Woensdag 14 Januari 1115 39e Jaargang Binitenlani itf© 88 VERVOLGD GEBED. D/ ukkers-Exploifante-n OOSTEBBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorstsfraat 68—70, G»es Tel.: Bedaetle no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoer to Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, fS.— Losse nummersfö.0S Prijs der Advertentiën: t—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cl Bij abonnement belangrijke korting. ■KIESRECHT EN KIESSTELSEL. Artikel 11 van „Ons Program" luidt: Opdat de Statcn-Generaal in de natie wortelen en het volk niet slechts in naam vertegenwoordigen, zal "het kies recht organisch zijn in te richten en wol mot toepassing van het gezins hoofdenkiesrecht en van de Evenredige vertegenwoordiging voor de Tweede Kamer; en daarnaast van het recht der verschillende maatschappelijke groe pen, om zich door eigen gemachtigden in een andere Kamer te doen vertegen woordigen. Krachtens beginsel verwerpt de partij stemdwang en wraakt zij oen staatkundig vrouwenkiesrecht. Het kies recht der weduwen volgt van zelf uit het kiesrecht der Gezinshoofden. Hoe is toch dat kiesrecht in de wereld gekomen? Het is immers niet altijd zoo geweest? Onder de oude Germaansche volken, van welke wij als volk afstammen, be stond er een ongeschreven wet, die de verhouding tusschen den Vorst en zijn onderdanen regelde. Die vorst men herkent in dien naam de beteekenis van de voorste of liever het opperhoofd, zooals de naam toen luidde, kon feite lijk 'in zijn rechtspleging dit was 't voornaamste deel van zij:n taak niets beslissen zonder voorafgaande raadple ging met zijn volk. Die volksinvloed bleef na de kerstening der Germanen bestaan, doch gewijzigd en veredeld. De lijfeigenschap verviel, en voorzoover de vrijverklaarde lijfeigenen zich binnen een door poorten beschermde plaats met kandel of ambacht onledig hielden, traden! zij op als eeii vrije stand van poorters, naast die van den. adel en van do gees telijkheid. Allengs verlangden en ver kregen ook zij mede invloed op het lands bestuur, de poorters het eerst naarmate de opkomst der steden en de ^orderingen der beschaving hun aandrang kwamen stevig-en; het platteland het laatst, dewijl daar de volksontwikkeling door mindere welvaart en meerdere afhankelijkheid van den landheer maar al te lang werd tegen gehouden. Langzamerhand kregen de drie stan den; ridderschap, geestelijkheid en bur gerij steeds grooter invloed. De „beden" droegen daar veel toe bijl. Dit waren de aanvragen der vorston om geldelijken steun, wanneer zij een oorlog, wenschten to voeren. Do steeds machtiger wordende aerde stand, die 't meest op te brengen had, maakte hiervan gebruik door steeds meer privileges voor zich te eïschen in rail voor de toegestane golden. Do gewoonte van den vorst om de drie standen om zich te verzamelen «n te ïaadplegen schonk het aanzijn aan de instelling der Staten. Hier ligt de grondslag der latere Staten-Genoraal.- Na de Unie van Utrecht traden alt* Staten alleen do ridderschap en de steden op; doch de wijze, waarop zij gekozen werden bleef ongeregeld; gevolg van den onveiwachten dood van Prins Willem I, wien de titel en do rechten van graaf der zeven gewesten was toegedacht ge weest. Van een heusche vertegenwoordi ging der twee standen was derhalve geen sprake. De vroedschap der steden vulde zichzelf aan, en de gezamenlijke vroed schappen verkozen de gewestelijke afge vaardigden ter (provinciale) statenverga dering; terwijl do leden der (prov.) staten op him beurt do leden voor dei Algemeene Staten aanwezen. Doch ook de taak der Staten was niet behoorlijk omschreven. De gevolgen daar- FEUSLLETON. 