Bit ie Pers. Posteryen en Telegrafie. Dihr v. Melle: dat zijn ongelijksoortige dingen. Het voorstel van B- en W- (goedkeuring; oer begrooting) wordt aangenomen met 9 tegen 3 st. (tegen dhrn Potter, Goedbloed, Eckhardt). Avondvergadering. Nadat de vergadering van 5 uur tot lialf 8 was geschorst, volgde behande ling Gemeentebegr ooting 1925 en daarmede verband houdend voorstel Om de opcenten op de personeele belas ting van 90 op 70 te brengen. Eihr Labrijn wil een algemeene opmer king maken namens de fin. com. De fin. toestand der gemeente is nog niet rooskleurig. De belastingverlaging is nog slechts luttel en is veroorzaakt door mee vallers van vroegere diensten, niet door bezuiniging. Op den Raad rust dus de dure verplichting, om te bezuinigen. Dihr Crucq betreurt het, dat in de beide vacatures bij de politie nog niet is voor zien. Krachtig zal spr. zich verzetten tegen vermindering van 't aantal politie agenten. Wc gaan een beteren tijd, een tijd van opleving tegemoet. In den land bouw is 't al zoo, want de Z- L- M. zegt bet zelf. Spr. dringt aan op vertegenwoordiging van de S- -Dl. A. P. in bet Burg. Arm bestuur, op maatregelen voor werkloozen- zorg en op een storting^- en ophaaldienst voor de belasting, schoolgeld, enz. Over dit laatste punt vraagt spr. prae-advies van B- en W. Het belastinggeld wordt dan wekelijks of maandelijks opgehaald. Spr. verheugt zich over de stabilisatie iu de gemeentelijke belastingen. Beter geleidelijk© teruggang dan groote schom melingen. Dhr v. Poelgeest zegt, dat ure niet be hoeven te rekenen op bijzonder weinig belastingbetaling,. Maar toch moet aan dacht geschonken worden aan de riolee- ring. Hoe langer hier het uitstel duurt, hoe duurder de verbetering in dezen zal zijn. Ook aan de brandweer moet ge dacht worden. De druk op het buizen net der waterleiding bedraagt hier 4 at mosfeer, zoodat er druk en water te over is, maar de leiding en organisatie bij de brandweer laten reusachtig veel to wenscben over. Was in Goes niet het kantoor der Waterleiding gevestigd waar men dus leentjebuur kan spelen (dan was b.v. bij den laatsten brand geen water gegeven, want het materiaal der jgemeente was spoedig1 defect en de motor spuit werkte niet. Wordt de brandweer pp hoog peil gebracht, dan beteekent !dat groot voordeel voor de ingezetenen, want bij verwaarloosde brandweer stij gen de premiën voor de assuranties.. Dhr Buis komt nog terug op den be las tingophaal dienst, die in den Goescben Besturenbond is besproken. Spr. steunt [het idee-Crucq. Be voorz. zegt toe, dat deze zaak door B. en W. zal worden onderzocht, Wat de rioleering betreft, hiermede kun nen B. en W. zoo maar niet voor den dag komen. Ook' dat is een voor werp van studie. En wat de brandweer aangaat, daarmee zijln B. en W. in over leg met de Directie van de Brandweer. Onderzocht wordt, of de motorspuit gron dig te repareeren is. De werkloozenzorg moet nog bij B. en W. worden bespro ken. Daarna volgt artikelsgewijze behande ling. Bijl den post stadhuis vestigt dhr La brijn de aandacht op het gevaar voor de schatten in het stadhuis, dat onlangs bij den brand in de Kerkstraat zoo ernstig dreigde. De archivaris meende, dat het gewelfde ondergedeelte van bet stadhuis voor brandvrije bergplaats zou kunnen worden ingericht. De voorz. zegt, dat ■biervoor reeds njeermalen plannen zi'jii ingediend, maar dat de kosten uitvoering Verhinderden B- en Wi- zullen de zaak nogmaals onderzoeken. Bij den post archief leest de voorz. een schrijven voor van den archivaris, mel dende dat dhr J. v. d. Leeuw te Den Haag heeft geschonken een mooie col