DE ZEEUW TWEEDE BIADT Kerknieuws. Onderwijs. VAN ZATERDAG 25 APRIL 1925. No. 173- BOVEN DE STERREN. JNaar Ida Hahix-Hahn.) Boven do sterren daar zal het oens dagen. Daar wordt uw wensch en uw hope genot: Aj wat op aai'd gij moest lijden en dragen Vindt zijn vergoeding daar hoven bij God! Boven de sterren geen duister, geen logen, Alles wordt daar u verklaard en onthuld; Wat in beloften hier zweefde voor d'oogen Ginds wordt het heerlijk en eeuwig ver- i i [vuld. Mi' Boven de sterren daar ziet gij ze weder, Hen wier vertrek u zoo droef viel en [zwaar; Daar stort de muur van do scheidinge [neder, Vroolijk herkennen de zielen elkaar. Boven de sterren daar wuiven de palmen Hcmelsche laving, o 'lijder, u too; t Eniglen geleiden met heilige psalmen Harten te rust van het wandelen moed Pa ter G- J o n c k b 1 o e l. Mr Troelstra en de Eerste Kamer. Den 2en April j.l. heeft de Eerste Kamer verworpen het regeeringsontwerp bedoelende afschaffing van den Zomer tijd. Met 31 tegen 17 stemmen. De tegen stemmers waren: 10 Roomschen, 10 So cialisten, 3 Anti's, 5 Chr. Historischen, 2 V.D.'s en 1 Vrijheidsbonden De voor stemmers waren: 6 Roo.mscjhfen, 6 Anti's, 2 Chr. Historischen, 1 Vrijheidsbtinder, 1 V.D. en 1 socialist. Dus van do elf socialisten stemden er 10 voor het behoud van den Zomertijd. Eenige jaren geleden, op hot Congres der S.D.A.P. Zondag 1 Maart 1915 zei mr Troelstra, van de Eerste Kamer sprekende, volgens do Maandagcourant: Deze Eerste Kamer heeft geen auto riteit, 'tis louter een parlementaire in stelling, geen uitvloeisel van wat er leeft in het volk. Wanneer er evenredige verkiezing was, zou de meerderheid in dat lichaam voor rechts slechts een paar stommen bedragen, gelijk Van Kol heeft aangetoond. De Eerste Kamer zweeft hoven het volk en wanneer dat lichaam zich tegen een voorstel Cort v. d. Linden, dat den volkswil weer geeft, verzet, is dat revolutionair. (Ap plaus.) Als die lieeren zich dan niet ontzien onze constitutie om te woelen, moeten zij bedenken dat te ontketenen de revolu tionaire krachten, sluimerend in het. Ne- derlandsche volk, (Daverende toejuichin- gcn.) Laten we ons echter niet al te druk maken over dien tegenstand dor Eerste Kamer, die heeren zijn niet al to jonge hekkespringers. (Hilariteit.) Het e er s t e vuur is er al uit, de moesten hebben niet veel tijd meer over en mogen die wel gaan gebruiken voor hun o n s t e r f e 1 ij k e ziel. (Vroolijkhcid.) Het stukje volksopruiing, het revo lutionaire oproepen a"Is hoogste macht van den volkswil, en de ergerlijke spot taal van dezen volksspreker gaan wii voorbij. Alleen dit: We hebben nu evenredige vertegen; woordiging. „Die meerderheidvoor dit lichaam" bedraagt nog altijd 18, te weten 32 rechts en 18 links, waarvan twee derden sociaaldemocraten. Die op een ria allen gestemd hebben tegen den uit- gedrukten volkswil van het platteland, en den wil van de Tweede Kamer. Want dit laatste is nog kort geleden door mr Sannes tor Sprake gebracht, toen hij, schoon zelf voor den Zomertijd, van de Eerste Kamer eischic, dat zijl den Zo mertijd zou afschaffen, omdat de Tweede Kamer het zoo wilde. De Eerste Kamer is natuurlijk op dien mallen, revolutionairen, eisch niet inge gaan. En de sociaal-democraten waren de eersten om dien eisch aan hun laars te lappen. Wat zou mr Troelstra nu zeggen? Zijn pnrtijgenooten zijn nagenoeg allen jonge, althans nog met kracht en veer kracht 'bedeelde mannen. j Geldt nu ook van hen: het eerste vuur is er uit, niet veel tijd meer over? Of zou het zijn: och, die Eerste Kamer is nog zoo kwaad niet? In andere stalen. Het trekt al sinds een menschenleeftijd lang de aandacht, dat alle