M© 90 Vrijdag 16 Januari 1915 S9e Jaargang a&Khmm VERVOLGD EN GERED. FEUILLETON." ftrukkftrs-ExpJeüaiilM OOSTBRBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorsisfraat 68—70, G»es Tel.: Redactie tio. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma P. P. DHU1J, L. Burg. Tel. no. 259 ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, #8.— Losse nummersfö-0§ Prijs der Advertentien: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting HET IDEËELE KIESSTELSEL Laat ons artikel 11 van „Ons Program" nog eens afdrukken Opdat de Staten-Generaal in de natie wortelen en het volk niet slechts in naam vertegenwoordigen, zal het kies recht organisch zijn in te richten en wel met toepassing van het gezins hoofdenkiesrecht en van de Evenredige vertegenwoordiging voor de Tweede Kamer; en daarnaast van het recht der verschillende maatschappelijke groe pen, om zich door eigen gemachtigden in een andere Kamer te doen vertegen woordigen. Krachtens beginsel verwerpt ae partij stemdwang en wraakt zijeen staatkundig vrouwenkiesrecht. Het kies recht der weduwen volgt van zelf uit het kiesrecht der Gezinshoofden. Wie dit (sinds 1917) nieuwe artikel vergelijkt met het oude, die ziet dat er enkele wenschen niet meer in voor komen. In zake de jarenlange krenking van het recht der minderheden en de heerschappij van den Mammon het census-kiesrecht zijn ónze verlangens ingewilligd. Tocih zijn we er nog niet. Want om het volk als volk, dus niet als een verzameling van eenlingen te vertegenwoordigen, moet het mechani sche kiesrecht, dat met bevoorrechting der geldmenschen begonnen, allengs in ruimer kringen toegestaan, ten slotte in algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht zijn eindstation vond, gelijk trouwens steeds door Groen van Prinsterer is voor speld geworden, dooi* het organisch kiesrecht worden vervangen. Niet de ge zamenlijke eenlingen, maar de gezamen lijke hoofden of vertegenwoordigers der huisgezinnen dienen kiesgerechtigd te zijn. Wij blijven daarom ijveren voor orga nisch kiesrecht met gezinshoofdenkiss- recht en evenredige vertegenwoordiging voor de Tweede Kamer. Wij blijven derhalve pleiten voor het Huismanskiesrecht of, gelijk 't door dr Kuvper zelf in 1917 is aangeduid, het Gezinshoofdenkiesrecht. Waarbij dan be hoort in acht genomen te worden dat de weduwe van den „huisman" in de rech ten van het overleden gezinshoofd treedt, en dat Waar beide ouders over leden zijn, de oudste zoon of zoo er geen zonen zijn de oudste dochter, op wie immers de taak rust van het beheer, de opvoeding, de controle en het bestier, gerechtigd is tot de uitoefening van de kiezerstaak. Dat. is van ends, sinds Dr Kuyper op trad, het verlangen van de A.-R. partij geweest. Toch beschouwe niemand dat Gezins- lioofdenkiesrecht als een vondst van par ticulier Antirevolutionair karakter. Reeds jaren geleden wees dr Kuyper om dit te bewijzen, op den R.-K. Louven- schen hoogleeraar Charles Perin, die in zijn bekend werk „Politique Chvé- tienne" schreef: „Er is nóg een grond stelling die in elke1 maatschappij met het oog op het stemrecht voorop moet geschoven, t.w. het belang van het in haar hoofd v e r t ei g e n w Oi o r d i g d e huisgezin. Deze hoofden komen voor wat him beroep betreft, allicht in onder scheidene klassen uit, maar komt men toe aan hot huisgezin, zoo is van i- mmmm ,n i 13) o— To-en scheurde hij een blaadje uit zijn boekje, krabbelde or enkele regels op, ontsloot een