Binnenland. -UB BHK1LL0STB1TII. Kerkaieuws. Gemengd Nieuws. TWEEDE BLAD. ers-Mjj. BOSCH I op of in ruil: denknecht en een )f aankomende ike Dienstbode, een Dienstbode, Knecht |wame Dienstbode lie voor. hel Chr. gei :k tot week. dokter. geest, der Hilst. ïh rijk. |esant. lus 10 - BAARN. ootste e Actueelste De Goedkoops^6 ',i| n zoo goed als «|,„J Tentwagen, Lamorn» Paardewant, bii [AANSE Pz., 't Zandt I lieuwe Kortmo|e„ i ïdsapparaat, voor. Pn kend, voor ros; «Z Hofhekken metklej! i *e Driehoekskach.1 eëmailleerd Keulrp» j |leP- boone.SÏJ;1 een Kalfvaars, ^September. WOLF, G ijpskerke, LAM PERT, Gaping# j urstelling met October n Meisje SCHOONENBOOM ^ostkapelie. MARGADANT, Jaii I lt 52, Amsterda» direct ide koken, v. g. g, v Ichgeld f35. Zondags 1 sien dagen en wekelijks "sn vrij. 1 en J. IN 'T ANKER I fa, Schore. ber Ij J. MAAS, wer, Sint Kruis (Z, VI.), of 1 October liaog loon, bij J. I pardamnae, Kruiningen, OE ZEEUW ÏAN VRIJDAG 18 SEPT. 1925. No. 296. ementsprijs slechts per kwartaal. imer van deze week I volgende artikelen: -k buitenlandschover. floor L. Penning. )NZE KINDEREN. jogische rubriek on-1 iding van C. Kijne. 3u eu raadgevingen I |Ieiding van Dr I. 6. L. eus gedicht door Jbservator. /erhaal door Hn. j.IJKE FAMILIE IN FRIESLAND, ;eïllustreerde pagina. ERLANDSCHE SEIN- OESTELLENFABRIEK M. van der Hilst. S STEM. verhaal door Paula. INPAGINA. bij de Opvoeding, door Westerbrink-Wirtz. (leeding. Modeartikel eekening. KEN - VRAGENBUS LES WAT - BOEKEN- HOUW - PUZZLE HTEN - ANECDOTE. 28 meoie foto's en por- it binnen- en buitenland. :ober a.s. begint de jaargang. ie zich thnns aban* ontvangen de no0 ptember verschil" nummers gratia. omgaand proefnuri' ner aan bij de Een radio-incident. Tijdens de radio-uitzending van de her denkingsredes betreffende den martelaar Jan de Lakker in het 'kerkgebouw van den Ned. Protestanten Bond te Hilversum werd de aansluiting met den zender eenige malen verbroken. Dit geschiedde omdat naar de meening van de Directie in het gesprokene passages voorkwamen die an deredenkenden in den lande moesten kwetsen en daarvoor verwijten zouden kunnen worden gemaakt die schade zou den kunnen doen aan den naam van de N. S. F. Namens de Evangelische ver- eeniging was beloofd de verantwoordelijk- beid voor het te spreken woord bij den aanvang vast te stalen. Dit is niet ge schied. Weshalve de uitzending door de N. S. F. werd onderbroken. Toen na de beëindiging van de rede van den eer sten spreker een verklaring werd afgelegd, dat het gesprokene uitsluitend voor de verantwoording van de Evangelische Ver- eeniging zou zijn en men voorts zeide, dat kwetsende passages niet konden wor den gevreesd, werd de radio-uitzending tol; een goed einde gebracht. Naar aanleiding hiervan schrijft het hoofd eener Chr. school aan de „Rotter dammer" Wanneer Speenhof z'n „liederen" „ten beste" geeft, gaat de uitzending door. (Wanneer mevr. D'e Boer tot onze kin deren zegt: „Vraag aan je ouders of je al jong naar de comedie mag", dan stelt de N. S. F. niets vast. Wanneer „Anatole's trouwdag" uitge zonden wordt, waarin de hoofdpersoon den nacht voor 'n huwelijksbevestiging met een dame van de vlakte doorbrengt, Stelt de N. S. F. al weer niets vast. Wanneer de Zondagavond gebruikt wordt om stukken voor te dragen, waar van 6e kern flirt en overspel is, wordt er ook niets door de N. S. F. vastge steld. Einde van den Zomertijd. