Bit ie Pers.
Posteryen en Telegrafie.
Dihr v. Melle: dat zijn ongelijksoortige
dingen.
Het voorstel van B- en W- (goedkeuring;
oer begrooting) wordt aangenomen
met 9 tegen 3 st. (tegen dhrn Potter,
Goedbloed, Eckhardt).
Avondvergadering.
Nadat de vergadering van 5 uur tot
lialf 8 was geschorst, volgde behande
ling Gemeentebegr ooting 1925
en daarmede verband houdend voorstel
Om de opcenten op de personeele belas
ting van 90 op 70 te brengen.
Eihr Labrijn wil een algemeene opmer
king maken namens de fin. com. De
fin. toestand der gemeente is nog niet
rooskleurig. De belastingverlaging is nog
slechts luttel en is veroorzaakt door mee
vallers van vroegere diensten, niet door
bezuiniging. Op den Raad rust dus de
dure verplichting, om te bezuinigen.
Dihr Crucq betreurt het, dat in de beide
vacatures bij de politie nog niet is voor
zien. Krachtig zal spr. zich verzetten
tegen vermindering van 't aantal politie
agenten. Wc gaan een beteren tijd, een
tijd van opleving tegemoet. In den land
bouw is 't al zoo, want de Z- L- M.
zegt bet zelf.
Spr. dringt aan op vertegenwoordiging
van de S- -Dl. A. P. in bet Burg. Arm
bestuur, op maatregelen voor werkloozen-
zorg en op een storting^- en ophaaldienst
voor de belasting, schoolgeld, enz. Over
dit laatste punt vraagt spr. prae-advies
van B- en W. Het belastinggeld wordt
dan wekelijks of maandelijks opgehaald.
Spr. verheugt zich over de stabilisatie
iu de gemeentelijke belastingen. Beter
geleidelijk© teruggang dan groote schom
melingen.
Dhr v. Poelgeest zegt, dat ure niet be
hoeven te rekenen op bijzonder weinig
belastingbetaling,. Maar toch moet aan
dacht geschonken worden aan de riolee-
ring. Hoe langer hier het uitstel duurt,
hoe duurder de verbetering in dezen zal
zijn. Ook aan de brandweer moet ge
dacht worden. De druk op het buizen
net der waterleiding bedraagt hier 4 at
mosfeer, zoodat er druk en water te over
is, maar de leiding en organisatie bij
de brandweer laten reusachtig veel to
wenscben over. Was in Goes niet het
kantoor der Waterleiding gevestigd
waar men dus leentjebuur kan spelen
(dan was b.v. bij den laatsten brand geen
water gegeven, want het materiaal der
jgemeente was spoedig1 defect en de motor
spuit werkte niet. Wordt de brandweer
pp hoog peil gebracht, dan beteekent
!dat groot voordeel voor de ingezetenen,
want bij verwaarloosde brandweer stij
gen de premiën voor de assuranties..
Dhr Buis komt nog terug op den be
las tingophaal dienst, die in den Goescben
Besturenbond is besproken. Spr. steunt
[het idee-Crucq.
Be voorz. zegt toe, dat deze zaak
door B. en W. zal worden onderzocht,
Wat de rioleering betreft, hiermede kun
nen B. en W. zoo maar niet voor den
dag komen. Ook' dat is een voor
werp van studie. En wat de brandweer
aangaat, daarmee zijln B. en W. in over
leg met de Directie van de Brandweer.
Onderzocht wordt, of de motorspuit gron
dig te repareeren is. De werkloozenzorg
moet nog bij B. en W. worden bespro
ken.
Daarna volgt artikelsgewijze behande
ling.
Bijl den post stadhuis vestigt dhr La
brijn de aandacht op het gevaar voor de
schatten in het stadhuis, dat onlangs
bij den brand in de Kerkstraat zoo ernstig
dreigde. De archivaris meende, dat het
gewelfde ondergedeelte van bet stadhuis
voor brandvrije bergplaats zou kunnen
worden ingericht. De voorz. zegt, dat
■biervoor reeds njeermalen plannen zi'jii
ingediend, maar dat de kosten uitvoering
Verhinderden B- en Wi- zullen de zaak
nogmaals onderzoeken.
