Ne 91
Zaterdag 17 Januari 1915
39e Jaargang
HTPAREH
bSS** "I
BANK ASSOCIATIE
it ie Proïineie.
Buitenland
RSTROO
I zuidoostelijke tot
pvelig tot half of
[of geen neerslag,
hunt, overdag iets
Dit nummer bestaat uit twee bladen
EERSTE BLAD.
Vrachtwagen ip veereij
KANTOOR GOES.
DEPOSITO'S - SPAARREKENING
EFFECTEN
COUPONS
Binnenland.
el va* Jr 'A*
lüokter i* Rw*''
kiekjes vao. «few.
studeerkamer, i*
illenburg, waarop
ft; terwijl „Timo
den jubilaris ai-
ig van den Bood
|tc. te VMsKÓBgett
Is gisteravead ia
igenomen.
/EER BERICHT,
ia den ochtend:
jeeld door het
[ut te De Bilt.
id 781.7 te Muen-
Isafjord.
avond van. 17
•rukkers-Exploitanten
•OSTEBBAAN LE C01NTRE GOES
Bureaux: Lange Vorstslraat 68—70, Goes
Tel.: Redaetie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor tc Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf<M>5
Prijs der Advertentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Plattelanders-theologie.
De Plattelandersbond ligt hopeloos uit
elkaar geslagen. De twee afgevaardigden,,
door de actie van den Bond naar het
parlement gezonden, bestoken elkaar met
moties en documenten. Van het orgaan
van den Bond de „Plattelander", nam
de heer Braat afscheid. 'Z-ijn toon, zijn
ruwe houding, zijn ontactische gedragin
gen wekten bij onderscheiden plattelan
ders weerzin. Of met des heeren Braat's
uittreden blad en organisatie voor onze
Christen-boeren sympathieker zjjn gewor
den?
DaaroveT mogen inlichtingen geven een
kweetal aanhalingen, ontleend; aan het
nummer yan 3 Januari j.l., waar naar
aanleiding van het Kerstfeest deze hei-
ligschennende onzinnigheden werden ge
debiteerd
„Omdat die herders vóór 20 eeuwen
werkende waren in het veld, zagen zij:
in den donkeren nacht het schoone licht
met het wakende oog en hoorden zij
de schoone engelenzang van „Vrede op
Aarde" op 'Lland en niet in de ste
den.''
Eu:
„Wij moeten zorgen, dat het beste niet
gedood wordt, maar- kan opgroeien en
bloeie», want de Plattelandersbond ligt
nog als het kindeke in den stal."
Na deze Plattelanders-theologie is het
jmtwoori op de vraag: „sympathieker?"
duidelijk. (Rott.)
te koop.
JFHOUT, Serooskerkej
|TE KOOP:
JOK F,. A 88. Veere^
fE KOOP:
r*en aan «le rek®n,n'|
ge Parelhoenaïer».
F, Vrouwepolder.
TE KOOP:
e mahonie KroonkastJ
en voor eiken Kabin t> I
Ihiffonière, gesch.beer J
lilderd gebogen Kabm«'l
ls, 6 mahonie Stoegl
enz. Adres VAN L 'I
'azijn van oud ea m _j
rdstraafc L 105, M j
iaart a. s.
tweede Knecht
woning beschikbaar.
LU1JK, Wolpbaartsdi]
I en Knecht of ai,n'[
art of Mei ht
inke Boerenkpcc»
JStichting „Vel
worden
om aan het i
•en te staan. Soin^J
h geen
ben, moeten in
en grondslag J
Verz. van Kram^dslJ
en niet ouder .i
1700 tot
peDBioenstorüo?- J
brieven te n*»0
-beer-Diwe*0*'
l« Bolsjewistische gevangenschap.
„Het Handelsblad" haalt een en ander
aan uit een pas verschenen boek; de
schrijver heet Ge org Popoff. Het onder
staande is er aan ontleend.
