DE ZEEUW
Middelburg
TWEEDE BLAD.
EN ORDENING
e Zoute Visch
nteljjke Veiling
Nran Kruisbessen.
Kersen
etfe Jonjen|
DE HEMELLOODS.
Buitenland.
ven deze week een
eau.
>ormeubelen
azijn opstal
en bij Boekh. FANOY.
S. J. GROEN,
Indet - IJmulden
Vlissingen.
sdag 17 Juni a.s.,
s nam. 3 uur:
reeniginy K. B. 0.
te Kapelle.
sdag 17 Juni, 2 uur.
worden geveild:
zwaargebouwd
Hengstveulen,
tin Merrlepaard,
ime Timmermans
ukenmeisje,
ven deze week een
leau.
FEUILLETON.
"WW
)ek Gravenstraat, M'bur}
J. C. 8LAUP0T TSR
contant verkoopen
ag 13 Juni 1923,
gs te één uur, i» het
G 31 (A.Z.E. M.):
.UX-MINISTSR,B«.
CONTINENTAL
tIJFMACHINE,
DUPLICATOR,
IKENTAFFL,
LAZEN WINKEL
MET SC HUIFDEü.
ï'/nX'/jM,, Loket kast,
n ETALAGEKAS^
banken, Kasten, Spie-
tpers, Serremenbelen M
Clectrische Kacheltjes,
Lampen, Deuren enz
VAN
MAANDAG 15 JUNI 1925. No. 214.
xateu rs- V endumeesters
4.ÜOT HONDIUS.
16 MIDDELBURG,
uwe uitgaaf van de
C. DE MOOR. en Ds
SEN. Prijs f2.75. Toe-
ontvangst van post-
Jiro 19522.
Ie kwaliteit
k aangeboden aan Wie
|r:
Tel. No. 5.
en monsters vóór half
t ADMINISTRATEUR.
omgaard van Mej. Wed
R te Biezeiinge.
P BIJ INSCHRIJVING:
KERSEN, W
in den boomgaard te
efjes in te leveren voor
luni bij JAN KLOOS-
Biezelinge.
1
TE KOOP:
Koudekerke.
TE KOOP:
s Hengstveulen,
AMPERT, Biggekerke.
TE KOOR:
Vertrouwd en mak
IR, N. en St. Joosland.
voor ruimen tijd,
loor J. C. WAVERIJN,4
HOFFMAN—Dbiebee*.
it 5, Rotterdam, vraagt
gustus een flink R N,
uiswerk te verrichten-
bekwaamheid.
fij vragen
leiding in het vak'
ook Gravenstrsat, M'burü-
Hoe men de kiezers voorlicht V.
Onze artikelen de vorige week onder
bovenstaanden titel in onze pers gepubli
ceerd naar aanleiding van bet verkiezings
nummer der S. D,. A. P. „Stemt Rood!",
schijnen raak geweest te zijn. Althans te
oordeelen naar het feit, dat de beide
soc. dem. dagbladen Het Volk en Voor
waarts er aanstonds door in vuur en
vlam zijn gevlogen. Wij zouden dan al
zeer leugenachtig gepolemiseerd hebben.
Voorwaarts verwijt ons, dat wij hebben
beweerdde soc.-dem. Kamerfractie heeft
van 1914—1918 vóór de militaire bc-
grootingen gestemd.
Het Volk neemt ons kwalijk, dat wc
alleen hebben geschreven over wat wer
kelijk in Denemarken is geschied om de
militaire lasten te verlichten, en niet
hebben medegedeeld, dat er nog een ont
wapeningsvoorstel aanhangig is. En „nog
erger zou onze brutale leugen zijn, dat
het inzinken van de waarde der Dieensche
kroon van 6G tot 46 cent te danken
is aan het financieel beleid der Deen-
sche soc. dein. Regeering". De kroon
stond reeds op 46 cent toen deze re
geering optrad.
Zullen we nu een „pebcavi" stamelen?