lectie boekwerken en platen over Zee- lapd uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Voor bet in orde brengen biervan vraagt hij f 50 extra. Toegestaan. Dhr Crucq steil voor presentiegeld voor leden van stembureaus toe te kennen en een post van f75 te voteeren. Dhr v. Bommel v. Vloten wil dit niet algemeen invoeren, maar wel voor hen, die loon derven. Dhr Crucq wil het aan de leden overlaten het geld niet te ontvangen. Het voorstel-Crucq wordt met alg. stemmen aangenomen en de post op f75 bepaald. B. en W. stellen voor aan den bevol kingsagent f35 vergoeding toe te kennen voor het gebruik van een rijwiel. Dhr v. Melle stelt f 20 voor. Dhr Labrijn zegt, dat de commiezen, die groote tra jecten afleggen,f 30 vergoeding kragen. •Dhr Crucq steunt het voorstel-v. Melle. Met 10 tegen 2 st. wordt verworpen het voorstel van B. en W., waarna f20 wordt vastgesteld. Bij den post politie, stelt de fin. com. voor het aantal agenten door afvloei ing op 10 te brengen. De voorz. verzoekt, dat toch niet te doen. In 1917 besloot de Raad het aantal agenten op 10 te bren gen. Maar sedert 1 Jan. 1918 is het zielenaantal met 800 vermeerderd. De uit breiding der gemeente met de beide bouwplannen is gekomen en het verkeer is enorm toegenomen. Het aantal agenten is reeds van 15 op 12 gebracht, en nam de raad een besluit om tot 10 terug te gaan, dan zou spr. vernietiging van dat besluit moeten vragen. De werktijd der agenten is al zwaar en het kost veel moeite den dienst kloppend te ma ken. Met 10 agenten zou het geheel onmogelijk zijn. i Dhr Labrijn. geeft toe, dat de agenten reeds zwaar, misschien overbelast zijn. De fin. com. heeft vorig jaar met den Commissaris van Politie een onderhoud gehad, en kwam onder den indruk, dat de wijze, waarop de dienst wordt verricht, geweldig bureaucratisch is. Goes is een rustige plaats, zonder industrie. Bij de tegenwoordige wijze van werken kan geen vermindering van aantal agenten plaats hebben. Doch die methode moet juist ver anderd worden. Als Goes eens een enkel uur zonder bewaking is, och, dat is op een kalmen dag zoo erg niet. Laat men de agenten voorzien van rijwielen en het systeem van dienst veranderen. Dhr Eckhardt gelooft, dat de last der agenten veel kan worden verlicht. In één week is b.v. in een café driemaal herrie geweest. Laat dan de burge meester zulk een caféhouder eeus straf opleggen. De politie heeft 's avonds veel te doen. Spr. weet dat van aanschouwen, waarvan hij enkele staaltjes vertelt. Dhr Buis wijst op Kloetinge, waar het ook zoo rustig is, maar waar toch ingebroken is. Verzwakt men de politie nog meer, dan wordt het hier t e rustig en komen de inbrekers op Goes af. Dhr Crucq meent, dat de dienstregeling moeilijk kan veranderd worden. Spr. steunt het betoog van den voorzitter. Het voorstel der fin. com. wordt ver worpen met 8 tegen 4 stemmen. Vóór dlirn. Labrijn, Goedbloed, v. Poelgeest en v. Vloten). Dhr. .van Poelgeest vraagt, waarom de politie niet meer rijwielen tot haar beschikking heeft. De voorz.: er zijln ook agenten, die posten moeten betrekken. Dhr v. Poelgeest: men zou ze ook van en naar huis kunnen laten fietsen. De zaak zal met den Commissaris van Politie worden overwogen. Dhr Crucq wil meer uittrekken voor onderhoud brandbluschmiddelen. De voorzitter wil het rapport over deze zaak afwachten. Dhr v. d. Bout weet niet, of zulk een rapport wel noodig is. Dhr. Labrijn weet te spreken namens een groot deel der burgerij als hij de wijze waarop de organisatie der brandweer in elkaar zat, allermiserabelst noemt. B. en Wi jnoeten rapport uitbrengen over de