Een gegarandeerde behandeling van Asthma en Bronchitis No 169 Dinsdag SI April 1925 S9e Jaargang iHElD. VROUW ftGBAAK OEREEH AGBAAK LDEREEN TWEE BROEDERS Buitenland. ddelburg GEK ÏRBERT GRAY [me aangeboden ^oed beklante »n Wletselzaak ïls nieuwe lederwals, lakkersknecht, /ame Iste Knecht, FEUILLETOW. Zeeuwsche Stemmen. iuldena bu door aanschaf- onderden Be- ledrijf en huis- erlijk alles en met behulp vervaardigen, als tot nu toe koopen. recepten voor mg van Reuk i's en Poeders, en, Likeuren en dade en Suiker- effen, Vlekken- etsmiddelen, nZi) en*, ileggen, Rooken van Voedings- lisapotheek, euz. niet bedenken ■agbaak voor :haft raad. echts f 1.25 ne druk vati De is verkrijgbaar LlE, Neeriand's te Boekhandel, •tterdam. Toe- co na ontvangst ssel ad 11.25, len De Vraag- lijk nieuw hoek! lEET HUWELIJK DOOS' |t engelsch M.D DOOR der munnik js f 1.75 empelband f 2.50 .er bijzonder boek ^schappelijke, per 1 lichamelijke ver- Isschen man en schrijver heeft lat nieuws te zeg- U moet men naar In. Dit frissche en boek is bestemd g Eshuwden en ver- Sospectus wordt op ratis toegezonden. jgave van te KAMPEN Middelburg. en pakhuis kunnen lurd met recht van bn onder letter F lit blad, Middelburg- KOOP: c.M. Brieven onder :eau van dit blad te aak te koop, men, Deuren, Planken, indhout, Dakpannen, vragen aan het werk, lat, Middelburg. Kalfkoe, rek. 25 April, twee 2-jar. Weiossen, Knecht gevr, die mei met paard wil rijden. Middelburg. jevraagd de 18 jaar, bij JAN [ER, Kloetinge. aenoodigd Schikbaar, bij A. 7ilhelminapolder fgeval luishoudstor liefst boven 35 jaar, bjj M AALE, Domeinplaat, Indskerke. Bkukkrr»-Ex|il»ita*te* 00STMB.AAN LE COINTRE GOES Bureaux: Laage Voretetraat 68—70, Goes Tel.: üwUttie II; Administratie no. 58 Pwtrekeiüng No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERK DA®. Abeineme n f 8 prlja: Par 3 maanden, franco per .post, f*.-— Losse nummers Prijs der Advertentiëa: 14 regels f 1.20, elke regel meer N «L Bij abonnement belangrijke kortl*|. Wat alat kan samengaan. Qndeu de partijen vau Links schijnt ons dia der Vrgizinnig-Democraten de moret kronkel vaardige. Meer dan eenmaal heeft do Vrijz. Dem. Bond zjjn verkiezingsprogram inzake zijn houding tegenover de Landsverdediging veranderd. Nog slechts twee jaar ge leden waren alle vrijzinnig-democraten het oens dat „de ontwapening alleen inter nationaal kan worden, doorgezet". Het geen zeggen wil dat alle regeeringen dan mee moeten doen. Zij verwierpen dan ook het denkbeeld van ontwapening „van ons land alleen, los van anderer ge- dragsli»". Doch daar komt nu twee jaar later Pief. van EJmbden met zijn brochure; en op eenmaal roept men iu den vrij- zinnig-democratischen hoek, mr Marchant voorop: „deze heeft het verlossende woord gesproken". Dit waarschijnlijk in verband met do door aar Marchant uitgesproken meening dat Ontwapening zeer wel te verdedigjen is met toetreding van Nederland tot het Protocol van Genève, een meening even wel, waarvan de onjuistheid door mr Ruige» hem is aangetoond. Volgens art. 11 van het Protocol moe ten de verplichtingen, krachtens art. 16 van bet grond ver drag van den Volken bond dp de Staten rustende, „aldus wor den uitgelegd, dat ieder der toegetreden Staten gehouden is eerljjk en krachtig mede te werken om het grondverdrag van den Volkenbond te doen eerbiedigen en om zich tegen iedere daad van aanval te verzetten in de mate waarin zijn aard rijkskundige ligging en do bijzondere toe stand van zjjn bewapening hem dat ver oorloven." Hier heeft mr Marchant deze uitleg1- ging op laten volgen: „welnu, wanneer wij) ontwapenen, laat de toestand onzer bewapening geen enkele medewerking toe en wU zijn dus in dat geval tot geen enkele militaire prestatie verplicht." Hier tegenover is echter aangetoond, dat^het gdheele stelsel van het Protocol van