DE ZEEUW 'tweede blad. FSTEDE, els eo Peren, Dienstbode '/2 millioen gulden. Pandbrieven 101 en Pandbrieven 100 hand te koop, ii Bouw- en Weilandl one Oorschmacniml Motorrijwiel f 250| ®r Harley of f 150. htwagen compleet I )ak Electrisch f800 deuren, 1923, volle intie f1200 andbouwers. /SCHE BONTE 3EID. Zeeuwsche Stemmen. een prachtïBe B-epelvaass catSean Gravenstraat, hoek MaJ Middelburg. W VAN ZATERDAG 8 AUG. 1925. No. 261. Een huurhuys. i omloop voor Verkrijgbaar: levorrïerden leeftijd den eigenaar i op Zuid-Beveland uit: Woonhuiij Varkenshok, Boom.' Bouw en Weiland ireer Ï2 Hectarenol, 30 Gemeten, iwen zijn zoo goed Ie gronden van uit] valiteit. Onder nader! kunnen ongeveer jlgen. ischt direct op gebruife. rrkochte kan een groot lerste hypotheek a 5®, ftigd blijven, dichtingen te bekomen van Notaris E. C. VAN Goes. met weel korting, zoo goed als nieuw, bgen 8—12 H.L. per] cht 5 P. K. |tter P Bur. „De Zeemt' E KOOP: BUTLER, BiezeliDgeJ E KOOP: EU Co, GOES. Tel. 167. teekende zijn te koop iesland) geteeld. GekJ met cijfer 9. Verderl Frïesche Pooiaard-r C. C0RSTANJE Pi] kskindoren, bij Goes. E KOOR: den boomgaard vail BAALEN te Ril^l liljetten in te zendes I gustus bij bovengef E KOOP: itroën, pracht en| d wagentje e). Ook genegen 'el ord Sedan. E DREU Co GOES Tel. 167. Middelburg in gez'D| ■en, tegen hoog J°on. ter M Bureau dei«| oes. een prachtige 0e'| pelwaas cadeau- avenstraat, hoek MarM 2 Cor. 5:1. liet vleesch dat ons hot lichaam deckt, En al de leden overtreckt, ftoem dat een huurhuys, lieve vrient, Vermits het ons maer wcynigh dient, gen huurhuys is gemeenlijk slecht, Als licht en vaerdigh opgerecht. En schoon men al het slecht gobou Tot beter wesen brengen wou, ])o huyslieer wil het dickmael niet, Hoewel hij schoon de feylen siet; Hij wil niet dat men kosten doe. Hij is misschien den huurder moe. Het blijven of het henen gaen Plach aen den huurder niet te staen. I I 'j I tLij'f is maer huur, geen eygen goet. goo dat men haest verhuysen moet. Indien uw lmurtijjt is volont, (Dat aen den buysheer is bekent) Bylaes I daeu is geen bidden aen, Do Jmurlingh moet daer henengaen. Weten, mijn ziele! tot besluyt: giet ons naer vaster wooningh uyt. Siet dat je tot het huys genaeckt, Hat met geen handen is gemaeckt. 0 Godl als ,ghy my seggen suit: Vcrhuyst, uw' huur tij,t is vervult, Geeft, dat iele dan magh zjjh bereyt Als een, die uyt een huurhuys scheyt, Om soo te gaen, met blijden geest, Daer geen verhuysen wort ge vreest. Jacob Oats. iddelburg. Br Eigenhuis snwoordiginü' Juli 1925. Welnu dan, de kiezers hebben ge sproken. Ieder op zijin wijze, op ha,a,r wijze. En we weten nu wïe in 'het i Binnenhol' „op de kussens" zullen zitten. Daar gaan ze straiks. Met zekeren tred, zij', die vergrijsd zijn in den par lementairen strijld en telkens weer op nieuw bij de verkiezingen een bewijs van vertrouwen mochten in ontvangst nemen. Met zelfbewusten gaug ook de af gevaardigden, die voor de derde of tweede maal zich 's lands vergader zaal ontsloten zagen en popelen om lot stand te brengen wat zijl in de afgeloopen periode nog zoo gaarne hadden gedaan, docih waartoe de ge legenheid hun heeft ontbroken. Daar gaan ook zij', die voor do eer ste maal de eer waardig geacht wer den ons volk, heel de natie of maar een kleine groep staatsburgers? in het Rarlement te vertegenwoor digen. Wat zal op- dien eersten gang gelet worden! Wat zullen in de eerste uren, en dagen misschien, hun houding en hun gedragingen nauwlettend gadege slagen worden door hen, die misschien vergeten zijn, dat zij ook eens als FËUSLLETÖN. HET BELEG WAN RIJSSEL Van 1701 tot 1714 woeade de Spaan se!» Successie-oorlog, zoo genoemd, om dat hjj over de verde-efing der Spaansche nalatenschap