BIGGELAARS TABAK. Ilinsdag 9 Juni 1925 No 209 39e Jaargang Merk No. O. Bultsulagj Tweede Kaawverkiszinpn. DE HEMELLOODS. Woensdag 1 Juli 1925. Onze Ganaidaten. FEUILLETON. 1)eZeeuw (Vervolg.) Deze tabak welke wij voor meer bescheiden beurzen in den handel bren gen is egaal bruin, doch door en door rijp en daardoor licht in het gebruik ondanks het eenigszins donker uitzicht. Vele rookers maken de fout vooral naar lichte kleur te kijken, welke in de goed- koope prijs echter saamgesleld zijn of van inferieur soort, of uit de onrijpe geelgroenè bladeren uit de betere soor ten. Deze hebben echter beide de eigen schap slecht te branden en scherp te smaken, terwijl de donkerder, maar rijpere tabak juist licht in het gebruik is. Zie «Algende annonce. Ieder doe wat. Met do pen; met de hand, met zijn geld, met huisbezoek; en wie niets doen kan, onmogelijk iets doen kan, zelfs-wegens ernstige krankheid niet ter stembus opgaan kan, die werke toch ook mee door het stüle gebed dat de handen der broederen sterkt. Dat zich toch niemand onttrekke, om dat zijn persoonlijk, zijn financieel be lang door het optreden van minister Co- lijn is geschaad geworden. Boven 't belang ga bij een ieder onzer het beginsel; om de beginselen, waarnaar wij het volk zouden willen bestuurd zien, om de eere van onzen God, die ook in dit belangrijke werk van ons wil gediend wezen. Nu al? Volgens „HeLJTolk" heeft het Kamerlid Snoeck Henkemans in „De Telegraaf" betoogd, dat wanneer straks weer een rechtsch kabinet noodig blijkt, een Chr. historisch Staatsman, namelijk jhr mr Die Geer, eerste minister behoort te worden. Terecht brengt „Het Volk" hier de fabel van den beer en diens huid in herinne ring. Koning Achab was een slechte man, doch één goed woord heeft hij toch ge sproken toen hij den Syriër toevoegde: Die zich aangordt, beroeme zich niet als die zlcli losmaakt '(1 Kon. 20:11). En Vader Cats heeft deze wijze lés na gelaten: Reken niet te veel' op 't goed, Dat gij nog ontvangen moet. Dikwijls valt het uit de gis, En dan is uw reek'ning mis. De Mede. De mode werd allengs een vroeger on gekende wereldmacht. Men ziet het in ons eigen land. De mooie kleurige kleederdrachten waardooi Friesche, Zeeuwsche en Geldersche vrou wen zich van elkander onderscheidden, de kenmerkende verschillen in onze eigen provincie, en, voor wat met name Zuid- Beveland en Walcheren aangaat, de in eenheid zich oplossende tegenstelling tus- schen het oude en het nieuwe gewaad onzer boeren en boerinnen, 't is alles als weggevaagd. In den achterhoek van het platteland houdt hier en daar nog een hyper-nationale kleederdracht stand, doch wie er zich aan houden worden voor ouderwetsche half-idioten versleten. En in de sleden is de man of vrouw die zich nog houdt aan de oude zede een eenling, met wie(n) men heeft afgerekend; een curiositeit alleen geschikt om in een museum van oudheden geplaatst te worden. Wereldreizigers en globetrotters zijn eenstemmig in hun bewering dat in do groote wereldsteden elke vrouw en elk meisje zich het liefst kleedt naar het model dat de jongste modeplaat aangeeft, in alle seizoenen hetzelfde, zoowel vooï de dame uit den hoogeren stand als voor het kind van den werkman, alles en voor allen één in stof en snit en tinten. Een algemeene mode, waarvoor Parijs den toon aangeeft. En Parijs is lichtzinnig. Reeds in de achttiende eeuw boeleerden de volken om haar gunst, en ook nog na haar herhaalden val in de negen tiende verloor zij haar invloed niet; de wereldsteden schikten zich naar haar grillen en allengs geraakte ook het platte land onder haar bekoring. Uitwissching der grenzen, zedelijke verwildering, ver arming van het internationale leven, dit is alles van dezen invloed de droeve vrucht. Want Parijs staat wat het zedelijk leven aangaat onzegbaar laag; dit spiegelt zich ook af in de kleeding der vrouw en zoo werkt in die