,DU||rEAf
DE ZEEUW
KRAKELINGENVERF
ió(k,mvmecflter
Tïlcuaerux
TWEEDE BLAD.
VERVOLGD EN GERED.
li AbesdS leea1
onden
lang dost U dat mi al?
Neem daar m eens de
bekende Akker's Abdij
siroop voor, dan zult ge
't betreuren, dat al niet
eerder gedaan te hebben.
Zeeuwsche Stemmen.
FEUILLETON
Wilt gij Uw blouse niet bederven?
Verft dan met
In vele prachtige kleuren.
20 cent per pakje. Bij Uw Drogist.
VAN
ZATERDAG 7 MAART 1925. No. 133.
26 Fobr. 1925.
Een iman van de krant in toch iemand,
voor wien men respect moet hebben! Als
je, zooals ik, slechts nu en dan de pen
op het papier zet om je hart eens tö
luchten en je de moeizaam rijp gewor
den pennevruchten met een kloppend hart
naar de post brengt, denk je wel eens
aan de moeilijke taak van de kranten-
menschen, die eiken dag weer het pu
bliek moeten inlichten, onderrichten, be
moedigen, waarschuwen en wat niet al.
Dat is wat anders dan eens in" je leven
een ingezonden stukje in elkaar draaien
om een kromme zaak recht te zetten.
Maar dan denk ik soms: misschien kost
zoo'n episteltje van ©en amateur, die ge
woon is een ploeg of een schaaf te lian-
teeren, den samensteller meer zweet
druppels dan den beroepsschrijver voor
twee weken copie, zooals hij dat met een
vakterm noemt.
Een redacteur moet toch een wonder
lijk wezen zijn.
Hij moet wel vele ooren hebben, wijl
hij nu eens dezen, dan weer genen te
woord moet staan. Hij moet een betrouw
baar en geloofwaardig wegwijzer zijn om
de richtingen van den tijdgeest aan te
duiden.
Hij moet ook de zwemkunst verstaan,
om nu eens met den stroom van meenin
gen en inzichten mee, dan weer tegen
dien stroom in te zwemmen.
Hij moet een rustig voetganger zijn, om
met den tijd mee te gaan ofeen
bekwaajtn vliegenier, want we leven tegen
woordig zóó snel en het beeld van den
tijd wisselt zóó veelvuldig!
Hij dient goed beslagen te zijn op veler
lei terrein van kunsten en wetenschappen.
Hij moet vanzelf ook een behendig
schermmeester zijn, om de aanvallen,
Waaraan hij telkens weer bloot staat, af
te weren of terug te geven. Een scherp
schutter, die zijn doel niet mag missen.
Een timmerman, om steeds den spijker
op den kop te slaan. Een kleermaker, die
de gedachten in een bevallig gewaad weet
te kleeden.
Insgelijks dient hij te zijn een restau
rateur, die smakelijk geestesvoedsel moet
opdisschen; een tuinman, die poëtische
bloemen moet kweeken; een zaaier om
de zaden van het goede te verspreiden;
een scherprechter, om over al het slechte
een scherp gericht te houden en ook een
nachtwacht, om te verkondigen wat de
tijdklok heeft ^geslagen.
Ja, wat 'n wondermensch is hot toch!
Zoo peinsde ik en ik trok de stoute
schoenen aan en besloot hem eens in die
wondere gestalte aan u voor te stellen.
Bescheiden als hij is, blijft hij bij voor
keur op den achtergrond staan.
Als ik daaraan denk en aan hun kleine
wereldje, waarin zij achter hun schrijf
tafels kitten te pennen, al maar pennen,
dan voel ik er inderdaad iets van, .wat
den bekenden letterkundige en journalist
Henri Borel bewoog, toen hij schreef, dat
in zijn toekomststaat de beste literatoren
en journalisten op staatskosten (nou, nou!)
minstens ééns in de vijf jaren een groote
zeereis maken, om lrun ziel te doen uit
deinen en al het kleine uit hun weg te
doen waaien.
