If o 149 Donderdag SO Maart 19315 59e Jaargang TWEE BROEDERS Buitenland BlflMUlaml. FEUILLETON. Drukkers Exploit jnten &OST&BBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorsfstraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no.58 Postrekening No. 36000. 4 Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. A b o n n e m e n t s p r i j s Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersfft.06 Prijs der Advertentie n: I—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. Zfj, die zich met I April op „De Zeeuw" abonneeren, ontvangen de nog vóór dien datum verschijnende nummers gratis. WEELDEBELASTING. Wat do voorsteller van hel ontwerp tot uitbreiding van de Zegelbel&stingswet met zijn voorstellen bedoelt? Tot goed verstand van de zaak laten wij hier uit do Memorie van Toelichting enkele aanhalingen volgen: Reeds herhaaldelijk, aldus de Memorie, heeft de ondergeteekende gewezen op den te zwaren druk dien sommige directe belastingen tegenwoordig uitoefenen. Door do in verhouding tot het inkomen groote bedragen, die daar voor moeten worden geofferd, wordt het leven van tallooze ingezetenen bemoeilijkt; voor een doel luinnen zelfs die belastingen niet uit het inkomen worden betaald, terwijl zij in ieder geval over de gteheele linie een belemmering, zoo niet een beletsel zijn voor kapitaalvorming, waaraan juist tegen woordig meer dan ooit behoefte bestaat* Dio noodzakelijkheid van verlaging valt niet op redelijke gronden te ontkennen. Tegenover het verlies* dat de Schatkist door die maatregelen zal lijden, wordt do invoering voorgesteld van een als onder deel van hot zegelrecht te heffen belas ting, welke tevens het nuttigo gevolg zal kunnen hebben dat de uitgaven beperkt worden en dus de besparing bevorderd. De opbrengst, die van deze belasting; is ta verwachten, kan voldoende worden ge acht om met een matig accres, der overigo middelen het verlies te dekken, i Vervolgens wordt opgemerkt, dat een sterke toename van de opbrengst der be lastingen, waardoor verlaging mogelijk zou zijn voorshands niet is te verwachten en dat o-ok een aanzienlijke verlaging van het staatsbudget, waarnaar met allo kracht gestreefd wordt, nog slechts in het verschiet ligt. [Verlichting van den druk der belas tingen die economisch schadelijke werking hebben, kan echter niet wachten; daar mede dient zoo spoedig mogelijk een aan vang te worden gemaakt. Vandaar het ingediende ontwerp, waar tegenover dan geplaatst wordt de voor gestelde weeldebelasting, waaromtrent o. m. he tvclgende wordt opgemerkt: Die hiervoor vermelde belasting beoogt, in navolging van wat in andere landen plaats vindt, een heffing van verteringen ^n hotels en eethuizen en hij het aan schaffen van zaken, welke min of meer als woeldezaken mogen worden aange merkt. De 'Minister ontveinst zich niet, dat daaraan, zooals aan elke belasting, be zwaren zijn verbonden. Het voorgestelde recht zal er misschien toe bijdragen om den handel in de in het wetsontwerp genoemde zaken eenigpzins te doen af nemen en de verteringen in hotels, eet huizen en dergelijke inrichtingen ietwat te verminderen, doch hier staat tegenover, dat voor de schatkist wordt verkregen een bate van voldoende beteekenis om schadelijker heffingen in hare werking te verzachten, terwijl vermindering van minder noodzakelijke uitgaven, in een tijd waarin spaarzaamheid geboden is, econo- ïnisch -eer als een voordeel dan als een nade«el te beschouwen valt. Ban belasting ais hij thans voorstelt heeft, overigens in ons belastingstelsel als aanvulling der bij ons weinig talrijke ver teringsbelastingen, Wel reden van bestaan. Verteringsbelastingen