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft den Gemeentebesturen in een rondschrijven herinnerd, dat dit jaar de vervroeging van den wettelijken tijd zal eindigen den 4den October a.s., te 3 uur voormiddags, en dien besturen verzocht toe te zien, dat de tijdsaanwijzing op de openbare door hen beheerde klok ken van dat tijdstip af weder in overeen stemming zij met de tijdrcgeling van den middelbaren zonnetijd van Amsterdam, welke tijdregeling alsdan aanwijst 2 uur in den voormiddag. Het ongeluk der Koningin in Zwitserland. In een brief uit Zwitserland aan het „Hbld." lezen we het volgende over het ongeluk, dat Koningin Wilhelmina in Cha- monix overkwam en veel ernstiger is geweest, dan men heeft, laten voorkomen. Be Hollander die dezen zomer toefde in Chamonix, had een streepje voor, óók bij den jovialen medicus, die, als een onder daan van Neerland's koningin hem con sulteerde, niet naliet, te vertellen, dat hem als de eerste en eenige geneesheer buiten de Nederlandsche grenzen, de eer te beurt mocht vallen uit de handen van de vorstin Zélve de Huisorde van Oranje Nassau in ontvangst te nemen. „Ello est bien courageuse, votre reine", prijst hij. En zonder te kort te doen aan liet ambtsgeheim, meent hij te mogen openbaren, dat de gevolgen van bet auto ongeluk wel ernstiger waren dan de bui tenstaanders hebben vermoed. Een diepe pijnlijke snijwonde en een gebroken duim veroorzaakten de koningin veel ongemak, maar van het eerste oogenblik af had de vorstin dringend verzocht geen ophef van het gebeurde te maken. Én moedig droeg zij de pijn. Een incident. Gisteren vengaderde de Gemeenteraad van Rotterdam. De voorzitter bracht den heer Heukels, die bedankte als lid van den Raad we gens ziju verkiezing tot lid van Ged. Staten, voor den ijver en den ernst, waar mede hij het raadslidmaatschap steeds heeft vervuld. (Applaus aan beide zijden.) De heer Coremans neemt het woord ep wijst op het verschil tusschen het geen de Voorwaarts schreef over den Ge deputeerde Heukels en het applaus bij de sociaal-democraten. De voorzitter: U hebt niet het woord. De heer Coremans: Ik moet nu spre ken omdat ik een mandaat heb van het rapalje. De voorzitter: U zult zwijgen. De heer CoremansIk weet wel, ik ben Jan de Bakker, maar ik ga door met spreken. te voorzitter blijft hameren. De heer Coremans: Ik zal spreken. De voorzitterDan zullen wij tot krasse maatregelen moeten overgaan. De heer Coremans: Ik zal spreken. De voorzitter: U hebt het woord niet en u zult zwijgen. De vergadering moet ordelijk kupnen vcrloopen. De heer Coremans gaat door met spre ken. De voorzitter: Dan zal ik den heer Co remans het recht moeten ontzeggen van daag de Raadszitting bij te wonen. De heer Van Burink: Maar dat is toch al te gekl Be voorzitter: De vergadering moet or delijk verloopen. Ik zal de vergadering nu moeten schorsen voor tien minuten. (De vergadering wordt geschorst.) Daarna werd er niet meer over deze zaak gesproken. Het Kon. Ned. Landbouwcomité in Zwitserland. Het Nederlandsche gezelschap op ex cursie naar Zwitserland hoeft zijn eerste bezoek gebracht aan de grooto landbouw tentoonstelling te Bern, die buitengewoon mooi en belangwekkend is, en 's avonds waser een feestelijke