klein leeren taschje aan den halsband van Max en deed het briefje er in. „Nou, hondje!" zei hij, den kop van zijn hond tusschen de handen nemende. „Kijk me nou 's aan en luister 's goed, kereltje! De baas blijft alleen hier. Bij wat nou gebeuren moet, kan hij je niet gebruiken. Opgelet! Max! naar huis!" Een oogenblik zag de hond hem aan met een blik van niet-begrijpen in zijn bruine oogen. „Nou, toe nou! Naar huis!" Thans begreep Max den baas wel en in gestrekten galop verdween hij tusschen het geboomte. „Ziezoo", zei de wachtmeester; „we hebben op zoekertje gespeeld, nou gaan We 's verstoppertje spelen." Br waren bij de .familie Beijers drie brieven tegelijk gekomen; een gebeurtenis van beteekenis in den stillen kring. ''s Morgens, na afloop van het ontbijt, bad do post ze gebracht; de drie brieven, waarvan één zwart lak met een grafelijk wapen droeg. Het was de familie te moiede geweest, alsof er een veroordeelend vonnis be zorgd was en de hand van vader Beijers geen onderscheiding meer sprake. Dan toch staan alle gezinshoofden, wat be teekenis, gezag, plicht en verantwoorde lijkheid betreft, geheel op één 1 ijn. Onder hen daarom moet het Stem recht, voorzoover ze een bepaalden ouder dom bereikten .en vast domicilie hebben, wezenlijk a 1 gemeen zijn." Ook van de jongere geleerden op Staats rechtelijk gebied mag vastgesteld dat zij de valsche stelling alsof de1 Staat als een hoop individuen^ op eenzelfde stuk grond is te beschouwen, geheel loslie ten, en almeer nadruk legden o(p het organisch karakter van den Staat, en, uit vooral, op zijn wording uit het soci ale element dat aan alle volksleven cigeü is; steeds meer er toe neigen om het algemeen stemrecht als onhoudbaar op te geven en tot een organische vertegen woordiging met het familierecht voorop terug te keeren. Dut het algemeen 'Stemrecht voor de S-D.A.P. tegenvallers heeft gebracht, is aan die zijde meermalen erkend. Dpeh dit alles raakt het beginsel van het algemeen Stemrecht niet. Dut wj voorstanders blijven van het Gezinshoofdenkiesrecht, is onder anderen •hierom, dat wij in het gezin de kiemcel erkennen waaruit de maatschappij ge bouwd is. En dat wij tegen het algemeen Stem recht zijn, vindt zijn grond onder ande ren hiefin, dat liet niet strookt met de antirevolutionaire beginselen. Reeds vroeger herinnerden wij aan de onzes inziens zeer juiste opmerking van Prof. Eabius, dat in 'tafgetrokken© ge nomen, algemeen kiesrecht volstrekt niet ongeoorloofd is; bijvoorbeeld wanneer schipbreukelingen landden op een onbe woond eiland en besloten zich daar to vestigen, zou 't begrijpelijk zijn, dat zij bij algemeen stemrecht zich tot een orde lijken Staat organiseerden en zich een bestuur kozen. iMaar en zie hier nu de fout onzer regpering en volksvertegenwoordiging in ■1915 wat geoorloofd is op een onbe woond bevonden eiland, bij: het ontstaan van een maatschappij, wanneer er eigen- Ijk nog geen volk is, is niet geoorloofd jo-nder een historisch geworden volk, onder hetwelk zich een ingewikkeld maatschap pelijk leven heeft gevormd. 