Woensdag 5 Augustus fffHII
39e Jaargang
beschikten
Middelburg I $0 £58
FÖTOHANDEL
1 sp dit blad.
Zonnebrillml
Verrekpersl
ersoons
DE HEMELLOODS.
Muggebeten
Buitenland.
(ELIERS en
WENSGHEN, die J
advertentie-tarief
ons maken
e ontbieden.
Middelburg,
SE SCKOENl
azijn „De Magneet'
Hypotheek,
fbraakveilingen.
3PENWOL
vaars, te koop,
op een Koe,
E KOOR:
ieerde Herders
iam Smidsknecht
FEUILLETON.
G. F. CALLENBACH te NIJKERK
DE HEMELLOODS
iese week een
cadeau.
extra
avenstraat, hoek Markt
l/Iiddeiburg.
provincie Zeeland wen
ireiden, is „DE ZEEUW'
sn Dagblad voor adver-
f 1
met groote
lichtsterkte
ascht U een
den pasvorm J
dan naar het
97 Middelt
s goedkooper.
nd, J. 1. GRIJSPEEREl
of Landerijen, i|
rsonen komen nietl
ng. Brieven franco I
O Boekhandel DHUIJI
aar weken zal te GOES I
'braakveiling van lnt|
plaats hebben en o»[
gende week te ZU"
n scheepslading .Afbraak I
uit Schiedam, w.o. ook j
innen.
HEIJBOER, Deur»|
evraagd van ivei'1
de laatste week, I
FLIPSE,
Middelburg
de rekening, bf
LT,. Straatweg,
Biggekerk'l
KOOR:
NIEÜWENHÜIJZ^I
Augustus van haar
dl
ucuotuo VUU l
DE WOLFF, W|
r. K. VAN BELZ®|
B 83, Arnemuiden_
met boerenwerk
voor vast werk, 81
huwd. bij
VEIJN',
mperland.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentien:
t—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL
.Bij abonnement belangrijke korting.
DE FIGUUR VAN COLIJN.
De medewerker ran de „Tel." vervolgt
.zijn karakterschets over den mensch Co-
lijn, waarvan we in ons no. van gisteren
hebben melding gemaakt, met een be
schouwing over Calvijn als Calvinist. Hij
schrijft:
„Begaafd en waarachtig vroom", zoo
werd mij door iemand uit de-Meer, die het
goed gekend had, het gezin, waarin de
jonge Colijn opgroeide, gekenschetst. Als
jonge man is er een oogenblik weifeling
geweest in zijn geloof maar toen is
hij uit eigen, innerlijk zielsbeleven geko
men tot de overtuiging, die hij zijn heele
verdere leven zou aanhangen en verdedi
gen. Van die „bekeering" wordt niet veel
gesproken. Zielsgeheim wordt niet op de
markt des levens uitgebazuind. Maar de
levensrichting was beslist Calvinistisch.
Een teekenende bijzonderheid is wel, dat
de jonge, niet ruim bezoldigde luitenant
altijd tien percent tienden van den
oogst - besteedde voor kerkelijke en
andere, niet persoonlijke doeleinden
en deze gewoonte altijd is trouw gebleven.
Moeilijk is het immers voor een buiten
staander de levensrichting van een ander
te begrijpen. En voor het neo-Calvi-
nisme, zooals zich dat onder Kuypers
bezielende en geniale leiding in ons land
ontwikkeld heeft, schijnt dat bijzonder
moeilijk.
Men begreep het Christendom als
stemming, als stille zielszucht, als bezit
voor de binnenkamer, maar niet als strij
dende macht, die heel de erve des levens,
ook dus de politiek, opeischte .voor haar
beginselen. Deze strijdende Christenen
waren geen „doetjes" en wilden het niet
zijn, maai' manhafte vechters. Zij behoor
den tot volksgroepen, die tot dusver zoo
goed als uitgesloten waren van het be
stuur des lands, maar daarin nu hun
•deel gingen opeischen. Zij waren nauw
verbonden aan een kerk, de Gereformeer
de maar wezen den naam kerkelijke
.partij beslist van de hand. Met vreugde
wordt altoos gewezen op Duymaer van
Twist, goed antirevolutionair en goed Her
vormd. Ook voor de Christelijk-Gerefor-
meerden is er plaats in de antirevo-
.lutionaire partij. Maar er is meer, dat
haar voor den buitenstaander moeilijk
verstaanbaar maakte. Zij erkenden altijd
weer den mensch als zondig, en schenen
toch, door de vooropstelling van het be
ginsel, dat zedeleer zonder waarachtig
geloof onmogelijk is en verdorren moet
als de bloem, afgesneden van haar wortel,
voor zich alleen de ware zedelijkheid te
reserveeren. Pijnlijk heeft Kuyper vroeger
velen getroffen, pijnlijk heefft Colijn in
zijn jongste deputatenrede de velen aange
daan, die zich oprecht Christenen noemen
en staatkundig links staan, door met het
linksch beginsel allerlei afdwaling en ont
aarding in verband te brengen, die in
feite evenzeer bij eigen aanhangers voor
kwamen.
