DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Gemeenteraad van Goes.
VAK
VRIJDAG 12 DEC. 1924. No. 63.
POKKEN.
Eenige jaren geleden verscheen bij'
Seyffardt te Amsterdam de vertaling van
een geschrift van een Duitsch gepensio
neerd Chirurgijn-Majoor, den heer Spohr.
Het draagt tot titel: „De Pokken, hoe
zij ontstaan, welke voorbereiding er te
gen is (niet door inenting) en hoe zij'
langs den natuurlijben weg genezen, met
een voorrede over Prof Koch's tuberculos-
einentung en hare waarschijnlijke resul
taten".
Het werkje bevat, behalve de voorrede
over Prof. Koch, zes hoofdstukken en
achtereenvolgens .wordt daarin gehandeld
over: de geschiedènis van de pokken en
de inenting; hel ontstaan der pokken;
de voorbehoeding tegen de pokken, behal
ve door inenting; de behandeling en ge
nezing der pokken langs den natuur,
lijken weg; de voorbehoedmiddelen tegen
nadeelige gevolgen van de inenting; en
voorstellen tot stelselmatige bestrijding
en afschaffing van de Wet op de vac
cine. t
Over de geneeskundige waarde van het
geschriftje oordeelen wij' natuurlijk niet
daar wij daartoe onbevoegd zijn, maar
het boekje bevatte feiten en cijfers, die
bewij'zen dat inenting niet ongevaarlijk
is, in weerwil van de nauwkeurigste!
voorzorgsmaatregelen van zuiverheid en
reinheid.
Hoe 'ter op 'toogenblik mee staat,
Weten wij niet, doch een halve eeuw;
geleden werden meer dan éénmaal de
ingeente kinderen blijvend ziek, vooral
syphilis met name in Bitburg en Dus-
seldorp.
Prof. Di' German te Leipzig schatte
in 1874 het aantal kinderen, die elk jaar
ten gevolge van de inenting, sterven, op
20.000, zegge twintig duizend!
Het is bekend, dat in 1870'71, tü-
dens den Franscn-Duitschen oorlog, meS'
dan een millioen inwoners van D'uitsch-
land aan de pokken ziek werden. On
geveer honderdtwintig duizend
mensch en stierven eraan en daar
van waren niet minder dan 96 procent
gevaccineerd en meerendeels ge-
revaccineerd'.
Men beschuldigde toen de gevangen
Franschen, dat zij de pokken hadden
overgebracht, maar Prof. Ad. Bogt in
Bern en Dr H. Oldtmann hebben ontdekt,
dat deze soldaten vóór het begin van den
veldtocht op aandrang van den lijfarts
van Napoleon pas ingeënt waren gewor
den en meerendeels bijl hunnen intocht
opnieuw ingeënt.
Voorts deelt de schrijver nog mede,
dat meer dan 6000 soldaten van het
mobiele Duitsche leger, in dien tijd, die
allen met een zoogenaamd gunstig gevolg
„gevaccineerd en gerevaccineerd" waren,
de pokken kregen en 270 gtierven.
Dr Kalt te Bonn is een groot voor
stander van de inenting. Zijne echtge-
noote werd om de twiee jaren door hem
ingeënt en deze dame werd voor .eenige
jaren ziek aan een vorm van zwarte
pokken en stierf na Weinige dagen.
Verder schrijft de heer Spohr: Ik heb in
mijn leven veel personen leeren kennen,
die zeer kort na de inenting door
de pokken werden aangetast.
Onder anderen deelde mijn toenmalige in
specteur, de Luitenant-Generaal von Ka-
meke, mij' mede, dat hij, hoewel als ca
det reeds herhaaldelijk inge
ënt, toen hij als luitenant bij de militaire
academie werd aangesteld, zich had la
den verleiden om nogmaals ingeënt te
worden, omdat toen in Berlijn de pok
ken heerschtendrie weken later
werd hij door de pokken aan
getast.
Nog een ander voorbeeld uit zijne
eigene ervaring
In Deecmber 1870'71, tijdens de be
legering van Mézières, werd mij'n eigen
adjudant Schmitz, door de pokken aan
getast. Scbmitz was volgens zijlne eigene
mededeeling, reeds drie of vier
maal ingeënt, en had als adjudant,
in een zeer bekrompen lokaal met zes
of zeven schrijvers, zeer ingespannen dik
wijls dag en nacht gewerkt.
Zelfs doorgestane pokziekte heeft niet
altijd een voorbehoedende kracht. In 1882
werden te Aken door Dr Diebey in zijn
hospitaal een aantal van de pokken ge
nezen en ingeënt. Het gevolg' was dat
verscheidenen van de ingeente pas gene-
zenen weldra opnieuw' 'door de pokken
werden aangetast, waf door D'r II. Oidt-
mann aan 't licht is gebracht.
„Boekdeelen", zegt de heer Spohr
«zouden vol te schrijtven zijn, als men
nl de gevallen van mislukte voor
behoedmiddelen tegen de pok-
ken wilde opsommen.
Wij herinneren aan deze dingen niet
om de menschen tegen de vaccine in te
nemen. Tegen de hierboven aangehaalde
feiten staan ook feiten, die het tegendeel
schijnen aan te toonen.
Maar wel om de ernstige vraag te
stellen of men van herinenting afdoen
de resultaten verwacht.
Wij voor ons beantwoorden de vraag
ontkennend.
Aan de band van bovengenoemde en
dergelijke gegevens.
Herinenten kan misschien iets baten,
indien de proef minstens eenmaal per
jaar herhaald wordt, hetwelk onuitvoer
baar is.