Fransche mode een ver van onschuldig motief- Het is de eere der Roomsche Geeste lijkheid dat zij tegen het kwaad der wan staltige en opzichtelijke, onkiesche klee ding zoo krachtig te velde trekt. Niet minder van die huisvaders en -moeders ook in onze kringen, die het uitstallen van haar „schoone" vormen aan hunne dochters eenvoudig verbieden; en van die predikanten, welke ook van den kan sel hun getuigenis tegen dit spotten met de zedelijkheid doen uitgaan. Ons volk moet weer terug naar de oude paden. Hetmoet weer eerbaar worden. Het moet niet langer geld uitgeven voor hetgeen .geen brood is, noch arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan. Wie liegt er? De heer Marchant, de leider der vrij zinnig-democratische Kamerfractie, heeft vorige week Zeeland bereisd. Hij heeft 't nogal getroffen, dat niemand hem zijn kronkelpolïtiek der laatste vijf jaar op 't gebied der landsverdediging en der ont wapening onder de aandacht bracht. Daar door werd hij gevrijwaard voor de moge lijkheid de waarheid te moeten ont kennen. Te Voorst, waar hij minder gelukkig was, en hem wel zijn frontverandering werd yoorgehouden, heeft hij eenvoudig maar ontkend, dat hij in 1920 en 1921 nog sterk tegen de ontwapening was. Een inzender in „De Standaard" heeft de onjuistheid van mr Marchants tegen spraak met de feiten aangetoond. Hand. He Kamer, 25ste vergadering, 23 November 1920, vel 151, blz. 583, 2e kolom onderaan: De heer Marchant: „Men moet daarom die zetten van de Belgen niet al te tra gisch opnemen. Dat wil niet zeggen, dat wij nu maar moeten ontwapenen. Ik blijf bij hetgeen ik vroeger heb gezegdOns behoud is slechts, dat de Belgen weten, dat zij zul len stuiten op verzet; dat een poging, om ons te overrompelen, opnieuw de wereld in vlammen zou zetten. Wij behoe ven er niet aan te denken om een weer-1 macht te stichten, die tegen de Fransch- Belgische is opgewassen. Onze plicht is wèl, tegen een aanval van dien kant ern stig verweer te bieden En Hand. lie Kamer, 100ste vergade ring, 9 Juni 1921, vel 720, blz. 2801, 2e kolom, 4e alinea: De heer Marchant:,,ik ben poli tiek overtuigd, dat, wanneer wij morgen finaal ontwapenen, onze positie, afgezien van elke appreciatie van onze weermacht, in het internationale verbond zoodanig zou verzwakken, dat wij feitelijk onmo gelijk zouden worden. Onder de gegeven omstandigheden, ik voeg het er uitdruk kelijk bij, want het is een zuiver oppor tunistische waardeering van den interna tionalen politieken toestand." Wie liegt hier nu? Ik weet het niet, maar zoo spreken de officieele stukken en die liegen niet. Eenigszins angstig. To Esjowe, in Zoelocland, heeft de Prins van Wales eien„indaba" bijgewoond waarbij 5000 uitgelezen Ziqeloe's een ver woeden krijgsdans hebben uitgevoerd. De Zoeloes gromden en gilden dreigend en hun gezichten waren van hartstocht ver wrongen. Aa,n het- einde van den dans kwamen zij zeer langzaam tot op nog geen 50 voet van den prins en zijn staf, die op stoelen in het gras zaten. Daarna hieven zij allen tegelijk hun schild op, verborgen er hun gezicht achter en, al dus oen ondoordringbare barricade vor mende, naderden zijl met demonisch ge- krij'sch den prins en de toeschouwers tot op één meter. Vrijgesproken. De 41-jarige aannemer van bouwwer ken, Edgard Magerman, die tijdens den oorlog te Gent en elders in de provincie Oost-Vlaanderen een groote hoeveelheid Giorlogsmaterieel, bergplaatsen voor vlieg machines, loodsen voor luchtballons, mu nitiewagens, enz. aan de Duitsche mili taire overheid leverde, na den wapen stilstand naar Nederland vluchtte en bij verstek tot levenslangen dwangarbeid en het betalen van 1 millioien frank schade loosstelling aan den Belgischen Staat werd veroordeeld, kwam zich, eenigen tijd geleden, bij de. Belgische justitie aan melden. Do zaak kwam thans nogmaals voor het hof van gezworenen te Gent dat Magerman