Woensdag 5 Augustus fffHII 39e Jaargang beschikten Middelburg I $0 £58 FÖTOHANDEL 1 sp dit blad. Zonnebrillml Verrekpersl ersoons DE HEMELLOODS. Muggebeten Buitenland. (ELIERS en WENSGHEN, die J advertentie-tarief ons maken e ontbieden. Middelburg, SE SCKOENl azijn „De Magneet' Hypotheek, fbraakveilingen. 3PENWOL vaars, te koop, op een Koe, E KOOR: ieerde Herders iam Smidsknecht FEUILLETON. G. F. CALLENBACH te NIJKERK DE HEMELLOODS iese week een cadeau. extra avenstraat, hoek Markt l/Iiddeiburg. provincie Zeeland wen ireiden, is „DE ZEEUW' sn Dagblad voor adver- f 1 met groote lichtsterkte ascht U een den pasvorm J dan naar het 97 Middelt s goedkooper. nd, J. 1. GRIJSPEEREl of Landerijen, i| rsonen komen nietl ng. Brieven franco I O Boekhandel DHUIJI aar weken zal te GOES I 'braakveiling van lnt| plaats hebben en o»[ gende week te ZU" n scheepslading .Afbraak I uit Schiedam, w.o. ook j innen. HEIJBOER, Deur»| evraagd van ivei'1 de laatste week, I FLIPSE, Middelburg de rekening, bf LT,. Straatweg, Biggekerk'l KOOR: NIEÜWENHÜIJZ^I Augustus van haar dl ucuotuo VUU l DE WOLFF, W| r. K. VAN BELZ®| B 83, Arnemuiden_ met boerenwerk voor vast werk, 81 huwd. bij VEIJN', mperland. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentien: t—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL .Bij abonnement belangrijke korting. DE FIGUUR VAN COLIJN. De medewerker ran de „Tel." vervolgt .zijn karakterschets over den mensch Co- lijn, waarvan we in ons no. van gisteren hebben melding gemaakt, met een be schouwing over Calvijn als Calvinist. Hij schrijft: „Begaafd en waarachtig vroom", zoo werd mij door iemand uit de-Meer, die het goed gekend had, het gezin, waarin de jonge Colijn opgroeide, gekenschetst. Als jonge man is er een oogenblik weifeling geweest in zijn geloof maar toen is hij uit eigen, innerlijk zielsbeleven geko men tot de overtuiging, die hij zijn heele verdere leven zou aanhangen en verdedi gen. Van die „bekeering" wordt niet veel gesproken. Zielsgeheim wordt niet op de markt des levens uitgebazuind. Maar de levensrichting was beslist Calvinistisch. Een teekenende bijzonderheid is wel, dat de jonge, niet ruim bezoldigde luitenant altijd tien percent tienden van den oogst - besteedde voor kerkelijke en andere, niet persoonlijke doeleinden en deze gewoonte altijd is trouw gebleven. Moeilijk is het immers voor een buiten staander de levensrichting van een ander te begrijpen. En voor het neo-Calvi- nisme, zooals zich dat onder Kuypers bezielende en geniale leiding in ons land ontwikkeld heeft, schijnt dat bijzonder moeilijk. Men begreep het Christendom als stemming, als stille zielszucht, als bezit voor de binnenkamer, maar niet als strij dende macht, die heel de erve des levens, ook dus de politiek, opeischte .voor haar beginselen. Deze strijdende Christenen waren geen „doetjes" en wilden het niet zijn, maai' manhafte vechters. Zij behoor den tot volksgroepen, die tot dusver zoo goed als uitgesloten waren van het be stuur des lands, maar daarin nu hun •deel gingen opeischen. Zij waren nauw verbonden aan een kerk, de Gereformeer de maar wezen den naam kerkelijke .partij beslist van de hand. Met vreugde wordt altoos gewezen op Duymaer van Twist, goed antirevolutionair en goed Her vormd. Ook voor de Christelijk-Gerefor- meerden is er plaats in de antirevo- .lutionaire partij. Maar er is meer, dat haar voor den buitenstaander moeilijk verstaanbaar maakte. Zij erkenden altijd weer den mensch als zondig, en schenen toch, door de vooropstelling van het be ginsel, dat zedeleer zonder waarachtig geloof onmogelijk is en verdorren moet als de bloem, afgesneden van haar wortel, voor zich alleen de ware