DE ZEEUW
TWEEDE BIADT
Kerknieuws.
Onderwijs.
VAN
ZATERDAG 25 APRIL 1925. No. 173-
BOVEN DE STERREN.
JNaar Ida Hahix-Hahn.)
Boven do sterren daar zal het oens dagen.
Daar wordt uw wensch en uw hope genot:
Aj wat op aai'd gij moest lijden en dragen
Vindt zijn vergoeding daar hoven bij God!
Boven de sterren geen duister, geen logen,
Alles wordt daar u verklaard en onthuld;
Wat in beloften hier zweefde voor d'oogen
Ginds wordt het heerlijk en eeuwig ver-
i i [vuld.
Mi'
Boven de sterren daar ziet gij ze weder,
Hen wier vertrek u zoo droef viel en
[zwaar;
Daar stort de muur van do scheidinge
[neder,
Vroolijk herkennen de zielen elkaar.
Boven de sterren daar wuiven de palmen
Hcmelsche laving, o 'lijder, u too; t
Eniglen geleiden met heilige psalmen
Harten te rust van het wandelen moed
Pa ter G- J o n c k b 1 o e l.
Mr Troelstra en de Eerste Kamer.
Den 2en April j.l. heeft de Eerste
Kamer verworpen het regeeringsontwerp
bedoelende afschaffing van den Zomer
tijd. Met 31 tegen 17 stemmen. De tegen
stemmers waren: 10 Roomschen, 10 So
cialisten, 3 Anti's, 5 Chr. Historischen,
2 V.D.'s en 1 Vrijheidsbonden De voor
stemmers waren: 6 Roo.mscjhfen, 6 Anti's,
2 Chr. Historischen, 1 Vrijheidsbtinder,
1 V.D. en 1 socialist.
Dus van do elf socialisten stemden
er 10 voor het behoud van den Zomertijd.
Eenige jaren geleden, op hot Congres
der S.D.A.P. Zondag 1 Maart 1915
zei mr Troelstra, van de Eerste Kamer
sprekende, volgens do Maandagcourant:
Deze Eerste Kamer heeft geen auto
riteit, 'tis louter een parlementaire in
stelling, geen uitvloeisel van wat er leeft
in het volk. Wanneer er evenredige
verkiezing was, zou de meerderheid
in dat lichaam voor rechts slechts een
paar stommen bedragen, gelijk Van Kol
heeft aangetoond. De Eerste Kamer
zweeft hoven het volk en wanneer dat
lichaam zich tegen een voorstel Cort
v. d. Linden, dat den volkswil weer
geeft, verzet, is dat revolutionair. (Ap
plaus.)
Als die lieeren zich dan niet ontzien
onze constitutie om te woelen, moeten
zij bedenken dat te ontketenen de revolu
tionaire krachten, sluimerend in het. Ne-
derlandsche volk, (Daverende toejuichin-
gcn.)
Laten we ons echter niet al te druk
maken over dien tegenstand dor Eerste
Kamer, die heeren zijn niet al to jonge
hekkespringers. (Hilariteit.)
Het e er s t e vuur is er al uit, de
moesten hebben niet veel tijd meer
over en mogen die wel gaan gebruiken
voor hun o n s t e r f e 1 ij k e ziel.
(Vroolijkhcid.)
Het stukje volksopruiing, het revo
lutionaire oproepen a"Is hoogste macht
van den volkswil, en de ergerlijke spot
taal van dezen volksspreker gaan wii
voorbij.
Alleen dit:
We hebben nu evenredige vertegen;
woordiging. „Die meerderheidvoor dit
lichaam" bedraagt nog altijd 18, te weten
32 rechts en 18 links, waarvan twee
derden sociaaldemocraten. Die op een
ria allen gestemd hebben tegen den uit-
gedrukten volkswil van het platteland,
en den wil van de Tweede Kamer. Want
dit laatste is nog kort geleden door mr
Sannes tor Sprake gebracht, toen hij,
schoon zelf voor den Zomertijd, van de
Eerste Kamer eischic, dat zijl den Zo
mertijd zou afschaffen, omdat de Tweede
Kamer het zoo wilde.
