Een gegarandeerde behandeling
van Asthma en Bronchitis
No 169
Dinsdag SI April 1925
S9e Jaargang
iHElD.
VROUW
ftGBAAK
OEREEH
AGBAAK
LDEREEN
TWEE BROEDERS
Buitenland.
ddelburg
GEK
ÏRBERT GRAY
[me aangeboden
^oed beklante
»n Wletselzaak
ïls nieuwe lederwals,
lakkersknecht,
/ame Iste Knecht,
FEUILLETOW.
Zeeuwsche Stemmen.
iuldena bu
door aanschaf-
onderden Be-
ledrijf en huis-
erlijk alles en
met behulp
vervaardigen,
als tot nu toe
koopen.
recepten voor
mg van Reuk
i's en Poeders,
en, Likeuren en
dade en Suiker-
effen, Vlekken-
etsmiddelen,
nZi) en*,
ileggen, Rooken
van Voedings-
lisapotheek, euz.
niet bedenken
■agbaak voor
:haft raad.
echts f 1.25
ne druk vati De
is verkrijgbaar
LlE, Neeriand's
te Boekhandel,
•tterdam. Toe-
co na ontvangst
ssel ad 11.25,
len De Vraag-
lijk nieuw hoek!
lEET HUWELIJK
DOOS'
|t engelsch
M.D DOOR
der munnik
js f 1.75
empelband f 2.50
.er bijzonder boek
^schappelijke, per
1 lichamelijke ver-
Isschen man en
schrijver heeft
lat nieuws te zeg-
U moet men naar
In. Dit frissche en
boek is bestemd g
Eshuwden en ver-
Sospectus wordt op
ratis toegezonden.
jgave van
te KAMPEN
Middelburg.
en pakhuis kunnen
lurd met recht van
bn onder letter F
lit blad, Middelburg-
KOOP:
c.M. Brieven onder
:eau van dit blad te
aak te koop,
men, Deuren, Planken,
indhout, Dakpannen,
vragen aan het werk,
lat, Middelburg.
Kalfkoe, rek. 25 April,
twee 2-jar. Weiossen,
Knecht gevr, die mei
met paard wil rijden.
Middelburg.
jevraagd
de 18 jaar, bij JAN
[ER, Kloetinge.
aenoodigd
Schikbaar, bij A.
7ilhelminapolder
fgeval
luishoudstor
liefst boven 35 jaar, bjj
M AALE, Domeinplaat,
Indskerke.
Bkukkrr»-Ex|il»ita*te*
00STMB.AAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Laage Voretetraat 68—70, Goes
Tel.: üwUttie II; Administratie no. 58
Pwtrekeiüng No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERK DA®.
Abeineme n f 8 prlja:
Par 3 maanden, franco per .post, f*.-—
Losse nummers
Prijs der Advertentiëa:
14 regels f 1.20, elke regel meer N «L
Bij abonnement belangrijke kortl*|.
Wat alat kan samengaan.
Qndeu de partijen vau Links schijnt
ons dia der Vrgizinnig-Democraten de
moret kronkel vaardige.
Meer dan eenmaal heeft do Vrijz. Dem.
Bond zjjn verkiezingsprogram inzake zijn
houding tegenover de Landsverdediging
veranderd. Nog slechts twee jaar ge
leden waren alle vrijzinnig-democraten
het oens dat „de ontwapening alleen inter
nationaal kan worden, doorgezet". Het
geen zeggen wil dat alle regeeringen dan
mee moeten doen. Zij verwierpen dan
ook het denkbeeld van ontwapening „van
ons land alleen, los van anderer ge-
dragsli»".
Doch daar komt nu twee jaar later
Pief. van EJmbden met zijn brochure;
en op eenmaal roept men iu den vrij-
zinnig-democratischen hoek, mr Marchant
voorop: „deze heeft het verlossende woord
gesproken".
Dit waarschijnlijk in verband met do
door aar Marchant uitgesproken meening
dat Ontwapening zeer wel te verdedigjen
is met toetreding van Nederland tot het
Protocol van Genève, een meening even
wel, waarvan de onjuistheid door mr
Ruige» hem is aangetoond.