Maai- de antirevolutionair gelooft noch,
dat hij als mensch beter is, noch dat de
Overheid het hart kan veranderen, maar
wel meent hij, dat door goed bestuur
<en doelmatige wetgeving de voortgang
van het kwaad kan worden gestuit, de
.publieke eerbaarheid gehandhaafd en
daardoor zoowel een bron van verleiding
gestopt als een steen des aanstoots ver
wijderd kan worden.
De Calvinist is puriteinsch. Uitdrukke
lijk komt Kuyper in zijn beroemde Stone-
lezingen tegen tooneelspel, dans en kaart
spel op. In de antirevolutionaire pers
exe week een
cadeau-
yenstraat, hoek
Middelburg.
e*t"l
Een verhaal uit het Verre Westen.
(Nadruk verboden.)
54-) ISlot.)
Vervolgens zongen wij,:
Als een bloem van het veld
I? wleesch is als gras,
Zijn de dagen des menschen op aard
Mevrouw Ashley speelde op het orgel
en de Prins leidde 'het gezang.
Toen wij het laatste couplet zouden
beginnen, gaf de spreker een. wenk om
even te wachten. Hij wilde het eerst
voorlezen
Naar zijn eeuwig tehuis
Ging ook deze ons voor,
En verkreeg 'tgeen ons God heeft
beloofd.
"Wat -geen oog heeft gezien,
Wat geen oor heeft gehoord
Dlat ontving hij; de Heer zij geloofd!
Een oogenblik scheen het, alsof het
"gezang niet zou kunnen voortgaan, w'ant
Verscheidene vrouwen begonnen te snik-
is heel wat te doen geweest over de
deelneming van den Minister van Bui-
tenlandsche Zaken in Kuyper's kabinet
aan den dans bij een hofbal, en de strijd
over de vraag, of de studenten aan de
Vrije tooneelstukjes mogen opvoeren, is
nooit van de lucht. Er is in dit opzicht
een groot verschil met de Roomschen,
die de bijzondere gevallen beoordee-
len en wie „Tijd" en .„Standaard" naast
elkaar legt, ziet in advertenties en kunst-
beoordeelingen dadelijk het verschil.
Maar nooit is het Calvinisme ascetisch.
De geheelonthouding vindt er bijv. maar
zeer matige waardeering, en de goede ga
ven des levens worden gaarne met dank
zegging genoten. D'e werkelijkheid ook
de economische moet verheerlijkt wor
den en tot Gods eere strekken. Zoo ont
staat die voor anderen zoo moeilijk mede
te voelen dubbelheid van belangstelling
en levensvisie. D'e groote Calvinist Crom
well bezwoer het parlement een vloot
naar de Oostzee te zenden. „Redt het
Protestantisme en denk om uw kostelijken
korenhandel".Het is nog immer dezelfde
tweezijdigheid en de man, die straks een
rede zal houden, waarvan de gave gul
den en de sluitende begroeting hoofd
thema zijn, begint toch met gebed, psalm
gezang en bijbellezing en nooit zal er
toenadering tussehen onze politieke par
tijen over de scheidingslijn der antithese
heen komen, zoolang dat laatste franje
en bijkomstigheid genoemd wordt, niet
als levende werkelijkheid wordt gezien.
Voor Colijn is er een onverbreeklijk ver
band tussehen zijn godsdienstige overtui
ging en zijn politieke opvatting. De laat
ste moge gevormd zijn onder invloed van
zijn levenservaring, zij komt in zijn be
wustzijn voort uit de eerste. De logische
en strenge opbouw van den Heidelberg-
sclien Catechismus, dien hij zoo goed
kent, heeft voor de schol ing van zijn
denken gedaan, wat rechtsgeleerde studie
voor een ander deed.