Genève met deze opvatting in strjjd is. Blijkbaar zijn de Vrijzinnig Democraten dit nu ook in gaan zien. De geestdrift waar mee men minister van Karnebeek be- kampte, wjfl hij maar niet zoo grif wilde toekomen, is al aan het luwen. De ver eerde» beginnen tegenstanders te wor den. De ontwapenaars gaan zich ver zetten. Mr Marchant schrjjft nu in „De Vrij zinnig Democraat": „Onze stelling is deze: Nederland zou zich aan het gevaar van financiëele ruïne en in geval van oorlog aan ondergang bloot bbollen, indien het zich door onder- teeikening van het Protocol ging verbin den tot het nakomen van verplichtingen waarvan de pmvang niet vaststaat.'' Dat is goed gezegd. Doch 'tegelijk is erkend dat Ontwapening en onderteek e- ning van het Protocol niet bij elkander passen. i Terwijl destijds aan die zijde juist het tegendeel beweerd werd. Met schoenen en spijkers over ons heen. Op de jaarvergadering zijner organi satie hield de heer Valstar, de voor zitter van het Centraal Bureau van do Veilingen, in Nederland, eene redevoering, waaraan wij deze merkwaardige passage entleonen; „Of wij echter op het gebied van de handelspolitiek op den duur zullen kun nen bljjven vasthouden aan het stand- 17» _o_ De vele en velerlei bemoeienissen en uitreddingen, die wij gedurende dien win ter ondervonden, kan ik niet vermelden; zo zijn te veel om te noemen. Een enkele dus. Op zekeren avond, dat wij ons laatste maal gedaan hadden en er geen vooruit zicht was tegen den volgenden dag, be sloten wij ons klein, lief klokje te gelde te maken. Dan. vroeg in den morgen werd de deur geopend en werd een zak aardappe len, een stuk spek en een rijksdaalder in ons huis gebracht- De gever was on bekend, maar de grooto Gever kreeg er de eer van. Toen wjj ons met spijze hadden ver sterkt, ging ik de deur uit, en na nauwe lijks «enige minuten geloopen te hebben, zag ik iets op den grond liggen. Ik raapte bet op; het was een ledig geldzakje, meende ik, doch neen, toen ik het van binnen bekeek, was er een bankbiljet in Yan f60- Terwijl ik peinsde op middelen, om den eigenaar op te sporen, viel mijn °°g op een naam, die van buiten op het zakje stond. Het was die van een be kend handelaar in manufacturen. Ik punt van algeheele ontwapening, is voor velen geen open vraag meer. Indien het buitenland zijn handelspolitiek in een voor ons ongunstigen zich wijzigt, kan het noodig worden door retorsie-maatregelen onzen export te verdedigen. Dat is geen theoretische stelling, integendeel, bij her haling is de laatste jaren gebleken, dat onze positie bjj de onderhandelingen met het buitenland over handelsovereenkom sten ongunstig afstak bij die landen, welke zich tijdig met retorsie-maatregelen had den gewapend. Indien wij achtergesteld worden bij andere landen, dan beho-oit de Regeering te beschikken over de middelen, waar mede zij zich kan verweren. Het. is een door en door verkeerde gedachte, dat wij hulpeloos zijn, omdat ons land klein is. Hulpeloos zjjn wij, als wij ons niet wapenen en vergeten do bakens te ver zetten, als het getij verloopt; Welke beteekenis zal 6traks het ver sleten jasje dor meestbegunstiging nog hebben, als de nu loopende besprekingen over een nieuw handelsverdrag tusschen Diuitschland en Frankrijk, Italië en Bel gië zullen leiden tot een handelsovereen komst met die landen? Het zou wel eens kunnen blijken, dat juist het van zich-afbijten dier landen tot resultaat, zal hebben, dat vreedzaam Nederland als een weerloos lam door den wolf wordt verslonden. Bij do nieuwe economische oriënteering waarbij zich sterke economische verschui vingen voordoen, hebben wij ons aan to passen. Doen wij dit niet, dan is het gevaar niet denkbeeldig ,dat men, zoo als Dl- Oortwijn Botjes het onlangs zoo terecht uitdrukte, met schoenen met spijkers over ons heen loopt- Vooral omdat