DE ZEEUW
'tweede blad.
FSTEDE,
els eo Peren,
Dienstbode
'/2 millioen gulden.
Pandbrieven
101 en
Pandbrieven
100
hand te koop,
ii Bouw- en Weilandl
one Oorschmacniml
Motorrijwiel f 250|
®r Harley of
f 150.
htwagen compleet I
)ak Electrisch f800
deuren, 1923, volle
intie f1200
andbouwers.
/SCHE BONTE
3EID.
Zeeuwsche Stemmen.
een prachtïBe
B-epelvaass catSean
Gravenstraat, hoek MaJ
Middelburg. W
VAN
ZATERDAG 8 AUG. 1925. No. 261.
Een huurhuys.
i omloop voor
Verkrijgbaar:
levorrïerden leeftijd
den eigenaar i
op Zuid-Beveland
uit: Woonhuiij
Varkenshok, Boom.'
Bouw en Weiland
ireer Ï2 Hectarenol,
30 Gemeten,
iwen zijn zoo goed
Ie gronden van uit]
valiteit. Onder nader!
kunnen ongeveer
jlgen.
ischt direct op gebruife.
rrkochte kan een groot
lerste hypotheek a 5®,
ftigd blijven,
dichtingen te bekomen
van Notaris E. C. VAN
Goes.
met weel korting,
zoo goed als nieuw,
bgen 8—12 H.L. per]
cht 5 P. K.
|tter P Bur. „De Zeemt'
E KOOP:
BUTLER, BiezeliDgeJ
E KOOP:
EU Co, GOES.
Tel. 167.
teekende zijn te koop
iesland) geteeld. GekJ
met cijfer 9. Verderl
Frïesche Pooiaard-r
C. C0RSTANJE Pi]
kskindoren, bij Goes.
E KOOR:
den boomgaard vail
BAALEN te Ril^l
liljetten in te zendes I
gustus bij bovengef
E KOOP:
itroën, pracht en|
d wagentje
e). Ook genegen 'el
ord Sedan.
E DREU Co GOES
Tel. 167.
Middelburg in gez'D|
■en, tegen hoog J°on.
ter M Bureau dei«|
oes.
een
prachtige 0e'|
pelwaas cadeau-
avenstraat, hoek MarM
2 Cor. 5:1.
liet vleesch dat ons hot lichaam deckt,
En al de leden overtreckt,
ftoem dat een huurhuys, lieve vrient,
Vermits het ons maer wcynigh dient,
gen huurhuys is gemeenlijk slecht,
Als licht en vaerdigh opgerecht.
En schoon men al het slecht gobou
Tot beter wesen brengen wou,
])o huyslieer wil het dickmael niet,
Hoewel hij schoon de feylen siet;
Hij wil niet dat men kosten doe.
Hij is misschien den huurder moe.
Het blijven of het henen gaen
Plach aen den huurder niet te staen.
I I 'j I
tLij'f is maer huur, geen eygen goet.
goo dat men haest verhuysen moet.
Indien uw lmurtijjt is volont,
(Dat aen den buysheer is bekent)
Bylaes I daeu is geen bidden aen,
Do Jmurlingh moet daer henengaen.
Weten, mijn ziele! tot besluyt:
giet ons naer vaster wooningh uyt.
Siet dat je tot het huys genaeckt,
Hat met geen handen is gemaeckt.
0 Godl als ,ghy my seggen suit:
Vcrhuyst, uw' huur tij,t is vervult,
Geeft, dat iele dan magh zjjh bereyt
Als een, die uyt een huurhuys scheyt,
Om soo te gaen, met blijden geest,
Daer geen verhuysen wort ge vreest.
Jacob Oats.
iddelburg.
Br Eigenhuis
snwoordiginü'
Juli 1925.
Welnu dan, de kiezers hebben ge
sproken. Ieder op zijin wijze, op ha,a,r
wijze. En we weten nu wïe in 'het
i Binnenhol' „op de kussens" zullen
zitten.