Bij, Colijn, een man uit één stuk, is
dit nu alles tot één geworden. Het is
niet als bij Kuyper, die_ door één idee
gedreven en beheerscht, "de wereld altijd
antithetisch in tweeën scheidde en van
tijd tot tijd, als de practijk anders was,
met koene, doch kunstige hulp, hypo
these of zonderlinge wendingen, toch zijn
opzet scheen staande te houden, maar
het is meer een saamgetimmerd gebouw.
Bij Kuyper was het geniale, het over
wicht van den journalist en theoloog
op den staatsman; maar hij had een
devinatrisschen blik, een klein wolkje als
een manshand dadelijk erkennend en on
derkennend, stroomingen als met een
zesde zintuig aanvoelend. Colijn, die dit
niet alles bezit, heeft het in Kuyper op
gemerkt en bewonderd, zooals hij in hem
den geweldigen stylist waardeerde en
weet, dat hij nooit zóó „zijn volk" geheel
zal kunnen vatten als zijn voorganger,
die week aan week in de „Heraut" door
zijn hoofdartikelen zijn leer op- en uit
bouwde en zijn menschen er in opvoedde,
en door zijn meditaties aan het gevoelig
gemoed godsdienstige troost en steun gaf.
1) De schrijver had om de tweezijdig
heid der puriteinsche Anti-Revolutionai
ren, zoo Cromwell als wie ook te be
wijzen, aan dat antwoord van Crom
well kunnen herinneren: trust God and
keep your powder dry. (Vertrouw op God
en houd uw kruit droog.) Red. Zeeuw.
ken; maar de Prins hief met krachtige
stem het lied aan en hielp1 ons tot
het einde toe.
Na het slotgebed gingen allen naar
de sterfkamer, om den Loods nog een
maal te zien, en vervolgens naar buiten,
totdat de naaste vrienden alleen achter
bleven. Die Prins en jonker Frits stonden
naast de kist en zagen neer op het
kalme gelaat.
„Zwaahkreek heeft een goed man ver
loren, Prins", zei de jonker.
De Prins boog zwijgend het hoofd.
Thans kwam mevrouw Ashley bin
nen voor .een laatste afscheid. „Lieve
Loods", fluisterde zij, na een oogen
blik van stil'beschouwen en terwijl haar
tranen begonnen te vloeien, „lieve
Loods, ik dank God, dat Hij u tot ons
gezonden heeft. Gij hebt veel voor mii
gedaan." Toen bukte zij zich en drukte
een kus op zijn bleeke lippen en op zijn
voorhoofd...
Nu scheen Gwen eensklaps als uit 'n
droom te ontwaken. Zij keerde zich om
en verschrikt rondziende zei zij haas
tig tot Bill: „Ik moet hem ook nog eens
zien. Draag er mij naar toe!"
Bill nam haar in zijn armen en bracht
haar binnen.- Een enkele blik op dat
vredige gelaat en alle vrees Was van
haar geweken. Maar toen 'de Prins een
beweging maakte om de kist te sluiten,
haalde zij diep adem, drong zich dichter
Blind voor de eigenaardigheden, tekort
komingen en feilen van den grooten voor
ganger, is Colijn zeker niet geweest, maar
met zijn scherp verstand heeft hij zijn
beteekenis kunnen bepalen en geschat,
met het zielsorgaan van het geloof heeft
hij in hem een groote van gansch eenige
beteekenis gevoeld. Als hij in zijn blad
de „Standaard" Zaterdagsavonds de medi
taties van den, ook door hem geliefden
Haagschen predikant, Dr Dijk, leest (en ik
denk, dat hij ze leest, want Colijn heeft
behoefte aan stichting en religieuze op
beuring) dan zal ook hem wel eens het
verlangen overvallen, nog eens een me
ditatie van Kuyper te kunnen lezen met
zijn diepdoorleefde godsdienstige psycho
logie, zijn breede visie en zijn meester
lijken stijl, va.n een rijkdom, een innig
heid, een zeggingskracht, als slechts zel
den bereikt werden in onze taal.
Het is in den nieuwen leider der anti
revolutionairen dadelijk een sympathieke
daad geweest, dat hij dit onderscheid er
kend heeft dat tussehen hem en zijn voor
ganger bestond en niet heeft willen wezen
wat hij; niet was.
Hij, Colijn, is zelf ook mans genoeg!. Eien
zeer knap man, van breed weten en
rijke levenservaring. Een harde werker,
voor wien arbeid lust en een te lange
rust op de Hoogstraat een kwelling was.
