,DU||rEAf DE ZEEUW KRAKELINGENVERF ió(k,mvmecflter Tïlcuaerux TWEEDE BLAD. VERVOLGD EN GERED. li AbesdS leea1 onden lang dost U dat mi al? Neem daar m eens de bekende Akker's Abdij siroop voor, dan zult ge 't betreuren, dat al niet eerder gedaan te hebben. Zeeuwsche Stemmen. FEUILLETON Wilt gij Uw blouse niet bederven? Verft dan met In vele prachtige kleuren. 20 cent per pakje. Bij Uw Drogist. VAN ZATERDAG 7 MAART 1925. No. 133. 26 Fobr. 1925. Een iman van de krant in toch iemand, voor wien men respect moet hebben! Als je, zooals ik, slechts nu en dan de pen op het papier zet om je hart eens tö luchten en je de moeizaam rijp gewor den pennevruchten met een kloppend hart naar de post brengt, denk je wel eens aan de moeilijke taak van de kranten- menschen, die eiken dag weer het pu bliek moeten inlichten, onderrichten, be moedigen, waarschuwen en wat niet al. Dat is wat anders dan eens in" je leven een ingezonden stukje in elkaar draaien om een kromme zaak recht te zetten. Maar dan denk ik soms: misschien kost zoo'n episteltje van ©en amateur, die ge woon is een ploeg of een schaaf te lian- teeren, den samensteller meer zweet druppels dan den beroepsschrijver voor twee weken copie, zooals hij dat met een vakterm noemt. Een redacteur moet toch een wonder lijk wezen zijn. Hij moet wel vele ooren hebben, wijl hij nu eens dezen, dan weer genen te woord moet staan. Hij moet een betrouw baar en geloofwaardig wegwijzer zijn om de richtingen van den tijdgeest aan te duiden. Hij moet ook de zwemkunst verstaan, om nu eens met den stroom van meenin gen en inzichten mee, dan weer tegen dien stroom in te zwemmen. Hij moet een rustig voetganger zijn, om met den tijd mee te gaan ofeen bekwaajtn vliegenier, want we leven tegen woordig zóó snel en het beeld van den tijd wisselt zóó veelvuldig! Hij dient goed beslagen te zijn op veler lei terrein van kunsten en wetenschappen. Hij moet vanzelf ook een behendig schermmeester zijn, om de aanvallen, Waaraan hij telkens weer bloot staat, af te weren of terug te geven. Een scherp schutter, die zijn doel niet mag missen. Een timmerman, om steeds den spijker op den kop te slaan. Een kleermaker, die de gedachten in een bevallig gewaad weet te kleeden. Insgelijks dient hij te zijn een restau rateur, die smakelijk geestesvoedsel moet opdisschen; een tuinman, die poëtische bloemen moet kweeken; een zaaier om de zaden van het goede te verspreiden; een scherprechter, om over al het slechte een scherp gericht te houden en ook een nachtwacht, om te verkondigen wat de tijdklok heeft ^geslagen. Ja, wat 'n wondermensch is hot toch! Zoo peinsde ik en ik trok de stoute schoenen aan en besloot hem eens in die wondere gestalte aan u voor te stellen. Bescheiden als hij is, blijft hij bij voor keur op den achtergrond staan. Als ik daaraan denk en aan hun kleine wereldje, waarin zij achter hun schrijf tafels kitten te pennen, al maar pennen, dan voel ik er inderdaad iets van, .wat den bekenden letterkundige en journalist Henri Borel bewoog, toen hij schreef, dat in zijn toekomststaat de beste literatoren en journalisten op staatskosten (nou, nou!) minstens ééns in de vijf jaren een groote zeereis maken, om lrun ziel te doen uit deinen en al het kleine uit hun weg te doen waaien. Hij meent dat ze er meer aan zullen hebben dan aan een lintje als ze zestig jaar zijn, óp-gezwoegd en leeg-geschreven, in benauwing van altijd dezelfde straatjes en weggetjes Leeggeschrevendus zou de bron dan toch verdrogen kunnen? Maar nu een andere zijlde van het vraagstuk van schrijven en lezen. Wat geschreven is moet ook gelezen wórdten; Wat uit een goede pen is voortgekomen is waard door velen, door allen gielezen te Worden. Dóch wie gunt zich nog den tijd om rustig te genieten van d'e pennevruch- 50) Oi Nogmaals