Volgens art. 11 van het Protocol moe
ten de verplichtingen, krachtens art. 16
van bet grond ver drag van den Volken
bond dp de Staten rustende, „aldus wor
den uitgelegd, dat ieder der toegetreden
Staten gehouden is eerljjk en krachtig
mede te werken om het grondverdrag van
den Volkenbond te doen eerbiedigen en
om zich tegen iedere daad van aanval te
verzetten in de mate waarin zijn aard
rijkskundige ligging en do bijzondere toe
stand van zjjn bewapening hem dat ver
oorloven."
Hier heeft mr Marchant deze uitleg1-
ging op laten volgen: „welnu, wanneer
wij) ontwapenen, laat de toestand onzer
bewapening geen enkele medewerking toe
en wU zijn dus in dat geval tot geen
enkele militaire prestatie verplicht."
Hier tegenover is echter aangetoond,
dat^het gdheele stelsel van het Protocol
van Genève met deze opvatting in strjjd
is. Blijkbaar zijn de Vrijzinnig Democraten
dit nu ook in gaan zien. De geestdrift waar
mee men minister van Karnebeek be-
kampte, wjfl hij maar niet zoo grif wilde
toekomen, is al aan het luwen. De ver
eerde» beginnen tegenstanders te wor
den. De ontwapenaars gaan zich ver
zetten.
Mr Marchant schrjjft nu in „De Vrij
zinnig Democraat":
„Onze stelling is deze: Nederland zou
zich aan het gevaar van financiëele ruïne
en in geval van oorlog aan ondergang
bloot bbollen, indien het zich door onder-
teeikening van het Protocol ging verbin
den tot het nakomen van verplichtingen
waarvan de pmvang niet vaststaat.''
Dat is goed gezegd. Doch 'tegelijk is
erkend dat Ontwapening en onderteek e-
ning van het Protocol niet bij elkander
passen. i
Terwijl destijds aan die zijde juist het
tegendeel beweerd werd.
Met schoenen en spijkers over ons
heen.
Op de jaarvergadering zijner organi
satie hield de heer Valstar, de voor
zitter van het Centraal Bureau van do
Veilingen, in Nederland, eene redevoering,
waaraan wij deze merkwaardige passage
entleonen;
„Of wij echter op het gebied van de
handelspolitiek op den duur zullen kun
nen bljjven vasthouden aan het stand-
17» _o_
De vele en velerlei bemoeienissen en
uitreddingen, die wij gedurende dien win
ter ondervonden, kan ik niet vermelden;
zo zijn te veel om te noemen. Een enkele
dus. Op zekeren avond, dat wij ons laatste
maal gedaan hadden en er geen vooruit
zicht was tegen den volgenden dag, be
sloten wij ons klein, lief klokje te gelde
te maken.
Dan. vroeg in den morgen werd de
deur geopend en werd een zak aardappe
len, een stuk spek en een rijksdaalder
in ons huis gebracht- De gever was on
bekend, maar de grooto Gever kreeg
er de eer van.
Toen wjj ons met spijze hadden ver
sterkt, ging ik de deur uit, en na nauwe
lijks «enige minuten geloopen te hebben,
zag ik iets op den grond liggen. Ik raapte
bet op; het was een ledig geldzakje,
meende ik, doch neen, toen ik het van
binnen bekeek, was er een bankbiljet in
Yan f60- Terwijl ik peinsde op middelen,
om den eigenaar op te sporen, viel mijn
°°g op een naam, die van buiten op het
zakje stond. Het was die van een be
kend handelaar in manufacturen. Ik
punt van algeheele ontwapening, is voor
velen geen open vraag meer. Indien het
buitenland zijn handelspolitiek in een
voor ons ongunstigen zich wijzigt, kan het
noodig worden door retorsie-maatregelen
onzen export te verdedigen. Dat is geen
theoretische stelling, integendeel, bij her
haling is de laatste jaren gebleken, dat
onze positie bjj de onderhandelingen met
het buitenland over handelsovereenkom
sten ongunstig afstak bij die landen, welke
zich tijdig met retorsie-maatregelen had
den gewapend.
