$0 877 Donderdag 87 Augustus 1985 39e «laargang H 11, 5j. c. (B.H.S.), 1Ï0LGCDRSDS. luis naar theek). dienstbode, ver Eigenhui genwoordigN- EEN DOORNIG PAD. Hoofdpijn Buitenland. Dagmeisje ienstbode «BEID. FEUILLETON. 7-16, Duck «ï'0[, I Calville 16—18, jac. her Curt 1'endu 10 I Bismarck 8—12, Le- ■Seedling 12—14, W leid 10-12, Levend, li de Groot 13, Gul- J J*-12, Koolappel <j le 911, Zomer pa. ■netten 9—11, «ondg. T 10—12, Eng. PigC0(l —16, Tuinzool 10— Irt 15, Zoete Gulder- l>Ppels 2-8. Pruimen I, Reine Victoria 25 Hie Louvain 59, Kir- Rinetsen 33, Bar- per 100 sluks. Di- I Tomaten 2023, R li, Sjalotten 5, Snjj- lebooneni 16—21, Gr. 100 K.G. Komkoni- 1.060.17, Meloenen Jool 5, alles per 100 1100 bos. Eenden 5o WEERBERICHT. in den ochtend gedeeld door het |uut te De Bilt. pand 767,8 te Tou- Vestmanoer. [avond van 37 Aug.; |wind uit westelijke bewolking, wéinig Ir overdag. In moet plaats hebben) ling voor verschillend! «diploma's boekhoudeJ lirecteur, die aan schoolI apt. voorm. half elf es I )irecteur der Scholer W. KOSTEN. in- PRIJSCOURANT BERNET—Kbmpebs» Middelburg, vraagt I n nacht. Zich aan t(| ronds na 7 uur. gevraagd )ES, Bakker, Krabbé' I Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorstslraat 68—70, Goes Tel.: Redattie no. II; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummers fO.OH Pr ij s der Advertentie n: 14 regels f 1.20, elke regel moer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. EVEN LUISTEREN. Het oud-Kamerlid Ter Spill, een vrij zinnig man, geneigd zich zelf en zijn oordeel op een nogal hooge plaats to zetten, heeft in hef „Haagsche Maand blad" een beschouwing gegeven over do verschillende politieke partijen en hare levenshouding in deze dagen. Hij laat de verschillende partijen de revue pas- seeren, beziet ze nogal uit de hoogte en is telkens fel in zijn oordeel. Ook onze partij wordt niet vergeten en wij Villen iets uit zijn oordeelvelling .mededeelen, niet, omdat wij meenen dat :zij juist is, integendeel, maar omdat het altijd goed is, ook voor 'n politieke partij om 't oor te luisteren te leggen als de tegenstander met zijn meer of minder scherpe critiek komt, Men kan zich dan hoos maken, als men meent, flat het oor deel onrechtvaardig is, maar veel vruchi komt daar niet van. Beter is te trachten er jets uit te leeren. Wat gewoonlijk heel goed mogelijk is. t De wereld is in haar oordeel over den belijder van den Christus menigmaal heel onbillijk. Toch ziet zij zeer scherp «en het is voor den belij'der niet kwaad er op te letten en als hij' in de critiek eon juist element vindt, daarmede rekening te houden. i 1 1 Zoo is het ook voor onze partij steeds noodzakelijk om de noodige zelfcritiek te steunen door nauwlettend na te gaan wat een buitenstaander, die ondanks zijn hoogmoed toch toont een scherp op merker te zijn, over ons heeft te zoggen. Hij heeft niét alleen critiek. In de anti revolutionaire partij weet hij te waardee- •ren haar krachtig opkomen voor het gezag, haar ijveren voor de nationale verdediging en de zedelijke kracht, die zij toonde inzake het bezuinigingspro bleem. Hij is niet zoo ruim van blik als Prof. de Louter, die van onze partij erkent, dat zij diep wortelt in ons national's leven, maar het is hem toch niet ontgaan, dat het de antirevolutionaire partij gege ven werd om in dagen van groote natio nale beteekenis telkens het offer van haar volle toewijding, van zich zelve te brengen. En dat moet een politieke partij kunnen doen, wil zij Waarlijk nationaal zijn. Hoe ziet hij echter de antirevolutionaire partij? Hij ziet haar verdeeld in twee kam pen. Aan de eene zijde de groep, die zich mag verheugen in maatschappelijken wel stand, maar dan ook de verleiding, die ■daarin