De Eerste Kamer is natuurlijk op dien
mallen, revolutionairen, eisch niet inge
gaan. En de sociaal-democraten waren
de eersten om dien eisch aan hun laars
te lappen.
Wat zou mr Troelstra nu zeggen?
Zijn pnrtijgenooten zijn nagenoeg allen
jonge, althans nog met kracht en veer
kracht 'bedeelde mannen. j
Geldt nu ook van hen: het eerste
vuur is er uit, niet veel tijd meer over?
Of zou het zijn: och, die Eerste Kamer
is nog zoo kwaad niet?
In andere stalen.
Het trekt al sinds een menschenleeftijd
lang de aandacht, dat alle handeldrij
vende in- en uit- en doorvoer dra
vende staten van Eluroipa, Azië en Ame
rika Engeland alleen uitgezonderd
den vrijhandel den rug hebben toegekeerd,
en het tarief, ja, zelfs een verhoogd
tarief handhaven.
Ons ontbreken de cijfers om aan te
tonnen dat zij bij dat stelsel wèl varen.
Dioch wij zouden zoo- zeggen, indien dit
niet zoo ware, zouden zij toch 'al lang
van hun verkeerden weg zijn teruggeko
men.
Maar Engeland vaart toch maar wel
bij den vrijhandel.
Dit zij toegegeven. Doch laten wij niet
vergeten dat Engeland eerst boog tarief
had, en dit hield tot zijn industrie mees
ter op (het terrein wag geworden, en
bovendien Voor-Indië geëxploiteerd had
op een wijs, die in dat land van 300
millioen inwoners alle eigen nijverheid
te niet deed, terwij! wij o-mgekeerd van
een hcoger tot een 'lager tarief afdaal
den, toen wij nog| zoo- goed als geen ex
port voor onze nijverheid bezaten en
nog zoo goed als van meet af beginnen
moesten.
jMaar enz© handelscijfers waren voor
den oorlog toch maar goed.
Ook dit mag waai' zijjn. Doch dan zij
ook dit in aanmerking genomen dat hier
Duitse hl and met zijn machtigen transito
handel achterzat, en dien doorvoerhandel
dreef meest met eigen succursalen en
eigen Rijnschepen, zoodat bet arme Ne
derland er zoo goed als niets aan ver
diende.
■Bovendien nu schrijven wij 192:5;
en zijn do Verhoudingen schromelijk ver
anderd- i
Polder Walcheren.
Hedenmorgen werd in het Polderhuis
in de Abdij de voorjaarsvergadering ge
houden van den Polder Walcheren onder
voorzitterschap van den heer mr II. F.
Lantsheer. Na beëeJiging van ue nieuwe
gekozen commissarissen, de heeren p.
Melis Wz te .Serooskerke en Chr. Polder
man te Biggekerke, was aan de orde
de behandeling van het verslag over 1924.
In dit verslag wordt gemeld, dat even
als verleden jaar, door het gedurige on
gunstige en stormachtige weder, het her
stellen aan de Noordwatering: van de
paalhoofden en vooral het maken van
basaltglooiing zeer moeilijk was. Op 128
dagen .meer dan 1/3 deel ,vpn het jaar,
werd aan de kustwacht het stórmsein
geheschen.
