KEES HELDER Mo 150 Woensdag 23 April 1025 SSÏe «Jaargang iBiteiiaai TWEE BROEDERS. Ee» goed portret Bezit blijvende waarde. FEUëiXëT'im FOTOGRAAF Langedelft I 34 - Middelburg Eèn suikerlepel TROOST'S AROMA op een kan koffie maakt deze tot de fijnste Mocca. Drukkers-Exploitanten OOSTBRBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Langs Vorsfslraat 68—70, Goes Tel.: Rodaotie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel no. 259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 1—4 regets f 1.20, eïke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Kuyper—Troelstra. Er is veel overeenkomst tusschen deze groote partijleiders, wat henzelf aangaat in grootheid van talent, en wat hunne volgelingen aangaat in diepte van,aan hankelijkheid. Op den feestdag van mr Troelstra hij vierde zijn tiöen geboortedag is er ook door hem zelf en door zijne vrienden een parallel getrokken tusschen deze beiden. De jubilaris stond aan het eind van zijn parlementaire loopbaan. Maar een kwarteeuw geleden stond hij aan het begin. En toen werd er, rra het eerste principieele debat tusschen Kuy per en Troelstra, in December 1902, op die beiden door vriend en tegenstander critiek geoefend. Een dezer laatsten, de Haagsche brief schrijver van de liberale P r o v. O r o n. Crt. ziei over dit eerste debat: „Bij den eersten heftigen strijd die tusschen den socialistische)! leider en den tegenwoor- digen president-minister reeds is ont brand, was, ondanks al de heftigheid en het hartstochtelijk gebarenspel van mr Troelstra, de overwinning aan dr Kuy per." Natuurlijk is de soe..-democraat sedert dien stond heel wat bijgekomen in talent en in ruimte van staatsmansblik. Doch ook wat dit laatste aangaat 1903 en 1.918 bewezen het. reeds zal hij in de staatkundige geschiedenis van ons land wel aJtijd bij den antirevolutionairen voorman ten achter blijven. Kapitaalvorming en de kleine iuyden. Zoo luidt de titel der rede dooi' Z. Excellentie H. Colijn te Groningen voor de afd. van Patrimonium dezer dagen geliouden. Wij namen 't verslag dezer be langrijke lezing over uit onze Nieuwe Provinciale. Terecht hebben de hoeren van het Kuyperhuis ingezien, dat deze rede grooto propagandistische waarde heeft, waarom zij het verslag, eenigszins uitgebreid en verduidelijkt, hebben doen drukken en voor zeer garingen prijs aan de Kiesvereenigingen aanbieden. Laten nu de gezamenlijke Kiesvereeni gingen in Zeeland, of althans op de eilan den eens vijf duizend exemplaren van dit verslag bestellen, dan komt zoo'n exemplaar op slechts een cent. Daar is dus nu eens aankomen aan. Wie bindt deze kat de bel eens aan? De heer Haan te Groningen, uitgever van de „Nieuwe Prov. Gron. Crt.", zorgt voor de verzending. De V.-D. en rie Dntwapening. De Vrijzinnig-democratische Bond leef de nog kort geleden blijkens een vlug schrift van dr v. Embden* „Nationale ontwapening of volksverdediging", in de jneening dat de belangen der groote mo gendheden in de toekomst ons eerbiedi ging van onze neutraliteit zouden waar borgen. De partijleiding, die reeds meermalen tegenover het militaire vraagstuk van meening veranderd is, is mag men 18) Hoe wij hierin do hand des Hoeren /agen, kan iedereen begrijpen, die derge lijke bemoeienissen Gods hij ervaring kent. Teen ik de volgende week wener kwam betalen, was het evenzoo, en toen ik voor do derde maal terugkwam, zeido de huis heer: „Gij behoeft niet terug te komen; de huishuur is betaald, tot zoolang als ge weder vast werk hebt." Ik ging er echter van tijd tot