maaltijd in liet Burgerhuis, aan alle deelnemers aan de excursie, nagenoeg tweehonderd, aange boden door de vereeniging van oud-leer lingen van de Landbouwschool in Ruetti. Onze gezant zat mee aan. Dr Moser, voorzitter van genoemde ver. sprak een heel hartelijk welkomstwoord, waarin hij herinnerde aan het bezoek, dat twee jaar geleden een gezelschap van Zwitserschei landbouwers aan Neder land heeft gebracht. Onze gezant mr W. I. Doude van Troostwijk, hooft vervolgens een zeer toe gejuichte tafelrede uitgesproken, waarin hij onder meer als zijn overtuiging te kennen gaf dat het Zwitserscbe en het Nederlandsche volk bestemt zijn elkaar te begrijpen en te waardeoren en elkander een moreel en steun te zijn. Mr P. Diielcman uit Middelburg hoeft namens het Kon. Landbouw Comité dr Moser een zilveren Hoilandsch molentje aangeboden. (N. R. C.) De 1 i n k scho ob structie. Naar aanleiding van de gisteren ge melde obstructie in de Eerste Kanier, schrijft do Msb.: De geheele linkerzijde-, behalve de hoer Rink, verdween achter de groene deur en do Kamer was onvoltallig, daar er slechts 22 stemmen waren uitgebracht. Dat is in de geschiedenis van onzen Senaat nog niet voorgekomen, bij de be handeling van het adres van antwoord op de Tioonrede. De nieuwe zitting begint wel bewogen. De strijd over het gebruik van het woord belangstelling of instem ming kost den Staat weer 500 gld., want daarvoor is morgen weer een nieuwe zitting noodig van de Eerste Kamer, en iedere zitting kost zooveel. Men mag noo dig in het Antwoord zetten, dat men met H-M. van gevoelen is, dat zuinigheid in Staatsuitgaven eisch is. Die nalatige kiezers. Op bet stadhuis te Rotterdam is het voorbereidend werk om de kiezers to ver volgen, j die bij de laatste verkiezingen hun stemplicht niet vervulden, thans zoo goed als gereed. Ongeveer 20-000 kiezers waren zonder kennisgeving thuis geble ven. De-ze zijn alle door den burgemees ter aangeschreven om zich. daarover te verantwoorden. Diez-e antwoorden zijn bin nen en nagegaan is in hoeverre ze ge grond waren. Behoudens eenige dubieuze gevall-en is de-ze controle afgeloopen. Nu wordt met den kantonrechter overleg ge pleegd, wanneer de eerste groep nalatige kiezers zal worden gedagvaard. Waar schijnlijk zal deze oproeping districtsgc- wijza geschieden. Dit is wel de eenvou digste manier, omdat de op de stembu- reaux bijgehouden lijsten als bewijsstuk ken moeten dienen. Jubileum-Professor Geesink. Morgen, 19 September, is Prof. Dir W. Geesink gedurende 35 jaar hoogleeraar aan de Vrije Universiteit geweest. 'Dlat deze professor geen persoon is die zich op den voorgrond plaatst, is geen reden om zijn jubileum stilzwijgend voorbij te gaan. Zijn stil-gestage arbeid en zijn vrien delijke bescheidenheid geven ons veels zins aanleiding bij gelegenheid van dezen gedenkdag omtrent des hoogteeraars wterk en van zijn persoonlijkheid den lezer eenige mededeelingen te doen. Jeugdjaren. Omtrent de „herkomst" en de jeugd van den hoogleeraar Geesink schijnt zelfs onder de Gereformeerden weinig bekend heid to zijln. We gelooven niet dat ons schuldige onbescheidenheid zal verwéten worden, wanneer wij! er iets van mededee- len. Gelukkig zijta. 