Indien wij achtergesteld worden bij
andere landen, dan beho-oit de Regeering
te beschikken over de middelen, waar
mede zij zich kan verweren. Het. is een
door en door verkeerde gedachte, dat wij
hulpeloos zijn, omdat ons land klein is.
Hulpeloos zjjn wij, als wij ons niet
wapenen en vergeten do bakens te ver
zetten, als het getij verloopt;
Welke beteekenis zal 6traks het ver
sleten jasje dor meestbegunstiging nog
hebben, als de nu loopende besprekingen
over een nieuw handelsverdrag tusschen
Diuitschland en Frankrijk, Italië en Bel
gië zullen leiden tot een handelsovereen
komst met die landen?
Het zou wel eens kunnen blijken, dat
juist het van zich-afbijten dier landen
tot resultaat, zal hebben, dat vreedzaam
Nederland als een weerloos lam door den
wolf wordt verslonden.
Bij do nieuwe economische oriënteering
waarbij zich sterke economische verschui
vingen voordoen, hebben wij ons aan to
passen. Doen wij dit niet, dan is het
gevaar niet denkbeeldig ,dat men, zoo
als Dl- Oortwijn Botjes het onlangs zoo
terecht uitdrukte, met schoenen met
spijkers over ons heen loopt-
Vooral omdat Nederland een land van
vrijhandel is, is er zoo dringend behoefte
aan retorsie-maatregelen, aan de mid
delen tot verweer tegenover de front
verandering in voor onzen export on
gunstigen zin in schier alle landen, waar
heen wij exporteeren."
Mannen van de practijk beginnen aari
den lijve het onredelijke van onze valscho
lijdelijkheid te gevoelen.
Dat stemt hoopvol I (Rotterdammer)
Doopsgezinde Sociëteit.
„Het Handelsblad" betitelt in haar ker
kelijke berichten de Doopsgezinde gemeen
ten als Doopsgezinde Sociëteit, en wordt
hiervoor van Doopsgezinde zijde op de
vingers getikt.
Edoch gansch ten om-echte.
Prof. de Hoop Scheffer schreef eenige
jaren geleden een artikel in de „Real-
Encyclopedie der Proéestantische Theo
logie und Kirche", waarin duidelijk is
uitgewezen: De Doopsgezinden vormen
geen Kerkgenootschap. Elke gemeente
staat geheel op zich zelf. Alleen voor
geldelijke aangelegenheden vormden ze
wat zo noemen de Doopsgezinde §>ocieteit.
En al deze geheel zelfstandige gemeenten'
hebben niets en bezitten niets, wat naar
een oföcieele Confessie ook maar zweemt.
Men kan natuurlijk daarom toch wel
spreken van Doopsgezinde Kerk, gelijk
men ook zegt: „Israëlietische Kerk". Maar
dit is dan een abuis in het spraakgebruik*
April 1925-
Waar onze goede Zeeuwen, met name
onze geestverwanten in engeren zin, dezer
dagen vol van zijn?
spoedde mij oogenblikkelijk daarheen.
Toen ik in den winkel kwam, hoorde ik
hoe de koopman achter zijn toonbank
hevig uitvoer tegen een jongeling, die
ei- vóór stond en onder een vloed van
tranen zjjn smartgevoel lucht gaf.
Ik hoorde dat alles .aan, want men
scheen niet spoedig notitie van mij te
nemen. Eindelijk werd mij gewaagd: „Wat
mot je?" Ik Begreep, dat ik den rechten
man had gevonden, en zeide: „Heeft mijn
heer iets verloren?" Hij antwoordde: „Dat
zal me ook niet veel helpen of jij dat
weet. Wat mot je?"
Ik glimlachte en zeide: „Wat ik mot,
mijnheer Het verlorene terecht brengen."