We zijin er nog niet geheel toe geneigd!,
omdat alles hier afhangt van de wijze
van voorstelling.
1. Wat het stemmen belreft. Voor de
mobilisatiecredieten en die vorderden in
de oorlogsjaren het .leeuwendeel der mi
litaire lasten, heeft de soc.-deni. fractie
haar stem regelmatig gegeven. Voor de
eigenlijke begrootingen, die slechts een
onderdeel daarvan uitmaakten, namen de
heeren weliswaar een andere houding
aan. Maar.... zij durfden er toen blijk
baar niet tegen te stemmen. Telkens werd
bij de begrootirigen van 1915, 1916 en
1917 een verklaring afgelegd, dat de soc.-
dem. fractie „ter- besparing van tijd"
of „wegens het late uur" geen stemming
zou vragen. Natuurlijk was dat in de
gegeven omstandigheden niets fineer dan
een mooi gebaar. Bij! de begrooting van
1917 echter vroeg de heer Marchant stem
ming. Waarschijnlijk om de soc.-dem. te
noodzaken zich uit te spreken.. Toen heb
ben zij den moed teruggevonden om hun
tegen te laten hooren echter noodge
dwongen gelijk ze het ook daarna
bij de begrooting van 1918 weer deden.
Nu hebben we dus de volle waarheid
medegedeeld. In onze vorige artikelen
hadden we natuurlijk geen andere bedoe
ling dan om aan te toonen, dat zij. de
mede-verantwoordelijkheid dragen voor de
enorme uitgaven, die zij in hun verkiezings
pamflet alleen op de schouders van de
Regeering wilden leggen. Het Volk en
Voorwaarts wachten er zich wel voor om
hierop in te gaan.
Wat nu het Dieensche voorbeeld be
treft: kunnen de soc.-dem. tegenspreken,
dat de militaire lasten daar te lande
op dit oogenfilik met meer dan "700.000
kronen zijn verminderd? E.n dat de Dieen
sche soc.-dem. Regeering: voor dit povere
gebaar de verantwoordelijkheid heeft aan
vaard? Er is een ontwapeningsvoorstel
ingediend, ja. Evenals in Nederland. Maar
wat daarvan terecht zal' komen, daarop
moeten wij evenzoo goed als Het Volk
en Voorwaarts nog wachten.
En eindelijk de Dfeensche kroon. Het is
mogelijk dat haar waarde reeds met 33
pet. was gedaald toen de Dieensche soc.-
democratie aan het bewind kwam. Wij
hebben op dit oogenblik niet de gegevens
bij de hand om dat te control'eeren. In
dien dat zoo is, dan willen we gaarne
onze uitdrukking „dank zij het financieel
beleid der Dieensche soc.-dem. Regeering"
eenigszins wijzigen. Het feit staat dan
zoo, flat de waarde van de Deensche
munt nog niet hersteld is „trots het soc.
bewind". D|e waarde van de Nederland-
sche gulden heeft ook een oogenblik
op 90 cent gestaan en dank zij het be
leid van Colijto. is hij thans weer 100
cent waard.
Daar gaat het maar om.
Maar laten nu Het Volk en Voorwaarts
eens schrijven over de feiten en cijfers
die wij verder gaven en die aantoonen
dat in Nederland de militaire lasten
Een verhaal uit het Verre Westen.
(Nadruk verboden.)
21) oi
Nu vertraagde Louis zijn vaart, waar
op de voorste der honden hem met twee
flinke sprongen inhaalde en naar de keel
vloog. Maar tegelijkertijd snorde de lasso
door de lucht, en kwam snel en zeker om
den hals van den hond, die een oogen
blik later half geworgd op den grond
lag. De andere hond stond stil, keek
rondom zich, en gaf de jacht op. Ben
geduchte straf wachtte hen beiden- Hun
meesteres nam een zweep ter hand en
ranselde er als een bezetene op los,
totdat ik het niet langer kon aanzien en
vcor de arme diereu in de bres sprong.