Daar gaan ze straiks. Met zekeren
tred, zij', die vergrijsd zijn in den par
lementairen strijld en telkens weer op
nieuw bij de verkiezingen een bewijs
van vertrouwen mochten in ontvangst
nemen.
Met zelfbewusten gaug ook de af
gevaardigden, die voor de derde of
tweede maal zich 's lands vergader
zaal ontsloten zagen en popelen om
lot stand te brengen wat zijl in de
afgeloopen periode nog zoo gaarne
hadden gedaan, docih waartoe de ge
legenheid hun heeft ontbroken.
Daar gaan ook zij', die voor do eer
ste maal de eer waardig geacht wer
den ons volk, heel de natie of
maar een kleine groep staatsburgers?
in het Rarlement te vertegenwoor
digen.
Wat zal op- dien eersten gang gelet
worden! Wat zullen in de eerste uren,
en dagen misschien, hun houding en
hun gedragingen nauwlettend gadege
slagen worden door hen, die misschien
vergeten zijn, dat zij ook eens als
FËUSLLETÖN.
HET BELEG WAN RIJSSEL
Van 1701 tot 1714 woeade de Spaan
se!» Successie-oorlog, zoo genoemd, om
dat hjj over de verde-efing der Spaansche
nalatenschap ontstond. Aian da eene zijde
stonden DUitschland, Engeland, Nederland
en verschillende kleine EJuropeesche Sta
ten, aan de andere Frankrijk en Spanje,
flvenals in 1914 stond toen bijna, geheel
Europa in vuur en vlam, doch de bond
genoot® van 1914 waren toen elkan
ders verbitterde tegenstanders, wel een
bewijs, hoe in den loop des tijds de toe
standen veranderen bunnen. Evenals
J'r- 1914- werd ook voor 2 eeuwen de
oorlog voor ©en groot gedeelte in België
fin Noord-Frankrijk gevoerd en hadden
®r veldslagen en belegeringen plaats, die
duizenden menscbenl,evens kostten. Een
van de gewichtigste wapenfeiten, daar
Indreven, is de belegering van Rijgs.el
in 1708.
Eijsstl, vroeger de hoofdstad van. het
Fransch Vlaanderen, in 16G7 door den
vrede van Aken bij Frankrijk gevoegd,
was sedert de tweede stad des Rijks
geworden. Door Vauban, den grootsten
vestingbouwkundige van zij'n tijd, was het
zoozeer versterkt, dat het voor onneem
baar gokp Bij het begin van 1708 had
net ©ene bezetting van zestienduizend
man onder Bouflers, oen van Frankrijk 's
best©^ veldheeren, terwijl de bevolking,
die vijftig duizend zielen tolde, den Fran-
schen koning geheel was toegedaan. Waf
verder ©en aanval op Rijlssel hoogst ge
vaarlijk maakte, was de omstandigheid,
dat Gent, Yperen, Brugge, Borgen en
Doornik door den vijand bezet waren,
(lie ook de grooto wegen waarlangs de
aanvoer moest geschieden beheerschte.
Vendom®, die achter het kanaal van
Brugge, lag, .achtte de onderneming dan
ook onmogelijk ©n toon te Brussel toe
bereidselen tot het aanvoeren van belege
ringsmiddelen gemaakt werden, hield hij
dit slechts voor een krijglslist, om hem
'uit zijn. sterke stellingen te lokken. Toen
echter een convooi van 6000 karren den
21on Juli op marsch ging, wilde hij het
aanvallen, doch zijp medebevelhebber, de
hertog van Rourgondië, verzette zich daar
tegen en zoo kwam de trein vier dagen
later behouden voor Rijlssel aan. In hei
begin van Augustus waren uit Rolland
te Antwerpen 94 kanonnen, 62 mortieren
„groenen" een figuur hebben gesla
gen, dat men ter nadere aanduiding
meL niets minder dan modder in ver
band pleegt te brengen.
Eén troost is er voor hen, n.I., dat
zij zich niet hebben te schamen over
buitensporigheden, welke in die def
tige zalen nog nooit vertoond zijtn.
