J
Tentwagen, Lamorn»
Paardewant, bii
[AANSE Pz., 't Zandt I
lieuwe Kortmo|e„ i
ïdsapparaat, voor. Pn
kend, voor ros; «Z
Hofhekken metklej! i
*e Driehoekskach.1
eëmailleerd Keulrp» j
|leP- boone.SÏJ;1
een Kalfvaars,
^September.
WOLF, G ijpskerke,
LAM PERT, Gaping# j
urstelling met October
n Meisje
SCHOONENBOOM
^ostkapelie.
MARGADANT, Jaii I
lt 52, Amsterda»
direct
ide koken, v. g. g, v
Ichgeld f35. Zondags 1
sien dagen en wekelijks
"sn vrij. 1
en J. IN 'T ANKER I
fa, Schore.
ber
Ij J. MAAS,
wer, Sint Kruis (Z, VI.),
of 1 October
liaog loon, bij J. I
pardamnae, Kruiningen,
OE ZEEUW
ÏAN
VRIJDAG 18 SEPT. 1925. No. 296.
ementsprijs slechts
per kwartaal.
imer van deze week I
volgende artikelen:
-k buitenlandschover.
floor L. Penning.
)NZE KINDEREN.
jogische rubriek on-1
iding van C. Kijne.
3u eu raadgevingen I
|Ieiding van Dr I. 6. L.
eus gedicht door
Jbservator.
/erhaal door Hn.
j.IJKE FAMILIE IN
FRIESLAND,
;eïllustreerde pagina.
ERLANDSCHE SEIN-
OESTELLENFABRIEK
M. van der Hilst.
S STEM.
verhaal door Paula.
INPAGINA.
bij de Opvoeding, door
Westerbrink-Wirtz.
(leeding. Modeartikel
eekening.
KEN - VRAGENBUS
LES WAT - BOEKEN-
HOUW - PUZZLE
HTEN - ANECDOTE.
28 meoie foto's en por-
it binnen- en buitenland.
:ober a.s. begint de
jaargang.
ie zich thnns aban*
ontvangen de no0
ptember verschil"
nummers gratia.
omgaand proefnuri'
ner aan bij de
Een radio-incident.
Tijdens de radio-uitzending van de her
denkingsredes betreffende den martelaar
Jan de Lakker in het 'kerkgebouw van
den Ned. Protestanten Bond te Hilversum
werd de aansluiting met den zender eenige
malen verbroken. Dit geschiedde omdat
naar de meening van de Directie in het
gesprokene passages voorkwamen die an
deredenkenden in den lande moesten
kwetsen en daarvoor verwijten zouden
kunnen worden gemaakt die schade zou
den kunnen doen aan den naam van de
N. S. F. Namens de Evangelische ver-
eeniging was beloofd de verantwoordelijk-
beid voor het te spreken woord bij den
aanvang vast te stalen. Dit is niet ge
schied. Weshalve de uitzending door de
N. S. F. werd onderbroken. Toen na
de beëindiging van de rede van den eer
sten spreker een verklaring werd afgelegd,
dat het gesprokene uitsluitend voor de
verantwoording van de Evangelische Ver-
eeniging zou zijn en men voorts zeide,
dat kwetsende passages niet konden wor
den gevreesd, werd de radio-uitzending
tol; een goed einde gebracht.
Naar aanleiding hiervan schrijft het
hoofd eener Chr. school aan de „Rotter
dammer"
Wanneer Speenhof z'n „liederen" „ten
beste" geeft, gaat de uitzending door.
(Wanneer mevr. D'e Boer tot onze kin
deren zegt: „Vraag aan je ouders of je al
jong naar de comedie mag", dan stelt
de N. S. F. niets vast.
Wanneer „Anatole's trouwdag" uitge
zonden wordt, waarin de hoofdpersoon
den nacht voor 'n huwelijksbevestiging
met een dame van de vlakte doorbrengt,
Stelt de N. S. F. al weer niets vast.
Wanneer de Zondagavond gebruikt
wordt om stukken voor te dragen, waar
van 6e kern flirt en overspel is, wordt
er ook niets door de N. S. F. vastge
steld.