Popoff was in Februari 1922 te Mos
kou, eenige dagen vóór de z.g. „ont
binding der Tsjeka", (bedoeld is de roode
inquisitie), die toen den naam van „Gpoa"
kreeg, maai' in wezen hetzelfde bleef.
Als ongewenscht vreemdeling kwam hij
in die dagen in aanraking met deze
Gpoe, zat een tijd in de „Binnen-Gevange-
nis" en in een der gebouwen der Tsjeka
gevangen.
Na zij* arrestatie in zijn hotel werd hij
naar ee* kelderruimte van do „Binnen-
Gevangenis" gebracht, een vochtige cel,
met kleine, getraliede vensters. Langs de
muren stonden schragen met planken,
waarop ongeveer 15 in lompen gekleeds
gestalten lagen of zaten, die zijn bin
nenkomen nauwelijks opmerkten. De
Sovjet-Russen noemen „gevangen zet
ten" „marineeren". en de gevangenen „ge
marineerde" mensclien.
Popoff zette zich op een der onbezette
banken. De eerste minuten heerschte er
een volkomen stilzwijgen. Niemand nam
eenige notitie van hem. Langzamerhand
draaide de een na den ander zijn hoofd
in de richting van den nieuw-aangeko-
mene en nam hem van top tot teen op.
Een va* hen, beter gekleed dan de ande
ren, stond op, en trad met langzame pas
sen op Popoff toe en zeide zachtjes:
„Neem u mij, niet kwalijk, maar hebt u
misschie* toevallig wat cigaretten mee
gebracht?" Alle gevangenen keken met
gespannen gezichten naar den aangespro
kene. Het bevestigende antwoord verwekte
groote vreugde, te meer toen ik eenige
doosjes Amerikaansche cigaretten te voor
schijn baalde, schrijft Popoff.
ïoe* Popoff na zijn eerste' verhoor in
rij" col terugkeerde, zaten zijn medege
vangenen juist te eten. In het midden
ran de kamer stond een vuile emmer-,
die ruet een walgelijke, naar bedorven
visch ruikende vloeibare stof gevuld was.
Allo vjjftien gevangenen zaten om dezen
emmer en lepelden de „soep" op, terwijl
ZÜ daarbij zwart brood aten.
Wilt niet een beetje van deze soep met
d® „grijze oogen" vroeg een hunner mij niet
zonder galgenhumor. Ik vroeg: „Waarom grij
ze oogow?" en merkte toen eerst, dat in de
WeiP hes groot aantal wit-grijze vischoogen
zwommen, die bewezen, dat het zioh in den
emmer bevindende vuile vocht werkelijk een
uschsoep was Mijne vrienden noemden
d«ze soep daarom „grijze oogen", of in 't Rus-
s,sch „Karije Glaski" wat des te tragischer
kl°nk, omdat in Rusland een zeer bekend en
geliefd zigeunerlied dcnzelfden naam draagt.'
Het eten, dat tweemaal daags uitgereikt
werd, verdiende nauwelijks den naam van
■voedsel" en kon beter „vuil" genoemd
worden. Behalve deze beroemde „grijze
vojensoep" (die overigens, daar men in
Rusland gebrek heeft aan allerlei ge
bruiksartikelen, in emmers wordt opge
diend, die anders in het hospitaal der
gevangenis staan en gebruikt werdea om
allerlei afval, als vuile watten, gebruikte
verbandmiddelen ed. in te verzamelen)
kregen de gevangenen dagelijks een half
pond half-gebakken zwart brood, dat dooi
de surrogaten, die er in verwerkt waren,
er als aarde uitzag en ook daarnaar
smaakte. Eenmaal per week kreeg elke
gevangene een bedorven, stinkende visch.
