OOSTERBAAN LE COINTRE - GOES
Uit de Pers.
Gemengd Nieuws.
GEHEEL NAAR DE EISCHEN DES TIJDS INGERICHT.
GROOTE ZOOWEL ALS KLEINE ORDERS, WORDEN IN DEN KORTST
MOGELIJKEN TUB, KEURIG UITGEVOERD
BOEK-, KUNST- EN HANDELSDRUKKERIJ
PAPIERHANDEL TELEFOON No. 58 ADVERTENTIEBUREAU
BILLIJKS PRIJSBEREKENING
De beantwoording der eerste vraag door
vele ouders toont hoe ze, zwichtend voor
de macht der „omstandigheden", zich
van hun plaats laten dringen. Spr. noemt
als zulke „omstandigheden" het geld-
verdienen door vele grootere kinderen, het
buitenshuis vertoeven, hetzij in een
dienst, hetzij op een school, alsok het
groot aantal clubs, die ontspanning bie
den. Niettemin klemt de eisch: voedt
ook uw groote kinderen op. Spr. wijst
op de veranderingen, lichamelijk en gees
telijk, in deze jaren, die de jeugd als in
een branding brengen, waar ze doorheen-
geloodst moet worden. Doch evenzeer zijn
het de gevaren van buitenaf, die roepen
om bescherming ,en steun. De machtigste
bescherming verleent het gezin, waar men
niet mee doet met wat de wereld den
„goeden toon" noemt, doch waar de eisch
van Gods Woord van het Koningschap
van Christus in alles geëerbiedigd wor
de, waar men ook niet verlaat het pad
der Christelijke soberheid.
Als gevaren voor de opgroeiende
jeugd noemt Spr. datgene wat ze hooren
en zien in hun omgang met medeleer
lingen op school. Gelukkig wanneer
warmte van Christelijke liefde het den
vuilen wasem onmogelijk maakt, te blij
ven hangen. Voorts de bladen. Verder
het gevaar van de straat, de groote
spotzieke, de groote onbarmhartige, de
groote revolutionaire, geweldige factor in
de macht des Boozen. Daarna de boe
ken, niet slechts de onzedelijke, doch
ook de zjg. p op u 1 ai r-w e te nschap pel ij ke
uit allerlei bibliotheken, waarop geen
Christelijke keur toegepast wordt. Ten
slotte allerlei gevaren in handel en be
drijf, waar toch allerwegen praktijken toe
passing vinden, die eerlijke menschen van
vroeger zouden hebben doen blozen. Ein
delijk wijst Spr. in dit verband nog op
de roeping, welke de Christenen gemeen
schappelijk hebben ten opzichte van elkan
der.
Onder de opvoedingsmiddelen stelt Spr.
bovenaan de liefde. De Christelijke
ouderliefde, die kracht zoekt in het ge
bed vóór en met de kinderen, doch hun
ook wijst op de noodzakelijkheid van het
gebed door hen zelf. De liefde, die zich
openbaart in de Christelijke tucht, die
niet raast en tiert, doch de kinderen
den eisch van Gods recht doet gevoelen.
Voorts wijst Spr. op de onderwijsmoge
lijkheden en staat als vanzelf stil bij het
U.L.O., waarom het leven gaat vragen,
niet voor allerlei baantjes, doch opdat
er een goedbewerktuigde Christelijke
maatschappij groeie uit de jeugd van
thans. Terloops merkt Spr, over de Zon
dagsschool op, dat ze als evangelisatie
middel talloozen kinderen ten zegen was
en is, doch als surrogaat der Christe
lijke huisopvoeding z.i. absoluut is af te
wijzen.
Daarna bespreekt inl. nog het Christe
lijk vereenigingsleven, staat uitvoerig stil
bij de Jongelingsvereeniging, minder uit
voerig bij de Knapenvereeniging, ten op
zichte van welke laatste hij de gedachte
toejuicht haar van een oudervereeniging
te doen uitgaan. Heeft een ouder, wat be
treft de J. V., bij zijn zonen sterk aan
te dringen op aansluiting; wat betreft de
K.V. heeft hij zijn jongens eenvoudig te
sturen. Een geanimeerde bespreking
volgde op dit referaat. De presidente
dankte den spreker, waarna deze in dank
gebed voorging.
