Woensdag 14 Januari 1115
39e Jaargang
Binitenlani
itf© 88
VERVOLGD
GEBED.
D/ ukkers-Exploifante-n
OOSTEBBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorstsfraat 68—70, G»es
Tel.: Bedaetle no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoer to Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, fS.—
Losse nummersfö.0S
Prijs der Advertentiën:
t—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cl
Bij abonnement belangrijke korting.
■KIESRECHT EN KIESSTELSEL.
Artikel 11 van „Ons Program" luidt:
Opdat de Statcn-Generaal in de natie
wortelen en het volk niet slechts in
naam vertegenwoordigen, zal "het kies
recht organisch zijn in te richten en
wol mot toepassing van het gezins
hoofdenkiesrecht en van de Evenredige
vertegenwoordiging voor de Tweede
Kamer; en daarnaast van het recht
der verschillende maatschappelijke groe
pen, om zich door eigen gemachtigden
in een andere Kamer te doen vertegen
woordigen. Krachtens beginsel verwerpt
de partij stemdwang en wraakt zij oen
staatkundig vrouwenkiesrecht. Het kies
recht der weduwen volgt van zelf uit
het kiesrecht der Gezinshoofden.
Hoe is toch dat kiesrecht in de wereld
gekomen? Het is immers niet altijd zoo
geweest?
Onder de oude Germaansche volken,
van welke wij als volk afstammen, be
stond er een ongeschreven wet, die de
verhouding tusschen den Vorst en zijn
onderdanen regelde. Die vorst men
herkent in dien naam de beteekenis van
de voorste of liever het opperhoofd,
zooals de naam toen luidde, kon feite
lijk 'in zijn rechtspleging dit was 't
voornaamste deel van zij:n taak niets
beslissen zonder voorafgaande raadple
ging met zijn volk. Die volksinvloed bleef
na de kerstening der Germanen bestaan,
doch gewijzigd en veredeld.
De lijfeigenschap verviel, en voorzoover
de vrijverklaarde lijfeigenen zich binnen
een door poorten beschermde plaats met
kandel of ambacht onledig hielden, traden!
zij op als eeii vrije stand van poorters,
naast die van den. adel en van do gees
telijkheid. Allengs verlangden en ver
kregen ook zij mede invloed op het lands
bestuur, de poorters het eerst naarmate
de opkomst der steden en de ^orderingen
der beschaving hun aandrang kwamen
stevig-en; het platteland het laatst, dewijl
daar de volksontwikkeling door mindere
welvaart en meerdere afhankelijkheid van
den landheer maar al te lang werd tegen
gehouden.
Langzamerhand kregen de drie stan
den; ridderschap, geestelijkheid en bur
gerij steeds grooter invloed. De „beden"
droegen daar veel toe bijl. Dit waren de
aanvragen der vorston om geldelijken
steun, wanneer zij een oorlog, wenschten
to voeren. Do steeds machtiger wordende
aerde stand, die 't meest op te brengen
had, maakte hiervan gebruik door steeds
meer privileges voor zich te eïschen in
rail voor de toegestane golden.
Do gewoonte van den vorst om de
drie standen om zich te verzamelen «n
te ïaadplegen schonk het aanzijn aan
de instelling der Staten. Hier ligt de
grondslag der latere Staten-Genoraal.-
Na de Unie van Utrecht traden alt*
Staten alleen do ridderschap en de steden
op; doch de wijze, waarop zij gekozen
werden bleef ongeregeld; gevolg van den
onveiwachten dood van Prins Willem I,
wien de titel en do rechten van graaf
der zeven gewesten was toegedacht ge
weest. Van een heusche vertegenwoordi
ging der twee standen was derhalve geen
sprake. De vroedschap der steden vulde
zichzelf aan, en de gezamenlijke vroed
schappen verkozen de gewestelijke afge
vaardigden ter (provinciale) statenverga
dering; terwijl do leden der (prov.) staten
op him beurt do leden voor dei Algemeene
Staten aanwezen.
Doch ook de taak der Staten was niet
behoorlijk omschreven. De gevolgen daar-
FEUSLLETON.
11)
Do wachtmeester zette zijn pet op,
gespte zijn sabel en zijn revolver aan
en verwijderde zich een enkel oogenblik,
om aan zijn mannen eeniee orders te
geven.
