$0 877
Donderdag 87 Augustus 1985
39e «laargang
H 11,
5j. c. (B.H.S.),
1Ï0LGCDRSDS.
luis
naar
theek).
dienstbode,
ver Eigenhui
genwoordigN-
EEN DOORNIG PAD.
Hoofdpijn
Buitenland.
Dagmeisje
ienstbode
«BEID.
FEUILLETON.
7-16, Duck «ï'0[,
I Calville 16—18, jac.
her Curt 1'endu 10
I Bismarck 8—12, Le-
■Seedling 12—14, W
leid 10-12, Levend,
li de Groot 13, Gul-
J J*-12, Koolappel <j
le 911, Zomer pa.
■netten 9—11, «ondg.
T 10—12, Eng. PigC0(l
—16, Tuinzool 10—
Irt 15, Zoete Gulder-
l>Ppels 2-8. Pruimen
I, Reine Victoria 25
Hie Louvain 59, Kir-
Rinetsen 33, Bar-
per 100 sluks. Di-
I Tomaten 2023, R
li, Sjalotten 5, Snjj-
lebooneni 16—21, Gr.
100 K.G. Komkoni-
1.060.17, Meloenen
Jool 5, alles per 100
1100 bos. Eenden 5o
WEERBERICHT.
in den ochtend
gedeeld door het
|uut te De Bilt.
pand 767,8 te Tou-
Vestmanoer.
[avond van 37 Aug.;
|wind uit westelijke
bewolking, wéinig
Ir overdag.
In moet plaats hebben)
ling voor verschillend!
«diploma's boekhoudeJ
lirecteur, die aan schoolI
apt. voorm. half elf es I
)irecteur der Scholer
W. KOSTEN.
in-
PRIJSCOURANT
BERNET—Kbmpebs»
Middelburg, vraagt I
n nacht. Zich aan t(|
ronds na 7 uur.
gevraagd
)ES, Bakker, Krabbé' I
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE
GOES
Bureaux: Lange Vorstslraat 68—70, Goes
Tel.: Redattie no. II; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummers fO.OH
Pr ij s der Advertentie n:
14 regels f 1.20, elke regel moer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
EVEN LUISTEREN.
Het oud-Kamerlid Ter Spill, een vrij
zinnig man, geneigd zich zelf en zijn
oordeel op een nogal hooge plaats to
zetten, heeft in hef „Haagsche Maand
blad" een beschouwing gegeven over do
verschillende politieke partijen en hare
levenshouding in deze dagen. Hij laat
de verschillende partijen de revue pas-
seeren, beziet ze nogal uit de hoogte en is
telkens fel in zijn oordeel.
Ook onze partij wordt niet vergeten en
wij Villen iets uit zijn oordeelvelling
.mededeelen, niet, omdat wij meenen dat
:zij juist is, integendeel, maar omdat het
altijd goed is, ook voor 'n politieke partij
om 't oor te luisteren te leggen als de
tegenstander met zijn meer of minder
scherpe critiek komt, Men kan zich dan
hoos maken, als men meent, flat het oor
deel onrechtvaardig is, maar veel vruchi
komt daar niet van. Beter is te trachten
er jets uit te leeren. Wat gewoonlijk
heel goed mogelijk is. t
De wereld is in haar oordeel over
den belijder van den Christus menigmaal
heel onbillijk. Toch ziet zij zeer scherp
«en het is voor den belij'der niet kwaad
er op te letten en als hij' in de critiek eon
juist element vindt, daarmede rekening te
houden. i 1 1
Zoo is het ook voor onze partij steeds
noodzakelijk om de noodige zelfcritiek
te steunen door nauwlettend na te gaan
wat een buitenstaander, die ondanks zijn
hoogmoed toch toont een scherp op
merker te zijn, over ons heeft te zoggen.