Het aantal stormperioden was dus vrij'
g;root, maar meestal van korten duur.
terwijl zeer hoogie vloeden weinig voor
kwamen, waaraan ten deele te danken
is, dat de schade in de steenglooiing:, in
vergelijking niet vorige jaren zoo gering
is geweest. De weinige schade in de
steenglooiing is ook toe te schrijven aan
het regelmatig vaksgewijze vernieuwen
van dc meest versleten steeng;looing, en
het zorgvuldig bij en overs torten van de
hestorting aan den teen des dijks. In
den vroegen morgen van Oudejaarsdag
sloeg met sterken Wpst-Ziiidwestenwind
een Engclsch vaartuig genaamd Annie'
tusschen de dijfkpalen 8 en 9 op de
steengloöing ©n wel tot 1-50 M. boven
gewoon hoogwater. Tengevolge van deze
stranding, werden ongeveer 140 eiken
palen lang 3 M- in do steenglooiing ver
nield, do kosten van herstel zijn geraamd
op ongeveer f 600- De kosten van herstel
der stormschaden aan de Noordwatering,
uitgezonderd die door bovenvermelde
stranding veroorzaakt, bedroegen £3180,
voor de Zuidwatering f423 en voor de
beide andere wateringen nihil.
Het kohier van geVfoon geschut toont
dc volgende cijfers aan gewoon dijkge-
schot van 154328.25.97 H A. schotbaar
land ad f22 per 1I.A. f339641.71 en
1477-11.29 H A. .vrijland ad £13.80 per
II.A. is f20384.16, totaal f36002587.
Op het kohier kwamen 6618 aangesluge-
nen voor. Na de aflossingen ten bedrage
van f 72150, welke uit de begroeting 1924
zijn geschied, bedroegen de schulden van
den polder op 1 Jan. 1925: f 54000
a 6 pCt; f154.200 a 5'/2 pC.U; f 110.400
a 5 pCt; £211.500 a £4-1/2 pC.t en een
van £373.700 a 4 pCt.
De lijst der stemgerechtigde ingelan
den telde 1422 namen.
Aan den heer J. Gornelisse, die sedert
1905 als commissaris deel uitmaakte van
het polderbestuur, maar wegens hoogen
leeftijd zich niet herkiesbaar stelde, wordt
dank gebracht voor betgeen hij als zoo
danig voor den polder heeft gedaan. Ook
wordt herinnerd aan liet aftreden van
den ontvanger, den lieer v. d. Harst en
aan de woorden van dank voor zijn
zéér accuraat beheer gedurende 38 jaar,
door den voorzitter in do najaarsver
gadering aan den heer v. d. H. gewijd.
Voorgesteld wordt door het dagelijksch
bestuur (verder kort af te noemen D.
li.) de volgende wijzigingen in de sala
risregeling aan te brengen. De commies
ter griffie, 'die nu f 1700—2200 heeft,
krijgt f 1950f 2450de adjunct-com
mies ter griffie, nu f 1000f 1300, wordt
f 1250f 1550, de klerk ten kantore van
den ontvanger eveneens. Indien het grif
fierschap en liet ontvangerschap tegelij
kertijd door een persoon worden bekleed
bedraagt de belooning f3250f3750.
Aangezien het in de bedoeling ligt het
ambt van griffier te doen vereenigen met
dat van ontvanger van den polder is het
noodzakelijk voor dit geval het salaris
van griffier tevens ontvanger vast te
stellen. Het, D.B. stelt voor dit te be
palen op een bedrag van minimam f 3250
en maximum f 3750. I11 verband met
de verlenging der kantooruren voor de
griffieambtenaren en voor den klerk ten
kantore van den ontvanger, noodzakelijk
tengevolge van de invoering van de be
lasting (dijkgeschot) voor de gebouwde
eigendommen binnen Walcheren, door
welke invoering belangrijk meer admi
nistratief werk aan hen wordt opge
dragen, acht liet Dl. Bi. het alleszins bil
lijk huil jaarwedden te verhoogen voor
ieder met 1250. Indien de functies van
ontvanger met die van griffier wordt
verecnigd, stelt het D.B. voor aan den
thans in functie zijlnden klerk ten kan
tore van den ontvanger een persoonlijke
toelage toe te kennen tot een bedrag
van f'250 'sjaars.