gemaakte fouten, opdat deze dingen niet meer opnieuw kunnen voorkomen. Die ge volgen kunnen te ernstig zijn. Dhr Crucq wil de f 100 subsidie aan de Burgerwacht schrappen. De voorz. zegt, dat het Rijk ook hiervoor subsidie verleend, dus op deze orgauisatie prijs stelt. Dhr Crucq meent, dat de burger wacht meer een vereeniging is, om pretjes te maken. Dhr Labrijn vraagt nadere inlichtingen, wat de vereeniging doet, enz. Dhr Crucq herhaalt, dat Goes zoo'n rustig stadje is. Waarom dan een Burgenvacht. rhr Eckhardt is ook lid van de Burgerwacht en zou niet gaarne willen, dat ze werd opgedoekt. In geval van nood kan men op Spr. rekenen. Het voorstel der S.Di.A.P. wordt ver worpen met 7 tegen 5 st. (Vóór dhr De Looff, Crucq, Buis, v. Poelgeest, v. Vleten.) De subsidie blijft dus behouden. Dhr Labrijn vraagt bij volkshuisves ting, hoe het staat met de financiën der bouwvereenigingen. Men hoort rare noten kraken over niet-betaling van huur, enz. 1 j De secretaris leest, een rapport voor waarin gezegd wordt, dat van tekorten momenteel geen sprake is. In Bouwplan I zijn de huren meerendeels boven de minima. Er is nog woningnood in Goes, getuige de vele liefhebbers voor de wo ningen. Ook moet gedacht worden aan woningen voor toekomstig spoorwegper soneel. Van huurderving is geen sprake en is ook niet te verwachten. De fi- nancieele toestand is gunstig. Zoolang die toestand is als thans, behoeft de ge meente nog niet te denken aan verkoop van huizen der bouwvereenigingen. Dhr Labrijn vraagt of het dan niet juist is, dat velen met huurbetaling achter zijn. Dhr Stieger zegt, dat bij „Nieuw-Goes" van achterstalligheid geen sprake is en bij de andere vereenigingen gelooft Spr., dat het geroep zeer overdreven is. Er waren moeilijkheden met enkele huur ders, die aanvankelijk niet genegen waren meer dan f4.60 of f4.80 tot x/7 van hun inkomen aan huur te betalen. Dhr v. Poelgeest heeft met genoegen gehoord, dat de huuropbrengst meevalt. Toch ziet Spr. de tijd aankomen, dat de bouwvereenigingen verlies gaan lijden. Kan nu van de meevallers van deze ja ren geen reserve-potje gemaakt worden tegen dien tijd? Naar aanleiding van de begrooting van het Gasbedrijf zegt dhr v. Poelgeest, dat de bpgrooting voor 1924 door Ged. Sta ten is goedgekeurd, terwijl ze niet voldoet aan de begrootingsvoorschriften, speciaal wat betreft de afdeeling fitterij. Deze begrooting is dan ook een allegaartje, maar Ged. Staten keurden ze toch goed. Wegens do subsidie aan de Chr. be waarschool wordt de post plaatselijke in komstenbelasting nog eenigszins ver hoogd. De begrooting wordt daarna met alg. st. goedgekeurd. Nog komt in behandeling de verlaging van de opcenten op de personeele belas ting. Dhr Buis is niet voor dit voorstel. Spr. is wel voor verlaging, maar ze komt ten goede aan de gegoede ingezetenen, die flinke woningen bewonen. Spr. wil de verlaging verdeelen over al de groe pen, waarvan Spr. een nader uitgewerkt voorstel geeft. Spr. vraagt aan B. en W. hun voorstel terug te nemen tot de vol gende vergadering en in den door Spr. be doelden geest te wijzigen. Dhr. Labrijn vindt ook de personeele belasting een nare, onevenredige belas ting. Ze hoort eigenlijk in ons belastingr stelsel niet thuis. Maar aan de wet valt nn eenmaal niets te veranderen. Vandaag is hier gezegd, dat de gemeentebelas ting niet zwaar drukt op de kleine in komens. Laten we nu aan de hoogere inkomens een kleine verlichting geven. De voorz. zegt, dat er formeele en wettelijke bezwaren tegen het voorstel- Buis zijn. Het voorstel-Buis wordt verworpen met 9 tegen 3 st. (vóór dhm v. Poelgeest, Crucq en Buis). Het voorstel van B. gn W. wordt daarna aangenomen. 