Hij heeft niét alleen critiek. In de anti
revolutionaire partij weet hij te waardee-
•ren haar krachtig opkomen voor het
gezag, haar ijveren voor de nationale
verdediging en de zedelijke kracht, die
zij toonde inzake het bezuinigingspro
bleem.
Hij is niet zoo ruim van blik als Prof.
de Louter, die van onze partij erkent,
dat zij diep wortelt in ons national's
leven, maar het is hem toch niet ontgaan,
dat het de antirevolutionaire partij gege
ven werd om in dagen van groote natio
nale beteekenis telkens het offer van
haar volle toewijding, van zich zelve te
brengen. En dat moet een politieke partij
kunnen doen, wil zij Waarlijk nationaal
zijn.
Hoe ziet hij echter de antirevolutionaire
partij?
Hij ziet haar verdeeld in twee kam
pen. Aan de eene zijde de groep, die zich
mag verheugen in maatschappelijken wel
stand, maar dan ook de verleiding, die
■daarin gelegen is, niet voldoende weer
staat.
Deze groep telt broeders, die een draad-
looze ontvanginrichting hebben en des
avonds luisteren naar minder gewijde
klanken dan preeken. Dlaar heeft men de
dames, die men in de Gereformeerde
kerkein ziet, gekleed naar de laatste mo
de, weinig berekend op „onderdrukking
van de begeerten des vleesches"; studen
ten der vrije universiteit, die comedie-
spelen; wethouders, raadsheeren van den
arbeid, inspecteurs, controleurs, burge
meesters, in één woord „alles wat de
wereldsche staat aan tractement, posi
tie en invloed biedt".
Aan den anderen kant staan de kleine
luyden, zeker ootmoedig dankbaar, dat
-een zoo geloovig volksdeel uit knecht
schap tot heerlijkheid werd gevoerd, maar
«die de zucht naar het nieuwerwetsche
slecht verdragen. Bij hen leeft de voor
vaderlijke overtuiging, dat al de verove
ringen dezer wereld wéinig baten, zoo gii
(Uit het Engelsch.)
13-.) 0
Maar vioolspelen «op straat voerde niet
20° rechtstreeks tot het maken van for
tuin als Don verwacht had. Somtijds ge-
Jukte het den ouden Lister een 'paar
stuivers meer thuis te brengen, dan wat
hij aan manken Jaap voor zijn geleide
betalen moest. Maar meestal kwam hij
doornat en koud terug en had niet eens
genoeg om een klein broodje te koopen
Ms een bijdrage voor juffrouw Clack's
avondmaal. Het kleine vrouwtje uitte
nooit een woord van teleurstelling of
schoon zij zich meer dan ooit overtuigd
gevoelde, dat een man een totaal onnut
schepsel is. Zij wist, dat zij wel' wat,
boewei misschien niet genoeg voor hen
allen kon verdienen, en Don gaf lederen
stuiver af, dien hij maar bijeen kon schra
pen, om zijn ongelukkige vondelingen te
onderhouden. Als het hondje beet en weer
beet, zou zij haar spaarpotje maar moe
ten aanspreken, dat nu anders bestemd
was om haar te vrijwaren'van het arm
huis, wanneer de onvermijdelijke dag zou
aanbreken, waarop zij niet langer haar
2ak met oude kleeren de keukentrappen
schade lijdt aan uw ziel. Hij ziet bij
deze groep het Hollandsche burgermans-
verzet tegen levenskunst, zwier en
schoonheid en benepen afgunst op hen,
die dragers der cultuur zijn, of die voor
dragers der cultuur willen doorgaan.
De splijting der partij in deze twee
groepen zegt de schrijver definitief te zijn.
Wij zien in dit oordeel tot uiting komen
al de vermeende hoogheid van een libe
raal, die zich verbeeldt „drager der cul
tuur" te zijn. Daarbij slaat hij soms
door in .zijn schrijven als een blinde
vink.
