So 25$ Donderdag 30 Juli 1925 39e Jaargang feuilleton" BE HEMELLOODS. Buitenland. ft ft Drukkers-Exploifanlen OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorslsfraat 68—70, Goes re|,; Redactie no. It; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor le Middelburg: firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. A b o n n e m e n t s p r i j s Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0.05 P r ij s der Advertentiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. HET" LIEGT NOG STEEDS. De sociaal-democratische propagan disten hebben in den verkiezingsveld- tocht zulk een gewoonte gemaakt van het geven van onware voorstellingen, ■dat net hun tot een tweede natuur ■schijnt geworden te zijn. Ze kunnen het niet meer laten. Zóó heeft zich thans weer opnieuw de heer K. ter Laan, lid van de Twee de Kamer der S. G. en burgemeester van Zaandam, op de „Anti-Colijn-mee- ting", j l- Vrijdag in Den Haag ge houden, schuldig gemaakt aan liet ver breiden van een drietal pertinente on juistheden, die we ter wille van de waarheid moeten tegenspreken. We, vonden ze in de persverslagen, dia echter op deze punten zóó merkwaar dig met elkaar overeenstemmen, dat ze de grootst mogelijke waarschijnlijk heid waarborgen. Ie. onwaarheid: De heer Ter Laan zeide. volgens het verslag van de „Nieuwe Courant": „Wat is Co- lijn?Hij is de man van de Mi- litiewet'van 1912, die de oorlogsbe- ■grooting deed stijgen vóór 1914 van 30 milnoen tot 66 millioen". De waarheid hiertegenover wordt het best, gedemonstreerd met de cij fers. De uitgaven voor de landsdefen- ■sie waren: Oorlog- Totaal Marine (militair) in 1910 I '28 397.000 ft5.939.0C0 f 44.336.000 in 1911 28.612 000 15.676 000 44.288.000 in 1912 29.984.000 15.767.000 45.751.000 in 1913 33.100.000 16.522.000 49 622.000 in 1914 109 530 000 20 338 000 129.868.000 In 1914 was de heer Colijn geen mi nister meer. In het reusachtig eind cijfer van dit jaar zijn natuurlijk de kosten der mobilisatie van 2 Augus tus tot 31 December 1914 verdiscon teerd. Waar nu de heer Ter Laan zij'n be wering vandaan heeft gehaald, dat Colijn „de oorlogsbegrooting deed p tij gen vóór 1914 van 30 millioen tot 50 millioen" moge liij'zelf verantwoor den. Misschien heeft hij', naar de be kende „methode-Schaper" aldus ge- ïijferd Oorlog 1912 bijna 30 millioen. Oorlog cn Marine 191.3 bijna 50 millioen. 't Is wel heel simplistisch; maar of het eerlijk is? 2e. onwaarheid: De heer Ter Laan zeide (verslag „N. Ct."): „Al leen op. het militairisme werd niet be zuinigd, getuige liet wetsontwerp be treffende de militaire Zuiderzeewer ken, dat een week voor ha,ar uiteen gaan in de Kamer is doorgedreven, het dwaaste militaire ontwerp, dat spr. ooit gezien heeft. Hiervoor kreeg minister Van Dijk van den minister van Financiën f 20 millioen, maar mi nister De Visser of Minister Aalberse konden niets krijgen voor onderwijs of arbeid". J waarheid in dezen is, dat het hierbedoelde wetsontwerp met geen enkel woord of cijfer van een bedrag v,an,.20 millioen spreekt; da,t het slechts machtiging verleent tot het „aanleggen van versterkingen op of nabijj den afsluitdijk om de nadering daarlangs te kunnen beletten en om -de daarin gelegen sluizencomplexen te kunnen beschermen"; dat in het wetsontwerp (art. 7) ten laste van •de oorlogsbegrooting wordt gebracht, „gedurende 12 achtereenvolgende j«r -ren, gerekend van af het jaar 1926 een