Einde van den Zomertijd.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw heeft den Gemeentebesturen
in een rondschrijven herinnerd, dat dit
jaar de vervroeging van den wettelijken
tijd zal eindigen den 4den October a.s.,
te 3 uur voormiddags, en dien besturen
verzocht toe te zien, dat de tijdsaanwijzing
op de openbare door hen beheerde klok
ken van dat tijdstip af weder in overeen
stemming zij met de tijdrcgeling van den
middelbaren zonnetijd van Amsterdam,
welke tijdregeling alsdan aanwijst 2 uur
in den voormiddag.
Het ongeluk der Koningin in
Zwitserland.
In een brief uit Zwitserland aan het
„Hbld." lezen we het volgende over het
ongeluk, dat Koningin Wilhelmina in Cha-
monix overkwam en veel ernstiger is
geweest, dan men heeft, laten voorkomen.
Be Hollander die dezen zomer toefde in
Chamonix, had een streepje voor, óók bij
den jovialen medicus, die, als een onder
daan van Neerland's koningin hem con
sulteerde, niet naliet, te vertellen, dat hem
als de eerste en eenige geneesheer buiten
de Nederlandsche grenzen, de eer te beurt
mocht vallen uit de handen van de vorstin
Zélve de Huisorde van Oranje Nassau
in ontvangst te nemen.
„Ello est bien courageuse, votre reine",
prijst hij. En zonder te kort te doen aan
liet ambtsgeheim, meent hij te mogen
openbaren, dat de gevolgen van bet auto
ongeluk wel ernstiger waren dan de bui
tenstaanders hebben vermoed. Een diepe
pijnlijke snijwonde en een gebroken duim
veroorzaakten de koningin veel ongemak,
maar van het eerste oogenblik af had
de vorstin dringend verzocht geen ophef
van het gebeurde te maken. Én moedig
droeg zij de pijn.
Een incident.
Gisteren vengaderde de Gemeenteraad
van Rotterdam.
De voorzitter bracht den heer Heukels,
die bedankte als lid van den Raad we
gens ziju verkiezing tot lid van Ged.
Staten, voor den ijver en den ernst, waar
mede hij het raadslidmaatschap steeds
heeft vervuld. (Applaus aan beide zijden.)
De heer Coremans neemt het woord
ep wijst op het verschil tusschen het
geen de Voorwaarts schreef over den Ge
deputeerde Heukels en het applaus bij
de sociaal-democraten.
De voorzitter: U hebt niet het woord.
De heer Coremans: Ik moet nu spre
ken omdat ik een mandaat heb van het
rapalje.
De voorzitter: U zult zwijgen.
De heer CoremansIk weet wel, ik ben
Jan de Bakker, maar ik ga door met
spreken.
te voorzitter blijft hameren.
De heer Coremans: Ik zal spreken.
De voorzitterDan zullen wij tot krasse
maatregelen moeten overgaan.
De heer Coremans: Ik zal spreken.
De voorzitter: U hebt het woord niet
en u zult zwijgen. De vergadering moet
ordelijk kupnen vcrloopen.
De heer Coremans gaat door met spre
ken.
De voorzitter: Dan zal ik den heer Co
remans het recht moeten ontzeggen van
daag de Raadszitting bij te wonen.
De heer Van Burink: Maar dat is toch
al te gekl
Be voorzitter: De vergadering moet or
delijk verloopen. Ik zal de vergadering
nu moeten schorsen voor tien minuten.
(De vergadering wordt geschorst.)
Daarna werd er niet meer over deze
zaak gesproken.
Het Kon. Ned. Landbouwcomité
in Zwitserland.
Het Nederlandsche gezelschap op ex
cursie naar Zwitserland hoeft zijn eerste
bezoek gebracht aan de grooto landbouw
tentoonstelling te Bern, die buitengewoon
mooi en belangwekkend is, en 's avonds
waser een feestelijke maaltijd in liet
Burgerhuis, aan alle deelnemers aan de
excursie, nagenoeg tweehonderd, aange
boden door de vereeniging van oud-leer
lingen van de Landbouwschool in Ruetti.