handeldrij vende in- en uit- en doorvoer dra vende staten van Eluroipa, Azië en Ame rika Engeland alleen uitgezonderd den vrijhandel den rug hebben toegekeerd, en het tarief, ja, zelfs een verhoogd tarief handhaven. Ons ontbreken de cijfers om aan te tonnen dat zij bij dat stelsel wèl varen. Dioch wij zouden zoo- zeggen, indien dit niet zoo ware, zouden zij toch 'al lang van hun verkeerden weg zijn teruggeko men. Maar Engeland vaart toch maar wel bij den vrijhandel. Dit zij toegegeven. Doch laten wij niet vergeten dat Engeland eerst boog tarief had, en dit hield tot zijn industrie mees ter op (het terrein wag geworden, en bovendien Voor-Indië geëxploiteerd had op een wijs, die in dat land van 300 millioen inwoners alle eigen nijverheid te niet deed, terwij! wij o-mgekeerd van een hcoger tot een 'lager tarief afdaal den, toen wij nog| zoo- goed als geen ex port voor onze nijverheid bezaten en nog zoo goed als van meet af beginnen moesten. jMaar enz© handelscijfers waren voor den oorlog toch maar goed. Ook dit mag waai' zijjn. Doch dan zij ook dit in aanmerking genomen dat hier Duitse hl and met zijn machtigen transito handel achterzat, en dien doorvoerhandel dreef meest met eigen succursalen en eigen Rijnschepen, zoodat bet arme Ne derland er zoo goed als niets aan ver diende. ■Bovendien nu schrijven wij 192:5; en zijn do Verhoudingen schromelijk ver anderd- i Polder Walcheren. Hedenmorgen werd in het Polderhuis in de Abdij de voorjaarsvergadering ge houden van den Polder Walcheren onder voorzitterschap van den heer mr II. F. Lantsheer. Na beëeJiging van ue nieuwe gekozen commissarissen, de heeren p. Melis Wz te .Serooskerke en Chr. Polder man te Biggekerke, was aan de orde de behandeling van het verslag over 1924. In dit verslag wordt gemeld, dat even als verleden jaar, door het gedurige on gunstige en stormachtige weder, het her stellen aan de Noordwatering: van de paalhoofden en vooral het maken van basaltglooiing zeer moeilijk was. Op 128 dagen .meer dan 1/3 deel ,vpn het jaar, werd aan de kustwacht het stórmsein geheschen. Het aantal stormperioden was dus vrij' g;root, maar meestal van korten duur. terwijl zeer hoogie vloeden weinig voor kwamen, waaraan ten deele te danken is, dat de schade in de steenglooiing:, in vergelijking niet vorige jaren zoo gering is geweest. De weinige schade in de steenglooiing is ook toe te schrijven aan het regelmatig vaksgewijze vernieuwen van dc meest versleten steeng;looing, en het zorgvuldig bij en overs torten van de hestorting aan den teen des dijks. In den vroegen morgen van Oudejaarsdag sloeg met sterken Wpst-Ziiidwestenwind een Engclsch vaartuig genaamd Annie' tusschen de dijfkpalen 8 en 9 op de steengloöing ©n wel tot 1-50 M. boven gewoon hoogwater. Tengevolge van deze stranding, werden ongeveer 140 eiken palen lang 3 M- in do steenglooiing ver nield, do kosten van herstel zijn geraamd op ongeveer f 600- De kosten van herstel der stormschaden aan de Noordwatering, uitgezonderd die door bovenvermelde stranding veroorzaakt, bedroegen £3180, voor de Zuidwatering f423 en voor de beide andere wateringen nihil. Het kohier van geVfoon geschut toont dc volgende cijfers aan gewoon dijkge- schot van 154328.25.97 H A. schotbaar land ad f22 per 1I.A. f339641.71 en 1477-11.29 H A. .vrijland ad £13.80 per II.A. is f20384.16, totaal f36002587. Op het kohier kwamen 6618 aangesluge- nen voor. Na de aflossingen ten bedrage van f 72150, welke uit de begroeting 1924 zijn geschied, bedroegen de schulden van den polder op 1 Jan. 1925: f 54000 a 6 pCt; f154.200 a 5'/2 pC.U; f 110.400 a 5 pCt; £211.500 a £4-1/2 pC.t en een van £373.700 a 4 pCt. De lijst der