Een onverzettelijke wil, maar geen kop
pige halsstarrigheid kenmerkt hem. Een
man, die het gezond verstand laat spre
ken, maar noch zonder teederheid des
gemoeids; noch zonder gevoel van deernis
is. Een zakenman, maar die geestelijke
dingen hoog stelt en op ©en ruim veld
van cultuur belangstelling heeft. Ben re
gent en heerscher, maar hartelijk in den
omgang. Een oud-militair, maar een char
meur, voor wiens bekoorlijkheid poli
tieke tegenstanders zich met opzet moeten
wapenen. Een rijk man, maar eenvoudig
in kleeding en voorkomen, en, als echte
Hollander, sterk aan zij'n vröuw gehecht.
Het gouden horloge, eens haar geschenk,
aan hem, en het eenige, dat hij bjj een
schipbreuk in Indië redde, is een hem
dierbare relikwie, met dankbaren trots
aan intimi vertoond.
Hij is ©en man, staande in zijn geloof
en zijin roeping. Hjjj kan slagen geven
en verdragen. Wonderlijk heeft mijl in
doze dagen dan ook aangedaan het ge-
klag oveT dm hoon en smaad den leider
aangedaan. pierson, die man in 'tver
stand en dat kind in de boosheid, ont
ving naar aanleiding van zijn wet op
de vermogensbelasting de méést schan
delijke en schaamtelooze brieven en be
dreigingen, maar droeg het met verwon
dering alleen over den aa,rd der bezitters
die hem zoo iets stuurden.
Het kan niet anders, .of ook in de
komende periode zal Colijn een sterk
verzet tegenover zich vinden. Het
Cialvinistisch-aUti-revolutionaire volk is
niu eenmaal niet goed te begrijpen of te
waardesteen door andere volksdeelen. Die
Eoomsch-Katholieken voelen zich vreemd
aan den stuggen zin, de puriteinsche le
venshouding. D'e Christelijk-historrschen
en meer gematigde orthodoxenbetreuren
nog .altijd de breuk in de oude volkskerk
en voelen een zekeren tegenzin tegen hét
afgesloten stelselmatig^ en dogmatische.
Den vrijzinnig-goidsdienstigèn (d.w.z. zij,
wier vrijzinnigheid positief is), kost het
de grootste moeite in het optreden der
•anti-revolutionairen iets .terug te vinden
van wat zij werkelijk godsdienstig noe
men. Men zal D|s v. d. Heide eens hooien
tegen Bill' aan en zeide met trillende
stem: „O Bill, ik kan het niet alleen
dragen. Ik ben bang alleen."
Zij dacht op eenmaal aan de lange
dagen van pijn en lijden, die haar Wacht
ten, en die zij voortaan zou moeten door
maken 'zonder een bemoedigend Woordje
van den Loods.
„Ik ook," antwoordde Bill. Hij had niets
beters kunnen zeggen.
Gwen zag hem een oogenblik onderzoe
kend aan en zei toen: „Wij zullen el
kaar helpen", en Bill, wien de stem
begaf, knikte toestemmend.
Nog eenmaal zagen zij den Loods aan,
alsof zij niet van hem konden scheiden,
daarna fluisterde Gwen: „Breng mij
w'eg," Waarop Bill haar naar de voor
kamer droeg.
Mij omkeerende zag ik den Prins kam
pen met zijn aandoeningen, hetgeen mij
zoo verbaasde, 'dat ik het onwillekeu
rig toonde. Hij merkte het en zei: „Bie
beste man, dien ik ooit gekend heb, Con
nor. Ik heb hem ook voor iets te dan
kenik zou allés Willen geven voor
een sterfbed als het zijne."
Diaarop sloot hij de kist.
Wij zaten bij Gwens venster, Bill haar
ondersteunende en ik. Langs de helling
van den met sneeuw .bedekten heuvel
ging de .stoet van sleden, en mannen
te paard. Zeer stilgeen gerinkel!
van bellen, geen vroolijke stemmen, tot-
Uitpakken ©n de heer Drop zal hem den
kelijk waardig ter zijde staan. Voor de
democratie is de heer Goljjli de vertegen
woordiger, niet alleen van de bestaande
maatschappelijke orde, maar van het
grootkapitalisme, <en nog wel speciaal
van dat kapitalisme, „dat in olie doet
en Indië uitbuit". Onze zeehelden mogen
populair zijn, een man der landmacht is
het zelden.