Nederland een land van vrijhandel is, is er zoo dringend behoefte aan retorsie-maatregelen, aan de mid delen tot verweer tegenover de front verandering in voor onzen export on gunstigen zin in schier alle landen, waar heen wij exporteeren." Mannen van de practijk beginnen aari den lijve het onredelijke van onze valscho lijdelijkheid te gevoelen. Dat stemt hoopvol I (Rotterdammer) Doopsgezinde Sociëteit. „Het Handelsblad" betitelt in haar ker kelijke berichten de Doopsgezinde gemeen ten als Doopsgezinde Sociëteit, en wordt hiervoor van Doopsgezinde zijde op de vingers getikt. Edoch gansch ten om-echte. Prof. de Hoop Scheffer schreef eenige jaren geleden een artikel in de „Real- Encyclopedie der Proéestantische Theo logie und Kirche", waarin duidelijk is uitgewezen: De Doopsgezinden vormen geen Kerkgenootschap. Elke gemeente staat geheel op zich zelf. Alleen voor geldelijke aangelegenheden vormden ze wat zo noemen de Doopsgezinde §>ocieteit. En al deze geheel zelfstandige gemeenten' hebben niets en bezitten niets, wat naar een oföcieele Confessie ook maar zweemt. Men kan natuurlijk daarom toch wel spreken van Doopsgezinde Kerk, gelijk men ook zegt: „Israëlietische Kerk". Maar dit is dan een abuis in het spraakgebruik* April 1925- Waar onze goede Zeeuwen, met name onze geestverwanten in engeren zin, dezer dagen vol van zijn? spoedde mij oogenblikkelijk daarheen. Toen ik in den winkel kwam, hoorde ik hoe de koopman achter zijn toonbank hevig uitvoer tegen een jongeling, die ei- vóór stond en onder een vloed van tranen zjjn smartgevoel lucht gaf. Ik hoorde dat alles .aan, want men scheen niet spoedig notitie van mij te nemen. Eindelijk werd mij gewaagd: „Wat mot je?" Ik Begreep, dat ik den rechten man had gevonden, en zeide: „Heeft mijn heer iets verloren?" Hij antwoordde: „Dat zal me ook niet veel helpen of jij dat weet. Wat mot je?" Ik glimlachte en zeide: „Wat ik mot, mijnheer Het verlorene terecht brengen." De gezichten veranderden eensklaps, alsof na een hevige onweersbui de lucht was opgehelderd. Ik verlangde to weten wat er verloren was, en toen het mg duidelijk was beschreven, reikte ik het zakje over, waarin het bankbiljet zat. Toen riep do eigenaar verbaasd uit: „Je bent een eerlijke vent! Je hadt het net zoo goed kunnen houden." „Neen, mijnheer!" hervatte ik, „dat zij verre van mij; het was het mijne niet. Ik was blijde met de vondst, maar niet minder ,dat ik het aan den rechten eige naar kon ter hand stellen." „Nu", zeide hij, terwijl hij naar zijn geldlade ging, „omdat je zoo'n eerlijke Wel, dat is nog<ol duidelijk: zij denken aan niets anders dan aan hun akkers en oo goede gelegenheid om te zaaien èn aan de komende D«Putate n vergadering. Het weder moge op don 23sten April nög zoo mooi zijn; het moge den land bouwers begroeten, dat zrj niet op hun land bezig kunnen zijn, om toch maar fik uur uit te woekeren, zij gaan toch naar de Deputatenvergadering. Al het water in de Schelde, en die bevat nog al wat water, kan die voor nemens niet wegspoelen. Niet, dat de Deputatenvergadering zon der de Zeeuwen mislukken zou liet ware al te pedant zulks te veronderstellen maai' eenvoudig omdat, ze gevoelen, dat zij er behooron te zijn en omdat, het goed is daar te zijn. Zonder dr Kuyper? Ja, ook zonder dr Kuyper! Hem komt tie eer toe de Deputatenvergaderingcn op gevoerd te hebben tot zulke grootsche bijeenkomsten, wapenschouwingen;. Dat ging niet zóó maar in eens. De eerste, bijgewoond door slechts 28, zegge acht en twintig personen, werd gehouden den 3en April 1879, aldus de heer Colijn in zijn rede in 1920. Maar in de beleende Maranatha-rede van Kuy per, gehouden in den jare 1891, vertelde hij o.m., dat hij in hetzelfde gebouw, nog in 1871, een Deputatenvergadering heeft gepresideerd in het kleinste zaaltje dat het gebouw bood, met