IRVING'S GIST-TAMINETABLETTEN Leestafel. de Pers. Allerlei. jp|f s „Ons RessMad ÖÖSTEBBAAN LE COINTRE KANTOORBOEKEN. Ie ADVERTENTIËN IN ALLE PROVINCIALE EN LANDELIJKE BLADEN DOKTER SIMONS, tegen HOOFDPIJN, NEURALGIE, INDIGESTIE, GAL AANDOENING, SUIKERZIEKTE, MAAGSTOORNISSEN. Bij eiken drogist verkrijgbaar. HET JANUARI-NUMER ton de (d^neJó/Z€LL£ g merk „PERFECT". JAARVERSLAG der Nederl. Christel. Reisvereeniging, Zaterdag 10 Januari 1925, eenen netten Inboedel, HANDELSDRUKKERIJ - TELEFOON No. 58 - GOES. LEVERING VAN ALLE SOORTEN PRIMA AFWERKING. - BILLIJKE PRUZEI. is Zaterdag AFWEZIG. Te pachten voor 5 jaren; Den Boomgaard een Knecht Plaatsing gevraagd Een Kalfvaars te koop, TE KOOP i een bekwame Schaapherder een Dienstbode Wekelijks Eieren gevraagd, ZONDER EENIGE PRIJSVERHOOGING BUREAU: LANGEVORSTSTRAAT 68 GOES Eenige Importeurs: N.V. ALGEMEENE HOLLANDSCHE HANDEL- en INDUSTRIE MAATSCHAPPIJ (Afd, „Yeast Vite") Denneweg 140 Den Haag. ▼oer van dieren op pijnlijke of kwellende wijze) is veroordeeld tot 2 maal f25 1». s. 2 maal 25 d. h. en togen het vonnis van den Kantonrechter te Mid delburg d.d. 31 Dec. 1924, waarbij P. L., 26 j., werkman te Middelburg, wegens het in staat van dronkenschap verkee- rende de orde verstoren, is ontslagen van rechtsvervolging. Rechtsgeldigheid van een besluit van een ledenverga dering. De rechtbank te Rotterdam heeft uitspraak gedaan in de procedure tusschen den Bond van Distillateurs en Likeurstokers in Nederland en twee leden van dien bond. In een ledenvergadering van Sectie A, een onderafdeeling van den bond, was een besluit genomen, waarbij d© leden der Sectie gehouden werden om vijf jaar ▼an eiken H.L. jenever, dien zij verkoch ten, één gulden af te dragen als bij zondere renumeratie voor den president ▼an den Bond van Distillateurs en Li keurstokers (den hoer Simon Maas). Eeni ge leden achtten dit besluit echter nietig, weigerden te betalen en werden nu dooi den bond in rechten tot betaling aange sproken. De rechtbank overwoog, dat volgens het Huishoudelijk Reglement van sectie A aanslagen als de bedoelde slechts ge heven kunnen worden voor één jaar en «liet voor vijf jaar, en oordeelde dus ■om deze reden het geheele besluit nietig. Ze oordeelde verder, dat dit besluit ook nog daarom nietig is, omdat het daar bij bepaalde en onafscheidelijk daarmee een geheel uitmakende, dat de opbrengst yan den omslag ter beschikking van twee daarbij genoemde leden gesteld wordt, in strijd is met artikel 122 der statuten en ontzegde mitsdien de vordering. „Het Ouderiingenblad" zet zijn be schouwing over „Emeriti Predikanten" voort, voltooit zijn artikelenreeks: „Eigen schappen van den herder"; opent een reeks „Ziekenbezoek door ouderlingen" en doet verslag van een belangrijke ouder lingenvergadering waar dr Dijk „Het huis bezoek en de sociale vragen" heeft in geleid. Uitgever is Van den Brink te Zulpken. „De vermoorde oirnoozelheid". Men herinnert zich het bericht, dat door de pers is gegeven inzake de op richting van de N.V. tot exploitatie van het landgoed „De Hoogstraat", met een maatschappelijk kapitaal van 250.000 gld., waarin de heer H. Colijn deelnam voor '248 aandeden en de hoeren Floor en P. R. Coiijn ieder voor