Maar niettemin wijst hij toch op een
gevaar, dat voor de kerk van Christus
door alle tijden heen van zoo droeve
gevolgen is geweest en Waaraan natuur
lijk ook onze politieke partij niet ontkomt.
.Onze oogen moeten er voor geopend
zijn. I l i
Het is het gevaar, dat door den mid
delaar des ouden verbonds in zijtn laatste
woord tot zijn volk als voor onze tijden
geteokend wordt in de woorden: „als nu
Jeschurun vet werd, zoo sloeg hij1 achter
uit en hij liet God varen, Die hem ge
maakt heeft cn versmaadde den rotssteen
zijns heils."
Stoffelijke voorspoed mag en moet als
een zegen Gods worden genoten, maar
de verlokking fier weelde moet worden
weerstaan. Juist dan is er zoo groote
behoefte om zich dicht bij het Woord
des Heeren en bij den eenvoud des levens
te houden. i
Daar zijn er ook onder ons, die, als zij
tot voorspoed komen, de trekking der
wereld niet voldoende weerstaan.
Met het „dragen der cultuur" heeft dit
niets uitstaande.
Afwijking van God en Zijn woord is
geen ware cultuur. Wat de wereld zich
ook moge verbeelden. En. in den weg
Gods ligt de waardeering, de juiste w'aar-
deèring van al Zijn goede gaven op alle
gebied van het leven.
De goede grens is voor velen echter
moeilijk te trekken.
En is het niet juist, dal er dan ook
onder ons zijn, die smaak krijgen in
datgene, wat de wereld biedt? Zijn er
niet, die met één kerkgang des Zondags
meenen te mogen volstaan, omdat hun
leven zqo is ingericht, dat het hun des
avonds minder goed past? Wordt er op
het stuk der kleeding voldoende gewaakt
tegen afwijking van den goed puritein-
schen eenvoud?
Wat de heer Ter Spill levenskunst
noemt is niets anders, dan het gedoe
eener wereld, die van de ware levens
kunst weinig meer verstaat. Oefent die
wereldsche levenskunst ook onder ons
niet soms te groote aantrekking?
En dat in allen kring? Bij rijk en arm,
groot en klein?
Wij kunnen hier niet te waakzaam zijn.
Onze partij is een nationale partij. En
dat 'korat, omdat het Gode behaagt uit
allen volkskring, uit hoog en laag, zijn
volk te vergaderen, flat wandelen wil
naar Zijn geboden.
Zij die vooraan staan, hebben daarbii
de dure roeping om allermeest weerstand
te bieden aan de verlokking van de we
reld, en in groote trouw in den dienst des
Heeren voorop te gaan.
Door een onzer predikanten hoorden
wij eens vertellen van een antirevolutio
nairen burgemeester, de eerste in zijn
gemeente, die in heel zijn levensopenba-
ring een voorbeeld ten goede was. Of er
een dienaar des woords optrad, dan Wel
dat er leesdienst was, hij en zijn vrouw
van haar gewone klanten kon op en
af dragen.
HOOFDSTUK VII.
Het nieuwe pak van den
ouden Lister.
Dag aan dag, verflauwde de hoop in
het hart van den blinden grijsaard, dat
hif zijn dochter zou weervinden. Had
zij hem en Dotje opzettelijk verlaten, uit
niets dan slechtheid en onnatuurlijkheid?
of was het misschien gedeeltelijk zijn
eigen schuld, omdat hij het park was uit
gegaan voordat zij tijd had gehad om tot
hen terug te keeren? Hij kon dit niet
uitmaken, maar de gevolgen waren de
zelfde. Daar was hij nu afhankelijk van
een vreemd mensch, dat hem uit lief
dadigheid onderhield, maar dat wel éin
delijk genoodzaakt zou zijn, om hem over
te geven aan het gevreesde lot, hetwelk
hem zoo lang bedreigd had, namelijk
dat hij zijn dagen zou moeten eindigen
in het armhuis.