zestien men- schen om zich heen. Ik bedoel niet een strijd te ontketenen over do vraag of de lieer Colijn er naast is met zijn histo rische gegevens, dan wel dr Kuyper enkele jaren abuis was*), doch slechts er op te .wijzen, dat die deputatenverga- deringen numeriek niet altijd zijn ge weest, wat ze nu zjjn. Wat 'n werk van den groeten leider zat er in. Van de 21 vóór 1920 gehouden bijeenkomsten werden ér 19 geleid door Kuyper. Slechts éénmaal was hij geheel afwezig, n.l. in de vergadering van 13 April 1905, welke, zooals ge weet, zoowel geleid als ingeleid werd door Prof. Ba- vinck. En de laatste van die 21 werd ingeleid door Kuyper's woord, maar voor gedragen door een ander (Idenburg). Maar in al die overige vergaderingen was hij het, die het woord sprak, dat ouzo mannen bezielen zou in den strijd om het beginsel. En nu is dit het even opmerkelijke pis lofwaardige, dat na het heengaan van dien machtigen geest de deputatenverga- deringen niet zijn verloopen, doch nog steeds op het hooge peil van weleer zijn blijven staan. Om het zoo eens uit te drukken: men heeft er den smaak van beet gekregen en een knap menscli, die 'de liefde voor- het bijeenzijn in .„Tivoli" weet tci doen ver Eau wen. Tivoli! Wat 'n bekenden klank heeft dit uitheemsche woord voor ons gekregen. Van Groen van Prinsterer werd een maal getuigd, aldus een herinnering van do hand vair prof. Diepenhorst, dat alles pan en in hem door en door nationaal, was, uitgezonderd zijn voornaam "Guil- laume. Welnu, zoo merkt dezelfde hoog geleerde geestig op, zoo zou van de ont wikkelingsgeschiedenis der ar.-partij kun nen worden verklaard, dat het nationale element daarop in allo dingen zijn stem pel zet, behalve dan in de bakermat en den zetel van de deputatenvergadering. Immers Tivoli is een vreemde naam, de aanduiding van een Italiaansche plek, waar wjj ons wel zeer weinig aan ge legen laten liggen. Het stadje van dien kerel bent, daar!" En hjj gaf mij vier rijksdaalders- Ik bedankte vriendelijk, ter- wel hij in het heengaan nog zeide: „Nu, vriend! één ding verzeker ik je: je zult nooit gebrek hebben; cerljjk duurt het langst." Hóe ik naar huis ging, kan ik niet zeg gen; het was of er vleugels aan mijn voeten waren, en toen ik de vier rijks daalders op tafel legde en mijn ontmoe ting aan mijn vrouw mededeelde, toen vielen er meer tranen dan er rijksdaalders op de tafel lagen. Wij hadden niet bezorgd behoeven te zjjn tegen den dag van morgen; de Ileere had Zijn woord alweer vervuld, en onze harten vloeiden over van de bemoeie nissen en goedertierenheden Gods. Zoo ging dan die winter voorbij onder- veel zuur, maar niet minder zoet, want de bemoeienissen Gods waren zóó menigvuldig, dat de wanden van onze schamele woning niet zelden weergalm den van lof- en dankpsalmen. Intusschen was het eene stuk huisraad na het andere denzelfden weg gegaan. Ons lief huis klokje was er echter nog, en mijn vrouw, die het even ongaarne miste als ik, ge loofde nog altijd dat we 't zouden mogen behouden. Ik deelde echter niet in dat geloof, te meer, daar alle pogingen om werk te bekomen mislukten. Wel mocht naam in de nabijheid van Rome, waai' dc Romeinen rust en afleiding zochten, na dagen vin inspanning en noesten arbeid. Nu, die ontspanning was daar wel te vin den in dat lustoord met z'n rijken plan tengroei en zijn mild klimaat. Ock in Utrecht hopen wij straks lafenis en ontspanning te ontvangen. De verge lijking gapt natuurlijk niet heelemaal op, want cm rust is het den deputaten niet te doen. Veeleer zou men kunnen spreken van een wapenschouw vóór den electoralen veldslag, ook wel aangeduid als „zekere Junigebeu rtcnissen' Weliswaar is de deputatenvergadering niet DE bijeenkomst, waar de verschil lende grooto partijzaken uitgewerkt wor den en schuilt haar beteekenis niet aller- eerst in de draagwijdte der beslissingen, welke na ernstige discussie genomen wor den, doch om te slapen en te soezen komt men er toch zeker niet. Trouwens, dat ware niet mogelijk in een bijeenkomst, gekenmerkt door zoo'n bezielenden geest van broederlijke een heid. .Kijk, hierin nu schuilt de groote kracht van die bijeenkomsten en die kracht is niet gebonden aan "de aanwezig- heid of do leiding; van een bepaald per soon. Op dus naai' de Deputatenvergadering! Naai' Tivoli! 