'Rondvraag. Dhr. v. Bommel v. Vlo ten merkte op, dat bij de begrooting van 1924 door den heer v. Poelgeest aan B. en W. is gevraagd een herziening van de salarissen van het gemeentepersoneel. B- en W. hebben aan die opdracht geen gevolg gegeven. Nu de voorstellen tot salarisverlaging zijn verworpen, maar toch te kennen is gegeven, dat zulk een ver laging later noodig of mogelijk zal zijn, vraagt spr. een uitspraak van den Raad om zulk een herziening te doen voorbereiden ,door B. en W., opdat men klaar is, als die tijd van verlaging aanbreekt. Dhr. v. d. Bout vindt zulk een opdracht verbazend moeilijk. Dhr. v. Poelgeest begrijpt dat bezwaar niet. Al is iets moeilijk, daarom is het nog niet onuitvoerbaar. In Januari 1924 vroeg spr. om een herziening. Eu in Augustus kwam bet. voorstel tot 10 pet. werktijdverlenging! Maar dat was niet, wat gevraagd was! Dhr. v. d. Bout herinnert aan de woor den van den heer v. Poelgeest: we moe ten het niet zoeken in loonsverlaging maar in meerdere prestatie. Dhr. v. Poelgeest zegt bedoeld te heb ben: verhooging van 't aantal uren is op 't oogenblik te bereiken, maar de loonsverlaging was nog niet direct moge lijk. Spr. heeft er wel voor gepast, in den strik te loopen, om zelf voorstellen te doen. Dat was de taak van B. en W. Spr. zal zich wel wachten, in de toe komst advies te geven aan B. en W. Spr. constateert, dat niet voldaan is aan hetgeen hij toentertijd gevraagd heeft. Dat 10 pct.-voorstel had ook wel direct kunnen worden ingediend. Dhr. v. Bommel v. Vloten vraagt nu aan B. en W. een voorstel tot salaris verlaging binnen V2 jaar bij den Raad in te dienen. Bedoeld is reorganisatie der loonen, maar als basis verlaging. Dit voor stel wordt aangenomen met 6 tegen 3 st. (tegen: de Looff, Crucq en Buis); blanco de wethouders en dhr. Potter. Dlhr Crucq heeft vele klachten ge hoord oyer slecht gas. Wordt er weer watergas gebruikt? P(hr Stieger staat verbluft. Wenden de klagers zich ook tot den Directeur? Soms zijn de gebreken met een kleinigheid t/> verbeteren. Spr. zegt, dat het gas goed is, misschien te goed. Het nakijken ge schiedt gratis. Dhr Labrijn zegt. zich' veie malen ge wend te hebben tot den Directeur. Ver schillende malen is de boel nagekeken. Het helpt een poosje, maar 't is weer gauw slecht. En de nota's komen ach teraan. Blaarna sluiting. Stukken voor de Kamer van Koophandel. (Vervolg.) De commissie voor het Verkeers wezen kan zich unaniem vereenigen met het in het adres va.n de Alkmaar- sche Kamer vermelde denkbeeld om de zaak in handen te stellen van een studiecommissie. Over de kwestie zelve is de commissie echter niet een stemmig in haar oordeel. Eén van de leden is van oordeei, dat op hoofd verkeerswegen wel, doch op binnen wegen met weinig verkeer afsluiting niet noodig is. Men kijkt bi] spoor wegoverwegen niet uit doch wel bij tramwegoverwegen of drukke kruis punten. Men zou de veiligheid op de spoorwegen kunnen uitbreiden door bij voorschrift de stoomfluit voor te schrijven. De overige 'leden der commissie kunnen zich met deze beschouwingen geenszins vereenigen en gaan accoord met het voorster van het Bureau. Trammen en auto's zijn aan de regelen van het verkeer onderworpen, de trei nen daarentegen passeeren de over wegen met onverminderde snelheid. Naar aanleiding van een verzoek van de Kamer te Tiet om adhaesie te betuigen aan een adres aan den minister van financiën inzake het ze gelrecht op incasso-nota's, zegt het bureau te meenen, dat, zooals de ze gelwet thans luidt, hieraan niet veel