De Staatkundig Gereformeerden en het
pensioen.
In „De Rotterdammer" verschenen de
zer dagen een tweetal artikelen van den
lieer Wi. v. d. Have te Ilillogersberg.
Deze schrijver is lid der gereformeerde
gemeente (oud-gereformeerden) te Rotter
dam. Zijn opmerkingen hebben derhalve
wel eenige waarde. Zijn laatste artikel
moge in dit Persoverzicht een plaats
worden ingeruimd.
In mijn laatste ingezonden stuk schreef
ik over de Staatkundig Gereformeerden
en de Pensioenwetgeving. Ik meen er in
geslaagd te zijn om aan te toonen, in
welk een penibele positie zich de St.
Geref. bevinden. Ze ijveren zeer tegen
de „zegeltjesplakkerij", ingevoerd om aan
invaliden en ouden van dagen een be-
Natuurlijk waren het niet steeds de
bedrijfs-attributen, die bij den bakker uit
hingen. Omstreeks 1700 was bij, den bak
ker in „de Koning van Engeland" bij de
Braak (Nieuwezijlds Kolk) het luifelschrift
te lezen:
In de Koning van Engeland, leest het
vrij overluit.
Men verkoopter goet broot en bakt harde
beschuit
Hjj van zijn kant had n.l. niets aan het
oude uithangteeken veranderd, gelijk zoo
vele andere bedrijven mede de vroegere
bakkers-distinctieven lieten zitten en zelfs
vcortzitten. Luifels van bakkers echter
bezit onze stad geen enkel© meer, anders
hadden we misschien nog hier en daar
tot lectunr wat Jeroense einde 17de eeuw
op den Lindengracht las:
Misgunt geen Bakkers winst, g'y goede' en
iua.de lien:
Sy arbeiden het broot met lichaam, voet
en knien,
ir i
een op de eerste waarneming weinig sma
kelijke voorstelling, maar op hygiënisch
gebied waren de klanten va.n „de Koning
van Engeland" ongetwijfeld niet heel fijn
scheiden rente, een pensioentje te kunnen
uitkeeren. Ze verklaren zich bij monde
van hun Kamerlid tegen de Pensioenwet
geving, die invaliditeits-, ouderdoms-, we
duwe- en weezenpensioen regelt voor
ambtenaren in dienst van Rijk, provincie,
gemeente, waterschap en polder en daar
mede gelijk gestelde instellingen.
Maarwat het laatste betreft tege
lijkertijd hebben leden van de S. G. P.
en menschen die met de haar leidende
gedachte sympathiseeren jaren en jaren
geleefd onder die Pensioenwetgevingi
daaraan allerlei pensioenaanspraken ont-
leenende in vooruitzicht of reeds in de
practijk, zonder eenig gemoedsbezwaar,
maar veel meer zich verheugende, omdat
ze tot een positie waren gekomen die
zoo zeker leg dp dit woord nu
eens nadruk mogelijk is, zoowel voor
de toekomst als voor liet heden. Nu
zegt de S, G. P.„Ik ben niet tegen
pensioen, maar tegen het stelsel, waar
door het pensioen tot stand komt."
Die uitspraak moest hoodzakelijk ko
men, maarmaakt de positie van de
S. G. P. al moeilijker.
Ze verzuimde er van het begin af
op to 'letten, dat Invaliditeits- en Ouder
domsrente een andere naam is voor pen
sioen, gevolg van hare onbekendheid met
den stand van onze huidige maatschap
pelijke ontwikkeling en het daarin aan
de orde zijnde zeer belangrijke vraagstuk
van de „rechtspositie van den vierden
stand".
Dat de overheid aan hare dienaren bij
't intreden van invaliditeit df ouderdom
gevoelig, misschien ook wol om de over
weging, dat bet dus bearbeide brood toch
nog gebakken moest worden.
Veel dat met het brood in nauwer of
ruimer verband stond, was in Oud-Am
sterdam bij den weg op te merken. Do
onderscheidene huizen met de „Tarwe-
acker", de „Mèelbaal", „de Landman",
„de Korendrager", „de Buylkist", e.a.
konden er getuigenis van afleggen.
