flïö 131
Donderdag 5 Maart 1925
39e Jaargang
States-Seieraal.
Bronchitis i
1 Abdijsiroop
Erukkers-Expioüanten
GOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorstslraat 68—70, Goes
Tel.Redactie no. 11Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f
Losse nummersf 005
Pr ij s der Advertentie n:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
SAMENWERKING.
Art. 21 van Ons Program van Beginse
len luidt:
En ten slotte verklaart zij, dat ze
om deze beginselen ingang te doen
vinden, de zelfstandigheid van hare
partij handhaaft; zich bij geen andere
partij laat indeelen; en .slechts dan
samenwerking" met andere partijen
aanvaardt, indien die door een vooraf
wtel omschreven accoord, met onge
krenkt behoud van hare onafhankelijk
heid, kan worden verkregen.
Buiten accoord stelt ziji bij eerste
stemming haar eigen candidaten, en
handelt, indien het op herstemming
uitloopt, naar omstandigheden.
Op eene Deputaten vergadering, vóór
elke algemeene verkiezing te houden,
stelt zij het program en het accoord
voor die verkiezing bij meerderheid
van stemmen vast. Alle bij haar aange
sloten kiesvereenigingen zijn hierna tot
de naleving van dit program en van
dit accoord gehouden.
Bit artikel behoeft niet breedvoerig!
besproken te worden. Algemeen stem
recht met evenredige vertegenwoordiging
zijn ingevoerd, zooda.t samenwerking bij
de stembus tusschen de verschillend©
partijen voortaan is uitgesloten.
Toch houdt dit artikel er nog rekening
mee dat het stelsel van evenredige ver
tegenwoordiging mettertijd nog eens zou
kunnen worden vervangen door het oude
meerderheidsstelselvandaar de clausule:
„buiten accoord stelt zij' bij eerste stem
ming haar eigen candidaten, en han
delt, i ndi en he t op herstemming
uitloopt, naar omstandigheden.
Voorloopig evenwel kan deze clausule
in 't artikel slapende blijven.
Door 't thans gevolgde systeem Worden
alle honderd leden der Tweede Kamer
automatisch aangewezen.
Overigens ligt het zwaartepunt van dit
artikel in het woord „zelfstandigheid".
De Anti-Revolutionaire partij handhaaft
haar zelfstandigheid tegenover alle an
dere partijen. Zij laat zich nimmer in
lijven bij een andere partij'. Zij heeft een
eigen banier; bezit een vaandel met eigen
kleuren; en onder dit vaandel heeft zij
steeds te strijden.
Het fiere woord van haren grooten
stichter, mr Groen van Prinsterer: ,,'in
i s ,o 1 e m e n t ligt onze kracht" blijft ook
hierbij haar richtsnoer.
Onkunde, van de zijde der staatkundige
tegenstanders, heeft dit Woord in vroeger
dagen meermalen aangegrepen om de
A.-R. partij, bij samenwerking1 met andere
partijen in 1894 met cte vrijzinnig
democraten, en andere malen met Room
sehen en Chr.-Historischen te ver
wijten dat" zij deze leus van haar grooten
stichter verloochende.
Dit verwijt was echter vrucht van on
kunde. Deze 'tegenstanders toch meenden
dat met „isolement" door Groen v. Prin
sterer bedoeld werd: „apart slaan, zich
afsluiten van anderen", doch de betee-
kenis is niet zoo idiotisch als voorgesteld
Werd. Zij is een gansch andere.
Wijlen Prof. Buys, een der leiders van
de liberale partij in de vorige eeuw, ver
stond het hetei. Hij: schreef „Isolement
wil zeggen: het streng vasthouden aan
eigen beginselen" i). Groen van Prinsterer
heeft 't dan ook niet anders bedoeld.
Trouwens hij heeft 'tlieel wat duidelijker
gezegd, dan door onze bestrijders uit zijn
geschriften2) Werd aangehaald. Letterlijk
schreef Groen van Prinsterer: „In ons
isolement, of wilt ge liever een Hol-
landsch Woord, in onze zelfstan
digheid, in onze beginselvast
heid ligt onze kracht".