4 (Wie 'tdaar invoert, handelt revoluti onair, want hij stelt dan die m a, s s a voor als het v^ik. Hij ontbindt het volk weer in zijn eerste elementen van samen stelling, doet als 'tware 's volks geschie denis te niet, grijpt terug naar do ge daante, die het volk had, toen het nog geen volk was. Het volk de massa! Zeer terecht schreef- reeds in 1910 bovengenoemde antirevolutionaire hoog- leeraar: „De revolutionaire massa, van het algemeen stemrecht wil uit haren aard 'alle Overheid, alle georganiseerde macht overheerschien." Zoo komt dat volk in handen van dema gogen, van volksmenners- En wat de zulken vermogen, of voor kwaad stichten, heeft Rusland bewezen, is ook elders in Europa gezien, en zal ook in ons land, zij 'tnaar wij hartelijk hopen, ingetoomd en beteugeld, openbaar worden. Men kent 'tvers, dat de S.D-A-P. reeds in haar jeugd zong met o.a. de bekende had getrild bij het openmaken der aris tocratische enveloppe. Geen wonder. Ilj had, als man van eer en geweten, den graaf geschreven, dat voor de derde maal een hert, thans zelfs een fraaie bok, gevallen was door het verraderlijk lood van stroopers. Hij had er op gewezen, dat men hier blijkbaar niet met gewone wilddieven te doen had, aangezien het schot, 'dat den hok getroffen had, gelost moest zijn uit een eerste klasse geweer, zooals bleek uit de wond in den kop van het gedoode dier. Hij had er bij gevoegd, dat het hem leed deed, het misdrijf niet te hebben kunnen verhin deren, maar dat hij in de stellige hoop leefde, met behulp der marechaussee bin nenkort' op de stroopers de hand te kun nen leggen. Niets, geen enkel woord had do oude man er aan toegevoegd om zich te ver dedigen tegen het verwijt, dat hij niet meer geschikt zou zijn, 's graven wild tegen strooperij te beschermen. Welke reden had hij ook tot zijn verschooning kunnen aanvoeren? Het was immers waar, dat hj zich had laten verschal ken door geslepen wilddieven! En Beijers was er in het geheel de man niet naar, zich door looze rede neeringen van eenigen blaam schoon te wasschen. Zoo had dan zijn hand getrild, bij het openen van den brief van den graaf. Ook moeders hand had getrild, toen zij haar theekopje verzette, in afwachting van wat komen ging. bedreiging; Dan zij de buffel ons ten voorbeeld. De strijd moet van de zijde der A--R. partij blijven voortgezet tegen 't algemeen stemrecht, omdat het de consekwentie is van. 't atomistisch kiesrecht, en zoo ver mogelijk afstaat van het organisch kiesrecht, 'hetwelk wij voorstaan; ook tegen het Staatkundig Stemrecht der -.vrouw, omdat 't uitgaat "van den valschen grondregel, dat 't een in soort is niet dat van den man en omdat 't de consekwentie is van het allemans-slemrecht; en ook 'tegen den Stemplicht, omdat de A.-R. partij reageert tegen eiken vorm van jdwang; 'teen even onduldbare dwinge landij zou zijn als huwelijksdwang; en geheel in strijd met het karakter van het kiesrecht; immers wie geroepen wordt naar de Stembus, ontvangt hiermede niet anders dan de erkenning yam Overheids wege van een hem toegekomen recht, niet de oplegging van -eenige verplichting, op welker niet-nakoming straf wordt, be dreigd. Het is een nieuwe Belgische vondst, die in. ons land zich niet mag inburgeren. De Stemplicht is met de idee zelve van het kiesrecht in onverzoenlijken strijd. Het volk is er niet om de Overheid, maar de Overheid is er om het volk. Ook met dezen schoenen regel is de Stemplicht in strijd. Want „nooit mag de uitoefening van een volksrecht worden voorgesteld als een hulpdienst op last der Overheid aan den Magistraat bewezen." Die A.