DE ZEEUW Middelburg TWEEDE BLAD. EN ORDENING e Zoute Visch nteljjke Veiling Nran Kruisbessen. Kersen etfe Jonjen| DE HEMELLOODS. Buitenland. ven deze week een eau. >ormeubelen azijn opstal en bij Boekh. FANOY. S. J. GROEN, Indet - IJmulden Vlissingen. sdag 17 Juni a.s., s nam. 3 uur: reeniginy K. B. 0. te Kapelle. sdag 17 Juni, 2 uur. worden geveild: zwaargebouwd Hengstveulen, tin Merrlepaard, ime Timmermans ukenmeisje, ven deze week een leau. FEUILLETON. "WW )ek Gravenstraat, M'bur} J. C. 8LAUP0T TSR contant verkoopen ag 13 Juni 1923, gs te één uur, i» het G 31 (A.Z.E. M.): .UX-MINISTSR,B«. CONTINENTAL tIJFMACHINE, DUPLICATOR, IKENTAFFL, LAZEN WINKEL MET SC HUIFDEü. ï'/nX'/jM,, Loket kast, n ETALAGEKAS^ banken, Kasten, Spie- tpers, Serremenbelen M Clectrische Kacheltjes, Lampen, Deuren enz VAN MAANDAG 15 JUNI 1925. No. 214. xateu rs- V endumeesters 4.ÜOT HONDIUS. 16 MIDDELBURG, uwe uitgaaf van de C. DE MOOR. en Ds SEN. Prijs f2.75. Toe- ontvangst van post- Jiro 19522. Ie kwaliteit k aangeboden aan Wie |r: Tel. No. 5. en monsters vóór half t ADMINISTRATEUR. omgaard van Mej. Wed R te Biezeiinge. P BIJ INSCHRIJVING: KERSEN, W in den boomgaard te efjes in te leveren voor luni bij JAN KLOOS- Biezelinge. 1 TE KOOP: Koudekerke. TE KOOP: s Hengstveulen, AMPERT, Biggekerke. TE KOOR: Vertrouwd en mak IR, N. en St. Joosland. voor ruimen tijd, loor J. C. WAVERIJN,4 HOFFMAN—Dbiebee*. it 5, Rotterdam, vraagt gustus een flink R N, uiswerk te verrichten- bekwaamheid. fij vragen leiding in het vak' ook Gravenstrsat, M'burü- Hoe men de kiezers voorlicht V. Onze artikelen de vorige week onder bovenstaanden titel in onze pers gepubli ceerd naar aanleiding van bet verkiezings nummer der S. D,. A. P. „Stemt Rood!", schijnen raak geweest te zijn. Althans te oordeelen naar het feit, dat de beide soc. dem. dagbladen Het Volk en Voor waarts er aanstonds door in vuur en vlam zijn gevlogen. Wij zouden dan al zeer leugenachtig gepolemiseerd hebben. Voorwaarts verwijt ons, dat wij hebben beweerdde soc.-dem. Kamerfractie heeft van 1914—1918 vóór de militaire bc- grootingen gestemd. Het Volk neemt ons kwalijk, dat wc alleen hebben geschreven over wat wer kelijk in Denemarken is geschied om de militaire lasten te verlichten, en niet hebben medegedeeld, dat er nog een ont wapeningsvoorstel aanhangig is. En „nog erger zou onze brutale leugen zijn, dat het inzinken van de waarde der Dieensche kroon van 6G tot 46 cent te danken is aan het financieel beleid der Deen- sche soc. dein. Regeering". De kroon stond reeds op 46 cent toen deze re geering optrad. Zullen we nu een „pebcavi" stamelen? We zijin er nog niet geheel toe geneigd!, omdat alles hier afhangt van de wijze van voorstelling. 1. Wat het stemmen belreft. Voor de mobilisatiecredieten en die vorderden in de oorlogsjaren het .leeuwendeel der mi litaire lasten, heeft de soc.-deni. fractie haar stem regelmatig gegeven. Voor de eigenlijke begrootingen, die slechts een onderdeel daarvan uitmaakten, namen de heeren weliswaar een andere houding aan. Maar.... zij durfden er toen blijk baar niet tegen te stemmen. Telkens werd bij de begrootirigen van 1915, 1916 en 1917 een verklaring afgelegd, dat de soc.- dem. fractie „ter- besparing van tijd" of „wegens het late uur" geen stemming zou vragen. Natuurlijk was dat in de gegeven omstandigheden niets fineer dan een mooi gebaar. Bij! de begrooting van 1917 echter vroeg de heer Marchant stem ming. Waarschijnlijk om de soc.