Zoo zal er bij de vrienden en bond-
genooten ,die niet tot dc engere partij
beihooreo, eenige vreemdheid, hij de op
positie fel verzet zijn. Alleen allen, die-
verlaging van directe belasting, bescher
ming van Indische ondernemingen wach
ten, zullen, bij alle verschil, in hun hart
dicht hij hem staan. Het verzet zal gel
den den vertegenwoordiger en drager van
bepaalde politieke gedachten, den man,
die op dit oogenblik een richting in het
landsbestuur vertegenwoordigt. Niet den
mensch veelszins geëerd, ja, door velen
met warme genegenheid, begroet.
Tegenover Colijn zal als hoofdfiguur'
Albarda staan, beiden bekwaam, beiden
eerlijk in h'un overtuiging, beiden ge
dreven door hartstochtelijke liefde voor
hun beginselen en partij', maar beiden
mannen van bezonnenheid, beheersching,
en staatkundig inzicht. Het kan de poli
tieke ontwikkeling van ons land slechts
ten goede komen, als de eerste minister
en de leider van Harer Majesteits loyal©
oppositie voor eikaars persoon achting
cm sympathie bewaren, en, bij. allen feilen
beginselstrijd, elkaar steeds weten te vin
den, waar hooger eenheid door bedreigd
landsbelang of door de eer van het volk
wordt gevorderd.
Bij muggebeten en beten van
i andere insecten, alsook bij huid-
jeuk, krijgt men dadelijk verlich
ting door het inwrijven met
30-60-90 ct. PUÜOL
Oud en nieuw.
Het nieüwe kabinet is er nu. Met uit
zondering van den minister van koloniën
die nog in Indië is, en de ministers
van financiën en buitenlandsche zaken,
die Uit het oude kabinet in het nieuwe zijn
overgegaan, zijn de bewindslieden, die
van dit kabinet deel uitmaken, door Hare
Majesteit beëedigd. De nieuwe ministers
hebben de taak overgenomen van de
oude, en deze laatste hebben van hun
departement afscheid genomen.
De leden van het oude kabinet ver
dienen een woord van lof voor hetgeen
zij zeven jaar in een van de moeilijkste
tijdsgewrichten onzer nationale en parle
mentair© geschiedenis hebben gepres
teerd. i i.
De premier voorop, doch de anderen
niet minder, voorzoover zij Nov. 1918 al
in het bewind waren, hebben pal gestaan
tegen den revolutionairen aanslag van
Troelstra en Ileijkoop op het wettige ge
zag. Zij hebben de verguizing van zekere
pers en de smaadredenen van zekere
voltevertegenwoordigers daarbij ge
trotseerd, en door hun waakzaam en ener
giek optreden met Gods hulp het va
derland gered.
Op economisch gebied hebben zij dank
zij inzonderheid den stoot die van „Fi
nanciën" uitging den teruggang, der geld
middelen gestuit, en hierdoor een niet
dat zij een voor een afdaalden in den
hollen weg en aan ons gezicht onttrokken
Werden. Maar wij konden het kronkelende
pad wel droomen, en volgden hen in onze
verbeelding door dat geheimzinnig 'Won
derland cle Rotskloof.
"Wij wisten hoe de hooge olmen, de
peppels, en de berken uit de besneeuwde
hellingen oprezen en hun kale takken
ineenstrengelden; hoe de ceders en pijh-
boomen, heel in de diepte, gebogen gin
gen onder het gewicht van hun zware
sneeuwmantels, en hun iedere tronk en
omgevallen stam teekenachtig mooi ge
maakt Was door het witte dons, dat hen
zoo Warm bedekte. Wij zagen de zWarte
rotsen glinsteren tussehen al dat wit, en
't was ons als hoorden Wij het Zwaantje
zijn veelstemmig lied zingen, nu zacht
murmelend onder een dunne ijskorst, dan
losbarstend in een zonnigen lach, als het
dartel in een schuimende kolk sprong, om
bedaard verder te stroomen en onder
zacht gekabbel zijn innig genot 'mee te
deelen aan de oevers, die overbogen,
om het donkere Water in het voorbijlgaan
te groeten.
Waar ,de bloemen hadden gebloeid,
de .viooltjes en de klokjes, de clematis
en Ge anemonen, de grassen en varens,
lag nu sneeuw, vlekkeloos wit en met
duizenden glinsteringen; maar elke vlok
was '*n 'lijkwade voor 'n bloempje.