De behandeling der gevangenen door
het personeel was bovenmate ruw. Ve
len werden voortdurend geslagen. Elk be
vel werd op ruwen toon gegeven, onder
vuistslagen en stompen. Uit de naast ons
gelegen vrouwencel, vertelt Popoff, dron
gen dag en nacht kreten der vrouwen
tot ons dooi-, en vloeken der bewakers,
die de vrouwen niet met rust konden
laten. Overigens was in het algemeen
het vloeken niet om aan te hooren. Ieder
een vloekte: de bewakers onder elkaar,
de bewakers tegen de gevangenen, de
gevangenen onderling. Wat dat beteekent
kan alleen hij: begrijpen, die de bijzondere
terugstooteridheid der Russisch© vloeken
kent.
Niettegenstaande dit schelden, vloeken
en grove optreden van het geheclo ge
vangenispersoneel waren de dagelijksche
bezoeken van deze bewakers toch de
eenige afwisseling in het eentonige be
staan van de gevangenen. Telkens als
het rammelen der sleutels werd gehoord,
vroeg ieder zich af: vrijheid of dood?
Wanneer de gevangenbewaker den
naam van een gearresteerde afriep, voeg
de hij er steeds iets aan toe, riii. óf
„voor 't verhoor", öf „met je boeltje",
óf „met je boeltje naar den commandant".
Het eerste beteekende, dat men naar den
rechter van instructie gebracht zou wor
den, wat daarvan het gevolg zou zijn,
was onzeker. Het „met je boeltje" kon
drie dingen beteekenen: overbrengen naar
een andere gevangenis, of deportatie naar
Siberië of doodstraf. Het „met je boeltje
naar den commandant" beteekende vrij
heid.
Treffend is het gedeelte, waarin de
schrijver vertelt, in welke localiteit hij zijn
vonnis afwachtte.
Om zes uur 's avonds werd plotseling op
bet binnenplein van de „Binnen-gevangenis"
het dagelijksche geluid van do „Zwarte Raaf"
zoo werd door de gevangenen de zwarte
op een doodkist gelijkende gevangenis-auto
genoemd, hoorbaar. De gevangenen werden
onrustig. Wie van ons zou heden meegevoerd
worden en welk lot wachtte de weggevoer
den Bange minuten gingen voorbij. Toen
knarste de sleutel in het slot van ónze deur
en. de bewaker riep: „Burger Popoff en
Georgi Konstantinowitsj, maakt jelui klaar,
met je boeltje".
„Wjj waren ongeveer mot ons dertigen in
de „Zwarte Raaf" bijeen, die nauwelijks plaats
voor 10 menschen had. Daar in den wagen
geen vensters waren, was het daarin volko
men donker, zoodat men zelfs zijn lotgenooten
niet kon zien. Eindelijk zette de auto zich
in beweging, en met spanning wachtten- wij
af waarheen dit „zwarte" lot ons brengen zou.
Tot onze verbazing hield de auto reeds stil,
toen wij nog geen drie minuten gereden had
den. De deur werd geopend en wij merkten,
dat wij naar een der bijgebouwen van do
Tsjeka (de geheime Inquisitie) werden ge
voerd, een oud paleis eener gravin, die daar
weleer haar lijfeigenen onmenschelijk had doen
martelen. Ik werd op het binnenplein van
de andere gevangenen gescheiden en naar
een zijvleugel aan den achterkant van het
paleis gevoerd. Wegens de eigenaardige in
richting van dit gebouw wordt het door de
bewoners van Moskou het „Doodenschip" ge
noemd. En terecht! De Tsjeka (dat is de
Inquisitie), waardeert liet koude stilzwijgen
van deze steenen, gevoellooze gevangenismu
ren bijzonder en zij stelt er hijzonderen prijs
op, dat de „roode terreur" zich voor de bui
tenwereld zoo onopgemerkt mogelijk afspeelt.
Nu, aan dit doel beantwoordt het „dooden
schip" geheel.