De gezichten veranderden eensklaps,
alsof na een hevige onweersbui de lucht
was opgehelderd. Ik verlangde to weten
wat er verloren was, en toen het mg
duidelijk was beschreven, reikte ik het
zakje over, waarin het bankbiljet zat.
Toen riep do eigenaar verbaasd uit:
„Je bent een eerlijke vent! Je hadt het
net zoo goed kunnen houden."
„Neen, mijnheer!" hervatte ik, „dat zij
verre van mij; het was het mijne niet. Ik
was blijde met de vondst, maar niet
minder ,dat ik het aan den rechten eige
naar kon ter hand stellen."
„Nu", zeide hij, terwijl hij naar zijn
geldlade ging, „omdat je zoo'n eerlijke
Wel, dat is nog<ol duidelijk: zij denken
aan niets anders dan aan hun akkers en
oo goede gelegenheid om te zaaien èn
aan de komende D«Putate n vergadering.
Het weder moge op don 23sten April
nög zoo mooi zijn; het moge den land
bouwers begroeten, dat zrj niet op hun
land bezig kunnen zijn, om toch maar
fik uur uit te woekeren, zij gaan toch
naar de Deputatenvergadering.
Al het water in de Schelde, en die
bevat nog al wat water, kan die voor
nemens niet wegspoelen.
Niet, dat de Deputatenvergadering zon
der de Zeeuwen mislukken zou liet
ware al te pedant zulks te veronderstellen
maai' eenvoudig omdat, ze gevoelen,
dat zij er behooron te zijn en omdat, het
goed is daar te zijn.
Zonder dr Kuyper?
Ja, ook zonder dr Kuyper! Hem komt
tie eer toe de Deputatenvergaderingcn op
gevoerd te hebben tot zulke grootsche
bijeenkomsten, wapenschouwingen;.
Dat ging niet zóó maar in eens.
De eerste, bijgewoond door slechts 28,
zegge acht en twintig personen, werd
gehouden den 3en April 1879, aldus de
heer Colijn in zijn rede in 1920. Maar
in de beleende Maranatha-rede van Kuy
per, gehouden in den jare 1891, vertelde
hij o.m., dat hij in hetzelfde gebouw,
nog in 1871, een Deputatenvergadering
heeft gepresideerd in het kleinste zaaltje
dat het gebouw bood, met zestien men-
schen om zich heen. Ik bedoel niet een
strijd te ontketenen over do vraag of de
lieer Colijn er naast is met zijn histo
rische gegevens, dan wel dr Kuyper
enkele jaren abuis was*), doch slechts
er op te .wijzen, dat die deputatenverga-
deringen numeriek niet altijd zijn ge
weest, wat ze nu zjjn.
Wat 'n werk van den groeten leider
zat er in. Van de 21 vóór 1920 gehouden
bijeenkomsten werden ér 19 geleid door
Kuyper. Slechts éénmaal was hij geheel
afwezig, n.l. in de vergadering van 13
April 1905, welke, zooals ge weet, zoowel
geleid als ingeleid werd door Prof. Ba-
vinck. En de laatste van die 21 werd
ingeleid door Kuyper's woord, maar voor
gedragen door een ander (Idenburg).
Maar in al die overige vergaderingen
was hij het, die het woord sprak, dat
ouzo mannen bezielen zou in den strijd
om het beginsel.
En nu is dit het even opmerkelijke pis
lofwaardige, dat na het heengaan van
dien machtigen geest de deputatenverga-
deringen niet zijn verloopen, doch nog
steeds op het hooge peil van weleer zijn
blijven staan.
Om het zoo eens uit te drukken: men
heeft er den smaak van beet gekregen
en een knap menscli, die 'de liefde voor-
het bijeenzijn in .„Tivoli" weet tci doen
ver Eau wen.
Tivoli! Wat 'n bekenden klank heeft
dit uitheemsche woord voor ons gekregen.