Toch heeft men zoo links als rechts
dit woord steeds opgevat als zoude 't
zijn bedoeld als een Waarschuwing
tegen samenwerking, inzonderheid met
Pioomsch-Katholieken.
Hetwelk niet zoo is. Noch Groen van
Prinsterer, noch zijne discipelen Kuy-
per. Lobman en anderen noch Calvijn
zelfs hebben zich tegen dergelijke samen
werking ooit yerzet.
Het is in de 16e eeuw al niet anders
geweest dan in de twintigste. De nood
zakelijkheid van samenwerking werd in
gezien. En ging het tegen het ongeloof,
gelijk nu, dan was 't een saam optrek
ken met Rome.
Ook onze groote dichter Constantijn
Huygens gaf hiervan een voorbeeld.
Schoon zelf Calvinist, achtte hij zich ge
roepen in eiken Roomsche die den Chris
tus beleed zijn bondgenoot te zien in
den strijd tegen ongeloof en Christus-
verwerping.
Herinner u maar het stukje rijm, door
hem destijds opgedragen aan een zijner
vrienden die Roomsch was gebleven.
3) De Gids 1809. 2) Ned. Gedachten V,
138.
(„De Rotterdammer" van 13 Mei 1913
onttrokhet aan de vergetelheid)
„Mijn Roomschgezinde vriend, laat ons
wijs wezen willen,
En niet beginnen daar wij droevig in ver
schillen;
Maar daarin ons verstand
Eens is en samenspant,
En voorlijk tegenstaat al ander misge-
looven;
Wij hebben z' ruim genoeg om samen God
te loven,
Staat ons geen mengeling van twee Gods
diensten toe
Tenminste zoekt gij mee den Hemel als
ik doe:
Genève ga met Rome
Als d'Oostenrijksche stroomen.
Onz' eendracht kan zoo wel een groot
stuk weg bestaan.
Als daar twee onvermengd veel mijlen
samengaan."
Trouwens de geschiedenis der Oranjes,
van Willem I tot Willem III, is daar om
te bewijzen, dat zelfs zoo 't moest,
tegen bondgenootschappelijk optreden met
Roomsche Vorsten saam, waar 't lands
belang, de internationale belangen zelfs
het vorderden, niet w'erd opgezien.
Juist hierin dat de antirevolutionaire
partij haar isolement, de ongereptheid en
stabiliteit barer beginselen zoo krachtig
handhaaft ligt waarborg dat bij saamwer-
king met andere partijen vervloeiing der
Anti-Revolutionaire beginselen onmoge-
gelijk is.
En dit is te meer zoo, dewijl in alle
rechtsche partijen, zij 't ook al in de eene
meer dan in de andere, antirevolutionai
ren voorkomen,
Reeds onder Groens tijdgenooten w'aren
er Roomsche staatslieden, die hij van
ganscher harte onder de Anti-Revolutio
nairen rekende. Onder hen waren De
la Meimais, De Maistre, De Montalem-
bei't, de Broglie, en Re Bonald in Frank
rijk; Von IJaller, Von Radowitz, Schlegel,
Von Ketteler en Von Gerlach in Duitsch-
land; Dionoso Cortes in Spanje. En ook
nog in onzen tijd zijn er Roomsche staats
lieden ten onzent die men Roomsche
Antirevolutionairen zou kunnen noemen.
Onder de overledenen' noemen wliji dr
Schaepman, onder de nog levenden Ba
ron van Wijnbergen, een zijner beste
leerlingen.
Aan het eind zijns lerens schreef
Groen van Prinsterer: „Twee partijen
slechts zijn er: de liberale of radicale
en de antirevolutionaire; met tweeërlei
wortel: de Volkssouvereiniteit en de sou-
vereiniteit Gods."
En ook schreef hij„In beginsel is
elk Christen antirevolutionair.
Alleen Wanneer hij op politiek terrein
zich in den aard en 'de verhouding der
partijen vergist, kan de Christen aan het
liberalisme de hand reiken, en voor het
evangelisch beginsel, in den (door d e
Revolutie in het leven geroepen) anti
revolutionairen vorm beducht
zijn."