één aandeel. Er is veel rumoer gemaakt over dit bericht en vooral de socialistische pers liet zich daarbij gelden. Dat is natuur lijk een truc van den Minister om de be lasting te ontduiken. Ook het weekblad' „Do Amsterdammer" bemoeit zich met het geval en gaf een voor den Minister krenkend caricatuur. Toen nu echter de Minister, in zijn rede in de Oosterkerk te 's Gravenhage het geval besprekende, mededeelde, dat dit motief niet gelden kon, want dat zijn wet terugwerkende kracht zal hebben, ver stomde plots het rumoer en „De Am sterdammer" was zoo fiér den heer Colijn .zijn verontschuldiging aan te bieden voor de teekening, die zijn ontstaan te danken had gehad aan aan artikel van de N. R. Ct., van welk artikel de redactie de waarheid niet had betwijfeld. Eenigo dagen daarna schreef de N. R. Ct., klaar blijkelijk geprikkeld over de mededee- ling van de „Amsterdammer", een 3tukje, dat bedoelde haar houding goed te pra ten, doch als zoodanig een mislukking werd. Thans geeft prof. Kernkamp, do hoofd redacteur van „de Amsterdammer", een nabetrachting van het geval, waarmede de N. R. Ct. het doen kan. Het blad doet dit, na eerst het betoog van de N. R. Crt. van 7 December, op grond waarvan het zijn teekening gaf, letterlijk te hebben overgenomen. Dfit betoog luidde aldus: ..Men heeft hier te doen met de creatie van een rechtsvorm, die, als het wetsont werp tot bevordering van de richtige hef fing van directe belastingen mocht wor den aangenomen, door den rechter wel eens zou kunnen worden opgevat als een rechtshandeling, om, zooals de bewoor dingen der memorie van toelichting tot dat ontwerp luiden, „een reductie en een vrijdom van belasting" te verkrijgen, „die voor geheel andere omstandigheden be stemd waren". Wij herinneren er aan, dat als een geval, dat door de regeling van het wetsontwerp moet worden achter haald, genoemd is, dat „de bezitter van oen buitenplaats een naamfooze ven nootschap tot exploitatie daarvan opricht en vervolgens de buitenplaats, gemeubeld' en met .bediening, van die vennootschap huurt; met dit gevolg, dat de vennoot schap in de personeele belasting wordt aangeslagen en wel naar 1/3 of ten hoogste 2/3 van de huurwaarde en de waarde der stoffeering, terwijl de dienst boden, als wordende in het bedrijf der vennootschap gebezigd, onbelastbaar wor den". Wij mogen ook verwijzen naar wat in den aanhef der memorie van toelichting voorkomt over „de bestaande neiging can ondernemingen met een klein aantal deelgenooten onder den vorm eener naamlooze vennootschap voort te zetten, met de bedoeling aan de heffing der inkomstenbelasting over de behaalde winst te ontkomen." Behalve de personeele belasting, is hierbij dus ook de inkomstenbelasting in het spel, omdat de eigenaar van een buitenplaats ofaarin naai- de geschatte op brengst wordt aangeslagen. Nog in meer dan één ander opzicht zijn van de op richting van een naamlooze vennootschap voordeelen te verkrijgen. Ook de foren- senbclasting pleegt bij1 dergelijke omzet tingen van landgoederen of gewone hui zen in naamlooze vennootschappen be trokken te zijn. Deze belasting zou echter indien zij ids een afzonderlijke gemeen tebelasting naar lfet daartoe ingediende wetsontwerp mocht