-dem. te noodzaken zich uit te spreken.. Toen heb ben zij den moed teruggevonden om hun tegen te laten hooren echter noodge dwongen gelijk ze het ook daarna bij de begrooting van 1918 weer deden. Nu hebben we dus de volle waarheid medegedeeld. In onze vorige artikelen hadden we natuurlijk geen andere bedoe ling dan om aan te toonen, dat zij. de mede-verantwoordelijkheid dragen voor de enorme uitgaven, die zij in hun verkiezings pamflet alleen op de schouders van de Regeering wilden leggen. Het Volk en Voorwaarts wachten er zich wel voor om hierop in te gaan. Wat nu het Dieensche voorbeeld be treft: kunnen de soc.-dem. tegenspreken, dat de militaire lasten daar te lande op dit oogenfilik met meer dan "700.000 kronen zijn verminderd? E.n dat de Dieen sche soc.-dem. Regeering: voor dit povere gebaar de verantwoordelijkheid heeft aan vaard? Er is een ontwapeningsvoorstel ingediend, ja. Evenals in Nederland. Maar wat daarvan terecht zal' komen, daarop moeten wij evenzoo goed als Het Volk en Voorwaarts nog wachten. En eindelijk de Dfeensche kroon. Het is mogelijk dat haar waarde reeds met 33 pet. was gedaald toen de Dieensche soc.- democratie aan het bewind kwam. Wij hebben op dit oogenblik niet de gegevens bij de hand om dat te control'eeren. In dien dat zoo is, dan willen we gaarne onze uitdrukking „dank zij het financieel beleid der Dieensche soc.-dem. Regeering" eenigszins wijzigen. Het feit staat dan zoo, flat de waarde van de Deensche munt nog niet hersteld is „trots het soc. bewind". D|e waarde van de Nederland- sche gulden heeft ook een oogenblik op 90 cent gestaan en dank zij het be leid van Colijto. is hij thans weer 100 cent waard. Daar gaat het maar om. Maar laten nu Het Volk en Voorwaarts eens schrijven over de feiten en cijfers die wij verder gaven en die aantoonen dat in Nederland de militaire lasten Een verhaal uit het Verre Westen. (Nadruk verboden.) 21) oi Nu vertraagde Louis zijn vaart, waar op de voorste der honden hem met twee flinke sprongen inhaalde en naar de keel vloog. Maar tegelijkertijd snorde de lasso door de lucht, en kwam snel en zeker om den hals van den hond, die een oogen blik later half geworgd op den grond lag. De andere hond stond stil, keek rondom zich, en gaf de jacht op. Ben geduchte straf wachtte hen beiden- Hun meesteres nam een zweep ter hand en ranselde er als een bezetene op los, totdat ik het niet langer kon aanzien en vcor de arme diereu in de bres sprong. „Zjji zullen doen wat ik zeg. of ik sla ze dood!" riep zij, stampvoetende van toorn. „Schiet ze dan liever neer", zeide ik en hief mijn pistool op. Onmiddellijk knielde zij naast den ker menden, jankenden hond, die. vlak voor effectief meer zijn verlicht dan in lan den waar de soc.-democratie aan het be wind is. R. A. den Ouden. Miejuffrouw Groeneweg en de Ont wapening. De S.D.A.P. heeft de verkiezings actie in Juni 1922 ingeluid met de leus „Ont wapening". Nu is hot altijd moeilijk wanneer men op eenmaal een nieuwe leus uitdenkt en decreteert, zich in die leus in te le ven. Men valt allicht nog wel eens een enkele maal terug in 't oude. Vandaar dat in 'teerst de sprekers zich nog wel eens bezondigden aan wat wij in en uit praten zouden willen noe men. Zij zaten er toen nog zoo niet in. Nu gaat dat beter, al maakt men nog wel restricties. In „De Tribune" van 5 Juli 1922 leest men, dat mej. Suze Groeneweg te Maas sluis sprak over Ontwapening. Een de bater vroeg: „Wat zal de S. D'. A. P. doen als zij na de verkiezingen met de R. K. de regeermacht in handen zal nemen; zal ze er dan aan mede werken een oorlogsbegrooting in te die nen?" Het antwoord was dat, als het zoo ver kwam, dat de S, Di. A. P. mede in de regeering zou gaan, er eischen gesteld zouden worden, ook in zake het militai risme. En, ging de spreekster verder, als wij liet zoo ver kunnen krijgen dat de