Daar do instructie van den ontvanger
dateert van 26 November 1870 stelt het
D.B. voor een nieuwe vast te stellen,
waarin o.a. wordt bepaald dat het kan
toor van. den ontvanger geopend zal zijn
van 1012.30 op Maandag, Dinsdag,
Woensdag en Vrijdag; van 10 tot 2 uur
op Donderdag en van 10 tot 12 uur op
Zaterdag.
Op de voordracht voor de benoeming
van een ontvanger waren geplaatst de
heeren jhr II. J. van Adrichem Boogaerfc
en .T. Snijders. Verder werd hierbij vooi'-
gesteld, indien de heer jhr Boogaert be
noemd wordt, deze een salaris toe to
kennen van f3750 en de pensioensgrond
slag op hetzelfde bedrag te bepalen.
Het T\B. vraagt goedkeuring van den
aankoop van plantrecht en boomen van
enkele perceelen aan den Noordweg,, en
wel van II. Polderman voor resp. f 52 en
f75; van G. Kwekkeboom voor f41.50
en f 158.50 en van ,1. Polderman voor
f25 011 f8.10, al deze drie personen wo
nen te St. Laurens.
Voorgesteld werd aan M. C. Marinissen
te St. Laurens te verkoopen f 19.60 vierk.
M. zijkant weg tegen 25 ct. per vierk. M.,
dus voor f 4.90.
Evenals vorige jaren stelt het D.B.
overeenkomstig de desbetreffende verzoe
ken voor 20 pet. toeslag te geven op do
pensioenen van den oud-opzichter M. C.
Koole en do oud-bodin-concierge mej.
wed. Noorderbroek, waardoor die resp.
worden verhoogd van f 1000 op f 1200 en
van 1500 op £600.
Do begrooting voor 1925 wijst aan in
ontvang en uitgaaf 'f 471.401.23V2> met
een post onvoorzien ad f2077.48i/2. He
post dijkgeschot is evenals verleden jaar
uilgetrokken op f 360025.87. De kosten
van gewoon onderhoud der zeeweringen
worden geraamd op Noordwatering
f 140.000, oostwatering f 14.500, zuidwa-
tering f14.500, west watering f 21.5CO, to
taal f 190.500. Het herstel van storm
schade wordt resp. geraamd op 116000.
f500, £1500 en £1500, totaal f19500.
In 1925 zal op de schulden worden af
gelost f72150.
Uit c-en rapport van den ingenieur
blijkt, dat de toestand van den voor-
oever van den Zeedijk aan de Oóstwate-
ring bij dijkpaal 26, waar eenigen tijd
golfden een oeverafschuiving plaats had,
onbevredigend blijft, aangezien geen aan-
zanding ter plaatse werd waargenomen.
Bestorting van een gedeelte van hot gat
der afschuiving ke-mt het D- B. nood
zakelijk voor en stelt het voor, op de
wijze als in het rapport wordt aange
geven, te besluiten. Dp kosten van het
werk worden geraamd op f6000, voor
welk bedrag later zal worden voorgesteld
een leening aan te gaan.
Eveneens wordt overgelegd een rap
port van den ingenieur betreffende de
Zuid watering, en wol speciaal den onder
zeese hen oever van don zeedijk tusschen
de dijk palen 16 en 18, waaruit blijkt, dat
bij de. v oor ja arep èil i-nge-n ecu belangrijke
verdieping ter plaatse werd waargenomen,
cene verdieping, welke van dien aard is,
dat het onverwijld nemen van bijzondere
maatregelen ter bescherming van den dijk
dringend noodzakelijk is. liet D. B- stelt
daarom voor, over te gaan 'tot de uit
voering van de door den ingenieur noodig
geoordeelde werken, bestaande uit liet
leggen van 7 zinkstokken voor en hel
daarnevens storten van don bovenver
melden onderzeeschen oever. Dc kosten
van deze werken worden geraamd op
f87000, welk bedrag ook later uit een
leening za,l zijn te vinden.