worden geheven, niet onder de werking van het meergenoemde wetsontwerp vallen en eventueele pogin gen tot ontduiking daarvan zouden dus aan de beoordeeling van de rechterlijke macht op grond van de voorgestelde drastische bepalingen van het Wetsont werp tot bevordering van directe belastin gen onttrokken zijn." Tot zoover het betoog van de N. R. Crt. Waarop prof. Kernkamp volgen laat Wie heelt m "het bovenstaande iets anders gelezen dan een aantijging, dat de heer Colijn zijn vennootschap nog juist onder dak wou brengen, vóór de wet het hem moeilijk zou maken, te profiteer™ van één of meer der gelegenheden tot belastingontduiking, waarvan de N. R. Ct. het verlokkend'tableau ophing? En van die meening werd 'hij niet bekeerd door het nu volgende: „Nu moe ten wij, waar de Minister van Financiën in hoogsteigen persoon onder de op richters is, aannemen, dat zoo iets ais een poging tot misbruik van een rechts vorm, om geheele of gedeeltelijke vermin dering van belasting to verkrijgen, hier niet mag worden verondersteld." Ja wel, dacht de lezer, die stijlwendiug .kennen wij: „wij moeten aannemen", „wij mogen niet veronderstellen" dat beteekent zooveel als: wij veronderstel len het eigenlijk wel, maar vinden het voorzichtiger dit niet te zeggen. En hij werd cr in versterkt, dit zinnetje niet au sérieux te nemen, omdat hij vlak daarna te lezen kreeg„Maar de rechter, zou die geen termen kunnen vinden, om de wet toe te passen op een oprichter, die voor 248/250 eigenaar is van de aandeelen? Hier zijn wij zoo zeker niet van." D'at de pers en het publiek aan het stukje van de N. R. O. do beteekenis hechtten van een beschuldiging tegen den heer Colijn, heeft deze courant, zoo zij niet stokdoof en stekeblind is, in de da gen na 7 Dec. kunnen bemerken. Maar zij zweeg. Zij vond het niet noo- dig tot de menschen te zeggen„hoe kom je daaraan? je begrijpt me heelemaal verkeerd." Zij bleef ook zwijgen, toen de heer Colijn, in zijn rede van Maandag 22 December, die wij bij onze lezers bekend veronderstellen, van zich af sloeg. Zij hoefde immers niet te spreken: de heer Colijn had haar naam heelemaal niet genoemd De N. R. Ct. kreeg de spraak eerst terug, toen wij de vorige week haar naam noemden in verband met het geval- Colijn. En in haar avondblad van 29 Doe. deelde zij mede dat zij haar beschul diging handhaafde? dat ziji die introk? neen: dat zij den heer Colijn nooit be schuldigd had van poging tot ontduiking van belasting Het was „een wanbegrip" geweest, dat zij zoo iets zou hebben gedaan. En nu zoo komt het een mensch te pas, als hij zich bijtijds gedekt heeft! her innerde zij aan het zinnetje, waarin zij „zelfs uitdrukkelijk" had gezegd, „dat moest worden aangenomen, dat zoo iets als een poging tot misbruik van een rechtsvorm om geheele of gedeeltelijke vermindering van belasting te verkrijgen, hier niet mag worden verondersteld." Maar dit was dan ook het eenige zin netje uit haar stukje van 7 Diec., dat zij oprakelde. De rest die wij hier boven hebben afgedrukt liet zij maar blauw-blauw. De heer Kernkamp merkt dan op, dat als een andere courant zulk een hoogen wissel op de goedgeloovigheid har er le zers trok, die wissel vermoedelijk niet gehonoreerd