gelegen is, niet voldoende weer staat. Deze groep telt broeders, die een draad- looze ontvanginrichting hebben en des avonds luisteren naar minder gewijde klanken dan preeken. Dlaar heeft men de dames, die men in de Gereformeerde kerkein ziet, gekleed naar de laatste mo de, weinig berekend op „onderdrukking van de begeerten des vleesches"; studen ten der vrije universiteit, die comedie- spelen; wethouders, raadsheeren van den arbeid, inspecteurs, controleurs, burge meesters, in één woord „alles wat de wereldsche staat aan tractement, posi tie en invloed biedt". Aan den anderen kant staan de kleine luyden, zeker ootmoedig dankbaar, dat -een zoo geloovig volksdeel uit knecht schap tot heerlijkheid werd gevoerd, maar «die de zucht naar het nieuwerwetsche slecht verdragen. Bij hen leeft de voor vaderlijke overtuiging, dat al de verove ringen dezer wereld wéinig baten, zoo gii (Uit het Engelsch.) 13-.) 0 Maar vioolspelen «op straat voerde niet 20° rechtstreeks tot het maken van for tuin als Don verwacht had. Somtijds ge- Jukte het den ouden Lister een 'paar stuivers meer thuis te brengen, dan wat hij aan manken Jaap voor zijn geleide betalen moest. Maar meestal kwam hij doornat en koud terug en had niet eens genoeg om een klein broodje te koopen Ms een bijdrage voor juffrouw Clack's avondmaal. Het kleine vrouwtje uitte nooit een woord van teleurstelling of schoon zij zich meer dan ooit overtuigd gevoelde, dat een man een totaal onnut schepsel is. Zij wist, dat zij wel' wat, boewei misschien niet genoeg voor hen allen kon verdienen, en Don gaf lederen stuiver af, dien hij maar bijeen kon schra pen, om zijn ongelukkige vondelingen te onderhouden. Als het hondje beet en weer beet, zou zij haar spaarpotje maar moe ten aanspreken, dat nu anders bestemd was om haar te vrijwaren'van het arm huis, wanneer de onvermijdelijke dag zou aanbreken, waarop zij niet langer haar 2ak met oude kleeren de keukentrappen schade lijdt aan uw ziel. Hij ziet bij deze groep het Hollandsche burgermans- verzet tegen levenskunst, zwier en schoonheid en benepen afgunst op hen, die dragers der cultuur zijn, of die voor dragers der cultuur willen doorgaan. De splijting der partij in deze twee groepen zegt de schrijver definitief te zijn. Wij zien in dit oordeel tot uiting komen al de vermeende hoogheid van een libe raal, die zich verbeeldt „drager der cul tuur" te zijn. Daarbij slaat hij soms door in .zijn schrijven als een blinde vink. Maar niettemin wijst hij toch op een gevaar, dat voor de kerk van Christus door alle tijden heen van zoo droeve gevolgen is geweest en Waaraan natuur lijk ook onze politieke partij niet ontkomt. .Onze oogen moeten er voor geopend zijn. I l i Het is het gevaar, dat door den mid delaar des ouden verbonds in zijtn laatste woord tot zijn volk als voor onze tijden geteokend wordt in de woorden: „als nu Jeschurun vet werd, zoo sloeg hij1 achter uit en hij liet God varen, Die hem ge maakt heeft cn versmaadde den rotssteen zijns heils." Stoffelijke voorspoed mag en moet als een zegen Gods worden genoten, maar de verlokking fier weelde moet worden weerstaan. Juist dan is er zoo groote behoefte om zich dicht bij het Woord des Heeren en bij den eenvoud des levens te houden. i Daar zijn er ook onder ons, die, als zij tot voorspoed komen, de trekking der wereld niet voldoende weerstaan. Met het „dragen der cultuur" heeft dit niets uitstaande. Afwijking van God en Zijn woord is geen ware cultuur. Wat de wereld zich ook moge verbeelden. En. in den weg Gods ligt de waardeering, de juiste w'aar- deèring van al Zijn goede gaven op alle gebied van het leven. De goede grens is voor velen echter moeilijk te trekken. En is het niet juist, dal er dan ook onder