Hij meent dat ze er meer aan zullen
hebben dan aan een lintje als ze zestig
jaar zijn, óp-gezwoegd en leeg-geschreven,
in benauwing van altijd dezelfde straatjes
en weggetjes
Leeggeschrevendus zou de bron
dan toch verdrogen kunnen?
Maar nu een andere zijlde van het
vraagstuk van schrijven en lezen. Wat
geschreven is moet ook gelezen wórdten;
Wat uit een goede pen is voortgekomen
is waard door velen, door allen gielezen te
Worden. Dóch wie gunt zich nog den tijd
om rustig te genieten van d'e pennevruch-
50) Oi
Nogmaals drie diagen later stond de
oude bediende weer voor zijh ongemakke-
lijken meester, den jachtopziener Reijers
Jr aandienende.
.Vraag hem, of hij zaken heeft, het
jachtveld betreffende!" was hlet bescheid.
De knecht verdween, thlans weer na de
traditioneel© buiging, om na enkele oog'en-
blikken terug te fceeren met de boodschap,
dat de jonge Beijers inderdaad aangelegen
heden der jacht wenschte voor te dragen.
,.Laat binnenkomen!" klonk het stroef.
Ei- lag ontsteltenis in den blik van Wil
lem Bieijers, toen hij; den landheer aan
zag. De graaf bemerkte het en begreep
er de oorzaak wel van; maar hij liet
niets blijken en was uit de hoogte en kort
aangebonden als gewoonlijk.
„Neem plaats! Wat had u?"
M:et de hem 'eigen vrijmoedigheid, doch
zonder een enkel moment de grenzen dei'
bescheidenheid te passeeren, legde de
jachtopziener de zaken _bloot, waarover
<le graaf zou hebben te beslissen. Zij be
troffen het nemen van maatregelen tegen
de al te sterke uitbreiding der konijnen;
de inrichting van een eendenkooi op hjet
ten van onze goede schrijvers! Bioscoop
en radio zijn goed gebruikt nut
tige zaken, doch weinig geschikt om de
belangstelling voor de leestafel in den
huiselijken kring te bevorderen. En zoo
trachten de kranten en tijdschriften ook
door allerlei „kunst- en vliegwerk" de
belangstelling voor hun inhoud1 te prik
kelen. Ik denk aan de prijsvragen, foto-
Wedstrijden, kruisraadsels, jeugdrubrie
ken met allerlei raadseltjes, zoek-
'plaatjes en wat niet al. Zoowaar liet ik
mijzelf ook al meeslepen in dien stroom
van oplossing- en gelukzoekers. Er is
dan ook overvloedige gelegenheid om
zich op dat pad te begeven. Alles
puzzelt!
Nauwelijks heeft men de foto's in de
Automaat gerangschikt, of men kan zich
Wagen aan een kruisraadsel in jjet
Schouwvenster en zoo is er telkens wat.
Er bestaat bij'na geen periodiek, of het
schijnt wel een winkel-met-cadeaux, waar
de zuinige huisvrouw niet koopt, omdat
de waren er van goede kwaliteit en goed
koop zijn, maar omdat ze er voor de
kinderen thuis een stuk speelgoed op
den koop toe krijgt of voor zichzelven
allerlei meer of minder nuttige gebruiks
voorwerpen, die zij dan immers niet be
hoeft te koopen!
Zou'het. gevaar niet groot zijn, dat er
na de oplossing van al die puzzles in de
tijdschriften geen tijd meer over is om
het werk der redactie te lezen. Ziji mag
zich waarlijk wel gelukkig achten, als
de lezers ook haar pennevruchten nog
even willen aanroeren.
Heusch, als je daaraan denkt, vervult
medelijden met die schrijvers je hart
en moet je te meer hun geduld en
volhardingsvermogen bewonderen.