zedelijkheid te reserveeren. Pijnlijk heeft Kuyper vroeger velen getroffen, pijnlijk heefft Colijn in zijn jongste deputatenrede de velen aange daan, die zich oprecht Christenen noemen en staatkundig links staan, door met het linksch beginsel allerlei afdwaling en ont aarding in verband te brengen, die in feite evenzeer bij eigen aanhangers voor kwamen. Maai- de antirevolutionair gelooft noch, dat hij als mensch beter is, noch dat de Overheid het hart kan veranderen, maar wel meent hij, dat door goed bestuur <en doelmatige wetgeving de voortgang van het kwaad kan worden gestuit, de .publieke eerbaarheid gehandhaafd en daardoor zoowel een bron van verleiding gestopt als een steen des aanstoots ver wijderd kan worden. De Calvinist is puriteinsch. Uitdrukke lijk komt Kuyper in zijn beroemde Stone- lezingen tegen tooneelspel, dans en kaart spel op. In de antirevolutionaire pers exe week een cadeau- yenstraat, hoek Middelburg. e*t"l Een verhaal uit het Verre Westen. (Nadruk verboden.) 54-) ISlot.) Vervolgens zongen wij,: Als een bloem van het veld I? wleesch is als gras, Zijn de dagen des menschen op aard Mevrouw Ashley speelde op het orgel en de Prins leidde 'het gezang. Toen wij het laatste couplet zouden beginnen, gaf de spreker een. wenk om even te wachten. Hij wilde het eerst voorlezen Naar zijn eeuwig tehuis Ging ook deze ons voor, En verkreeg 'tgeen ons God heeft beloofd. "Wat -geen oog heeft gezien, Wat geen oor heeft gehoord Dlat ontving hij; de Heer zij geloofd! Een oogenblik scheen het, alsof het "gezang niet zou kunnen voortgaan, w'ant Verscheidene vrouwen begonnen te snik- is heel wat te doen geweest over de deelneming van den Minister van Bui- tenlandsche Zaken in Kuyper's kabinet aan den dans bij een hofbal, en de strijd over de vraag, of de studenten aan de Vrije tooneelstukjes mogen opvoeren, is nooit van de lucht. Er is in dit opzicht een groot verschil met de Roomschen, die de bijzondere gevallen beoordee- len en wie „Tijd" en .„Standaard" naast elkaar legt, ziet in advertenties en kunst- beoordeelingen dadelijk het verschil. Maar nooit is het Calvinisme ascetisch. De geheelonthouding vindt er bijv. maar zeer matige waardeering, en de goede ga ven des levens worden gaarne met dank zegging genoten. D'e werkelijkheid ook de economische moet verheerlijkt wor den en tot Gods eere strekken. Zoo ont staat die voor anderen zoo moeilijk mede te voelen dubbelheid van belangstelling en levensvisie. D'e groote Calvinist Crom well bezwoer het parlement een vloot naar de Oostzee te zenden. „Redt het Protestantisme en denk om uw kostelijken korenhandel".Het is nog immer dezelfde tweezijdigheid en de man, die straks een rede zal houden, waarvan de gave gul den en de sluitende begroeting hoofd thema zijn, begint toch met gebed, psalm gezang en bijbellezing en nooit zal er toenadering tussehen onze politieke par tijen over de scheidingslijn der antithese heen komen, zoolang dat laatste franje en bijkomstigheid genoemd wordt, niet als levende werkelijkheid wordt gezien. Voor Colijn is er een onverbreeklijk ver band tussehen zijn godsdienstige overtui ging en zijn politieke opvatting. De laat ste moge gevormd zijn onder invloed van zijn levenservaring, zij komt in zijn be wustzijn voort uit de eerste. De logische en strenge opbouw van den Heidelberg- sclien Catechismus, dien hij zoo goed kent, heeft voor de schol ing van zijn denken gedaan, wat rechtsgeleerde studie voor een ander deed. Bij, Colijn, een man uit één stuk, is dit nu alles tot één geworden. Het is niet als bij Kuyper, die_ door één idee gedreven en beheerscht, "de wereld altijd antithetisch in tweeën scheidde en van tijd tot tijd, als de practijk