Bij den post archief leest de voorz. een
schrijven voor van den archivaris, mel
dende dat dhr J. v. d. Leeuw te Den
Haag heeft geschonken een mooie col
lectie boekwerken en platen over Zee-
lapd uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Voor
bet in orde brengen biervan vraagt hij
f 50 extra. Toegestaan.
Dhr Crucq steil voor presentiegeld voor
leden van stembureaus toe te kennen en
een post van f75 te voteeren.
Dhr v. Bommel v. Vloten wil dit niet
algemeen invoeren, maar wel voor hen,
die loon derven. Dhr Crucq wil het
aan de leden overlaten het geld niet te
ontvangen. Het voorstel-Crucq wordt met
alg. stemmen aangenomen en de post
op f75 bepaald.
B. en W. stellen voor aan den bevol
kingsagent f35 vergoeding toe te kennen
voor het gebruik van een rijwiel. Dhr
v. Melle stelt f 20 voor. Dhr Labrijn
zegt, dat de commiezen, die groote tra
jecten afleggen,f 30 vergoeding kragen.
•Dhr Crucq steunt het voorstel-v. Melle.
Met 10 tegen 2 st. wordt verworpen
het voorstel van B. en W., waarna f20
wordt vastgesteld.
Bij den post politie, stelt de fin. com.
voor het aantal agenten door afvloei
ing op 10 te brengen. De voorz. verzoekt,
dat toch niet te doen. In 1917 besloot de
Raad het aantal agenten op 10 te bren
gen. Maar sedert 1 Jan. 1918 is het
zielenaantal met 800 vermeerderd. De uit
breiding der gemeente met de beide
bouwplannen is gekomen en het verkeer
is enorm toegenomen. Het aantal agenten
is reeds van 15 op 12 gebracht, en
nam de raad een besluit om tot 10 terug
te gaan, dan zou spr. vernietiging van
dat besluit moeten vragen. De werktijd
der agenten is al zwaar en het kost
veel moeite den dienst kloppend te ma
ken. Met 10 agenten zou het geheel
onmogelijk zijn.
i Dhr Labrijn. geeft toe, dat de agenten
reeds zwaar, misschien overbelast zijn.
De fin. com. heeft vorig jaar met den
Commissaris van Politie een onderhoud
gehad, en kwam onder den indruk, dat
de wijze, waarop de dienst wordt verricht,
geweldig bureaucratisch is. Goes is een
rustige plaats, zonder industrie. Bij de
tegenwoordige wijze van werken kan geen
vermindering van aantal agenten plaats
hebben. Doch die methode moet juist ver
anderd worden. Als Goes eens een enkel
uur zonder bewaking is, och, dat is op
een kalmen dag zoo erg niet. Laat men
de agenten voorzien van rijwielen en
het systeem van dienst veranderen.
Dhr Eckhardt gelooft, dat de last der
agenten veel kan worden verlicht. In
één week is b.v. in een café driemaal
herrie geweest. Laat dan de burge
meester zulk een caféhouder eeus straf
opleggen. De politie heeft 's avonds veel
te doen. Spr. weet dat van aanschouwen,
waarvan hij enkele staaltjes vertelt.
Dhr Buis wijst op Kloetinge, waar het
ook zoo rustig is, maar waar toch
ingebroken is. Verzwakt men de politie
nog meer, dan wordt het hier t e rustig
en komen de inbrekers op Goes af.
Dhr Crucq meent, dat de dienstregeling
moeilijk kan veranderd worden. Spr.
steunt het betoog van den voorzitter.
Het voorstel der fin. com. wordt ver
worpen met 8 tegen 4 stemmen. Vóór
dlirn. Labrijn, Goedbloed, v. Poelgeest
en v. Vloten).
Dhr. .van Poelgeest vraagt, waarom
de politie niet meer rijwielen tot haar
beschikking heeft. De voorz.: er zijln ook
agenten, die posten moeten betrekken.
Dhr v. Poelgeest: men zou ze ook van
en naar huis kunnen laten fietsen. De
zaak zal met den Commissaris van Politie
worden overwogen.
Dhr Crucq wil meer uittrekken voor
onderhoud brandbluschmiddelen. De
voorzitter wil het rapport over deze zaak
afwachten. Dhr v. d. Bout weet niet, of
zulk een rapport wel noodig is. Dhr.