Onze gezant zat mee aan.
Dr Moser, voorzitter van genoemde ver.
sprak een heel hartelijk welkomstwoord,
waarin hij herinnerde aan het bezoek,
dat twee jaar geleden een gezelschap
van Zwitserschei landbouwers aan Neder
land heeft gebracht.
Onze gezant mr W. I. Doude van
Troostwijk, hooft vervolgens een zeer toe
gejuichte tafelrede uitgesproken, waarin
hij onder meer als zijn overtuiging te
kennen gaf dat het Zwitserscbe en het
Nederlandsche volk bestemt zijn elkaar
te begrijpen en te waardeoren en elkander
een moreel en steun te zijn.
Mr P. Diielcman uit Middelburg hoeft
namens het Kon. Landbouw Comité dr
Moser een zilveren Hoilandsch molentje
aangeboden. (N. R. C.)
De 1 i n k scho ob structie.
Naar aanleiding van de gisteren ge
melde obstructie in de Eerste Kanier,
schrijft do Msb.:
De geheele linkerzijde-, behalve de hoer
Rink, verdween achter de groene deur
en do Kamer was onvoltallig, daar er
slechts 22 stemmen waren uitgebracht.
Dat is in de geschiedenis van onzen
Senaat nog niet voorgekomen, bij de be
handeling van het adres van antwoord
op de Tioonrede. De nieuwe zitting begint
wel bewogen. De strijd over het gebruik
van het woord belangstelling of instem
ming kost den Staat weer 500 gld., want
daarvoor is morgen weer een nieuwe
zitting noodig van de Eerste Kamer, en
iedere zitting kost zooveel. Men mag noo
dig in het Antwoord zetten, dat men
met H-M. van gevoelen is, dat zuinigheid
in Staatsuitgaven eisch is.
Die nalatige kiezers.
Op bet stadhuis te Rotterdam is het
voorbereidend werk om de kiezers to ver
volgen, j die bij de laatste verkiezingen
hun stemplicht niet vervulden, thans zoo
goed als gereed. Ongeveer 20-000 kiezers
waren zonder kennisgeving thuis geble
ven. De-ze zijn alle door den burgemees
ter aangeschreven om zich. daarover te
verantwoorden. Diez-e antwoorden zijn bin
nen en nagegaan is in hoeverre ze ge
grond waren. Behoudens eenige dubieuze
gevall-en is de-ze controle afgeloopen. Nu
wordt met den kantonrechter overleg ge
pleegd, wanneer de eerste groep nalatige
kiezers zal worden gedagvaard. Waar
schijnlijk zal deze oproeping districtsgc-
wijza geschieden. Dit is wel de eenvou
digste manier, omdat de op de stembu-
reaux bijgehouden lijsten als bewijsstuk
ken moeten dienen.
Jubileum-Professor Geesink.
Morgen, 19 September, is Prof. Dir W.
Geesink gedurende 35 jaar hoogleeraar
aan de Vrije Universiteit geweest. 'Dlat
deze professor geen persoon is die zich
op den voorgrond plaatst, is geen reden
om zijn jubileum stilzwijgend voorbij te
gaan. Zijn stil-gestage arbeid en zijn vrien
delijke bescheidenheid geven ons veels
zins aanleiding bij gelegenheid van dezen
gedenkdag omtrent des hoogteeraars wterk
en van zijn persoonlijkheid den lezer
eenige mededeelingen te doen.
Jeugdjaren.
Omtrent de „herkomst" en de jeugd
van den hoogleeraar Geesink schijnt zelfs
onder de Gereformeerden weinig bekend
heid to zijln. We gelooven niet dat ons
schuldige onbescheidenheid zal verwéten
worden, wanneer wij! er iets van mededee-
len. Gelukkig zijta. 'tgeen „onthullingen".
Maar voor hem die de w!aardij! van het
gebedsleven kent en erkent een „albestic-
rend Koning" die voor den menscli be
paalt „den kring w!aarin hij werken
moet", valt ook in het jeugdleven van
den jubileerenden professor in de Godge
leerdheid aan de Gereformeerde Hooge-
school wel iels treffends op te merken.