zijn onmisbaar, csttdat de inkomstenbelasting slechts .op onvolkomen wijze rekening houdt met de individueele omstandigheden der be lastingschuldigen verteringsbelastingen ïi) oi Hu eens stond ik op met het vaste voór- neroeai, om nooit rneer te zondigen, terwijl op andere tijden mijn booze natuur de overhand kreeg en ik besloot, om mijn hart maar1 aan de zonde op te halen, daar ik er toch niets aan kon veranderen. Bn tot mijn schande moet ik zeggen, dat ik vaak aan die stem gehoor gaf, hoewel zulks sedert dien tijd altijd vergezeld ging met hevige kloppingen mijner consciëntie. Later begon die onrust weer zoo wat ite verminderen door de verstrooiingen tn afwisselingen, die het soldatenleven medebrengt, hoewel do gedachte aan God mij vaak deed opschrikken als een opge jaagde vogel- Dan gelukte het mij niet zelden, dat de drank het middel was, om najjn onrust te stillen. 'Ah ik aan die tijHen denk, dan weet ik niet, waarover ik mij het meest moet verwonderen: ovér de gruwelijke hoosheid van mijn bestaan, of over de lankmoedig heid Gods jegens zulk een zondaar. Bn gawfe, wanneer de afgrond van genade deen dit, in zekeren zin automatisch, voor zoover zij! -niet op onmisbare zaken worden gelegd. Wie er in slaagt zijn inkomen gedeelte lijk voor den fiscus te verzwijgen, bereikt daardcor, dat zijn aanslag minder pro gressief wordt; de thans voorgestelde be lasting kan het hierdoor voor den Staat ontstaande nadeel temperen door ver zwegen inkomsten te treffen als zij aan zaken werden besteed, welker aanschaf fing als eene uiting van weelde mag werden aangemerkt. Tl ij, die uit zijn inkomsten spaart, be taalt van het bespaarde in vele gevallen ve rm oge n s jjel as tinghet is dan niet on billijk, dat hij; die zijn inkomsten ver teert, in de thans voorgestelde belasting wordt betrokken. De personeele belasting voorziet in het bovenstaande slechts ten deele, omdat zij slechts enkele uitingen van weelde treft, reden te meer om daarnaast een belasting te heffen, welke beoogt om het bc-ginsel, hetwelk aan de personeele be lasting ten grondslag ligt, verder dooi' te voeren. Drukkend kan de thans voorgestelde belasting niet zijn, omdat in deze belas ting niet behoeft te worden bijlgedragen als men zich onthoudt van hot doen van andere dan noodzakelijke en nuttige uit gaven. Het afgeven van kwijtingen blijft echter verplichtend, doch ook deze verplichting is weder zeer vergemakkelijkt, doordat bij kleine bedragen met de afgifte? van bons kan worden volstaan welke ver plichting niet veel bezwaar kan opleve ren, waar in vele zaken reeds het stel sel van kasregisters en kasbons bestaat. Het ligt in de bedoeling om bij het ont- "werpen van do maatregelen tot uitvoering der wet zooveel mogelijk aansluiting te zoeken bij dit in de praktijk reeds veel vuldig in toepassing gebrachte stelsel. De Antithese. Een aanhaling van den heer Wiibaut in betrekking tot het huwelijk deed ons vaststellen, dat de antithese nog bestaat. Dit wordt erkend door Anti-Revolutio nairen en Christelijk-Historischen in hun ne programs, al schijnt het ook dat deze l'aatsten, als puntje bij paaltje komt, altijd tegen ons opkomen met de beschuldiging dat wij 'tin die Antithese, in het schei ding maken tusschen de beide volksdee- len te ver trekken. Tegenover deze klacht mogen wij ge rust de feiten stellen. In het program der Chr. Historische Unie lezen wij reeds in het eerste artikel„dat de ontker stening van het openbaar leven in wetten, instellingen, zeden, enz. (met name de ontkerstening der openbare in stellingen) moet worden tegengegaan"., Hetzelfde, maar iets minder vaag en algemeen, kan men lezen in alle programs onzer partij. Uit dit Christelijk-ITislorisch artikel volgt dan ook klaar en duidelijk dat er ontkerstening plaals heeft. En hoe kan die nu geschieden, wanneer er niet behal ve een Christelijk volksdeel nog een an der, een niet-Christelijk volksdeel be staat, en dat wel tegenover het Chris telijk volksdeel. Een tegenstelling dus de antithese. Wat hier staat, is dan ook voor de A.