Labrijn weet te spreken namens een groot
deel der burgerij als hij de wijze
waarop de organisatie der brandweer
in elkaar zat, allermiserabelst noemt. B.
en Wi jnoeten rapport uitbrengen over de
gemaakte fouten, opdat deze dingen niet
meer opnieuw kunnen voorkomen. Die ge
volgen kunnen te ernstig zijn.
Dhr Crucq wil de f 100 subsidie aan
de Burgerwacht schrappen. De voorz.
zegt, dat het Rijk ook hiervoor subsidie
verleend, dus op deze orgauisatie prijs
stelt. Dhr Crucq meent, dat de burger
wacht meer een vereeniging is, om
pretjes te maken. Dhr Labrijn vraagt
nadere inlichtingen, wat de vereeniging
doet, enz. Dhr Crucq herhaalt, dat Goes
zoo'n rustig stadje is. Waarom dan een
Burgenvacht. rhr Eckhardt is ook lid
van de Burgerwacht en zou niet gaarne
willen, dat ze werd opgedoekt. In geval
van nood kan men op Spr. rekenen.
Het voorstel der S.Di.A.P. wordt ver
worpen met 7 tegen 5 st. (Vóór dhr
De Looff, Crucq, Buis, v. Poelgeest, v.
Vleten.) De subsidie blijft dus behouden.
Dhr Labrijn vraagt bij volkshuisves
ting, hoe het staat met de financiën
der bouwvereenigingen. Men hoort rare
noten kraken over niet-betaling van huur,
enz. 1 j
De secretaris leest, een rapport voor
waarin gezegd wordt, dat van tekorten
momenteel geen sprake is. In Bouwplan
I zijn de huren meerendeels boven de
minima. Er is nog woningnood in Goes,
getuige de vele liefhebbers voor de wo
ningen. Ook moet gedacht worden aan
woningen voor toekomstig spoorwegper
soneel. Van huurderving is geen sprake
en is ook niet te verwachten. De fi-
nancieele toestand is gunstig. Zoolang
die toestand is als thans, behoeft de ge
meente nog niet te denken aan verkoop
van huizen der bouwvereenigingen. Dhr
Labrijn vraagt of het dan niet juist is,
dat velen met huurbetaling achter zijn.
Dhr Stieger zegt, dat bij „Nieuw-Goes"
van achterstalligheid geen sprake is en
bij de andere vereenigingen gelooft Spr.,
dat het geroep zeer overdreven is. Er
waren moeilijkheden met enkele huur
ders, die aanvankelijk niet genegen waren
meer dan f4.60 of f4.80 tot x/7 van
hun inkomen aan huur te betalen.
Dhr v. Poelgeest heeft met genoegen
gehoord, dat de huuropbrengst meevalt.
Toch ziet Spr. de tijd aankomen, dat de
bouwvereenigingen verlies gaan lijden.
Kan nu van de meevallers van deze ja
ren geen reserve-potje gemaakt worden
tegen dien tijd?
Naar aanleiding van de begrooting van
het Gasbedrijf zegt dhr v. Poelgeest, dat
de bpgrooting voor 1924 door Ged. Sta
ten is goedgekeurd, terwijl ze niet voldoet
aan de begrootingsvoorschriften, speciaal
wat betreft de afdeeling fitterij. Deze
begrooting is dan ook een allegaartje,
maar Ged. Staten keurden ze toch goed.
Wegens do subsidie aan de Chr. be
waarschool wordt de post plaatselijke in
komstenbelasting nog eenigszins ver
hoogd.
De begrooting wordt daarna met alg. st.
goedgekeurd.
Nog komt in behandeling de verlaging
van de opcenten op de personeele belas
ting. Dhr Buis is niet voor dit voorstel.
Spr. is wel voor verlaging, maar ze komt
ten goede aan de gegoede ingezetenen,
die flinke woningen bewonen. Spr. wil
de verlaging verdeelen over al de groe
pen, waarvan Spr. een nader uitgewerkt
voorstel geeft. Spr. vraagt aan B. en W.
hun voorstel terug te nemen tot de vol
gende vergadering en in den door Spr. be
doelden geest te wijzigen.
Dhr. Labrijn vindt ook de personeele
belasting een nare, onevenredige belas
ting. Ze hoort eigenlijk in ons belastingr
stelsel niet thuis. Maar aan de wet valt
nn eenmaal niets te veranderen. Vandaag
is hier gezegd, dat de gemeentebelas
ting niet zwaar drukt op de kleine in
komens. Laten we nu aan de hoogere
inkomens een kleine verlichting geven.