drie diagen later stond de oude bediende weer voor zijh ongemakke- lijken meester, den jachtopziener Reijers Jr aandienende. .Vraag hem, of hij zaken heeft, het jachtveld betreffende!" was hlet bescheid. De knecht verdween, thlans weer na de traditioneel© buiging, om na enkele oog'en- blikken terug te fceeren met de boodschap, dat de jonge Beijers inderdaad aangelegen heden der jacht wenschte voor te dragen. ,.Laat binnenkomen!" klonk het stroef. Ei- lag ontsteltenis in den blik van Wil lem Bieijers, toen hij; den landheer aan zag. De graaf bemerkte het en begreep er de oorzaak wel van; maar hij liet niets blijken en was uit de hoogte en kort aangebonden als gewoonlijk. „Neem plaats! Wat had u?" M:et de hem 'eigen vrijmoedigheid, doch zonder een enkel moment de grenzen dei' bescheidenheid te passeeren, legde de jachtopziener de zaken _bloot, waarover <le graaf zou hebben te beslissen. Zij be troffen het nemen van maatregelen tegen de al te sterke uitbreiding der konijnen; de inrichting van een eendenkooi op hjet ten van onze goede schrijvers! Bioscoop en radio zijn goed gebruikt nut tige zaken, doch weinig geschikt om de belangstelling voor de leestafel in den huiselijken kring te bevorderen. En zoo trachten de kranten en tijdschriften ook door allerlei „kunst- en vliegwerk" de belangstelling voor hun inhoud1 te prik kelen. Ik denk aan de prijsvragen, foto- Wedstrijden, kruisraadsels, jeugdrubrie ken met allerlei raadseltjes, zoek- 'plaatjes en wat niet al. Zoowaar liet ik mijzelf ook al meeslepen in dien stroom van oplossing- en gelukzoekers. Er is dan ook overvloedige gelegenheid om zich op dat pad te begeven. Alles puzzelt! Nauwelijks heeft men de foto's in de Automaat gerangschikt, of men kan zich Wagen aan een kruisraadsel in jjet Schouwvenster en zoo is er telkens wat. Er bestaat bij'na geen periodiek, of het schijnt wel een winkel-met-cadeaux, waar de zuinige huisvrouw niet koopt, omdat de waren er van goede kwaliteit en goed koop zijn, maar omdat ze er voor de kinderen thuis een stuk speelgoed op den koop toe krijgt of voor zichzelven allerlei meer of minder nuttige gebruiks voorwerpen, die zij dan immers niet be hoeft te koopen! Zou'het. gevaar niet groot zijn, dat er na de oplossing van al die puzzles in de tijdschriften geen tijd meer over is om het werk der redactie te lezen. Ziji mag zich waarlijk wel gelukkig achten, als de lezers ook haar pennevruchten nog even willen aanroeren. Heusch, als je daaraan denkt, vervult medelijden met die schrijvers je hart en moet je te meer hun geduld en volhardingsvermogen bewonderen. Intusschen, als al die prijsvragen ook maar iets er trie bijdragen, dat onze goede Christelijke uitgaven meer gelezen wiorden, kunnen wij er vrede mee hebben. Ze voeren toch al een zwaren strijd om liet bestaan. Maar beter ware het, dat men algemeen om den eigenlijken inhoud zelf die vruchten van de drukpers koos. Nog maar al te veel wordt genoegen genomen met het onrijipe goedje uit den fruittuin van minder goeden bodem. Hoe is 't mogelijk, dat men daar dag aan dag of week aan week in kan smullen! Ds Beernink, in onze provincie en ze ker op Schouwen geen onbekende, is het biji zijn herderlijk w'erk menigpraal opgevallen, hoe betrekkelijk klein het aantal gezinnen is, Waar men zich alleen wil laten voorlichten door de Christelijke pers. In tal van nog meerendeels kerkelijk meelevende gezinnen trof hij b.v. tot zijn niet geringe verbazing aan „de onchriste lijke of antichristelijke Courant" en hij schroomt niet te zeggen, dat dit zoo niet behoorde te zijn. „Als de ouders eens Wisten, hoe op deze wijze ook langzaam maar zeker het gif druppelt in het leven hunner kinderen zij! zou den zich nog wtel eens bedenken. Nu denkt men nqg maar al te veeloch een krant is een krant