stemgerechtigde ingelan den telde 1422 namen. Aan den heer J. Gornelisse, die sedert 1905 als commissaris deel uitmaakte van het polderbestuur, maar wegens hoogen leeftijd zich niet herkiesbaar stelde, wordt dank gebracht voor betgeen hij als zoo danig voor den polder heeft gedaan. Ook wordt herinnerd aan liet aftreden van den ontvanger, den lieer v. d. Harst en aan de woorden van dank voor zijn zéér accuraat beheer gedurende 38 jaar, door den voorzitter in do najaarsver gadering aan den heer v. d. H. gewijd. Voorgesteld wordt door het dagelijksch bestuur (verder kort af te noemen D. li.) de volgende wijzigingen in de sala risregeling aan te brengen. De commies ter griffie, 'die nu f 1700—2200 heeft, krijgt f 1950f 2450de adjunct-com mies ter griffie, nu f 1000f 1300, wordt f 1250f 1550, de klerk ten kantore van den ontvanger eveneens. Indien het grif fierschap en liet ontvangerschap tegelij kertijd door een persoon worden bekleed bedraagt de belooning f3250f3750. Aangezien het in de bedoeling ligt het ambt van griffier te doen vereenigen met dat van ontvanger van den polder is het noodzakelijk voor dit geval het salaris van griffier tevens ontvanger vast te stellen. Het, D.B. stelt voor dit te be palen op een bedrag van minimam f 3250 en maximum f 3750. I11 verband met de verlenging der kantooruren voor de griffieambtenaren en voor den klerk ten kantore van den ontvanger, noodzakelijk tengevolge van de invoering van de be lasting (dijkgeschot) voor de gebouwde eigendommen binnen Walcheren, door welke invoering belangrijk meer admi nistratief werk aan hen wordt opge dragen, acht liet Dl. Bi. het alleszins bil lijk huil jaarwedden te verhoogen voor ieder met 1250. Indien de functies van ontvanger met die van griffier wordt verecnigd, stelt het D.B. voor aan den thans in functie zijlnden klerk ten kan tore van den ontvanger een persoonlijke toelage toe te kennen tot een bedrag van f'250 'sjaars. Daar do instructie van den ontvanger dateert van 26 November 1870 stelt het D.B. voor een nieuwe vast te stellen, waarin o.a. wordt bepaald dat het kan toor van. den ontvanger geopend zal zijn van 1012.30 op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Vrijdag; van 10 tot 2 uur op Donderdag en van 10 tot 12 uur op Zaterdag. Op de voordracht voor de benoeming van een ontvanger waren geplaatst de heeren jhr II. J. van Adrichem Boogaerfc en .T. Snijders. Verder werd hierbij vooi'- gesteld, indien de heer jhr Boogaert be noemd wordt, deze een salaris toe to kennen van f3750 en de pensioensgrond slag op hetzelfde bedrag te bepalen. Het T\B. vraagt goedkeuring van den aankoop van plantrecht en boomen van enkele perceelen aan den Noordweg,, en wel van II. Polderman voor resp. f 52 en f75; van G. Kwekkeboom voor f41.50 en f 158.50 en van ,1. Polderman voor f25 011 f8.10, al deze drie personen wo nen te St. Laurens. Voorgesteld werd aan M. C. Marinissen te St. Laurens te verkoopen f 19.60 vierk. M. zijkant weg tegen 25 ct. per vierk. M., dus voor f 4.90. Evenals vorige jaren stelt het D.B. overeenkomstig de desbetreffende verzoe ken voor 20 pet. toeslag te geven op do pensioenen van den oud-opzichter M. C. Koole en do oud-bodin-concierge mej. wed. Noorderbroek, waardoor die resp. worden verhoogd van f 1000 op f 1200 en van 1500 op £600. Do begrooting voor 1925 wijst aan in ontvang en uitgaaf 'f 471.401.23V2> met een post onvoorzien ad f2077.48i/2. He post dijkgeschot is evenals verleden jaar uilgetrokken op f 360025.87. De kosten van gewoon onderhoud der zeeweringen worden geraamd op Noordwatering f 140.000, oostwatering f 14.500, zuidwa- tering f14.500, west watering f 21.5CO, to taal f 