De voorz. zegt, dat er formeele en
wettelijke bezwaren tegen het voorstel-
Buis zijn.
Het voorstel-Buis wordt verworpen met
9 tegen 3 st. (vóór dhm v. Poelgeest,
Crucq en Buis).
Het voorstel van B. gn W. wordt daarna
aangenomen.
'Rondvraag. Dhr. v. Bommel v. Vlo
ten merkte op, dat bij de begrooting van
1924 door den heer v. Poelgeest aan B.
en W. is gevraagd een herziening van de
salarissen van het gemeentepersoneel. B-
en W. hebben aan die opdracht geen
gevolg gegeven. Nu de voorstellen tot
salarisverlaging zijn verworpen, maar toch
te kennen is gegeven, dat zulk een ver
laging later noodig of mogelijk zal zijn,
vraagt spr. een uitspraak van den Raad om
zulk een herziening te doen voorbereiden
,door B. en W., opdat men klaar is, als
die tijd van verlaging aanbreekt.
Dhr. v. d. Bout vindt zulk een opdracht
verbazend moeilijk.
Dhr. v. Poelgeest begrijpt dat bezwaar
niet. Al is iets moeilijk, daarom is het
nog niet onuitvoerbaar. In Januari 1924
vroeg spr. om een herziening. Eu in
Augustus kwam bet. voorstel tot 10 pet.
werktijdverlenging! Maar dat was niet,
wat gevraagd was!
Dhr. v. d. Bout herinnert aan de woor
den van den heer v. Poelgeest: we moe
ten het niet zoeken in loonsverlaging
maar in meerdere prestatie.
Dhr. v. Poelgeest zegt bedoeld te heb
ben: verhooging van 't aantal uren is
op 't oogenblik te bereiken, maar de
loonsverlaging was nog niet direct moge
lijk. Spr. heeft er wel voor gepast, in den
strik te loopen, om zelf voorstellen te
doen. Dat was de taak van B. en W.
Spr. zal zich wel wachten, in de toe
komst advies te geven aan B. en W.
Spr. constateert, dat niet voldaan is
aan hetgeen hij toentertijd gevraagd
heeft. Dat 10 pct.-voorstel had ook wel
direct kunnen worden ingediend.
Dhr. v. Bommel v. Vloten vraagt nu
aan B. en W. een voorstel tot salaris
verlaging binnen V2 jaar bij den Raad in
te dienen. Bedoeld is reorganisatie der
loonen, maar als basis verlaging. Dit voor
stel wordt aangenomen met 6 tegen 3 st.
(tegen: de Looff, Crucq en Buis); blanco
de wethouders en dhr. Potter.
Dlhr Crucq heeft vele klachten ge
hoord oyer slecht gas. Wordt er weer
watergas gebruikt?
P(hr Stieger staat verbluft. Wenden de
klagers zich ook tot den Directeur? Soms
zijn de gebreken met een kleinigheid t/>
verbeteren. Spr. zegt, dat het gas goed
is, misschien te goed. Het nakijken ge
schiedt gratis.
Dhr Labrijn zegt. zich' veie malen ge
wend te hebben tot den Directeur. Ver
schillende malen is de boel nagekeken.
Het helpt een poosje, maar 't is weer
gauw slecht. En de nota's komen ach
teraan.
Blaarna sluiting.
Stukken voor de Kamer van Koophandel.
(Vervolg.)
De commissie voor het Verkeers
wezen kan zich unaniem vereenigen
met het in het adres va.n de Alkmaar-
sche Kamer vermelde denkbeeld om
de zaak in handen te stellen van een
studiecommissie. Over de kwestie
zelve is de commissie echter niet een
stemmig in haar oordeel. Eén van de
leden is van oordeei, dat op hoofd
verkeerswegen wel, doch op binnen
wegen met weinig verkeer afsluiting
niet noodig is. Men kijkt bi] spoor
wegoverwegen niet uit doch wel bij
tramwegoverwegen of drukke kruis
punten. Men zou de veiligheid op de
spoorwegen kunnen uitbreiden door
bij voorschrift de stoomfluit voor te
schrijven.
De overige 'leden der commissie
kunnen zich met deze beschouwingen
geenszins vereenigen en gaan accoord
met het voorster van het Bureau.