als je er het nieuws maar in leest. Maar Weet ge wel, dat ge een voor lichter in je huis haalt, die meer doet dan je op neutrale wijze het nieuws ver tellen? Ook al noemt hij zich neutraal in het kwadraat Met elke krant haalt ge als 't Ware den redacteur binnen en ge verwacht van hem nieuws, onderricht, leiding'. Stel, dat ge de middelen had om een huis onderwijzer, een gouverneur of gouver nante voor de kinderen aan 'te stellen, zoudt ge 'teven achteloos doen als go uw lectuur kiest? Ik geloof het niet. Denk er om, de redacteur is ook een zaaier. Er zijn zaaiers, die de zaden van het goede verspreiden, maar er zijh er ook, die het onkruid voor wlaardevol zaad aanzien. En zoudt ge onkruid in liet hofje van irw hart laten zaaien? Ik stem dan ook van harte in met het woord van een schrijver in een onzer Chr. w'eekbladen „Het is minder erg het nieuw's een dag later te wieten dan een ander, dan da gelijks beïnvloed te worden door een beschouwing der dingen, die aan onze levensbeschouwing lijnrecht tegenover staat." KEES, VAN DER MEER. Ottergat; en het aanknopen v,an eein. drie tal reebokken. De besprekingen duurden bijna drie kwartier. De bekende handbeweging va.n den graaf en zijn als een beval klinkend „dank u wel!" stoten de conferentie. Hendrik, door de electrische schiet ge roepen, opende de deur en bleef met de knop 'in de hand staan. j „Mijnheer de graaf!" zei Willem Beijers, 'Opstaande, „ik had nog een korte mede- deeling onder vier ooigen aan u." „Zoo! Van...?" „Van graaf Frederik, die li vóór alles van harte vergeving vraagt." „Hendrik! laat den jachtopziener uit!" Zoo sprekende keerde de graaf zich om en verdween door een deur in den achterwand van zijn studeervertrek. Op een meer radicale manier kon een verder onderhoud zeker niet worden afgesneden. Dat moest Willem, zij het met leed wezen, erkennen. Hij bad zoo gehbopt, dat zijn pjlan, deïst met den graaf over jachtaangelegenhieden te spreken 'en dan over Frederik te be ginnen, slagen zon; en daar stond hij nu, zonder iets bereikt te hebben en meer dan ooit van 's graven onverzette lijkheid overtuigd. Met gebogen hoofd ver liet hij de kamer. ,.D|us voor goed verworpen! Geen ver- c -ir/ De school waaraan tie natie gehecht is. In liet blad van den xAmsterdamschcn Ouderraad deelen de voorzitter en secre taris van een der secties van dien raad mede, wat'het bestuur van die sectie zooal vernam ten aanzien omtrent het verloopcn van de openbare school. Het bestuur kreeg de volgende opmerkingen te hooren (de toelichtingen bij sommige punten zijn van het bestuur): 1. In het algemeen zien de leerlingen der bijzondere school er netter uit dan die van de openbare school. 2. Het niet plaatsen van kinderen op de scholen welke door de ouders aange vraagd waren, terwijl naderhand bleek, dal er nog wel plaats was. Dit moest door het hoofd van de school gebeuren, net als aan de bijzondere D'an kunnen de ouders, als zij van het hoofd verne men, dat hij geen leerlingen meer kan plaatsen, naar een andere school omzien welke naar hun zin is. 3. Is onze eenheidsscliool niet gewild? De z.g burgermenschen moeten er niets van hebben, terwijl het onderwijzen vol gens twee verschillende leerplannen een uitgebreid of een beperkt zonder dat de ouders hiervan in kennis gesteld worden bij liet plaatsen van den leerling, door hen afgekeurd wordt. Thans zijn de ouders wat dit betreft aan allerlei wille keur overgeleverd. 