„Zjji zullen doen wat ik zeg. of ik sla
ze dood!" riep zij, stampvoetende van
toorn.
„Schiet ze dan liever neer", zeide ik
en hief mijn pistool op.
Onmiddellijk knielde zij naast den ker
menden, jankenden hond, die. vlak voor
effectief meer zijn verlicht dan in lan
den waar de soc.-democratie aan het be
wind is. R. A. den Ouden.
Miejuffrouw Groeneweg en de Ont
wapening.
De S.D.A.P. heeft de verkiezings actie
in Juni 1922 ingeluid met de leus „Ont
wapening".
Nu is hot altijd moeilijk wanneer men
op eenmaal een nieuwe leus uitdenkt en
decreteert, zich in die leus in te le
ven. Men valt allicht nog wel eens een
enkele maal terug in 't oude.
Vandaar dat in 'teerst de sprekers
zich nog wel eens bezondigden aan wat
wij in en uit praten zouden willen noe
men. Zij zaten er toen nog zoo niet
in. Nu gaat dat beter, al maakt men
nog wel restricties.
In „De Tribune" van 5 Juli 1922 leest
men, dat mej. Suze Groeneweg te Maas
sluis sprak over Ontwapening. Een de
bater vroeg: „Wat zal de S. D'. A. P.
doen als zij na de verkiezingen met
de R. K. de regeermacht in handen
zal nemen; zal ze er dan aan mede
werken een oorlogsbegrooting in te die
nen?"
Het antwoord was dat, als het zoo ver
kwam, dat de S, Di. A. P. mede in de
regeering zou gaan, er eischen gesteld
zouden worden, ook in zake het militai
risme. En, ging de spreekster verder, als
wij liet zoo ver kunnen krijgen dat de
oorlogsbegrooting' inplaats van op 150
miljoen op 100 miljoen gesteld zou wor
den, was zijl wel bereid om dit te aan
vaarden.
Voorts heeft de spreekster van dien
avond gezegdAls wij Indië loslaten,
dan beteekent dat, dat de oorlog in
Indië zal komen en daar moeten wij
voor w a'k e n. Wie mogen Indië niet ten
prooi geven aan de buitenlandscbe mach
ten.
Maar zoo is het niet te verwonderen
flat de Tribune-man verwonderd uitroept:
„Ze wil Indië niet 'loslaten, het moet be
schermd worden. Maar wat is daar de
konsekwentie van? Daarmede geeft men
zich gewonnen aan het kapitaal."
Men merkt ook welde spreekster zat er
toen nog niet zoo in. En wat die cijfers
aangaat, die bevatten wel een klein©
bemoediging voor den aanstaanden Room-
schen bondgenoot. Trouwens het eind
cijfer der Oorlogsbegrooting voor dit jaar
is niet eens 100 miljoen: het is sinds
1919 van 171 miljoen tot ruim 58 miljoen
gedaald.
De ambtenaar en de a.s. verkiezing.
Men zal zich herinneren, hoe op onze
Deputatenvergadering een ambtenaar op
stond, die den a.-r. ambtenaar zeide, ge
trouw aan het a.-r. vaandel te moeten
zijn. Terecht merkte de voorzitter der
vergadering, Mr de Wilde, op, dat de
goede a.-r. ambtenaren zulk een wenk
niet noodig hadden.
Toch deed het het hart der deputaten
goed, dat daar een ambtenaar opstond,
om te getuigen van onwankelbare trouw.
Evenals het ons goed doet, in de „Maas
bode" een ingezonden stuk ie vinden van
een roomsch-katholiek ambtenaar, waarin
o.m. wordt gezegd:
Waarom, ook wij katholieke ambtena
ren ook rechts en op de Katholieke
partij
Omdat wij zoo voldaan zijn?
Ach lieve menschen! daarover zullen
wij liever zwijgen, er is al zoo veel over
geboomd en betoogd tot vervelens toe.