Den toenaam „Amsterdamsche koeck-
eters" hebben de burgers van Ae hoofd
stad niet ten onrechte gekregen. Al vroeg
heetten ze „sonderlinghe snoepers" en
hun respect voor „Sinterclaes mit (of om
sijne uytgekenrde soeticheden ende slie-
kerdemicke" is bekend. Even bekend was
hun traditioneels Bagynekoeck. De heele
steeg, die tliarts, na Ae nieuwste ver-
doioping, Hermietenstraat heet, droeg er
in de zestiende eeuw den naam Bagyne-
koekstecg van. Een andere befaamde Am
sterdamsche koeksoort was tie hijllikma-
ker. Justus van Effen vertelt, dat in zijn
tijd „heele troepen" naar de Schouten-
steeg trokken om er de zoo begeerde
hijjikmaker te koo'pen. In de Utrechtse tic
dwarsstraat 113 stond nog tot op onzen
lijd onder de afbeelding van den koek-
kunstenaar „17 In de Keiekkebakker 15'
te lezen, terwijl in dienzelfden tijd. op den
gelde aanspraken. Het was van sympathie
en antipathie, van allerlei luimen en
bekrompen inzichten niet langer -afhan
kelijk.
Er js dus in 1913 met de gemeenten
en het gemeentepersoneel iets soortgelijks
geschied, als later met de particuliere
werkgevers en werknemers, toen ze onder
de Invaliditeits- en Ouderdomswet zijn
gebracht.
Een principieel onderscheid bestaat
er ten deze niet. De gemeenten en het
gemeentepersoneel kwamen onder wette
lijke verplichtingen. Ze kwamen onder
een stelsel van peusioenvërzekering, ge
heel gebouwd op verzekeringskundige
gronden. Zij, die afstand deden van uit
zicht op weduwe- en weezenpensioen,
waartoe de mogelijkheid bestond, veran
derden voor zich aan dat stelsel daarmee
niets, omdat ze daaronder toch bleven
voor invaliditeits- en ouderdomspensioen.
Alleen door algeheelen afstand van al
les gesteld dat die mogelijk ware
zouden ze zich hebben vrijgemaakt.
Principieel op dezelfde wijze ik
herhaal: er is alleen technisch verschil
zijn later particuliere werkgevers en
werknemers gebracht onder de Invalidi
teits- en Ouderdomswet, die ten doel
heeft om menschen niet in Overheids
dienst, 'te stellen in het genot van pen
sioen, "111 deze wet „rente" genoemd.
Om togen dit laatste te protestoeren
is de S. G. P. opgerichtmaar in
1913 is uit de kringen waaruit deze
partij is samengesteld; en in de kerken
waarin voornamelijk haar geluid wordt
AmstoJ bij de schutsluis' „de Koecketer"
en vlak naast elkaar op het Rokin, de
smulbuurt bij uitnemendheid, „de Koek
eter" en „de gekroonde Koeketer" ge
vonden werden. De boeren en buitenlui
wenkten aan clgn Overtoom „de gekroon
de Koek" en „de Krakeling. Nog om
streeks 1870 waren in de Elandstraat,
nu 121, een krakeling, een rij harde bol
len en een ploegende landman op één
gevelsteen vereonigingd, het geheel be
zegeld door een kroon
„De drie Banketschotels", oudtijds in
de Gasthuissteeg (Paleisstraat) en „de ge
kroonde Confituuischotel", in ds smul-
grage Nes tegenover de Halsteeg '(Dam
straat) zijn vertegenwoordigers van dc
fijnere bakkerij. Ook de talrijke Witte
Olifanten, als bewoners van de wanne
landen, „daer do soete suyefcer wert ge-
teelt". We denken er niet aan ze alle
op te noemen, maar die op de oude Boter
markt dient ©ven aan de vergetelheid te
worden onttrokken. Ilicr woonde in 1690
de koekbakker Van Schooi el. De zaak
vormde het middenpunt van de bedrijvige
markt uit d© dagen toon Tetje Ro&n er
voor de deur zijn „onfeilbare medicamen
ten" verkocht en Tzaar Peter er zich ver
maakte met het luisteren naar de grollen
en kwinken van „kakkedorissen", markt
in zichzelf. Hare uitspraak kan dus niet
zijn: „Tegen Invaliditeits- en ouderdoms
rente en niet tegen pensioen", maar
moet zijn: „Tegen invaliditeits- eu ouder
domsrente en ook tegen pensioen".