-R. partij geen nieuws. Immers steeds beleed zij dr Kuyper bracht 'tin 1913 nog in herinnering „Steeds beleed de Antirevolutionaire partij dat onze Staatsinstellingen en wet ten historisch een Christelijk karakter droegen. Ze beleed, dat aan 't Christelijk karakter van onze Staatsinstellingen ge niet dieper was dan de afgrond van el lende, dan ware ik al lang in de hel nedergestert, want grooter zondaar dan ik, was er in de wereld niet. Maar ge prezen zij de ontferming Gods, die den goddelooze rechtvaardigt. Ruim een jaar heb ik in die toestanden verkeerd, wanneer mij vaak de dood beter was dan het leven en ik niet zelden bet voornemen opvatte, om er een einde aan te maken. De gedachte, dat er een God was en er na den dood een eeuwigheid volgde, hield mij echter steeds van dat voornemen terug. Dan dacht ik weieens, waar het toch vandaan kwam, dat ik geen lust meer had in de goddeloosheid en waarom ik zoo onrustig was, en dan zat ik vaak te suffen alsof ik waanzinnig was. En onder dat alles was er een oog, dat mij gadesloeg en over mij waakte, hoewel ik het niet wist, noch Hem kende. Mijn lieve Borg en Zaligmaker had mij met Zijp Woed gekocht, en hoewel de duivel mij tijdelijk in zijn bezit had, zoo was ik toch het eigendom van den Heere Jezus Christus, die op Zijn tijd den duivel zou gebieden zijn prooi los te laten, opdat ik als een vuurbrand uit het vuur zou wor- tornd was. Ze wees 't met den vinger aan, dat tegen-Christelijke elementen waren opgenomen. En maakte zich nu op om hel Christelijk karakter van onze Staatsinstel lingen weer tot zijn recht te doen komen. We wezen reeds op hot huwelijk, op de positie van de vrouw, en op den eed. W o voegen er aan toe de viering van den Zondag, de viering van Christelijke feest dagen, de handhaving van gewetensvrij heid, het eeren van cle vrije positie van Christus' Kerk, het houden van dank- en bededagen, en op de positie van de Oost." En wie nu deze zoo juiste opsomming aandachtig leest, zal terstond moeten toe geven dat in elk van deze factoren de Antithese spreekt. Het huwelijk van Christelijk of van pa- ganistisch standpunt gezien: cle Anti these. De positie der vrouw s de Anti these. De eed, welk een tegenstelling: de eed gelijk die in de Schrift en In de Catechismus verdedigd wordt, en do weigering der binnen- en buitenlanclsche radicalen van oudsher (de Gerritsens en de Bradlauglis) om den eed te doen dewijl zij in het bestaan van een God niet ge- looven; de Antithese. En zoo zouden wij! kunnen voortgaan. Doch dan is hiermee ook het standpunt van de Nationale Unie en haar poging om de Antithese door de Synthese te ver vangen, geoordeeld. Goede oogst. Volgens mededecling van den Consul- generaal te Pretoria zijn de oogst-vooruit- zichten in de Unie van Zuid-Afrika over het algemeen zeer bevredigend. Door de veelvuldige regens en de af wezigheid van sprinkhanen belooft de maisoogst zeer goed te. worden; in som mige streken verwacht men een ver meerdering van 10—75 pet. boven nor maal. Van katoen wordt in enkele distric ten wel een dubbele oogst verwacht. De vermeerdering is niet alleen te danken aan de gunstige weersomstandigheden, maar is voor een groot gedeelte het ge volg van een groote uitbreiding van deze