Juffrouw Clack was nooit geWoon ge
weest, veel afgelegde manskieeren te koo
pen; zij had het alleen gedaan, wanneer
zij er toe gedwongen werd: als de men-
schen, met wie zij te doen had, er op
stonden, dat zij alles nemen zou wat
zij te verkoopen hadden. Maar nu zij
een man te onderhouden had, bekeek zij
ze gewilliger, onderzocht ze nauwkeuri-
waren altijd trouw op hun post. 'En juist
dat heerlijke voorbeeld, zoo zeide hij,
dat in alles gevonden werd, Was van
grooten zegen vooral voor het opgroeiend
geslacht.
Wij- noemden het kerkgaan en loopen
dan gevaar, dat er dan zijn die meenen,
dat het „daarin toch niot zit". Wij we
ten ook wel, dat dit niet alles is, maar
een ontrouwe levenswandel begint ge
woonlijk met ontrouw jegens de samen
komsten der gemeente.
Het pleit in elk geval voor niemand,
als hij1 meent dezen door onzen God
geordenden weg voor den bouw van zijn
Christelijk leven te kunnen missen.
Er wordt ontrouw en liefde tot de
wereld gevonden zoowel bij hen die lager,
als bij hen; dip hooger op den maat-
schappelijken ladder staan,
Maar van hen, die voorop siaan, zal de
meeste trouw worden gevraagd. Zij kun
nen weten, dat er op hen gezien Wordt,
dat hun voorbeeld trekt of afstoot, leidt
ten goede of ten kwade.
Er is bij hel eenvoudige volk Gods,
dat buigt voor Gods ordinantiën, groote
droefheid, als hot ziet, dat degenen, die
tot positie en aanzien kwamen, ook mee
door de trouw van het antirevolutionaire
volk, blijken van verslapt geloofsleven),
van verslapten ijver in den dienst des
Heeren geven.
Maar groote vreugde is er, als de band
des geloofs steeds inniger wordt gevoeld,
en als er groote trouw blijkt, hij wie tot
leiden in allerlei kring geroepen worden.
Wij mogen God danken, dat die vreugd
onder ons wordt gesmaakt.
Maar als de tegenstander op andere
feiten weel te wijzen, al stelt hii ze
misschien ook verkeerd voor en al is zijn
conclusie onjuist, dan is het beter te luis
teren dan te protesteoren.
Dit is ook het beste middel, om zijtn
sombere voorspellingen ten opzichte van
ónze actie te logenstraffen.
Wij leven in een tijd van groote ver
leiding, en zwaardere dagen zullen nog
aanbreken. Laat ons dicht bij elkander
blijven in groote eenheid, in steeds toe
nemende trouw in 's Heeren dienst, groot
en klein, arm en rijk, leiders en geleiden,
elkander steunende en sterkende in den
gceden strijd des geloofs. Zoo zullen wij
ook op het politiek gebied voor ons
volk ten zegen kunnen zijn. En behou
denis vinden voor tijd en eeuwigheid.
(N. Prov. Gron. Crl.)
Nederland en Oranje.
Dit officieel orgaan van het Verband
van A.-R. propagandaclubs begint al meer
de onmisbare gids niet alleen voor de
clubs, maar ook voor de Kiesvereeni-
gingen te worden.
Neem bijv. het Augustusnommer. Daar
komt o.a. in voor een opstel „Onze schei
dende broeders", hetwelk wij binnenkort
hopen over te nemen. Een artikel, vooral'
voor ons Zeeuwen, zoo leerrijk. Wij ach
ten de visie van den schrijtver op de
partij der „scheidende brdtederen" alles
zins juist. Ook het artikel „Tjot bezinning"
aan 't adres van den stichter der H. G. S.,
die in zijn provincie (Friesland), ondanks
den steun van den eminenten dr Krom-
sigt, slechts 1300 stemmen verkreeg, en
het in zijn eigen gemeente (Reitsum) met
acht stemmetjes moest doen, terwijl 71
Ghr. Historischen aan hun leider dr
king trouw bleven.