oorlogsbegrooting' inplaats van op 150 miljoen op 100 miljoen gesteld zou wor den, was zijl wel bereid om dit te aan vaarden. Voorts heeft de spreekster van dien avond gezegdAls wij Indië loslaten, dan beteekent dat, dat de oorlog in Indië zal komen en daar moeten wij voor w a'k e n. Wie mogen Indië niet ten prooi geven aan de buitenlandscbe mach ten. Maar zoo is het niet te verwonderen flat de Tribune-man verwonderd uitroept: „Ze wil Indië niet 'loslaten, het moet be schermd worden. Maar wat is daar de konsekwentie van? Daarmede geeft men zich gewonnen aan het kapitaal." Men merkt ook welde spreekster zat er toen nog niet zoo in. En wat die cijfers aangaat, die bevatten wel een klein© bemoediging voor den aanstaanden Room- schen bondgenoot. Trouwens het eind cijfer der Oorlogsbegrooting voor dit jaar is niet eens 100 miljoen: het is sinds 1919 van 171 miljoen tot ruim 58 miljoen gedaald. De ambtenaar en de a.s. verkiezing. Men zal zich herinneren, hoe op onze Deputatenvergadering een ambtenaar op stond, die den a.-r. ambtenaar zeide, ge trouw aan het a.-r. vaandel te moeten zijn. Terecht merkte de voorzitter der vergadering, Mr de Wilde, op, dat de goede a.-r. ambtenaren zulk een wenk niet noodig hadden. Toch deed het het hart der deputaten goed, dat daar een ambtenaar opstond, om te getuigen van onwankelbare trouw. Evenals het ons goed doet, in de „Maas bode" een ingezonden stuk ie vinden van een roomsch-katholiek ambtenaar, waarin o.m. wordt gezegd: Waarom, ook wij katholieke ambtena ren ook rechts en op de Katholieke partij Omdat wij zoo voldaan zijn? Ach lieve menschen! daarover zullen wij liever zwijgen, er is al zoo veel over geboomd en betoogd tot vervelens toe. Als men wat dieper nadenkt weten wij allen en zeer goed, dat het niet anders kon, hoe graag ook de regeering zelve anders wilde. Want als ooit een regeering hier te lande heeft gestaan en nog staat voor een zware taak (denken wij eens terug: „1918", crisisjaren, een ontredderde maat schappij, de noodzakelijke bezuiniging in het gezicht van een financieele debacle), dan is het zeker wel de huidige Chris telijke regeering; en dat men daarbij klappen doet vallen, die gevoeld worden, dit is te betreuren, maar dat kan men, dat mag men niet verwijten. Men kan re deneeren: „ja maar dit kon zus en dat kon zóóStaat u maar eens voor het feit! Daarenboven waar men zóó werkt, en aan zulk een groot werk (immers leest u maar eens wat St. Thomas van Acquino over „Staatsbestuur" in zijn „Kerk en ha,ar voeten lag en riep mij dreigend toe: „Probeer het eens, als je durft! Probeer het eens!" Toen barstte zij los in hartstochtelijk snikken. „Ondeiugende Lex. Ondeugende, slechte, lieve, beste Lex. Maar je was ondeugend, je weet, da.t je ondeugend waart!" en zoo ging zij door, met haar armen om Lex' hals geslagen, totdat het dier, thans huilend en trillend van lief de en genot, dreigde te stikken, en Wolf, die kwispelstaartend had toegekeken, kor te blaffen uitstiet van ongeduldig verlan gen, om ook getroost te worden en zijn doel te xrijgen van de liefkozingen. Zij vormden een aardige groep, die drie kinderen der prairie, even heftig en vilrig in hun haat als in hun liefde. Daar herinnerde hel meisje zich mijn aanwezigheid. Zij stond op en zeide een weinig beschaamd: „Zij gehoorzamen mij anders altijd. Zij zijn van mij; maar zij maken alles dood, wat het waagt binnen de poort te komen. Dut mogen zij doen." „Erg vermakelijk". „Wat?" „Ik bedoel, is dat niet gevaarlijk voor vreemden?" „O, niemand komt hier ooit alleen, Staat" schrijft) dan kunnen daarin allicht fouten sluipen. Zeer zeker heeft het Staatsgezag voor oogen gehad het