tijd heen, doch ontving steeds dezelfde blijde tij-ding. Wie dit gedaan heeft, heb ik nooit ge weten, maar wel, dat het 's Hoeren werk was. Het verkeer onder mensehen, die Ge! vreesden, was mij dien winter, zoo- als altijd, tot bijzonder genot. Dia avon den vlogen gewoonlijk snel voorbij, en als 'tbad geholpen, dan hadden wij zeker de klok doen stilstaan; doch al stond dan ook de wijzer stil, de tijd ging toch voort. HOOFDSTUK VII. Op zekeren avond zaten wij onder een aangenaam en levendig gesprek over Gods leidingen bij elkander, toen er oen per- ^soon binnenkwam, dien ik dadelijk her kende en die een rilling over mijn lijf deed gaan. Het was dezelfde sergeant- majoor, die mij tijdens mijn diensttijd zoo vele lagen gelegd had en, evenals ik in mijn eertijds, in allerlei goddeloosheid 1-efifo. Hoewel hij in burgerkleeding was, waren zijn trekken toch levendig in mijne ziel geprent, zoodat mijn mond gesloten werd, toen ik hem zag. Hij herkende eek maj en zeide: „Zijt gij „Hot Handelsblad" geloovon, nu weer gedraaid. Zij heeft ontdekt, dat sedert zes jaren neutraliteit niet mevr hostaal krachtens hot statuut van den 'Volken bond. In do toekomst mag Nederland anderen dan den aanvaller niet weren. Volgens mr Merchant zal Nederland in dat geval zelfs naar zijn boste vermogen met „die anderen" (moeten) medewerken. Zoodat derhalve het groote verschil tusschen de Vrijz.-democraten en de voor standers links en rechts van bewapening hierin ligt, dat „openstelling van ons gebied voor den oorlog het offer is dat do V.D. partijleiding' van Nederland ver langt", en de anderen „althans willen' pogen d en oorlog buiten ons ge bied te li ou den". Er ligt in de ontwapeningsgedaehte deels iets sympathieks, deels een dosis dwaasheid en onbelijndheid. Toen en nu. In 1913 liep al wat Links stond te hoop tegen de Tariefverhooging; ontwerp- KY.lkman. Ware dit ontwerp aangenomen, zou dat. voor de schatkist eon meerdere inkomst van tien millioen geweest zijn. Maar men kent de geschiedenis.! De Kamer ging om. 't Werd 5248- En men juichte: de Tariefwet is van de baan. Het land is gered. Doch do liberale minister van finan ciën. die Kolkman opvolgde, zou 'thun wel anders loeren. Do Tarief wet. ging van de baan, dat is waar. Maar deze bewinds man haalde het geld langs een anderen kant binnen. Er moest komen: van drie. maanden opcenten twee miüioen, van meer inkomstenbelasting viei en een h a 1 f millioen, van het bier anderhalf millioen, vier millioen meer va.n de successiewet, een miljioen meer van de zegelwet, en twee millioen meer van dé Tabak. En het kwam er. Maai' Links kikte niet. En Rechts en Links werkte samen. Doch nu? Al wat minister Colijn heelt uitgedacht tot stuiting van het inflatie- gevaar wordt van Links veroordeeld en afgewezen.. En dat terwijl samenwerking thans nog meep dan destijds nood zakelijk is- 1 Toen gelijk nu. Wat van sociaal-democratische zijde al niet geschreven is tegen Colijn, zou een boekdeel kunnen vormen met vele woor den, waarvan de lezer zeggen zou: daar is nu geen enkel goed woord bij. Nu hindert dit den gesc-hokl.etie niet, wijl hij maar al te goed weet dat iels dergelijks ook zijn voorgangers Kuyper en Groen van Prinsterer is wedervaren. Maar toen waren het de liberalen, die aan hun adres grofheden debiteerden, zóó zelfs dat een enkele maal een eerlijk liberaal er tegen opkwam. „D© Rotterdammer" ontleende aan het „Tijdschrift voor Ned.