Intusschen, als al die prijsvragen ook
maar iets er trie bijdragen, dat onze
goede Christelijke uitgaven meer gelezen
wiorden, kunnen wij er vrede mee hebben.
Ze voeren toch al een zwaren strijd om
liet bestaan. Maar beter ware het, dat
men algemeen om den eigenlijken inhoud
zelf die vruchten van de drukpers koos.
Nog maar al te veel wordt genoegen
genomen met het onrijipe goedje uit den
fruittuin van minder goeden bodem. Hoe
is 't mogelijk, dat men daar dag aan
dag of week aan week in kan smullen!
Ds Beernink, in onze provincie en ze
ker op Schouwen geen onbekende, is
het biji zijn herderlijk w'erk menigpraal
opgevallen, hoe betrekkelijk klein het
aantal gezinnen is, Waar men zich alleen
wil laten voorlichten door de Christelijke
pers.
In tal van nog meerendeels kerkelijk
meelevende gezinnen trof hij b.v. tot zijn
niet geringe verbazing aan „de onchriste
lijke of antichristelijke Courant" en hij
schroomt niet te zeggen, dat dit zoo
niet behoorde te zijn. „Als de ouders
eens Wisten, hoe op deze wijze ook
langzaam maar zeker het gif druppelt in
het leven hunner kinderen zij! zou
den zich nog wtel eens bedenken. Nu
denkt men nqg maar al te veeloch
een krant is een krant als je er het
nieuws maar in leest.
Maar Weet ge wel, dat ge een voor
lichter in je huis haalt, die meer doet
dan je op neutrale wijze het nieuws ver
tellen? Ook al noemt hij zich neutraal
in het kwadraat
Met elke krant haalt ge als 't Ware den
redacteur binnen en ge verwacht van
hem nieuws, onderricht, leiding'. Stel,
dat ge de middelen had om een huis
onderwijzer, een gouverneur of gouver
nante voor de kinderen aan 'te stellen,
zoudt ge 'teven achteloos doen als go
uw lectuur kiest? Ik geloof het niet.
Denk er om, de redacteur is ook een
zaaier. Er zijn zaaiers, die de zaden
van het goede verspreiden, maar er zijh
er ook, die het onkruid voor wlaardevol
zaad aanzien. En zoudt ge onkruid in liet
hofje van irw hart laten zaaien?
Ik stem dan ook van harte in met het
woord van een schrijver in een onzer
Chr. w'eekbladen
„Het is minder erg het nieuw's een
dag later te wieten dan een ander, dan da
gelijks beïnvloed te worden door een
beschouwing der dingen, die aan onze
levensbeschouwing lijnrecht tegenover
staat."
KEES, VAN DER MEER.
Ottergat; en het aanknopen v,an eein. drie
tal reebokken.
De besprekingen duurden bijna drie
kwartier. De bekende handbeweging va.n
den graaf en zijn als een beval klinkend
„dank u wel!" stoten de conferentie.
Hendrik, door de electrische schiet ge
roepen, opende de deur en bleef met de
knop 'in de hand staan. j
„Mijnheer de graaf!" zei Willem Beijers,
'Opstaande, „ik had nog een korte mede-
deeling onder vier ooigen aan u."
„Zoo! Van...?"
„Van graaf Frederik, die li vóór alles
van harte vergeving vraagt."
„Hendrik! laat den jachtopziener uit!"
Zoo sprekende keerde de graaf zich
om en verdween door een deur in den
achterwand van zijn studeervertrek.
Op een meer radicale manier kon
een verder onderhoud zeker niet worden
afgesneden.
Dat moest Willem, zij het met leed
wezen, erkennen.
Hij bad zoo gehbopt, dat zijn pjlan, deïst
met den graaf over jachtaangelegenhieden
te spreken 'en dan over Frederik te be
ginnen, slagen zon; en daar stond
hij nu, zonder iets bereikt te hebben en
meer dan ooit van 's graven onverzette
lijkheid overtuigd. Met gebogen hoofd ver
liet hij de kamer.