Van Groen van Prinsterer werd een
maal getuigd, aldus een herinnering van
do hand vair prof. Diepenhorst, dat alles
pan en in hem door en door nationaal,
was, uitgezonderd zijn voornaam "Guil-
laume. Welnu, zoo merkt dezelfde hoog
geleerde geestig op, zoo zou van de ont
wikkelingsgeschiedenis der ar.-partij kun
nen worden verklaard, dat het nationale
element daarop in allo dingen zijn stem
pel zet, behalve dan in de bakermat
en den zetel van de deputatenvergadering.
Immers Tivoli is een vreemde naam,
de aanduiding van een Italiaansche plek,
waar wjj ons wel zeer weinig aan ge
legen laten liggen. Het stadje van dien
kerel bent, daar!" En hjj gaf mij vier
rijksdaalders- Ik bedankte vriendelijk, ter-
wel hij in het heengaan nog zeide: „Nu,
vriend! één ding verzeker ik je: je zult
nooit gebrek hebben; cerljjk duurt het
langst."
Hóe ik naar huis ging, kan ik niet zeg
gen; het was of er vleugels aan mijn
voeten waren, en toen ik de vier rijks
daalders op tafel legde en mijn ontmoe
ting aan mijn vrouw mededeelde, toen
vielen er meer tranen dan er rijksdaalders
op de tafel lagen.
Wij hadden niet bezorgd behoeven te
zjjn tegen den dag van morgen; de Ileere
had Zijn woord alweer vervuld, en onze
harten vloeiden over van de bemoeie
nissen en goedertierenheden Gods.
Zoo ging dan die winter voorbij
onder- veel zuur, maar niet minder zoet,
want de bemoeienissen Gods waren zóó
menigvuldig, dat de wanden van onze
schamele woning niet zelden weergalm
den van lof- en dankpsalmen. Intusschen
was het eene stuk huisraad na het andere
denzelfden weg gegaan. Ons lief huis
klokje was er echter nog, en mijn vrouw,
die het even ongaarne miste als ik, ge
loofde nog altijd dat we 't zouden mogen
behouden. Ik deelde echter niet in dat
geloof, te meer, daar alle pogingen om
werk te bekomen mislukten. Wel mocht
naam in de nabijheid van Rome, waai' dc
Romeinen rust en afleiding zochten, na
dagen vin inspanning en noesten arbeid.
Nu, die ontspanning was daar wel te vin
den in dat lustoord met z'n rijken plan
tengroei en zijn mild klimaat.
Ock in Utrecht hopen wij straks lafenis
en ontspanning te ontvangen. De verge
lijking gapt natuurlijk niet heelemaal op,
want cm rust is het den deputaten niet
te doen.
Veeleer zou men kunnen spreken van
een wapenschouw vóór den electoralen
veldslag, ook wel aangeduid als „zekere
Junigebeu rtcnissen'
Weliswaar is de deputatenvergadering
niet DE bijeenkomst, waar de verschil
lende grooto partijzaken uitgewerkt wor
den en schuilt haar beteekenis niet aller-
eerst in de draagwijdte der beslissingen,
welke na ernstige discussie genomen wor
den, doch om te slapen en te soezen
komt men er toch zeker niet.
Trouwens, dat ware niet mogelijk in
een bijeenkomst, gekenmerkt door zoo'n
bezielenden geest van broederlijke een
heid. .Kijk, hierin nu schuilt de groote
kracht van die bijeenkomsten en die
kracht is niet gebonden aan "de aanwezig-
heid of do leiding; van een bepaald per
soon.
Op dus naai' de Deputatenvergadering!
Naai' Tivoli!
'tZal gauw gedaan zjjn met die groote
meetings, werpt een ondeugend lezer in
het midden. En als wij hem met groote
vraagcogen aankijken, merkt hij lako-
niek op: „D© radio zal den deelnemers
straks het reisgeld doen besparen. Men
zal dan de deputatenrede thuis kunnen
beluisteren
'tls waai', men staat voor niets tegen
woordig en op radiotalefonisch gebied
zal er nog heel wat evolutie komen.