11) Do wachtmeester zette zijn pet op, gespte zijn sabel en zijn revolver aan en verwijderde zich een enkel oogenblik, om aan zijn mannen eeniee orders te geven. „Ziezoo," zei hij, terugkomend1: „als je er niet tegen hebt, gaan we maar dadelijk °P stap, Beijers. Of wou je nog wat rusten?" „Dank je," antwoordde Beijers. „Moe ben ik niet; en al was ik hot, dan moesten we toch gaan, omdat je hond anders moeilijk werk zou krijgen. Zon en wind w'isschen een spoor uit en maken er de lucht af." „PreciesGaan we dus! Kom Max! en netjes achter blijven, hoor kereltje!" Een wandeling van een uur bracht de beide politiemannen en de hond op de plaats, waar het hert lag. Weer zwermden krijschend de kraaien °P; maar de takken, door Beijers bij zijn eerste bezoek over het doode dier gewor pen, hadden hen beDt, dit verder toe te takelen. „Hadden we nu maar iets om den van bleven niet uit, met name zoodra de Republiek der Vereenigde Nederlanden onafhankelijk werd en het Oranjehuis mol stadhouder Willem III in de mannelijke linie kwam uit to sterven. Veel bleef onafgedaan; en omkooperij en andere, ongerechtigheden waren aan ue orde van den dag. Er hearschte niet zelden een toestand van rcgceringloos- heid. i Het jaar 1795, voor Nederland het revolutiejaar, bracht verandering. De stadhouder werd verjaagd, en een voorloopig bestuur bracht een staatsrege ling, waarin gebroken wercf niet de stan denvertegenwoordiging en het volk als één geheel werd gedecreteerd. Het orga nische werd versmaad, het mechanische als proeve van hoogste wijsheid gehul digd. Daar was het trouwens revolutie voor Het volk in zijn organen, zijn natuur lijke kringen werd vervangen door een hoop zielen op een stuk grond. Wij mogen echter van deze Staats regeling en hare opvolgsters niet onkel kwaad zeggen, al deugden haar grond slag en uitgangspunt, niet. Dit geldt ook van liet kiesrecht, hetwelk 'er in werd vastgelegd. Dat aan de natie het kiesrecht werd verleend in hare uitverkorenen, was in derdaad het tegendeel van verkeerd, en lag in de historische lijn. Maar de fout lag in. de totale verwaarloozing 'der na tuurlijke, door God zelf in 'I, loven ge roepen organen. Volgens de Staatsregeling vail 1798 zou kiezer zijn iedere man van twintig jaar oud en daarboven, mits hij' aange slagen was in een belasting, niet arm lastig was en een verklaring aflegde, waarin onder anderen liet volgende voor kwam: „Ik houd het Rataafsche Volk" (dat waren de Nederlanders„voor een vrij en onafhankelijk Volk en beloof aan hetzelve trouw. Ik verklaar mijn onver- 'anderlijken afkeer van het Stadhouderlijk 'Bestuur, het Federalisme, de Aristocratie en de Regeeringlo-qsheid''; enz. Het aldus gekozen Vertegenwoordigend Lichaam verdeelde zich in twee Kamers. Die Eerste Kamer werd gekozen dooi- het Vertegenwoordigend Lichaam Reeds in 1801 werd deze Staatsregeling vervangen. Daarop volgde die van 1805, vervolgens het koningschap van Lodewijk en de inlijving en ten slotte het herstel der nationale onafhankelijkheid, waarvan een nieuwe grondwet voor hereenigd Noord- en Zuid-Nederland een der eerste vruchten was. Deze grondwet werd in '1840 gewijzigd wegens de afscheiding van België, en in 1848 meer' grondig herzien. Wat het Kiesrecht aangaat, do grond slag hiervoor werd er in opgenomen, namelijk ©en aanslag in de belastingen (het census-kiesrecht) voor een som, die naar de plaatselijke gesteldheid, niet be rieden het bedrag van f 20, noch boven dat van f 160 gaa,n mocht. Tegen dat census-kiesrecht heeft zich terstond