,.D|us voor goed verworpen! Geen ver-
c -ir/
De school waaraan tie natie gehecht is.
In liet blad van den xAmsterdamschcn
Ouderraad deelen de voorzitter en secre
taris van een der secties van dien
raad mede, wat'het bestuur van die sectie
zooal vernam ten aanzien omtrent het
verloopcn van de openbare school. Het
bestuur kreeg de volgende opmerkingen
te hooren (de toelichtingen bij sommige
punten zijn van het bestuur):
1. In het algemeen zien de leerlingen
der bijzondere school er netter uit dan die
van de openbare school.
2. Het niet plaatsen van kinderen op
de scholen welke door de ouders aange
vraagd waren, terwijl naderhand bleek,
dal er nog wel plaats was. Dit moest
door het hoofd van de school gebeuren,
net als aan de bijzondere D'an kunnen
de ouders, als zij van het hoofd verne
men, dat hij geen leerlingen meer kan
plaatsen, naar een andere school omzien
welke naar hun zin is.
3. Is onze eenheidsscliool niet gewild?
De z.g burgermenschen moeten er niets
van hebben, terwijl het onderwijzen vol
gens twee verschillende leerplannen
een uitgebreid of een beperkt zonder
dat de ouders hiervan in kennis gesteld
worden bij liet plaatsen van den leerling,
door hen afgekeurd wordt. Thans zijn de
ouders wat dit betreft aan allerlei wille
keur overgeleverd.
4. Het is treurig maar waar, dat het
bijzonder onderwijs momenteel op hooger
peil staat clan het openbare. Ons eerste
streven zal dus moeten zijn gelijkstelling
wat het onderwijs betreft in den meest
uitgebreiden zin.
5. Er lieerscht onder het personeel der
openbare scholen een animositeit en
kele uitgezonderd die personen welke
daarmede kennis gemaakt hebben deden
besluiten, hunne kinderen van de open
bare scholen af te nemen. Ook waren ze
bevreesd, dat de nog aanhangige voorstel
len van enkele onderwijzersorganisaties
waarin zij' verslechteringen voor het
onderwijs zagen aangenomen zouden
worden. Eén van deze menschen is vroe
ger zelf met ons trap op trap af gegaan
om de ouders maar de openbare school
te halen.
C. Is het een feit, dat het belang' van
de ouders bij het onderwijs der kinderen
te veel over het hoofd gezien wordt.
Het wordt niet eens geteld, noch door de
onclenvijzersorganisaties, noch door de po
litieke partijen die hierover beslissen.
7. Zal volgens onze opinie de achter
uitgang dor openbare school aanhouden
tot ze gedaald is tot het peil van armen
school.
Men ziet, dat in deze opmerkingen van
de hoofdoorzaak, die tot het verkiezen van
een bijzondere school leidt, namelijk de
vvensch naar een godsdienstige opvoeding
van de kinderen, nog niet wordt ge
sproken.
Intusschen komt in hetgeen wordt
medegedeeld wel tot uiting hoezeer de
algemeene stroom bezig is zich af te
wenden van de openbare school en zich
te richten naar de bijzondere school. Spre
kend was hetgeen voor een paar weken
te Rotterdam geschiedde, toen de Raad
besloot niet minder dan een en twintig
openbare scholen op te heffen. In en-
imi'i ip—i iip— »ii»
geving bij vader!" Met iets, dat een snik
geleek, liet .graal Frederik het hoofd in
't kussen zinken en sloot de oogen.
Bij zijn ledikant sto.nd Willem Bieijers
en ia,an het raam schikte zuster van Ha
peren in een kristallen vaasje bloemen
terecht.
Beider hart was ontroerd door mede
lijden.