Ze motet dat aandurven, niet aanmer
kende de belangen van de pensioenge
rechtigden die ze onder hare leden tolt,
of die met haar sympathiseeren.
Eens in dc wee k. Dat er in ons land
een plaatsje aan de spoorlijn ligt, waar men
één volle week moet wachten op een volgen
den trein, als men het ongeluk hooft gehad
den trein te missen, zal menigeen niet weten.
Dit plaatsje is Rhenoy, aan de lijn Go-
rinchemGeldormalsen.
Alleen 's M aandags vertrekt 's morgens 6.22
eon markttreintje van Rhenoy naar Gorin-
chem; 's middags 1.32 kan men weer terug
naar dit gelukkige plaatsje. Doet men echter
le lang over zijn kop koffie, dan vertelt de
chef u, dat over 7 dagen de volgende trein
gaat. (Vad.)
- B e r 1 ij n s c h c- ongelukken. D©
Hemelvaartsdag is te Berlijn dc dag. waar
op de heieren alleen uitgaan, dat wil
zeggen, met hun vrienden, terwijl dc vrou
wen thuis blijven of ook alleen op stap
gaan. Het weer begunstigde Donderdag
>ie "uitstapjes buitengewoon, zoodat de
heel© mannelijke bevolking naar buiten
was getrokken. Vmuwen en kinderen had-'
den hun voor beeld gevolgd, zoodat hel
verkeer met extra-treinen, trams, booten
en autobussen ongekend druk was. Ziooals
steeds vonden ongelukken plaats, o.a.
verdrenken twee menschen bij hot baden
op verboden plaatsen. Te Grunau sloeg
een kleine zeilboot om. Do hoer, die erin
zat, verdronk, de dame die hem verge
zelde kcn_ zichzelf zwemmend redden. Te
Spandau brak plotseling de leuning van
een vrachtauto, waarmede 13 hoeren een
uitstapje deden, 4 hunner kwamen op den
straatweg terecht en werden ernstig ge
wond. Een ongeval, va.n zeer ernstigen
aard vond plaats in do avonduren nabij
het vliegvield Staaken plaats. Ilier stortte
voor de. oogen van talrijke wandelaars
.een vliegtuig naar omlaag. De bestuurder
Lot-we werd op slag gedood. De dame
die den tocht meedeed is zwaar gewond
naar een ziekenhuis gebracht, waar zij
kort na aankomst overleed. (N. R. Grt.)
Weer een schoolkind ver
geten. Op een r.k. meisjesschool tc
'I ilburg, is Dinsdag een kind vergeten.
Toen het kind 's middags om half één
nog niet thuis was, hadden de ouders
al eens aan de deur gekeken, maar daar
liet kind dikwijls uit de school naar
familie ging, had men er verder geen acht
op geslagen. Groot was echter de schrik
der ouders toon om één uur een pilitio-
agent met een eerwaarde zuster het hui
lende meisje kwamen thuis brengen. Een
in de buurt der school dienstdoende agent
schreeuwers en kiezentrekkers. La;n,g niet
ónwaarschijnlijk is het, dat Pieterbaa.s
wel eens „de Oliphant" is binnengestapt
om het voorbeeld van de Amsterdamsche
koelc-etcrs te volgen.
Witte olifanten bestaan niet, volgons
zoölogen en ontdekkingsreizigers, 't Is
slechts een grijze variatie, die, hoewel
zeldzaam, toch nog hier en daar in zeker
aantal voorkwam. Hiermede in verband
is het misschien aardig de juiste uithang
bordkeuze op te merken bij een paar
banketbakkers in de Oudebrugsteeg, die
alweer de concurrentie! in 1-676
„de grauwe Oliphant" en „do jonge
grauwe Oliphant" hadden uithangen. Die
drijver van den laatstgenoemden winkel
heette men vergelijke de opmerking
omtrent het kleuren van gevelsteencn
Jacobus de Jong.