ons zijn, die smaak krijgen in datgene, wat de wereld biedt? Zijn er niet, die met één kerkgang des Zondags meenen te mogen volstaan, omdat hun leven zqo is ingericht, dat het hun des avonds minder goed past? Wordt er op het stuk der kleeding voldoende gewaakt tegen afwijking van den goed puritein- schen eenvoud? Wat de heer Ter Spill levenskunst noemt is niets anders, dan het gedoe eener wereld, die van de ware levens kunst weinig meer verstaat. Oefent die wereldsche levenskunst ook onder ons niet soms te groote aantrekking? En dat in allen kring? Bij rijk en arm, groot en klein? Wij kunnen hier niet te waakzaam zijn. Onze partij is een nationale partij. En dat 'korat, omdat het Gode behaagt uit allen volkskring, uit hoog en laag, zijn volk te vergaderen, flat wandelen wil naar Zijn geboden. Zij die vooraan staan, hebben daarbii de dure roeping om allermeest weerstand te bieden aan de verlokking van de we reld, en in groote trouw in den dienst des Heeren voorop te gaan. Door een onzer predikanten hoorden wij eens vertellen van een antirevolutio nairen burgemeester, de eerste in zijn gemeente, die in heel zijn levensopenba- ring een voorbeeld ten goede was. Of er een dienaar des woords optrad, dan Wel dat er leesdienst was, hij en zijn vrouw van haar gewone klanten kon op en af dragen. HOOFDSTUK VII. Het nieuwe pak van den ouden Lister. Dag aan dag, verflauwde de hoop in het hart van den blinden grijsaard, dat hif zijn dochter zou weervinden. Had zij hem en Dotje opzettelijk verlaten, uit niets dan slechtheid en onnatuurlijkheid? of was het misschien gedeeltelijk zijn eigen schuld, omdat hij het park was uit gegaan voordat zij tijd had gehad om tot hen terug te keeren? Hij kon dit niet uitmaken, maar de gevolgen waren de zelfde. Daar was hij nu afhankelijk van een vreemd mensch, dat hem uit lief dadigheid onderhield, maar dat wel éin delijk genoodzaakt zou zijn, om hem over te geven aan het gevreesde lot, hetwelk hem zoo lang bedreigd had, namelijk dat hij zijn dagen zou moeten eindigen in het armhuis. Juffrouw Clack was nooit geWoon ge weest, veel afgelegde manskieeren te koo pen; zij had het alleen gedaan, wanneer zij er toe gedwongen werd: als de men- schen, met wie zij te doen had, er op stonden, dat zij alles nemen zou wat zij te verkoopen hadden. Maar nu zij een man te onderhouden had, bekeek zij ze gewilliger, onderzocht ze nauwkeuri- waren altijd trouw op hun post. 'En juist dat heerlijke voorbeeld, zoo zeide hij, dat in alles gevonden werd, Was van grooten zegen vooral voor het opgroeiend geslacht. Wij- noemden het kerkgaan en loopen dan gevaar, dat er dan zijn die meenen, dat het „daarin toch niot zit". Wij we ten ook wel, dat dit niet alles is, maar een ontrouwe levenswandel begint ge woonlijk met ontrouw jegens de samen komsten der gemeente. Het pleit in elk geval voor niemand, als hij1 meent dezen door onzen God geordenden weg voor den bouw van zijn Christelijk leven te kunnen missen. Er wordt ontrouw en liefde tot de wereld gevonden zoowel bij hen die lager, als bij hen; dip hooger op den maat- schappelijken ladder staan, Maar van hen, die voorop siaan, zal de meeste trouw worden gevraagd. Zij kun nen weten, dat er op hen gezien Wordt, dat hun voorbeeld trekt of afstoot, leidt ten goede of ten kwade. Er is bij hel eenvoudige volk Gods, dat buigt voor Gods ordinantiën, groote droefheid, als hot ziet, dat degenen, die tot positie en aanzien kwamen, ook mee door de trouw van het antirevolutionaire volk, blijken van verslapt geloofsleven), van verslapten ijver in den dienst des Heeren geven. Maar groote vreugde is er, als de band des geloofs steeds inniger wordt gevoeld, en als er groote trouw blijkt, hij wie tot leiden in