'tgeen „onthullingen". Maar voor hem die de w!aardij! van het gebedsleven kent en erkent een „albestic- rend Koning" die voor den menscli be paalt „den kring w!aarin hij werken moet", valt ook in het jeugdleven van den jubileerenden professor in de Godge leerdheid aan de Gereformeerde Hooge- school wel iels treffends op te merken. Gerhard Herman Johannes Wilhelm Ja cobus Geesink1) werd 27 Mei 1854 te Amsterdam geboren en bracht zijn eerste jeugd door op de Heerengracht bij de Brouwersgracht. Zijn vader, die in de Scheikunde had gestudeerd, w'erd bij .zijn huwelijk zeep fabrikant. Aan de „sociale bew'eging" nam hij ijverig deel. Later richtte hij! een coö peratieve drukkerij op, die o.m. uitgaf het destijlds bestaande „Dagblad voor Neder land", waarvan hijzelf met Mr S. Katz en Dr Sasse (vader van Mr J. O. von Rriel Sasse) de redactie vormde. Hijl w!as Her vormd en zoowel op kerkelijk als politiek gebied liberaal. In 1883, nadat liij! zich uit zijn zaken teruggetrokken had, stierf hij te Hilversum. Er mag gehoopt wórden, dat hij als geloovig Christen gestorven is. Zijn moeder behoorde tot de Hersteld Luthersche Kerk en kw'am door haar va- U Het groot aantal voornamen schijnt den professor meer tot een last dan een lust te zijn: in zijn geschriften teekent hij zich door gaans alleen met de W. der G. H. Reuver, die een groot vriend- van Mr Isaac da Costa was, onder den gezegenden invloed van het Réveil. Aan haar dankt Prof. Geesink een religieus© opvoeding. Zij zorgde dat in huis de Bij bel werd gelezen, dat haar zoon de Chris telijke School van den heer Vethake „op het Singel" bezocht en dat de kinderen leerden bidden. Geesink is gedoopt en deed belijdenis in de Hersteld Luthersche Kerk. Op zijn 20ste jaar, in 1874, toen hijl reeds theo logie studeerde, ging hij over tot de Ned. Hervormde Kerk. Student. De jonge Geesink bezocht in de hoofd stad het Stedelijk Gymnasium eu werd in 1872 ingeschreven als student aan het Athenaeum lllustre aldaar en studeerde daar Theologie. Ook liet hij zich als zoodanig inschrijven aan de Leidsche Universiteit en vervolgens aan die te Utrecht. Aan deze laatste Hoogeschool promoveerde hij 5 April 1879 op een kerkhistorische dissertatie over „Gerard Zcrbolt van Zutfon". Predikant te Schipluiden. In ditzelfde promotiejaar werd Geesink proponent hij het Prov. Kerkbestuur van ZuidHolland-. En op 26 October 1879 aanvaardde hij: de bediening des Woords als predikant bij- de Nederl.uulsch Her vormde Kerk van Schipluiden.2) Van groote beteekenis is zijn arbeid hier geweest. En nog altijd wordt er met veel dankbaarheid aan hein terugge dacht. Geesink was na langen lijd de eerste die van Schipluiden's kansel wteer het zuivpre Evangelie predikte. Van al lerlei kant stroomde men toe om zijn prediking te hooren. Daarbij! kwam dat zijln gaven van welsprekendheid en zijn vriendelijkheid velen wonnen. Zoo is door Geesink de grondslag gelegd voor do latere Doleantie en het stichten dor Christelijke School. Predikant te I.I 1 st. In 1882 verbond Geesink zich aan de Ncd. Horv. Kerk van IJlst. Hij Was hier slechts li/2 jaar. Voor hem en de ge- gomeente was het echter een zeer be langrijke tijd. Zelf getuigde hijl nog voor eenige jaren in IJlst, dat zijn verblijf daar ook voor hein een spanne tijds van hoog geestelijk leven en wterken was. Zeer wórd er zijn herderlijke arbeid geroemd. Hijl,was om zijn bezielende prediking uitermate gezocht. Een