190.500. Het herstel van storm schade wordt resp. geraamd op 116000. f500, £1500 en £1500, totaal f19500. In 1925 zal op de schulden worden af gelost f72150. Uit c-en rapport van den ingenieur blijkt, dat de toestand van den voor- oever van den Zeedijk aan de Oóstwate- ring bij dijkpaal 26, waar eenigen tijd golfden een oeverafschuiving plaats had, onbevredigend blijft, aangezien geen aan- zanding ter plaatse werd waargenomen. Bestorting van een gedeelte van hot gat der afschuiving ke-mt het D- B. nood zakelijk voor en stelt het voor, op de wijze als in het rapport wordt aange geven, te besluiten. Dp kosten van het werk worden geraamd op f6000, voor welk bedrag later zal worden voorgesteld een leening aan te gaan. Eveneens wordt overgelegd een rap port van den ingenieur betreffende de Zuid watering, en wol speciaal den onder zeese hen oever van don zeedijk tusschen de dijk palen 16 en 18, waaruit blijkt, dat bij de. v oor ja arep èil i-nge-n ecu belangrijke verdieping ter plaatse werd waargenomen, cene verdieping, welke van dien aard is, dat het onverwijld nemen van bijzondere maatregelen ter bescherming van den dijk dringend noodzakelijk is. liet D. B- stelt daarom voor, over te gaan 'tot de uit voering van de door den ingenieur noodig geoordeelde werken, bestaande uit liet leggen van 7 zinkstokken voor en hel daarnevens storten van don bovenver melden onderzeeschen oever. Dc kosten van deze werken worden geraamd op f87000, welk bedrag ook later uit een leening za,l zijn te vinden. Aangezien de bocht in den straatweg tusschen Oostkapello en Domburg, na,bij do buitenplaats Schoonoord- gelegen on middellijk tegenover den Duinbeekschen weg met, het oog op het tegenwoordige verkeer naar de meaning van het D- B- thans reeds zoer gevaarlijk is, én hoven- dien do mogelijkheid niet, uitgesloten schijnt, dat de toestand fer' plaatse do-or eventueel© bebouwing van tie aangren zende perceelen nog ongunstiger zal worden, is hef D1- B. van oordeel dat omlegging van do bocht noodzakelijk is. Onder overleigjging van een desbetreffend rapport van den ingenieur niet welks inhcud het Di- B. zich volkomen kan voreenigen, stelt lief voor te besluiten ©ver to gaan tot verbetering- van do be deelde bocht op de wijze, als in liet rap port nader is aangegeven, waarvan de kosten worden geraamd op f 1362.50, waaronder begrepen is f 262-50 voor .aan koop van 150 vierk. M- grond van per ceel D noi. 472 in do gemeente Oost- ka,pelle. Hot laatste voorstel was dat tot ver pachting van 1 H A. 27 A- 40 c.A- jacht-- recht tegen 80 cent per II.A- Op de besprekingen en beslui Inn komen \jdj Maandag nader terug. De vierde w ij z e uit het Oos ten. Gewoonlijk spreekt men van een drietal wijzen die uit verren lande kwa men om Jezus den geboren Koning hulde te bieden. Doch er bestaat ook een roerende le gende van een vierden magiër, Artaban. g-eheeten. Ook deze wijze zou, zoodra hij de klare ster aan den liemel gezien had, het voornemen hebben opgevat om den pasgeboren koning te aanbidden. Hij verkocht al zijn paleizen en goede ren en kocht voor dit geld drie wonder bare, héél zeldzame en kostbar© edel gesteenten. Op een bepaalden tijd zou hij met de andere magiërs samentref ten. Hij haastte zich zeer, want de tijd drong. Nog slechts enkele uren restten 1 tem en de weg was ver. Artaban reed door een woud én zag plotseling in de struiken een man liggen. Hij steeg af en zag, dat hot. een gi iwonde was, een Jood, totaal uitgeput en mach teloos. Wat zo-u de magiër doen? Indien bij den gewonde hielp, zou hij telaat tout.cn op de afgesproken plaats en zijn vrien den zonder hem afreizen. Maar den Jood hulpeloos laten