-Indië", uit den jare 1869 de volgende critiek van den lateren liberalen minister van financiën mr N. G. Pierson over de onhebbelijk- vVTrns o VJ u j I aaryitu, iu4< M -ui.u c -yfc - niet de welbekende trommelslager? En hebben wij niet bij hetzelfde regiment ge diend?" Toen ik zulks toestemde, hoewel ik met die nieuwe kennismaking niet was ingenomen, nam bij 'twoord op en zeide: „Ja, vrienden! ik ben een groote kwel duivel voor onzen tamboer geweest. Ik diende toen zeer gewillig den Vorst der duisternis, doch ik ben van korps ver anderd; ik ben va.n onder zijn zw.art vaandel gedeserteerd, en het is nu ruim vier jaren, dat ik mij geschaard 'heb onder de banier van Koning Jezus." De verandering, die er bij deze tijding in mijn ziel plaats had, kan ik niet be schrijven, want schrik en afgrijzen maakte plaats voor blijdschap en verwondering. En toen deelde hij ons mode, hoe liij met een zijner makkers den. avond in brooddronkenheid en goddeloosheid door bracht, toen deze plotseling ongesteld werd en dood aan zijn zijde nederviel. Dit was een ontzettende slag op zijn hart, en he-t was cf iemand hem zeide, dat zijn makker verloren was, en hij nu aan de beurt was. Onder hevige zielsovertuigin- gen had hij langen tijd verkeerd, terwijl hij al dadelijk zijn slechte wegen verliet en er een geheele verandering in zijn ge drag plaats had. Nergens vond hij rust; hjj leerde God billijken in Zijn recht en riep om genade, doch zag geen uitkomst. Dit duurde, totdat hem, onder de predi katie, de weg der verlossing werd ge opend, en nti kwam er hoop in. zijn ziel. „En nu", zeide hij, „voor ruim twee jaren mocht ik door genade den Heere de hand -geven en ais met mijn hand onderschrij ven: „Ik ben des Heeren!" Dien avond zal ik nooit vergeten, en ik denk geen van de vrienden, die tegen- heden zijner geestverwanten jegens Groen van Prinsterer: „Do fout, waarvan ik sproken wilde, sclijjul mij vooral daarin te liggen, dat vele liberalen de prolostnntssh-orihodoxMi door ruwheid van zich verwijderd en wantrouwend jegens zich gemaakt hebben. De juistheid dezer opmerking in den breede to betoogan, zal vei overtollig zijnwie zich hiet reeds sedert jaren geërgerd heett aan de houding, die voor d do liberale pers tegenover den heer Groen en diens partij heeft aangenomen, zal, vrees ik, door mij niet tot een beter inzicht geraken. 1X> loe- lijkste, de verachtolijkstc woorden waren in den reget niet te leelijic, niet ta verachtelijk, wanneer zij dienen konden om den leider der antirevolutionairen in een ongunstig daglicht te plaatsen. Men aarzelde niet den heer Groen van Prinsterer onhebbelijkheden too te voe geri, die in een fatsoenlijk gezelschap nie mand zich veroorloven zou, zonder dat hem onmiddellijk de deur wierd gewezen. De een noemde hem huichelaar, de ander een mac- chiavellist, een derde beschuldigde hem van de verregaandste illoyauteit, ja van kwade trouw en onzedelijkheid. En waarom geschied de dit alles Hoofdzakelijk' omdat de heer Groen zicii de groote, immers ganscli buiten sporige, vrijheid vergunde, ovor een der on- derdeelen y;an onze staatsregeling anders te denken dan de liberalen; omdat hij van oor deel was, dat onder de werking van art. 194 der Grondwet het beginsel van godsdienst vrijheid niet tot zijn recht komt; omdat hij in de tegenwoordige onderwijswet een pro paganda voor iiboraal-religieuse denkbeelden meende te zien. ijlaar is het nu te verwonde ren, dat do volgelingen van den heer Groen die het karakter en de talenten van hun. leider zoo hoog waardeerden, een innigen afkeer opvatten voor een partij, wier organen zich aldus uitlieten? En als straks