anders was, met koene, doch kunstige hulp, hypo these of zonderlinge wendingen, toch zijn opzet scheen staande te houden, maar het is meer een saamgetimmerd gebouw. Bij Kuyper was het geniale, het over wicht van den journalist en theoloog op den staatsman; maar hij had een devinatrisschen blik, een klein wolkje als een manshand dadelijk erkennend en on derkennend, stroomingen als met een zesde zintuig aanvoelend. Colijn, die dit niet alles bezit, heeft het in Kuyper op gemerkt en bewonderd, zooals hij in hem den geweldigen stylist waardeerde en weet, dat hij nooit zóó „zijn volk" geheel zal kunnen vatten als zijn voorganger, die week aan week in de „Heraut" door zijn hoofdartikelen zijn leer op- en uit bouwde en zijn menschen er in opvoedde, en door zijn meditaties aan het gevoelig gemoed godsdienstige troost en steun gaf. 1) De schrijver had om de tweezijdig heid der puriteinsche Anti-Revolutionai ren, zoo Cromwell als wie ook te be wijzen, aan dat antwoord van Crom well kunnen herinneren: trust God and keep your powder dry. (Vertrouw op God en houd uw kruit droog.) Red. Zeeuw. ken; maar de Prins hief met krachtige stem het lied aan en hielp1 ons tot het einde toe. Na het slotgebed gingen allen naar de sterfkamer, om den Loods nog een maal te zien, en vervolgens naar buiten, totdat de naaste vrienden alleen achter bleven. Die Prins en jonker Frits stonden naast de kist en zagen neer op het kalme gelaat. „Zwaahkreek heeft een goed man ver loren, Prins", zei de jonker. De Prins boog zwijgend het hoofd. Thans kwam mevrouw Ashley bin nen voor .een laatste afscheid. „Lieve Loods", fluisterde zij, na een oogen blik van stil'beschouwen en terwijl haar tranen begonnen te vloeien, „lieve Loods, ik dank God, dat Hij u tot ons gezonden heeft. Gij hebt veel voor mii gedaan." Toen bukte zij zich en drukte een kus op zijn bleeke lippen en op zijn voorhoofd... Nu scheen Gwen eensklaps als uit 'n droom te ontwaken. Zij keerde zich om en verschrikt rondziende zei zij haas tig tot Bill: „Ik moet hem ook nog eens zien. Draag er mij naar toe!" Bill nam haar in zijn armen en bracht haar binnen.- Een enkele blik op dat vredige gelaat en alle vrees Was van haar geweken. Maar toen 'de Prins een beweging maakte om de kist te sluiten, haalde zij diep adem, drong zich dichter Blind voor de eigenaardigheden, tekort komingen en feilen van den grooten voor ganger, is Colijn zeker niet geweest, maar met zijn scherp verstand heeft hij zijn beteekenis kunnen bepalen en geschat, met het zielsorgaan van het geloof heeft hij in hem een groote van gansch eenige beteekenis gevoeld. Als hij in zijn blad de „Standaard" Zaterdagsavonds de medi taties van den, ook door hem geliefden Haagschen predikant, Dr Dijk, leest (en ik denk, dat hij ze leest, want Colijn heeft behoefte aan stichting en religieuze op beuring) dan zal ook hem wel eens het verlangen overvallen, nog eens een me ditatie van Kuyper te kunnen lezen met zijn diepdoorleefde godsdienstige psycho logie, zijn breede visie en zijn meester lijken stijl, va.n een rijkdom, een innig heid, een zeggingskracht, als slechts zel den bereikt werden in onze taal. Het is in den nieuwen leider der anti revolutionairen dadelijk een sympathieke daad geweest, dat hij dit onderscheid er kend heeft dat tussehen hem en zijn voor ganger bestond en niet heeft willen wezen wat hij; niet was. Hij, Colijn, is zelf ook mans genoeg!. Eien zeer knap man, van breed weten en rijke levenservaring. Een harde werker, voor wien arbeid lust en een te lange rust op de Hoogstraat een kwelling was. Een onverzettelijke wil, maar geen kop pige halsstarrigheid kenmerkt hem. Een man, die het gezond verstand laat