prediker als hiji was kon er in de naaste omgeving niet worden opgemerkt. Met name de Woens dagavondbeurten waarin hij sprak en ook do behandeling van de eerste hoofdstuk ken uit Jesaja werden door een talrijke opkomst aangehoord. De kerk was dan minstens even vol, zoo niet voller dan des Zondags. Do ouderen in IJlst spreken er thans nog gaarne van. En bijl huisbezoek en andere gelegenheden hoort men nog1 vaak opmerkingen, dat de Doleantie hier in 1.888 moet beschouwd als een vrucht van Geesink's verblijf en arbeid te IJlst. Voorts zij vermeld, dat hij hier, zoo als hij ook reeds in zijn vorige gemeente gedaan had, aan de politieke actie een Werkzaam aandeel nam. Later heeft hij zich allengs van dit terrein geheel terug- gelrokken. Predikant te Rotterdam. In liet voorjaar van 1884 werd Geesink predikant te Rotterdam. Op 25 Mei werd hij, de nu jubileerende hoogleeraar aan de Vrijfe Universiteit, er in het dienstwferfc bevestigd door Prof. Dr A. H. de Hartog', destijds hoogleeraar in de faculteit der Letteren aan genoemde Hoogeschool. Deze nam bijl de bevestiging tot tekst het veelgekozen Woord van Jes. 52 vs. 7. En des avonds hield de 30-jarige Dr Geesink zijn intraepreek in de oude St. Laurens, de kathedraal wier toren trans hij vroeger reeds in gchipluidenj van over de groene Weiden aanschouwd en op wier kansel, indertijd betreden door mannen als Borstius, Ridderus, Brakel, Van Oosterzee en Chantep-ie de la Saussaye, hij eenmaal gehoopt had te mogen staan. Hij kw'am ter vervulling van de vacature van wijlen Dr P. G. te "Winkel en verbond zich aan zijln nieuwte gemeente met een rede naar aanleiding van 1 Cor. 4 vs. 1. In de Ned. Herv. Kerk aldaar zoowel als later in de Ned. Geref. Kerk bleek Geesink een gewild leeraar te zijn, wiens prediking immer stampvolle kerken trok. Ook zijn minzame persoonlijkheid ver bond velen aan hem. Maar vooral /ijin zuivere bediening van het Evangelie be zorgde hem een aanhankelijk „gehoor". Al spoedig opende hij: in zijn wloning aan den „Verlengde Binnenweg" een cur sus voor Dogmatiek en Kerkhistorie, die feitelijk ten doel had de opleiding van godsdienstonderwijzers en -ondeiwijzeres- sen. Een van dezen, de heer Metz, is later zendeling geworden. Deze cursus, die ongeveer 'twee jaar heeft bestaan, leeft, degelijk en gezellig als hij was, bij' velen nog „in dankbare herinnering" voort. Men heeft wel eens beweerd, dat op dezen Cursus tot Doleantie werd aan gespoord. Dit is echter geheel onwaar. Geesink heeft er natuurlijk in Gerefor meerden zin „gedoceerd", maar gaf in zake de Doleantie-beweging1 zijn cursis ten geen adviezen dan alleen dezen raad, dat ieder volgens eigen overtuiging moest handelen. Met de Doleantie hield de Cursus op. Van Geesink kan ni-et gezegd worden, dat bij een onstuimig propagandist voor de Doleantie w'as. Maar toch had hijl in den strijid dier dagen een keuze gedaan cn positie genomen. 