-R. partij beeft al deze dingien aanvaard, nolens volens, uit noodzaak, doch met het vaste voornemen om te streven naar een zoodanige wijziging' van ons Kiesstelsel, dat verwezenlijkt wordt 'wat art. 11 vraagt; organisch kiesrecht, waarin ook plaats is voor de vrouwelijke kiezer, mits alleen .als gezinshoofd; en voorts een Tweede Kamer dom- E- V. gekozen, en daar naast een Eerste Kamer, althans een andere Kamer, waarin de verschillende giroepen hunne vertegen woordigers kunnen kiezen, teneinde hare belangen te behartigen; afschaffing ,van den stemplicht en van 'het staatkundig vrouwens temrecht RNMVKANTEN vvqohK«PMA. wcawsa Windhorst en de Staatsloterij. Gisteren meldden wij dat deze Room- ■sche staatsman, een der meest gezagheb bende staatslieden van Europa, Windhorst, de eminente leider van het Centrum, in de Pruisische Kamer en den Quitschen Rijks dag zich zoo kras mogelijk tegen de Staatsloterij heeft uitgelaten. In 1884 werd in de Pruisische Kame-r Willem's hand, die met een tafelmes speelde, had niet getrild; maar met som beren blik had hij naar vader's gelaat gezien, terwijl de oude man den brief stilzwijgend las. Ei' was in vaders trekken onder de lezing niets veranderd. Slechts was hem aan 'teind een zucht ontglipt. 'kHad het verwacht", zei hij, Willem den brief toeschuivend, „ik krijg met ■drie maanden mijn pensioen. Vijfhonderd gulden "sjaars. Dat is tien guiclen in de week. Maar wat ik niet verwacht had is, dat de- graaf sollicitanten zal oproepen voor jachtopziener; ik had gehoopt, dat hij Willem benoemd zou hebben". „Er wordt op de wereld nog meer brood gebakken als dat, 'twelk de graaf 'laat verdienen", merkte de jonge man bits op. En hij begon te lezen. Ja 'tstond er; „gebleken ongeschikt heid", „oude dag"; „veeljarige trouwe dienst"; „pensioen". Alles, zooals de familie Beijers het had zien aankomen. „Nu", zei Willem, het stilzwijgen der verslagenheid verbrekende; één ding weet ill wel: ik solliciteer niet. Had de graaf mij ais vaders opvolger begeerd, dan had hij 'twel in den brief gezet. Maar wat is er meer voor nieuws? O, dat is een schrijven van mijnheer Willemsen, den jMïddernachtzendeling. Zal ik jiet maar voorlezen, vader?. Het is aan mij geadresseerd." „Ja, toe maar; jij leest beter dan ik." Willem nam den brief uit, de enveloppe, door de Centrum-partij de loterij-quaestie aan de orde gesteld door een voorstel van Dr Löwe, waarbij ook de staats loterij Ier sprake kwam, die door een der afgevaardigden, den heer ,y. M!., ver dedigd werd. Tegen diens pleidooi nu kwam Da? Windhorst in verontwaardiging op. Hij sprak (blijkens zijn „Ausgewahlte Reden" Band. III pag. 4) het volgende: „De heer v. M'. acht, dat er een onder scheid moet worden gemaakt tusschen Loterij en Speelbank. Principieel kan ik er geen onderscheid in zien. Beid ehan- gen van het toeval af, en een Loterij als de Staatsloterij houd ik voor te ver derfelijk, voor verderfelijker nog dan de Speelbank, omdat de Staatsloterij zich wendt tot een veel grooter publiek en vooral ook tot de lagere volksklassen. Deze echter zijn door den regel niet in staat de dingen zoo klaar en duidelijk te zien, als zij althans het kunnen dio aan do Speelbank zitten"..,,. En v-erder: „De verdedigers der Loterij! wijzen op de inkomsten daaruit voor den Staat, en ik betwijfel ternauwernood, dat do minister van financiën gelijke bewegingen laat gelden. Van mijin kant betreur ik elk verlies v-oor de schatkist van den Staat, maar inkomsten uit handelingen die ik v-oor immoreel houd, wenscb ik niet, en ik kan het non olet, dat daar is uit gesproken, van mijn kant niet onderschrij ven. ïk ben in het leven door de bittere ervaringen van vele familiën er opmerk zaam op geworden, wat ongelukkige