deugdzaam leven zijner burgers, het bevorderen van zijn welvaart, voor zoover het mogelijk was, maar men vergete niet in welk 'n moeilijken tijd! Daarbij mogen wij niet vergeten, en vooral wij katholieke ambtenaren, dat wij van hoog tot laag een onderdeel zijn, een steun van de Staatsmachine evengoed als in het particulier bedrijf de ondergeschikte jegens den patroon. Ergo hebben wij ondanks alles ons deel aan de tijdelijke misère te dragen; ons kruis op óns te nemen dat, ik be grijp het maar al te goed, menigeen zwaar valt, doch in lange niet zoo zwaar is als dat wat onze voormannen daar in Den Haag hebben te torsen en toch zij hou- flen het, schoon zij ook menschen zijn, evenals wij. Denken wij daar wel eens aan? Vooral gij jongeren, gij die niet eens het zwaarst er aan toe zijt, denkt gij wel eens zoover? Vraagt eens uw ouders, hoe die soms hebben moeten aanpakken! Of die in hun jeugd er zoo aan toe waren, ik voor mij kan zeggen van „neen". Men redeneert veelal „ja maar de tij den zijn tegenwoordig anders". Niet an ders, maar men schept zich de tijden anders. En dat is het wat de mensch, vooral de jongere mensch, in het harnas jaagt te gen zijn patroon tegen z'n overheid! Ik wil geen enkele gezindte te na komen, doch als men gade slaat de jongere ge neratie ook in het. ambtenaarscorps, jon gelui uit arbeidersgezinnen, uit hardwer kende ouders voortgekomen, die zich zel ve (wat zeer te prijzen is) hebbeen opge werkt tot functies als ambtenaar, onder wijzer, enz., doch die hun waarde ver geten, een staat voeren, spoedig overhel len tot 't revolutionaire element, en te keer'gaan als de wetgever wiens steun zij behooren te zijn niet hun zin doet, of genoodzaakt is ook hen te laten voelen wat „tegenslag", inkrimping in zaken be teekent. Dien zij dan gaan zwart maken, tegenwerken. Is dat geen schande? De schrijver eindigt met een hartelijke aanbeveling van de Katholieke lijst. Wij nemen .het stukske over met een even hartelijke aanbeveling van de Anti- Revolutionaire lijst. Bezuiniging op militaire uitgaven. Een van de vaakst herhaalde onjuist heden bij de verkiezingen is, dat er op Oorlog en Marine niet of vrijwel niet bezuinigd wordt. Ongeveer alle linksche partijen en par tijtjes maken er zich aan schuldig; de S, D. A. P. het hardst. Z,óó „Voorwaarts" van 2 Juni en de heer Albarda in. „Het Volk" van 5 Juni. Een. blik in de jaarcijfers kan reeds leeren hoe onjuist zulke beweringen zijin. De begrooting van Oorlog is van 1922 tot 1925 gedaald van 651/2 millioen tot bijna 59 millioen, en dat niettegenstaande de pensioenen en wachtgelden in dien tijld van 8 tot 13 millioen zijn gestegen'. Buiten deze laatste uitgaven is er een da ling van '571/2 tot 46 millioen. D'e be grooting van Marine is in denzelfden! tijd na aftrek van wachtgelden en pensi oenen van 46 tot 36i/2 millioen gedaald. In de Memorie van Antwoord over de begrooting van 1925 noemde de Minis ter de volgende bezuinigingen en vereen voudigingen op, welke in 1924 waren tot stand gekomen: opheffing van liet Instructie-bataljon; opheffing van de opleid ingscompagn ie bij "het Regiment Vesting-Artillerie; tijdelijke inkrimping van het wapen der Koninklijke Marechaussee; inkrimping der politietroepen opheffing van het plaatselijk commando te Utrecht; opheffing van het militaire hospitaal te Amsterdam opheffing van het centraal magazijh. voor militaire kleeding en uitrusting te Delft opheffing van de militaire bakkerij te Breda; inkrimping van het aantal' paarden artsen vereenvoudiging van den magazijin1- dienst. Blijkens genoemde Memorie wordt in 1925 op den zelfden weg voortgegaan. In denzelfden tijd va.11 1922 tot 