Als men wat dieper nadenkt weten wij
allen en zeer goed, dat het niet anders
kon, hoe graag ook de regeering zelve
anders wilde.
Want als ooit een regeering hier te
lande heeft gestaan en nog staat voor
een zware taak (denken wij eens terug:
„1918", crisisjaren, een ontredderde maat
schappij, de noodzakelijke bezuiniging in
het gezicht van een financieele debacle),
dan is het zeker wel de huidige Chris
telijke regeering; en dat men daarbij
klappen doet vallen, die gevoeld worden,
dit is te betreuren, maar dat kan men,
dat mag men niet verwijten. Men kan re
deneeren: „ja maar dit kon zus en dat
kon zóóStaat u maar eens voor het
feit!
Daarenboven waar men zóó werkt, en
aan zulk een groot werk (immers leest
u maar eens wat St. Thomas van Acquino
over „Staatsbestuur" in zijn „Kerk en
ha,ar voeten lag en riep mij dreigend toe:
„Probeer het eens, als je durft! Probeer
het eens!"
Toen barstte zij los in hartstochtelijk
snikken. „Ondeiugende Lex. Ondeugende,
slechte, lieve, beste Lex. Maar je was
ondeugend, je weet, da.t je ondeugend
waart!" en zoo ging zij door, met haar
armen om Lex' hals geslagen, totdat het
dier, thans huilend en trillend van lief
de en genot, dreigde te stikken, en Wolf,
die kwispelstaartend had toegekeken, kor
te blaffen uitstiet van ongeduldig verlan
gen, om ook getroost te worden en zijn
doel te xrijgen van de liefkozingen. Zij
vormden een aardige groep, die drie
kinderen der prairie, even heftig en vilrig
in hun haat als in hun liefde.
Daar herinnerde hel meisje zich mijn
aanwezigheid. Zij stond op en zeide een
weinig beschaamd: „Zij gehoorzamen mij
anders altijd. Zij zijn van mij; maar zij
maken alles dood, wat het waagt binnen
de poort te komen. Dut mogen zij doen."
„Erg vermakelijk".
„Wat?"
„Ik bedoel, is dat niet gevaarlijk voor
vreemden?"
„O, niemand komt hier ooit alleen,
Staat" schrijft) dan kunnen daarin allicht
fouten sluipen.
Zeer zeker heeft het Staatsgezag voor
oogen gehad het deugdzaam leven zijner
burgers, het bevorderen van zijn welvaart,
voor zoover het mogelijk was, maar men
vergete niet in welk 'n moeilijken tijd!
Daarbij mogen wij niet vergeten, en vooral
wij katholieke ambtenaren, dat wij van
hoog tot laag een onderdeel zijn, een
steun van de Staatsmachine evengoed als
in het particulier bedrijf de ondergeschikte
jegens den patroon.
Ergo hebben wij ondanks alles ons
deel aan de tijdelijke misère te dragen;
ons kruis op óns te nemen dat, ik be
grijp het maar al te goed, menigeen zwaar
valt, doch in lange niet zoo zwaar is
als dat wat onze voormannen daar in Den
Haag hebben te torsen en toch zij hou-
flen het, schoon zij ook menschen zijn,
evenals wij.
Denken wij daar wel eens aan?
Vooral gij jongeren, gij die niet eens
het zwaarst er aan toe zijt, denkt gij wel
eens zoover? Vraagt eens uw ouders, hoe
die soms hebben moeten aanpakken! Of
die in hun jeugd er zoo aan toe waren,
ik voor mij kan zeggen van „neen".
Men redeneert veelal „ja maar de tij
den zijn tegenwoordig anders". Niet an
ders, maar men schept zich de tijden
anders.