4. Het is treurig maar waar, dat het bijzonder onderwijs momenteel op hooger peil staat clan het openbare. Ons eerste streven zal dus moeten zijn gelijkstelling wat het onderwijs betreft in den meest uitgebreiden zin. 5. Er lieerscht onder het personeel der openbare scholen een animositeit en kele uitgezonderd die personen welke daarmede kennis gemaakt hebben deden besluiten, hunne kinderen van de open bare scholen af te nemen. Ook waren ze bevreesd, dat de nog aanhangige voorstel len van enkele onderwijzersorganisaties waarin zij' verslechteringen voor het onderwijs zagen aangenomen zouden worden. Eén van deze menschen is vroe ger zelf met ons trap op trap af gegaan om de ouders maar de openbare school te halen. C. Is het een feit, dat het belang' van de ouders bij het onderwijs der kinderen te veel over het hoofd gezien wordt. Het wordt niet eens geteld, noch door de onclenvijzersorganisaties, noch door de po litieke partijen die hierover beslissen. 7. Zal volgens onze opinie de achter uitgang dor openbare school aanhouden tot ze gedaald is tot het peil van armen school. Men ziet, dat in deze opmerkingen van de hoofdoorzaak, die tot het verkiezen van een bijzondere school leidt, namelijk de vvensch naar een godsdienstige opvoeding van de kinderen, nog niet wordt ge sproken. Intusschen komt in hetgeen wordt medegedeeld wel tot uiting hoezeer de algemeene stroom bezig is zich af te wenden van de openbare school en zich te richten naar de bijzondere school. Spre kend was hetgeen voor een paar weken te Rotterdam geschiedde, toen de Raad besloot niet minder dan een en twintig openbare scholen op te heffen. In en- imi'i ip—i iip— »ii» geving bij vader!" Met iets, dat een snik geleek, liet .graal Frederik het hoofd in 't kussen zinken en sloot de oogen. Bij zijn ledikant sto.nd Willem Bieijers en ia,an het raam schikte zuster van Ha peren in een kristallen vaasje bloemen terecht. Beider hart was ontroerd door mede lijden. Hoe had de zieke verlangd, gehunkerd, naar een enkel vriendelijk woord van zijn vader! In wa,t spanning'had hij eerst het antwoord op zijn brief, daarna de mede- deeling der zuster en ten laatste de bood schap van Willem Beijers, na bjon bezoek aan het kasteel, afgewacht. En nu stond Willem daar, juist van de reis teruggekeerd, met een ©ven hope loos verslag als voor enkele dagen liet jonge meisje had uitgebracht. Het was nu vier weken geleden, dat. graaf Frederik in zijn woede zijn ver pleegster een glas naar 't hoofd gavvor pen had. Djat glas had de wang der zuster ver wond; miaar ook het hart van den graaf. De zachtmoedigheid, waarmee zuster Van Haperen eerst zijn grofheid en toen de mishandeling had verdragen, had hem in de ziel gegrepen en hein gedwongen tot de onwillige bekentenis, dat het waar achtig' geloof in Christus een adeldom des geestes wekte, heerlijker blinkend dan aatdsche glorie en ©en straal van hei kele jaren was het aantal leerlingen der openbare school met vijfduizend gedaald, en dat der bijzondere school met vijf duizend gestegen. flenzelfden stroom ziet men in klei nere steden. Leiden, Schiedam, Vlaardin- gen en vele andere zijn overgegaan tot het opheffen van openbare scholen. Ook in de dorpen gaat met de vermeerdering in aantal en in leerlingen van de bijzon dere school een voortgezet terugloopeii van de openbare school gepaard. Het is onmogelijk te zeggen Wanneer deze beweging tot staan zal komen. Uit hetgeen boven onder punt 7 werd aange haald blijkt, dat in den kring der open bare school er gevonden wórden dio meenen, dat de openbare school in do toekomst de armenschool zal zijn. Ons lijkt dit twijfelachtig. Wij houden het ervoor, dat ook in de groote steden de voorstan ders van het christelijk onderwijs er wel voor zullen zorgen, dat de arme even goed als de arbeider en de meer gegoede vrij zal kunnen kiezen naar welke school hij zijn kinderen wil zenden. 