'tZal gauw gedaan zjjn met die groote meetings, werpt een ondeugend lezer in het midden. En als wij hem met groote vraagcogen aankijken, merkt hij lako- niek op: „D© radio zal den deelnemers straks het reisgeld doen besparen. Men zal dan de deputatenrede thuis kunnen beluisteren 'tls waai', men staat voor niets tegen woordig en op radiotalefonisch gebied zal er nog heel wat evolutie komen. Heeft niet het bekende N. J. V. zijn radio- bondsavond gehad? 'tGing maar niet prachtig- Als ik een ontvangtoestel rijk was ik ben nog zoo ver niet uit vreeze van mijln boeken te moeten vorwaarloo- zen; hoe weinig tijd zou er overblijven voor lustige studie in de boeken maar goed, stel, dat ik zoo'n toestel had, dan zou ik op dit oogenblik de rede kunnen hooren van een der bestuurs leden van het Reichsverband der Evau- geüschen Jungmannerbünde Dcutschlands den heer Erich Stange, die to Leipzig moet spreken over Neues Wollen in der Jugend. En zoo zal er wel meer te beluisteren zijn. Tcch ben ik niet bang voor het ver loopen van onze Beputatenvergaderingen. Evenmin als die dominees, die pas nog verklaarden, dat het bezwaar van som migen, als zou de Radio de menschen van hek kerkgaan afhouden, overdreven is. Zij toch, die aan het kerkgaan gewoon zijn, zullen er de onderlinge samenkom sten niet om verzuimen, omdat een kerk dienst toch zooveel meer biedt dan een opgevangen radio-preek. Welnu ,zoo zal 'took wel zjjn met de jaarlijksche samenkomsten in Tivoli. Dat broederlijk samenzijn; de machtige indruk welke zoo'n groote schare maakt, dat samen zingen en bidden, dat alles vormt een element, dat niet gemist kan worden en zoo vrees ik vooralsnog niet, dat de Deputatenvergaderingen in dezen geest weldra tot het verleden zullen behooren. Radiotelefonische uitzending der rede voeringen moge binnenkort bevorderd worden voor de aan huis gebondenen ea anderszins wettig verhinderde een uit komst voorzeker I doch niemand zal ik zoo nu en dan door arbeid iets ver dienen, doch dat was dan zoo maar als noodhulp voor een enkelen dag. Bij oogen- blikken werd ik heftig aangevallen, dat ik de oorzaak was van den nood, waarin vrouw en kind verkeerden, doch het duurde zelden lang, want mijn trouwe Helper kwam telkens weder, zoodat de strikken gedurig werden gebroken. Onder dat alles heb ik veel mogen lee- ren, want had ik meermalen ondervonden wat ik aan mijn God had, in deze diepe wegen heb ik het nog méér geleerd. Het geloof wordt dan meer geoefend, en het steunen op het zichtbare maakt dun plaats voor het zich verlaten op de trouw van een onveranderlijken Bondsgod. O, het is gemakkelijk op God te vertrouwen, als alles voor den wind en naar onzen zin gaat; maar als wind en stroom tégen zjjn, de golven in 't schip slaan en het een na het ander over boord wordt ge worpen, dan is er geloofskracht noodig, om met Ilabakuk in zijn God op te sprin- gjen. Ik mocht echter veel dat voorrecht genieten, terwijl ik het als eene bijzondere weldaad van den Heere mocht erkennen, dat mijn lieve vrouw, met haar zachten en stillen geest, zóó ljjdzaam en onder worpen was, dat ik niet zelden door haar werd beschaamd gemaakt- Geruimen tjjd mochten de vier rijks- er1 om thuisblijven. Moge de komende Drputatenvergade- ring tot ongekend enthousiasme inspi- reeicn. Iets van dat goedje is wel ge- wenscht. KEES VAN DER- MEER. Dit