allerlei kring geroepen worden. Wij mogen God danken, dat die vreugd onder ons wordt gesmaakt. Maar als de tegenstander op andere feiten weel te wijzen, al stelt hii ze misschien ook verkeerd voor en al is zijn conclusie onjuist, dan is het beter te luis teren dan te protesteoren. Dit is ook het beste middel, om zijtn sombere voorspellingen ten opzichte van ónze actie te logenstraffen. Wij leven in een tijd van groote ver leiding, en zwaardere dagen zullen nog aanbreken. Laat ons dicht bij elkander blijven in groote eenheid, in steeds toe nemende trouw in 's Heeren dienst, groot en klein, arm en rijk, leiders en geleiden, elkander steunende en sterkende in den gceden strijd des geloofs. Zoo zullen wij ook op het politiek gebied voor ons volk ten zegen kunnen zijn. En behou denis vinden voor tijd en eeuwigheid. (N. Prov. Gron. Crl.) Nederland en Oranje. Dit officieel orgaan van het Verband van A.-R. propagandaclubs begint al meer de onmisbare gids niet alleen voor de clubs, maar ook voor de Kiesvereeni- gingen te worden. Neem bijv. het Augustusnommer. Daar komt o.a. in voor een opstel „Onze schei dende broeders", hetwelk wij binnenkort hopen over te nemen. Een artikel, vooral' voor ons Zeeuwen, zoo leerrijk. Wij ach ten de visie van den schrijtver op de partij der „scheidende brdtederen" alles zins juist. Ook het artikel „Tjot bezinning" aan 't adres van den stichter der H. G. S., die in zijn provincie (Friesland), ondanks den steun van den eminenten dr Krom- sigt, slechts 1300 stemmen verkreeg, en het in zijn eigen gemeente (Reitsum) met acht stemmetjes moest doen, terwijl 71 Ghr. Historischen aan hun leider dr king trouw bleven. Dit artikel pakt temeer, dewijl het tal van bekentenissen bevat van niemand ger, en bood er een grooter prijs voor. De oude Lister had geen kleeren, dan die hij droeg, toen Don hem vond, en deze waren zeer dun en versleten. Het scheen zoo juist van pas te komen, dat haar als een koopje een heel' pak werd aangeboden, dat er nog volstrekt niet afgedragen uitzag en gemaakt was voor een man zoowat even groot als de öude Lister. Juffrouw Clack kocht het zoo goedkoop, dat zij in grooten triomf er mee thuis kwam, hoewel zij haast in tweeën gevouwen was onder het gewicht van haar blauwen linnen kleerenzak. „Wel," riep zij uit, „nu heb ik een koopje voor ul Diit is zoowaar een pak voor een heer. Als Don thuis komt, zal hij zeker niets liever doen dan het u helpen aantrekken; dan kan ik eens zien, waar de kleeren passen en waar niet. Hier is "een overjas voor u; voel hem eens I met twee rijen knoopen en een fluweelen kraag. Je kunt haast niet zien, dat hij gedragen is. En 'tis bitter jam mer, dat u geen oogen hebt om te zien hoe nieuw en frisch de broek er uitziet. De knieën zijn heel niet ingezakt, en 'tis zulk sterk flink laken; je kunt wel voelen hoe goed het is. Als u dit mooie pak aanhebt, zullen de menschen op straat veel meer notitie van u nemen. Zii zul len denken, dat u iemand bent, die be tere dagen gekend heeft, zooals het dan minder d:m het gekozen Kamerlid der II.G.S. zelf, en tal van uitleggingen, waar van men alleen betreuren moet, dat zii1 niet vóór de verkiezingen zijn uitgedeeld1 geworden. Van beide artikelen is de heer den Ouden, d,e bekende politieke-histo- riekenner, de schrijver. Wij hopen mettertijd ook aan dit opstel een en ander te ontleenen. Doch beter nog is dat onze lezers, de jongeren vooral, zich op dit degelijke tijdschrift abonneeren, en tegelijk zich aansluiten bij' de clubs in de plaats hun ner inwoning. En zoo daar nog geen club bestaat, er een op te richten. Genoemde heer R. A. den Ouden, Kuy- perhuis, Den Haag, zal hen wel willen hel pep, Crisiswetien. De regeering heeft een wetsvoorstel