Hoe had de zieke verlangd, gehunkerd,
naar een enkel vriendelijk woord van zijn
vader! In wa,t spanning'had hij eerst het
antwoord op zijn brief, daarna de mede-
deeling der zuster en ten laatste de bood
schap van Willem Beijers, na bjon bezoek
aan het kasteel, afgewacht.
En nu stond Willem daar, juist van
de reis teruggekeerd, met een ©ven hope
loos verslag als voor enkele dagen liet
jonge meisje had uitgebracht.
Het was nu vier weken geleden, dat.
graaf Frederik in zijn woede zijn ver
pleegster een glas naar 't hoofd gavvor
pen had.
Djat glas had de wang der zuster ver
wond; miaar ook het hart van den graaf.
De zachtmoedigheid, waarmee zuster Van
Haperen eerst zijn grofheid en toen de
mishandeling had verdragen, had hem
in de ziel gegrepen en hein gedwongen
tot de onwillige bekentenis, dat het waar
achtig' geloof in Christus een adeldom
des geestes wekte, heerlijker blinkend dan
aatdsche glorie en ©en straal van hei
kele jaren was het aantal leerlingen der
openbare school met vijfduizend gedaald,
en dat der bijzondere school met vijf
duizend gestegen.
flenzelfden stroom ziet men in klei
nere steden. Leiden, Schiedam, Vlaardin-
gen en vele andere zijn overgegaan tot het
opheffen van openbare scholen. Ook in
de dorpen gaat met de vermeerdering
in aantal en in leerlingen van de bijzon
dere school een voortgezet terugloopeii
van de openbare school gepaard.
Het is onmogelijk te zeggen Wanneer
deze beweging tot staan zal komen. Uit
hetgeen boven onder punt 7 werd aange
haald blijkt, dat in den kring der open
bare school er gevonden wórden dio
meenen, dat de openbare school in do
toekomst de armenschool zal zijn. Ons lijkt
dit twijfelachtig. Wij houden het ervoor,
dat ook in de groote steden de voorstan
ders van het christelijk onderwijs er wel
voor zullen zorgen, dat de arme even
goed als de arbeider en de meer gegoede
vrij zal kunnen kiezen naar welke school
hij zijn kinderen wil zenden.
'Rat neemt niet weg, dat wij het ge
voelen deelen, dat de omzetting van open
baar in bijzonder onderwijs nog lang
niet is tot staan gebracht. Er zijn er onder
de voorstanders van het openbaar onder
wijs nog zeer velen, die op ander ter
rein de meerdere voortreffelijkheid van
het overheidsbedrijf boven het particu
liere ,met den meesten nadruk ontkennen.
Wanneer de wtet van 1920 maar door-
wierkt en van fouten wórdt gezuiverd',
dan zal wtel blijken, dat het niet de
openbare, maar de bijzondere school Is,
waaraan de natie is gehecht. (Rotterd.)
Die Glintlhorst.
Binnenkort, 15 April, hopen we, zoo
schrijft ons Dis T. J. Hagen, van Delft,
onze jaarvergad. te houden te Utrecht.
Dan zal blijken, dat de toestand van
onze stichting in 1924 aanmerkelijk ver
beterd is, zoowel op financieel, als op
moreel gebied. Het nieuwe Bestuur met
den Directeur heeft hard gewerkt, en
de Heer© heeft dien arbeid willen
zegenen.
Het jaar 1924 sluit met een tekort
van ongeveer f 24.000, welk tekort voor
verreweg bef grootste deel gedekt zal
worden door het algemeen subsidie over
1924, dat binnen enkele weken na de
goedkeuring van de Begroeting door de
Eerste Kamer afkomt.
Een niet al te ongunstige uitkomst dus,
vooral als we in aanmerking nemen, dat
dit jaar veel buitengewone uitgaven mee
bracht voor verwisseling va,n personeel,
veel vergaderingen, enz.