Toch behoeft daarom - zegt Prof.
Fabius in zijn „Voortvaren" (blz. 172)
niet gezocht te worden naar het vormen
van éénc' antirevolutionaire partij', die
Protestant en Roomsche omsluit, gelijk
Stahl daarvan naar het schijnt niet ge
heel afkeerig was.
Er kan eendrachtige wederstand zijn,
ook al is mén in zelfstandige leger
corpsen gesplitst.
Bij eenheid in den wortel en veel
overeenstemming in de uitwerking blijft
er toch tusschen Protestant en Roomsche,
ook al stellen beiden zich principieel
tegenover de Revolutie, menig punt van
verschil.
In den strijd tegen de Revolutie moet
op den Roomschen steun wérden gere
kend, moet tot hen, als tot alle Protes-
tantsche Christenen, die vasthouden aan
de belijdenis van tiet Kruis, aan het
eeuwig blijvend Woord van God, de
roepstem uitgaan dat zij mee zich op
maken om den geest der eeuw', den geest
der Revolutie te bekampen.
Tegenover hen, die zeggen dat door de
oplossing van den schoolstrijd het motief
voor deze samenwterkifïg is vervallen, zij
herinnerd aan menig Woord, in den loop
der jaren uit den mond onzer anti
revolutionaire woordvoerders opgptee-
kend. Toen wijlen de oud-minister Fran
sen v. d. Putte (liberaal) na aanneming
der Schoolwet van '78 aan den toenma-
ligen antirevolutionairen minister Mackay
opmerkte, dat nu de reden voor samen
werking tusschen de rechtsche partijen
was weggenomen, antwoordde deze, dat
dit niet zoo was, want dat het beginsel
de school aan de ouders, „verband
houdt met een ander, dieper liggend be
ginsel, namelijk het rekenen met een
Hoogeren Wil en het niet erkennen van
den wil der menschen als hoogste recht".
En zoo bepleitte ook mr Lohman in 1885
in „de Protestantsche Noordbrabanter",
tegenover dr Bronsveld de samenwerking
■met de Roomschen, o.a. in deze Woorden
„Reeds in 1831 was de gedachte van
Guizot de zijne (namelijk van Groen)
dat alle Christenen, onverschillig van
welk kerkgenootschap, zich behooren te
vereenigen in het bestrijden van re-
geeringloosheid. In beginsel omdat de
antirevolutionaire staatsleei' ook de
Romscli-Katholicke is".
En wat nu alle vier jaren tegen de
verkiezingen geschiedt, dat zal nu straks
ook Weer gebeuren. Men zal de vraag
stellen of de coalitie zal Worden voort
gezet en of do strijd togen 't „clerica-
lisme" moet Worden hervat. En ook nu
zal, gelijk vroeger, het antwoord bevesti
gend luiden.
In het vierjarig tijdperk dat achter
ons ligt, is in 'Kamer en Pers opnieuw!
glashelder gebleken, dat de groote tegen
stelling de Antithese er "nog is.
Die antithese is trouwens niet door
ons 'gemaakt. Wij hebben haar gevon-
d e n. Die tweeërlei richtingen zijn er
van 't Paradijs af geweest. Het zou dwaas
heid zijn dit te Willen ontkennen.
Er is nu eenmaal een scheidingslijn
en ten gevolge van die scheidingslijn
een onderscheiding tusschen wie links en
wie rechts van deze lijn staan.
En nu kunnen de menschen elkander
wel opwarmen, en zeggen: die antithese
moet wieg, of in heilige onnoozelheid
vaststellen dat die antithese er niet ïs,
omdat zij haar niet meer zien. Maar te be
kwamer tijd komt die antithese toch weer
om den hoek kijken, veel meer nog clan
vroeger. Er is bijna geen vraagstuk meer,
Waar zij zich niet moe bemoeit. Die eed.
Die echt. De strafrechtpleging. Het on
derwijs. Die Diag des Ileeren. Da Armen
zorg. Dp Vaccine. De Landsverdediging.
Het Tooneel. Ja, waar al niet.
De Olympische subsidie.