1925 is buiten pensioen en wachtgelden bij Oor- behalve de Prins. En de honden houden de wolven op een afstand." „Zoo, komt. <1© Prins hier wel?" „Ja", antwoordde zij met stralende oogen „Hij is mijn vriend. Hij noemt mij zijn prinsesje, en leert mij zuiver En- gelsch spreken en vertelt mij' va,n allerlei: O' zoo mooi!" Ik zag ten hoogste' verwonderd naar haar gelaat, thans zoo zacht, zoo kin derlijk, en trachtte mij het beeld voor ocgen te stellen van dei halve wilde, die een paar minuten vroeger zoo koel bloedig gedreigd had mij dood te schie ten en zoo woedend haar honden had afgeranseld. Onder het terugwandelien naar de poort hield ik haar aan het pralen over den Prins, cn sloeg haar intusschen aandach tig gade. Zij was niet wat men mooi noemt, daarvoor was haar gelaat te smal en de mond te groot; maar zijl had regel matige witte tanden, en de donkerblauwe oogen keken mij flink aan, trouwe oogen, eerlek en oprecht. Haar lang loshangend haar was haar glorie. Rood was het, wal Hi ook mocht zeggen, maar onbe schrijfelijk mcoi van tint. Als de zon er oip scheen, -lag er een gouden gjoed op, log een daling met 20 pet.; bij Marine eveneens met 20 pet., en bij Onderwijs met 10 pet. Een veel grooter bezuiniging; dus bij 'Oorlog en-Marine; hetgeen nog te meer beteekenis heeft, omdat de be grooting van Onderwijs in veel sterker mate (niet alleen absoluut, maar ook relatief) voordeel heeft gehad van de vermindering van salarissen. Zelfs de militaire deskundige der cen trale commissie voor bezuiniging, die in het tijdschrift der Maatschappij voor Nij verheid de begrooting voor 1925 criti- seert, erkent liet: „Thans is op zeer veel posten bezui nigd, hetgeen met de salaris-vermindering de begrooting heeft teruggebracht tot 58 millioen." Ondanks alle cijfers en feiten blijft intusschen de legende rondgaanOp Oor log en Marine wordt zoo goed als niet bezuinigd. Hot lijkt soms, af men vreest geen goed democraat te zijn, wanneer men deze onjuistheid niet durft dobitee- ren. Klinkklank. In het verkiezingsorgaan van de soci aal-democraten „Stemt Rood" komt de volgende prachtzin voor: „We willen 't onrecht bannen uit de maatschappij We willen niet langer één enkel man zien heerschen over duizenden, omdat, allèèn omdat hij toevallig, het geld, de fabrieken, de werktuigen bezit, die noodig zijn om voort te brengen wat de massa noodig heeft aan voedsel, aan kleeding, aan huisraad en dekking." Aan deze holle phrasen wijdt „De Ne derlander" de volgende verstandige cri- tiek: Uit dergelijke uitlatingen, die in den tegenwoordigen tijd zonder slot of zin zijn, blijkt duidelijker dan uit iets anders, op welke kunstmatige wijze thans aan die zijde het vuur moet worden gaande ge houden. Waar is op dit oogenblik de fabriek, waar één man over duizenden „heerscht", wat dan toch wel zal boteekenen, dat hij hen persoonlijk, met arbeidsvoorwaarden en al, finaal in de macht heeft? Wordt het loon en de arbeidsduur niet in onderling overleg geregeld door den werkgeVer en de vereenigde werknemers, die door hun vakorganisatie tot de eoono- misch-gelijkwaardige portuur van den werkgever geworden zijn? Bestaan daarnaast niet bovendien nog de arbeidswet, de veiligheidswet, de ver zekeringswetten, dierespectievelijk om trent den arbeidsduur, de beveiligings maatregelen en de bestemming van een deel van het loon dwingende voorschrif ten bevatten? Is er niet. een wet op het arbeidscon tract en op de gedwongen winkelnering, die weer op andere wijze een eind hebben gemaakt aan de „heerschappij" van één der contractanten in 'de arbeidsovereen komst? Of bedoelt de zinsnede wellicht, dat alle leiding in de fabriek uit