zou worden. Maar de N. R. Ct. verkeert in een uitzonderingspo sitie. Zij is, zooals ons in advertenties van hare uitgevers wordt medegedeeld, het „voornaamste blad" van Nederland. En zulk een blad gedraagt zich onder alle omstandigheden voornaam. Wanneer het iemand beschuldigen wil, doet het dit i'n ondubbelzinnige termen. Wanneer het een beschuldiging heeft uitgebracht, die niet te handhaven blijkt, trekt het die in. Aan zulk een blad kan men dus ook geen geloof weigeren, wanneer het ver klaart, dat alleen „.wanbegrip" in zjjn stukje van 7 Dec. een aantijging tegen den heer Colijn heeft kunnen vinden. Moderne vrouwenkleeding. (Een stukje goed bedoeld kreupelrijm. Wij ontleenen het aan „Het Vaderland") O vrouwtjes, o vrouwtjes, Met zéér korte mouwtjes, Met halzen als zwaantjes. Wat zijn dat voor baantjes? Van hoven, naar onder, Van onder, naar boven, Wat blijft in uw kloeding Als zedig te loven? Uw longen bevriezen. Gij loopt slechts te niezen, Is dat nu een baadje Voor ons guur klimaatje? Wat deert U of Mozes Of Sampie of Rozes, 'tCostuum voor U knippen Om guldens te wippen? Wilt eind'lijk toch leeren En laat deze heeren Niet langer uw smaak en Uw beurs exploitoeren Als gij in 't theater Of thuis met een prater Op sofa's of stoelen Uw geest zit te koelen. Is 't wonder, als heeren Die achter passeeren Ontstellend versteenen En badend u meenen? Uw kousen doorschijnend, Uw kleeding verdwijnend, Alles, alles, even bloot, Excepté de middenmoot! Langgerekte bloote ruggen. Stadion voor duizend muggen, Waartoe zegt mij voor de grap Draagt gij nog een enk'len lap? Is het, om het oog der hoeren, Sieeds maar naar u toe te koeren? Weet gij niet, dat slechts de dwazen Zich verwarren in die mazen? Denkt om dagen uit uw „Jugend" Toen een eerb're dame, zwoegend Onder moeder's paraplu Zeaig wandelde! En nu!! Laat toch al die schijnvertooning Gaat, en spoedt u naar uw woning, Neemt de telefoon, en belt: „Modenaaister ,Betferwelt' „Juffrouw wilt u spoedig komen? 'tls tè mal nu, buiten kijf, 'tls tè gek, om van te droomen, 'kHeb geen kleeren aan m'n lijf! 'kWou zoo graag een lijfje hebben. Met twee armen ook er aan, Dan een rok, om over knieën, Tot de voeten neer te gaan. Transparant is uit de mode, „Heeren" kijken er niet naar- Vader zegt: „een jonge losbol Wordt zóó'n vrouwtje slechts gewaar". Voor behoorlijk voet- en beenkleed Zal ik zelf wol zorgen gaan, 'k Loop te plassen in den regen, En een ieder kijkt me aan. 'k Vraag niet meer wat Jan of Piet zegt, Uit Parijs, Berlijn of Huil, Vader zegt: „dat 'som je centen, En 'tis alles flauw© kul! Kleed je tegen koude of hitte, En houd altijd je fatsoen, Vraag niet wat de dwazen zeggen, Maar doe als de wijzen doen." De Koningin als rechtsge leerde. Onder de voorzichtige aandui ding „te non vera(als 't niet waar is, is 't toch goed verzonnen), schrijft het Hbld. „onder de streep": Het bericht, dat de Koningin honoris causa doctor in de beide rechten zal worden, brengt ons een anecdote in het geheugen terug, die voor een jaar oï vijf tien in Den Haag werd verteld. Wij waren in die dagen in onderhandeling over de Noordzee-conventie. Buitenlandsche Za ken zou daarover een nota uitzenden naar Berlijn en een concept