Gerhard Herman Johannes Wilhelm Ja
cobus Geesink1) werd 27 Mei 1854 te
Amsterdam geboren en bracht zijn eerste
jeugd door op de Heerengracht bij de
Brouwersgracht.
Zijn vader, die in de Scheikunde had
gestudeerd, w'erd bij .zijn huwelijk zeep
fabrikant. Aan de „sociale bew'eging" nam
hij ijverig deel. Later richtte hij! een coö
peratieve drukkerij op, die o.m. uitgaf het
destijlds bestaande „Dagblad voor Neder
land", waarvan hijzelf met Mr S. Katz en
Dr Sasse (vader van Mr J. O. von Rriel
Sasse) de redactie vormde. Hijl w!as Her
vormd en zoowel op kerkelijk als politiek
gebied liberaal. In 1883, nadat liij! zich uit
zijn zaken teruggetrokken had, stierf hij
te Hilversum. Er mag gehoopt wórden,
dat hij als geloovig Christen gestorven is.
Zijn moeder behoorde tot de Hersteld
Luthersche Kerk en kw'am door haar va-
U Het groot aantal voornamen schijnt den
professor meer tot een last dan een lust te
zijn: in zijn geschriften teekent hij zich door
gaans alleen met de W.
der G. H. Reuver, die een groot vriend-
van Mr Isaac da Costa was, onder den
gezegenden invloed van het Réveil. Aan
haar dankt Prof. Geesink een religieus©
opvoeding. Zij zorgde dat in huis de Bij
bel werd gelezen, dat haar zoon de Chris
telijke School van den heer Vethake „op
het Singel" bezocht en dat de kinderen
leerden bidden.
Geesink is gedoopt en deed belijdenis
in de Hersteld Luthersche Kerk. Op zijn
20ste jaar, in 1874, toen hijl reeds theo
logie studeerde, ging hij over tot de Ned.
Hervormde Kerk.
Student.
De jonge Geesink bezocht in de hoofd
stad het Stedelijk Gymnasium eu werd in
1872 ingeschreven als student aan het
Athenaeum lllustre aldaar en studeerde
daar Theologie. Ook liet hij zich als
zoodanig inschrijven aan de Leidsche
Universiteit en vervolgens aan die te
Utrecht. Aan deze laatste Hoogeschool
promoveerde hij 5 April 1879 op een
kerkhistorische dissertatie over „Gerard
Zcrbolt van Zutfon".
Predikant te Schipluiden.
In ditzelfde promotiejaar werd Geesink
proponent hij het Prov. Kerkbestuur van
ZuidHolland-. En op 26 October 1879
aanvaardde hij: de bediening des Woords
als predikant bij- de Nederl.uulsch Her
vormde Kerk van Schipluiden.2)
Van groote beteekenis is zijn arbeid
hier geweest. En nog altijd wordt er
met veel dankbaarheid aan hein terugge
dacht. Geesink was na langen lijd de
eerste die van Schipluiden's kansel wteer
het zuivpre Evangelie predikte. Van al
lerlei kant stroomde men toe om zijn
prediking te hooren. Daarbij! kwam dat
zijln gaven van welsprekendheid en zijn
vriendelijkheid velen wonnen. Zoo is door
Geesink de grondslag gelegd voor do
latere Doleantie en het stichten dor
Christelijke School.
Predikant te I.I 1 st.
In 1882 verbond Geesink zich aan de
Ncd. Horv. Kerk van IJlst. Hij Was hier
slechts li/2 jaar. Voor hem en de ge-
gomeente was het echter een zeer be
langrijke tijd. Zelf getuigde hijl nog voor
eenige jaren in IJlst, dat zijn verblijf daar
ook voor hein een spanne tijds van hoog
geestelijk leven en wterken was. Zeer
wórd er zijn herderlijke arbeid geroemd.