na deszelfs invoering in de antirevolutionaire partij een strijd ont wikkeld, en terecht. Immers door dat "stelsel werden tal van nijvere menschen van het kiesrecht uitgesloten, enkel om dat zij niet voldoende belasting betaalden. Zoo tocli werd het kiesrecht in den grond niet verleend aan den man, maar aan zijn geld. In plaats van Manncn- kiesrecht Mammonkiesreckt. Wel werd dit onrecht bij de Grondwets herziening van 1886 zeer g'etemperd, doch het bezit bleef ook daarna nog de basis. Eerst in 1918, toen die census uit de hond lucht aan te geven", zei de wacht meester; en hij bukte zich voorover, om den grond te onderzoeken. „Maar niks! Niks en niemendal. Wacht eens! Een doosje lucifers! Beijers, jij hebt toch, hoop ik, hier jc lucifers niet Verlóren?" „Neen, ik gebruik een tondeldoos; wat dan?" „Wel, als jij dat doosje lucifers niet verloren hebt, dan zijn er van de honderd kansen negen en negentig, dat de dader van den hertenmoord het verloren heeft. Da's duidelijk, zou ik meenen. Max, ke reltje, ruik hier 's aan! Ja, toe maar! Haal maar ferm op! Weet je nou goed, hoe hij ruikt? Nou, zoek 'm dan!" De hond .lieschreef een halven kring, met den pieus over den grond snuffelend, en rende toen voorwaarts, een slingerend en smal boschpad op. De wachtmeester moest „het kereltje" aan een ketting remmen, om te verhin deren, dat hij in zijn geestdrift te ver vooruit holde. Ongeveer een kwartier had de tamelijk geforceerde wandeling geduurd, toen er iets vreemds gebeurde. Die hond stond stil, hief den kop op, snoof in de lucht en rukte daarna met woeste bewegingen aan den ketting, onder een dof en drei gend gebrom. In de verte liep een man. Zijn Uw handen en lippen pijnlijk, schraal of gesprongen door de koude, gebruik dan de heerlijk verzach tende en snol genezende Purol. In doozen van 30, 60 en 90 cis. Bij apothekers en drogisten. Wet vervallen was, heeft de A.-R. partij haar artikel elf van 't Program van Be ginselen gewijzigd, zoodat het nu luid!:, zooals hierboven gedrukt staat. Do aanhoudende drup en de loop der ideeën zijn oorzaak geweest dat eindelijk ook is tegemoet gekomen aan haai' bezwaar inzake de meervoudige districten en liet meerderheids-systeem. Voor 1887 toch was het land verdeeld in kiesdistricten; de enkelvoudige kies districten vaardigden een, twee of drie volksvertegenwoordigers naar de Tweede Kamer, en de meervoudige meer dan drie tot negen toe. Dit liad 'ten gevolge dat een district als Amsterdam met een meer derheid van de helft plus een som- wijlen zelfs met een nog kleiner meer derheid! negen Kamerleden aanwees, terwijl de minderheid, die de helft min 'één stemmen had uitgebracht, 't met geen enkelen vertegenwoordiger doen kon. Met dit onrechtvaardige stelsel hebben de Liberalen het jaren aaneen kunnen be staan dat zij een meerderheid hadden in de Kamer, terwijl zij verre in de minder heid waren in het land. Waarbij: dan nog kwam dat, telkens wanneer er gevaat scheen dat de aldus verknipte districten een niet-liberaal zonden kiezen, deze „wetgevers" zich haastten een zoodanig district weer derwijs te verknippen dat 't gevaar bezworen Was. Denk aan Sneeti en Dordrecht. Aan deze grieven is nu tegemoet, geko men door een andere districts-indeeling, opheffing van de meerderheidsdistricten, en invoering van de evenredige verte genwoordiging, door welk laatste stelsel iedere partij een aantal vertegenwoor digers krijgt, hetwelk overeenstemt met ot in verhouding staat tot het getal der kiezers, hetwelk op de partijlijst gestemd beeft. Een stelsel, hetwelk wij als bekend mogen