Dit artikel pakt temeer, dewijl het tal
van bekentenissen bevat van niemand
ger, en bood er een grooter prijs voor.
De oude Lister had geen kleeren, dan
die hij droeg, toen Don hem vond, en
deze waren zeer dun en versleten. Het
scheen zoo juist van pas te komen, dat
haar als een koopje een heel' pak werd
aangeboden, dat er nog volstrekt niet
afgedragen uitzag en gemaakt was voor
een man zoowat even groot als de öude
Lister. Juffrouw Clack kocht het zoo
goedkoop, dat zij in grooten triomf er mee
thuis kwam, hoewel zij haast in tweeën
gevouwen was onder het gewicht van
haar blauwen linnen kleerenzak.
„Wel," riep zij uit, „nu heb ik een
koopje voor ul Diit is zoowaar een pak
voor een heer. Als Don thuis komt,
zal hij zeker niets liever doen dan het
u helpen aantrekken; dan kan ik eens
zien, waar de kleeren passen en waar
niet. Hier is "een overjas voor u; voel
hem eens I met twee rijen knoopen en een
fluweelen kraag. Je kunt haast niet zien,
dat hij gedragen is. En 'tis bitter jam
mer, dat u geen oogen hebt om te zien
hoe nieuw en frisch de broek er uitziet.
De knieën zijn heel niet ingezakt, en 'tis
zulk sterk flink laken; je kunt wel voelen
hoe goed het is. Als u dit mooie pak
aanhebt, zullen de menschen op straat
veel meer notitie van u nemen. Zii zul
len denken, dat u iemand bent, die be
tere dagen gekend heeft, zooals het dan
minder d:m het gekozen Kamerlid der
II.G.S. zelf, en tal van uitleggingen, waar
van men alleen betreuren moet, dat zii1
niet vóór de verkiezingen zijn uitgedeeld1
geworden. Van beide artikelen is de heer
den Ouden, d,e bekende politieke-histo-
riekenner, de schrijver.
Wij hopen mettertijd ook aan dit opstel
een en ander te ontleenen.
Doch beter nog is dat onze lezers,
de jongeren vooral, zich op dit degelijke
tijdschrift abonneeren, en tegelijk zich
aansluiten bij' de clubs in de plaats hun
ner inwoning. En zoo daar nog geen
club bestaat, er een op te richten.
Genoemde heer R. A. den Ouden, Kuy-
perhuis, Den Haag, zal hen wel willen
hel pep,
Crisiswetien.
De regeering heeft een wetsvoorstel in
gediend tot intrekking van enkele crisis-
wetten. Het zijn allegaar wetten, die niet
meer worden toegepast, wassen' neuzen,
die hoe eer hoe beter, behooren te wor
den opgeruimd.
Zij hebben goed werk gedaan tijdens
de mobilisatie, doch werden nu gelukkig
overbodig.
De sociaal-democratische pers sputtert
nog een weinig tegen, doch dit zal wel
overgaan. Haar kreten vonden geen weer
klank, zelfs niet bij haar eigen menschen.
Het is al erg genoeg dat wij een tijd
hebben moeten leven onder den indruk
alsof distributie van boven af het ware
was. Vadertje Staat, de groote uitdeeler
(distribuant) van brood en middagmalen
en brandstoffen cn ldeedingstukken; met
betaling op bons.
Dit soort socialisatie is een mislukking
gebleken. Gelijk trouwens alles wat de
revolutie tracht tot stand te brengen.
bedaart spoedig door het gebruik
ran Hoofdpijn tabletten
Buisje SO c- Mijnhardt
De inhoud der Fransche nota.