Het „Comité Olympische Spelen Am
sterdam 1928" schrijft aan de bladen:
„Niettegenstaande het feit dat men af
wacht, kunnen we reeds nu instaan voor
een bedrag van een half miljoen galden
dat van particuliere zijde voor de spelen
zal worden bijeen gebracht."
Het woordje „zal" spatieerden wij.
Sommige liberale bladen zijn over deze
mededeeling in de wolken.
Maar vergeten zij hierbij 't spreek
woord niet: één vogel in de hand is
beter dan tien in de lucht?
In ieder geval blijft dé A.-R. partij
zich ook tegen een verminderd subsidie
terzetten, zoolang hare ethische bezwaren
niet zijn weggenomen. En dat zal wel
niet gaan.
Wij blijven benieuwd wie ter wille van
den eerbied voor Gods Woord en Wet
zich aan haar zijde zal voegen.
De motiveering.
Na Rotterdam Den Ilaagl
De Haagsche afdeeling van den (roo-
den) Bond van Nederlandsche Onderwij
zers heeft de volgende motie aangeno
men
De vergadering enz., gezien het feit
dat Minister De Visser door het Hoofdbe
stuur werd uitgenoodigd op de alge
meene vergadering, keurt ten zeerste
deze daad aft omdat:
le het klassegevoel der leden er door
wordt beleedigd;
2e de werkkracht van den Bond er door
wordt belemmerd;
3e. deze daad een hoon is voor de strij
ders van het N.V.V., en besloot deze
motie te publiceeren.
:je >fc
In plaats van dankbaar te wezen, dat
„deze daad" aan den Bond de pluim
op den hoed heeft bezorgd vanwege ge
noemden Chr. Histminister „dat de
Bond zoo braaf heeft mee gedaan aan de
verbetering van het onderwijs."
Maar och ja, deze paedagogen jagen
andere belangen na dan dat. Het staat er:
hunne belangen zijn: „klassegevoel",
„werkkracht", en het N.V.V.l
Wat hindert het hun dat de bijzondere
school de openbare reeds heeft over
vleugeld
Als hun klassegevoel, hun werfkracht
en het Vakverbond maar ,geen gevaar
loopen.
andere jaren, hetgeen eensdeels wordt toe
geschreven aan het feit, dat de inaugurale
rede van den president ook draadloos
werd uitgezonden. Men schatte het aantal
luisteraars op meer dan 2V2 millioen.
Nadat het officieel gedeelte van het
program was beëindigd, -begaf Coolidge
zich naar dc Oostertrappen van 't Kapitool
om aldaar voor het congres, de rechter
lijke macht, het corps diplomatique en een
groote volksmenigte den eed af te leggen.
Daarna begaf cle president zich naar "het
spreekgestoelte om zyn programma-rede
te ontvouwen, waarin hij de bereidheid
van 'Amerika 0111 Europa te fidlpen uit
sprak en voor de binnenlandsche politiek
bezuiniging en belastingverlaging aankon
digde.
De begrafenis van Ebert.
De uitvaart van president Ebert is zon
der eenige storing verloopen, dank zij'
het humane optreden der politie, die ter
sterkte van ongeveer 5000 man dan ook
krachtig genoeg was om elke poging tot
rustverstoring, of tot verbreking der af
zettingscordons te verijdelen.
Do deelneming van het publiek was reus
achtig. Eir werd zeer druk halfstoks ge
vlagd. Naar schatting volgden ongeveer
20Ö-000 menschen biet stoffelijk overschot
van den «lood© op zijn wegnaar het
station. Het défilé van de massa duurde
ruim twee uur.
en andere botataandoeningen
genezen mei AKKER't -
Korte berichten.
In 'n fabriek van ontplofbare stoffen
te Reinsdörf-Rittcnberg is gisteren een
zware ontploffing voorgekomen. Er zijn
5 menschen gedood, 7 zwaar en 31 licht
gewond; de redding van de gewonden
is 'nog gaande. De stoffelijke schade is
zeer groot.
Te Turijn is een militair vliegtuig
van een groote hoogte neergestort en
neergekomen op het exercitieplein. De
bestuurder en een kapitein zijn gedood,
het vliegtuig is verbrand.