bijdrage Van f200.000 per jaar" «i totaal 'dus slechts f2.400.000. Een verhaal uit het Verre Westen. (Nadruk verboden) 51) —o^ Op zekeren avond stonden die beiden samen voor de deur van Meredith's wo ning, alleen in den helderen maneschijn de Loods met zijn arm om Bill's schouder. „Mijn beste goede Bill", zei de Loods maar kon niet verder, zijn stein begaf hem en hij eindigde met een gesmoorden snik. Bill, recht en strak, zag op naar de sterren, kuchte en slikte een paar malen hoorbaar. Toen zei hij met een vreemd, schor geluid: ,,'t Zou mij niet verwonde ren, als er storm kwam opzetten." „Storm?" herhaalde de Loods, met ■een weemoedig lachje. „Beste jongen, je bazelt", en hij bleef hem na staan dijken, totdat de lange gestalte afdaalde na>"U' den hollen weg en aan zijn oog onttrokken werd. üe dag van de inwijding der kerk brak aajh evenals alle dagen, hoe lang ook rerwacht, eindelijk» aanbreken, een Prachtige heldere Kerstdag, 't Was De bewering, ook in de Kamer dooi' de heeren Van Zadelhof!: cn Ter Laan geuit, dat met dit wetsontwerp een bedrag van 20 millioen werd aange vraagd, is door minister Van Dijk on middellijk aldus weersproken: „Van verschillende zijden is beweerd, dat, hij dit ontwerp een bedrag van 20 millioen wordt aangevraagd. Dat is onjuist.... Dit wetsontwerp duidt slechts in groote lijnen de militaire voorzieningen aan, en de vraag, hoe die betaald zullen moeten worden, zal beantwoord moeten worden bij de vorming van het Zuiderzeefonds, of,, indien de financiering veranderd zou worden, op de wijze, die nader zal worden vastgesteld". De waarheid is dus zóó, dat, in dien ooii aan deze werken zal be gonnen worden, elk daarvoor uit te geven bedrag, behalve dan de nu vast gestelde 2 mill .4 ton ten laste van Oorlog, door de beide Kamers der Staten-Generaal zal moeten worden goedgekeurd. Voorts was dit ontwerp een gevolg van de reeds in 1918 in de wet be treffende de Zuiderzeewerken vastge stelde bepaling, dat „militaire wer ken zouden worden gemaakt". 1 ij» 1918 nu waren noch de heer Van Dijik, noch de heer Colijn minister. Ten over vloede is het onderhavige wetsont werp ingediend in de zitting van 1919/20, toen evenmin beide bewinds lieden daarvoor aansprakelijk waren. De heele bewering van den' heer Tér ■Laan, dat „minister Van Dijk van den minister van Financiën" (ae spreker kan daarmede niemand anders be doeld hebben dan den heer Colijn!) hiervoor f20 millioen zou gekregen hebben", is uitermate tendentieus, grol: demagogisch en in flagranten strijd met de waarheide- Se. onwaarheid. De heer Ter Laan zeide verder (verslag „N. Ct."): „Bij de Kamer ligt een wetsontwerp tot uitbreiding van de artillerie, dat nooit is ingetrokken en dat deze mi nister noodig acht. Dit ontwerp vraagt buiten - de begrooting om 106 mil lioen". Dit is de grofste leugen van de drie. Er is nimmer zulk een wets ontwerp geweest. Zoo ja; de heer Ter Laan toone het onder de stukken, die hij: als lid der Kamer moet bezitten. Waarheid is, „da! het nooit is in- fetrokken", het kon niet ingetrok- en worden, omdat het alleen in het fantasie-rijke brein, van den heer Ter Laan schijnt te bestaan. We zullen ook hier de volle waar heid tegenover de onwaarachtige voor stelling van dezen soci,a]al-democraat geven. De ambtsvoorganger van den tegen- woordigen minister van Oorlog, de generaal Pop, had bij zijn ontwerpi- dienstplichtwet voorgesteld, een „be- wapeningsfonds' 'in te stellen.' Naar de kosten daarvan gevraagd, bereken de hij die met het oog o>p „een vol ledige outillage" v,an het. leger op 93.6 millioen. In de vergadering van de Tweede Kamer, 14 December 1921, kwam dit bewapeningsfonds ter spra ke en zeide minister Van Dijk: „Ik wijs er op, dat in het stelsel van mijn ambtsvoorganger ook was medege deeld, dat er een bedrag zou noodig zijn van 93.6 millioen en dajt, indien de reservetroepen werden omgevormd tot kerntroepen, en er ook voor die troepen eenzelfde outilleering aan ar- windstil en er was vorst in de lucht, vooralsnog vastgehouden door een mach tigen wil, wachtende op het woord, dat haar zou vrijlaten. De heuvelen lagen onder hun oogverblindend wit dek te sla pen. Verweg achter het heuvelland staken de liooge bergen majestueus hun toppen op Uit de donkere bosschen en staarden kalm en onbewogen neder op de witte zonbeschenen wereld. Vandaag, nu het licht de spleten effende, die hun hard vochtig aangezicht groefden, schenen zij te glimlachen, alsof de Kerstvreugde iets in hun oude versteende harten had ont bolsterd. Het volk was in grooten getale opge komen: veefokkers, landbouwers, vee drijvers, vrouwen, kinderen, allen prettig gestemd, trotscli op hun nieuwe kerk, met vroolijke verwachting uitziende naar den Loods en den Voortrekker, die per slede zouden komen, als de Loods wel genoeg was, en probeeren wilden Gwen mee te brengen, als het weer het toeliet. Toen het over den bepaalden tijd werd begon Bill, onze ceremoniemeester, onge rust te worden. Daar verscheen de In- diaansche jongen, Joe, en overhandigde Bill een briefje. Hij las het, werd vaal bleek, en gaf het mij. Ach, daar stond in zeer onvast schrift te lezen: tillerie zou worden aangenomen, er nog f123 millioen bovendien noodig zouden zi.jn, in totaal dus f216 mil lioen, terwijl thans f106 millioen zal worden aangevraagd". Deze f106 millioen nu is wel ver vat iu een „geheime nota;" ter inlich ting aan de Kamer voorgelegd, maar nog steeds niet in een „wetsontwerp" werkelijk aangevraagd. Er is echter nog een verder verloop van deze his torie. Het „bewapeningsfonds" is La ter prijs gegeven. Do heer Dressel- hnijs zeide daaromtrent in de Ver mis adering Tweede Kamer, 19 December Ï922: „De Minister erkent het bewa- peningsfonds practisch te hebben prijs gegeven en daarin alleen te willen storten wat noodig is voor de mu nitie en het infanterie/geschut. Hier door was het reeds waarschijnlijk, dat het geraamde bedrag van 106 mil lioen belangrijk zou dalen. Minister Van Dijk sprak: dan ook in de avond vergadering van 25 Maart 1925 van „een bedrag van ruim 60 millioen". De heer Dresselhuij's vroeg daaropi bij interruptie: „Waar heeft II die 60 millioen genoemd?", waarop Minister Van Dijk antwoordde„Nergens, ik deel het nu mede". Dit alles heeft betrekking op „een stelsel van outilleering", dat „ontwor pen" was en waaromtrent in de Mem. van Antwoord o:p de begrooting 1923 was gezegd: „Binnen eenigen tijd zal oen wetsontwerp wo'rden inge- di end tol. instelling van een b e w a p e n in g s f o 11 d s2), dat in afwijking van den oorspronkelijken opzet en in verband met den huidigen toestand onzer geldmiddelen zal worden beperkt tot hetgeen in de a 11 er e e r s t e p la a t s no o> d z a k ©- lijk is". Zulk een wetsontwerp is tot he den nog niet. ingediend-en ook op dit punt is het verhaal van den lieer Ter Laan andermaal