ge volgen dit loterijspel had. Ik ken een reeks- van gevallen, waarin meri geloofde den dreigenden financieelen ondergang daardoor af te kunnen wenden, dat me® grof in de loterij speelde. Men hoopte dan nog nog een kapitaal machtig te wor den. De laatste sommen wei-den dan bij- éengezameld om dit doel te bereiken, en juist het middel dat bet onheil moest afwenden, werd eerst recht, oorzaak van ellende- Hier speelt men uit oor zaak van nood, elders op vele andere gronden, riieL zelden ook uit lichtzinnig heid; en wie bij ervaring weet hoe de loten verhandeld worden, zal, meen ik, geen oogenblik aarzelen om a,an de lote rijen een eind te maken. Da enkele .loten worden, hoe men er ook tegen 'wake en het vefbiede, door handelaars op allerlei manier aan den man gebracht, en door tal van verkeerde praktijken wordt de kleine man tot het spel verlokt. M.en ïo-c-pt mij toe, dat dit ook met buiton- landsche loterijen geschiedt. Zeker, dat ■gebeurt ook, en ik zou wel wenschen -dat we een internationaal loterijverbod 'konden afkondigen. Edoch, dit kan nu eenmaal niet; mijn opinie is evenwel, dat als we in Duitschland het spel ver bieden, wij e-en zoo groot terrein voor ons veroverd hebben, dat daarmee do schrei- endst-e nood verholpen wordt en dat voor al -onder de massa, in de lagere volks klassen, het spelen meer -en meer een eind zal nemen" En ten slotte: „Ik zou willen, dat mijn medevoorsteller Dr Löwe, zijn voorstel, als het dit jaar tot geen goed resultaat leidt, een volgend jaar opnieuw zal indienen. Mocht hij het niet kunnen rl°ien, dan zal ik liet doen, zoolang ïk er ben. Ik ben van de verderfelijkheid van loterijspél in mijn ziel overtuigd en zal al mijn kracht aan- en las: „Mijnheer Volgens afspraak heb ik een onder zoek ingesteld naar mejuffrouw Pape gaai, de hospita van uw zuster. Daarbij zijn vreemde dingen aan 't licht gekomen. Het is niet wel mogelijk, li van alles schriftelijk verslag te aoen: ik ver zoek u daarom, morgen, dus den dag, waarop u dezen brief ontvangt, met uw vader, of, als dat niet kan, alleen, in het café „Het liggende Hert" te komen alwaar' ik u om 2 uur zal opwachten. Na onze samenspreking moeten we ook met uw zuster een onderhoud hebben. Alvast wil' ik u medeüeelen, dat zij bij! juffrouw Papegaai weg moet, hoe eer hoe beter. U in het belang uwer zuster en uwer geheele familie stellig verwachtende," met vriendelijken groet, Uw clw. Willemsen." Willem zag zijn vader aan. „Gaat u mee?" vroeg hij. ,,'kGa mee", antwoordde Beijers. „Ik geloof, -Aa.t ik dat moet doen. Jij ook niet moeder?" „Ja", zei moeder; „zeker man, ge moet meegaan. Ik begrijp er niets van; maar als 'torn 'twelzijn van ons kind gaat, kunt gij toch onmogelijk Willem alleen laten handelen." „En nu de derde brief", zei Beijers; „maak hem maar open, Willem, en lees hem maar voor. „Hè, postmerk van ons eigen dorp. Dia's vreemd." „Van Kelders", vervolgde hij, den ach terkant van. de enveloppe bekijkende. Zelfs vrouwen klagen. Wij leven in een drukkenden tijd. Zelfs vrouwen klagen somwijlen. Het is een feit, dat. velen op een crisispunt zijn aanbeland, waarop of hun gezondheid moet lijden, of zij hun werk moeten opge ven. Duizeligheid en pijn in den rug zijn waarschuwingen van opkomende nierkwalen. Laat uw werk dan een poos rusten; gij hebt gebiedend rust, ontspanning en fris- sche lucht meer levenszonneschrjn noodïg. Overwerking strijdt met onze levens- eischen; al te vaak is zij de oorzaak