diezelfde organen den bijval van alle welden-kenden verlangden in hun strijd tegen het koloniale conservatisme, is het dan vreemd, dat de mannen dor christelijk-historische richting weigerden geloof te slaan aan de eerlijkheid en oprechtheid van hen, door wie zij dage lijks zoo fel, zoo ruw bestreden werden? Het was in de oogen der antirevolutionaireji geen aanbeveling voor de hervormingsplan- nen op koloniaal gebied, dat deze. door de liberale partij in bescherming werden ge nomen." Tot zóóver de heet' Pierson. Zij die destijds Groen van Prinsterer mot hun scherpe- philippics, vervolgden, vergaten daarbij op zoo droeve wrjze het apostolisch woord: „Eten oud man bestral: niet hardeJijk". Groen v. Prinsterer was toen de zeven tig al zeer dicht genaderd. Eu zelfs het beschermend woord van Pierson hooft niet mogen baten. rcgceringsauto, waarin zich minister Be- nes en de gezant van Tsjecho-Slowakie bevonden, die enkele officieele bezonken zouden afleggen, overreed in oen der hoofdstraten bij het uitwijken voor een fietser een 9-jarigen courantenjongen, die onverwacht de straat overstak. De jon gen was terstond dood- Do verontwaar digde voorbijgangers wilden den bestuur der van de auto lynchen en namen ook een dreigende houding tegen Benes en den gezant aan. Het gehikte de politie slechts met moeite de orde te handhaven. mr.l ,- w «uw-»» lyvtrmtjm lOTj Benes te Warschau. Gisteren is de Tsjecho-Slowaksche mi nister van buitenlandsche zaken, Benes, te Warschau aangekomen. Gisteravond had een onaangenaam incident plaats. Een weordig waren, want do Heere was kenne lijk in ens midden, en aller monden en harten waren vervuld met lof en aan bidding van lièm, die van een verscheu renden wolf een zachtmoedig Jam ge maakt had. Toon wij van elkander scheidden, zeide mijn oude vijand, n u mijn vriend en broe der, dat hij voornemens was den .volgen den dag mij te komen bezoeken, daar hij bijzondere zaken met mij te bespreken had. Wat dat zijn mocht, wist ik niet, doch ik was zeer begeerig om het te weten. Eu zonder nu op den mensch te steunen, zoo was het mij toch alsof hij mij aan werk zoude helpen; en hoewel ik daartoe niet den minsten grond had, zoo was het mij voor het uitwendige, zoowel als naar het inwendige, zóó ge makkelijk, alsof er voor de toekomst geen wolkje aan de lucht was. Met verlangen verbeidde ik dc komst van mijn vriend, die zich niet lang- liet wachten. Toen v.ij geruimen tijd met elk ander hadden gesproken over de wonder lijke leidingen Gods, die wij to zamen hadden ondervonden, vraagde hij naar mijn uitwendigen toestand, zeggende, dat hij wel kon zien, dat wij het niet al te breed hadden. Ik mocht des Hoeren groote daden roemen, doch hield ook niet ach ter, hoe ik verlangend naar vast werk uitzag, om in de behoefte van mij, en mijn 'gezin te kunnen voorzien, hoewel zulks niet gemakkelijk gaan zou, omdat ik geen ambacht kende, maar dat ik wist, dat hij den Heere alles mogelijk was, op wien dan ook onze oogen gericht waren. Toen deelde hij mij mede, dat hij, sedert hij den dienst had verlaten, als schrijver op een kantoor was werkzaam geweest, doch dat hij, door den dood van een oom i De woelingen in Sofia. Uit Sofia wordt gemeld, dat de politie een deel van de communistische oproer stokers in de woning van een dokter ont dekte. Het huis werd dadelijk omsingeld en do daarin gevluchte communisten stel den zich met revolvers en handgranaten te weer. Zij -moesten het echter tegen de politie afleggen- Deze drong de wo ning binnen en vond er