liggen .dit liet zijn geweten niet toe. Even aarzelde Artaban, maar het me delijden won. „Gij zijt zelf de liefde", zoo sprak Artaban in zijn binnenste tot den nieuw geboren Koning, „hoe zou men U kun nen dienen zonder zelf ook barmhartig te zijn?" Eenige uren verliepen en de gewonde kwam fgt bewustzijn. Hij werd iets beter. Het was reeds middag, en de tijd van de ontmoeting met de drie vrienden was. voorbij. Maar de zieke Jood, die van Ar- taban's plan hoorde, zei: „Ik weet niet of de Messias geboren is, maar als hij geboren is, dan behoeft ge niet te zoe ken, want hij moet in Bethlehem gebo ren worden. Ga maar gerust naar Beth lehem, daar zult ge den Messias vinden". Toen Artaban zijn plichten tegenover den gewonde volbracht had, aanvaardde hij de reis. Hij verkocht één van de edel gesteenten voor een reusachtige som en besteedde dit. geld om een karavaan uit te rusten, opdat hij den verren tocht kon doen. Hij kwam te Bethlehem aan. Maar te laat, want Maria was met het kindeke Jezus reeds naar Egypte ge vlucht, en in de stralen van Bethlehem heerschte angst en opgewondenheid. Ar taban kwam midden in liet weergaloos drama van den kindermoord. De solda ten van Herodes slachtten zonder genade de arme schaapjes. Artaban nam zijn intrek in een her berg. De vrouw des huizes was ook moe der van een jong kindje, en zij smeekte den vreemdeling haar te helpen om liet kind te redden. Diep geroerd door medelijden haalde Artaban zijn tweeden kostbaren steen voor den dag en gaf dien aan den aanvoerder der soldaten, opdat hij het kindje sparen zou. Het geschiedde. Maar Artaban had, ter o-orzake yan zijn barmhartige daden, nog maar één steen overgehouden. Met dezen éénen steen doorreisde hij vele landen om den Ko ning der waarheid te zoeken- Overal zag Artaban ellende en waar hij kon, bood hij hulp, hier dooi' een troostwoord, düar door een gift, want hij had nog geld over gehouden van den eersten verkochten edelsteen. Dertig jaren verliepen. Toen pas hoor de Artaban, dat Jezus in Judea was. Hij reisde er 'terstond heen en dacht: Nu zal ik mijn laatsten steen als teeken van vereering aan den Koning -geven. Artaban kwam in Jeruzalem. Alweer telaat! Jezus werd juist naar Golgotha uitgeleid. Met wanhopigon spoed ijlde Arlaban naar do plaats des gericlits. Maar de soldaten versperden hem den weg. Toen zag hij onder de soldaten oen jong meisje van wonderbare schoonheid, dat als ge vangene meegevoerd werd. Het kind liep op den Oostcrsche wijze toe, omklemde zijn knieën, heete tranen stortende en smeekte hein: „Red mij! Ik kom ook uit liet Oosten, gij zijt mijn landgenoot, en ik ik bon hier alleen in den vreem de. Omdat mijn gestorven vader schulden heeft nagelaten, wordt ik als slavin ver kocht. Red mij, anders hen ik verloren)" Ilet hart van den wijze uit het Oosten werd innerlijk van ontferming bewogen, en hij zei: „O Heere! Voor u heeft mijn gave toch geen nul gij hebt mij dit kind gezonden. Zoo geschiedde dan uw wil!" En Artaban offerde zijn laatste kleinood om de slavin vrij te koopen. Op dat oogenblik kwam Jezus voorhij, dragende zijn kruis. Eu Jezus zag Arta ban aan en zeide: „Vo-or zooveel gij dit aan mijn minste discipelen gedaan hebt, zoo hebt gij dat Mij gedaan. Uwe zon den zijn u vergeven, want, gij hebt veel liefgehad". C h r. Oude r w ij s in I nd i c. Het slot van 't artikel uit „De Reformatie" (zie ons 110. van 18 dezer) vindt hier een plaats: Vele onzer Chr. scholen op- Java beantwoor den zjj het ten deele aan dien liooggestelden oisc.h. in vele jonge harten is op de Chr. scholen het Evangelie gezaaid en heeft rijke vruchten gedragen van geloof en gehoorzaam heid en blijdschap. De