den booze geacht wordt? Het is ondenkbaar, want in het sociali- satierapport der S. D. A. P. komen om trent de onmisbaarheid en de noodzake lijkheid van die leiding zeer verstandige opmerkingen voor. Wat wil dan een dergelijke uitlating? Wordt gedacht aan eenig meerder in zicht in, en zoo mogelijk zeggenschap over, den gang van het bedrijf? Dit is echter mogelijk ook onder de be staande productieverhoudingen en is nog onlangs door den conservatieven Engel- schen minister Baldwin aanbevolen. De uitvoerbaarheid en doelmatigheid kan door alle man uit alle partij zakelijk wor den getoetst en tot een punt van gedach- tenwisseling gemaakt. Socialisme of klas senstrijd heeft men daar niet bij noodig. Bovendien zal, ook wanneer in die richting iets groeit, het toch altijd weer een „kern" zijn enkelen uit velen aan wie de bedoelde taak wordt opgedra gen. Er zal ook dan door weinigen over duizenden worden „geheerscht", zoo men met 'geweld dien leelijken naam wil geven aan de „leiding", die voorwaarde is voor iedere geregelde saamleving en die in geen enkele maatschappij kan worden gemist. Wij hadden half gehoopt, dat. ook de sociaal-democraten allengs te verstandig waren geworden voor dergelijke aftand- sche tegenstellingen. zoo heerlijk warm, aat ik geen woorden kon vinden, om mijn bewondering te 'uiten. Een vreemde onnoembare kleur maar geheel in overeenstemming met den aard der bezitster. Zij gaf haar pinto aan Joe>, bleef zelve in de open deur staan en heette mij: welkom met groote waardigheid en be valligheid. De Prins heeft nog niet zoo geheel ongelijk, wanneer hij' haar „prin ses" noemt, dacht ik. Zij geleidde mij naar de huiskamer een lang, laag vertrek. Dei houten wan den waren wit. gepleisterd; alles zag er keurig netjes en helder u.it. De tafels stoelen en banken waren van eigen maak sel. Op den grond lagen prachtige wolven en berenhuiden. De wanden waren ver sierd roet hiertenkoppen, 'horens van wilde bokken, arendsvleugelen en staarten van een paar vossen, die Gwen zelf had ge schoten en waarop zijl niet weinig' trotsc'h was. Aan het eene einde der kamer was een wijde steenen stookplaats, thans, in den zomer, vol met varens, grassen en veldbloemen. Aa,n de tegenovergestelde zijde bevond zich een deur, die toegang verleende tot een ander vertrek, kleiner, en rijk gemeubeld met overblijfselen van Pölen-Duitschland. Ter uitvoering van het verdrag van Versailles moest Duitschland tegen be paalde voorwaarden verschillende waren en producten uit Polen invoeren. Zoo werden b.v. alleen per maand 500.000 ton kolen in Duitschland geïmporteerd. In het eerste kwartaal van dit jaar in het geheel voor 136,8 millioen goudmark goe deren uit Polen ingevoerd, terwijl de Duitsche uitvoer naar "Polen slechts een waarde van 102,3 millioen vertegenwoor digde. Het tekort in deze drie maanden bedroeg dus alleen reeds 34,5 millioen. Sinds drie maanden worden nu tusschen Duitschland en Polen onderhandelingen gevoerd over het sluiten van een handels verdrag. Voor Polen zijn de maandelijk- sche kolenleveringen aan Duitschland van zeer groote beteekenis, daar bij het staken van deze leveringen 30.000 mijnwerkers in Opper-Silezië zouden moeten worden ont slagen. De tot dusver gevoerde onderhan delingen hebben intusschen nog geen re sultaat opgeleverd. Volgens den correspondent van de Vos- sische Zeitung te Warschau meent men aldaar dat een oeconomische oorlog met Duitschland niet zal kunnen worden ver meden. Hernieuwde Sovjet-activiteit? De bijzondere correspondent van de „Daily Mail" meldt, dat de bekende Zi- novief, de schrijver van den brief, die aanleiding is geworden tot den val der Britsche