veronderstellen. GRATIS EEN TR0MMELK0EKPAN! In ieder pak Koopmans' zelfrijzend Bakmeel bevindt zich een bon. Bij in zending van 25 bons aan ons adres zen den. wij gratis bovengenoemde pan. Deze pan dient speciaal voor liet koken van de zoo bijzonder smakelijke, voedzame trommelkoek, ook wel tulband of boffert geheeten. Vraagt Uw kruidenier dus steeds Bakmeel van Koopmans. N.V. KOOPMANS' MEELFABRIEKEN. Leeuwarden. Ernstige spoorwegbotsing. Gisterochtend om 7 uur 20 is tenge volge van dichten mist i.n het station Hem© (Westfalcn) de D-trein Berlijn K eulen op den propvo'd-en boemel trein 230 gereden. Er zijri 21 dooden en 30 a 35 gewonden geborgen. Het reddings werk is nog in vollen gang. Vermoedelijk is het ongeval te wijten aan het rijden 'door onveilig sein, dat de machinist van den D-trein door den mist niet heeft kunnen zien. Uit Essen meldt, men aan de N.R.C'. dat de aangereden boemeltrein van Dort mund naai- Wonne 'bestemd was en dat de gedooden (onder wie 8 vrouwen) op drie na herkomstig zijn uit de streek van Dortmund. De andere drie zijn uit Zuid- Duitschland. De passagiers van den D- trcin, die slechts geringe scliado 'heeft belcojien, zijn met den schrik vrijgekomen. Van de gewonden moet ongeveer de helft in levensgevaar vorkeeren. Het aantal ge wonden wordt verschillend opgegeven. Het laagst vermelde cijfers is ,30, het hoogste 44- Het opruimingswerk was tegen den middag voltooid. Van den boemel- trein zijn de twee laatste wagens in Op dien man had de hond het^gemunt. Den ketting vierend en toegevend aan den duidelijk gebleken wil van Max, den tusschen de boomen voortsluipenden man te pakken, naderde de wachtmeester met groote stappen den vreemdeling. Opeens wist de hond zich los te ruk ken en weg stoof hij met steil overeind- staande nekharen op zijn menschelrjke prooi af. De vervolgde, misschien door zijn in stinct gewaarschuwd, keek om. Hij schrok geweldig bij het zien van het op liem aanrennende dier. Even stond hij besluiteloos. Toen deed liij, wat iemand in zijn positie het best van alles doen kan: hij greep een dunnen boom stam en klauterde zoo vlug als hem mogelijk was, naar boven. Geen twee seconden te vroeg. Toen Max den boom bereikte, was de vluchteling nog maar even liooger dan de hond wist 'te springen. Woedend zette het beest de tanden in den stam van den boom en rukte er een breed stuk bast af. „Hier, Max!" hijgde de wachtmeester, die proestend en met een van inspanning rood gelaat onder den boom aankwam, juist toen de vluchteling zich schrijlings op een tak zette en naar beneden keek om te zien, wat de hond zou doen en wie elkaar gedrukt, de overige beschadigd. Henen wordt gemeld:, Bij het spoorwegongeluk van gister morgen zijri in 'het geheel 23 dooden en 59 gewonden te betreuren. Van deze kaat sten zijn er 14 zwaar gewond, "o.w. 2 levensgevaarlijk Het terrein, waar de ramp plaats greep, vormt een vreeselijken puinhoop. De bot sing had. plaats, doordat de passagiers- trein bij bet vertrek vertraging had- D|e Drirein reed tengevolge van do duisternis en den heerschenden nevel zoowel het eerste als het tweede signaal voorbij. Bij het tweede signaal werd nog gepoogd to remmen, doch men slaagde er niet meer in den trein tot stilstand te brengen. Die dooden cn gewonden bchooren voor het grootste gedeelte tol passagiers van ■den personentrein. Van de reizigers van den Drirein werden slechts enkele per sonen getroffen. Die reddingswerkzaamheden zijn uiterst moeilijk, daar de zware D-trein locomo tief de wagens van den personentrein totaal vernield heeft- Dp personentrein, ciie bestemd was