De ambtsaanvaarding van Coolidge.
Gisteren heeft Coolidge als 29ste pre
sident officieel het bestuur over de Ver-
eenigde Staten aanvaard. De geheele
plechtigheid te Washington droeg op uit
drukkelijk verlangen van het staatshoofd
een eenvoudig karakter. De drukte in de
regeeringsstad was niet zoo massaal als
Van j e v ri.e n d e n
Verschenen is een nieuw Roomsch blad
„De Roomsche Democraat", orgaan der
R.-K. Volkspartij. Medew.erker is o.a. de
heer mr P. M. Arts, een in 1918 in Noord
Brabant gevallen Kamercandidaat. Het
eerste nornmer geeft een treffend kijkje
op de mentaliteit van sommige Roomsche
woord- en penvoerders. Als reden van
verzet en afscheiding tegenover de Room
sche Staatspartij geeft de redacteur tegen
over de R.-K. Staatspartij aan, dat deze
zich niet houdt aan „de raad der Pausen
om toch in alles terug te keeren tot de
leer van den H. Thomas van Aquino".
En het blad licht dit als volgt nader toe:
„Had men deze leer niet in den wind
geslagen, nooit zou men het monsterverbond
der rechtsche coalitie beschouwd hebben als
eene christelijke gemeenschap van gedach
ten en beginselen. Uitdrukkelijk leert Sint
Thomas, dat 't soms mogelijk en geoorloofd
is gemeenschap te hebben met Joden en
Paganisten, maar nooit met ketters. Uitdruk
kelijk loert hij, dat het ongeloof der ketters
het ergste ongeloof is. Maaï in plaats van
de leer, van Sint Thomas werd de antithese
van Dr Kuyper de grondslag der rechtsche
politiek. Aan de zucht om op grond dier
valsche antithese samen de baas te spelen
in het land werden de Katholieke beginselen
opgeofferd .Dit bleek het duidelijkste, toen
door de regeering de opheffing van het pro
cessieverbod werd voorgesteld en omdat en
kele antipapistische dominees begonnen te
schreeuwen, werd teruggetrokken. De vrije
en openbare uitoefening van don Katholie
ken eeredienst was een reohtseisch van den
eersten rang, die nooit had mogen worden
opgeofferd aan het monsterverbond. De treu
rige houding der zoogenaamde Christelijke
Regeering in deze zoo hoogst gewichtige aan
gelegenheid was een der hoofdoorzaken hij
de stichting dor R. K. Volkspartij."
Natuurlijk hebben enkele Roomsche
bladen tegen de smaadwoorden van de
zen „volks"(mis)leider geprotesteerd.
De b el as ting vo or s tellen-C olijn.
De nieuwe belasting-voorstellen van mi
nister Colijn hebben op de „Volkskrant"
(R.-K.) een goeden indruk gemaakt. Wor
den de voorstellen wet, zoo schrijft zij,
dan zullen nog slechts zeer wei
nige gehuwde arbeiders inkom
stenbelasting betalen.
De aftrek voor gehuwden zal dan im
mers f 200 en die voor elk kind, zon
der grens f300 bedragen. Een gezin
met f 1900 inkomen, en met drie kin
deren, dat thans f 15 moet betalen, be
taalt dan slechts fl. Zijn er vier kin
deren, dan is geen belasting meer ver
schuldigd.
„Dit is van geen beteekenis", wordt
smalend in „Het Volk" geschreven. „Het
zijn alleen de allerarmsten, die hiervan
profiteeren". Zulke praatjes behoeven
geen weerlegging. Ieder ziet in, dat zij
niets waard zijn.
Over 1924 behoorden tot de aangesla-
genen in de Rijksinkomstenbelasting nog
347.635 personen met een belastbaar in
komen van minder dan f1000, 173.310
personen met een belastbaar inkomen van
f1000 tot beneden f1200; 197.087 per
sonen met een belastbaar inkomen van
f1200 tot f1400 en 208.769 met een be
lastbaar inkomen van f 1400 tot f 1600.