Heeft niet het bekende N. J. V. zijn radio-
bondsavond gehad? 'tGing maar niet
prachtig- Als ik een ontvangtoestel rijk
was ik ben nog zoo ver niet uit vreeze
van mijln boeken te moeten vorwaarloo-
zen; hoe weinig tijd zou er overblijven
voor lustige studie in de boeken
maar goed, stel, dat ik zoo'n toestel had,
dan zou ik op dit oogenblik de rede
kunnen hooren van een der bestuurs
leden van het Reichsverband der Evau-
geüschen Jungmannerbünde Dcutschlands
den heer Erich Stange, die to Leipzig
moet spreken over Neues Wollen in der
Jugend.
En zoo zal er wel meer te beluisteren
zijn.
Tcch ben ik niet bang voor het ver
loopen van onze Beputatenvergaderingen.
Evenmin als die dominees, die pas nog
verklaarden, dat het bezwaar van som
migen, als zou de Radio de menschen
van hek kerkgaan afhouden, overdreven
is. Zij toch, die aan het kerkgaan gewoon
zijn, zullen er de onderlinge samenkom
sten niet om verzuimen, omdat een kerk
dienst toch zooveel meer biedt dan een
opgevangen radio-preek.
Welnu ,zoo zal 'took wel zjjn met de
jaarlijksche samenkomsten in Tivoli. Dat
broederlijk samenzijn; de machtige indruk
welke zoo'n groote schare maakt, dat
samen zingen en bidden, dat alles vormt
een element, dat niet gemist kan worden
en zoo vrees ik vooralsnog niet, dat de
Deputatenvergaderingen in dezen geest
weldra tot het verleden zullen behooren.
Radiotelefonische uitzending der rede
voeringen moge binnenkort bevorderd
worden voor de aan huis gebondenen
ea anderszins wettig verhinderde een uit
komst voorzeker I doch niemand zal
ik zoo nu en dan door arbeid iets ver
dienen, doch dat was dan zoo maar als
noodhulp voor een enkelen dag. Bij oogen-
blikken werd ik heftig aangevallen, dat
ik de oorzaak was van den nood, waarin
vrouw en kind verkeerden, doch het
duurde zelden lang, want mijn trouwe
Helper kwam telkens weder, zoodat de
strikken gedurig werden gebroken.
Onder dat alles heb ik veel mogen lee-
ren, want had ik meermalen ondervonden
wat ik aan mijn God had, in deze
diepe wegen heb ik het nog méér geleerd.
Het geloof wordt dan meer geoefend, en
het steunen op het zichtbare maakt dun
plaats voor het zich verlaten op de trouw
van een onveranderlijken Bondsgod. O,
het is gemakkelijk op God te vertrouwen,
als alles voor den wind en naar onzen
zin gaat; maar als wind en stroom tégen
zjjn, de golven in 't schip slaan en het
een na het ander over boord wordt ge
worpen, dan is er geloofskracht noodig,
om met Ilabakuk in zijn God op te sprin-
gjen. Ik mocht echter veel dat voorrecht
genieten, terwijl ik het als eene bijzondere
weldaad van den Heere mocht erkennen,
dat mijn lieve vrouw, met haar zachten
en stillen geest, zóó ljjdzaam en onder
worpen was, dat ik niet zelden door haar
werd beschaamd gemaakt-
Geruimen tjjd mochten de vier rijks-
er1 om thuisblijven.
Moge de komende Drputatenvergade-
ring tot ongekend enthousiasme inspi-
reeicn. Iets van dat goedje is wel ge-
wenscht.
KEES VAN DER- MEER.
Dit zal bewezen worden aan allo
lijders in Nederland.
Gaat naar Uw drogist en koopt een
pakje Dr Schiffman's Asthmador en wan
neer het geen dadeljjke verlichting geeft,
of zelfs wanneer U het niet het beste
middel vindt dat U ooit gebruikt heeft,
gaat dan naar Uw drogist terug en het
dcor U betaalde geld wordt U onvoor
waardelijk teruggegeven. Welke andere
middelen ook hebben gefaald, Asthmador
zal onmiddellijke verlichting geven, ge
woonlijk binnen 10 seconden, maar zeker
binnen vijftien min'uten. Het maakt niet
uit, hoe hevig de aanval of hoe hard
nekkig het geval is, of wat U reeds heeft
beproefd en U niet heeft voldaan, Asth
mador zal onmiddellijke verlichting bren
gen. Wanneer dit niet het geval is, .kost
dit pakje U niets: gaat dan terug haar
Uw leverancier en U krijgt Uw geld terug.