cultuur. Ook de berichten voor kaffer koren, grondnoten en tabak zijn gunstig, hoewel wat dit laatste artikel betreft, de vooruitzichten niet overal even goed zijn. Het vee ziet er tengevolge van den overvloedigen grasgroei uitstekend uit, behalve in gedeelten (vnl. het westelijke) van de Kaapprovincie, c|ie zeer van de droogte hebben geleden. Engeland—Frankrijk—Duitschland. De door Chamberlain in het Engelsche lagerhuis afgelegde verklaringen worden als de belangrijkste beschouwd, welke sinds eenige jaren van een Britsch minis ter van buitenlandsche zaken gehoord zijn- Men had niet gedacht, dat hij zoo vol ledige mededeelingen zou doen over het Duitsche aanbod en bovendien had men weinig daarvan verwacht, zij het alleen reeds, Omdat de voorwaarden, welke Duitschland er aan zou verbonden heb ben, voor Frankrijk toch zoo goed als onaannemelijk waren, zoodat de Duitsche voorstellen geen kans schenen te hebben tot eenig practisch resultaat te zullen leiden. Van dergelijke voorwaarden blijkt evenwel, tegen alle verwachtingen in, geen sprake te zijn. Naar men te Londen gelooft, is het vooral aan Luther te danken, dat de condities, welke vele zijner oud-collega's don gerukt. Dat was van eeuwigheid bei- sloten, en het besluit zou in den tijd worden uitgevoerd, opdat de Drieëenige God zou verheerlijkt worden. Het was op een liefelijken lentemorgen in de maand April, dat wij' op weg gingen, om een langen marseh af te leggen. Al mijn kameraden waren vroolijk en wel te moede, en ikik dacht: zou er onder al die honderden wel één zijn, die zoo ongelukkig is als ik? Wij hadden reeds eenige uren gemar cheerd, toen wij een smallen dijk moesten passeeren. Terwijl ik, in gedachten ver zonken, voortliep aan de zijde van den dijk, verzwikte ik mijn voet en tuimelde naai' beneden. Daar lag ik zonder te kunnen opstaan, en of het willens en wetens geschiedde, kan ik niet zeggen, doch er was niemand, die naar mij om zag; geen mensch had medelijden met mij. Maar dat hoefde ook niet, want er was er Bén, die sterker en medelijdender was dan alle menscken; Die zag mij daar lig gen op de vlakte des velds. Ik kon niet voort; mijn gekwetste voet weigerde mij den dienst, en ik dacht nu kan ik niets doen dan hier liggen sterven, want geen menschelijk wezen was aan cle Duitsche voorstellen wilden ver hinden en welke ze onaannemelijk zou den hebben gemaakt, ten slotte zijn ge schrapt. Daardoor krijgt, blijkens de uit eenzetting van Chamberlain, het Duitsche aanbod voor de eerste maal een cachet van volkomen eerlijkheid, d. w. z. dat het klaarblijkelijk zonder bijbedoelingen is en niet een indirecten- aanval beoogt op de territoriale bepalingen van het verdrag van Versailles. Het aanbod wordt door de „Daily Tel." veeleer beschouwd als een basis voor be sprekingen en onderhandelingen, dan als 'n vastomlijnd en gedetailleerd voorstel. Het blad schrijft in een hoofdartikel: Duitschland wil den status in het Westen dus vrijwillig aanvaarden. Het wil zich ngerleggen bij de grenzen, vastgesteld in het verdrag van Versailles en elke ge dachte, om ze te veranderen, laten va ren. Dit is de eerste maal, dat een derge lijke taal te Berlijn gesproken wordt in verband met de Rijngrens en daardoor zullen nieuwe verwachtingen worden ge wekt in .geheel West-Europa. Chamberlain zette uiteen, dat Duitsch land bereid is over een speciaal verdrag te onderhandelen betreffende een minne lijk accoord met Frankrijk en een arbi- trageverdrag met de bij den Rijn ge- interesseerde mogendheden, terwijl hij te vens zijn 'bereidwilligheid heeft te ken nen gegeven een overeenkomst aan te te gaan ter waarborging van den