Hijl,was om zijn bezielende prediking
uitermate gezocht. Een prediker als hiji
was kon er in de naaste omgeving niet
worden opgemerkt. Met name de Woens
dagavondbeurten waarin hij sprak en ook
do behandeling van de eerste hoofdstuk
ken uit Jesaja werden door een talrijke
opkomst aangehoord. De kerk was dan
minstens even vol, zoo niet voller dan
des Zondags.
Do ouderen in IJlst spreken er thans
nog gaarne van. En bijl huisbezoek en
andere gelegenheden hoort men nog1 vaak
opmerkingen, dat de Doleantie hier in
1.888 moet beschouwd als een vrucht
van Geesink's verblijf en arbeid te IJlst.
Voorts zij vermeld, dat hij hier, zoo
als hij ook reeds in zijn vorige gemeente
gedaan had, aan de politieke actie een
Werkzaam aandeel nam. Later heeft hij
zich allengs van dit terrein geheel terug-
gelrokken.
Predikant te Rotterdam.
In liet voorjaar van 1884 werd Geesink
predikant te Rotterdam. Op 25 Mei werd
hij, de nu jubileerende hoogleeraar aan de
Vrijfe Universiteit, er in het dienstwferfc
bevestigd door Prof. Dr A. H. de Hartog',
destijds hoogleeraar in de faculteit der
Letteren aan genoemde Hoogeschool.
Deze nam bijl de bevestiging tot tekst
het veelgekozen Woord van Jes. 52 vs.
7. En des avonds hield de 30-jarige Dr
Geesink zijn intraepreek in de oude
St. Laurens, de kathedraal wier toren
trans hij vroeger reeds in gchipluidenj
van over de groene Weiden aanschouwd
en op wier kansel, indertijd betreden
door mannen als Borstius, Ridderus,
Brakel, Van Oosterzee en Chantep-ie de
la Saussaye, hij eenmaal gehoopt had
te mogen staan. Hij kw'am ter vervulling
van de vacature van wijlen Dr P. G. te
"Winkel en verbond zich aan zijln nieuwte
gemeente met een rede naar aanleiding
van 1 Cor. 4 vs. 1.
In de Ned. Herv. Kerk aldaar zoowel
als later in de Ned. Geref. Kerk bleek
Geesink een gewild leeraar te zijn, wiens
prediking immer stampvolle kerken trok.
Ook zijn minzame persoonlijkheid ver
bond velen aan hem. Maar vooral /ijin
zuivere bediening van het Evangelie be
zorgde hem een aanhankelijk „gehoor".
Al spoedig opende hij: in zijn wloning
aan den „Verlengde Binnenweg" een cur
sus voor Dogmatiek en Kerkhistorie, die
feitelijk ten doel had de opleiding van
godsdienstonderwijzers en -ondeiwijzeres-
sen. Een van dezen, de heer Metz, is
later zendeling geworden. Deze cursus,
die ongeveer 'twee jaar heeft bestaan,
leeft, degelijk en gezellig als hij was, bij'
velen nog „in dankbare herinnering"
voort. Men heeft wel eens beweerd, dat
op dezen Cursus tot Doleantie werd aan
gespoord. Dit is echter geheel onwaar.
Geesink heeft er natuurlijk in Gerefor
meerden zin „gedoceerd", maar gaf in
zake de Doleantie-beweging1 zijn cursis
ten geen adviezen dan alleen dezen raad,
dat ieder volgens eigen overtuiging moest
handelen. Met de Doleantie hield de
Cursus op.
Van Geesink kan ni-et gezegd worden,
dat bij een onstuimig propagandist voor
de Doleantie w'as. Maar toch had hijl in
den strijid dier dagen een keuze gedaan cn
positie genomen.
2) Tijdens zijn verblijf in deze gemeente
huwde Dr Geesink met Mej. Rösener Mantz,
dochter van den Burgemeester van Delfshaven.
Reeds op 1 Nov. 1885 sprak hij in de
Oosterkerk aan de Hoogstraat tot de ge
meente naar aanleiding van Jes. 6 vs.