te veranderen is, al erkent het bu reau volkomen, dat het tot vele on billijkheden aanleiding kan geven. Het bureau stelt voor het bedoelde adres te steunen. De commissie voor de wettelijke bepalingen merkt op, dat het haar gebleken is, dat bij afrekening door den post cheque- en girodienst geen zegelrecht verschuldigd is en de com missie acht het derhalve noodzakelijk, dat er op wordt aangedrongen, dat ook bij afrekening op andere wijze geen zegelrecht verschuldigd is. Het bureau is van meening, dat de Kamer evenals andere Kamers reeds deden, haar gevoelen mag doen blijken, betreffende de wijziging ge meentewet ten opzichte plaatselijke belastingen, welke de bedoeling heeft in het vervolg de forensenbelasting als eene afzonderlijke te beschouwen, zoodat iedere gemeente vrij zal zijn haar al oi niet te heffen, terwijl als een bijzonder soort werkforens wor den beschouwd de e igenaren van „vliegende winkels". Voor de werk- forensen zal in het algemeen voor de forensenbelasting slechts in aan merking komen de verdienste, verkre gen binnen de gemeente, waar men iorens is. Betaalde men thans 2/3 in de woongemeente en 2/3 in de forens- gemeente, in het vervolg zal men in de woongemeente het volle bedrag enz. betalen en in de forensgemeente 1/2 van hetgeen een bewoner dier ge meente van een gelijk inkomen be taalt. Voor den forens geldt, zooals gezegd, alleen als inkomen hetgeen in die gemeente is verdiend. Voor ver scheidene forensen zaï dit een ver mindering van belasting beteekenen, doch niet voor hen, die geheel of bijna geheel him inkomen in de forensen gemeente verdienen. Voor hen zal juist verhooging het gevolg zijn. Dit acht het bureau in het algemeen niet juist. Door de belastingverhooging zai on getwijfeld de aqtie om ioonsverhooging weder worden bevorderd en ten slotte de belastingverhooging derhalve druk ken op den werkgever. Het bureau zou het mitsdien billijk achten, dat in de wet eene bepaling werd opgenomen, dat in geen gevai de belasting tot een hooger percen tage worde geheven dan tegenwoordig (2/3 woongemeente en 2/3 werkge- meente). Tot leedwezen van het bureau is in het ontwerp geene bepaling op genomen om de zakelijke belasting op het 'bedrijf uit de wet te lichten. Het bureau stelt dan ook voor aan de Tweede Kamer een adres te richten, met verzoek in het ontwerp-wet een zoodanige wijziging te willen aanbren gen, dat worde voorkomen, dat een iorens meer zou betalen dan tegen woordig het geval is en alsnog de zakelijke belasting op het bedrijf uit de gemeentewet te schrappen. De commissie voor de wettelijke be palingen kan zich met het voorstel vereenigen. Ofschoon het bureau niet alle ar gumenten kan onderschrijven, die door de Tilburgsche Kamer tegen het wets ontwerp inzake de bevordering van de richtige heffing der directe belastin gen, zijn ingebracht, meent het, dat ook de Kamer hare meening aan de de Tweede Kamer moet kenbaar ma ken. Een wetsontwerp, dat geen wa,ar- borgen biedt tegen willekeurige opvat- tigen (van den belastingambtenaar) en tegen ongelijke beoordeeling (door de Raden vanBeroep) behoort naar de meening van het bureau, niet tot wet te worden verheven. Het bureau stelt dan ook voor aan de Tweede Kamer te verzoeken het ontwerp niet aan te nemen. De commissie voor de wettelijke be palingen onderschrijft ten volle de meemng, da,t het totaal der op te brengen lasten voor zakenlieden on dragelijk is geworden. Het wetsont werp heeft zijn ontstaan te danken a.an het feit, dat vele zaken worden omgezet in N. V. aangezien alsdan alleen inkomstenbelasting wordt ge heven over de uitkeering, terwijl