territo- rialen status in het Westen. Wij herha len, dat dit een nieuw geluid is van Duit sche lippen en Lloyd George en Mac Donald stelden dan ook dringende vra gen, om zich er van te overtuigen, dat zij goed hadden verstaan. Ditmaal is er ten slotte iets, dat redelijke hoop geeft op een schikking en het spreekt van zelf dat de Britsche veneering alles zal doen, yvat in haar macht ligt om de besprekingen en onderhandelingen tot een bevredigend einde te voeren. Korte berichten. Volgens berichten nït Moskou hebben 'in verscheidene steden van Oekraine voortdurend diefstallen van machinege weren, brownings en geweren plaats. Men brengt deze diefstallen in verband met een anti-bolschewislischen opstand. De Tsjeka zou een onderzoek in deze aan gelegenheid begonnen zijn. Het eerste Russische sovjet-stoom schip is sedert 1917 een Amerikaansche haven Mobile in Alaska binnengevaren- De bemanning moest op het schip blijven in verband piet. de immigratiebepalingen. Officieele berichten uit Petersburg, Moskou en geheel Rusland getuigen van een ernstige crisis op de graanmarkt. Verscheidene belangrijke centra melden, dat de vraag het aanbod verre overtreft en dat de prijzen stijgen. De opgewonden bevolking gaat tot buitensporige aankoo- pen over- De toestand is echter normaal in de Krim en Noord-Kaukasië. De bevolking van Nicosia door de verhoogde belastingen geprikkeld, heeft het stadhuis stormenderhand ingenomen en de daar aanwezige registers op een der pleinen verbrand. De commissaris van politie, die de gemeente beheerde, heeft onder jjen ie gen van steenen de vlucht moeten nemen. R ad i o-er var in gen. Laten we ditmaal eens vermelden, wat Ds L- J. S. Grousaz, Herv. predikant te Strijbn, naar aanleiding van zijn radio- er te zien. Uren heb ik daar gelegen; mijn tong kleefde aan mijn gehemelte; mijn hoofd gloeide als vuur, terwijl de ge dachte aan dood en eeuwigheid den toe stand niet weinig verergerde. Eindelijk zie ik een man boven op den dijk, die mij vriendelijk toesprak, terwijl ik zooveel mogelijk hem mijn toestand mededeelde. „Maar, vriendje 1 gij kunt daar niet blijven liggen", zeide hij; ik antwoordde, dat ik niet voort kon, waarop hij her nam: „Wacht! wij zullen u wel helpen.". Daarop verdween hij en kwam eenige c■ogenblikken daarna met zijne vrouw te rug; tusschen hen beiden jn strompelde ik toen tot op den dijk en zag, wat ik einder het marcheeren niet had opgemerkt, een net huisje. Onder veel pijn en af matting kwam ik daarin, en wat mij in die stille woning is wedervaren, zal ik nooit vergeten. HOOFDSTUK IV- De heide lieden, man en vrouw, leef den in die stille woning zonder kinderen en waren, in mijin oogen, als een paar engelen; ja, ik dacht in mijto dwaasheid, dat zij vopr mij' uit dan hemel gezonden beurt géschreven heeft in liet „Zondags blad". Gelijk velen onzer lezers beleend is, sprak hij vcor den zender te Hilversum over de geestelijke verzorging der mili tairen. Hij wist dat" dit een heel „on dankbaar" onderwerp was en dat velen, die anders op den avond van de öhr. Radic-Vereeniging de golflengte van Hil versum opzoeken, nu allicht hun toestel op iets interessanters zouden giaan af stemmen. Toch kon hij den drang zijns haitcn niet weerstaan, om juist over deze zaak, va.n zoo groote beteekenis, doch vaak behandeld als een zaak van derden of vierden rang, te spreken. Ook had ik, zoo schrijft Ds Grousaz, daarbij oen berekening gemaakt. Br zijn in ons vaderland ruim 60000 radio-be oefenaars. Laten wij nu aannemen, dat er 600 hun toestel op Hilversum afstem men en dat er bij! elk toestel gemiddeld vier hoorders zijn, dan bereik ik toch nog 2400 