Trammen en auto's zijn aan de regelen
van het verkeer onderworpen, de trei
nen daarentegen passeeren de over
wegen met onverminderde snelheid.
Naar aanleiding van een verzoek
van de Kamer te Tiet om adhaesie
te betuigen aan een adres aan den
minister van financiën inzake het ze
gelrecht op incasso-nota's, zegt het
bureau te meenen, dat, zooals de ze
gelwet thans luidt, hieraan niet veel
te veranderen is, al erkent het bu
reau volkomen, dat het tot vele on
billijkheden aanleiding kan geven. Het
bureau stelt voor het bedoelde adres
te steunen.
De commissie voor de wettelijke
bepalingen merkt op, dat het haar
gebleken is, dat bij afrekening door
den post cheque- en girodienst geen
zegelrecht verschuldigd is en de com
missie acht het derhalve noodzakelijk,
dat er op wordt aangedrongen, dat
ook bij afrekening op andere wijze
geen zegelrecht verschuldigd is.
Het bureau is van meening, dat
de Kamer evenals andere Kamers
reeds deden, haar gevoelen mag doen
blijken, betreffende de wijziging ge
meentewet ten opzichte plaatselijke
belastingen, welke de bedoeling heeft
in het vervolg de forensenbelasting
als eene afzonderlijke te beschouwen,
zoodat iedere gemeente vrij zal zijn
haar al oi niet te heffen, terwijl als
een bijzonder soort werkforens wor
den beschouwd de e igenaren van
„vliegende winkels". Voor de werk-
forensen zal in het algemeen voor
de forensenbelasting slechts in aan
merking komen de verdienste, verkre
gen binnen de gemeente, waar men
iorens is. Betaalde men thans 2/3 in
de woongemeente en 2/3 in de forens-
gemeente, in het vervolg zal men in
de woongemeente het volle bedrag
enz. betalen en in de forensgemeente
1/2 van hetgeen een bewoner dier ge
meente van een gelijk inkomen be
taalt. Voor den forens geldt, zooals
gezegd, alleen als inkomen hetgeen in
die gemeente is verdiend. Voor ver
scheidene forensen zaï dit een ver
mindering van belasting beteekenen,
doch niet voor hen, die geheel of bijna
geheel him inkomen in de forensen
gemeente verdienen. Voor hen zal juist
verhooging het gevolg zijn. Dit acht
het bureau in het algemeen niet juist.
Door de belastingverhooging zai on
getwijfeld de aqtie om ioonsverhooging
weder worden bevorderd en ten slotte
de belastingverhooging derhalve druk
ken op den werkgever.
Het bureau zou het mitsdien billijk
achten, dat in de wet eene bepaling
werd opgenomen, dat in geen gevai
de belasting tot een hooger percen
tage worde geheven dan tegenwoordig
(2/3 woongemeente en 2/3 werkge-
meente).
Tot leedwezen van het bureau is
in het ontwerp geene bepaling op
genomen om de zakelijke belasting op
het 'bedrijf uit de wet te lichten. Het
bureau stelt dan ook voor aan de
Tweede Kamer een adres te richten,
met verzoek in het ontwerp-wet een
zoodanige wijziging te willen aanbren
gen, dat worde voorkomen, dat een
iorens meer zou betalen dan tegen
woordig het geval is en alsnog de
zakelijke belasting op het bedrijf uit
de gemeentewet te schrappen.
De commissie voor de wettelijke be
palingen kan zich met het voorstel
vereenigen.
Ofschoon het bureau niet alle ar
gumenten kan onderschrijven, die door
de Tilburgsche Kamer tegen het wets
ontwerp inzake de bevordering van de
richtige heffing der directe belastin
gen, zijn ingebracht, meent het, dat
ook de Kamer hare meening aan de
de Tweede Kamer moet kenbaar ma
ken. Een wetsontwerp, dat geen wa,ar-
borgen biedt tegen willekeurige opvat-
tigen (van den belastingambtenaar) en
tegen ongelijke beoordeeling (door de
Raden vanBeroep) behoort naar de
meening van het bureau, niet tot wet
te worden verheven. Het bureau stelt
dan ook voor aan de Tweede Kamer
te verzoeken het ontwerp niet aan
te nemen.