13b van reformatie en Was hij van ge
voelen dat de Kerk van de Synodale
Organisatie vrij moest komen. „Zal"
zoo stelde hij de vraag „de band
der Synodale Organisatie die sedert 1816
en ook na 1852 de gereformeerde Kerken
dezer landen drukt eu knelt, worden weg
genomen of verbroken?" Hij kon niet
zeggen langs welken weg liet gaan zou.
„"Wij wenschon niets liever diur het eerste,
doch God geve ons getrouwheid en kracht
als het langs anderen Weg moet".
liet waren toen donkere dagen voor
hem. Iliji Wist en wilde zoo heeft hij
later getuigd wat moest, maar voor
liet doen ontbrak hem de moed. Hij
zag er zoo tegen op. En hij paaide
zijn consciëntie met een „modus viven-
di", aan welks mogelijkheid hij echter
zelf meer dan twijfelde.
Doch liiji meende eindelijk Gods gebod
niet langer ongehoorzaam te mogen zijn,
alleen omdat de- wieg van gehoorzaam
heid moeilijk Was. Bovendien was hij
als kcrkrechtelijfc-gereformecrd predikant,
geroepen cn mocht' het in hem gestelde
vertrouwen niet teleurstellen. „En toen
ik" aldus Geesink in zijln latere rede
over „Gideons Hervormingsdaad" „bij
en boven dit alles dacht aan wat Jezus
voor mij heelt gedaan, ziet toen voelde ik
dat God mijn bede van 1885 liad ver
hoord en mijl getrouwheid en kracht
schonk nu het langs dezen weg moest."
Op Woensdagavond 5 Januari 1887 be
gaf hij zicli naar de vergadering van don
broeden kerkeraad. Het was, na worste
ling en gebed, op dien triesten winter
avond licht in zijln gemoed. Van w'at hij
ging doen, w'as hij zich volkomen bewust
en tevens was hij voor God in zijn con
sciëntie volkomen gerust. Op het Kerk
plein zag hij nog eens op tot de mach
tige St. Laurens. Nimmermeer zou hiil
haar kansel beklimmen. Dat kon hijl Wel
berekenen. Doch blind in de toe
komst, Was hij ziende in het gebod.
In liet kerkeraadsgebouw verkeerde men
in spanning, wel wetende wat te w|achten
stond. Wijlen U's F. Lion Cachet en hij
drukten elkaar zwijgend, maar veelzeg
gend de hand. Eerstgenoemde opende als
jmaand-praeses de vergadering, laatstge
noemde fungeerde als scriba. Nadat w'as
kennis genomen van een ingekomen mis
sive van het Classicaal Bestuur van Rot
terdam, dateerende van 31 December
1886, waarschuwende tegen verbreking
van het Kerkverband, werd voorgelezen
een lang, maar gewichtig voorstel van
den Praeses, dat, na vele „overwegingen",
eindigde met het besluit om onder bid-
bend opzien tol don Hecre, de Synodale
hiërarchie af te Wenden, te breken met
de reglementen van 1816, kracht en
geldigheid te verleenen aan de Dordtsch-e
Kerkenorde van 1-618'19, den ouden
naam van Nederduitsch Gereformeerde
Kerk Wper aan te nemen en van dit alles
kennis te geven aan Z„ M. den Koning
en aan de kerkelijke en burgerlijke aulo-
riteiten, eindelijk den Heere God biddende
dat Hij het Werd der Reformatie wel
mocht doen gelukken. Zonder discussie
de zaak w-as reeds vele malen be
sproken werd met overgroole meer
derheid het voorstel van Ds Lion Cachet
aangenomen. De vóórstemmers twee
predikanten en een lange rij ouderlingen,
en diakenen Werdqn in hun ambten ge
schorst en later daaruit ontzet.
Zoo was de Doleantie in Rotterdam
een feit geworden.
De kerkgebouw-en wórden nu voor de
Doleerenden gesloten en voor het eerst
kwamen zijl bijeen op Zondag 9 Januari.