spre ken, maar noch zonder teederheid des gemoeids; noch zonder gevoel van deernis is. Een zakenman, maar die geestelijke dingen hoog stelt en op ©en ruim veld van cultuur belangstelling heeft. Ben re gent en heerscher, maar hartelijk in den omgang. Een oud-militair, maar een char meur, voor wiens bekoorlijkheid poli tieke tegenstanders zich met opzet moeten wapenen. Een rijk man, maar eenvoudig in kleeding en voorkomen, en, als echte Hollander, sterk aan zij'n vröuw gehecht. Het gouden horloge, eens haar geschenk, aan hem, en het eenige, dat hij bjj een schipbreuk in Indië redde, is een hem dierbare relikwie, met dankbaren trots aan intimi vertoond. Hij is ©en man, staande in zijn geloof en zijin roeping. Hjjj kan slagen geven en verdragen. Wonderlijk heeft mijl in doze dagen dan ook aangedaan het ge- klag oveT dm hoon en smaad den leider aangedaan. pierson, die man in 'tver stand en dat kind in de boosheid, ont ving naar aanleiding van zijn wet op de vermogensbelasting de méést schan delijke en schaamtelooze brieven en be dreigingen, maar droeg het met verwon dering alleen over den aa,rd der bezitters die hem zoo iets stuurden. Het kan niet anders, .of ook in de komende periode zal Colijn een sterk verzet tegenover zich vinden. Het Cialvinistisch-aUti-revolutionaire volk is niu eenmaal niet goed te begrijpen of te waardesteen door andere volksdeelen. Die Eoomsch-Katholieken voelen zich vreemd aan den stuggen zin, de puriteinsche le venshouding. D'e Christelijk-historrschen en meer gematigde orthodoxenbetreuren nog .altijd de breuk in de oude volkskerk en voelen een zekeren tegenzin tegen hét afgesloten stelselmatig^ en dogmatische. Den vrijzinnig-goidsdienstigèn (d.w.z. zij, wier vrijzinnigheid positief is), kost het de grootste moeite in het optreden der •anti-revolutionairen iets .terug te vinden van wat zij werkelijk godsdienstig noe men. Men zal D|s v. d. Heide eens hooien tegen Bill' aan en zeide met trillende stem: „O Bill, ik kan het niet alleen dragen. Ik ben bang alleen." Zij dacht op eenmaal aan de lange dagen van pijn en lijden, die haar Wacht ten, en die zij voortaan zou moeten door maken 'zonder een bemoedigend Woordje van den Loods. „Ik ook," antwoordde Bill. Hij had niets beters kunnen zeggen. Gwen zag hem een oogenblik onderzoe kend aan en zei toen: „Wij zullen el kaar helpen", en Bill, wien de stem begaf, knikte toestemmend. Nog eenmaal zagen zij den Loods aan, alsof zij niet van hem konden scheiden, daarna fluisterde Gwen: „Breng mij w'eg," Waarop Bill haar naar de voor kamer droeg. Mij omkeerende zag ik den Prins kam pen met zijn aandoeningen, hetgeen mij zoo verbaasde, 'dat ik het onwillekeu rig toonde. Hij merkte het en zei: „Bie beste man, dien ik ooit gekend heb, Con nor. Ik heb hem ook voor iets te dan kenik zou allés Willen geven voor een sterfbed als het zijne." Diaarop sloot hij de kist. Wij zaten bij Gwens venster, Bill haar ondersteunende en ik. Langs de helling van den met sneeuw .bedekten heuvel ging de .stoet van sleden, en mannen te paard. Zeer stilgeen gerinkel! van bellen, geen vroolijke stemmen, tot- Uitpakken ©n de heer Drop zal hem den kelijk waardig ter zijde staan. Voor de democratie is de heer Goljjli de vertegen woordiger, niet alleen van de bestaande maatschappelijke orde, maar van het grootkapitalisme, <en nog wel speciaal van dat kapitalisme, „dat in olie doet en Indië uitbuit". Onze zeehelden mogen populair zijn, een man der landmacht is het zelden. Zoo zal er bij de vrienden en bond- genooten ,die niet tot dc engere partij beihooreo, eenige vreemdheid, hij de op positie fel verzet zijn. Alleen allen, die- verlaging van directe belasting, bescher ming