ontstond. Aian da eene zijde stonden DUitschland, Engeland, Nederland en verschillende kleine EJuropeesche Sta ten, aan de andere Frankrijk en Spanje, flvenals in 1914 stond toen bijna, geheel Europa in vuur en vlam, doch de bond genoot® van 1914 waren toen elkan ders verbitterde tegenstanders, wel een bewijs, hoe in den loop des tijds de toe standen veranderen bunnen. Evenals J'r- 1914- werd ook voor 2 eeuwen de oorlog voor ©en groot gedeelte in België fin Noord-Frankrijk gevoerd en hadden ®r veldslagen en belegeringen plaats, die duizenden menscbenl,evens kostten. Een van de gewichtigste wapenfeiten, daar Indreven, is de belegering van Rijgs.el in 1708. Eijsstl, vroeger de hoofdstad van. het Fransch Vlaanderen, in 16G7 door den vrede van Aken bij Frankrijk gevoegd, was sedert de tweede stad des Rijks geworden. Door Vauban, den grootsten vestingbouwkundige van zij'n tijd, was het zoozeer versterkt, dat het voor onneem baar gokp Bij het begin van 1708 had net ©ene bezetting van zestienduizend man onder Bouflers, oen van Frankrijk 's best©^ veldheeren, terwijl de bevolking, die vijftig duizend zielen tolde, den Fran- schen koning geheel was toegedaan. Waf verder ©en aanval op Rijlssel hoogst ge vaarlijk maakte, was de omstandigheid, dat Gent, Yperen, Brugge, Borgen en Doornik door den vijand bezet waren, (lie ook de grooto wegen waarlangs de aanvoer moest geschieden beheerschte. Vendom®, die achter het kanaal van Brugge, lag, .achtte de onderneming dan ook onmogelijk ©n toon te Brussel toe bereidselen tot het aanvoeren van belege ringsmiddelen gemaakt werden, hield hij dit slechts voor een krijglslist, om hem 'uit zijn. sterke stellingen te lokken. Toen echter een convooi van 6000 karren den 21on Juli op marsch ging, wilde hij het aanvallen, doch zijp medebevelhebber, de hertog van Rourgondië, verzette zich daar tegen en zoo kwam de trein vier dagen later behouden voor Rijlssel aan. In hei begin van Augustus waren uit Rolland te Antwerpen 94 kanonnen, 62 mortieren „groenen" een figuur hebben gesla gen, dat men ter nadere aanduiding meL niets minder dan modder in ver band pleegt te brengen. Eén troost is er voor hen, n.I., dat zij zich niet hebben te schamen over buitensporigheden, welke in die def tige zalen nog nooit vertoond zijtn. Want op parlementair gebied is er af zooveei vertoond en ten gehoore ge bracht, dat men terecht mag spre ken van een gedegenereerd instituut en de nieuwbakken Kamerleden moe ten al heele bollebozen in de onge manierdheid zijn willen zij sommige voorgangers of collega's daarin over treffen, hun den loef afsteken. Toch zou ik wef eens getuige wil len zijn van hun intrede in het Par lement. Waaróm dan toch? vraagt ge, na zooveel minachting voor of bever feringschatting mijnerzijds van de weede Kamer geconstateerd te heb ben. Wel, ik zou wel eens willen zien of er onder die nieuwe parlementa riërs en ook onder de oude gezich ten zijn, die blozen van schaamte over de ongerechtige middelen, welke zij bezigden om den weg naar het Bin nenhof te effenen. Er zijn er toch, die heel wat heb ben durven bestaan. En het gaat toch maar niet aan om zich slechts te verontschuldigen met de woorden, dat men 'tniet zoo nauw moet nemen met wat tegen zekere Juni-gebeurte- nissen den volke diets gemaakt wordt. Alsof 't al niet erg genoeg is, dat er met de hoogste belangen gesold wordt op een wijze, die in de wereld van den koophandel in den gewetenloo- zen hoek haar wedergave vindt. Doch terzake. Ik zou wel eens wil len zien af de vrijzinnig-democraten Jockes en" van Aalten niet lichtelijk meesmuilen als zij in hun eerste parle- mentszitting gelegenheid hebben even terug te denken aian de maand Juni, toen zij de vrouwtjes een zoetsappig pam flet