menschen, die allicht er niet toe zouden komen om een vergadering in het belang der geestelijke verzorging onzer landszonen bij te- wpnen. Of die verwachting beschaamd is, dan verre overtroffen ik durf er geen slag naar te slaan. Wel werd mijl van ver schillende zijden bericht, dat men met 8, 10, ja zelfs 20 menschen had zitten luisteren. Overigens doet het er weinig toe hoevelen ons hooren en hoe. Ben bedienaar des Woords gelijkt nu eenmaal op iemand, die zaad strooit en niet weet wa ter met dat uitgestrooide zaad gebeurt. Ik zag dien avond niets voor mij dan dat stomme ding, dat apparaat, die microfoon en buitendien niets dan levenlooze voor werpen in een kamer, aan de wanden en de zoldering geheel met bruine pluche kleeden bedekt. Beu fotografisch atelier bij nacht. Geen levend wezen dat mg kon zien, dat naar mij luisterde. Althans oogenschijinlijk. Ik moest mij tot de ge dachte dwingen,dat er' aan alle kanten in het vaderland, zelfs verre daarbuiten, konden zijin of waren: niet loerende oogen, maar gespitste ooren, die zelfs het ver zetten van een voet, het geritsel van' een. stukje papier, een zucht, een adem haling zoo fijngevoelig is de microfoon in cle uitzendkamerkonden verne men. 'tLeek wel iets op een spreekbeurt in de gevangenis, alleen nog iets stiller- Geen geluid drong tot u door. En?JaIk heb gesproken en hield mij stipt aan den tijd van 20 mi nuten, mij toegestaan. Ofschoon ik, toen ik eenmaal op mijn gemak was, nog gaarne wat zou hebben doorgepraat. Ongevraagd hoeft mij wel iets van het resultaat, zelfs van den zegen bereikt. Eén voorbeeld, van een mij onbekende familie uit Haarlemmermeer: „Onzen dank voor uw leerzame redewij hebben er van genoten." Eerlijkheidshalve moet ik hierbij ver klaren dat het aan tegenspraak ook niet hoeft ontbroken, o.a. van een fanatiek anti militairist, die mij beschuldigde van het Slaatsgeloof te willen bevorderen en het militairisme te verdedigen en nog veel meer van dat fraais. Maar afgezien daarvan, gevoelde ik van welk een geweldige beteekenis deze vin ding kan zijfn voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Het C- N. V. en de Olympiade. Voorzitter en secretaris van het C.N.V., handelend in opdracht van het Alg. Be stuur van het Verbond, hebben zich met een adres tot de Tweede Kamer gewend, inzake het voorstel tot beschikbaarstelling van een subsidie voor de Olympische Spelen. In het adres wordt o.m. opgemerkt; Ondergeteekenden zijn van oordeel, dat de sport door de wijze; waarop deze in waren; want de liefde, waarmee ze mij bejegenden, kan ik niet beschrijven, en wanneer ik hun eigen kind was geweest, hadden ze mij niet met méér zorg kunnen behandelen. Het gekneusde been was deerlijk ge raakt, waarbij kwam, dat ik door een hevige koorts werd aangetast. Onder dat alles ging er heel wat binnen in mij om. Nooit had ik moederlijke zorg en veel minder moederlijke liefde genoten, en waar ik die nu ervaren mocht, daar smolt ik weg in tranen en gevoelde voor het eerst in mijn leven wederliefde. Ik had nooit iemand .lief gehad dan mijzelven, en nu was het of innige kinderliefde bij mij ontwaakte; ik vraagde maar gedurig, hoe ik toch die arme menschen dat alles zou vergelden, en ik kon het maar niet verklaren, wat de reden zijn mocht, dat ik, die een monster was van goddeloosheid, daar zoovele weldaden genoot. De behandeling in de woning van Simon van Oort en zijtoe huisvrouw Neeltje ver teederde mijn hart zóódanig, dat ik bij mijzelven het besluit opmaakte, dat ik geloofde, hoe die God, dio .zo-o wonderlijk voor mij zorgde, nog geen lust had ia mijn dood. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1