van Indische ondernemingen wach ten, zullen, bij alle verschil, in hun hart dicht hij hem staan. Het verzet zal gel den den vertegenwoordiger en drager van bepaalde politieke gedachten, den man, die op dit oogenblik een richting in het landsbestuur vertegenwoordigt. Niet den mensch veelszins geëerd, ja, door velen met warme genegenheid, begroet. Tegenover Colijn zal als hoofdfiguur' Albarda staan, beiden bekwaam, beiden eerlijk in h'un overtuiging, beiden ge dreven door hartstochtelijke liefde voor hun beginselen en partij', maar beiden mannen van bezonnenheid, beheersching, en staatkundig inzicht. Het kan de poli tieke ontwikkeling van ons land slechts ten goede komen, als de eerste minister en de leider van Harer Majesteits loyal© oppositie voor eikaars persoon achting cm sympathie bewaren, en, bij. allen feilen beginselstrijd, elkaar steeds weten te vin den, waar hooger eenheid door bedreigd landsbelang of door de eer van het volk wordt gevorderd. Bij muggebeten en beten van i andere insecten, alsook bij huid- jeuk, krijgt men dadelijk verlich ting door het inwrijven met 30-60-90 ct. PUÜOL Oud en nieuw. Het nieüwe kabinet is er nu. Met uit zondering van den minister van koloniën die nog in Indië is, en de ministers van financiën en buitenlandsche zaken, die Uit het oude kabinet in het nieuwe zijn overgegaan, zijn de bewindslieden, die van dit kabinet deel uitmaken, door Hare Majesteit beëedigd. De nieuwe ministers hebben de taak overgenomen van de oude, en deze laatste hebben van hun departement afscheid genomen. De leden van het oude kabinet ver dienen een woord van lof voor hetgeen zij zeven jaar in een van de moeilijkste tijdsgewrichten onzer nationale en parle mentair© geschiedenis hebben gepres teerd. i i. De premier voorop, doch de anderen niet minder, voorzoover zij Nov. 1918 al in het bewind waren, hebben pal gestaan tegen den revolutionairen aanslag van Troelstra en Ileijkoop op het wettige ge zag. Zij hebben de verguizing van zekere pers en de smaadredenen van zekere voltevertegenwoordigers daarbij ge trotseerd, en door hun waakzaam en ener giek optreden met Gods hulp het va derland gered. Op economisch gebied hebben zij dank zij inzonderheid den stoot die van „Fi nanciën" uitging den teruggang, der geld middelen gestuit, en hierdoor een niet dat zij een voor een afdaalden in den hollen weg en aan ons gezicht onttrokken Werden. Maar wij konden het kronkelende pad wel droomen, en volgden hen in onze verbeelding door dat geheimzinnig 'Won derland cle Rotskloof. "Wij wisten hoe de hooge olmen, de peppels, en de berken uit de besneeuwde hellingen oprezen en hun kale takken ineenstrengelden; hoe de ceders en pijh- boomen, heel in de diepte, gebogen gin gen onder het gewicht van hun zware sneeuwmantels, en hun iedere tronk en omgevallen stam teekenachtig mooi ge maakt Was door het witte dons, dat hen zoo Warm bedekte. Wij zagen de zWarte rotsen glinsteren tussehen al dat wit, en 't was ons als hoorden Wij het Zwaantje zijn veelstemmig lied zingen, nu zacht murmelend onder een dunne ijskorst, dan losbarstend in een zonnigen lach, als het dartel in een schuimende kolk sprong, om bedaard verder te stroomen en onder zacht gekabbel zijn innig genot 'mee te deelen aan de oevers, die overbogen, om het donkere Water in het voorbijlgaan te groeten. Waar ,de bloemen hadden gebloeid, de .viooltjes en de klokjes, de clematis en Ge anemonen, de grassen en varens, lag nu sneeuw, vlekkeloos wit en met duizenden glinsteringen; maar elke vlok was '*n 'lijkwade voor 'n bloempje. Ginds waar dg holle Weg naar de minder groote ramp voorkomen. iWat op het terrein van den Arbeid en van het Onderwijs wel en, wegens