lieten opstellen, waarin zijl het lieten voorkomen als zou alleen aan hun zijde het ware „recht" gevonden worden, wars v,an alle geweld en in timidatie ^,ls zij zijn. En'als zij dan op hetzelfde mo ment ook dien onvergetelijlken avond met van Embden in den Haagschen Dierentuin (je weet wel: met die wol ven en lammeren!) even in 't geheu gen terugroepen. Tja, dan zou ik die gezichten wel eens willen zien. De nieuwe afgevaardigden van den Vrijheidshond wil ik ook even in het vizier nemen. Die toch zijln in de Ka mer gekomen om de volgende redenen. (Ik zou dat niet zoo goed weten, als zij het zelven niet vastgelegd hadden in een groot verkiezingspamflet) Zij zijn vóór verdediging van de geestelijke vrijheid. En zij zijn voor premievrij Staatspensioen. Wat hebben ze, hun k'i,ezers>|fij|h bij dep) neus. Verdediging van de geestelijke vrijheid, zij hebben „er 'jarenlang de gelegenheid toe gehad, doch is het soms, omdat ze er het tegendeel onder verstaan, dat ze ons volk jaren lang geestelijk geknecht hebben? en meer dan drieduizend wagens met krijgsbehoeften bijeengebracht. Dit kon vooi vormde een trein van vijf uur in de lengte en moest, om Rijlssel te bei- reiken, een weg afleggen van meer dan twintig uren gaans, dwars door ©ene vijandelijke macht van 80.000 man. Het was een stoute onderneming, doch zij gelukte volkomen, dank zoowel het be leid der leiders als het gebrek aan sa menwerking bij de Frariscbe bevelheb bers. Zonder het geringste verlies geleden te hebben, kwam het konvooi voor Rijs- sel a,a,n ©n nu kon de belegering beginnen. Ti© .aanvoerder der belegeringstroepen was Eugenius van Savoye, opperbevel hebber der keizerlijke troepen, de grootste veldheer van zijln tijd, nog heden ten dage de populaire held van het D|uitsche volk, Veertigduizend man met 170 kanon nen, 40 mortieren en 20 houwitsers be legerden de stad, terwijil Marlborough, Enge,lands grootste veldheer, met ©en leger van 70.000 man de belegering: dek ken zou'. Onmiddellijk onder Eugenius stond de prins van Oranje Jan Willem Friso, die .eerst twee en twintig jaren telde, maar zich reeds vroeger in den slag bij Oudenaarden roemvol onder scheiden had. Gedurende de eerste weken maakten de belegeraars weinig vorderingen en ondertusschen vereenigjden zich twee Fransche legers, bet ©ene onder Berwick, het andere onder Vendome en den hertog van Bourgondië, in de vlakte tusschen Gommaraoe en Lessines, met het doel, Rijlssel te ontzetten. D'och Berwick en Vendome waren naijverig op elkanders roem en de hertog van Bourgondië koos nu eens de partij van den een, dan die van den ander en zoo ging de kostbare tjjd in nuttelooz© beraadslagingen voor bij', terwijl Eugenius en Marlborough van dien tijd gebruik maakten door tusschen de riviertjes Mahgue en Reule sterke ver schansingen op te werpen. De Franschen moesten daardoor onverrich terzake af trekken en int'usschen waren de aanvals- weiken tegien de stad zoo ver gevor derd, dat Eugenius meende tot bestor ming, te kunnen overgaan. Doch de eerste aanval, die den 17©n September ondernomen werd, mislukte volkomen ,en kwam de belegeraars op duizenden dooden en gewonden te staan. Vier dagen later werd een nieuwe aanval beproefd, doch ook deze liep ongelukkig af. Van vijfduizend Engelschen, die Marl- boroiugh ter hulp gezonden had, bleven Gelukkig, dat er bij! de Verkiezin gen telkens minder rood potlood ver bruikt wordt voor de lijlsten van de zen anti-vrijheidsbond! Ik wil bijzonderlijk letten op ds Lingbeek. Op zijn manier en op zijn handelingen. Dit toch is de man, die zijn kiezers heeft laten wijs maken: dat de C. H. Unie ons noch voor onze Christelijke, noch voor onze His torische voorrechten Voldoenden waar borg biedt; dat de v,a,n allen kant bedreigde N.