In de aan de Duitsche regeering door
den Franschen gezant op Maandag j.l.
overhandigde nota wordt o.a. gezegd:
De Fransche regeering stelt een kem
van overeenstemming in de opvattingen
der beide regeeringen vast, en ziet met
voldoening, dat de Duitsche regeering als
haar overtuiging uitspreekt, dat een over
eenstemming mogelijk is.
Wat de Duitsche toespeling betreft, dat
de. mogelijkheid gegeven is, de bestaande
verdragen langs den weg eener over
eenkomst aan de nieuwe omstandigheden
aan te passen, is de Fransche regeering
•zich de in de Duitsche nota aangeduide
verdragsbepalingen zeer goed bewust en
is zij niet van plan, zich aan de be
palingen van de volkenbondsregeling te
onttrekken.
Hoe zeer Frankrijk ook bereid is, de
loopende onderhandelingen in ruimen
geest en met vredelievende bedoelingen
voort te zetten, toch kan het van zijn
rechten geen afstand doen.
De geallieerden zijn er voor en na van
overtuigd, dat het lid zijïn van Duitscb-
ook is. Ik hoop maar, dat Don van
avond niet te laat thuis komt."
Gelukkig kwam Don vroeger dan ge
woonlijk, en de oude Lister, die zoo
blij was als een kind met zijn nieuwte
pak, verdween nu in het koetshuis, Waar
hij en Don sliepen. Juffrouw Cl'ack klapte
in de handen van blijdschap en be
wondering, toen hij terug kwam.
„Ik zou u niet herkend hebben, mijn
heer", riep zij uit; „het is nu een waar
genot, u aan te zien. Ik zou nooit gedacht
hebben, dat het gezicht van een man ter
wereld mij zooveel pleizier zou kunnen
doen. Ja, nu zal het "beter gaan. Ik
weet zeker, dat de menschen u in dat
pak niet voorbij kunnen loopen. Als het
maar zomer was, inplaats van Februari
en niet zoo schrikkelijk koud, zouden
wij met 'n stoombootje naar Greenwich
kunnen gaan en 'de viool meenemen en
samen eens zien of het ons niet zou
meeloopen. Ik heb nog nooit zoo'n goed
koopje gedaan, en ik wensch u veel
geluk en een lang leven toe in uw
nieuwe pak, hoor!"
„Ik wou dat mijn dochter Ilagar mii
•kon zien," zeide de oude man, niet zon
der trots, terwijl hij verheugd en lief
kozend den fluweelen kraag en de opi-
slagen van zijn nieuwe jas bevoelde.
Wat zat die hem warm en gemakkelijk
toen hij den volgenden dag langzaam
land van den volkenbond voor Duitsch-
land het zekerste middel zou zijn, om
zijn wenschen te verwezenlijken en dat
het toetreden van Dnitschland tot den
volkenbond de eenige blijvende basis is
voor een wederzijdsche garantie en een
Europeesche overeenkomst.
Wat wij willen is, dat elke nieuwe toe
passing van gew'eld door een voor alle
gevallen verplichtende vredelievende re
geling onmogelijk gemaakt wordt.
De Fransche regeering noodigt, in
overeenstemming met de geallieerden, do
Duitsche regeering uit, in onderhandeling
te treden om tot een verdrag te komen,
welks afsluiting zij levendig wenscht.
Het Duitsche antwoord op de Fransche
veiligheidsnota zou reeds gisteravond
naar Parijs overgebracht worden.
De strijd in Marokko.
Naar de „Daily Express" uit Tanger
verneemt, is de aanval der Riffkabylen
op het aan Spanje toebehoorende eiland
Alhucomas zeer ernstig geweest. eB zij a
de Spaansche verliezen talrijker dan ia
de officieele mededeelingen wordt erkend»
De aanval heeft tengevolge gehad dat de
Spanjaarden hun landing bij Sid-lris op.
de Marokkaansche kust hebben uitgesteld.