zal bewezen worden aan allo lijders in Nederland. Gaat naar Uw drogist en koopt een pakje Dr Schiffman's Asthmador en wan neer het geen dadeljjke verlichting geeft, of zelfs wanneer U het niet het beste middel vindt dat U ooit gebruikt heeft, gaat dan naar Uw drogist terug en het dcor U betaalde geld wordt U onvoor waardelijk teruggegeven. Welke andere middelen ook hebben gefaald, Asthmador zal onmiddellijke verlichting geven, ge woonlijk binnen 10 seconden, maar zeker binnen vijftien min'uten. Het maakt niet uit, hoe hevig de aanval of hoe hard nekkig het geval is, of wat U reeds heeft beproefd en U niet heeft voldaan, Asth mador zal onmiddellijke verlichting bren gen. Wanneer dit niet het geval is, .kost dit pakje U niets: gaat dan terug haar Uw leverancier en U krijgt Uw geld terug. U oordeelt dus zelf of U er baat hij vindt of niet. U loopt dus geen risico wanneer U dit middel met deze garantie koopt en U kunt een nog meer overtuigende proef nemen dan met een gratis monsterpakje mogelijk is- Voor het geval Asthmador in Uw stad niet verkrijgbaar is, dan zal het U gezonden worden met genoemde ga rantie door den heer A- van Tuyll, Raleds- straat 13 te Amsterdam, na ontvangst van postwissel van £2 voor een pakje Asthmador poeder (of f 1.70 voor een doos Asthmadorcigareitten) Minister Höfle f Na voorzien te zijn van de II. H- Sacra menten der Stervenden en na nogmaals 'uitdrukkelijk van zjjn onschuld getuigd te hebben, is oud-minister Höfle gister middag in de gevangenis overleden. Mjen weet, dat hij in de gevangenis is gezet, wegens beschuldiging van passieve om- koopcrij. Minister Höfle liad reeds her haaldelijk met aandrang erop gewezen, dat zijn constitutie niet tegen het voor- loopig arrest bestand was, maar de gjet- vangenis-directeur oordeelde anders. D° weduwe van den overledene heeft zich over den gevangenisarts beklaagd, dien zij een deel van do schuld van het over igden van haar echtgenoot toeschrijft. Volgens geruchten heeft deze arts zijn overplaatsing naar elders al ontvangen. De onderzoekingsrechter moet zich met do directie van het Hedwig-ziekenhuis in verbinding gesteld hebben om vast te stellen of Höfle alleen aan de gevodgen zijner longontsteking gestorven is, dan wel of mogelijkerwijze nog andera fac toren bij zijn overlijden zich hebben doen gelden. Beweerd wordt, dat Höfle ver leden Zondag grootere hoeveelheden ve ronal en alcohol innam om zjjn levens einde te bespoedigen. De communistische actie in Bulgarije» Uit Sofia wordt gemeld, dat de politie thans 500 communistische agrariërs in daalders dienst doen; nochtans, ze begon nen van lieverlede te versmelten, en toen het laatste geld pitgegeven en het laatste maal er van genuttigd was, zagen wij elkander aan en keken op ons klokje toen mjjn vrouw mij vriendelijk toelachte en zeide: „Neen, man I de Heere heeft het mij beloofd; Ilrj zal het voorzien." Dert volgenden morgen ging ik weder uit, en ziende op de goede hand mijns Gods, waren mijn pogingen niet tever- geefsch. Zoolang dat gevonden geld had gestrekt, had ik steeds vergeefsche moeite aangewend, om werk te bekomen; doch toen het op was, gelukte het dadelijk, en veertien dagen achtereen mocht ik wei geen ruim loon verdienen, maar toch zóó veel, dat ik mij en mijn huisgezin onder houden kon. Eéne bjjzondcre zaak moet ik hier nog vermelden. De huishnur is voor een arm mensoh een gedurige zorg. De Heere ech ter had die zorg op zich genomen. Toen ik de eerste maal kwam betalen, nadat mij mjjne vaste betrekking Was opgezegd, zeide de huisheer, dat de huur al be taald was. Ik keek verwonderd op, en toen ik de oplossing van dat raadsel wilde weten, zeide hjj: „Dat komt er niet op aan; 'tis betaald, en wie 'tgedaan heeft, behoeft gjj niet te weten." (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1