van hen, die alleen ot afs vennootschap onder firmazaken drijven niet wordt eheven over wat zij zelve als winst eschouwen, doch wat de fiscus als zoodanig beschouwt. De belastingsambtenaren willen als winst beschouwen wat absoluut geen winst is of ooit worden kan en chi- caneeren over de afschrijvingen. Het is geen wonder, dat tegen deze fisca liteit verweer ontstaat. De commissie deelt het gevoelen van bet bureau, dat het ontwerp het staatsblad niet moet bereiken, doch meent dat het bureau zich niet sterk genoeg heeft uitgedrukt en zou in het adres wil len doen uitkomen, dat naar het oor deel der Kamer onder geene voor waarde belastingverhooging of ver zwaring in welken vorm ook, toelaat baar is. Het resultaat in Twente. De heer Amelink schrijft in „De Am sterdammer" De Voorzitter van den Socialistischen Textielarbeidersbond heeft in het October- nummer van „De Vakbeweging", het tijd schrift van het N. V. V., een artikel ge schreven over het conflict in de textiel industrie. Het is opmerkelijk, boe thans erkend wordt, dat het textielconflict belangrijke winst gebracht heeft. Dat wordt in de volgende bewoordingen gezegd „Toch kan niet gezegd worden, dat de werkgevers een volledige overwinning be haald hebben. In de eerste plaats hebben ze voor 't eerst tijdens een conflict, dus vóór de opheffing, koncessies moeten doen, hebben ze dc uitsluiting voor alle fabrieken gelijktijdig moeten opheffen, wat vroeger altijd geweigerd werd. Dan moes ten eerst de stakende arbeiders het werk hervatten, alvorens de uitsluiting werd opgeheven. Voeg hierbij de koncessie om trent de loonsverlaging. Dat is in de textielindustrie nog „nie dagewesen"." Verdei> wordt als winst geboekt, „dat bij de textielarbeiders bet lamlendige, elk organisatieleven doodende gevoel, dat er tegen de textielfabrikanten niet te vechten valt, is weggenomen". Op echt „moderne" wijze wordt echter het verkregen resultaat, dat natuurlijk niet ontleend kan worden, op rekening der „moderne" vakbeweging geboekt. Dat de fabrikanten niet in alle opzichten hun zia hebben kunnen doordrijven is het gevolg van de krachtige houding der moderne arbeidersbeweging. De schitterende steun beweging der modernen zou op de werk gevers indruk gemaakt hebben en daaraan zou het verkregen resultaat zijn te dan ken. En als de Besturen van St. Lamber- tus en Unitas niet zoo'n schandelijke rol hadden gespeeld, zouden nog gansch andere resultaten zijn verkregen, en het einde voor de arbeiders gunstiger zijn geweest, aldus deze voorzitter. Het is dus zoo, dat voor Twente be langrijke resultaten zijn verkregen. Dat deze echter zijn te danken aan het beleid der modernen en dat als de Christelijke organisaties anders waren opgetreden, de resultaten gunstiger zouden geweest zijn- Het is goed daartegenover nogmaals de eenvoudige feiten vast te stellen. Op 23 November 1923, toen de strijd nog geen maand oud was, verklaarde het hoofdbestuur van den modernen bond zich bereid, een voorstel te accepteeren en dat voor zijn leden te verdedigen, 't welk in hield: 5 pet. loonsverlaging, 100 over uren per jaar, drie vacantiedagen en vastlegging van een en ander tot 1 Juli 1925. Het zei daarbij niet, dat dit zijn laatste woord was. Wij maken ons sterk, dat als de werkgevers dit voorstel hadden ■willen accepteeren minus de vacantieda gen, het hoofdbestuur van den „moder nen" bond het ook aanvaard had. Vier weken later verklaarde het hoofd bestuur van den „modernen" bond te willen spreken over een gelijk voorstel, waarin het aantal overuren op 124 was gebracht. De Christelijke organisaties hebben het conflict beëindigd op een voorstel dat inhield 71/2 pet. loonsverlaging, plus vier maanden een toeslag voor gehuwden van f 1,50 per week, en vastlegging der over eenkomst tot 1 Januari 1926. Het verschil is dus 2!