daarvan was ter goedkeuring aan H. M. gezonden. De Koningin wenschtc een advies van ;enkele leden van den Raad van State en mr T. M. C. Asser werd door de Ko ningin tot een bespreking uitgenoodigd. In plaats van, zooals gebruik was, de nota aan den staatsraad ter hand te stellen, las H. M. den heer Asser die nota voor. Deze laatste ging met den inhoud van het «tuk gaarne accoord. In het bijzonder met een viertal argumenten van juridi- schen aard toonde de rechtskenner zich ingenomen. Waarop de Koningin zei: „U weet niet hoe u mij vleit, excellentie I Drie van de vier door u zoozeer gewaar deerde opmerkingen heb ik met potlood aan den rand van het stuk er bijgevoegd 1 Daarom liet ik u het stuk niet lezen. Ik vreesde, dat u mijn handschrift zoudt herkennen!" De Leidsche academische senaat, die H. M. het doctoraat honoris causa ver leende, had dus a priori de instemming in zekeren zin van wijlen den beroemden jurist. De Heer en Mevrouw VELT' HUIJSEBangirt hebben het ge noegen kennis te geven van de geboorte van een OOCilTER. Goes, 8 Januari 1925. van II opwekkend verfrisschend Parfumerie J0YZELLE, Haarlem. ®«®©i3e©e®*»$®«0©©ö©s©O9» J POETST den pot van Uw 0 Buis- of Sleefcachcls met J de bekende Kachelstaafjes J FIRMA GE BR». MULDER, f Goes. bevat o. m. 't Vraagt aan het Centr. Bureau N. C. R. V. Prinsegracht 75, De» Haag, gratis toezending. De Deurwaarders ROSIER VERVAAT zullen op i des nam. 2 uur, aan het woonhuis 1 Seisweg R 78 te Middelburg, veilen en verkoope» bestaande inTafels, Stoelen, Spie- gels, Schilderijen, eiken Kast, groote Kleerkast, Kachel met toebehooren, Veerenbed met dito, Klok, Glas- en Aardewerk, Keuken- en Schuur- gerief, enz., enz. MIDDELBURG, voor Inwendige Ziekten, van Mejuffrouw D. DE JAGER, in Kapelle, in Weelmeet, groot 1 H.A. 52 A. 58 c A. Kosten voor rekening verpacht ster. Inschrijvingsbilletten met op gaaf van 2 borgen worden inge wacht ten kantore van Notaris PILAAR, vóór of op Dinsdag 13 Januari a. s. TE KOOP: Een flinke en in goede» ataal zijnde Handkar. Prijs billijk. Te bevragen lij J. VAN DE LINDE te Rilland-Bath. Met Mei gevraagd, bij J. VOLKERS Vrouwepolder. voor Wagenmafcersknecllnt, Hoog loon geen vereischte. Adres D. DE PREE, Rijtuig- handel, Colijnsplaat. voor klein gezin, liefst in Goes of omgeving. Huurprijs plm. f3,50 per week. Brieven onder letter O BureaH van dit blad te Goes. rekening 18 Januari, bij L. WISSE, Aagtekerke. op een welvarend dorp in Schou wen en Duiveland Tegen 1 Maart a.s. gevraagd, bij J. LINDENBERGH, i Wolphaartsdijk. I Desnoods woning beschikbaar. Gevraagd een Huishoudster, P. G., bij D. ZOETER, Landbouwer, Ellewoutsdijk. Met 1 Mei gevraagd, bij Mevrouw MEL0Ö Kloetinge. wegens ziekte. Spoedig te aan vaarden. Omzet 25 a 30 baaltjes per week. Prijs f 15000. Brieven onder letter B. K„ Bureau van dit Blad te Goes elke hoeveelheid. A. DINGEMANSE, Brigdamme. i Mevrouw WEINBECK, AveW I Concordia 4, Rotterdam, vraag' voor 4 Februari a. s. voor h® gezin van 2 pers. een Meisje, v. g. g. v., netjes kunnende 1 ken Flink loon. Brieven te adIf( seeren aan bovenstaand adres. BELAST ZICH MET HET PLAATSEN VAN TELEFOON No. 58.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1925 | | pagina 4