Het nadeelig saldo, van de exploitatie
was op 31 Deo. 1923 ruim, f50.000, zoo-
da t we in '24 ©en vooruitgang kunnen
boeken van bijna f30.000. Bovendien is
de schuldenlast van de stichting vermin-
Uerd met f 22-000, zoodat we in '24
een halve ton vooruitgegaan zijh.
Eigenlijk is de schuldenlast bij handels:-
creediteuren en de banken verminderd
met f 120-000, maar bijna een torn is
daarvan geleend door de borgen, het
geen dus een verplaatsing van schuld is.
We kunnen met dit resultaat tevreden
zijn. Al de laatste jaren werd de schuld
telkens vermeerderd, zelfs ~ni'ustbarend;
nu is er voor het eerst een vermindering.
De dank komt daarvan toe aan onzen
God, die over onze stichting lankmoedig
was. En ook komt dank toe aan. vele
crediteuren die met 50 pCl van hun
vordering tevreden waren, en aan die
houders van obligaties en schuldbekente-
melsch licht werpend in de duisternis
der wereld.
Aanvankelijk had ,hij tegen zijn ont
wakend schuldbesef gestreden uit alle
macht. Zijn haat tegen het Christendom
had -stuiptrekkend geworsteld tegen de
zich baanbrekend© overtuiging van eigen
verdorvenheid en tegen den op hem aan
komenden angst voor een mogelijk oor
deel. Met op elkaargeklemde tanden had
de diepgevallene den kreet herhaald, door
den bezetene in Gad ara eens uitgesto.oten;
„wat heb ik met u te doen, Jezus, gij
Zone Gods! Zijt gij gekomen om mij te
pijnigen vóór den tijd?" Miaar wanneer
de Geest des Pleeren de consciëntie heeft
wakker geschud en de schillen van de
blinde oogen gerukt, dan baat de tegen
stand der oude natuur niet meer. D|an
moet de stijve nek zich buigen. Dlan wor
den de ijzeren deuren en de koperen gren
delen des harten verbroken. Dan bekent
zelfs ©en Manasse, dat de Heer© God is.
Een ontzettende tijd had graaf Frede
rik doorgemaakt „Ik lag", zoo getuigde
hij later, „gekneld in banden v.an den
dood, daar d'angst der hel mij allen troost
deed missen".
Bij oegenblikken had de wanhoop hem
ontoegankelijk gemaakt voor elk kalmee
rend woord.
„Zeg mij. toch", zoo had hij gekermd,
„dat gij niet zeker zijit van wa,t gij .ge
looft; zeg mij, dat uw geloof ook wal
nissen (bijlna alle nu), die hun rente twee
jaar lang schonken. Eveneens aan de
Diaconieën en particulieren, die bij de
commissie tot herstel giften tot een be
drag van f 14000 inzonden voor het te
kort van 1923- 1
Voor het jaar 1925 wordt op de jaar
vergadering een begrooting ingediend, die
sluit met een tekort van f27.000, het
welk ook weer voor het grootste deel ge
dekt zal kunnen worden door hot alge
meen subsidie.
Toch blijlft er nogj ©en gedeelte te dek
ken door bizondere giften, waarvoor een
beroep gedaan wordt op de broeders en
zusters in het land. Gaarne worden bij
mij (Girono. 35595) of aan de stichting
giften ingewacht.
Bovendien is op de beglrooting gerekend
op een bijdrage van het Suppletiefonds i
van f 25.000. Wanneer de Diaconieën
zich inspannen, en diegenen, die tot nu
toie niot meededen, ook hun 'wantrouwen
laten varen en er hun schouders onder
zetten, is dat bedrag' gemakkelijk te be
reiken. Het begin in al niet slecht. In
de pes eerste weken werd door het Fonds
f2.000 overgemaakt ,aan de stichting.