Verschrikkelijke geheimen en misschien
wel de afschuwelijkste en bloedigste tra
gedies van onze eeuw verbergen zich
achter deze muren. In dezen vleugel be
vindt zich een groot, merkwaardig in
gericht vertrek; langs de wanden daarvan
loopt een smalle, van ijzeren tralies voor
ziene galerij. De vloer is er uit wegge
nomen, zoodat deze ruimte, waarvan nu
de vloer oen verdieping lager ligt, een
diep kelderachtig vertrek is geworden.
Van den grond loopt een ijzeren ladder
naar de deur en de galerij. Om deze
eigenaardige inrichting heeft men dit huis
met zijn systeem van galerijen en trap
pen het „schip" en de kelderruimte de
„machinekamer" genoemd.
Voor welk doel dient dit „schip" met
zijn „machinekamer"? Het antwoord hier
op ontsluiert een der vreeselijkste ge
heimen der Tsjeka, vertelt Popoff. Niet
GR00TE MARKT 24. TELEFOON No. 41. j
zoo maar wordt deze ruimte het „dooden
schip" genoemd. Hier vindt de terecht
stelling der slachtoffers van de Tsjeka
plaats.
De ter dood veroordeelden worden, ge
heel naakt, door de deur in liet vertrek ge
duwd, waar een bewaker hen dwingt om de
trap naar de „machinekamer" af te dalen,
'waar hem de heul wacht. Deze doodt de
slachtoffers door een, twee schoten in den nek.
De lijken worden door een achterdeur weg
gesleept en met een vrachtauto worden zij naar
een buiten Moskou gelegen begraafplaats ge
bracht en aldaar begraven.
Soms worden gevangenen naar het
„doodenschip" gebracht, niet met het plan
lien tc dooden, maar hun vrees aan te
jagen en hen aldus tot een bekentenis
te brengen. Wat zoo'n verblijf in het
doodenschip van iemands zenuwen vergt,
valt moeilijk te beschrijven. Popoff be
hoorde tot diegenen, wien vrees aange
jaagd moest worden.
Popoff is ten slotte vrijgekomen. Bij
zijn terugkomst in West-Europa schreef
hij het boek.
SLIJMHOEST?
CARUS0L, 30 cent per dnoaje.
DE TOOWEKPflS-TILLE.
Bij Uw Drogist.
Uit de Fransche Kamer.
Men kan niet zeggen, dat deze Kamer
haar werkzaamheden in het nieuwe jaar
in kalmte is begonnen. Nadat Painlevé,
wiens herkiezing tot voorzitter reeds ge
meld is, de gebruikelijke toespraak had
gehouden, kwamen de interpellaties aan
de orde. Chautemps, de minister van
binnenlandsche zaken, verklaarde, dat de
regeering ter beschikking van de Kamer
stond voor de onmiddellijke behandeling
van de interpellatie betreffende de sta
king te Douarnenez. Toen Masson, socia
listisch algevaardigde, vervolgens met do
interpellatie wilde beginnen, maakte de
oppositie de opmerking, dat er ook nog
andere interpellaties op behandeling
wachtten en dat de voorzitter vergeten
had de Kamer uit te noodigen zelfs de
volgorde vast, te stellen. Painlevé wei
gerde echter de Kamer in deze regeling
te kennen. Do minderheid maakte daarop
Masson het spreken onmogelijk door met
lessenaars te klappen en op andere ma
nieren rumoer te maken. Er ontstond
een algemeen kabaal; socialisten storm
den van hun banken en wisselden sla
gen met leden van de rechterzijde, de
communisten hieven de Internationale aan
en van de publieke tribunes werd geflo
ten. Painlevé zette zich den hoogen hoed
op het professorale hoofd en verliet den
voorzitterszetel. Na een kwartier werd
de vergadering heropendMasson kon zijn
interpellatie ten einde brengen.
i De nieuwe Duitsche regeering.