voor Wanne, was een arbeiders trein, zoodat de slachtoffers bijna allen tot den arbeidersstand hebooren. De plaats, waar de treinramp plaats had, biedt een verschrikkelijfeen aanblik- Op de perrons liggen kloedingslukken en- koffers in wilde wanorde verspreid. Op do rails liggen met bloed bevlekte goe deren en lijken en gewonden dooreen. Alle beschikbare krachten snelden toe iom de dooden en gewonden te bergen. Hier zag men lijken zonder armen of beemyi, daar enkele ledematen. Hier 'lag een klein meisje, met ernstig verwonde hand, welke nog niet verbonden is, to huiion om hare moeder, die tot de doo- den behoort. Diaar liep een knaap te weencn 'en to jammeren, op zoek naar zijn familie, die niet te- vinden was. De reman van een leven. Het eerste bedrijf speelt in Rotterdam. De N. R. O- bevat daaromtrent eenige bijzonderheden, waaruit wij: in het vol gende mede geput liebbon. „Onder de kap" het Beursstation een trieste Vrijdagavond. Die trein, die knarsend stopt, brengt nu vooral de koop lieden, die „de boer op" zijn geweest en sjabbos-avond thuiskomen. Een hunner blijft even staan. De el lende op bet gelaat van een and-eren zoon van het oude volk heeft bean ge troffen. Wat of er is? „Wat zal er zijn?" Julius Banaat heeft honger. Zooals hij hebben duizenden van zijn ras in alle eeuwen gezworven en honger geleden. Zijri bezit is één mark. Hij heeft honger hij is ziek. De -oude neemt hem mee naar huis. Bij negen kinderen -kan een tiende. Diaar luij'gt Julius koortsen. Et is een dochter die hem maandenlang met to-ewijding ver pleegt. De jonge vrouw die den schlemiel liefkrijgt. „Diat wordt z'n vrouw" fluis' leren de 'toeschouwers in de zaal. Na tuurlijk dat is de toekomstige milli- wel de meester van den gevaarlijken vier voeter mocht zrjn. Verstomd stond de wachtmeester stil. „Wel heb ik van mijn leven", riep hij uit; „daar zit me zoo waar meneer Holz in 'tHolz! Dat is casueel, fk dacht een wilddief te pakken en ik pak een boerenzoon. Max, kereltje! wat heb je je bezondigd! Je zoo kwaad- te maken op meneer Holz! Je bent toch ook per slot van reke ning maar een hond! Wel, meneer Holz, komt u d'r maar uit, hoor. Ik zal zorgen, dat mijn kameraad u geen kwaad doet. Achter, Max en liggen!" Max gehoorzaamde. En toen hij stil achter zijn baas lag, maar met oogen als kolen vuur op Holz gevestigd, waag de de zoon van den rijken boer het, zich uit den boom te laten glijden. Er was een Waarschuwende beweging van den wachtmeester noodig om te voor komen, dat het dier opsprong en zich op Holz wierp. „Dat is een verwenscht gevaarlijk on dier," voer deze boos uit. „Wat hamer! Als ik mijn spuit bij me had gehad, had ik hem een kogel door den kop gejaagd." „Dan is 'tmaar gelukkig, dat u uw spuit niet bij u had," merkte de wacht meester op; „ik zou niet gaarne willen, dat mijn „kereltje een schot hagel in den Een zittende leefwijze is vaak oorzaak van aambeien. Zorg voor geregelden stoel gang, de n-oodige reinheid en pas Fos ter's Zalf toe. Inderdaad een probaat ge neesmiddel. Her doos f 1.75per tube f 1. (5) órinairsvrouwHij belooft haar: „als ik rijk ben, gaan we trouwen". Hij' twijfelt niet of hij wordt rijk! Maar alles loopt hem tegen. Natuurlijk loopt in het eerste bedrijf alles tegen. We zien hemi les geven in do Russische taal, als tolk op treden, een Berlitz-school oprichten, zaken noen, correspondent worden in het Rus sisch, want Julius is niet dom. Tlij heeft den Talmud bestudeerd, .hij- is een „goo cheme jongen". En vooral is hij sociaal democraat. Vanaf het eerste- moment van zijn komst in Holland, vier jaar