U oordeelt dus zelf of U er baat hij vindt
of niet. U loopt dus geen risico wanneer
U dit middel met deze garantie koopt en
U kunt een nog meer overtuigende proef
nemen dan met een gratis monsterpakje
mogelijk is- Voor het geval Asthmador in
Uw stad niet verkrijgbaar is, dan zal
het U gezonden worden met genoemde ga
rantie door den heer A- van Tuyll, Raleds-
straat 13 te Amsterdam, na ontvangst
van postwissel van £2 voor een pakje
Asthmador poeder (of f 1.70 voor een doos
Asthmadorcigareitten)
Minister Höfle f
Na voorzien te zijn van de II. H- Sacra
menten der Stervenden en na nogmaals
'uitdrukkelijk van zjjn onschuld getuigd
te hebben, is oud-minister Höfle gister
middag in de gevangenis overleden. Mjen
weet, dat hij in de gevangenis is gezet,
wegens beschuldiging van passieve om-
koopcrij. Minister Höfle liad reeds her
haaldelijk met aandrang erop gewezen,
dat zijn constitutie niet tegen het voor-
loopig arrest bestand was, maar de gjet-
vangenis-directeur oordeelde anders. D°
weduwe van den overledene heeft zich
over den gevangenisarts beklaagd, dien
zij een deel van do schuld van het over
igden van haar echtgenoot toeschrijft.
Volgens geruchten heeft deze arts zijn
overplaatsing naar elders al ontvangen.
De onderzoekingsrechter moet zich met
do directie van het Hedwig-ziekenhuis
in verbinding gesteld hebben om vast te
stellen of Höfle alleen aan de gevodgen
zijner longontsteking gestorven is, dan
wel of mogelijkerwijze nog andera fac
toren bij zijn overlijden zich hebben doen
gelden. Beweerd wordt, dat Höfle ver
leden Zondag grootere hoeveelheden ve
ronal en alcohol innam om zjjn levens
einde te bespoedigen.
De communistische actie in Bulgarije»
Uit Sofia wordt gemeld, dat de politie
thans 500 communistische agrariërs in
daalders dienst doen; nochtans, ze begon
nen van lieverlede te versmelten, en toen
het laatste geld pitgegeven en het laatste
maal er van genuttigd was, zagen wij
elkander aan en keken op ons klokje
toen mjjn vrouw mij vriendelijk toelachte
en zeide: „Neen, man I de Heere heeft het
mij beloofd; Ilrj zal het voorzien."
Dert volgenden morgen ging ik weder
uit, en ziende op de goede hand mijns
Gods, waren mijn pogingen niet tever-
geefsch. Zoolang dat gevonden geld had
gestrekt, had ik steeds vergeefsche moeite
aangewend, om werk te bekomen; doch
toen het op was, gelukte het dadelijk,
en veertien dagen achtereen mocht ik wei
geen ruim loon verdienen, maar toch zóó
veel, dat ik mij en mijn huisgezin onder
houden kon.
Eéne bjjzondcre zaak moet ik hier nog
vermelden. De huishnur is voor een arm
mensoh een gedurige zorg. De Heere ech
ter had die zorg op zich genomen. Toen
ik de eerste maal kwam betalen, nadat
mij mjjne vaste betrekking Was opgezegd,
zeide de huisheer, dat de huur al be
taald was. Ik keek verwonderd op, en
toen ik de oplossing van dat raadsel
wilde weten, zeide hjj: „Dat komt er niet
op aan; 'tis betaald, en wie 'tgedaan
heeft, behoeft gjj niet te weten."
(Wordt vervolgd,)