Ten slotte worde herinnerd aan de
wafelbakkerij, in welk bedrijf Amsterdam
onsterfelijke geslachten bezat en zelfs nog
bezit. Beroemdheden op dit gebied vorm
den o.a. op den Oudezijds Achterburgwal
hoek Agnielenstraat én daartegenover in
de Slijkstraat; trouwens bijna deze heele
straat bestond uit wafelbakkers. Een hun
ner had niemand minder dan den beroem
den Jan van Galen op 't uithangbord
staan, waaronder ter verduidelijking het
had tegen één uur uit de school gillen
en schreeuwen gehoord ©n daar alles
gesloten was, ging hij bij de eerwaarde
zusters op informatie uit en verzocht
hen mede te gaan. In de gesloten school
troffen zij het gillende meisje aan. Het
was tegen het uitgaan der school ingedut
eu zonder clat er Iemand acht op sloeg
hadden alle anderen de school verlaten,
en werd de school achter het slapende
kind gesloten. De politie, heeft van het
.gebeurde rapport, uitgebracht. (Volk.)
In den nacht van Woensdag op Don
derdag reed in het Westen van Berlijn
de beroepsrenner Rreuer met zijn motor
fiets met een snelheid van 90 K.M. te
gen een automobiel. Breuer en een
vriend die achter hem op de motorfiets
zat werden tegen de straat geslingerd
en zoo zwaar gewond dat zij kort na
aankomst in liet ziekenhuis overleden.
D e veenbranden bed w o n-
g e n. De branden in de venen van
Drente zijn nu zoo goed als bedwongen.
De branden worden gebluscht en er is
thans geen gevaar meer te duchten. Ver
schillende brandspuiten rukken dan ook
in. De wind is afgenomen en van liet
vuur is in den omtrek niet veel meer
waar te nemen.
Auto in brand gevlogen.
11© auto van den heer R. uit Sittard
vloog in het gehucht Aalbeek in brand.
Do passagiers konden zich met moeite
redden. Een heer kreeg brandwonden aan
zijn armen, terwijl zijn kleeding ernstig
werd gehavend. D|e auto brandde geheel
uit.
Scheepspraat van II uy-
gens. (Vrij gevolgd.)
Kuyper, die de vrije schepen
Der door Groen gestichte buurt,
Veertig jaren onbegrepen,
Onbekropen heeft gestuurd;
Kuyper, die ze door de baren
Van zoo menig tegentij
Voor den wind heeft leeren varen,
Al en was 'tmaar wind op zij;
Kuyper, schipper zonder weerga,
Die zijn onverwinlijkheid
Waar de zon o.p-, waar zij neerga,
Te aller oorden heeft gepreit;
Kuyper, die de zee te nauw hiel
Voor zijn zeilen en zijn want,
Die de vogelen te gauw viel
Al bezeilde hij maar 't zand
Kuyper was te kooi 'ekropen,
En de endelooze slaap
Had zijn wakker oog beslopen,
En hem, leeuw, gemaakt tot schaap;
Reeërs en matrozen riepen,
Och! de groote schipper, och,
Wat zou 't schaan, of wij al sliepen,
Waakte schipper Kuyper nog!
Schipper 'Kuyper, maar je legt er,
Maar je legt er plat 'eveld,
Stout verweerder, trotsch bevechter,
Bei te zeewaart en te veld.
Kijk, de takels en de touwen,
En de vlaggen en het schut
Staan en pruilen in den rouw, en
Altemalen in den dut.
„Dutten"? sprak Colijn toen, „dutten"
Stille, maats, een toontje min:
Dutten? wacht, dat most ik schutten,
Ben ik anders, die ik bin:
'k Heb te lang om Noord en Zuien
Bij den baas te roer 'estaan,
'k Heb te veel gesnor van buien
Over deuze muts zien gaan".
'k Zei hen lichtelijk zoo klaren
Dat ik vlaggen, schut en touw,
En de maats, dié met me varen,
Vrijen zei van dut en rouw,
Reeërs jouwerliefde mien ik,
Die van ver op 't kussen vicht
Wil je er aan? kedaar, jou dien ik,
Jou alleninig, bij dit licht".
„Weeran", riepen de matrozen,
't Is weer, als toen Kuyper kwam,
En de reeërs die hem kozen:
„Weeran, 't is de „Ouwe Bram".
„Heintje" peurde strak aan 't stuur, en
Haalde 'tanker uit den grond,
't Scheepje ging door 't zee-sop schuren
Of ter Kuyper nog an stond.
(Rijn!. Crt.)
rijmpje
Dit is in den Manhaften Zee-held Jan
van Galen.