Want op parlementair gebied is er af
zooveei vertoond en ten gehoore ge
bracht, dat men terecht mag spre
ken van een gedegenereerd instituut
en de nieuwbakken Kamerleden moe
ten al heele bollebozen in de onge
manierdheid zijn willen zij sommige
voorgangers of collega's daarin over
treffen, hun den loef afsteken.
Toch zou ik wef eens getuige wil
len zijn van hun intrede in het Par
lement. Waaróm dan toch? vraagt ge,
na zooveel minachting voor of bever
feringschatting mijnerzijds van de
weede Kamer geconstateerd te heb
ben.
Wel, ik zou wel eens willen zien
of er onder die nieuwe parlementa
riërs en ook onder de oude gezich
ten zijn, die blozen van schaamte over
de ongerechtige middelen, welke zij
bezigden om den weg naar het Bin
nenhof te effenen.
Er zijn er toch, die heel wat heb
ben durven bestaan. En het gaat toch
maar niet aan om zich slechts te
verontschuldigen met de woorden, dat
men 'tniet zoo nauw moet nemen
met wat tegen zekere Juni-gebeurte-
nissen den volke diets gemaakt wordt.
Alsof 't al niet erg genoeg is, dat er
met de hoogste belangen gesold wordt
op een wijze, die in de wereld van
den koophandel in den gewetenloo-
zen hoek haar wedergave vindt.
Doch terzake. Ik zou wel eens wil
len zien af de vrijzinnig-democraten
Jockes en" van Aalten niet lichtelijk
meesmuilen als zij in hun eerste parle-
mentszitting gelegenheid hebben even
terug te denken aian de maand Juni, toen
zij de vrouwtjes een zoetsappig pam
flet lieten opstellen, waarin zijl het
lieten voorkomen als zou alleen aan
hun zijde het ware „recht" gevonden
worden, wars v,an alle geweld en in
timidatie ^,ls zij zijn.
En'als zij dan op hetzelfde mo
ment ook dien onvergetelijlken avond
met van Embden in den Haagschen
Dierentuin (je weet wel: met die wol
ven en lammeren!) even in 't geheu
gen terugroepen.
Tja, dan zou ik die gezichten wel
eens willen zien.
De nieuwe afgevaardigden van den
Vrijheidshond wil ik ook even in het
vizier nemen. Die toch zijln in de Ka
mer gekomen om de volgende redenen.
(Ik zou dat niet zoo goed weten, als
zij het zelven niet vastgelegd hadden
in een groot verkiezingspamflet)
Zij zijn vóór verdediging van de
geestelijke vrijheid. En zij zijn voor
premievrij Staatspensioen.
Wat hebben ze, hun k'i,ezers>|fij|h bij dep)
neus. Verdediging van de geestelijke
vrijheid, zij hebben „er 'jarenlang de
gelegenheid toe gehad, doch is het
soms, omdat ze er het tegendeel onder
verstaan, dat ze ons volk jaren lang
geestelijk geknecht hebben?
en meer dan drieduizend wagens met
krijgsbehoeften bijeengebracht. Dit kon
vooi vormde een trein van vijf uur in
de lengte en moest, om Rijlssel te bei-
reiken, een weg afleggen van meer dan
twintig uren gaans, dwars door ©ene
vijandelijke macht van 80.000 man. Het
was een stoute onderneming, doch zij
gelukte volkomen, dank zoowel het be
leid der leiders als het gebrek aan sa
menwerking bij de Frariscbe bevelheb
bers. Zonder het geringste verlies geleden
te hebben, kwam het konvooi voor Rijs-
sel a,a,n ©n nu kon de belegering beginnen.