in flagran ten strijd met de waarheid. Het zijn van die „vergissingen", welke het beruchte „weesmeisje" van den heer Schaper zou mogen be gaan, maar die een lid der Tweede Kamer als den heer Ter Laan, die bovendien lid der Legeréommissie is en daarom méér deskundige dan 95 zijner collega's-Kamerleden teil eenenmale ongeoorloofd zijn. De heeren zullen intussohen met liet stoffeeren van deze en soortgelijke leugens wel voortgaan, Indien ze het dan maar Voor lief willen nemen, dat wij hun beweringen op elk stuk zullen narekenen. i R. A. d. O. J) Het wel genoemde bedrag van 20 mil lioen, dat deze werken zouden kunnen kosten, was een raming op de basis der in 1919 „geldende prijzen". 2) Wfj spaliëeren. R. A. d. O. De antithese. Men kent de bulletins over den ge zondheidstoestand der huidige partij-gi'oe- peering. De coalitie is doodziek; de antithese ligt op sterven; met aan zekerheid gren zende waarschijnlijkheid is te voorspellen of de coalitie in 1933 of in 1937 zal ont slapen (aldus een medewerker in de „Vrijzinnig-Democraat"); de antithese is begraven; de coalitie is voorgoed dood. En zoo voorts. Beste Bill, ga voort met de inwij ding. Laat een Psalm zingen, ge weet welken ik bedoel; doe een gebed, en o Bill, kom dan gauw bij mij? Uw Loods. Bill herkreeg langzamerhand zijn zelf- belieersching en deelde der gemeente mede, dat de Loods niet kon komen, duwde mij het gezangboek in de hand en zeide: „Laat hen zingen." Opgeslagen was Psalm 121, de psalm der berglandbewoners 'k Sla de oogen naar 't gebergte heen, Van waar ik dag en nacht Des ïïoogsten bijstand wacht. Wij zongen, o ja, maar met een ver slagen hart. Toen het gezang geëindigd was, bleef de gemeente stil zitten wachten. Bill keek jonker Frits aan, vervolgens boer Muizert, eindelijk mij; „Kunt gij een gebed doen?" vroeg hij zacht. Ik schudde jan neen, innerlijk be schaamd over mijn lafhartigheid. Wederom keek Bill rond en zei, daar niemand sprak: „De Loods heeft in dat briefje geschreven, dat er gebeden moet worden. Kan een van allen liet deen?" Men hoort die klanken vóór'en na elke verkiezing. Prof. de Louter schrijft echter: „Vast staat, dat de zwakke pogingen, van ver schillende zijden aangewend, om de te genwoordige partijgroepeeringte ver vangen door oen zuiver staatkundige par- tijlindeeling, deerlijk zijn mislukt". Inderdaad, deerlijk zijn mislukt. Maar dat belet lien, die deze pogingen heb ben aangewend, niet om zich te go dragen alsof zij waren gelukt. Zwakke politiek, die do werkelijkheid niet kan erkennen! (Rotterdammer.) Ontwapening en Bevolking. Do gezamenlijke voorstanders van „ont wapening", candidaten van S.Di.A.P., Vrijlz.-Dpm., D.P., Prot. VolkspChr. Dom. en de revolutionaire partijen verkregen te zamen 991801, dat is 32 pet. van 't aantal uitgebrachte stemmen. Zoodat ruim twee derden der bevol king tegen den dwazen onlwapeningsoisch zijn. Die soc.-dem. „Voorwaarts" prijst de vrijzinnig-democraten, gelukkig dat zij te juister tijld liet roer hebben omgegooid, en hun oordeel va.n '1922, dat nationale ontwapening een dwaasheid is, in zijn tegendeel hadden omgezet. Toch is het procent der voorstanders van ontwapening door deze malle ma noeuvre niet noemenswaard verhoogd. De strijd in Marokko. Omtrent den toestand in Marokko wordt uit Parijs gemeld, dat een verhoogde ac tiviteit van den vijand merkbaar is in enkele sectoren van liet Westelijk front, waar de vijand met