Aangezien de bocht in den straatweg
tusschen Oostkapello en Domburg, na,bij
do buitenplaats Schoonoord- gelegen on
middellijk tegenover den Duinbeekschen
weg met, het oog op het tegenwoordige
verkeer naar de meaning van het D- B-
thans reeds zoer gevaarlijk is, én hoven-
dien do mogelijkheid niet, uitgesloten
schijnt, dat de toestand fer' plaatse do-or
eventueel© bebouwing van tie aangren
zende perceelen nog ongunstiger zal
worden, is hef D1- B. van oordeel dat
omlegging van do bocht noodzakelijk is.
Onder overleigjging van een desbetreffend
rapport van den ingenieur niet welks
inhcud het Di- B. zich volkomen kan
voreenigen, stelt lief voor te besluiten
©ver to gaan tot verbetering- van do be
deelde bocht op de wijze, als in liet rap
port nader is aangegeven, waarvan de
kosten worden geraamd op f 1362.50,
waaronder begrepen is f 262-50 voor .aan
koop van 150 vierk. M- grond van per
ceel D noi. 472 in do gemeente Oost-
ka,pelle.
Hot laatste voorstel was dat tot ver
pachting van 1 H A. 27 A- 40 c.A- jacht--
recht tegen 80 cent per II.A-
Op de besprekingen en beslui Inn komen
\jdj Maandag nader terug.
De vierde w ij z e uit het Oos
ten. Gewoonlijk spreekt men van een
drietal wijzen die uit verren lande kwa
men om Jezus den geboren Koning hulde
te bieden.
Doch er bestaat ook een roerende le
gende van een vierden magiër, Artaban.
g-eheeten. Ook deze wijze zou, zoodra
hij de klare ster aan den liemel gezien
had, het voornemen hebben opgevat om
den pasgeboren koning te aanbidden.
Hij verkocht al zijn paleizen en goede
ren en kocht voor dit geld drie wonder
bare, héél zeldzame en kostbar© edel
gesteenten. Op een bepaalden tijd zou hij
met de andere magiërs samentref ten. Hij
haastte zich zeer, want de tijd drong.
Nog slechts enkele uren restten 1 tem en
de weg was ver.
Artaban reed door een woud én zag
plotseling in de struiken een man liggen.
Hij steeg af en zag, dat hot. een gi iwonde
was, een Jood, totaal uitgeput en mach
teloos.
Wat zo-u de magiër doen? Indien bij
den gewonde hielp, zou hij telaat tout.cn
op de afgesproken plaats en zijn vrien
den zonder hem afreizen. Maar den Jood
hulpeloos laten liggen .dit liet zijn
geweten niet toe.
Even aarzelde Artaban, maar het me
delijden won.
„Gij zijt zelf de liefde", zoo sprak
Artaban in zijn binnenste tot den nieuw
geboren Koning, „hoe zou men U kun
nen dienen zonder zelf ook barmhartig
te zijn?"
Eenige uren verliepen en de gewonde
kwam fgt bewustzijn. Hij werd iets beter.
Het was reeds middag, en de tijd van
de ontmoeting met de drie vrienden was.
voorbij. Maar de zieke Jood, die van Ar-
taban's plan hoorde, zei: „Ik weet niet
of de Messias geboren is, maar als hij
geboren is, dan behoeft ge niet te zoe
ken, want hij moet in Bethlehem gebo
ren worden. Ga maar gerust naar Beth
lehem, daar zult ge den Messias vinden".
Toen Artaban zijn plichten tegenover
den gewonde volbracht had, aanvaardde
hij de reis. Hij verkocht één van de edel
gesteenten voor een reusachtige som en
besteedde dit. geld om een karavaan uit
te rusten, opdat hij den verren tocht
kon doen.
Hij kwam te Bethlehem aan.