De commissie voor de wettelijke be
palingen onderschrijft ten volle de
meemng, da,t het totaal der op te
brengen lasten voor zakenlieden on
dragelijk is geworden. Het wetsont
werp heeft zijn ontstaan te danken
a.an het feit, dat vele zaken worden
omgezet in N. V. aangezien alsdan
alleen inkomstenbelasting wordt ge
heven over de uitkeering, terwijl van
hen, die alleen ot afs vennootschap
onder firmazaken drijven niet wordt
eheven over wat zij zelve als winst
eschouwen, doch wat de fiscus als
zoodanig beschouwt.
De belastingsambtenaren willen als
winst beschouwen wat absoluut geen
winst is of ooit worden kan en chi-
caneeren over de afschrijvingen. Het
is geen wonder, dat tegen deze fisca
liteit verweer ontstaat. De commissie
deelt het gevoelen van bet bureau,
dat het ontwerp het staatsblad niet
moet bereiken, doch meent dat het
bureau zich niet sterk genoeg heeft
uitgedrukt en zou in het adres wil
len doen uitkomen, dat naar het oor
deel der Kamer onder geene voor
waarde belastingverhooging of ver
zwaring in welken vorm ook, toelaat
baar is.
Het resultaat in Twente.
De heer Amelink schrijft in „De Am
sterdammer"
De Voorzitter van den Socialistischen
Textielarbeidersbond heeft in het October-
nummer van „De Vakbeweging", het tijd
schrift van het N. V. V., een artikel ge
schreven over het conflict in de textiel
industrie.
Het is opmerkelijk, boe thans erkend
wordt, dat het textielconflict belangrijke
winst gebracht heeft. Dat wordt in de
volgende bewoordingen gezegd
„Toch kan niet gezegd worden, dat de
werkgevers een volledige overwinning be
haald hebben. In de eerste plaats hebben
ze voor 't eerst tijdens een conflict, dus
vóór de opheffing, koncessies moeten
doen, hebben ze dc uitsluiting voor alle
fabrieken gelijktijdig moeten opheffen, wat
vroeger altijd geweigerd werd. Dan moes
ten eerst de stakende arbeiders het werk
hervatten, alvorens de uitsluiting werd
opgeheven. Voeg hierbij de koncessie om
trent de loonsverlaging. Dat is in de
textielindustrie nog „nie dagewesen"."
Verdei> wordt als winst geboekt, „dat
bij de textielarbeiders bet lamlendige, elk
organisatieleven doodende gevoel, dat er
tegen de textielfabrikanten niet te vechten
valt, is weggenomen".
Op echt „moderne" wijze wordt echter
het verkregen resultaat, dat natuurlijk niet
ontleend kan worden, op rekening der
„moderne" vakbeweging geboekt. Dat de
fabrikanten niet in alle opzichten hun zia
hebben kunnen doordrijven is het gevolg
van de krachtige houding der moderne
arbeidersbeweging. De schitterende steun
beweging der modernen zou op de werk
gevers indruk gemaakt hebben en daaraan
zou het verkregen resultaat zijn te dan
ken. En als de Besturen van St. Lamber-
tus en Unitas niet zoo'n schandelijke
rol hadden gespeeld, zouden nog gansch
andere resultaten zijn verkregen, en het
einde voor de arbeiders gunstiger zijn
geweest, aldus deze voorzitter.
Het is dus zoo, dat voor Twente be
langrijke resultaten zijn verkregen. Dat
deze echter zijn te danken aan het beleid
der modernen en dat als de Christelijke
organisaties anders waren opgetreden, de
resultaten gunstiger zouden geweest zijn-
Het is goed daartegenover nogmaals
de eenvoudige feiten vast te stellen.
Op 23 November 1923, toen de strijd
nog geen maand oud was, verklaarde het
hoofdbestuur van den modernen bond zich
bereid, een voorstel te accepteeren en dat
voor zijn leden te verdedigen, 't welk in
hield: 5 pet. loonsverlaging, 100 over
uren per jaar, drie vacantiedagen en
vastlegging van een en ander tot 1 Juli
1925. Het zei daarbij niet, dat dit zijn
laatste woord was. Wij maken ons sterk,
dat als de werkgevers dit voorstel hadden
■willen accepteeren minus de vacantieda
gen, het hoofdbestuur van den „moder
nen" bond het ook aanvaard had.
Vier weken later verklaarde het hoofd
bestuur van den „modernen" bond te
willen spreken over een gelijk voorstel,
waarin het aantal overuren op 124 was
gebracht.