het versterken, het uitbreiden van zijn verdedigingswerken bezig is- In andere sectoren zijn er aanwijzingen, dat de Kabylen een sterken druk op de stammen oefenen en levendige propagan da maken. Klaarblijkelijk heeft de vijand twee doeleinden op het oog, namelijk zich geheel meester te maken van de Oergha en den straatweg FezTanger af te snij den. De Fransche legeraanvoering heeft echter alle maatregelen getroffen, om der gelijke plannen te verijdelen. Ten Noorden van Sidi Belgasem wor den troepenconcentraties van sterke af- deelingen afgevallen stammen gesigna leerd- Wat het begin van liet Fransche offen sief betreft moet rekening gehouden wor den met de weersgesteldheid. Voorloopig zal de hitte aanhouden en waarschijnlijk zal daarom de opperbevelhebber tot Sep tember wachten, alvorens tot de defini tieve operaties over te gaan- Intusschen wordt de aanvoer van oorlogsmateriaal voortgezet. Een gevaar voor Frankrijk. In de Matin houdt Riverain, lid van de landbouwacademie een pleidooi voor de noodzakelijkheid om de ontvolking van het platteland van Frankrijk tegen te gaan. Riverain wil' zijn doel bereiken met behulp van de onderwijskrachten in de dorpen. Hij! meent, dat deze, in nauwe samenwerking met de boeren, bij de kinderen den smaak voor het boeren bedrijf kunnen ontwikkelen. Wanneer men voortgaat, zegt de schrijver in de Matin, om niets te doen om het kwaad te beteu gelen, dan behoeft men zich geen illusies meer te maken: binnen korten tijd zal' Plechtige stilte- Toen kwam Hi, die dicht bij de deur stond, zijn vriend te hulp. „Zeig, Bill, waarom zou je 't maar niet zelf pro beeren?" Bill werd, zoo mogelijk, nog bleeker. ,,'t Is mijn vak niet. Maar de Loods zegt, dat er gebeden moet worden, en ik wil hem niet in den steek laten. Laat ons bidden." Tegen den preekstoel geleund, begon liij: „Almachtige God, ik weet niet hoe ik liet doen moet, maar misschien zult Gij het toch wel begrijpen, als ik de dingen niet goed zeg." Hier zweeg hij. even, en ik hoorde, dat een paar vrouwen begonnen te schreien „,Wa.t ik wou zeggen", vervolgde Bill, „is dit: Wij zijn machtig blij met deze kerk, waarvan wij weten, dat Gij en do Loods liet bewerkt hebt. En wij zijn allemaal blij, dat wij hier zitten." Wederom een pauze. Opziende zag ik zijn verweerd gezicht smartelijk vertrok ken en twee tranen langs zijn wangen biggelen. Toen begon hij opnieuw: „Maar nu, Almachtige God, over den Loods ik wil U volstrekt niet de wet stellen maar als het U 't zelfde is zouden or dan oen groot deel' van den Franschon bodem braak liggen. Goud op IJsland. Op IJsland is opnieuw goud gevonden: volgens den Kopenhaagschen correspon dent van bet. „Berl. Tagebl." en wei aan den Oostkant van het eiland. Hie Diuitsche geoloog Brand heeft do vin dingplaats geologisch onderzocht en de aanwezigheid van edel 'metaal geconsta teerd. Het gebied zal echter moeilijk te exploiteeren zijn, daar in den grond veel kwarts, agaat en caliedoniën voorkomen. Fascistische aanslagen. Te Panna is een bom geworpen naar liet huis, waar een leider der verceniging! van oud-strijders woont. 'Hoewel op de daders oenige scholen zijln afgevuurd, Wis ten zijl "te ontkomen, zonder dat hun identiteit kon worden vastgesteld. De bekende staatsman Orlando is even eens nauwelijks aan den dood ontsnapt. Te Palermo bestormden groote 'fascisten benden het stadhuis, waar Orlando öen rode hield. 