Ti© .aanvoerder der belegeringstroepen
was Eugenius van Savoye, opperbevel
hebber der keizerlijke troepen, de grootste
veldheer van zijln tijd, nog heden ten dage
de populaire held van het D|uitsche volk,
Veertigduizend man met 170 kanon
nen, 40 mortieren en 20 houwitsers be
legerden de stad, terwijil Marlborough,
Enge,lands grootste veldheer, met ©en
leger van 70.000 man de belegering: dek
ken zou'. Onmiddellijk onder Eugenius
stond de prins van Oranje Jan Willem
Friso, die .eerst twee en twintig jaren
telde, maar zich reeds vroeger in den
slag bij Oudenaarden roemvol onder
scheiden had.
Gedurende de eerste weken maakten
de belegeraars weinig vorderingen en
ondertusschen vereenigjden zich twee
Fransche legers, bet ©ene onder Berwick,
het andere onder Vendome en den hertog
van Bourgondië, in de vlakte tusschen
Gommaraoe en Lessines, met het doel,
Rijlssel te ontzetten. D'och Berwick en
Vendome waren naijverig op elkanders
roem en de hertog van Bourgondië koos
nu eens de partij van den een, dan die
van den ander en zoo ging de kostbare
tjjd in nuttelooz© beraadslagingen voor
bij', terwijl Eugenius en Marlborough van
dien tijd gebruik maakten door tusschen
de riviertjes Mahgue en Reule sterke ver
schansingen op te werpen. De Franschen
moesten daardoor onverrich terzake af
trekken en int'usschen waren de aanvals-
weiken tegien de stad zoo ver gevor
derd, dat Eugenius meende tot bestor
ming, te kunnen overgaan.
Doch de eerste aanval, die den 17©n
September ondernomen werd, mislukte
volkomen ,en kwam de belegeraars op
duizenden dooden en gewonden te staan.
Vier dagen later werd een nieuwe aanval
beproefd, doch ook deze liep ongelukkig
af. Van vijfduizend Engelschen, die Marl-
boroiugh ter hulp gezonden had, bleven
Gelukkig, dat er bij! de Verkiezin
gen telkens minder rood potlood ver
bruikt wordt voor de lijlsten van de
zen anti-vrijheidsbond!
Ik wil bijzonderlijk letten op ds
Lingbeek. Op zijn manier en op zijn
handelingen. Dit toch is de man, die
zijn kiezers heeft laten wijs maken:
dat de C. H. Unie ons noch voor
onze Christelijke, noch voor onze His
torische voorrechten Voldoenden waar
borg biedt;
dat de v,a,n allen kant bedreigde
N.-H. Kerk in de C. H. Unie geen
voldoende overtuigende pleitbezorg
ster vindt, „daar vele Jjarer leiders
de vrije-kerk-idee zijn toegedaan en
propageeren",
dat zij, wei in woorden, doch niet
in daden durft op te komen voor het
Erotestantsch karakter der natie;
dat ook bij ha,ar de symptomen aan
wezig zijn van een verroomsohende
mentaliteit;
dat die C. H. Unie om velerlei an
dere redenen niet deugt;
dat de a. r. haar kracht niet zoekt
in het Woord Gods, en zoo
„ethisch" is;
dat de a,. r. partij door het Chris
telijk beginsel prijs te geven, ook in
de praotijk niets Christelijks heeft kun
nen tot stand brengen;
dat zij na, een 40-jarige regeering
den liberalen staat niet in een Chr.
staat heeft kunnen omzetten, noch
zelfs dien naderbij brengen;
enfin, dat ,zij eigenlijk nog minder
deugt.
Ik wii hem eens goed in de gaten
houden en zien of liij: zich schaamt
over zooveel onbroederlijks en of
hij! ook wel eens zal meestemmen met
die verdorven partijen.
Neen, ik let niet op, die roode hee-
ren, die 't blozen van schaamte sinds
lang verleerd hebben, ma,ar ik kan
niet nalaten mij'n oog te wenden in
de richting van Ds Kersten en zijin
trawant, den heer Mr Dambrink
neen, 'da's waar oök, die trouwe anti
revolutionair wa,s niet te koop. Ds
Kersten had hem gaarne tot compag
non gemaakt in de Staatkundig Ge
reformeerde firma, doch z,al zich te
vreden moeten stellen met z'n Her
vormden collega Zandt.