Ilier baktmen Wafelen, alzo lekker alsjc
in do Slijk-straat kunt halen.
Dat echter wafelhuizen in de 17de
en 18e eeuw hier en daar in verdachte
huizen ontaarden, zou de snuffelgrage
lezer uit een weinig stichtelijk rijmpje
tusschen Jeroense's luifelschriften kunnen
gewaar woiden.
Behooren „oly-koeckbackcrs" ook tot
deze rubriek? 'Dian is de meest 1 rekende,
maar ook helaas meest beruchte geweesi
Koert Eyken in de Servetsteeg, die ne
vens zijn bedrijf, dat de boeren van de
Vischmarkt onthaalde, blijkens een niet
benijdenswaardig .grafschrift door Teng-
nagcl (1-661), tapper, geldschieter, ronse
laar en speelhuishouder was. Ilij schijnt
in de vlammen te zijn omgekomen, al
thans zot> maak ik op uit Tengnagel's
slotregel
Geen sieekt' heeft hem den dood gedaen
Hij 's kopeke-bnekend' gaor gebraen.
(Handelsblad.)
pensioen geeft, was, lang voor 't bestaan
der S. G. P„ óók in de kringen waaruit
zijl is voortgekomen, een zaak, zóó van
zelfsprekend, dat daarover nimmer is na
gedacht, of het moest zijn om juist daar
om den Rijks- en Gemeentedienst vooral,
voor zich de zijnen te verkiezen ibo-
vën arbeid in dienst van particulieren.
Wat de gemeente betreft, vóór 1 Oct.
1913 was voor haar het pensioenvraag-
stuk niet wettelijk geregeld!
Onder de Tuim 1100 gemeenten, die
er toen in Nederland waren het aantal
zal de 1200 destijds zeer sterk zijn ge
naderd liad een betrekkelijk klein
aantal, denkelijk nog geen vijfde deel,
eigen pensioenverordeningen. Van het
overgroole deel, verleende een aantal bij
invaliditeit of ouderdom gratificatiën, tel
ken jare opnieuw vastgesteld, dus van
allerlei omstandigheden, sympathie of
antipathie, samenstelling van den ge
meenteraad, enz. afhankelijk.
De wetgever heeft, ook gelet op dezen
toestand, ingrijpen noodzakelijk geacht.
D© pensioenwet 1913 voor de gemeente
ambtenaren en hunne weduwen en wee
zen is er gekomen, en alle gemeenten zijn
daaronder gebracht, met de noodige over
gangsmaatregelen voor de gemeenten met
eigen verordeningen.
,Voor de gemeenten zonder pensioen-
verordeningen, béter, voor het personeel
in dienst van zulke gemeenten, was dat
een aanzienlijke verbetering. Er ontston
den voor dat personeel wettelijk gere
gelioord geen enkel protest, geen enkel
bezwaar vernomen.
En do S.'G.P. is in 1917 opgericht
liet zou 1925 worden, eer het tot
deze partij eenigermate was doorgedron
gen dat de grondslagen van beiderlei
wetten principieel volmaakt dezelfde zijn,
zoodat hij', die zich tegen de ééne wet
stelt, noodwendig de andere niet kan
aanvaarden.
Me dunkt, dat ik hiermede heb waar
gemaakt, mijne opmerking hiervoor, dat
de S. G. P. onbekend is met den stand
van onze huidige maatschappelijke ont
wikkeling.
Ik schreef ook, dat de verklaring van
de S. G. P. dat ze niet tegen pensioen
als zoodanig is, haar positie al moei
lijker maakt.
Dat 'ligt voor de hand. „Niet tegen
pensioen" moet noodzakelijk gevolgd wor
den door „niet tegen invaliditeits- en
ouderdomsrente" (dit is óók pensioen).
Endan vervalt het grootste deel
van de bestaansreden van de S. G. P.
die zich tegen deze rente richt, als tegen
een verzekering.
Het stelsel, dat die rente mogelijk
s maakt is van ondergeschikt belang.
De uitspraak „Niet tegen pensioen" is
dan ook zeer ondoordacht. Ik schreef de
vorige maal dat pensioen in zichzelf een
verzekering is, aanvaardt door talrijke te
genstanders van elke andere verzekering.
D© S. G. P. bestrijdt de Invaliditeits-
en Ouderdomsrente als een verzekering