Ginds waar dg holle Weg naar de
minder groote ramp voorkomen.
iWat op het terrein van den Arbeid en
van het Onderwijs wel en, wegens de
tijdsomstandigheden, niet tot stand ge
bracht werd, mag eveneens dankbaar her
dacht worden.
Het kabinet-Ruys de Beerenbrouck zal
in de annalen onzer geschiedenis steeds
geprezen worden als een kabinet dat veel
en goed werk heeft verricht. De bekende
dankbetuiging, welke de verleening van
eervol ontslag steeds vergezelt, was hier
vooral geen zinledige phrase, maar doör
zeer velen in den lande gevoelde werke
lijkheid.
Het oude kabinet ging ter ruste. Leve
het nieuwe kabinet! Het ervare Godes
zegen, en worde gedragen door veler
gebeden
De heer Ter Laan en de waarheid.
D'e heer Ter Laan had ook gezegd:
alleen op het militairisme werd niet be
zuinigd, getuige het wetsontwerp betref
fende de militaire Zuiderzeewerken
waarvoor minister v. Dijk 20 miljoen
kreeg.
'D© heer Den Ouden toonde aan dat
hier slechts sprake is van 2.4 miljoen
in twaalf jaren, en dan nog slechts uit
te geven, wanneer het Zuiderzeefonds
zal hebben gesproken en de Kamers deze
aanvraag goedkeuren; terwijl het ontwerp
een gevolg was van een reeds in 1918
in de wet vastgelegde bepaling; en de
heeren Colijn en Van Dijk toen nog' geen
ministers waren.
'D© heer Ter Laan antwoordt hierop,
dat in het wetsontwerp wel geen 20 mil
joen genoemd worden, doch dat de hit
voering „van wat de minister wil"(!)
een dergelijke som „zal vorderen", en
dat hij ook deze bewering „volledig
staande houdt".
Dat noch de heer Van Dijk, noch de
heer Colijn minister waren, toen én de
Zuiderzeewfet én dit ontwierp1 bijl de Ka
mer werden ingediendén „Het Volk"
én de heer Ter Laan zwijgen erover
in alle talen. Maar dit zWijlgen is Welspre
kend. Het zegt, dat de heer Ter Laan een
leugen sprak, toen hij beweerde: „Hier
voor kreeg minister Van Dijik van den
Minister van Financiën f 20 milliocn".
JEen en ander wordt door den heer Ter
Laan begraven onder een vloed van her
inneringen dat hij heeft aangetoond, en
zich verzet, en een voorstel heeft gedaan,
en dergelijke, immers niets zeggende, be
wijzen voor de juistheid zijner bewering.
Zelfs het ophemelen van Wat hij in de^
Kamer alzoo deed, om de nuchter© feiten
onder dezen vloed van Woorden te ver
drinken, is niet anders dan een armzalige/
uitvlucht om te ontkomen aan de beschul
diging: Gijl hebt, heer Ter Laan, op
onwaarachtige en demagogische manier
uwen hoorders leugens gestoffeerd
;Over de derde onjuistheid een vol
gende maal.
De subsidie aan de Engelsche mijnen.
Naar verluidt, is Churchill, de kanse
lier van de schatkist, voornemens voor
te stellen den bieraccijns met een stuiver
per pint te verhoogen, teneinde gedeel-
lijk de uitgaven te dekken, die door de
regeeringssubsidie voor de kolennijver-
lieid noodig zullen worden.
zonnige, golvende prairie voerde, zouden
zij den Loods begraven, dicht bij de
rotskloof, die hij had lief gekregen. Zijn
graf is daar nog te vinden. Jaar op jaar is
ua dien droeven winterdag de lente Weer
gekeerd en'heeft in de vallëi de slapende
knoppen wakker gekust, ze oproepende
bij menigte, telkens weer, totdat de ge-
heele rotskloof een en al bloem ,Was.
En het is met de menschen als met de
bloemen. Al zijn zij gestorven, zij hebben
niet afgedaanWant zij hebben zaad
gestrooid, en dat zaad brengt vrucht
voort, altijd weer.
Menigmaal tocji, als ik in den loop'
der jaren hier of daar op mij!n pad een
ontmoette van hen, met wie ik verkeerd
had in de dagen van Laag Heuvelland,
ving ik een glimp op, in Woord of daad,
of blik,'van hem, dien wij eerst in scherts,
daarna met oprechte innige liefde noem
den: „onze Hemelloods",
Bovenstaand verhaal verscheen in
boekformaat bij den Uitgever
onder den titel
door RALPH CONNOR
Prijs gebonden ff 1.40