De rijkspresident heeft dr Luther tot
rijkskanselier benoemd en op diens voor
stel de volgende personen tot ministers:
buitenlaridsche zaken dr Stresemann; bin
nenlandsche zaken 'Martin Schiele; econo
mische zaken ^euhausarbeid dr Brauns;
verdediging dr Gessier; posterijen Stingl;
voeding en landbouw graaf Kanitz.
De portefeuilles van financiën en ver
keer zijn nog niet bezet. De portefeuille
van justitie is aangeboden aan raadsheer
Schumacher, lid van den rijksdag, die
men tevens wil belasten met de waar
neming van het departement voor de be
zette gebieden. De besprekingen hier
omtrent zijn nog niet afgeloopen.
De roode en rose pers is natuurlijk
over dit kabinet slecht te spreken.
Welke zittende R. E. Kamer
leden zullen verdwijnen?
De „Gooische Post" schrijft:
Nu berichten over de Utrechtsche ver
gadering op gezag "van Prof. Aengenent
en anderen in de bladen verschijnen,
bestaat er ook geen aanleiding meer
om achterwege te houden de namen
van de zittende Kamerleden, die op de
Utrechtsche vergadering genoemd zijn als
dromende het eerst in aanmerking om
niet herkozen te worden.
Zoo moet liet vaststaan, dat behalve
de heeren Stulemeijer en W. F. J. Ju
ten, die zich niet herkiesbaar stellen,
men weinig voelt voor een hernieuwing
van de candidatuur van den heer G.
Bulten, oud-selioolhoofd te Zilk bij Hillc-
gom, die tijdens zijn Kamerlidmaat
schap burgemeester van Voorhout is ge
worden.
Eveneens zouden van de landbouwers
voor een valste plaats op "het politiek
advies niet meer in aanmerking komen
do heeren P. ,T. Rutten, die zitting heeft
voor Limburg, en G. Knigge, die zitting
heeft voor Utrecht, terwijl ook in dit
yerband genoemd Wordt de naam van
den heer A. J. Loerakker, die zitting
heeft voor Leiden.
Verder is bepleit, dat wegens opeen-
hooping van ambten niet voor een her
kiezing in aanmerking zouden komen de
heeren mr J. B. Bomans, lid van God.
Staten van Noord-Holland, en A. B'. Mi-
chielsen, voorzitter van den Raad van
Arbeid te Haarlem, laatstgenoemde om
dat hij geweigerd heeft, zelfs na op hem
geoefenden aandrang, dit voorzitterschap
neer te leggen, en zoodoende een ra-
tioneele bezuiniging heeft tegengehouden.
Wat het Zuiden betreft, is moeite ge
daan om den heer A. II. A. von Frijtag
Drabbe te plaatsen in den kieskring Til
burg op de plaats van den heer Juten,
welke plaats een twijfelachtige is, zulks
teneinde de ambtenaren door de candi-
daatstelling van een hunner voormannen
tevreden te stellen. Dioch Brabant en
Limburg verzetten zich op dit oogenblik
nog tegen candidaten uit de Noordelijke
provincies.
S t e n li u i s in de Tweede K a m e r?
„De Strijd" meldt:
Vrijdag' vergaderde het bestuur van
het N. V. V. Djoor Stenhuis werd ver
gunning gevraagd een ernstige candida
tuur voor de Kamer aan te nemen.
Op een enkele uitzondering na, werd het
toegejuicht, dat Stenhuis door de partij
een ernstige candidatuur was aangebo
den, daar men meende, dat het N. V. V.
niet kan ontberen, dat een zijner da
gelijksche leiders in de Kamer zat. (Och,
ja, waarom zou men niet van dé Eerste
naar de Tweede Kamer willen verhuizen?
't Levert meer op. Red. Z.)