Maar te laat, want Maria was met het
kindeke Jezus reeds naar Egypte ge
vlucht, en in de stralen van Bethlehem
heerschte angst en opgewondenheid. Ar
taban kwam midden in liet weergaloos
drama van den kindermoord. De solda
ten van Herodes slachtten zonder genade
de arme schaapjes.
Artaban nam zijn intrek in een her
berg. De vrouw des huizes was ook moe
der van een jong kindje, en zij smeekte
den vreemdeling haar te helpen om liet
kind te redden.
Diep geroerd door medelijden haalde
Artaban zijn tweeden kostbaren steen voor
den dag en gaf dien aan den aanvoerder
der soldaten, opdat hij het kindje sparen
zou. Het geschiedde.
Maar Artaban had, ter o-orzake yan zijn
barmhartige daden, nog maar één steen
overgehouden. Met dezen éénen steen
doorreisde hij vele landen om den Ko
ning der waarheid te zoeken- Overal zag
Artaban ellende en waar hij kon, bood hij
hulp, hier dooi' een troostwoord, düar
door een gift, want hij had nog geld over
gehouden van den eersten verkochten
edelsteen.
Dertig jaren verliepen. Toen pas hoor
de Artaban, dat Jezus in Judea was. Hij
reisde er 'terstond heen en dacht: Nu
zal ik mijn laatsten steen als teeken van
vereering aan den Koning -geven.
Artaban kwam in Jeruzalem.
Alweer telaat! Jezus werd juist naar
Golgotha uitgeleid.
Met wanhopigon spoed ijlde Arlaban
naar do plaats des gericlits. Maar de
soldaten versperden hem den weg. Toen
zag hij onder de soldaten oen jong meisje
van wonderbare schoonheid, dat als ge
vangene meegevoerd werd. Het kind liep
op den Oostcrsche wijze toe, omklemde
zijn knieën, heete tranen stortende en
smeekte hein: „Red mij! Ik kom ook
uit liet Oosten, gij zijt mijn landgenoot,
en ik ik bon hier alleen in den vreem
de. Omdat mijn gestorven vader schulden
heeft nagelaten, wordt ik als slavin ver
kocht. Red mij, anders hen ik verloren)"
Ilet hart van den wijze uit het Oosten
werd innerlijk van ontferming bewogen,
en hij zei: „O Heere! Voor u heeft mijn
gave toch geen nul gij hebt mij dit
kind gezonden. Zoo geschiedde dan uw
wil!"
En Artaban offerde zijn laatste kleinood
om de slavin vrij te koopen.
Op dat oogenblik kwam Jezus voorhij,
dragende zijn kruis. Eu Jezus zag Arta
ban aan en zeide: „Vo-or zooveel gij dit
aan mijn minste discipelen gedaan hebt,
zoo hebt gij dat Mij gedaan. Uwe zon
den zijn u vergeven, want, gij hebt veel
liefgehad".
C h r. Oude r w ij s in I nd i c. Het
slot van 't artikel uit „De Reformatie" (zie
ons 110. van 18 dezer) vindt hier een plaats:
Vele onzer Chr. scholen op- Java beantwoor
den zjj het ten deele aan dien liooggestelden
oisc.h. in vele jonge harten is op de Chr.
scholen het Evangelie gezaaid en heeft rijke
vruchten gedragen van geloof en gehoorzaam
heid en blijdschap.
De Chr. school strooit- het zaad uit en de
Heere opent liet hart. En dat 'Woord wordt
in die jonge levens tot een kracht, die den
heftigsten tegenstand van ouders en familie
weerstaat. Ondanks de felste bedreiging is
er een volgen op de roepstem van Jezus.
Het is vaak ontroerend -schoon te zien de
standvastigheid, den moed, de tro-uw, waar
mede die jonge menschen hun Heiland lielij-
den te midden van een fanatiek vijandige
omgeving .Zij worden dikwijls voor den ciscli
van liet offer geplaatst, den hoogsten eisch,
dien Christus stelt aan het. volgen van Hem:
Vader en Moeder en alles wat zjj bezitten,
te verlaten, om Jezus te volgen.