o.a. den reserve kapitein Minkoff, die den bom in de ka thedraal aangebracht heeft en als ziel van den aanslag geldt. De man pleegde zelfmoord, toen hij gearresteerd werd. De wegens medeplichtigheid gearres teerde koster verklaarde, dat Minkoff te gen betaling van 2000 newan foestem- ming verzocht had een fotografisch ap paraat in het dak van do kathedraal aan te brengen en dat, hij zulks had toege staan. Een ander medeplichtige is de ka pitein van de genie Krofncff. Krotneff's vrouw, die van de plannen op de hoogte was, werd door gewetenswroeging ge plaagd en om verraad te voorkomen schoot "Krolneff haar neer. Zij werd slechts gewond en had nog gelegenheid aan de politie eenige belangrijke mede- deelingen te doen. Sofia begint intusschen weer een meer normaal aanzien te verkrijgen, hoewel de stad nog onder strenge militaire dicta tuur staat en de bewegingsvrijheid er nog zeer belemmerd is. De lijst van de doo- den stijgt voortdurend en beloopt op het oogenbiik 190. Zulks komt gedeeltelijk door het vinden van nieuwe lijken, ge deeltelijk door het sterven van zwaar ge wonden. Volgens een ander bericht heeft de po litie een huis omsingeld, waarin zich, naar men vermoedt Jankoff, de zie] van de communistische samenzwering be vindt. Men hoopt Jankoff in hechtenis te kunnen nemen. Naar de „Times"-corre«- uit Oost-Indië, die zijn neef universeel erfgenaam van zijn nalatenschap gemaakt had, nu een welgesteld man geworden was; dat bij een groote zaak in de stad gekocht had, waarvan gisteren de koop was doorgegaan, en hij nu in de gelegen heid was het kwaad, dat hij mij vroeger had aangedaan, zooveel mogelijk goed te maken, waarom hij mij van'nu af in zijn dienst nam, indien ik er althans toe ge negen was. Ik behoef niet te zeggen met welk een blijdschap ik met mijn vrouw die tijding vernam. Zoo zouden wij dan van die drukkende handen we rden ontheven, en mijn vriend, n u mijn patroon, nam dade- lijk alle geldelijke bezwaren weg; hij voor zag in alle behoeften en verlangde zelfs, dal wij ruimer zouden gaan wonen. Dit laatste begeerden wij niet- „Onze stille woning", zeide mijn vrouw, „was zóó dikwijls getuige van onze worstelingen gc-weest, en de Heere kwam zóó vaak onder ons schamel dak in, dat ik mij aan. dit huisje gebonden gevoel." Dit is dan ook zoo gebleven, en wij hebben nooit naar ruimere omgeving verlangd. Toen ik voor de eerste maal mijn week loon ontving, dat veel ruimer was dan dat wat ik bij den heer II. had genoten, ging ik de huishuur betalen. De huisheer ont ving het geld en zeide, dat ik nu weer wekelijks kon betalen. Eln toen ik hem naar den gever vraagde, zeide hij: „Wees daar maar niet nieuwsgierig naar; gij zult het nooit weten." Ik verzocht hem den edelmoedigen gever toch wel harte lijk voor mij te bedanken. Toen zeide hjj: „Dat behoeft niet; die heeft al dank ge noeg." Hc-t. was en bleef mij vreemd, doch het was mij tot versterking, hoe de Heere pondent te Sofia meldt, wordt het steeds duidelijker, dat de samenzweerders on der de officieren in het leger en de re- geeringsambtenaren veel meer aanhangers telden dan de overheid aanvankelijk heeft vermoed. Geld schijnt in ruime mate ter beschikking van de samenzweerders te hebben gestaan en vele goed bekende personen, wier namen op net oogenbiik nog niet kunnen, worden gepubliceerd, schijnen bij de samenzwering betrokken te zijn. Later wordt gemeld: Jankoff, een der leiders van de com munistische samenzwering, werd in een gevecht mei de politie, die hem arrestee ren wilde, doodgeschoten. Te