vrijsprak. Hij is in on middellijke vrijheid gesteld. Onlusten op Samos. Uit een aantal verwarde telegrammen van het eiland Samos ontvangen, blijkt, üat er op dat eiland onlusten zijn uit gebroken. De verbindingen zijn verbro ken. Een eskader torpedobooten met een detachement troepen is vertrokken om de orde te herstellen. Volgens een nader telegram hebben gewapende benden, uit het binnenland van genoemd eiland afkomstig, de hoofd stad bezet, de autoriteiten gearresteerd en de troepen en politie ontwapend. De opstandelingen verklaarden van plan te zijn, de Grieksche regeering tot aftreden te dwingen, verder wilden ze verminde- Drukkcrs-Exploitanlen OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorslstraat 68—70, G«es Tel.: Redactie no. 11; Administratie no.58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Pa Van der Steur. Voor v. d. Steur nog ontvangen f0.60 van W'. v. d. B. Dz. te Bruinisse, en f 0.60 van J. R. te 't Zand. Totaal f 1.1.20- Wie volgen? Vrijdag 12 Juli verzenden wij. Red- Trre~TiiTrriTm«"T^F v—- 1. H. C0L1JN te 's-Gravenhage. 2. V. H. RUTGERS te 's-Gravenhage. 3. TH. HEEMSKERK te 's-Gravenhage. 4. J. J. C. VAN DIJK te 's-Gravenhage. 5. L. F. DUYMAER VAN TWIST te 's-Gravenhage. 6. J. SCHOUTEN te Rotterdam. 7. E. J. BEUMER te Utrecht. 8. H. VISSCHER te Huis ter Heide. 9. J. A. DE WILDE te 's-Gravenhage. 10. C. SMEENK te Arnhem. 1!. A. ZIJLSTRA te Groningen. 12. J. G. SCHEURER te Ermelo. 13. H. BIJLEVELD te 's-Gravenhage. 14. C. v. d. HEUVEL te Nieuw-Vennep (gem. Haarlemmermeer). 15. H. A. LEENSTRA te Heerenveen. 16. T. HEUKELS te Rotterdam. 17. A. COLIJN te Nieuwer-Amstel. 18. G. HOFSTEDE te Blokzijl. 19. H. AMELINK te Utrecht. 20. H. A. DAMBR1NK te Utrecht. Hoe men de kiezers voorlicht (III) Nóg meer uit „Stemt Rood"! „Belgische socialisten. Toen de Belgische socialisten in de periode 19201921 aan de regeering deelnamen, werd de oorlogsbegrooting verminderd met 49.754.230 francs. Wat deed onze christelijke regeering „Wat deed onze christelijke regeering? We zullen zien! De Belgische franc is 13 centen waard- De vermindering met, laten we maar een rond getal noemen, 50 millioen francs, beteekent dus 61/2 millioen gulden.1) „Onze christelijke regeering" bracht de oorlogsbegrooting van 1920 op 1921 terug van 87,2 op 74,1 millioen. Vermindering met 13 millioen gulden. Onze christelijke regeering deed dus dubbel zooveel als de soc.-dem. Belgische. Of wilt ge 't relatief rekenen? De Belgische oorlogsbegrooting had in 1920 een eindcijfer van 119 millioen francs. De sociaal-democratische vermin dering bedroeg dus ruim 4 pCt. De Nederlandsche oorlogsbegrooting van 1920 sloot met een eindcijfer van 87 millioen. De daad „onzer christelijke regeering" was een vermindering met 15 pCt. Onthoud het, asjeblieft! Volgens do officieele begrootingscijfers zou de vermindering slechts 14 millioen francs geweest zijn, n.l. van 1190 op 11.75 millioen. Aan de lauwe broeders. Ook gij nu aangepakt. Slechts een goede drie weken schei den ons van 1 Juli. Er is nog veel te doen. En het is niet meer zooals vroeger onder het regime van het beperkte kies recht, toen men in een enkele week al zijn mannetjes bereiken kon. Neen, nu is drie weken niet eens zoo lang meer. Wanneer een behoorlijke taak- verdeeling niet nu reeds heeft plaats ge had, is het haast onmogelijk voor onze huisbezoek(st)ers al bun mannetjes en vrouwtjes in tijds te bereiken. Wie derhalve nog eenigszins kan, die springe bij. Een verhaal uit het Verre Westen. (Nadruk verboden.) 