Sprak Dis Lion Cachet in het gebouw'
„De IIoop" aan de Coolvest, Dr Geesink
trad op in het Algemeen Verkooplokaal
aan den Goudschen Singel, waar hijl naar
aanleiding van 2 Sam. 24 vs. 24 (m.)
sprak over „Geen offers om niet". De
Doleerenden kwamen later nog in e-en
derde zaal, het „lokaal-D'oon" aan de
Kruiskade, bijeen.
In hel Geref. AVeekblad „De Hoop"
gaf Dr Geesink over verschillend terrein,
zijn gedachten ten beste. Onder zijn toe
zicht werden Zondagsscholen geopend,
Waarvan als Directeuren op-traden de hee-
ren A. J. Meyer, en J. J. van Manen.
Op 15 Juni 1890 werd de Nieuwe Wes-
terkerk in de Ammanstraat in gebruik ge
nomen, bij Welke .geleg-enheid Dr Gee
sink een rede hield over het thema
„Een huis 'dat schaamrood maakt" en
tot tekst liad Ex. 43 vs. 10.
Zeer. kort daarna, op 27 Juli 1890,
preekte Geesink in dit kerkgebouw zijn
afscheid. Door hem Was aangenomen de
benoeming tot hoogleeraar aan de Vrije
Universiteit. Aan zijn gemeente, die hij
ging verlaten, bleef hijl echter als emeri
tus predikant verbonden. Hijl 'hield zijn
afscheidsrede naar aanleiding van He-
breën 13 vs. 20 en 21 over „Het gebcdi
voor de volmaking der gemeente".
Hoogleeraar aan de Vrij-e
Universiteit,
i Op 19 September 1893 aanvaardde Dr
Geesink het ambt van buitengewóón hoog
leeraar met een inaugureele oratie over:
„De beteekenis van het leerstuk der oor
spronkelijke gerechtigheid voor de God
geleerde Zedekunde".
In de Theologische Faculteit had hij
college te geven in de Ethiek en Elenrtiek
en buitendien, van zijn op.reden af, in de
Litterarische Faculteit in de Geschiedenis
van de .Wijsbegeerte, de Logica en later
ook in de Psychologie.
D'en 27sten Juni 1895 wórd hij gewoon
hoogleeraar in de Theologie en in 1905
buitengewóón hoogleeraar in de Littera
rische Faculteit voor de genoemde drie
vakken.
Tijdens zijn hoogleeraarschap Treedt
Prof. Geesink nog menigmaal in den
Dienst des Woords op en zijn door hem
op tal van plaatsen lezingen gehouden.
De nu jubileerende professor is bijl
de studenten bijzonder geliefd. Dit vindt
zijln oorzaak hierin, dat hii aan de weten
schap paart een vriendelijkheid niet al
leen, maar ook een buitengewóne fijnheid
van gevoeleen gevoel voor al wat
schoon en waar is; een afkeer van alle
gemaaktheid en overdrevenheid, van alle
vertoon ponder inhoud, wat juist door
de studenten bijzonder wordt gewaar
deerd.
Prof. Geesink heeft de gave om de
jonge studenten in te leiden in de Wijs
begeerte, doordat hij' zijn onderwijs geeft
op een bij'zonder duidelijke wijze en het
'steeds kruidt met geestigheden en echt
iijlne zetten.
Hoofdzaak blijft echter de Ethiek. Ook
dit onderwijs wordt zeer gewaardeerd.
Prof. Geesink is eenerzijids volkomen thuis
in alles wat de oude wijsgecren, de Scho
lastieken, de oude Gereformeerden heb
ben geleerd. Hij waardeert al die oude
fijne onderscheidingen en toch is hij bij
dat alles een man van dezen tijd in den
goeden zin van dit wóórd. Want Prof.
Geesink bezit groote kennis van het men-
schelijk hart en niet minder kennis van
de schoone letteren. Zoo weet hij- steeds
het een met het ander in verband te
brengen, zijn onderwijs te illustreeren met
welgekozen voorbeelden, het gesystema
tiseerde te zetten midden in |iet leven.
Dat alles maakt juist zijn college- steeds
interessant. (Rott.)