labour-regeering, in een nieuw geheim document verklaart, dat het bol- schewisme alleen in het leven kan wor den gehouden door revolutionaire acties in andere landen dan Rusland. Brittannie, verklaart hij, is het meest belovende veld van intrigesen hij adviseert zijn aan- gers, zich op dat land te concentreeren en groote sommen gelds uit Moskou naar Engeland te zenden. Het huwelijksgeschenk van den ex-kroonprins. Reeds meermalen hebben wij gewag ge maakt van het huwelijksgeschenk, dat de Pruisische steden indertijd den kroon prins hadden toegezegd. Het bestond uit een zilveren tafelservies, welks vervaardi ging aan de bekendste zilversmeden des lands werd opgedragen. Toen de oorlog uitbrak was het nog niet af en toen het voltooid werd, was de tijd voor aanbie ding weinig geschikt. Het werd in de kelder van de rijksbank opgeborgen en is daar nog. Na zijn terugkeer uit Nederland heeft de gewezen kroonprins uitlevering van het geschenk gevraagd, waartegen de socialis tische groep van den»Pruisischen steden- dag opkwam. Zij plaatste zich op het standpunt dat de belofte, slechts monde ling aan den kroonprins-gegeven, juridisch niet bindend was en stelde voor het ser vies in een museum op te uemen. De Stedendag benoemde een commissie, om over dit voorstel rapport uit te bren gen, en deze heeft thans met alle burger lijke tegen de socialistische stemmen be slist dat de schenkers op moreele gron den verplicht zijn, hun .belofte gestand te doen. De kroonprins zal dus zijn ser vies, dat een waarde heeft van omstreeks een millioen mark, binnenkort wel krijgen. Smokkelen van menschen. Behalve alcohol, opium, cocaine, enz. zoo vertelt het Vad., worden er ook men schen gesmokkeld in Amerika. Die men- schensmokkelarij is een groot bedrijf met flinke bureaux in de groote Canadeesche steden. Het werk geschiedt aan de Cana deesche grens tusschen New-York en de groote meren, vooral aan de Niagara, waar dagelijks duizenden .personen zich over de rivier van Canadeesch gebied in het territorium van de groote Ameri- kaansche republiek begeven. Men heeft natuurlijk 'tal van middelen om iemand in Amerika binnen te smok kelen. Er kunnen echter drie methodes onderscheiden worden: le. 's zomers als er geen drijfijs is op de rivier kan men in een bootje oversteken. Een radiodienst waarschuwt de kapiteins der smokkel- scheepjes over de gangen van :de grens politie; 2e. men kan op een trein of een autobus verstopt worden; 3e. men kan zich in Canada zelf laten veramerikanisee- ren. Baard en haren worden dan op z'n Amerikaansch geknipt; men krijgt een Amerikaansch pak met een Amerikaansch vroegere grootheid. Alles was er zindelijk en uitstekend onderhouden. Overal in de hoeken en waar maar een geschikt plekje was, ston den bloemen en varens uit de vallei. Ben vreemdsoortig huis was het, vol van merkwaardige tegenstellingen; maar het paste bij het zonderlinge kind, dat mij zoo hoffelijk verwelkomde. HOOFDSTUK X. Gwen's eerste gebed. Niet zonder aarzeling, ja zelfs vrees, begon ik do lessen niet Gwen; maar al had ik eindeloozo geduldsbeproevingen kunnen voorzien, die ik zou moeten onder gaan, toch zou ik mijln taak hebben aan vaard, want dat kind hoe eigenzinnig ook en luimig hoogmoedig, maakte mij, als ieder -die met haar in aanraking kwam, tot haar onder danige n dienaar. De lessen gingen geregeld voort, heel pltizierig, of heel onpleiizierig, al naar dat hel in haar hoofd, opkwam. Zij' leerde buitenge woon vlug lezen, want zij1 brand de van verlangen om meer te weten van die onbekende wereld, waar de Prins zoo heerlijk van vertellen kon. (W!ordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 5