La,at mij' goed tojizien, of deze
lieeren, die van modderen afkeerig,
volgens hun eigen verkiezingslectuur,
voortgaan met modderen, gelijk ze tot
den eersten Juli j.l. toe hebben ge
daan. Dan wel of zij' het boetekleed
dragen, berouw hebbende over a! dat
onedel, onbroederlijk gedoe, onder het
motto: Wij alleen strijden voor de
handhaving en doorvoering der ware
Christelijke beginselen.
Als 't mannen met een geweten, met
eergevoel zijn, moeten zij zich scha
men.
Zoo heb ik heel wat te doen als
ik gezeten hen in 'n hoekje van de
publieke tribune, beneden mijl het
bont gewemel van „oude ratten" en
„jonge broekjes" in de politiek, 'n
stukje parlementaire wereld.
De eerste indruk zal meevallen, zegt
men mij. Kersten heeft tot dusver ook
meestal meegesternd met die gehate
er slechts vijftienhonderd over, wel een
bewijs, hoe bloedig: er gevochten was.
Slechts ©enige onbeduidende werken wer
den genomen en deze gingen reeds den
volgenden nacht bijl een Uitval der be
legerden weer verloren. Gelukkiger was
men bij ©en derden stormaanval, die in
den avond van den 25sten Sept. onder
'©en zware donderbui plaats had en waar
bij ©enige verdedigingswerken veroverd
werden ©en succes, dat echter ten
koste van meer dan tweeduizend dooden
en gewonden behaald werd.
ïntusschen begon zich binnen Rijlssel
giebrek a,a,n m'uniti© te doen gevoelen.
Een dapper kapitein bood aan, dit te
gaan boodschappen en bet gelukte hem,
door het vijandelijke leger hoen te, komen
en, na zjjne zending verricht te hebben,
behouden in Rijlssel terug te koeren. Zoo
spoedig, mogelijk ging; thans eene Fran
sche afdeeling; van tweeduizend ruiters
onder aanvoering van den ridder d©
Luxemburg, gekleed in Rollandsche uni
formen ,en waarvan ieder man zestig pond
buskruit droeg, van Diouai op marsch en
bereikte, toen het duister was, den sluit
boom, die tot dei linie der belegeraars
toegang gaf. Zijl meldden zich aan als te
zijn afgezonden door Marlborough om
buskruit te brengen en verzoeken spoe
dig binnen gelaten te worden, daar de-
vijand dichtbij is. Niemand vermoedt on
raad ,en reeds zijin 1500 man binnen de
linie, als een der officieren onbedacht in
het Fransch een commando, geeft, waar
door de list ontdekt wordt. De schild
wachten geven Vuur, ©enige zakken bus
kruit vliegen in brand en verschillend©
ruiters komen daarbij om het leven. De
soldaten, die nog buiten den sluitboom
zijn, rijden in aJJieirijl terug naar Diouai,
maar de overigen banen zich een weg
naar Rijlssel ©n brengen daar den zoo
Vurig verlangden voorraad.
Dioch niet minder groot dan bijl de
Franschen was bet - gebrek aan munitie
bij de belegeraars, zóó zelfs, dat er in den
krijlgsraaü reeds over het opbreken van
bet beleg, gesproken wa,s.
De Franschen, ziende dat bet onmoge
lijk was bet leger „der verbondenen a,an
te vallen, trachtten het thans den toevoer
af te snijden. Diaartoe hadden zij door,
bet openen dor sluizen te Nieuwpoort bet
Land tusschen Menen ©n Ostende onder
•water gezet, doch doordat het water niet
boog genoeg rees, bleven de groot© we
gen droog. Te Ostende was inmiddels
©en aanzienlijke voorraad uit Engeland
a. r. en c. h„ ja zelfs met die ver
vloekte r. k. Het bloed kruipt, waar
het niet gaan kan. En met Lingbeek
zai 't ook wel zoo zij'n.