2) Tijdens zijn verblijf in deze gemeente huwde Dr Geesink met Mej. Rösener Mantz, dochter van den Burgemeester van Delfshaven. Reeds op 1 Nov. 1885 sprak hij in de Oosterkerk aan de Hoogstraat tot de ge meente naar aanleiding van Jes. 6 vs. 13b van reformatie en Was hij van ge voelen dat de Kerk van de Synodale Organisatie vrij moest komen. „Zal" zoo stelde hij de vraag „de band der Synodale Organisatie die sedert 1816 en ook na 1852 de gereformeerde Kerken dezer landen drukt eu knelt, worden weg genomen of verbroken?" Hij kon niet zeggen langs welken weg liet gaan zou. „"Wij wenschon niets liever diur het eerste, doch God geve ons getrouwheid en kracht als het langs anderen Weg moet". liet waren toen donkere dagen voor hem. Iliji Wist en wilde zoo heeft hij later getuigd wat moest, maar voor liet doen ontbrak hem de moed. Hij zag er zoo tegen op. En hij paaide zijn consciëntie met een „modus viven- di", aan welks mogelijkheid hij echter zelf meer dan twijfelde. Doch liiji meende eindelijk Gods gebod niet langer ongehoorzaam te mogen zijn, alleen omdat de- wieg van gehoorzaam heid moeilijk Was. Bovendien was hij als kcrkrechtelijfc-gereformecrd predikant, geroepen cn mocht' het in hem gestelde vertrouwen niet teleurstellen. „En toen ik" aldus Geesink in zijln latere rede over „Gideons Hervormingsdaad" „bij en boven dit alles dacht aan wat Jezus voor mij heelt gedaan, ziet toen voelde ik dat God mijn bede van 1885 liad ver hoord en mijl getrouwheid en kracht schonk nu het langs dezen weg moest." Op Woensdagavond 5 Januari 1887 be gaf hij zicli naar de vergadering van don broeden kerkeraad. Het was, na worste ling en gebed, op dien triesten winter avond licht in zijln gemoed. Van w'at hij ging doen, w'as hij zich volkomen bewust en tevens was hij voor God in zijn con sciëntie volkomen gerust. Op het Kerk plein zag hij nog eens op tot de mach tige St. Laurens. Nimmermeer zou hiil haar kansel beklimmen. Dat kon hijl Wel berekenen. Doch blind in de toe komst, Was hij ziende in het gebod. In liet kerkeraadsgebouw verkeerde men in spanning, wel wetende wat te w|achten stond. Wijlen U's F. Lion Cachet en hij drukten elkaar zwijgend, maar veelzeg gend de hand. Eerstgenoemde opende als jmaand-praeses de vergadering, laatstge noemde fungeerde als scriba. Nadat w'as kennis genomen van een ingekomen mis sive van het Classicaal Bestuur van Rot terdam, dateerende van 31 December 1886, waarschuwende tegen verbreking van het Kerkverband, werd voorgelezen een lang, maar gewichtig voorstel van den Praeses, dat, na vele „overwegingen", eindigde met het besluit om onder bid- bend opzien tol don Hecre, de Synodale hiërarchie af te Wenden, te breken met de reglementen van 1816, kracht en geldigheid te verleenen aan de Dordtsch-e Kerkenorde van 1-618'19, den ouden naam van Nederduitsch Gereformeerde Kerk Wper aan te nemen en van dit alles kennis te geven aan Z„ M. den Koning en aan de kerkelijke en burgerlijke aulo- riteiten, eindelijk den Heere God biddende dat Hij het Werd der Reformatie wel mocht doen gelukken. Zonder discussie de zaak w-as reeds vele malen be sproken werd met overgroole meer derheid het voorstel van Ds Lion Cachet aangenomen. De vóórstemmers twee predikanten en een lange rij ouderlingen, en diakenen Werdqn in hun ambten ge schorst en later daaruit ontzet. Zoo was de Doleantie in Rotterdam een feit geworden. De kerkgebouw-en wórden nu voor de Doleerenden gesloten en voor het eerst kwamen zijl bijeen op Zondag 9 Januari. Sprak Dis Lion Cachet in het gebouw' „De IIoop" aan de Coolvest, Dr Geesink trad op in het Algemeen Verkooplokaal aan den Goudschen Singel, waar hijl naar aanleiding van 2 Sam. 24 vs. 24 (m.) sprak over „Geen offers om niet". De