van nieraandoeningen bij vrouwen. Foster's Rugpijn Nieren PiUen vol doen aan alle eischen. Zij herstellen de ongemakken en onrust, veroorzaakt door nierverschijnselen als urinaire kwalen, rugpijn, waterzuchtige zwellingen, rheu- matische pijnen en zenuwoverspanning. Zelfs gevorderde nierstoornissen als nierzand, nier- en blaasontsteking-, spit, rlieumatiek, nierwaterzucht en ischias worden met succes bestreden door Fos ter's Pillen. Verkrijgbaar in apotheken en drogist zaken f 1.75 per flacon (geel etiket met zwarten opdruk). (31) wenden, om het uitgeroeid te krijgen." 'Allicht zal de Roomsche pers, voor 'tigeval zij zich door de argumenten der A.-R. pers niet laat overtuigen, naar dezen grooteri Roomschen Staatsman hooren, of anders zijn argumenten zoeken te weer leggen, doch wij maken ons sterk dat zij dit niet zal kunnen. „De Standaard" schreed dan ook reeds in haar no van 4 Maart 1911 dat zoowel Roomsche als Calvinistische oeconomen en Staatslieden op zakelijke gronden hierin overeenstemmen, dat de Staats lot er ij niet meer vain muizen tijd is en weg moet. 1 Veiligheidsklep! Uit de argumenten door liberale bla den tegenover het Staatsloterij-ontwerpje aangevoerd, releveeren wij er een, ge lanceerd door „Het 'Vaderland" van 15 Januari. De redactie schrijft: „Wij zijn tegen die afschaffing;, omdat de Staatsloterij is de veiligheidsklep, die die kleine burgers afhoudt van ander veel verderfelijker spel." De juistheid van dit argument kunnen wij niet toegeven. Een. litterair schrijver uit dé vorige eeuw Van Nievelt verdedigde het vloeken als zijnde een veiligheidsklep, zonder welke driftige menschen wel eens een beroerte zouden kunnen krijgen, of een moord begaan. Verscheidene geneesheeren verdedig den destijds tegenover dr H. Pïerson 'de verplichte keuring van publieke vron- iwen, opdat zij zouden dienen als veilig heidsklep. En nog heden ten dage Wordt zelfs in beschaafde kringen bij wijze van vei ligheidsklep naast de wettige vrouW eene maitresse geduld. Een dergelijk spel is door de Regjae- ring jaren lang gespeeld door aan onze Indische soldaten toe te staan het hebben van een „huishoudster". „Kelders, Kelders? Ren jij een Kelders?" „Jawel, ik heb hem een paar weken geleden leeren kennen, of eigenlijk slechts hooren noemen. Het is een jonge man, die op 'het bureau van den burgerlijken stand werkt en tot voor een half jaar bij notaris Nordens op 't kantoor was. Ik heb vader en moeder immers verteld, dat ik bij den do-miné aan huis met meneer 'Willemsen gesproken heb over den zoon van notaris Nordens, en diens omgang; met .Frans Holz? Welnu, de dominé zou met meneer WiHemsen aan Kelders een bezoek brengen om hem te vragen of- hij -ook iets afwist van den jongen Nor dens; dat wil zeggen of het jonge menseh van een goed levensgedrag is -en of hij misschien ook behoort tot de bezoekers van juffrouw Papegaai. Kelders hoort aan do gemeente en de dominé zegt, dat men hem volkomen vertrouwen kan. Maar laat ons eerst eens zien wat hij schrijft." En Willem las: „Mijnheer Naar aanleiding van- een onderhoud met Dis Veltman en den beer iVillomsen en e-en daarop gevolgde ontdekking zou ik u gaarne zoo spoedig mogelijk spréken, liefst op een voormiddag tusschen 10 en 11 uur, of 's avonds na 5- 's V oormiddags vindt u mij op 't gemeentehuis, 's avonds in mijn kosthuis bij de wed. IPalm. Met achting, afwachtend, Uw ~dw <lr: J- Kelders" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1