Verder zal het Bestuur vau bet Suppletie-
fonds wel binnenkort krachtige propa
ganda kunnen gaan voeren, wanneer nal
het verschijben van balans en rekening
gebleken is dat vertrouwen in de toe
komst van de stichting gewettigd is.
Bovendien is bij mij na de laatste ver
antwoording in de Heraut nog inge
komen onder hartelijken dank: van de
Diaconie te Hillegom f65; te Voorburg
f48; de Dien Helder f68.80; te Maassluis
i'222-25; te Enschede f96.09; te Monster
f20; te Abcoude f 16; te Egniond a-
19-081/2; te (Posterend (Texel) f35.52.
Voiorts door Ds Wietenga te Hoofddorp,
gevonden in die collecte bij' ©en spreek
beurt te Amsterdam 1500; gevonden in
de kerkoollecte te Amsterdam fO-90.
Juist nu doior de tegenpartij niet alleen
gewezen wordt op onze fouten en onze
schuld ^waarover ons, Gereformeerden,
verootmoediging past, maar ook onz©
ondergang wordt geëischt en een sma
delijk einde, juist nu zal ons Gereform.
Volk gaan gevoelen, waar het om gaat,
en zal het door zijn gebed en zijïi offers
de Glindhorst htelpen in stand houden.
De belastingplannen der
Regeering.
De Regeering beoogt met haar vijf
voorstellen tot wijziging van belastingen
o.m. vermindering van den druk der in
komstenbelasting vooral voor de kleine
inkomens.
Uit het volgende staatje uit de Msb.
moge blijken, hoever de Regeering met
de wijziging van den kinderaftrek is ge
gaan. Zooals bekend is stelt de Regeering
een aftrek voor van f300 per kind en
bovendien een aftrek van f 200 op hef
belastbaar inkomen van eiken gehuwde.
Een eerste gevolg van dit voorstel is,
dat teen gehuwde met één kind eerst in
de rijksinkomstenbelasting valt, wanneer
zijn 'belastbaar inkomen f 1300 of meer
bedraagt. Hij krijgt dan een aftrek van
f200 plus f300 is f500. (De rijksinkom
stenbelasting wordt geheven van alle be
lastbare sommen van f800 en daarboven,
de verdedigingsbelasting II van alle be
lastbare sommen van f 1200 en daarboven.
Onder „belastbare som" wordt verstaan
het belastbaar inkomen verminderd met
den aftrek .voor kinderen en gehuwden.)
Een tweede gevolg is, dat de_gehuwden
met en zonder kinderen nog iets meer
dan de andere belastingplichtigen profi'
zelfmisleiding kan zijn; zeg mij1 tenminste,
dat God, als Hij bestaat, geen mensch
verdoemen zal."
Nog nimmer had zuster van Haperen
zich voor een zoo moeilijke taak geplaatst
gezien als het spreken met den graaf;
maar nooit had zij ook zoo kennelijk on
dervonden, da,t bij den jHeere wijsheid is
voor dien, die Hem er om bidt.
Zij had den zieke verzekerd, dat blaar
geloof niet een meaning was, maar een
„vaste grond" en een „bewijs", door den
Geest der waarheid gewerkt in hjaar ziel
en in de ziel van ieder discipel van
Christus. Zij hiad hem gesproken van een
heilig en rechtvaardig God, te rein van
oogen om het kwade te zien; van de
verdoemelijkheid des menschen in on-
wedergeboren toestand.; van de schrikke-
lijkheid der erfelijke en dadelijke zonde
en van het toekomend oordeel. Miaar
evenzeer van den weg tot verlossing van
de zonde en tot vrijspraak in net oordeel,
door dien heiligen en rechtvaardigen God
in Christus Jezuis ontsloten, en van de
gewilligheid en de algenoiegzaamhieid des
Zaligmakers om de schuld van den
grootsten der zondaren voor God te
bedekken door Zijh zoenbloed.
(Wordt vervólgd.)