-H. Kerk in de C. H. Unie geen voldoende overtuigende pleitbezorg ster vindt, „daar vele Jjarer leiders de vrije-kerk-idee zijn toegedaan en propageeren", dat zij, wei in woorden, doch niet in daden durft op te komen voor het Erotestantsch karakter der natie; dat ook bij ha,ar de symptomen aan wezig zijn van een verroomsohende mentaliteit; dat die C. H. Unie om velerlei an dere redenen niet deugt; dat de a. r. haar kracht niet zoekt in het Woord Gods, en zoo „ethisch" is; dat de a,. r. partij door het Chris telijk beginsel prijs te geven, ook in de praotijk niets Christelijks heeft kun nen tot stand brengen; dat zij na, een 40-jarige regeering den liberalen staat niet in een Chr. staat heeft kunnen omzetten, noch zelfs dien naderbij brengen; enfin, dat ,zij eigenlijk nog minder deugt. Ik wii hem eens goed in de gaten houden en zien of liij: zich schaamt over zooveel onbroederlijks en of hij! ook wel eens zal meestemmen met die verdorven partijen. Neen, ik let niet op, die roode hee- ren, die 't blozen van schaamte sinds lang verleerd hebben, ma,ar ik kan niet nalaten mij'n oog te wenden in de richting van Ds Kersten en zijin trawant, den heer Mr Dambrink neen, 'da's waar oök, die trouwe anti revolutionair wa,s niet te koop. Ds Kersten had hem gaarne tot compag non gemaakt in de Staatkundig Ge reformeerde firma, doch z,al zich te vreden moeten stellen met z'n Her vormden collega Zandt. La,at mij' goed tojizien, of deze lieeren, die van modderen afkeerig, volgens hun eigen verkiezingslectuur, voortgaan met modderen, gelijk ze tot den eersten Juli j.l. toe hebben ge daan. Dan wel of zij' het boetekleed dragen, berouw hebbende over a! dat onedel, onbroederlijk gedoe, onder het motto: Wij alleen strijden voor de handhaving en doorvoering der ware Christelijke beginselen. Als 't mannen met een geweten, met eergevoel zijn, moeten zij zich scha men. Zoo heb ik heel wat te doen als ik gezeten hen in 'n hoekje van de publieke tribune, beneden mijl het bont gewemel van „oude ratten" en „jonge broekjes" in de politiek, 'n stukje parlementaire wereld. De eerste indruk zal meevallen, zegt men mij. Kersten heeft tot dusver ook meestal meegesternd met die gehate er slechts vijftienhonderd over, wel een bewijs, hoe bloedig: er gevochten was. Slechts ©enige onbeduidende werken wer den genomen en deze gingen reeds den volgenden nacht bijl een Uitval der be legerden weer verloren. Gelukkiger was men bij ©en derden stormaanval, die in den avond van den 25sten Sept. onder '©en zware donderbui plaats had en waar bij ©enige verdedigingswerken veroverd werden ©en succes, dat echter ten koste van meer dan tweeduizend dooden en gewonden behaald werd. ïntusschen begon zich binnen Rijlssel giebrek a,a,n m'uniti© te doen gevoelen. Een dapper kapitein bood aan, dit te gaan boodschappen en bet gelukte hem, door het vijandelijke leger hoen te, komen en, na zjjne zending verricht te hebben, behouden in Rijlssel terug te koeren. Zoo spoedig, mogelijk ging; thans eene Fran sche afdeeling; van tweeduizend ruiters onder aanvoering van den ridder d© Luxemburg, gekleed in Rollandsche uni formen ,en waarvan ieder man zestig pond buskruit droeg, van Diouai op marsch en bereikte, toen het duister was, den sluit boom, die tot dei linie der belegeraars toegang gaf. Zijl meldden zich aan als te zijn afgezonden door Marlborough om buskruit te brengen en verzoeken spoe dig binnen gelaten te worden, daar de- vijand dichtbij is. Niemand vermoedt on raad ,en reeds zijin 1500 man binnen de linie, als een der officieren onbedacht in het Fransch een commando, geeft, waar door de list ontdekt wordt. De schild wachten geven Vuur, ©enige zakken bus kruit vliegen in brand en verschillend© ruiters