Maar dan zij'n ook die kleine par
tijtjes in eens geoordeeld en ten doode
opgeschreven. Dan hebben we straks
één groot. Protestantsch-Christelijk
blok, me't een invloed
Ik ben benieuwd èn nog wat scep
tisch aangelegd. Hoeveel Kleine par
tijen hadden wij den vorigen keer,
hoeveel verdwenen er als sneeuw voor
de zon en toch bleek de splijtzwam
nog niet uitgeroeid.
KEES VAN DER MEER.
Een vraaggesprek.
Een medewerker van „Timotheus", het
bekende onder hoofdredactie van den
heer Voorhoeve te Den Haag verschij
nend geïllustreerd weekblad, doet in het
no. van heden verslag van een vraag
gesprek met dr H. C. Rutgers, secretaris
van de N. C. S. V.
In de volkomen rust van een in wijden
omtrek door huis en hof genabuurd na
tuurschoon, ligt, vierkant-massief, het
kasteel Hardenbroek. De hooge, drie voet
dikke muren weerspiegelen zich in de
slotgracht, waar overheen een houten
brug van twee verdiepingen de verbin
ding geeft met dit „Huis" boven en den
„dienst" beneden. Daarbinnen zijn heden
en verleden in een eigenaardige verhou
ding gekomen: aan de wanden der def
tig aangekleede kasteelkamers de olie
verfportretten van het voorgeslacht, neer
ziende op de bezigheden en uitspannings
genoegens van het opgroeiend nageslacht:
studenten en die het zullen worden. We
zijn hier in het centrum van den jeugd-
arbeid, die in de bekende vier letters
N. C. S. V. in den lande alom bekend en
bij zeer velen bemind is. De ziel van deze
beweging, Dr H. C. Rutgers, woont en
werkt op dit kasteel, voorzoover hij niet
ver van huis toeft in en buiten Europa,
om de internationale organisatie, waar
van de N. C. S. V. een flinke dochter is,
in zijn functie van penningmeester te
dienen.
In den ruimen ontvangsalon komt de,
in de kracht van zijn leven staande gast
heer mij begroeten, nadat mevrouw mij
heeft verrast met de uitnoodiging boven
te komen koffietafelen- Ik spreek van de
wel schoone, maar zoo afgelegen omge
ving, van de eenzaamheid, zóó te moe
ten wonen, maar:
„Geen sprake van. Wacht, ik zal u
eens even ons gastenboek laten zien-
Kijkt u eens hier: bijna onafgebroken heb
ben we hier groepen: studenten, gym
nasiasten, meisjesclubs, H. B. S.'ers, Con
ferenties van allerlei aard, nu eens 20,
dan weer 40, en als 't moet 65 personen-
Die komen hier óf hun week-end door
brengen, óf een studieclub vormen, óf
zij kampeeren in den omtrek."
„O, dus u hebt een heel personeel noo-
dig voor logies en verzorging?"
„Stellig. Maar niet zoo heel veel per
soneel, want de „gasten moeten zelf ook
de handen uit de mouwen steken- En
dan hebben we hier ook de administratie
van de N. C. S. V., drie dames op 't kan
toor, mijn vrouw en ik ieder op ons bu-
■aangekomen en nu gaf Marlborough den
gëneraal-majoor Webb last, met een af
deeling van 16000 man het transport
te beschermen. Dien 26en September brak
dez© op ©n tegelijkertijd werden zeven
honderd wagens naar Ostende gezonden
vergezeld van 1200 ruiters en evenveel
infanteristen, die het dorp Leffinghen in
bezit namen en zich daar verschansten.