later, da teeren zijn connecties met de sociaal democratische partij- Do Rotterdamsche voormannen der S- D-A.R. uit dien 'tijd kenden hem allen persoonlijk. Zijn relaties naar dezen kant hebben hem voortdurend voordeel ge bracht. De „arme Rus", de gesjoelde partijgenoot, werd zooveel mogelijk ge holpen. Eerst alleen in Rotterdam, later ook in Amsterdam ear elders. Julius Barmat was ineens rijk. Hij was een oorlogsfiguur in de ongunstige be teekenis vim het woord, hij draagt het stempel van den tijd .waarin hij groot is geworden, hij is met knaleffect gegaan om dezelfde reden als zoovele andere „oorlogshandelaars", in stilte verdwenen. Julius Barmat gaat het goed. Hij ver koopt rhabarb er bladen voor tabak cn wio- w-cet-wat voor levensmiddelen. Julias Bar mat gaat zijn relaties uitbuiten. Hij treedt als inkoopcr op voor sociaal democratische arbeidersvereenigingen in Dnitschland. Hij stuurt treinen vol goe deren naar Rusland. Al gauw doet hij miliioenenzak-en.' Hoe dat mogelijk was? In Rotterdam, op hetzelfde Beursplein waar hij met één mark óp zak zijn ellende had staan overdenken, was een paai' jaar later alles mogelijk. In een café sprong een meneer op oen tafeltje: „Wie biedt: er meer dan een to-n voor dit consent?" „Hondervijftig mille?" „Twee honderd!" On ze Ho-llandsclie kooplieden, de goede die van voor-en-na-den oorlog, zijn wat huiverig geweest voor Barmat-trunsacties. Nederland was slechts „plaats van han deling". Intusscben stemt tot verheuge nis,' dat deze „koopman" geen vasten voet kreeg in hel tlollandschc zakenleven zelf. Hier in Nederland moeten nog andere herinneringen zijri aan het verblijf van Sarmat, -dan de oprichting en .instand houding van het Rotterdamsche sociaal democratische orgaan. Deze herinneringen zouden bestaan in het aanwezig zijn van de kunstvoorwer pen, schilderijen vooral, die sommige ste den, o.a. W-eenen en Dusseldorf bobben in-G-eten afstaan om aan levensmiddelen te komen, toen er geen gereed geld was om te betalen. Het is mogelijk, dat ue stukken, die. hóoreri op groote leego plek ken in de W-ecnsche- musea, waarnaar de de Oostenrijker thans bitter staart, hier opgeslagen zijn. Zijn sociaal-democratische connecties brachten hem na den oorlog natuurlijk naar de jonge Djuitschc republiek, naar het land waar zijri partrj'genooten de la kens uitdeelden. Julius richtte oen kantoor iu Berlijn in. Hij liet zijri familie uit Rusland daar heen overkomen. Het Barmat-concern werd opgericht. kop kreeg. Als u een geweer met een kogel had, dan had ik nog liever, dat u hem daaruit een pil gaf, dan uit een jachtgeweer, zooals u wel zult bedoelen, met hagelpatronen." „Nee, nee!" snoefde Holz; „nee, nee. Ik bedoel het wel degelijk zooals ik het zeg. Ik heb een prima buks met oen zwaar kaliber gepantserde kogel. Vier weken geleden kocht ik het wapen voor f 180." „Pst! Pst!" kwam de wachtmeester. Er flikkerde een eigenaardig vlammetje in zijn slimme oogen; maar Frans Holz had er geen erg in. „Nu, ik moet weg; ik heb nog zaakjes," hervatte hij, „Och, meneer Holz," en de wachtmeester haalde een sigaar uit zijn zak. „ik kreeg vanmorgen een sigaar, die me nu W01 smakeu zal, na dat ge sjouw achter den hond aan. Heeft u soms een lucifertje voor me!" „O, jawel, antwoordde Holz; maar... pfnou, nou heb ik mijn doosje verloren. Da's jammer!" Al zijn zakken voelde de jonge boer na, maar het doosje was weg. ,,'t Spijt me", zei de wachtmeester, zijn sigaar weer wegbergend'. En andermaal tintelde die vreemde gloed in zijn van Holz afgewende oogen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 1