komen daarbij om het leven. De soldaten, die nog buiten den sluitboom zijn, rijden in aJJieirijl terug naar Diouai, maar de overigen banen zich een weg naar Rijlssel ©n brengen daar den zoo Vurig verlangden voorraad. Dioch niet minder groot dan bijl de Franschen was bet - gebrek aan munitie bij de belegeraars, zóó zelfs, dat er in den krijlgsraaü reeds over het opbreken van bet beleg, gesproken wa,s. De Franschen, ziende dat bet onmoge lijk was bet leger „der verbondenen a,an te vallen, trachtten het thans den toevoer af te snijden. Diaartoe hadden zij door, bet openen dor sluizen te Nieuwpoort bet Land tusschen Menen ©n Ostende onder •water gezet, doch doordat het water niet boog genoeg rees, bleven de groot© we gen droog. Te Ostende was inmiddels ©en aanzienlijke voorraad uit Engeland a. r. en c. h„ ja zelfs met die ver vloekte r. k. Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan. En met Lingbeek zai 't ook wel zoo zij'n. Maar dan zij'n ook die kleine par tijtjes in eens geoordeeld en ten doode opgeschreven. Dan hebben we straks één groot. Protestantsch-Christelijk blok, me't een invloed Ik ben benieuwd èn nog wat scep tisch aangelegd. Hoeveel Kleine par tijen hadden wij den vorigen keer, hoeveel verdwenen er als sneeuw voor de zon en toch bleek de splijtzwam nog niet uitgeroeid. KEES VAN DER MEER. Een vraaggesprek. Een medewerker van „Timotheus", het bekende onder hoofdredactie van den heer Voorhoeve te Den Haag verschij nend geïllustreerd weekblad, doet in het no. van heden verslag van een vraag gesprek met dr H. C. Rutgers, secretaris van de N. C. S. V. In de volkomen rust van een in wijden omtrek door huis en hof genabuurd na tuurschoon, ligt, vierkant-massief, het kasteel Hardenbroek. De hooge, drie voet dikke muren weerspiegelen zich in de slotgracht, waar overheen een houten brug van twee verdiepingen de verbin ding geeft met dit „Huis" boven en den „dienst" beneden. Daarbinnen zijn heden en verleden in een eigenaardige verhou ding gekomen: aan de wanden der def tig aangekleede kasteelkamers de olie verfportretten van het voorgeslacht, neer ziende op de bezigheden en uitspannings genoegens van het opgroeiend nageslacht: studenten en die het zullen worden. We zijn hier in het centrum van den jeugd- arbeid, die in de bekende vier letters N. C. S. V. in den lande alom bekend en bij zeer velen bemind is. De ziel van deze beweging, Dr H. C. Rutgers, woont en werkt op dit kasteel, voorzoover hij niet ver van huis toeft in en buiten Europa, om de internationale organisatie, waar van de N. C. S. V. een flinke dochter is, in zijn functie van penningmeester te dienen. In den ruimen ontvangsalon komt de, in de kracht van zijn leven staande gast heer mij begroeten, nadat mevrouw mij heeft verrast met de uitnoodiging boven te komen koffietafelen- Ik spreek van de wel schoone, maar zoo afgelegen omge ving, van de eenzaamheid, zóó te moe ten wonen, maar: „Geen sprake van. Wacht, ik zal u eens even ons gastenboek laten zien- Kijkt u eens hier: bijna onafgebroken heb ben we hier groepen: studenten, gym nasiasten, meisjesclubs, H. B. S.'ers, Con ferenties van allerlei aard, nu eens 20, dan weer 40, en als 't moet 65 personen- Die komen hier óf hun week-end door brengen, óf een studieclub vormen, óf zij kampeeren in den omtrek." „O, dus u hebt een heel personeel noo- dig voor logies en verzorging?" „Stellig. Maar niet zoo heel veel per soneel, want de „gasten moeten zelf ook de handen uit de mouwen steken- En dan hebben we hier ook de administratie van de N. C. S. V., drie dames op 't kan toor, mijn vrouw en ik ieder op ons bu- ■aangekomen en nu gaf Marlborough den gëneraal-majoor Webb last, met een af deeling van 16000 man het transport te