Men beseft in Holland niet, welken zwaren
step de .Tong-Javanen, die Jezus leerden, -ken
nen, ie voeren hebben. Wanneer een Javaanscb
meisje van de Chr. Kweekschool te Solo daags
voordat zij belijdenis zou doen van haar
geloof, bij me komt met een brief van haar
ouders, met het bericht, dat, indien zij den
volgenden dag gedoopt wordt, zij niet meer
als kind erkend zal worden en niet meer
thuis mag komen en zij dien Zondag toch den
doop ontvangt, terwijl haar hart schrei! om
de liefde van Vader en Moeder, dan moot
de liefde lot haar Heiland wel zeer „groot zijn.
Of wanneer een -Chineesch. meisje, ook leer
linge der Kweekschool, door al haar heiden-
sche familieleden nu reeds jneerdere jaren
om haar geloof is gesard, in de vacanlies
wordt opgesloten, aan allerlei kwellingen bloot
slaat, en zij dit alles in volle overgave aan
Jezus geduldig draagt onder het voortdurend
gebed, om de juiste levenshouding tegenover
haar ouders en om de bekeering des harten
van hjjar, ouders, dan zien we in "«Tit jonge
leven het geloof groeien tot een kracht, dio
de bergen verzet.
Of wanneer oen Javaansche jongen, die door
zijn welgestelde ouders verstooten en onterfd
is, door zijn broeders geminacht wordt, open-
lijk in het midden der gemeente en onder
zijn vrienden zijn Heiland belijdt, getrouw aan
Jezus' stem: volg mij, dan ervaren we, hoo
machtig Gods Geest in die jonge harten werkt.
Zoo zou ik kunnen doorgaan en van velo
leerlingen der Chr. Kweekschool een korte
schets schrijven van slrijd en overwinning,
van geloof en blijdschap en vrede in Christus.
Bijna al deze jonge menschen op de Kweek
school zijn leerlingen onzer Chr. scholen ge
weest, waar zij voor het eerst hot, Evangelio
hoorden, dat in hen tot zulk een kracht werd
door de rechte kennis van onzen Heere Jezus.
Hierin, maar ook hierin alleen, ligt de zegen
van het Chr. onderwijs, dat het met allen
anderen zendingsarbcid den weg opent voor
de Indische volken 0111 God recht te leeren
kennen in en door Christus.
In de vruchten van het Chr. onderwijs wordt
aldus openbaar, dat liet ingeschakeld is in het
geheel van den Zendingsarbeid. De Chr. scho- J
len verrichten niet maar een stuk maatschap
pelijk werk, doei) zij zien zich geplaatst in
de rij van de instrumenten, waarvan God
zich bedient tot de volmaking van Zijn Ko
ninkrijk onder de Javanen.
Voor die beschikking buigt zich het hart
in ootmoedigen dank. Men moet er in geleefd
hebben, meegestreden hebben in den strijd,
meegenoten hebben van do blijdschap dier
jonge menschen, in wie het geloofsleven door
brak, om de heteekenis van het Ghr. onder
wijs recht te kunnen heseffen. En ik zou ge
neigd zijn le zeggen, men moet het, ook op
eenige distantie gezien hebben, zooals ik nu
tijdens mijn verblijf in Holland gelegenheid
had, om do volle schoonheid er van te zien.
„Wat js het toch heerlijk)', zoo schreef
een der leerlingen van do Kweekschool te
Solo: me do vorige week, „dat op de school,
die door 11 geleiil js, vele harten nader tot
God zijn gebracht, zoodat wij kunnen instem
men met do bewoners van Samaria: Wij ge-
looven niet meer om uws zeggens wil, want
wij zei ven hebben Hem gehoord en weten, dat.
deze Waarlijk is de Chrislus, de Zaligmaker
der Wereld." H. Me ij er ink.