En dat is het wat de mensch, vooral de
jongere mensch, in het harnas jaagt te
gen zijn patroon tegen z'n overheid! Ik
wil geen enkele gezindte te na komen,
doch als men gade slaat de jongere ge
neratie ook in het. ambtenaarscorps, jon
gelui uit arbeidersgezinnen, uit hardwer
kende ouders voortgekomen, die zich zel
ve (wat zeer te prijzen is) hebbeen opge
werkt tot functies als ambtenaar, onder
wijzer, enz., doch die hun waarde ver
geten, een staat voeren, spoedig overhel
len tot 't revolutionaire element, en te
keer'gaan als de wetgever wiens steun zij
behooren te zijn niet hun zin doet, of
genoodzaakt is ook hen te laten voelen
wat „tegenslag", inkrimping in zaken be
teekent. Dien zij dan gaan zwart maken,
tegenwerken. Is dat geen schande?
De schrijver eindigt met een hartelijke
aanbeveling van de Katholieke lijst.
Wij nemen .het stukske over met een
even hartelijke aanbeveling van de Anti-
Revolutionaire lijst.
Bezuiniging op militaire uitgaven.
Een van de vaakst herhaalde onjuist
heden bij de verkiezingen is, dat er op
Oorlog en Marine niet of vrijwel niet
bezuinigd wordt.
Ongeveer alle linksche partijen en par
tijtjes maken er zich aan schuldig; de
S, D. A. P. het hardst.
Z,óó „Voorwaarts" van 2 Juni en de
heer Albarda in. „Het Volk" van 5 Juni.
Een. blik in de jaarcijfers kan reeds
leeren hoe onjuist zulke beweringen zijin.
De begrooting van Oorlog is van 1922 tot
1925 gedaald van 651/2 millioen tot bijna
59 millioen, en dat niettegenstaande de
pensioenen en wachtgelden in dien tijld
van 8 tot 13 millioen zijn gestegen'.
Buiten deze laatste uitgaven is er een da
ling van '571/2 tot 46 millioen. D'e be
grooting van Marine is in denzelfden!
tijd na aftrek van wachtgelden en pensi
oenen van 46 tot 36i/2 millioen gedaald.
In de Memorie van Antwoord over de
begrooting van 1925 noemde de Minis
ter de volgende bezuinigingen en vereen
voudigingen op, welke in 1924 waren tot
stand gekomen:
opheffing van liet Instructie-bataljon;
opheffing van de opleid ingscompagn ie
bij "het Regiment Vesting-Artillerie;
tijdelijke inkrimping van het wapen der
Koninklijke Marechaussee;
inkrimping der politietroepen
opheffing van het plaatselijk commando
te Utrecht;
opheffing van het militaire hospitaal te
Amsterdam
opheffing van het centraal magazijh.
voor militaire kleeding en uitrusting te
Delft
opheffing van de militaire bakkerij te
Breda;
inkrimping van het aantal' paarden
artsen
vereenvoudiging van den magazijin1-
dienst.
Blijkens genoemde Memorie wordt in
1925 op den zelfden weg voortgegaan.
In denzelfden tijd va.11 1922 tot 1925 is
buiten pensioen en wachtgelden bij Oor-
behalve de Prins. En de honden houden
de wolven op een afstand."
„Zoo, komt. <1© Prins hier wel?"
„Ja", antwoordde zij met stralende
oogen „Hij is mijn vriend. Hij noemt mij
zijn prinsesje, en leert mij zuiver En-
gelsch spreken en vertelt mij' va,n allerlei:
O' zoo mooi!"
Ik zag ten hoogste' verwonderd naar
haar gelaat, thans zoo zacht, zoo kin
derlijk, en trachtte mij het beeld voor
ocgen te stellen van dei halve wilde,
die een paar minuten vroeger zoo koel
bloedig gedreigd had mij dood te schie
ten en zoo woedend haar honden had
afgeranseld.