In den omtrek van Brugge hadden de
Franschen ©ene aanzienlijke macht sa
mengetrokken onder den graaf de Ia Mothe
die echter, vertrouwende op de overstroo
ming, verzuimd© de bewegingen der bond-
genooten gade te slaan. In den avond
van dein 26©n September verliet het trans
port Oostende en trok den volgenden mor
gen bij Leffinghen het kanaal van Nieuw
poort over, om door fiat bosch van Wijr
nendaal Menen te bereiken. De la Moth©
dit vernemende, besloot het transport bjj|
het doortrekken van Hit bosch te over
vallen, doch Webb was hem voor. Aan
.weerszijden van de open plek, die het
bosch van Wijhendaal in twee deelen
Scheidde, had hij| een regiment in hinder
laag gelegd; een ander gedeelte ,va,n zijin
leg©]' had hij achter het bosch opgesteld,
terwijl ©en© 'kleine afdeeling' bij den in
gang stond en bij de nadering der Fran
schen terugtrok. Zeker van de overwin
ning, rukte de vijland voorwaarts, doch
plotseling werd hij van alle zijden over
stelpt door een vreeselijk geweervuur, dat
honderden cleed neerstorten.
Tevergeefs trachtte ook d© ruiterij' door
'te 'dlringen: tegen het moorddadige ge
weervuur der verbondenen was geen© dap
perheid bestand. In wild© verwarring
Vluchtten tenslotte de Franschen in de
richting naar Brugge', doch meier dan drie
duizend hunner bleven dood of gewond
op het slagveld, terwijl de verliezen der
bondgenooten slechts, ©enige honderden
bedroegen.
De overwinning bijl Wijhendaal was van
groot gewicht. Indien het den Franschen
gelukt was, bet transport tegen te houden,
zou men het beleg weldra hebben moe
ten opbreken, thans was bet lot der stad
beslist. Van nu af viel het eene werk
na het andere en den 22ien October gaf
Bouflers, het nuttelooze van een verdere
verdediging inziend©, de vesting over. Hij
verkreeg vrijen aftocht voor het garnizoen
en trok met 4500 man in het kasteel,
'dat de stad beheerschte. Rler hoopte hij
zich zoo lang tei handhaven, tot ontzet
opdaagde, om vervolgens de stad te her
overen.
reau. Tk zal u straks even rondleiden.
Als 't heel vol is, kunnen er ook nog
slapen in de woningen, die u daar straks
aan weerszijden van den voortuin zag."
En na de koffietafel gaan we dan de
vele zalen en kamers door, waar de
gasten zich wijden aan studie of ont
spanning en .rust; voorzien van biblio
theek en tijdschriftlectuur, ook van bil
jart en spel, kunnen zij, die in do groote
academiestad verspreid wonen ea wer
ken, elkander hier gedurende korter of
langer tijd leeren kennen en gemeenschap
pelijke geestelijke belangen bespreken.
Om daarvan wat meer te vernemen,
heb ik een uurtje zitten praten met Dr
Rutgers in zijn gezellig-volle werkkamer,
uitziende op voorplein en tuinen van het
uit de 13e eeuw stammende kasteel- De
poging, om den persoon van dezen
werker u te schetsen, is vyij wel gestrand
op het feit, dat hij in zijn arbeid ongeveer
is opgesmolten. Secretaris van de N. C.
S. V. is Dr Rutgers nog maar tien jaar;
maar de band is al aangeknoopt in 1899,
toen de N. C. S. V. drie jaren bestond;
nooit "is die band verbroken geweest,
zoodat hij in Juli 1924 kon spreken van
de 25e Zomerconferentie te Nunspeet,
door hem bijgewoond. In (Je hall stonden
koffers gepakt.
„Ja, weet u, wij gaan morgen weer
naar Nunspeet voor een paar weken- Har
denbroek en Nunspeet zijn de twee stu
denten-centra. Te Lunteren en Loosdrecht
hebben de meisjesclubs hun home, te
Leersum en de Treek hebben de jongens
hun kampen."
„Dat alles in tien jaren tijds bereikt?"
„Bijna. Vóór 1915 was alles wat de
N. C. S. V. ajs geheel deed: één zomer
conferentie, twee jongenskampen, twee
meisjesclubs, één wpekblad en één win-
terconferentie. En nu zijn er vier zomer-
conferenties, tien jongenskampen, zes
meisjesclubs, een week- en een maand
blad en plus minus twintig cursussen.
Meer dan 2000 studenten, jongens en
meisjes doen daar nu jaarlijks aan mee."