'Rat neemt niet weg, dat wij het ge voelen deelen, dat de omzetting van open baar in bijzonder onderwijs nog lang niet is tot staan gebracht. Er zijn er onder de voorstanders van het openbaar onder wijs nog zeer velen, die op ander ter rein de meerdere voortreffelijkheid van het overheidsbedrijf boven het particu liere ,met den meesten nadruk ontkennen. Wanneer de wtet van 1920 maar door- wierkt en van fouten wórdt gezuiverd', dan zal wtel blijken, dat het niet de openbare, maar de bijzondere school Is, waaraan de natie is gehecht. (Rotterd.) Die Glintlhorst. Binnenkort, 15 April, hopen we, zoo schrijft ons Dis T. J. Hagen, van Delft, onze jaarvergad. te houden te Utrecht. Dan zal blijken, dat de toestand van onze stichting in 1924 aanmerkelijk ver beterd is, zoowel op financieel, als op moreel gebied. Het nieuwe Bestuur met den Directeur heeft hard gewerkt, en de Heer© heeft dien arbeid willen zegenen. Het jaar 1924 sluit met een tekort van ongeveer f 24.000, welk tekort voor verreweg bef grootste deel gedekt zal worden door het algemeen subsidie over 1924, dat binnen enkele weken na de goedkeuring van de Begroeting door de Eerste Kamer afkomt. Een niet al te ongunstige uitkomst dus, vooral als we in aanmerking nemen, dat dit jaar veel buitengewone uitgaven mee bracht voor verwisseling va,n personeel, veel vergaderingen, enz. Het nadeelig saldo, van de exploitatie was op 31 Deo. 1923 ruim, f50.000, zoo- da t we in '24 ©en vooruitgang kunnen boeken van bijna f30.000. Bovendien is de schuldenlast van de stichting vermin- Uerd met f 22-000, zoodat we in '24 een halve ton vooruitgegaan zijh. Eigenlijk is de schuldenlast bij handels:- creediteuren en de banken verminderd met f 120-000, maar bijna een torn is daarvan geleend door de borgen, het geen dus een verplaatsing van schuld is. We kunnen met dit resultaat tevreden zijn. Al de laatste jaren werd de schuld telkens vermeerderd, zelfs ~ni'ustbarend; nu is er voor het eerst een vermindering. De dank komt daarvan toe aan onzen God, die over onze stichting lankmoedig was. En ook komt dank toe aan. vele crediteuren die met 50 pCl van hun vordering tevreden waren, en aan die houders van obligaties en schuldbekente- melsch licht werpend in de duisternis der wereld. Aanvankelijk had ,hij tegen zijn ont wakend schuldbesef gestreden uit alle macht. Zijn haat tegen het Christendom had -stuiptrekkend geworsteld tegen de zich baanbrekend© overtuiging van eigen verdorvenheid en tegen den op hem aan komenden angst voor een mogelijk oor deel. Met op elkaargeklemde tanden had de diepgevallene den kreet herhaald, door den bezetene in Gad ara eens uitgesto.oten; „wat heb ik met u te doen, Jezus, gij Zone Gods! Zijt gij gekomen om mij te pijnigen vóór den tijd?" Miaar wanneer de Geest des Pleeren de consciëntie heeft wakker geschud en de schillen van de blinde oogen gerukt, dan baat de tegen stand der oude natuur niet meer. D|an moet de stijve nek zich buigen. Dlan wor den de ijzeren deuren en de koperen gren delen des harten verbroken. Dan bekent zelfs ©en Manasse, dat de Heer© God is. Een ontzettende tijd had graaf Frede rik doorgemaakt „Ik lag", zoo getuigde hij later, „gekneld in banden v.an den dood, daar d'angst der hel mij allen troost deed missen". Bij oegenblikken had de wanhoop hem ontoegankelijk gemaakt voor elk kalmee rend woord. „Zeg mij. toch", zoo had hij gekermd, „dat gij niet zeker zijit van wa,t gij .ge looft; zeg mij, dat uw geloof ook wal nissen (bijlna alle nu), die hun rente twee jaar lang schonken. Eveneens aan de Diaconieën en particulieren, die bij de commissie tot herstel giften tot een be drag van f 14000 inzonden voor het te kort van 1923- 1 Voor het jaar 1925 wordt op de jaar vergadering een begrooting ingediend, die sluit met een tekort van f27.000, het welk ook weer voor het grootste deel ge dekt zal kunnen worden door hot alge meen subsidie. Toch blijlft er nogj ©en gedeelte te dek ken door bizondere giften, waarvoor een beroep gedaan wordt op de broeders en zusters in het land. Gaarne worden bij mij (Girono. 