Onder het terugwandelien naar de poort
hield ik haar aan het pralen over den
Prins, cn sloeg haar intusschen aandach
tig gade. Zij was niet wat men mooi
noemt, daarvoor was haar gelaat te smal
en de mond te groot; maar zijl had regel
matige witte tanden, en de donkerblauwe
oogen keken mij flink aan, trouwe oogen,
eerlek en oprecht. Haar lang loshangend
haar was haar glorie. Rood was het,
wal Hi ook mocht zeggen, maar onbe
schrijfelijk mcoi van tint. Als de zon er
oip scheen, -lag er een gouden gjoed op,
log een daling met 20 pet.; bij Marine
eveneens met 20 pet., en bij Onderwijs
met 10 pet. Een veel grooter bezuiniging;
dus bij 'Oorlog en-Marine; hetgeen nog
te meer beteekenis heeft, omdat de be
grooting van Onderwijs in veel sterker
mate (niet alleen absoluut, maar ook
relatief) voordeel heeft gehad van de
vermindering van salarissen.
Zelfs de militaire deskundige der cen
trale commissie voor bezuiniging, die in
het tijdschrift der Maatschappij voor Nij
verheid de begrooting voor 1925 criti-
seert, erkent liet:
„Thans is op zeer veel posten bezui
nigd, hetgeen met de salaris-vermindering
de begrooting heeft teruggebracht tot 58
millioen."
Ondanks alle cijfers en feiten blijft
intusschen de legende rondgaanOp Oor
log en Marine wordt zoo goed als niet
bezuinigd. Hot lijkt soms, af men vreest
geen goed democraat te zijn, wanneer
men deze onjuistheid niet durft dobitee-
ren.
Klinkklank.
In het verkiezingsorgaan van de soci
aal-democraten „Stemt Rood" komt de
volgende prachtzin voor:
„We willen 't onrecht bannen uit de
maatschappij
We willen niet langer één enkel man
zien heerschen over duizenden, omdat,
allèèn omdat hij toevallig, het geld,
de fabrieken, de werktuigen bezit, die
noodig zijn om voort te brengen wat de
massa noodig heeft aan voedsel, aan
kleeding, aan huisraad en dekking."
Aan deze holle phrasen wijdt „De Ne
derlander" de volgende verstandige cri-
tiek:
Uit dergelijke uitlatingen, die in den
tegenwoordigen tijd zonder slot of zin zijn,
blijkt duidelijker dan uit iets anders, op
welke kunstmatige wijze thans aan die
zijde het vuur moet worden gaande ge
houden.
Waar is op dit oogenblik de fabriek,
waar één man over duizenden „heerscht",
wat dan toch wel zal boteekenen, dat hij
hen persoonlijk, met arbeidsvoorwaarden
en al, finaal in de macht heeft?
Wordt het loon en de arbeidsduur niet
in onderling overleg geregeld door den
werkgeVer en de vereenigde werknemers,
die door hun vakorganisatie tot de eoono-
misch-gelijkwaardige portuur van den
werkgever geworden zijn?
Bestaan daarnaast niet bovendien nog
de arbeidswet, de veiligheidswet, de ver
zekeringswetten, dierespectievelijk om
trent den arbeidsduur, de beveiligings
maatregelen en de bestemming van een
deel van het loon dwingende voorschrif
ten bevatten?
Is er niet. een wet op het arbeidscon
tract en op de gedwongen winkelnering,
die weer op andere wijze een eind hebben
gemaakt aan de „heerschappij" van één
der contractanten in 'de arbeidsovereen
komst?
Of bedoelt de zinsnede wellicht, dat
alle leiding in de fabriek uit den booze
geacht wordt?
Het is ondenkbaar, want in het sociali-
satierapport der S. D. A. P. komen om
trent de onmisbaarheid en de noodzake
lijkheid van die leiding zeer verstandige
opmerkingen voor.
Wat wil dan een dergelijke uitlating?
Wordt gedacht aan eenig meerder in
zicht in, en zoo mogelijk zeggenschap
over, den gang van het bedrijf?
Dit is echter mogelijk ook onder de be
staande productieverhoudingen en is nog
onlangs door den conservatieven Engel-
schen minister Baldwin aanbevolen. De
uitvoerbaarheid en doelmatigheid kan
door alle man uit alle partij zakelijk wor
den getoetst en tot een punt van gedach-
tenwisseling gemaakt. Socialisme of klas
senstrijd heeft men daar niet bij noodig.