beschermen. Dien 26en September brak dez© op ©n tegelijkertijd werden zeven honderd wagens naar Ostende gezonden vergezeld van 1200 ruiters en evenveel infanteristen, die het dorp Leffinghen in bezit namen en zich daar verschansten. In den omtrek van Brugge hadden de Franschen ©ene aanzienlijke macht sa mengetrokken onder den graaf de Ia Mothe die echter, vertrouwende op de overstroo ming, verzuimd© de bewegingen der bond- genooten gade te slaan. In den avond van dein 26©n September verliet het trans port Oostende en trok den volgenden mor gen bij Leffinghen het kanaal van Nieuw poort over, om door fiat bosch van Wijr nendaal Menen te bereiken. De la Moth© dit vernemende, besloot het transport bjj| het doortrekken van Hit bosch te over vallen, doch Webb was hem voor. Aan .weerszijden van de open plek, die het bosch van Wijhendaal in twee deelen Scheidde, had hij| een regiment in hinder laag gelegd; een ander gedeelte ,va,n zijin leg©]' had hij achter het bosch opgesteld, terwijl ©en© 'kleine afdeeling' bij den in gang stond en bij de nadering der Fran schen terugtrok. Zeker van de overwin ning, rukte de vijland voorwaarts, doch plotseling werd hij van alle zijden over stelpt door een vreeselijk geweervuur, dat honderden cleed neerstorten. Tevergeefs trachtte ook d© ruiterij' door 'te 'dlringen: tegen het moorddadige ge weervuur der verbondenen was geen© dap perheid bestand. In wild© verwarring Vluchtten tenslotte de Franschen in de richting naar Brugge', doch meier dan drie duizend hunner bleven dood of gewond op het slagveld, terwijl de verliezen der bondgenooten slechts, ©enige honderden bedroegen. De overwinning bijl Wijhendaal was van groot gewicht. Indien het den Franschen gelukt was, bet transport tegen te houden, zou men het beleg weldra hebben moe ten opbreken, thans was bet lot der stad beslist. Van nu af viel het eene werk na het andere en den 22ien October gaf Bouflers, het nuttelooze van een verdere verdediging inziend©, de vesting over. Hij verkreeg vrijen aftocht voor het garnizoen en trok met 4500 man in het kasteel, 'dat de stad beheerschte. Rler hoopte hij zich zoo lang tei handhaven, tot ontzet opdaagde, om vervolgens de stad te her overen. reau. Tk zal u straks even rondleiden. Als 't heel vol is, kunnen er ook nog slapen in de woningen, die u daar straks aan weerszijden van den voortuin zag." En na de koffietafel gaan we dan de vele zalen en kamers door, waar de gasten zich wijden aan studie of ont spanning en .rust; voorzien van biblio theek en tijdschriftlectuur, ook van bil jart en spel, kunnen zij, die in do groote academiestad verspreid wonen ea wer ken, elkander hier gedurende korter of langer tijd leeren kennen en gemeenschap pelijke geestelijke belangen bespreken. Om daarvan wat meer te vernemen, heb ik een uurtje zitten praten met Dr Rutgers in zijn gezellig-volle werkkamer, uitziende op voorplein en tuinen van het uit de 13e eeuw stammende kasteel- De poging, om den persoon van dezen werker u te schetsen, is vyij wel gestrand op het feit, dat hij in zijn arbeid ongeveer is opgesmolten. Secretaris van de N. C. S. V. is Dr Rutgers nog maar tien jaar; maar de band is al aangeknoopt in 1899, toen de N. C. S. V. drie jaren bestond; nooit "is die band verbroken geweest, zoodat hij in Juli 1924 kon spreken van de 25e Zomerconferentie te Nunspeet, door hem bijgewoond. In (Je hall stonden koffers gepakt. „Ja, weet u, wij gaan morgen weer naar Nunspeet voor een paar weken- Har denbroek en Nunspeet zijn de twee stu denten-centra. Te Lunteren en Loosdrecht hebben de meisjesclubs hun home, te Leersum en de Treek hebben de jongens hun kampen." „Dat alles in tien jaren tijds bereikt?" „Bijna. Vóór 1915 was alles wat de N. C. S. V. ajs