17) —o_ Nu eens zong hij psalmen, dan weer bekende deuntjes; het eene oogenblik vloekte hij tegen het vee, of tegen zijn makkers bij het kaartspel, terwijl hij in rustiger nogenblikken weer terug was in oe ouderlijke woning, een jongen met zijn schoalvrindjes en kinderspelen. Niets kon de koorts bedwingen. De dokter was ten einde raad. Meer dan eens zei hij in dien langen nacht, dat zoo'n onbetee- kenende wond onmogelijk zulke hevige koortsen kon veroorzaken, en dan ver- wenschte hij de dwaasheden van den Prins en de heele club. „U denkt toch niet, dat hij niet beter kan worden?" vraagde ik na een van die uitvallen. „Hij behoorde dezen aanval te boven te komen", antwoordde de dokter onge duldig; „maar1 ik geloof, dat het met hem gedaan raakt." 't Was of mijn hart stil stond, 't Scheen zoo onmogelijk. Twee dagen geleden nog vol levenen nu gedaan Ik dacht aan zijn ouderlijk huis, aan zijn moeder, wier hartelijke, bezorgde brieven hij mij placht te laten lezen; aan zijn loszinnig leven hier, aan zijn goedhartige opwel lingen, zijn dwaasheden, zijn zonden. „Hoe lang kan het nog duren?" vraag de ik met droge, strakke lippen. „Misschien vier1 en twintig uur, mis schien langer. Hij kan het gif niet kwijt raken." 1 D© dokter bleek goed gezien te nebben. Na een tweeden dag van wanhopig ijlen geraakte de zieke in een toestand van verdooving, die den geheelen volgenden nacht aanhield. Toen kwam er verandering. Met het opgaan der zon, die de bergen aan den horizon reeds begon te verlichten, o'pendc Bruce de oogen en koek rondom zich. Die dokter was heengegaan, de Prins nog niet teruggekomen; Moore en ik waren et alleen. Hij zag ons onderzoekend aan en las onze gedachten, en een uitdruk king van verwildering kwam in zijn oogen „Is het waarlijk waar?" vraagde» hij op jachligen, gedempten toon. „Gelooven jullie werkelijk, dat ik ga sterven?" Het dringende in zijn stem en het smeekende verlangen in zijn oogen wer den Moore te machtig. Hij verschool zic.h achter mij en ik hoorde hem schreien als ©en kind. Bruce hoorde hel ook. „Is dat de Loiods?" vraagde hij. Terstond greep Moore zich aan, droog de zijn tranen en kwam aan de andere zijde van het bed. Met een glimlach zag hij den zieke aan. „Gelooft gij," dat ik sterven ga?" vroeg deze met trillende stem. En de Loods antwoordde met vaste Stem: „Ja, Bruce, de dokter heeft het gezegd. Maar je bent niet bang, is het wel?" Bruce zag hem een oogenblik zwijgend aan; toen antwoordde hij aarzelend: „Neen niet bang, maar ik zou graag, nog wat willen blijven. Ik heb mijn leven ver knoeid; ik zou het heel graag nog eens c verdoen." Hij zweeg even, zijn lippen beefden. „Ziet ge, ik denk aan mijn moeder en aan Jim." Jim was zijn jongere broeder, die hoog tot hem opzag. „Ja Bruce, dat weet ik; maar de schei ding zal niet voor zoo heel lang zijn en dan, wij: hebben een Vaderhuis hier boven." „Ja, ik geloof bet allesik heb het altijd, geloofd ik praatte gemeenen on zin wilt ge 'tmij vergeven?" „Zeker, zeker", zei Mporo snel, diep ontroerd. Bruce glimlachte even en sloot de GOgen, zeggende: „Ik ben moe". Maar onmiddellijk gingen de oogleden weer open en keerde bij! zijn gelaat naar de deiur. „Wat is er?" vraagde MiQ.ore. „De Prins", fluisterden de bleeke lippeu. „Hij zal £00 dadelijk komen", zei Moore vol vertrouwen, ofschoon ik nier begreep, hoe hij dat zoo zeker kon zeg gen. Maar ja, terwijl hij nog sprak, en ik uit het raam keek, zag ik Jingoi den hoek van het boschje omslaan. Bruce hoorde het geluid van zijn hoefslag, lach te, opende de oogen geheel, en wachtte. De straal van blijdschap in zijn 'oogen toen de Prins binnenkwam, sneed mij door de ziel. Geen van beiden sprak; maar Bruce vatte de aangeboden hand en drukte die tegen zijn borst. De zwakte nam zicht baar toe. Ik gaf hem wat brandewijn en dat wekte hem op. „Ik ga sterven, Prins. Beloof mij, dal VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. A b 0 n 41 e m e n i s p r ij s Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertent i n 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. ring van belasting. D» benden dreigen de regeertïig, bijaldien ze deze eische» niet inwilligt, de onafhankelijkheid van Samos te proclameeren. Alle autoritei