Doleerenden kwamen later nog in e-en derde zaal, het „lokaal-D'oon" aan de Kruiskade, bijeen. In hel Geref. AVeekblad „De Hoop" gaf Dr Geesink over verschillend terrein, zijn gedachten ten beste. Onder zijn toe zicht werden Zondagsscholen geopend, Waarvan als Directeuren op-traden de hee- ren A. J. Meyer, en J. J. van Manen. Op 15 Juni 1890 werd de Nieuwe Wes- terkerk in de Ammanstraat in gebruik ge nomen, bij Welke .geleg-enheid Dr Gee sink een rede hield over het thema „Een huis 'dat schaamrood maakt" en tot tekst liad Ex. 43 vs. 10. Zeer. kort daarna, op 27 Juli 1890, preekte Geesink in dit kerkgebouw zijn afscheid. Door hem Was aangenomen de benoeming tot hoogleeraar aan de Vrije Universiteit. Aan zijn gemeente, die hij ging verlaten, bleef hijl echter als emeri tus predikant verbonden. Hijl 'hield zijn afscheidsrede naar aanleiding van He- breën 13 vs. 20 en 21 over „Het gebcdi voor de volmaking der gemeente". Hoogleeraar aan de Vrij-e Universiteit, i Op 19 September 1893 aanvaardde Dr Geesink het ambt van buitengewóón hoog leeraar met een inaugureele oratie over: „De beteekenis van het leerstuk der oor spronkelijke gerechtigheid voor de God geleerde Zedekunde". In de Theologische Faculteit had hij college te geven in de Ethiek en Elenrtiek en buitendien, van zijn op.reden af, in de Litterarische Faculteit in de Geschiedenis van de .Wijsbegeerte, de Logica en later ook in de Psychologie. D'en 27sten Juni 1895 wórd hij gewoon hoogleeraar in de Theologie en in 1905 buitengewóón hoogleeraar in de Littera rische Faculteit voor de genoemde drie vakken. Tijdens zijn hoogleeraarschap Treedt Prof. Geesink nog menigmaal in den Dienst des Woords op en zijn door hem op tal van plaatsen lezingen gehouden. De nu jubileerende professor is bijl de studenten bijzonder geliefd. Dit vindt zijln oorzaak hierin, dat hii aan de weten schap paart een vriendelijkheid niet al leen, maar ook een buitengewóne fijnheid van gevoeleen gevoel voor al wat schoon en waar is; een afkeer van alle gemaaktheid en overdrevenheid, van alle vertoon ponder inhoud, wat juist door de studenten bijzonder wordt gewaar deerd. Prof. Geesink heeft de gave om de jonge studenten in te leiden in de Wijs begeerte, doordat hij' zijn onderwijs geeft op een bij'zonder duidelijke wijze en het 'steeds kruidt met geestigheden en echt iijlne zetten. Hoofdzaak blijft echter de Ethiek. Ook dit onderwijs wordt zeer gewaardeerd. Prof. Geesink is eenerzijids volkomen thuis in alles wat de oude wijsgecren, de Scho lastieken, de oude Gereformeerden heb ben geleerd. Hij waardeert al die oude fijne onderscheidingen en toch is hij bij dat alles een man van dezen tijd in den goeden zin van dit wóórd. Want Prof. Geesink bezit groote kennis van het men- schelijk hart en niet minder kennis van de schoone letteren. Zoo weet hij- steeds het een met het ander in verband te brengen, zijn onderwijs te illustreeren met welgekozen voorbeelden, het gesystema tiseerde te zetten midden in |iet leven. Dat alles maakt juist zijn college- steeds interessant. (Rott.) De Vondel aan den. grond ge- 1 o o p e n. De „Vondel" is bij Poeloe Boe- koem, een der eilandjes bij Singapore, aan den grond geloopen. De passagiers zijn fe Singapore op sleepbooten aan den wal gebracht- Een later Aneta-telegram meldt: Het voorschip