geheel deed: één zomer conferentie, twee jongenskampen, twee meisjesclubs, één wpekblad en één win- terconferentie. En nu zijn er vier zomer- conferenties, tien jongenskampen, zes meisjesclubs, een week- en een maand blad en plus minus twintig cursussen. Meer dan 2000 studenten, jongens en meisjes doen daar nu jaarlijks aan mee." „U was nog korten tijd predikant?" „Ja, van 1911 tot 1915, op Marken. Van 19061908 ben ik ook nog secre taris geweest van de N- C. S. V., moest ter beëindiging van mijn studie aftreden en ben in 1910 gepromoveerd." „En in de Wereldfederatie van Chris- ten-Studenten-Vereeniging is u ook reeds eerder gekomen?" „In 1907 werd ik algemeen Bestuurs lid, sedert 1920 ben ik penningmeester. De wereldfederatie telt thans haar afdee- lingen in plus minus 40 landen aan bijna 3000 hoogescholen, met een ledental van plus minus 250.000 studenten." „Dr John Mott is daarvan de Voor zitter." „Ja. Met hem hoop ik dezen winter Ned. Oost-Indië te bezoeken. Hij heeft hier op Hardenbroek ook al eens gelo geerd, in Mei van 't vorige jaar." „Leidde uw voorliefde bij de studie naar een arbeid als in de N. C. S. V.?" „Betrekkelijk. Mijn proefschrift had tot onderwerp „Kerkelijke deputaten." Maar- waarom ik nu juist dien arbeid heb gekozen? Ochj predikant zijn kon den nog 600 anderen, maar voor dat werk was toch bijzondere sympathie, voorbereiding en meeleven noodig." Dien keurvorst van Beieren, Frankrijke bondgenoot, werd thans opgedragen een aanslag op Brussel te beproeven, om daar door de verbondenen Rijlssel te doen op geven. Dien 22en November verscheen hij met 'een leger van meer dan honderd twintigduizend man voor de -hoofdstad, die als vesting weinig te beteekenen had en slecht bezet was. Toch werd een aan val, die den 26en November plaats had, bloedig afgeslagen. Tot negenmaal toe rukten de Franschen aan en tweemaal verkregen zij vasten voet, doch telkens werden zij teruggedreven en ten slotte deden de verdedigers 'n Uitval, en verniel den de loopgraven. De keurvorst waagde geen tweeden storm en toen hij1 vernam, dat Marlborough onder begunstiging van een dichten mist bij Grave de Schelde overgetrokken en in aantocht was. trok hij af. De hoop der Franschen, om het kasteel van Rijssel te ontzetten, was thans voor goed vervlogen. Hier warbn de be legeringswerken intusschen met kracht voortgezet. Benige weken *iog verdedigde Bouflers met groote dapperheid den hem toevertrouwden post; eerst den lgen De cember gaf hij op last van Lodewij'k XIV het kasteel over. 'Zoo viel Rijlssel na. een beleg, dat 117 dagen geduurd en van weerszijden dui zenden menschenLevens gekost had. Ver schillende personen, die later -hun naam beroemd gemaakt bobben, woonden deze belegering bij. Zoo vond men er August II, koning van Rolen, die uit zijn land verdreven was, doch er het volgende jaar na de nederlaag van zijln vijand, Karei XII van Zweden, terugkeerde. Zoo vond men er den 12-jarigen MaUrits van Sak sen, die later in Franschen dienst trad, om als maarschalk de Fransch© wapenen te doen zegevieren. Zoo Munnich, die later de Russisch© legers ter overwinning voerde. Schwerin, di© later rij®1 koning; Frederik den Grooten, zoo gewichtige diensten bewees ©n den jongen prins van Hannover, die later koning van Enge land werd. Met roem1 had Bouflers de vesting verdedigd, doch nog grooter was de roem der veldheeren, di© deze stad, welke de groote Vauban onneembaar achtte, tot overgave gedwongen hadden. Nog hetzelfde j,a.ar, den 30en December veroverde Miarlborough de stad Gent, die door de la Mlothe verdedigd was, eene verovering, die voor het verder verloop van den oorlog "van 'grooten invloed is geweest. Centrum.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 5