ten van het binnenland van Samos zijn eveneens gearresteerd. Het Atheenscli persagentschap ver klaart, dat de berichten betreffende de incidenten op het eiland Samos overdre ven zijn- Het betreft den inval eener bende onder leiding van de twee gebroeders Yayades, die reeds meermalen met de justitie in aanraking kwamen en veroor deeld werden wegens moord en roovers- daden. De twee broeders, geholpen door gevangenen die ze in vrijheid hadden ge steld en door partijgangers, in totaal 400 man, bezetten 'de openbare gebouwen in de havenstad Caty, de hoofdplaats vaü het eiland. Zij verjoegen de beambten en namen uit de staatskas ongeveer 500.000 drachmen. De ontscheping der troepen is begon nen. De onlusten in China. Uit New York wordt gemeld, dat men een slag verwacht op een afstand van 40 mijl van Canton tusschen het leger van Canton en strijdkrachten uit Yoenan. De Amerikaansche gezant te Peking heeft den Amerikaanschen onderdanen, .die in de voorsteden van Canton wonen, den raad gegeven Canton te verlaten. Uit de te Londen ontvangen berichten uit Shanghai, blijkt, dat, hoewel de be wering zich nog uitbreidt, de getroffen maatregelen afgeschrikt hebben van da den van geweld. Naar men gelooft, wordt de toestand beter. Korte berichten. Zaterdagmiddag hebben communis tische werkkiozen en invaliden te Weenen een demonstratie gehouden, waarbij eeni- ge honderden communisten zich op de tramrails neerlegden, zoodat het geheele tramverkeer werd ontwricht en omge leid moest worden. Na ruim een uur gelukte het de politie, de demonstranten van hün ongewone ligplaats te verjagen. Uit Weenen wordt gemeld: Het veer tien dagen hangende conflict in dotex tielnijverheid is thans door een bevredi gende overeenkomst, bijgelegd. De uit sluiting van 14.000 textielarbeiders is Opgeheven. Allo beklaagden in het proces we gens don moord op den Sirdar van Egypte zijn ter dood veroordeeld, behalve de be stuurder van de auto, waarin de moor denaars ontkomen zijn. Hij, heeft twee jaar gevangenisstraf gekregen. Na de uitspraak had ei' een opgewonden toonoel plaats. Sommige beklaagden tierden en moesten legensporrelend verwijderd worden. Van de communisten, die voor den krijgsraad te Boekarest terecht moeten staan, zijn 16 vóór den dag der terecht zitting uit de gevangenis ontvlucht. Op 75-jarigen leeftijd is te Florence in zijne vorstelijke villa plotseling over leden de milliardair James Wiliam Ells- wortz. Deze rijke Amerikaan heeft 100 duizend dollar bijlgedragen voor de Noord- pool-expeditie van Amundsen. De officieele samenstelling der ka tholiek-socialistische regeering in België is vertraagd door de weigering van den heer Carton en generaal' Kestens, om resp. de portefeuilles van koloniën en landsverdediging te aanvaarden. Honderd personen zijn verdronken en verscheidene dorpen zijn verwoest door het buiten haar oevers treden der rivieren Teliuantepec en Berros in Mexico. ja jezelf geen verwijten zult doen." „Dat kan 'ik niet beloven, ouwe jon gen. De hemel gave, dat ik het kon", zei de Prins, en een siddering doorliep zijne leden. „Je waart te sterk voor mij, en daar" hadt je geen erg in, wel?" vraagde de stervende met aandoenlijke teederheid. „Neen, neen, God weet het", antwoord de de ander haastig. Na ©en langdurige stilte opende Bruce de oogen weder en riep: „Loods!" Moor0 kwam dadelijk. „Lees van den Verloren Zoon", zei hij zwakjes. Moore nam zijn Nieuw Testamentje en 01, hoe weldadig vielen de woorden van schuldbekentenis en vergiffenis in onze ontroerde harten. Wederom gingen de gesloten oogen open. Ditmaal was het om mij te* doen. Ik boog mij over hem heen „Mijn brief" lcwam er bijna onverstaanbaar uit. „I» mijn buis." Ik bracht hem den laatsten brief van zijn moeder. Even hield hij hem vast toen gaf hij hem mij terug.. „Lees hem voor", bad hij. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1