„Ziezoo," zei hij, terugkomend1: „als je
er niet tegen hebt, gaan we maar dadelijk
°P stap, Beijers. Of wou je nog wat
rusten?"
„Dank je," antwoordde Beijers. „Moe
ben ik niet; en al was ik hot, dan
moesten we toch gaan, omdat je hond
anders moeilijk werk zou krijgen. Zon en
wind w'isschen een spoor uit en maken
er de lucht af."
„PreciesGaan we dus! Kom Max!
en netjes achter blijven, hoor kereltje!"
Een wandeling van een uur bracht de
beide politiemannen en de hond op de
plaats, waar het hert lag.
Weer zwermden krijschend de kraaien
°P; maar de takken, door Beijers bij zijn
eerste bezoek over het doode dier gewor
pen, hadden hen beDt, dit verder toe
te takelen.
„Hadden we nu maar iets om den
van bleven niet uit, met name zoodra de
Republiek der Vereenigde Nederlanden
onafhankelijk werd en het Oranjehuis mol
stadhouder Willem III in de mannelijke
linie kwam uit to sterven.
Veel bleef onafgedaan; en omkooperij
en andere, ongerechtigheden waren aan
ue orde van den dag. Er hearschte niet
zelden een toestand van rcgceringloos-
heid. i
Het jaar 1795, voor Nederland het
revolutiejaar, bracht verandering.
De stadhouder werd verjaagd, en een
voorloopig bestuur bracht een staatsrege
ling, waarin gebroken wercf niet de stan
denvertegenwoordiging en het volk als
één geheel werd gedecreteerd. Het orga
nische werd versmaad, het mechanische
als proeve van hoogste wijsheid gehul
digd.
Daar was het trouwens revolutie voor
Het volk in zijn organen, zijn natuur
lijke kringen werd vervangen door een
hoop zielen op een stuk grond.
Wij mogen echter van deze Staats
regeling en hare opvolgsters niet onkel
kwaad zeggen, al deugden haar grond
slag en uitgangspunt, niet. Dit geldt ook
van liet kiesrecht, hetwelk 'er in werd
vastgelegd.
Dat aan de natie het kiesrecht werd
verleend in hare uitverkorenen, was in
derdaad het tegendeel van verkeerd, en
lag in de historische lijn. Maar de fout
lag in. de totale verwaarloozing 'der na
tuurlijke, door God zelf in 'I, loven ge
roepen organen.
Volgens de Staatsregeling vail 1798
zou kiezer zijn iedere man van twintig
jaar oud en daarboven, mits hij' aange
slagen was in een belasting, niet arm
lastig was en een verklaring aflegde,
waarin onder anderen liet volgende voor
kwam: „Ik houd het Rataafsche Volk"
(dat waren de Nederlanders„voor een
vrij en onafhankelijk Volk en beloof aan
hetzelve trouw. Ik verklaar mijn onver-
'anderlijken afkeer van het Stadhouderlijk
'Bestuur, het Federalisme, de Aristocratie
en de Regeeringlo-qsheid''; enz.
Het aldus gekozen Vertegenwoordigend
Lichaam verdeelde zich in twee Kamers.
Die Eerste Kamer werd gekozen dooi- het
Vertegenwoordigend Lichaam
Reeds in 1801 werd deze Staatsregeling
vervangen. Daarop volgde die van 1805,
vervolgens het koningschap van Lodewijk
en de inlijving en ten slotte het herstel
der nationale onafhankelijkheid, waarvan
een nieuwe grondwet voor hereenigd
Noord- en Zuid-Nederland een der eerste
vruchten was. Deze grondwet werd in
'1840 gewijzigd wegens de afscheiding van
België, en in 1848 meer' grondig herzien.
Wat het Kiesrecht aangaat, do grond
slag hiervoor werd er in opgenomen,
namelijk ©en aanslag in de belastingen
(het census-kiesrecht) voor een som, die
naar de plaatselijke gesteldheid, niet be
rieden het bedrag van f 20, noch boven
dat van f 160 gaa,n mocht.
Tegen dat census-kiesrecht heeft zich
terstond na deszelfs invoering in de
antirevolutionaire partij een strijd ont
wikkeld, en terecht. Immers door dat
"stelsel werden tal van nijvere menschen
van het kiesrecht uitgesloten, enkel om
dat zij niet voldoende belasting betaalden.