„U was nog korten tijd predikant?"
„Ja, van 1911 tot 1915, op Marken.
Van 19061908 ben ik ook nog secre
taris geweest van de N- C. S. V., moest
ter beëindiging van mijn studie aftreden
en ben in 1910 gepromoveerd."
„En in de Wereldfederatie van Chris-
ten-Studenten-Vereeniging is u ook reeds
eerder gekomen?"
„In 1907 werd ik algemeen Bestuurs
lid, sedert 1920 ben ik penningmeester.
De wereldfederatie telt thans haar afdee-
lingen in plus minus 40 landen aan bijna
3000 hoogescholen, met een ledental van
plus minus 250.000 studenten."
„Dr John Mott is daarvan de Voor
zitter."
„Ja. Met hem hoop ik dezen winter
Ned. Oost-Indië te bezoeken. Hij heeft
hier op Hardenbroek ook al eens gelo
geerd, in Mei van 't vorige jaar."
„Leidde uw voorliefde bij de studie
naar een arbeid als in de N. C. S. V.?"
„Betrekkelijk. Mijn proefschrift had tot
onderwerp „Kerkelijke deputaten."
Maar- waarom ik nu juist dien arbeid
heb gekozen? Ochj predikant zijn kon
den nog 600 anderen, maar voor dat
werk was toch bijzondere sympathie,
voorbereiding en meeleven noodig."
Dien keurvorst van Beieren, Frankrijke
bondgenoot, werd thans opgedragen een
aanslag op Brussel te beproeven, om daar
door de verbondenen Rijlssel te doen op
geven. Dien 22en November verscheen hij
met 'een leger van meer dan honderd
twintigduizend man voor de -hoofdstad,
die als vesting weinig te beteekenen had
en slecht bezet was. Toch werd een aan
val, die den 26en November plaats had,
bloedig afgeslagen. Tot negenmaal toe
rukten de Franschen aan en tweemaal
verkregen zij vasten voet, doch telkens
werden zij teruggedreven en ten slotte
deden de verdedigers 'n Uitval, en verniel
den de loopgraven. De keurvorst waagde
geen tweeden storm en toen hij1 vernam,
dat Marlborough onder begunstiging van
een dichten mist bij Grave de Schelde
overgetrokken en in aantocht was. trok
hij af. De hoop der Franschen, om het
kasteel van Rijssel te ontzetten, was thans
voor goed vervlogen. Hier warbn de be
legeringswerken intusschen met kracht
voortgezet. Benige weken *iog verdedigde
Bouflers met groote dapperheid den hem
toevertrouwden post; eerst den lgen De
cember gaf hij op last van Lodewij'k XIV
het kasteel over.
'Zoo viel Rijlssel na. een beleg, dat 117
dagen geduurd en van weerszijden dui
zenden menschenLevens gekost had. Ver
schillende personen, die later -hun naam
beroemd gemaakt bobben, woonden deze
belegering bij. Zoo vond men er August
II, koning van Rolen, die uit zijn land
verdreven was, doch er het volgende jaar
na de nederlaag van zijln vijand, Karei
XII van Zweden, terugkeerde. Zoo vond
men er den 12-jarigen MaUrits van Sak
sen, die later in Franschen dienst trad,
om als maarschalk de Fransch© wapenen
te doen zegevieren. Zoo Munnich, die
later de Russisch© legers ter overwinning
voerde. Schwerin, di© later rij®1 koning;
Frederik den Grooten, zoo gewichtige
diensten bewees ©n den jongen prins van
Hannover, die later koning van Enge
land werd. Met roem1 had Bouflers de
vesting verdedigd, doch nog grooter was
de roem der veldheeren, di© deze stad,
welke de groote Vauban onneembaar
achtte, tot overgave gedwongen hadden.
Nog hetzelfde j,a.ar, den 30en December
veroverde Miarlborough de stad Gent, die
door de la Mlothe verdedigd was, eene
verovering, die voor het verder verloop
van den oorlog "van 'grooten invloed is
geweest. Centrum.