D; e B u r g e r W' a c h te n.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken heeft aan de burgerwachten medege
deeld, dat zij1 over 1925 slechts 75 pet.
mogen verbruiken van het patronenver-
bruik over 1924, niet meer dan 150 per
hoofd en dat zij: elkaar geen patronen
mogen verstrekken. Zij: kunnen evenwel
voor eigen rekening tegen den kostenden
prijs patronen van de artillerie-inrich
tingen ontvangen. Ook overigens <wordt
pp bezuiniging aangedrongen.
D e S. D. A. P. e*h haar R e s t u u r.
Mr P. J. Troelstra heeft aan het Par
tijbestuur van de S. D:. A. P. bericht
gezonden, dat hij geen candidatuur voor
het Partijbestuur meer aanneemt. De heer
W1. IJ. Vliegen, die reglementair wegens
zijn verhuizing naar Dien Haag! het voor
zitterschap der S. DL A. P. niet meer
kan aanvaarden, heeft zich bereid ver
klaard zich voor het overige deel van het
Partijbestuur een candidatuur te zullen
laten welgevallen.
Naar aanleiding van dit bericht nog het
volgende, 'dat we van verschillende zij
den vernamen. De heer Kleerekoper zou
voorzitter van het Partijbestuur worden.
Men moet wel lang er over beraadslaagd
hebben, want de heer Kleerekoper moge
zijn wie hij wil, als voorzitter is deze
fanatieke man al kwalijk geschikt. Maar
de Partij schijnt daar in Amsterdam over
niet veel krachten te beschikken. Verder
hoorden we verluiden, dat voor leider
der Kamerfractie zich niet minder dan
drie gegadigden opdoen, n.l. zoowel de
heeren Albarda en Vliegen als de heer
Schaper. Het gebeurt meer, dat, als de
helden heengaan, hun epigonen om den
buit vechten. (Resb.)
Bij de directe belastingen, enz. izijn
met 1 en 16 Jan. verplaatst de kommies
lo klasse G. van Tongeren van IJzen-
drjke naai' Amsterdam en de kommies
2e klas H. M- Le Fever van IJzendijke
naar Aardenburg.
De hikziekte. In verschillende
plaatsen in het eiland Tholen o.m. to
Th-olen, te Oud-Vossemeer en ook in N.
Vossemeer komen gevallen van hikziekte
voor, blijkbaar niet van zeer ernstigen
aard. (M'-C.)
Door de gemeentepolitie is in beslag
genomen een vermoedelijk valschen gul
den, dragende de beeltenis der Koningin
en het jaartal 1923
MKmH&RDT's
Keelpijn-Tabletten 60 ct
Hoest-Tabletten 60 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
Goes. Gisteravond sprak in het Schut
tershof voor dc Vereen, voor Chr. Winter-
lezingcn de bekende Haagsche predikant
ds D- A. v. d. Bosch over „de Engelen".
Na ingeleid te zijn door het Reshrurs-
lid der voreeniging, don heer N. J. B-ast-
meijer, verkreeg de ^preker het woord.,
Spr. schetste eerst in treilende bewoor
dingen het Bijbelverhaal, waarin geden
kend wordt de droom van den na lange*
moeitevollen dag rustenden Jakob, waarin
hij de engelen Gods zag nederdalen en
opklimmenvan en naar den hemel.
Wat schoone beteekenis heeft deze
droom van Jakob voor de kerk van alle
tijden. Er is een levende relatie tusschen
hemel en aarde, nog onderhouden tot
op den huidigen dag door 'de Engelen
Gods.
Toch denken wij veel te weinig na over
de Engelen.
Wij Gereformeerd-protestanten zeggen
wel niet met de Sadduceeën, dat ei' geeu
Engelen zijn,' maar deze zaak is voor
velen toch niet meer dan oen memorie-
post. 'Ze is veel te weinig een geloofs
stuk in de praktijk van ons Godvruchtig
leven.