in gediend tot intrekking van enkele crisis- wetten. Het zijn allegaar wetten, die niet meer worden toegepast, wassen' neuzen, die hoe eer hoe beter, behooren te wor den opgeruimd. Zij hebben goed werk gedaan tijdens de mobilisatie, doch werden nu gelukkig overbodig. De sociaal-democratische pers sputtert nog een weinig tegen, doch dit zal wel overgaan. Haar kreten vonden geen weer klank, zelfs niet bij haar eigen menschen. Het is al erg genoeg dat wij een tijd hebben moeten leven onder den indruk alsof distributie van boven af het ware was. Vadertje Staat, de groote uitdeeler (distribuant) van brood en middagmalen en brandstoffen cn ldeedingstukken; met betaling op bons. Dit soort socialisatie is een mislukking gebleken. Gelijk trouwens alles wat de revolutie tracht tot stand te brengen. bedaart spoedig door het gebruik ran Hoofdpijn tabletten Buisje SO c- Mijnhardt De inhoud der Fransche nota. In de aan de Duitsche regeering door den Franschen gezant op Maandag j.l. overhandigde nota wordt o.a. gezegd: De Fransche regeering stelt een kem van overeenstemming in de opvattingen der beide regeeringen vast, en ziet met voldoening, dat de Duitsche regeering als haar overtuiging uitspreekt, dat een over eenstemming mogelijk is. Wat de Duitsche toespeling betreft, dat de. mogelijkheid gegeven is, de bestaande verdragen langs den weg eener over eenkomst aan de nieuwe omstandigheden aan te passen, is de Fransche regeering •zich de in de Duitsche nota aangeduide verdragsbepalingen zeer goed bewust en is zij niet van plan, zich aan de be palingen van de volkenbondsregeling te onttrekken. Hoe zeer Frankrijk ook bereid is, de loopende onderhandelingen in ruimen geest en met vredelievende bedoelingen voort te zetten, toch kan het van zijn rechten geen afstand doen. De geallieerden zijn er voor en na van overtuigd, dat het lid zijïn van Duitscb- ook is. Ik hoop maar, dat Don van avond niet te laat thuis komt." Gelukkig kwam Don vroeger dan ge woonlijk, en de oude Lister, die zoo blij was als een kind met zijn nieuwte pak, verdween nu in het koetshuis, Waar hij en Don sliepen. Juffrouw Cl'ack klapte in de handen van blijdschap en be wondering, toen hij terug kwam. „Ik zou u niet herkend hebben, mijn heer", riep zij uit; „het is nu een waar genot, u aan te zien. Ik zou nooit gedacht hebben, dat het gezicht van een man ter wereld mij zooveel pleizier zou kunnen doen. Ja, nu zal het "beter gaan. Ik weet zeker, dat de menschen u in dat pak niet voorbij kunnen loopen. Als het maar zomer was, inplaats van Februari en niet zoo schrikkelijk koud, zouden wij met 'n stoombootje naar Greenwich kunnen gaan en 'de viool meenemen en samen eens zien of het ons niet zou meeloopen. Ik heb nog nooit zoo'n goed koopje gedaan, en ik wensch u veel geluk en een lang leven toe in uw nieuwe pak, hoor!" „Ik wou dat mijn dochter Ilagar mii •kon zien," zeide de oude man, niet zon der trots, terwijl hij verheugd en lief kozend den fluweelen kraag en de opi- slagen van zijn nieuwe jas bevoelde. Wat zat die hem warm en gemakkelijk toen hij den volgenden dag langzaam land van den volkenbond voor Duitsch- land het zekerste middel zou zijn, om zijn wenschen te verwezenlijken en dat het toetreden van Dnitschland tot den volkenbond de eenige blijvende basis is voor een wederzijdsche garantie en een Europeesche overeenkomst. Wat wij willen is, dat elke nieuwe toe passing van gew'eld door een voor alle gevallen verplichtende vredelievende re geling onmogelijk gemaakt wordt. De Fransche regeering noodigt, in overeenstemming met de geallieerden, do Duitsche regeering uit, in onderhandeling te treden om tot een verdrag te komen, welks afsluiting zij levendig wenscht. Het Duitsche antwoord