de tijdsomstandigheden, niet tot stand ge bracht werd, mag eveneens dankbaar her dacht worden. Het kabinet-Ruys de Beerenbrouck zal in de annalen onzer geschiedenis steeds geprezen worden als een kabinet dat veel en goed werk heeft verricht. De bekende dankbetuiging, welke de verleening van eervol ontslag steeds vergezelt, was hier vooral geen zinledige phrase, maar doör zeer velen in den lande gevoelde werke lijkheid. Het oude kabinet ging ter ruste. Leve het nieuwe kabinet! Het ervare Godes zegen, en worde gedragen door veler gebeden De heer Ter Laan en de waarheid. D'e heer Ter Laan had ook gezegd: alleen op het militairisme werd niet be zuinigd, getuige het wetsontwerp betref fende de militaire Zuiderzeewerken waarvoor minister v. Dijk 20 miljoen kreeg. 'D© heer Den Ouden toonde aan dat hier slechts sprake is van 2.4 miljoen in twaalf jaren, en dan nog slechts uit te geven, wanneer het Zuiderzeefonds zal hebben gesproken en de Kamers deze aanvraag goedkeuren; terwijl het ontwerp een gevolg was van een reeds in 1918 in de wet vastgelegde bepaling; en de heeren Colijn en Van Dijk toen nog' geen ministers waren. 'D© heer Ter Laan antwoordt hierop, dat in het wetsontwerp wel geen 20 mil joen genoemd worden, doch dat de hit voering „van wat de minister wil"(!) een dergelijke som „zal vorderen", en dat hij ook deze bewering „volledig staande houdt". Dat noch de heer Van Dijk, noch de heer Colijn minister waren, toen én de Zuiderzeewfet én dit ontwierp1 bijl de Ka mer werden ingediendén „Het Volk" én de heer Ter Laan zwijgen erover in alle talen. Maar dit zWijlgen is Welspre kend. Het zegt, dat de heer Ter Laan een leugen sprak, toen hij beweerde: „Hier voor kreeg minister Van Dijik van den Minister van Financiën f 20 milliocn". JEen en ander wordt door den heer Ter Laan begraven onder een vloed van her inneringen dat hij heeft aangetoond, en zich verzet, en een voorstel heeft gedaan, en dergelijke, immers niets zeggende, be wijzen voor de juistheid zijner bewering. Zelfs het ophemelen van Wat hij in de^ Kamer alzoo deed, om de nuchter© feiten onder dezen vloed van Woorden te ver drinken, is niet anders dan een armzalige/ uitvlucht om te ontkomen aan de beschul diging: Gijl hebt, heer Ter Laan, op onwaarachtige en demagogische manier uwen hoorders leugens gestoffeerd ;Over de derde onjuistheid een vol gende maal. De subsidie aan de Engelsche mijnen. Naar verluidt, is Churchill, de kanse lier van de schatkist, voornemens voor te stellen den bieraccijns met een stuiver per pint te verhoogen, teneinde gedeel- lijk de uitgaven te dekken, die door de regeeringssubsidie voor de kolennijver- lieid noodig zullen worden. zonnige, golvende prairie voerde, zouden zij den Loods begraven, dicht bij de rotskloof, die hij had lief gekregen. Zijn graf is daar nog te vinden. Jaar op jaar is ua dien droeven winterdag de lente Weer gekeerd en'heeft in de vallëi de slapende knoppen wakker gekust, ze oproepende bij menigte, telkens weer, totdat de ge- heele rotskloof een en al bloem ,Was. En het is met de menschen als met de bloemen. Al zijn zij gestorven, zij hebben niet afgedaanWant zij hebben zaad gestrooid, en dat zaad brengt vrucht voort, altijd weer. Menigmaal tocji, als ik in den loop' der jaren hier of daar op mij!n pad een ontmoette van hen, met wie ik verkeerd had in de dagen van Laag Heuvelland, ving ik een glimp op, in Woord of daad, of blik,'van hem, dien wij eerst in scherts, daarna met oprechte innige liefde noem den: „onze Hemelloods", Bovenstaand verhaal verscheen in boekformaat bij den Uitgever onder den titel door RALPH CONNOR Prijs gebonden ff 1.40

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1