Abd-el-Krim heeft zijn voornaamsten op
perbevelhebber met de organisatie van1
de kustverdediging belast.
Vier Fransche kanonneerbooten en een
torpedojager zijn naar Alhucemas ver
trokken. Volgens verschillende berichten
werken de Spanjaarden met grooten ijver
aan de laatste voorbereidingen voor het
offensief-
De toestand in Syrië.
Naar de „Daily Mail" uit Damascus ver
neemt, is de toestand in Syrië zeer ern
stig, daar door den opstand der Drusen
er ook oproerige elementen elders o.a.
in Aleppo aangemoedigd worden. De zeer
slechte oogst van dit jaar heeft groote
ontevredenheid gewekt en een sterke anti-
Fransche stemming in het leven geroepen-
Het is mogelijk, dat öud-officieren van1
het Turksche leger zich bij de Drusen'
aansluiten. Men vreest, dat het openlijk
tot een oproer zal komen, zoodra er maar
eenige kans is, dat de Drusen succes zul
len hebben.
De „Times" verneemt uit Caïro, dat
in geheel Syrië en vooral te Damascus
groote onrust heerscht en dat de alge-
meene opvatting is, dat verdere succes
sen van de Drusen tot een uitgebreiden
opstand van de ontevreden elementen zul
len leiden, die den laatsten tijd sedert de
Fransche tegenslagen zeer roerig zijn ge
worden.
De „Vossische Ztg." verneemt van een
correspondent te Jeruzalem, dat generaal
Sarrail de geheele Hauran ontruimt, om
de aldus vrijkomende krachten rond Da
mascus te concentreeren. Deze voorzorgs
maatregel is vermoedelijk getroffen, om
dat de Franschen een uitbreiding van den
opstand over geheel Syrië vreezen. De
Fransche versterkingen bedragen 'tot nu
toe 12.000 man.
De berichten te Parijs ontvangen, be
vestigen het gerucht, dat een aanval der
Drusen op Damascus heeft plaats gehad.
Zooals gewoonlijk echter blijft Sarrail
zwijgen over de geleden verliezen. Dat
niettemin de regeering volkomen op de
hoogte schijnt, blijkt uit het feit, dat te
Toulon het gerucht ging, dat de Fransche
groote kruiser „Paris" zoo spoedig moge
lijk naar Syrië zal' worden gezonden.
door de straten stapte, hoewel er een
scherpe Oostenwind Woei, die zijln vin
gers verstijfde en hem bijzonder ongun
stige tonen aan zijn viool deed ontlokken.
De menschen sloegen meer acht op hem,
dan vroeger, in zijn versleten bedelaars-
pak, en men gaf hem veel meer geld;,
zelfs twee of drie stukjes in zilver. Het
scheen, dat juffrouw Clack's voorspellingi
uitkwam, en men hem hield voor iemand,
die betere dagen gekend had. Hij had
nooit half zooveel geld thuis gebracht
en toen hij 'het op juffrouw Clack's tafel
tje neerlegde en hoorde hoe het ram
melde, terwijl zij het optelde, klopte zijn
oud bedroefd hart vroolijker dan liet nog
gedaan had sedert hij zijn dochter Hagar
had verloren.
„Elke penning daarvan komt u toe,
juffrouw", zeide hij 'tot juffrouw Clack,
toen zij' het weer in zijn hand stopte,
die op de tafel ruste. „Al dezen tijld heb
ben wij van uwi goedheid geleefd, en dik
wijls vreesde ik, dat mijn plicht mijl zou
nopen, mijn hoofd en 't hoofd van mijn
kleinkind onder het gevreesde dak te gaan
verbergen. Maar nu lacht de hoop mil
weer toe, juffrouw!, de hoop met haar
zilveren wieken. Neem het geld, juf
frouw Clack; elke penning er van komt u
toe."
(Wordt vervolgd)
J
jfjflli
I 0
j|
L
i h:
I
'M
■i\ï