Dierenmishandeling^
„Als het publiek wist", zegt in het slot
woord van een dezer dagen verschenen bro
chure, waarin liet doel der vereeniging wordt,
uiteengezet, liet bestuur van het Neder-
landsch Jack London Verhond, als het publiek
wist, zouden paardenspelen verdwijnen, even
als do dieren nummers van de variété-pro
gramma's".
Want, en dat is de kern van het betoog,
volgens do voorstanders van dezen bond is
dierendressuur ccn kwelling. Hoe en in welke
mate wordt met voorbeelden uiteengezet.
Slechts een enkel voorbeeld, dat wij hier
zonder noemen van namen zullen geven, 'doch
voor de waarheid waarvan wij instaan: L. L-
was oppasser van een Duitschen dresseur,
die 8 tot 10 katten lia-d. Hunne oefentijd
die bijna een jaar duurde, was één aanóéa-
scliakeling van marteling en hongerlijden, o.a.
moesten zjj langs lange loshangende touwen
klimmen, waar bovenaan een stukje vleesoh
was bevestigd, dit stukje vleesch was hun
ecnig voedsel. Na de oefening werden de
rampzalige dieren weer 'in hun kleine hokjes
opgesloten. Zij zagen er gedurende dien tijd
ellendig vermagerd uit en moesten vóór hun
optreden in het publiek worden opgekweekt
en aangesterkt als herstellende zieken, want
zóó -konden zij niet onder do oo-gen van het
publiek komen.
Zij deden op het tooneel accuraat huil werk,
want do vrouw van den dresseur en do-
oppasser dreigden met stokken achter de
schermen. Dit werk bestond uit walsen, loo-
pen op de voorpootcn, springen door hoepels,
hindernis springen, enz. liet klimmen langs
touwen werd geleerd, door deze geleidelijk
te verlengen en zooals gezegd, door feilen
honger gedreven. Teneinde op de voorpooten
te leeren loopen, kregen zij een nauw aango-
haalden halsband om, waaraan een stok was
bevestigd, zoodat do poes zijn kweller niet
kon krabben en deze het dier geheel- in zijn
macht had. In de andere hand werd oen
leeren lap genomen, waarin spijkertjes waren
geslagen, hiermede werd de achterpoot van
de poes in de hoogte gedrukt én vooruit ge
duwd. Deze dggelpkscho kwelling verwondde
de teenen van de achterpooten zoodanig, dat
de katten reeds bij de geringste aanraking
hunne achterpooten omhoog hieven. Bij alle
oefeningen kregen z'jj slaag en werd het
felste hongersysteem toegepast. D© -knecht heeft
eindelijk zijn meester verlaten, omdat hgji het
niet langer -kon aanzien. Het aanleeren van
de salto mortale is ook geprobeerd, echter
niet gelukt, doordat drie van de katten hun
ruggegraat braken en onder erbarmelijk lijden
bezweken. Vele dieren sterven, alvorens één
van hen zijn bijna onmógelij-ke toeren kent.
Dresseurs trachten altijd het. publiek aan
zachtheid bij dressuur te doen _gelooven, ook
hiervan een voorbeeld
Alhier .werd bij een ochtend-repetitie in
een bekend circus het volgende waargeno
men Een paard moest op de achterpooten
achteruit loopende het arena verlaten. Do
dresseur, met de karwats alle bewegingen rus
tig volgende, zeide steeds: „braaf 1 braaf 1"
Voor zoover te oordeelen was, verliep alles
zonder fout, toen het paard echter goed en
wel in den uitgang was aangekomen,, pakte
de dresseur het hij- den neu-s vast en sloeg
vele malen achtereen met het handvat van
do -karwats op den kaak, hetgeen zeer hard
en hol klonk, steeds daarbij- herhalende
braaf I baafl"
In de ooren van het publiek zon dit: „braafI
braaf I" klinken als een vriendelijkheid, ter
wijl het in de ooren van het paard een vree