Zoo tocli werd het kiesrecht in den
grond niet verleend aan den man, maar
aan zijn geld. In plaats van Manncn-
kiesrecht Mammonkiesreckt.
Wel werd dit onrecht bij de Grondwets
herziening van 1886 zeer g'etemperd, doch
het bezit bleef ook daarna nog de basis.
Eerst in 1918, toen die census uit de
hond lucht aan te geven", zei de wacht
meester; en hij bukte zich voorover, om
den grond te onderzoeken. „Maar niks!
Niks en niemendal. Wacht eens! Een
doosje lucifers! Beijers, jij hebt toch,
hoop ik, hier jc lucifers niet Verlóren?"
„Neen, ik gebruik een tondeldoos; wat
dan?"
„Wel, als jij dat doosje lucifers niet
verloren hebt, dan zijn er van de honderd
kansen negen en negentig, dat de dader
van den hertenmoord het verloren heeft.
Da's duidelijk, zou ik meenen. Max, ke
reltje, ruik hier 's aan! Ja, toe maar!
Haal maar ferm op! Weet je nou goed,
hoe hij ruikt? Nou, zoek 'm dan!"
De hond .lieschreef een halven kring,
met den pieus over den grond snuffelend,
en rende toen voorwaarts, een slingerend
en smal boschpad op.
De wachtmeester moest „het kereltje"
aan een ketting remmen, om te verhin
deren, dat hij in zijn geestdrift te ver
vooruit holde.
Ongeveer een kwartier had de tamelijk
geforceerde wandeling geduurd, toen er
iets vreemds gebeurde. Die hond stond
stil, hief den kop op, snoof in de lucht
en rukte daarna met woeste bewegingen
aan den ketting, onder een dof en drei
gend gebrom.
In de verte liep een man.
Zijn Uw handen en lippen
pijnlijk, schraal of gesprongen door de
koude, gebruik dan de heerlijk verzach
tende en snol genezende Purol. In doozen
van 30, 60 en 90 cis. Bij apothekers en
drogisten.
Wet vervallen was, heeft de A.-R. partij
haar artikel elf van 't Program van Be
ginselen gewijzigd, zoodat het nu luid!:,
zooals hierboven gedrukt staat.
Do aanhoudende drup en de loop der
ideeën zijn oorzaak geweest dat eindelijk
ook is tegemoet gekomen aan haai' bezwaar
inzake de meervoudige districten en liet
meerderheids-systeem.
Voor 1887 toch was het land verdeeld
in kiesdistricten; de enkelvoudige kies
districten vaardigden een, twee of drie
volksvertegenwoordigers naar de Tweede
Kamer, en de meervoudige meer dan drie
tot negen toe. Dit liad 'ten gevolge dat
een district als Amsterdam met een meer
derheid van de helft plus een som-
wijlen zelfs met een nog kleiner meer
derheid! negen Kamerleden aanwees,
terwijl de minderheid, die de helft min
'één stemmen had uitgebracht, 't met geen
enkelen vertegenwoordiger doen kon.
Met dit onrechtvaardige stelsel hebben
de Liberalen het jaren aaneen kunnen be
staan dat zij een meerderheid hadden in
de Kamer, terwijl zij verre in de minder
heid waren in het land. Waarbij: dan
nog kwam dat, telkens wanneer er gevaat
scheen dat de aldus verknipte districten
een niet-liberaal zonden kiezen, deze
„wetgevers" zich haastten een zoodanig
district weer derwijs te verknippen dat
't gevaar bezworen Was. Denk aan Sneeti
en Dordrecht.
Aan deze grieven is nu tegemoet, geko
men door een andere districts-indeeling,
opheffing van de meerderheidsdistricten,
en invoering van de evenredige verte
genwoordiging, door welk laatste stelsel
iedere partij een aantal vertegenwoor
digers krijgt, hetwelk overeenstemt met ot
in verhouding staat tot het getal der
kiezers, hetwelk op de partijlijst gestemd
beeft.
Een stelsel, hetwelk wij als bekend
mogen veronderstellen.
GRATIS EEN TR0MMELK0EKPAN!
In ieder pak Koopmans' zelfrijzend
Bakmeel bevindt zich een bon. Bij in
zending van 25 bons aan ons adres zen
den. wij gratis bovengenoemde pan. Deze
pan dient speciaal voor liet koken van
de zoo bijzonder smakelijke, voedzame
trommelkoek, ook wel tulband of boffert
geheeten. Vraagt Uw kruidenier dus steeds
Bakmeel van Koopmans.