De Christelijke organisaties hebben het
conflict beëindigd op een voorstel dat
inhield 71/2 pet. loonsverlaging, plus vier
maanden een toeslag voor gehuwden van
f 1,50 per week, en vastlegging der over
eenkomst tot 1 Januari 1926.
Het verschil is dus 2!/2 pet. loonsver
laging minus een toeslag van f 1,50 voor
vier maanden en 6 overuren per jaar.
En daarvoor scheldt men de Christe-
lijken dan voor verraders.
Men beweert nu, dat de afloop gunstiger
had kunnen zijn. Beweren is heel ge
makkelijk. Het zou ook mogelijk geweest
zijn, dat het bereikte door den strijd te
blijven voortzetten weer was teloor ge
gaan. De besturen der Christelijke orga
nisaties zeggen, dat ondanks de moei
lijke positie waarin de fabrikanten ver
keerden, en ondanks het feit dat de werk
gevers wisten dat, indien zij1 met de ar
beidersorganisaties niet tot overeenstem
ming kwamen, een enquête zoo goed als
zeker zou komen, en ondanks door Uni
tas tot het laatste toe, vastgehouden werd
aan zijn voorstel 100 overuren en 5 pet-
loonsverlaging, de fabrikanten tot geen
enkelen stap Verder bereid bleken, dan
(het resultaat waarop nu het conflict is
beëindigd. De besturen der Christelijke
organisaties wisten ook te doen te heb
ben met Turksche fabrikanten; zij wisten
dat reeds vroeger een staking een half
iaar had geduurd, die had kunnen beëin
digd worden met het verkrijgen van eenige
concessies, doch die later een financieele
nederlaag werd. 'Zij wisten te doen te
hebben met werkgevers als de Van Heek's,
waarvan „Het Volk" van een der firman
ten. ,toen het conflict door de modernen
beëindigd moest worden, tot tweemaal
toe schreef, dat hij gezegd had, nog niet
aan zijn laatste millioen bezig te zijn,
maar al zou hij dat zijn, hij er niet aan
dacht nog iets toe te geven. Nu heeft
dit geen invloed gehad op de beslis
sing, door de Christelijke organisaties
genomen. Het heeft alleen dienst ge
daan, om na de „geëxalteerde" stemming
die gekweekt was onder de „modern"
'georganiseerde arbeiders, deze weer wat
nuchterder te stemmen tegen den tijd.
dat zij, onder de voorwaarden door de
Christelijken verkregen, weer de fabrie
ken moesten binnengaan. Maar wel ïs er
rekening mee gehouden, dat men met
werkgevers te doen had, die als het er
op aankwam, er alles op zouden zetten,
en daarbij zelfs het gjevaar niet buiten
gesloten was, dat hetgeen was verkre
gen nog weer zou verloren gaan.
Nu achteraf te blijven beweren, dat
meen" bereikt had kunnen worden, is heel
gemakkelijk en heel goedkoop. Dat de
heer Stenhuis zoo iets beweert kan er
nog mee door. Maar, dat het hoofdbe
stuur van den „modernen" Textielarbei
dersbond dit praatje ook blijft colportee-
ren, getuigt van een wel wat al te groote
naiviteit, of misschien nog van erger.
Echt „modern" is nu weer, dat achter
af wordt erkend, dat niet onbelangrijke
resultaten zijn verkregen, doch dat deze
zijn te danken aan het beleid der „mo
derne" vakbeweging. Ieder ter zako kun-
digie weet, dat de „modernen" onder
leiding van den heer Stenhuis, zichzelf
in het textielconflict van eiken
invloed hebben uitgeschakeld. Het is wel
brutaal nu achteraf zichzelf toch het
resultaat toe te eigenen. Maar zoo zijn
nu eenmaal „moderne" manieren.
Nieuwe aansluitingen.
Nieuwe abonné's Goes: no. 264, Fa.
J. A. en L. G. Witte, wijnhandel pi
sigarenmagazijn, 's-Heer Hendrikskin-
derenstraat 1012 en 38; no. 265,
A. Th. Verbist, notaris, Lange Kerk-
strüRt 42
Kloetinge: no. 3, C. Gijzel, Koop
man, A 36.
's-Gravenpolderno. 7, N. van de
Velde, Commissionnair, Achterweg,
A 95.
Kapelle: 110. 7. A. S. Luijk, Koop
man en CaiéhouaeB.