'De fascisten wierpen met stcenen, Orlando wist echter tc ontkomen. Vreemde werklieden in Frankrijk. Een rapport omtrent het aantal vreem de werklieden in Frankrijk deelt mede, dat in dit land momenteel ongeveer 2 millioen buitenlandsche arbeidskrachten werkzaam zijn. Deze werklieden zijn vol gens hun nationaliteit gegroepeerd, be wonen hun eigen wijken, hebben hun eigen burgemeesters en geestelijken. Op vallend is hun eenvoudige en sobere levenswijze. Alle spaarpenningen gaan naar do respectieve landen. Het is on mogelijk, aldus het rapport, om van hen vakvereenigingsmenschen te maken. De drukkersstaking te Antwerpen. Naar men uit Antwerpen meldt, is er In het conflict in het drukkersbedrijï nog niet veel verandering gekomen. Hier en daar hebben de wterklïeden hun eisch na een paar dagen stakons, ingewilligd gekregen. Van de weekbladen zijn een aantal niet verschenen. In het dagbladbe drijf hebben de Volksgazet en de NieuWe Gazet zonder strijid de verlangde loons- verhooging toegestaan. D|e Schelde en Gazet van Antwerpen verschijnen, zonder dat zijl tot 'dusver toegegeven hebben. De Matin, Neptune, Métropole, l'Echo du Soir en Handelsblad van Antwerpen heb ben de handen ineen gesl'agen en verschij nen in noodgewaad als: D)e Antwerpsche pers. Het taalverschil is ondervangen door verschijning in de Fransche en Vlaamsche taal. Uit den Duitschen Rijksdag. In den Rijksdag werd gisteren de twee de lezing der wet op de inkomstenbelas ting voortgezet. In den loop der zitting kwam het tot opgewonden tooneelen- De communistische afgevaardigde Vie- rath verklaarde o.a., dat er in de kerken een groote luxe heerschte, welke abso luut overbodig was. Voor het avondmaal kon men houten bekers gebruiken; gou den waren daarvoor niet absoluut nood zakelijk. Vice-president Graf verzocht spr- de gevoelens van een groot gedeelte der leden te ontzien. Onder groote beweging van de rechterzijde en het Centrum eisch- te Vierath, dat de kerken in' het vervolg zelf hun priesters zouden betalen. De opgewondenheid 'bereikte haar hoogte punt, toen spr. beweerde, dat de kerken de ondersteuning des rijks te minder ver dienden, daar zich speciaal onder haar aanhangers in liet Rijnland talrijke sepa ratisten hadden bevonden. Van "beide zij den wierp men elkaar scheldwoorden naar wij hem zoo graag bij' ons willen hou den. Waarlijk, ik weet niet hoe wij 't zon der hem kunnen stellen. D'aar hebt Gijl nu al deze lui; hij is juist zoo goed met ze aan den gang, en. brengt ze allemaal op .den goeden weg en, Al machtige God, als Gij hem wegneemt, zou 't misschien voor hem heel geluk kig zijn, maar voor ons o Heere God! Amen." In de stilte die volgde begon iemand' ik geloof, dat het mevrouw Ashley was: „Onze Vader, die in de hemelen zijt", en ieder, die mee kon doen, voegde zijn stem bij de hare; tot aa» het einde. Bill bleef een oogenblik staan en staarde zwijgend voor zich uit, totdat liij zich op eenmaal scheen te herinne ren, dat hij nog een plicht te vervul len had. „Deze kerk is ingewijd!" riep hij. „Nu moet ik gaan." Reeds was hij bij de deür, gaf Hi, die hem naar buiten volgde, nog een. paar aanwijzingen, sprong op z'n pony en reed in vliegenden galop weg. De kerk was ingewijd misschien niet precies naar den vorm; maar als groote liefde en nederig geloof meetel len, dan voorzeker was alles wat noo dig is verricht. (Wordt vervolgd) f

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1