Chr. school strooit- het zaad uit en de Heere opent liet hart. En dat 'Woord wordt in die jonge levens tot een kracht, die den heftigsten tegenstand van ouders en familie weerstaat. Ondanks de felste bedreiging is er een volgen op de roepstem van Jezus. Het is vaak ontroerend -schoon te zien de standvastigheid, den moed, de tro-uw, waar mede die jonge menschen hun Heiland lielij- den te midden van een fanatiek vijandige omgeving .Zij worden dikwijls voor den ciscli van liet offer geplaatst, den hoogsten eisch, dien Christus stelt aan het. volgen van Hem: Vader en Moeder en alles wat zjj bezitten, te verlaten, om Jezus te volgen. Men beseft in Holland niet, welken zwaren step de .Tong-Javanen, die Jezus leerden, -ken nen, ie voeren hebben. Wanneer een Javaanscb meisje van de Chr. Kweekschool te Solo daags voordat zij belijdenis zou doen van haar geloof, bij me komt met een brief van haar ouders, met het bericht, dat, indien zij den volgenden dag gedoopt wordt, zij niet meer als kind erkend zal worden en niet meer thuis mag komen en zij dien Zondag toch den doop ontvangt, terwijl haar hart schrei! om de liefde van Vader en Moeder, dan moot de liefde lot haar Heiland wel zeer „groot zijn. Of wanneer een -Chineesch. meisje, ook leer linge der Kweekschool, door al haar heiden- sche familieleden nu reeds jneerdere jaren om haar geloof is gesard, in de vacanlies wordt opgesloten, aan allerlei kwellingen bloot slaat, en zij dit alles in volle overgave aan Jezus geduldig draagt onder het voortdurend gebed, om de juiste levenshouding tegenover haar ouders en om de bekeering des harten van hjjar, ouders, dan zien we in "«Tit jonge leven het geloof groeien tot een kracht, dio de bergen verzet. Of wanneer oen Javaansche jongen, die door zijn welgestelde ouders verstooten en onterfd is, door zijn broeders geminacht wordt, open- lijk in het midden der gemeente en onder zijn vrienden zijn Heiland belijdt, getrouw aan Jezus' stem: volg mij, dan ervaren we, hoo machtig Gods Geest in die jonge harten werkt. Zoo zou ik kunnen doorgaan en van velo leerlingen der Chr. Kweekschool een korte schets schrijven van slrijd en overwinning, van geloof en blijdschap en vrede in Christus. Bijna al deze jonge menschen op de Kweek school zijn leerlingen onzer Chr. scholen ge weest, waar zij voor het eerst hot, Evangelio hoorden, dat in hen tot zulk een kracht werd door de rechte kennis van onzen Heere Jezus. Hierin, maar ook hierin alleen, ligt de zegen van het Chr. onderwijs, dat het met allen anderen zendingsarbcid den weg opent voor de Indische volken 0111 God recht te leeren kennen in en door Christus. In de vruchten van het Chr. onderwijs wordt aldus openbaar, dat liet ingeschakeld is in het geheel van den Zendingsarbeid. De Chr. scho- J len verrichten niet maar een stuk maatschap pelijk werk, doei) zij zien zich geplaatst in de rij van de instrumenten, waarvan God zich bedient tot de volmaking van Zijn Ko ninkrijk onder de Javanen. Voor die beschikking buigt zich het hart in ootmoedigen dank. Men moet er in geleefd hebben, meegestreden hebben in den strijd, meegenoten hebben van do blijdschap dier jonge menschen, in wie het geloofsleven door brak, om de heteekenis van het Ghr. onder wijs recht te kunnen heseffen. En ik zou ge neigd zijn le zeggen, men moet het, ook op eenige distantie gezien hebben, zooals ik nu tijdens mijn verblijf in Holland gelegenheid had, om do volle schoonheid er van te zien. „Wat js het toch heerlijk)', zoo schreef een der leerlingen van do Kweekschool te Solo: me do vorige week, „dat op de school, die door 11 geleiil js, vele harten nader tot God zijn gebracht, zoodat wij