van de „Vondel" maakt geen water. Alles is wel aan boord. De verwachting is, dat het schip spoedig) zou vlotkomeri. Bij informatie ten kantore van de Stoomvaart Mij. Nederland bleek, dat de directie een telegram heeft ontvangen, vol gens hetwelk de „Vondel" even buiten den ingang van de haven van Singapore is vasfgeloopen en dat -het schip gister middag bij hoogwater zou vlolkomen- Do „Vondel" was op de uitreis naar Indië. Het schip zou 19 dezer te Tandjong- Priok ajmkomen. Spoorwegongeluk. Te Leuze is een trein ontspoord; -met het gevolg dat twee personen gedood cn zes gewond werden- Het ongeluk werd veroorzaakt, doordat een wisselwachter, die den trein op een ander spoor moest doen rijden, door een openstaande deur van een pas- seerend-en trein werd omver geslagen. In zijn val liet hij den wissel-hefboom los, tin et bet gevolg, dat twee wagons van de rails gingen en kantelden. S t o r m b ij Formosa. Atelgens te legrafische berichten van het eiland For mosa heeft de storm verleden Dinsdag in Keelung een overstrooming veroorzaakt- Honderden huizen zijn onder water gezet- De telegraaf- en telefoonverbindingen zijn verbroken en een aantal motorbooten en visscljersvaartuigen worden vermist, ter wijl sommige bruggen zijn weggeslagen of beschadigd. Ineen s p ee 1 h o 1 g e r a a k t. Bjj de politie te Haarlem heeft zich aange meld de 19-jarigo S- uit Amsterdam, die voor zijn vader f 1175 had geïnd. In een speelhol daar ter stede had hij dit geld aan vier hoeren verloren- Een bedrag van f50 kreeg hij echter terug. Hij huur de vervolgens een' auto en reed naar Haarlem. Ten einde raad meldde hij zicb! bij de politie, .die hem weer naar Am sterdam terugbracht. De moordaanslag in den Polder- Omtrent den moordaanslag in den Amsterdamschen Polder, verneemt tnen nog, dat Woensdagavond omstreeks 12 uur de politie er kennis van kreeg', <lat een man in een sloot van -jen Am sterdamschen Pol-dei- nabij 't, tentenkamp was gevallen. Bij onderzoek bleek, dat de man, een 68-jarige bewoner van een der kleine dorpjes uit Noord-Holland, door anderd personen mishandeld was en daarna van den berm in de sloot was geworpen. De oude man wist zich ondanks de zwa re verwondingen, welke hem aan het hoofd waren toegebracht, voort te bewe gen naar een \der tenten in het tenten kamp, waar hulp werd -geboden. De oude man was bij zijn bezoek in café's te A'dam in' kennis gekomen met een persoon, met wien hij eenige glaas jes bier heeft, gedronken- Hij is met dezen persoon -gaan wandelen en herinnert zich dat, toen zij in de nabijheid van het tentenkamp in den Amsterdamschen Pol der waren gekomen, er twee personen! zich bij hen voegden. Met hun vieren zijn zij op den berm gaan zjtten en toen is de 68-jarige plotseling door de drié andere personen aangerand. Hij werd met harde voorwerpen bewerkt én daarna In de sloot geworpen. Hij werd ernstig ge wond naar het gasthuis vervoerd. Zijn drie aanvallers schijnen niet' veel suc ces te hebben gehad. De 68-jarige had! slechts een bedrag van f 19 bij' zich, waarvan de drie onbekende personen hem beroofd hebben- Bovendien hebben zij uit de zakken van den ouden man verschil lende voorwerpen van slechts weinig waarde gestolen. De politie slaagde er nog niet in de daders op te sporen-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 5