Berlijn zijn 32 Bulgaarsche studen ten in hechtenis genomen, die een ge heime vergadering hielden en daarin de laatste aanslagen in Bulgarije bespraken. De politie moet belangrijke ontdekkingen hebben gedaan. Verschillende gearresteer den schijnen zonder pas naar Duitseh- land te zijn gekomen en leden van de communistische partij te zijn. Volgens hot Boodapesler Blad „Az Est" is de toestand van het kabinet Zankoff volgens uitlatingen van Bulgaarsche vluchtelingen, die te Boedapest zijn aan gekomen zeer kritiek ondanks de door da regeering genomen draconiscbfe maat regelen. De onlusten in Bloemfontein. Nadat Zondag te Bloemfontein kleine orde-verstoringen hadden plaats gehad, is het Maandag tot een geregelden veld slag gekomen tusschen de troepen en inlanders. Toen eerstgenoemden den bel hamel der rebelsche inlanders poogden te ar ie stee ren, werd er met steenen naar lien geworpen, waarop zij verscheidene salvo's gaven. Volgens de laatste te Kaap stad ingekomen berichten waren er drie inlanders gedood en elf gewond, terwijl een blanke liet leven zou hebben ver- j loren. De troepen hebben de kafferwijk 1 bereikt en de belhamel zou thans zijn gearresteerd- Het eerste oproer brak Zondag uit in de kafferwijk, toen een troep van 20 politiemannen poogde beslag te leggen op ge smokkel den alcohol. Een menigte van I 4000 inlanders ontving hen met een ha- j'gelbui van steenen. Zeven politiebeamb ten worden ernstig gewond en het werd noodzakelijk over de hoofden der me nigte te vuren. Een inboorling werd op slag gedood. Horden van beschonken dan sende kaffervrouwen kwamen de oproer lingen versterken en stookten hen aan tot een nieuwen aanval op de politie. De situatie zag er hopeloos uit en met ge weren gewapende troepen werden in al lerijl naar hel tooneel van den strijd gezonden. Een- plotselinge donderslag deed de vrouwen in gillen uitbarsten en om bovennatuurlijke hulp smeeken. Daarop volgde een hagelbui. Het onweer duurde slechts enkele oogenblikken, maar het de harten des menschien in Zijn hand beeft en ze neigt als waterbeken. Nog' ééne bijzonderheid mag ik niet vergeten omtrent oen gezegende uitred ding in de bange dagen, die wij doorleefd hebben, 't Was wel te denken, dat er van onder- en bovenkleederen geen ruime voorraad was, en mijn vrouw ke°k mij weieens bedrukt aan, als ze hel. eeno lapje naast het andere zette en niet zelden haar het garen en het noodige verstel- geed ontbrak. Doch wij moesten het er mee doen ,waut de middelen waren cr niet ram het te knopen. Drie dagen na de ontvangst van die vier rijksdaalders, uit 's Variers hand, werd ons des avonds een groot pak thuis ge stuurd. liet scheen, dat de koopman, bij wien ik het gevonden geld terugbracht, goed onderzocht had wat er zoo al bij ons noodig was, althans, hij had. ruim voorzien in onder- en b.ovenkleeren, die wel gedragen waren, doch niet versleten. Tevens was er aan toegevoegd: garen, baud, spelden en naalden, zoadat mijn vrouw er zoo rijk mee was als een koningin En zoo mocht ik dan, uit de knellende banden verlost, een stil en vredig leven geniéten en het brood van mijn beschei den deel met een lieve levensgezellin doelen, die met mij hot aangezicht naar Jeruzalem gewend had. Een lief kind, onze oogappel, die de zachtheid en lief talligheid van bare moeder bezat; daarbij vele lieve vrienden en een patroon, die mij meer als vriend en broeder dan als zijn knecht behandelde, terwijl het licht ste werk altijd voor mij was. (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1