kunnen instem men met do bewoners van Samaria: Wij ge- looven niet meer om uws zeggens wil, want wij zei ven hebben Hem gehoord en weten, dat. deze Waarlijk is de Chrislus, de Zaligmaker der Wereld." H. Me ij er ink. Dierenmishandeling^ „Als het publiek wist", zegt in het slot woord van een dezer dagen verschenen bro chure, waarin liet doel der vereeniging wordt, uiteengezet, liet bestuur van het Neder- landsch Jack London Verhond, als het publiek wist, zouden paardenspelen verdwijnen, even als do dieren nummers van de variété-pro gramma's". Want, en dat is de kern van het betoog, volgens do voorstanders van dezen bond is dierendressuur ccn kwelling. Hoe en in welke mate wordt met voorbeelden uiteengezet. Slechts een enkel voorbeeld, dat wij hier zonder noemen van namen zullen geven, 'doch voor de waarheid waarvan wij instaan: L. L- was oppasser van een Duitschen dresseur, die 8 tot 10 katten lia-d. Hunne oefentijd die bijna een jaar duurde, was één aanóéa- scliakeling van marteling en hongerlijden, o.a. moesten zjj langs lange loshangende touwen klimmen, waar bovenaan een stukje vleesoh was bevestigd, dit stukje vleesch was hun ecnig voedsel. Na de oefening werden de rampzalige dieren weer 'in hun kleine hokjes opgesloten. Zij zagen er gedurende dien tijd ellendig vermagerd uit en moesten vóór hun optreden in het publiek worden opgekweekt en aangesterkt als herstellende zieken, want zóó -konden zij niet onder do oo-gen van het publiek komen. Zij deden op het tooneel accuraat huil werk, want do vrouw van den dresseur en do- oppasser dreigden met stokken achter de schermen. Dit werk bestond uit walsen, loo- pen op de voorpootcn, springen door hoepels, hindernis springen, enz. liet klimmen langs touwen werd geleerd, door deze geleidelijk te verlengen en zooals gezegd, door feilen honger gedreven. Teneinde op de voorpooten te leeren loopen, kregen zij een nauw aango- haalden halsband om, waaraan een stok was bevestigd, zoodat do poes zijn kweller niet kon krabben en deze het dier geheel- in zijn macht had. In de andere hand werd oen leeren lap genomen, waarin spijkertjes waren geslagen, hiermede werd de achterpoot van de poes in de hoogte gedrukt én vooruit ge duwd. Deze dggelpkscho kwelling verwondde de teenen van de achterpooten zoodanig, dat de katten reeds bij de geringste aanraking hunne achterpooten omhoog hieven. Bij alle oefeningen kregen z'jj slaag en werd het felste hongersysteem toegepast. D© -knecht heeft eindelijk zijn meester verlaten, omdat hgji het niet langer -kon aanzien. Het aanleeren van de salto mortale is ook geprobeerd, echter niet gelukt, doordat drie van de katten hun ruggegraat braken en onder erbarmelijk lijden bezweken. Vele dieren sterven, alvorens één van hen zijn bijna onmógelij-ke toeren kent. Dresseurs trachten altijd het. publiek aan zachtheid bij dressuur te doen _gelooven, ook hiervan een voorbeeld Alhier .werd bij een ochtend-repetitie in een bekend circus het volgende waargeno men Een paard moest op de achterpooten achteruit loopende het arena verlaten. Do dresseur, met de karwats alle bewegingen rus tig volgende, zeide steeds: „braaf 1 braaf 1" Voor zoover te oordeelen was, verliep alles zonder fout, toen het paard echter goed en wel in den uitgang was aangekomen,, pakte de dresseur het hij- den neu-s vast en sloeg vele malen achtereen met het handvat van do -karwats op den kaak, hetgeen zeer hard en hol klonk, steeds daarbij- herhalende braaf I baafl" In de ooren van het publiek zon dit: „braafI braaf I" klinken als een vriendelijkheid, ter wijl het in de ooren van het paard een vree

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 5