De Vondel aan den. grond ge-
1 o o p e n. De „Vondel" is bij Poeloe Boe-
koem, een der eilandjes bij Singapore, aan
den grond geloopen. De passagiers zijn
fe Singapore op sleepbooten aan den wal
gebracht-
Een later Aneta-telegram meldt:
Het voorschip van de „Vondel" maakt
geen water. Alles is wel aan boord. De
verwachting is, dat het schip spoedig)
zou vlotkomeri.
Bij informatie ten kantore van de
Stoomvaart Mij. Nederland bleek, dat de
directie een telegram heeft ontvangen, vol
gens hetwelk de „Vondel" even buiten
den ingang van de haven van Singapore
is vasfgeloopen en dat -het schip gister
middag bij hoogwater zou vlolkomen- Do
„Vondel" was op de uitreis naar Indië.
Het schip zou 19 dezer te Tandjong-
Priok ajmkomen.
Spoorwegongeluk. Te Leuze
is een trein ontspoord; -met het gevolg
dat twee personen gedood cn zes gewond
werden- Het ongeluk werd veroorzaakt,
doordat een wisselwachter, die den trein
op een ander spoor moest doen rijden,
door een openstaande deur van een pas-
seerend-en trein werd omver geslagen. In
zijn val liet hij den wissel-hefboom los,
tin et bet gevolg, dat twee wagons van
de rails gingen en kantelden.
S t o r m b ij Formosa. Atelgens te
legrafische berichten van het eiland For
mosa heeft de storm verleden Dinsdag
in Keelung een overstrooming veroorzaakt-
Honderden huizen zijn onder water gezet-
De telegraaf- en telefoonverbindingen zijn
verbroken en een aantal motorbooten en
visscljersvaartuigen worden vermist, ter
wijl sommige bruggen zijn weggeslagen
of beschadigd.
Ineen s p ee 1 h o 1 g e r a a k t. Bjj
de politie te Haarlem heeft zich aange
meld de 19-jarigo S- uit Amsterdam, die
voor zijn vader f 1175 had geïnd. In een
speelhol daar ter stede had hij dit geld
aan vier hoeren verloren- Een bedrag
van f50 kreeg hij echter terug. Hij huur
de vervolgens een' auto en reed naar
Haarlem. Ten einde raad meldde hij zicb!
bij de politie, .die hem weer naar Am
sterdam terugbracht.
De moordaanslag in den
Polder- Omtrent den moordaanslag in
den Amsterdamschen Polder, verneemt
tnen nog, dat Woensdagavond omstreeks
12 uur de politie er kennis van kreeg',
<lat een man in een sloot van -jen Am
sterdamschen Pol-dei- nabij 't, tentenkamp
was gevallen.
Bij onderzoek bleek, dat de man, een
68-jarige bewoner van een der kleine
dorpjes uit Noord-Holland, door anderd
personen mishandeld was en daarna van
den berm in de sloot was geworpen.
De oude man wist zich ondanks de zwa
re verwondingen, welke hem aan het
hoofd waren toegebracht, voort te bewe
gen naar een \der tenten in het tenten
kamp, waar hulp werd -geboden.
De oude man was bij zijn bezoek in
café's te A'dam in' kennis gekomen met
een persoon, met wien hij eenige glaas
jes bier heeft, gedronken- Hij is met dezen
persoon -gaan wandelen en herinnert zich
dat, toen zij in de nabijheid van het
tentenkamp in den Amsterdamschen Pol
der waren gekomen, er twee personen!
zich bij hen voegden. Met hun vieren
zijn zij op den berm gaan zjtten en toen
is de 68-jarige plotseling door de drié
andere personen aangerand. Hij werd met
harde voorwerpen bewerkt én daarna In
de sloot geworpen. Hij werd ernstig ge
wond naar het gasthuis vervoerd. Zijn
drie aanvallers schijnen niet' veel suc
ces te hebben gehad. De 68-jarige had!
slechts een bedrag van f 19 bij' zich,
waarvan de drie onbekende personen hem
beroofd hebben- Bovendien hebben zij uit
de zakken van den ouden man verschil
lende voorwerpen van slechts weinig
waarde gestolen. De politie slaagde er
nog niet in de daders op te sporen-