Ook het dweepen met de Engelen is
veel meer een gevolg van kunstliefde
dan rustend op do gegevens der Heilige
Schrift. De kunst vooral zoowel beald-
Jiouw- als dichtkunst heeft zich met de
Engelenfiguren ingelaten. Maar men heeft
veel te weinig gezocht in de Heilige
Schrift, wat deze van de Engelen zegt.
Do Engelen zijn voor maar al te vele*
kunstfiguren geworden of beeld van. lief
talligheid. Zoo noemt een moeder haar
kind een Engel. En menig meisje wordt
door haar verloofd© „een engel" genoemd.
Heelemaal abuis zegt spr., want de Schrift
teekent de Engelen als mannelijke wezens.
Spr. behandelt daarna le het wezen;
2e de wereld en 3e het werk der Engelen.
Het woord engel, een vreemd woord,
wil zeggen: bode. Hot woord Engel be
teekent overal in de Heilige Schrift: bood
schapper Gods, behalve in de Openbaring,
waarin het ook beteekent: voorganger der
gemeente.
Scherp -omlijnt Spr. het Engelenbegrip
uit den Hebreëi'-brief: „gedienstige gees
ten". Ze zijn persoonlijke zelfstandig© we
zens, met wil en verstand begaafd.
Het blijkt ook telkens, dat wanneer er
Engelen verschijnen, zij volkomen op de
hoogte zijin van de omstandigheden der
personen, aan wie zij' verschijnen.
Eén ding is er, dat de Engelen nooit
zullen verstaan, n.l. "het wonder der ver
lossing, van Jezus' menschwording.
Hebben de Engelen een lichamelijk be
staan? Zeker, zeiden sommige kerkvaders.
Maar het is onjuist, zegt Spr. De Engelen
worden nadrukkelijk geesten genoemd. En
verschijnen zo op -aarde in menschelijke
gedaante, dan is het lichaam, -dat ze
-dan drqgen, slechts tijdelijk. Spr. wijtet
hierbij op het wonderlijk handelen van
den Engel, die aan Manoach verscheen.
Engelen zijn geschapen geesten. Het
meest waarschijnlijk is, dat de Engelen
zijn geschapen tegelijk met den hemel.
Het zijn geschapen geesten, die wel een
begin hebben gehad, maar geen einde
zullen hebben. Hun stand wordt bepaald
doordat zij zijn: boodschappers 'Gods.
Steike helden zijn het, want zij openbaren
zich soms in geweldige klachtsuiting. De
H. S- teekent ons de Engelen niet als
een beeld van schuchterheid, maai' als
een van jonge, mannelijke kracht- Welle
een troostende gedachte voor Gods "kerk
is het, dat de Engelen zijn sterke belden
Gods. Hoe wordt ons ook de snelheid,
der Engelen geteekend, gesymboliseerd in
hun vleugelen. Wat -een troost vloeit ook
hieruit voort voor Gods kerk en al Gods
kinderen.
De talrijkheid der Engelen is buiten
gewoon. Die Schrift spreekt van vele dui
zenden, heirscharen, legioenen, enz. Toch
is de Engelenwereld -een geordende sa
menleving. De II. S- spreekt van een
leger, d.w.z. er is orde en regelmaat, in.
Kleurloozo eenvormigheid is daar niet,
want in Gods Schepping is overal ver
scheidenheid. Wordt er niet gesproken
van de Archangel, van Cherubs, Serafs,
tronen, machten, heerschappijen (dat zijn
groote groepen van Engelen). Van elk
dezer groepen beschrijft Spr. taak en roe
ping. Ook in de Engelenwereld zijin er
hoogere en 'lagere rangen.
Waar God zelfs de sterren bij name
noemt, is het niet te verwonderen, dat
ook de Engelen namen dragen. Toch vin
den we in de H. S- slechts 2 namen van
Engelen, n.l. Gabriël en Michael- De werk
zaamheid van Gabriël staat telkens in
verband met de vleeschwording van