35595) of aan de stichting giften ingewacht. Bovendien is op de beglrooting gerekend op een bijdrage van het Suppletiefonds i van f 25.000. Wanneer de Diaconieën zich inspannen, en diegenen, die tot nu toie niot meededen, ook hun 'wantrouwen laten varen en er hun schouders onder zetten, is dat bedrag' gemakkelijk te be reiken. Het begin in al niet slecht. In de pes eerste weken werd door het Fonds f2.000 overgemaakt ,aan de stichting. Verder zal het Bestuur vau bet Suppletie- fonds wel binnenkort krachtige propa ganda kunnen gaan voeren, wanneer nal het verschijben van balans en rekening gebleken is dat vertrouwen in de toe komst van de stichting gewettigd is. Bovendien is bij mij na de laatste ver antwoording in de Heraut nog inge komen onder hartelijken dank: van de Diaconie te Hillegom f65; te Voorburg f48; de Dien Helder f68.80; te Maassluis i'222-25; te Enschede f96.09; te Monster f20; te Abcoude f 16; te Egniond a- 19-081/2; te (Posterend (Texel) f35.52. Voiorts door Ds Wietenga te Hoofddorp, gevonden in die collecte bij' ©en spreek beurt te Amsterdam 1500; gevonden in de kerkoollecte te Amsterdam fO-90. Juist nu doior de tegenpartij niet alleen gewezen wordt op onze fouten en onze schuld ^waarover ons, Gereformeerden, verootmoediging past, maar ook onz© ondergang wordt geëischt en een sma delijk einde, juist nu zal ons Gereform. Volk gaan gevoelen, waar het om gaat, en zal het door zijn gebed en zijïi offers de Glindhorst htelpen in stand houden. De belastingplannen der Regeering. De Regeering beoogt met haar vijf voorstellen tot wijziging van belastingen o.m. vermindering van den druk der in komstenbelasting vooral voor de kleine inkomens. Uit het volgende staatje uit de Msb. moge blijken, hoever de Regeering met de wijziging van den kinderaftrek is ge gaan. Zooals bekend is stelt de Regeering een aftrek voor van f300 per kind en bovendien een aftrek van f 200 op hef belastbaar inkomen van eiken gehuwde. Een eerste gevolg van dit voorstel is, dat teen gehuwde met één kind eerst in de rijksinkomstenbelasting valt, wanneer zijn 'belastbaar inkomen f 1300 of meer bedraagt. Hij krijgt dan een aftrek van f200 plus f300 is f500. (De rijksinkom stenbelasting wordt geheven van alle be lastbare sommen van f800 en daarboven, de verdedigingsbelasting II van alle be lastbare sommen van f 1200 en daarboven. Onder „belastbare som" wordt verstaan het belastbaar inkomen verminderd met den aftrek .voor kinderen en gehuwden.) Een tweede gevolg is, dat de_gehuwden met en zonder kinderen nog iets meer dan de andere belastingplichtigen profi' zelfmisleiding kan zijn; zeg mij1 tenminste, dat God, als Hij bestaat, geen mensch verdoemen zal." Nog nimmer had zuster van Haperen zich voor een zoo moeilijke taak geplaatst gezien als het spreken met den graaf; maar nooit had zij ook zoo kennelijk on dervonden, da,t bij den jHeere wijsheid is voor dien, die Hem er om bidt. Zij had den zieke verzekerd, dat blaar geloof niet een meaning was, maar een „vaste grond" en een „bewijs", door den Geest der waarheid gewerkt in hjaar ziel en in de ziel van ieder discipel van Christus. Zij hiad hem gesproken van een heilig en rechtvaardig God, te rein van oogen om het kwade te zien; van de verdoemelijkheid des menschen in on- wedergeboren toestand.; van de schrikke- lijkheid der erfelijke en dadelijke zonde en van het toekomend oordeel. Miaar evenzeer van den weg tot verlossing van de zonde en tot vrijspraak in net oordeel, door dien heiligen en rechtvaardigen God in Christus Jezuis ontsloten, en van de gewilligheid en de algenoiegzaamhieid des Zaligmakers om de schuld van den grootsten der zondaren voor God te bedekken door Zijh zoenbloed. (Wordt vervólgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 5