Maar ook onder de honderdduizenden
personen, die hierop volgen, zullen nog
talrijke arbeidersgezinnen worden aan
getroffen. 't Is dus duidelijk, dat het voor
stel tot wijziging der inkomstenbelasting
vooral aan de weinig draag-
krachtigen ten goede zal ko
men.
Het -0 n t w e r p-Z i e k t e w e t
In een. te Leeuwarden gehouden ver
gadering van den Chr. Boeren- en Tuin-
dersbond heeft de heer J- A. Bakker, lid
van de Tweede Kamer, een rede gehou
den over - het ontwerp-Ziektewet-
Spr. kwam tot de conclusie dat dii
wetsontwerp onaannemelijk is
Omdat het nóch in tt belang van den
werkgever, nóch in dat van den werk
nemer is. Omdat het 't verantwoordelijk
heidsgevoel wegneemt. Omdat het _te
groote kosten op het bedrijf legt. Omdat
de voorbereiding uiterst willekeurig is-
Omdat het duizenden arbeiders uitsluit.
Omdat het een onrecht is aan de be
staande ziekenkassen.
Spreker hoopte dat de ziektewet-Talma
nog een kans krijgt en eindigde zijn be
toog met het woord: „Los van Posthuma,,
terug naar Talma!"
Een wetje, dat gevaar loopt.
Blijkens het Voorloopig Verslag over
het wetsontwerp tot wijziging: en verhóo-
ging van het Vilde Hoofdstuk B der
Staatsbegroting voor het dienstjaar 1925
(ambtswoning voor den Minister van Rui-
tenlandsche. Zaken) werd bijl Kei afdee-
lingS-onderzoek van dit wetsontwerp geen
stem ter verdediging daarvan
g e h o\o r d. "Wel waren er leden, die tegen
de voorgesteld© voorziening op zichzélf
geen bezwaar zouden hebben, doch ook.
ziji zouden hun „stem aan hlat voorstel
niet kunnen geven, wijl zij het tijdstip,,
waarop het wordt gedaan, niet juist acht
ten. Do moeilijkheden, waarin 's lands
schatkist verkeert en de voor een groot
deel pijnlijke maatregelen, welke in ver
band daarmede moeten worden getroffen,
laten naar hun meaning niet toe, dat
thans voor een -doel als dit" een bedrag
van een half millioen gulden wordt uit
gegeven.
Allerlei.
II. H. de Koningin en Z-. K- H. de Prins
zijn gistermiddag te Bazel aangekomen
en naar Glarus doorgereisd, wa ar zij voor
nemens zijn, acht dagen te vertoeven.
De N. V. stooni-meelfabriek Holland te
Amsterdam meldt aan de N. R. C., dat
zij per stoomschip Grotius tien duizend.
K.G. tarwe uit Bandoeng ontvangt, welke
in het afgeloopen jaar aldaar is geoogst
en voor de broodbereiding geschikt moet
zijn.
De minister van binnenlandsche zaken
en landbouw heeft bepaald, dat het zoe
ken, rapen, ten verkoop in voorraad heb
ben, te koop aanbieden, verkoopen, af
leveren of vervoeren van eieren van wa
terwild in 1925 in Nederland niet zal
zijn toegestaan.
Na.ax de „Stand." verneemt, heeft prof.
di' II. H. Kuyper, een uitnooaiging ont
vangen van prof. Vos, om in 1927 of
1928, Stone-lezingeu te komen houden
te Princeton.
Eerste Kamer.
In de Eerste Kamer waren gisteren
voornamelijk de ministers aan het woord.
Eerst minister Ruys.
Van links was geïnsinueerd, dat da
Regeering met het oog op de a.s. ver
kiezingen de Vlootwet tijdelijk zou hebben
opgeborgen. We noemen dit een insinu
atie', want wie zal nu toch durven zeggen,
dat deze regeering zich laat leiden doof
kiezersvrees De reden van de veranderde
houding inzake de Vlootwet ligt dan ook
heel eigens anders, zooals minister Ruys
verklaarde. n.i. in het feit, dat er op het
ocgenblik geen enkele zekerheid bestaat