N.V. KOOPMANS' MEELFABRIEKEN.
Leeuwarden.
Ernstige spoorwegbotsing.
Gisterochtend om 7 uur 20 is tenge
volge van dichten mist i.n het station
Hem© (Westfalcn) de D-trein Berlijn
K eulen op den propvo'd-en boemel trein
230 gereden. Er zijri 21 dooden en 30
a 35 gewonden geborgen. Het reddings
werk is nog in vollen gang. Vermoedelijk
is het ongeval te wijten aan het rijden
'door onveilig sein, dat de machinist van
den D-trein door den mist niet heeft
kunnen zien.
Uit Essen meldt, men aan de N.R.C'.
dat de aangereden boemeltrein van Dort
mund naai- Wonne 'bestemd was en dat
de gedooden (onder wie 8 vrouwen) op
drie na herkomstig zijn uit de streek van
Dortmund. De andere drie zijn uit Zuid-
Duitschland. De passagiers van den D-
trcin, die slechts geringe scliado 'heeft
belcojien, zijn met den schrik vrijgekomen.
Van de gewonden moet ongeveer de helft
in levensgevaar vorkeeren. Het aantal ge
wonden wordt verschillend opgegeven.
Het laagst vermelde cijfers is ,30, het
hoogste 44- Het opruimingswerk was tegen
den middag voltooid. Van den boemel-
trein zijn de twee laatste wagens in
Op dien man had de hond het^gemunt.
Den ketting vierend en toegevend aan
den duidelijk gebleken wil van Max, den
tusschen de boomen voortsluipenden man
te pakken, naderde de wachtmeester met
groote stappen den vreemdeling.
Opeens wist de hond zich los te ruk
ken en weg stoof hij met steil overeind-
staande nekharen op zijn menschelrjke
prooi af.
De vervolgde, misschien door zijn in
stinct gewaarschuwd, keek om.
Hij schrok geweldig bij het zien van het
op liem aanrennende dier. Even stond
hij besluiteloos. Toen deed liij, wat
iemand in zijn positie het best van alles
doen kan: hij greep een dunnen boom
stam en klauterde zoo vlug als hem
mogelijk was, naar boven.
Geen twee seconden te vroeg.
Toen Max den boom bereikte, was de
vluchteling nog maar even liooger dan
de hond wist 'te springen.
Woedend zette het beest de tanden in
den stam van den boom en rukte er een
breed stuk bast af.
„Hier, Max!" hijgde de wachtmeester,
die proestend en met een van inspanning
rood gelaat onder den boom aankwam,
juist toen de vluchteling zich schrijlings
op een tak zette en naar beneden keek
om te zien, wat de hond zou doen en wie
elkaar gedrukt, de overige beschadigd.
Henen wordt gemeld:,
Bij het spoorwegongeluk van gister
morgen zijri in 'het geheel 23 dooden en
59 gewonden te betreuren. Van deze kaat
sten zijn er 14 zwaar gewond, "o.w. 2
levensgevaarlijk
Het terrein, waar de ramp plaats greep,
vormt een vreeselijken puinhoop. De bot
sing had. plaats, doordat de passagiers-
trein bij bet vertrek vertraging had- D|e
Drirein reed tengevolge van do duisternis
en den heerschenden nevel zoowel het
eerste als het tweede signaal voorbij. Bij
het tweede signaal werd nog gepoogd to
remmen, doch men slaagde er niet meer in
den trein tot stilstand te brengen.
Die dooden cn gewonden bchooren voor
het grootste gedeelte tol passagiers van
■den personentrein. Van de reizigers van
den Drirein werden slechts enkele per
sonen getroffen.
Die reddingswerkzaamheden zijn uiterst
moeilijk, daar de zware D-trein locomo
tief de wagens van den personentrein
totaal vernield heeft- Dp personentrein,
ciie bestemd was voor Wanne, was een
arbeiders trein, zoodat de slachtoffers bijna
allen tot den arbeidersstand hebooren.
De plaats, waar de treinramp plaats
had, biedt een verschrikkelijfeen aanblik-
Op de perrons liggen kloedingslukken en-
koffers in wilde wanorde verspreid. Op
do rails liggen met bloed bevlekte goe
deren en lijken en gewonden dooreen.