Bovendien zal, ook wanneer in die
richting iets groeit, het toch altijd weer
een „kern" zijn enkelen uit velen
aan wie de bedoelde taak wordt opgedra
gen. Er zal ook dan door weinigen over
duizenden worden „geheerscht", zoo men
met 'geweld dien leelijken naam wil geven
aan de „leiding", die voorwaarde is voor
iedere geregelde saamleving en die in geen
enkele maatschappij kan worden gemist.
Wij hadden half gehoopt, dat. ook de
sociaal-democraten allengs te verstandig
waren geworden voor dergelijke aftand-
sche tegenstellingen.
zoo heerlijk warm, aat ik geen woorden
kon vinden, om mijn bewondering te
'uiten. Een vreemde onnoembare kleur
maar geheel in overeenstemming met den
aard der bezitster.
Zij gaf haar pinto aan Joe>, bleef zelve
in de open deur staan en heette mij:
welkom met groote waardigheid en be
valligheid. De Prins heeft nog niet zoo
geheel ongelijk, wanneer hij' haar „prin
ses" noemt, dacht ik.
Zij geleidde mij naar de huiskamer
een lang, laag vertrek. Dei houten wan
den waren wit. gepleisterd; alles zag er
keurig netjes en helder u.it. De tafels
stoelen en banken waren van eigen maak
sel. Op den grond lagen prachtige wolven
en berenhuiden. De wanden waren ver
sierd roet hiertenkoppen, 'horens van wilde
bokken, arendsvleugelen en staarten van
een paar vossen, die Gwen zelf had ge
schoten en waarop zijl niet weinig' trotsc'h
was. Aan het eene einde der kamer was
een wijde steenen stookplaats, thans, in
den zomer, vol met varens, grassen en
veldbloemen. Aa,n de tegenovergestelde
zijde bevond zich een deur, die toegang
verleende tot een ander vertrek, kleiner,
en rijk gemeubeld met overblijfselen van
Pölen-Duitschland.
Ter uitvoering van het verdrag van
Versailles moest Duitschland tegen be
paalde voorwaarden verschillende waren
en producten uit Polen invoeren. Zoo
werden b.v. alleen per maand 500.000
ton kolen in Duitschland geïmporteerd.
In het eerste kwartaal van dit jaar in het
geheel voor 136,8 millioen goudmark goe
deren uit Polen ingevoerd, terwijl de
Duitsche uitvoer naar "Polen slechts een
waarde van 102,3 millioen vertegenwoor
digde. Het tekort in deze drie maanden
bedroeg dus alleen reeds 34,5 millioen.
Sinds drie maanden worden nu tusschen
Duitschland en Polen onderhandelingen
gevoerd over het sluiten van een handels
verdrag. Voor Polen zijn de maandelijk-
sche kolenleveringen aan Duitschland van
zeer groote beteekenis, daar bij het staken
van deze leveringen 30.000 mijnwerkers in
Opper-Silezië zouden moeten worden ont
slagen. De tot dusver gevoerde onderhan
delingen hebben intusschen nog geen re
sultaat opgeleverd.
Volgens den correspondent van de Vos-
sische Zeitung te Warschau meent men
aldaar dat een oeconomische oorlog met
Duitschland niet zal kunnen worden ver
meden.
Hernieuwde Sovjet-activiteit?
De bijzondere correspondent van de
„Daily Mail" meldt, dat de bekende Zi-
novief, de schrijver van den brief, die
aanleiding is geworden tot den val der
Britsche labour-regeering, in een nieuw
geheim document verklaart, dat het bol-
schewisme alleen in het leven kan wor
den gehouden door revolutionaire acties
in andere landen dan Rusland. Brittannie,
verklaart hij, is het meest belovende veld
van intrigesen hij adviseert zijn aan-
gers, zich op dat land te concentreeren
en groote sommen gelds uit Moskou naar
Engeland te zenden.