op de Fransche veiligheidsnota zou reeds gisteravond naar Parijs overgebracht worden. De strijd in Marokko. Naar de „Daily Express" uit Tanger verneemt, is de aanval der Riffkabylen op het aan Spanje toebehoorende eiland Alhucomas zeer ernstig geweest. eB zij a de Spaansche verliezen talrijker dan ia de officieele mededeelingen wordt erkend» De aanval heeft tengevolge gehad dat de Spanjaarden hun landing bij Sid-lris op. de Marokkaansche kust hebben uitgesteld. Abd-el-Krim heeft zijn voornaamsten op perbevelhebber met de organisatie van1 de kustverdediging belast. Vier Fransche kanonneerbooten en een torpedojager zijn naar Alhucemas ver trokken. Volgens verschillende berichten werken de Spanjaarden met grooten ijver aan de laatste voorbereidingen voor het offensief- De toestand in Syrië. Naar de „Daily Mail" uit Damascus ver neemt, is de toestand in Syrië zeer ern stig, daar door den opstand der Drusen er ook oproerige elementen elders o.a. in Aleppo aangemoedigd worden. De zeer slechte oogst van dit jaar heeft groote ontevredenheid gewekt en een sterke anti- Fransche stemming in het leven geroepen- Het is mogelijk, dat öud-officieren van1 het Turksche leger zich bij de Drusen' aansluiten. Men vreest, dat het openlijk tot een oproer zal komen, zoodra er maar eenige kans is, dat de Drusen succes zul len hebben. De „Times" verneemt uit Caïro, dat in geheel Syrië en vooral te Damascus groote onrust heerscht en dat de alge- meene opvatting is, dat verdere succes sen van de Drusen tot een uitgebreiden opstand van de ontevreden elementen zul len leiden, die den laatsten tijd sedert de Fransche tegenslagen zeer roerig zijn ge worden. De „Vossische Ztg." verneemt van een correspondent te Jeruzalem, dat generaal Sarrail de geheele Hauran ontruimt, om de aldus vrijkomende krachten rond Da mascus te concentreeren. Deze voorzorgs maatregel is vermoedelijk getroffen, om dat de Franschen een uitbreiding van den opstand over geheel Syrië vreezen. De Fransche versterkingen bedragen 'tot nu toe 12.000 man. De berichten te Parijs ontvangen, be vestigen het gerucht, dat een aanval der Drusen op Damascus heeft plaats gehad. Zooals gewoonlijk echter blijft Sarrail zwijgen over de geleden verliezen. Dat niettemin de regeering volkomen op de hoogte schijnt, blijkt uit het feit, dat te Toulon het gerucht ging, dat de Fransche groote kruiser „Paris" zoo spoedig moge lijk naar Syrië zal' worden gezonden. door de straten stapte, hoewel er een scherpe Oostenwind Woei, die zijln vin gers verstijfde en hem bijzonder ongun stige tonen aan zijn viool deed ontlokken. De menschen sloegen meer acht op hem, dan vroeger, in zijn versleten bedelaars- pak, en men gaf hem veel meer geld;, zelfs twee of drie stukjes in zilver. Het scheen, dat juffrouw Clack's voorspellingi uitkwam, en men hem hield voor iemand, die betere dagen gekend had. Hij had nooit half zooveel geld thuis gebracht en toen hij 'het op juffrouw Clack's tafel tje neerlegde en hoorde hoe het ram melde, terwijl zij het optelde, klopte zijn oud bedroefd hart vroolijker dan liet nog gedaan had sedert hij zijn dochter Hagar had verloren. „Elke penning daarvan komt u toe, juffrouw", zeide hij 'tot juffrouw Clack, toen zij' het weer in zijn hand stopte, die op de tafel ruste. „Al dezen tijld heb ben wij van uwi goedheid geleefd, en dik wijls vreesde ik, dat mijn plicht mijl zou nopen, mijn hoofd en 't hoofd van mijn kleinkind onder het gevreesde dak te gaan verbergen. Maar nu lacht de hoop mil weer toe, juffrouw!, de hoop met haar zilveren wieken. Neem het geld, juf frouw Clack; elke penning er van komt u toe." (Wordt vervolgd) J jfjflli I 0 j| L i h: I 'M ■i\ï

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1