Alle beschikbare krachten snelden toe
iom de dooden en gewonden te bergen.
Hier zag men lijken zonder armen of
beemyi, daar enkele ledematen. Hier 'lag
een klein meisje, met ernstig verwonde
hand, welke nog niet verbonden is, to
huiion om hare moeder, die tot de doo-
den behoort. Diaar liep een knaap te
weencn 'en to jammeren, op zoek naar
zijn familie, die niet te- vinden was.
De reman van een leven.
Het eerste bedrijf speelt in Rotterdam.
De N. R. O- bevat daaromtrent eenige
bijzonderheden, waaruit wij: in het vol
gende mede geput liebbon.
„Onder de kap" het Beursstation
een trieste Vrijdagavond. Die trein, die
knarsend stopt, brengt nu vooral de koop
lieden, die „de boer op" zijn geweest en
sjabbos-avond thuiskomen.
Een hunner blijft even staan. De el
lende op bet gelaat van een and-eren
zoon van het oude volk heeft bean ge
troffen. Wat of er is? „Wat zal er zijn?"
Julius Banaat heeft honger. Zooals hij
hebben duizenden van zijn ras in alle
eeuwen gezworven en honger geleden.
Zijri bezit is één mark. Hij heeft honger
hij is ziek.
De -oude neemt hem mee naar huis.
Bij negen kinderen -kan een tiende. Diaar
luij'gt Julius koortsen. Et is een dochter
die hem maandenlang met to-ewijding ver
pleegt. De jonge vrouw die den schlemiel
liefkrijgt. „Diat wordt z'n vrouw" fluis'
leren de 'toeschouwers in de zaal. Na
tuurlijk dat is de toekomstige milli-
wel de meester van den gevaarlijken vier
voeter mocht zrjn.
Verstomd stond de wachtmeester stil.
„Wel heb ik van mijn leven", riep
hij uit; „daar zit me zoo waar meneer
Holz in 'tHolz! Dat is casueel, fk dacht
een wilddief te pakken en ik pak een
boerenzoon. Max, kereltje! wat heb je je
bezondigd!
Je zoo kwaad- te maken op meneer
Holz! Je bent toch ook per slot van reke
ning maar een hond! Wel, meneer Holz,
komt u d'r maar uit, hoor. Ik zal zorgen,
dat mijn kameraad u geen kwaad doet.
Achter, Max en liggen!"
Max gehoorzaamde. En toen hij stil
achter zijn baas lag, maar met oogen
als kolen vuur op Holz gevestigd, waag
de de zoon van den rijken boer het, zich
uit den boom te laten glijden.
Er was een Waarschuwende beweging
van den wachtmeester noodig om te voor
komen, dat het dier opsprong en zich op
Holz wierp.
„Dat is een verwenscht gevaarlijk on
dier," voer deze boos uit. „Wat hamer!
Als ik mijn spuit bij me had gehad, had ik
hem een kogel door den kop gejaagd."
„Dan is 'tmaar gelukkig, dat u uw
spuit niet bij u had," merkte de wacht
meester op; „ik zou niet gaarne willen,
dat mijn „kereltje een schot hagel in den
Een zittende leefwijze is vaak oorzaak
van aambeien. Zorg voor geregelden stoel
gang, de n-oodige reinheid en pas Fos
ter's Zalf toe. Inderdaad een probaat ge
neesmiddel. Her doos f 1.75per tube f 1. (5)
órinairsvrouwHij belooft haar: „als ik
rijk ben, gaan we trouwen". Hij' twijfelt
niet of hij wordt rijk! Maar alles loopt
hem tegen. Natuurlijk loopt in het eerste
bedrijf alles tegen. We zien hemi les
geven in do Russische taal, als tolk op
treden, een Berlitz-school oprichten, zaken
noen, correspondent worden in het Rus
sisch, want Julius is niet dom. Tlij heeft
den Talmud bestudeerd, .hij- is een „goo
cheme jongen". En vooral is hij sociaal
democraat.