Het huwelijksgeschenk van den
ex-kroonprins.
Reeds meermalen hebben wij gewag ge
maakt van het huwelijksgeschenk, dat de
Pruisische steden indertijd den kroon
prins hadden toegezegd. Het bestond uit
een zilveren tafelservies, welks vervaardi
ging aan de bekendste zilversmeden des
lands werd opgedragen. Toen de oorlog
uitbrak was het nog niet af en toen het
voltooid werd, was de tijd voor aanbie
ding weinig geschikt. Het werd in de
kelder van de rijksbank opgeborgen en is
daar nog.
Na zijn terugkeer uit Nederland heeft
de gewezen kroonprins uitlevering van het
geschenk gevraagd, waartegen de socialis
tische groep van den»Pruisischen steden-
dag opkwam. Zij plaatste zich op het
standpunt dat de belofte, slechts monde
ling aan den kroonprins-gegeven, juridisch
niet bindend was en stelde voor het ser
vies in een museum op te uemen.
De Stedendag benoemde een commissie,
om over dit voorstel rapport uit te bren
gen, en deze heeft thans met alle burger
lijke tegen de socialistische stemmen be
slist dat de schenkers op moreele gron
den verplicht zijn, hun .belofte gestand
te doen. De kroonprins zal dus zijn ser
vies, dat een waarde heeft van omstreeks
een millioen mark, binnenkort wel krijgen.
Smokkelen van menschen.
Behalve alcohol, opium, cocaine, enz.
zoo vertelt het Vad., worden er ook men
schen gesmokkeld in Amerika. Die men-
schensmokkelarij is een groot bedrijf met
flinke bureaux in de groote Canadeesche
steden. Het werk geschiedt aan de Cana
deesche grens tusschen New-York en de
groote meren, vooral aan de Niagara,
waar dagelijks duizenden .personen zich
over de rivier van Canadeesch gebied
in het territorium van de groote Ameri-
kaansche republiek begeven.
Men heeft natuurlijk 'tal van middelen
om iemand in Amerika binnen te smok
kelen. Er kunnen echter drie methodes
onderscheiden worden: le. 's zomers als
er geen drijfijs is op de rivier kan men in
een bootje oversteken. Een radiodienst
waarschuwt de kapiteins der smokkel-
scheepjes over de gangen van :de grens
politie; 2e. men kan op een trein of een
autobus verstopt worden; 3e. men kan
zich in Canada zelf laten veramerikanisee-
ren. Baard en haren worden dan op z'n
Amerikaansch geknipt; men krijgt een
Amerikaansch pak met een Amerikaansch
vroegere grootheid.
Alles was er zindelijk en uitstekend
onderhouden. Overal in de hoeken en
waar maar een geschikt plekje was, ston
den bloemen en varens uit de vallei.
Ben vreemdsoortig huis was het, vol
van merkwaardige tegenstellingen; maar
het paste bij het zonderlinge kind, dat
mij zoo hoffelijk verwelkomde.
HOOFDSTUK X.
Gwen's eerste gebed.
Niet zonder aarzeling, ja zelfs vrees,
begon ik do lessen niet Gwen; maar al
had ik eindeloozo geduldsbeproevingen
kunnen voorzien, die ik zou moeten onder
gaan, toch zou ik mijln taak hebben aan
vaard, want dat kind hoe eigenzinnig
ook en luimig hoogmoedig, maakte mij,
als ieder -die met haar in aanraking
kwam, tot haar onder danige n dienaar.
De lessen gingen geregeld voort, heel
pltizierig, of heel onpleiizierig, al naar
dat hel in haar hoofd, opkwam. Zij' leerde
buitenge woon vlug lezen, want zij1 brand
de van verlangen om meer te weten van
die onbekende wereld, waar de Prins
zoo heerlijk van vertellen kon.
(W!ordt vervolgd.)