/2 pet. loonsver laging minus een toeslag van f 1,50 voor vier maanden en 6 overuren per jaar. En daarvoor scheldt men de Christe- lijken dan voor verraders. Men beweert nu, dat de afloop gunstiger had kunnen zijn. Beweren is heel ge makkelijk. Het zou ook mogelijk geweest zijn, dat het bereikte door den strijd te blijven voortzetten weer was teloor ge gaan. De besturen der Christelijke orga nisaties zeggen, dat ondanks de moei lijke positie waarin de fabrikanten ver keerden, en ondanks het feit dat de werk gevers wisten dat, indien zij1 met de ar beidersorganisaties niet tot overeenstem ming kwamen, een enquête zoo goed als zeker zou komen, en ondanks door Uni tas tot het laatste toe, vastgehouden werd aan zijn voorstel 100 overuren en 5 pet- loonsverlaging, de fabrikanten tot geen enkelen stap Verder bereid bleken, dan (het resultaat waarop nu het conflict is beëindigd. De besturen der Christelijke organisaties wisten ook te doen te heb ben met Turksche fabrikanten; zij wisten dat reeds vroeger een staking een half iaar had geduurd, die had kunnen beëin digd worden met het verkrijgen van eenige concessies, doch die later een financieele nederlaag werd. 'Zij wisten te doen te hebben met werkgevers als de Van Heek's, waarvan „Het Volk" van een der firman ten. ,toen het conflict door de modernen beëindigd moest worden, tot tweemaal toe schreef, dat hij gezegd had, nog niet aan zijn laatste millioen bezig te zijn, maar al zou hij dat zijn, hij er niet aan dacht nog iets toe te geven. Nu heeft dit geen invloed gehad op de beslis sing, door de Christelijke organisaties genomen. Het heeft alleen dienst ge daan, om na de „geëxalteerde" stemming die gekweekt was onder de „modern" 'georganiseerde arbeiders, deze weer wat nuchterder te stemmen tegen den tijd. dat zij, onder de voorwaarden door de Christelijken verkregen, weer de fabrie ken moesten binnengaan. Maar wel ïs er rekening mee gehouden, dat men met werkgevers te doen had, die als het er op aankwam, er alles op zouden zetten, en daarbij zelfs het gjevaar niet buiten gesloten was, dat hetgeen was verkre gen nog weer zou verloren gaan. Nu achteraf te blijven beweren, dat meen" bereikt had kunnen worden, is heel gemakkelijk en heel goedkoop. Dat de heer Stenhuis zoo iets beweert kan er nog mee door. Maar, dat het hoofdbe stuur van den „modernen" Textielarbei dersbond dit praatje ook blijft colportee- ren, getuigt van een wel wat al te groote naiviteit, of misschien nog van erger. Echt „modern" is nu weer, dat achter af wordt erkend, dat niet onbelangrijke resultaten zijn verkregen, doch dat deze zijn te danken aan het beleid der „mo derne" vakbeweging. Ieder ter zako kun- digie weet, dat de „modernen" onder leiding van den heer Stenhuis, zichzelf in het textielconflict van eiken invloed hebben uitgeschakeld. Het is wel brutaal nu achteraf zichzelf toch het resultaat toe te eigenen. Maar zoo zijn nu eenmaal „moderne" manieren. Nieuwe aansluitingen. Nieuwe abonné's Goes: no. 264, Fa. J. A. en L. G. Witte, wijnhandel pi sigarenmagazijn, 's-Heer Hendrikskin- derenstraat 1012 en 38; no. 265, A. Th. Verbist, notaris, Lange Kerk- strüRt 42 Kloetinge: no. 3, C. Gijzel, Koop man, A 36. 's-Gravenpolderno. 7, N. van de Velde, Commissionnair, Achterweg, A 95. Kapelle: 110. 7. A. S. Luijk, Koop man en CaiéhouaeB.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 6