Vanaf het eerste- moment van zijn
komst in Holland, vier jaar later, da
teeren zijn connecties met de sociaal
democratische partij-
Do Rotterdamsche voormannen der S-
D-A.R. uit dien 'tijd kenden hem allen
persoonlijk. Zijn relaties naar dezen kant
hebben hem voortdurend voordeel ge
bracht. De „arme Rus", de gesjoelde
partijgenoot, werd zooveel mogelijk ge
holpen. Eerst alleen in Rotterdam, later
ook in Amsterdam ear elders.
Julius Barmat was ineens rijk. Hij was
een oorlogsfiguur in de ongunstige be
teekenis vim het woord, hij draagt het
stempel van den tijd .waarin hij groot is
geworden, hij is met knaleffect gegaan
om dezelfde reden als zoovele andere
„oorlogshandelaars", in stilte verdwenen.
Julius Barmat gaat het goed. Hij ver
koopt rhabarb er bladen voor tabak cn wio-
w-cet-wat voor levensmiddelen. Julias Bar
mat gaat zijn relaties uitbuiten.
Hij treedt als inkoopcr op voor sociaal
democratische arbeidersvereenigingen in
Dnitschland. Hij stuurt treinen vol goe
deren naar Rusland. Al gauw doet hij
miliioenenzak-en.' Hoe dat mogelijk was?
In Rotterdam, op hetzelfde Beursplein
waar hij met één mark óp zak zijn ellende
had staan overdenken, was een paai' jaar
later alles mogelijk. In een café sprong
een meneer op oen tafeltje: „Wie biedt:
er meer dan een to-n voor dit consent?"
„Hondervijftig mille?" „Twee honderd!"
On ze Ho-llandsclie kooplieden, de goede
die van voor-en-na-den oorlog, zijn wat
huiverig geweest voor Barmat-trunsacties.
Nederland was slechts „plaats van han
deling". Intusscben stemt tot verheuge
nis,' dat deze „koopman" geen vasten
voet kreeg in hel tlollandschc zakenleven
zelf.
Hier in Nederland moeten nog andere
herinneringen zijri aan het verblijf van
Sarmat, -dan de oprichting en .instand
houding van het Rotterdamsche sociaal
democratische orgaan.
Deze herinneringen zouden bestaan in
het aanwezig zijn van de kunstvoorwer
pen, schilderijen vooral, die sommige ste
den, o.a. W-eenen en Dusseldorf bobben
in-G-eten afstaan om aan levensmiddelen
te komen, toen er geen gereed geld was
om te betalen. Het is mogelijk, dat ue
stukken, die. hóoreri op groote leego plek
ken in de W-ecnsche- musea, waarnaar de
de Oostenrijker thans bitter staart, hier
opgeslagen zijn.
Zijn sociaal-democratische connecties
brachten hem na den oorlog natuurlijk
naar de jonge Djuitschc republiek, naar
het land waar zijri partrj'genooten de la
kens uitdeelden.
Julius richtte oen kantoor iu Berlijn
in. Hij liet zijri familie uit Rusland daar
heen overkomen.
Het Barmat-concern werd opgericht.
kop kreeg. Als u een geweer met een
kogel had, dan had ik nog liever, dat u
hem daaruit een pil gaf, dan uit een
jachtgeweer, zooals u wel zult bedoelen,
met hagelpatronen."
„Nee, nee!" snoefde Holz; „nee, nee.
Ik bedoel het wel degelijk zooals ik het
zeg. Ik heb een prima buks met oen
zwaar kaliber gepantserde kogel. Vier
weken geleden kocht ik het wapen voor
f 180."
„Pst! Pst!" kwam de wachtmeester.
Er flikkerde een eigenaardig vlammetje
in zijn slimme oogen; maar Frans
Holz had er geen erg in.
„Nu, ik moet weg; ik heb nog zaakjes,"
hervatte hij, „Och, meneer Holz," en de
wachtmeester haalde een sigaar uit zijn
zak. „ik kreeg vanmorgen een sigaar,
die me nu W01 smakeu zal, na dat ge
sjouw achter den hond aan. Heeft u
soms een lucifertje voor me!"
„O, jawel, antwoordde Holz; maar...
pfnou, nou heb ik mijn doosje
verloren. Da's jammer!"
Al zijn zakken voelde de jonge boer
na, maar het doosje was weg.
,,'t Spijt me", zei de wachtmeester, zijn
sigaar weer wegbergend'.
En andermaal tintelde die vreemde
gloed in zijn van Holz afgewende oogen.
(Wordt vervolgd).