Maar pas haar dan ook niet die eene
maal, en wel op 't schoolkind, toe.
Hef op allen vaccinedwang. Laat de
ouders zeiven zorgen voor de inenting
hunner kinderen, wanneer zij dit noodig
achten.
(Vervolg Salarisdebat.)
J!hr. v. Poelgeest zeg[t: toen de loonein
naar boven gingen, was de algemeene
meening, dat dit moest. Men was het eens.
En nu zijn we het niet eens. De Raad
staat eigenlijk nu half Om half. Br zal
echter een tijd komen, dat we ook 'een
parig zeggen: nu moeten en kunnen de
loonen omlaag. Laten we dien tijd nu
maai' rustig afwachten. Spr. is voor het
voorstel-Labrijln, dat do fin. comm. het
zoo lang bij haar houdt, dat de lijd
voor verlaging' gekomen is.
Dihr Buis antwoordde dhr Potter in
zake de werktijdverlenging, dat de politie
agenten soms 17 uur per etmaal werken.
Moet die werktijd nog verlengd worden?
Dihr Potter is niet goed op de hoogte
van de dienstregeling der agenten.
Dhr Buis: „U is niet op de hoogte
en u stemt toch er vóór. Bij den reini
gingsdienst is het ook zoo. Eigenlijk is het
over de geheele linie zoo,
Dhr v. d. Bout: er is niet over ge
sproken om het voorstel naar de fin.
com. te zenden. Het is een oud voorstel.
Dhr Labrijn zegt: er zijn geheel nieuwe
argumenten naar voren gebracht, waar
van er naar zijn meening onjuist zijn, In
elk geval zij'n ze niet gecontroleerd.
Dihr Crucq vindt het onzin, dit voorstel
op de lange baan te schuiven.
Dhr Goedbloed zegt, dat de heeren
er niet zeker van kunnen zijin, dat do
nieuwe argumenten, als ze gegrond zijn,
geen Raadslid tot verandering van mee
ning zullen brengen. Maar de argumenten
moeten onderzocht worden.
Die voorz. zegt op een uitlating vani
dhr Labrijln, dat spr. geheel buiten deze
actie en adressen staat.
Het voorstel-Labrijln wordt verwor
pen met 6 tegen, 5 voor en 2 blanco
(Slieger en Potter). Voor: Goedbloed, v.
Vloten, Eckhardt, Labrijln en v. Melle.
Het voorstel B. en W. komt dus direct
in behandeling.
Dhr v. 3ommel v. Vloten beantwoordt
de vragen: zijn de belastingen in Goes
boog en wat is daarvan in de toekomst
te verwachten. De eerste vraag heeft spr.
in een vertrouwelijk schrijven aan de
Raadsleden beantwoord. Do belastingen
zij'n inderdaad hoog in Goes. Beduidende
verlaging van belasting is in de toe
komst niet te verwachten. Wel verhoo
ging. Groote uitgaven voor de bestra
ting zij'n te voorzien. Verder wijst spr.
op de bijfz. bewaarschool, op de tekorten
bij den woningbouw. Ook is in de begroo
ting geen bedrag uitgetrokken voor werk-
loozenzorg. Verhooging van belastingen
is dus waarschijnlijk.
Hoe is de verhouding tusschen de loo
nen in part. bedrijven en die van de
gemeente? Spr. verklaart, dat hij een
nauwkeurig en nauwgezet en objectief
onderzoek daarnaar heeft 'ingesteld. En
dan zijin de loonen in gemeentedienst
hooger dan in part. bedrijven. Do aan
spr. verstrekte gegevens zij'n echter ver
trouwelijk van aard.
Weth. Stieger: dus u zegt ze ook niet
in geheime vergadering?
Dhr v. Vloten: neen. Maar de Raad
heeft toch wel vertrouwen in mijn po
sitieve verklaringen.
Dhr Crucq zegt: de fin. toestand van
Goes is goed. Diat kan niemand tegen
spreken. Ook kan spr. niet aannemen,
dat de belastingen hier erg hoog zijin.
Ze zijn van inkomens beneden de
f 5000 middelmatig. En de groote
meerderheid der inkomens is toch la
ger dan f5000. En moet het personeel
de dupe worden? De loonen in Goes zijin
hier aan den lagen kant, al lacht dhr
Labrijin om dit gezegde.
Dhr v. Melle zal niet terugkomen op
zij'n in de vorige vergadering uitgebrachte
stem. Het premïevrij pensioen is voor het
gemeefitepersoneel van veel waarde.
Voegt men deze storting bijl hun inkomen,
dan komt het gemeentepersoneel in gun
stige conditie.
Voor de lagere ambtenaren is 10 pet.
korting een gevoelige vermindering. Daar
om vraagt spr. aan B. en W*. 'invoe
ring van den kindertoeslag. Voor de keu
ringsambtenaren, die geen premievrij
pensioen hebben, wil spr. de korting
niet 'toepassen.
Dhr. v. d. Bout is 't niet eens met de
vertrouwelijke, noch met de openbare me-
dedeelingen van den h,eer v. Bommel v.
Vloten. De bedoeling is geweest, Goes be
rucht te maken wegens zijn hooge be
lastingen. Spr. geeft deze cijfers: inkomen
van f1000 in 1914 (zonder kinderen)
f 23.98, in 1923 f 11.40 belasting.
Dhr. v. Vloten: en de opcenten?
Dhr. v. d. Bout meent, dat dit weinig
verschil oplevert. Verder geeft spr. o.a. de
cijfersf 5000 inkomen 1914 (zonder kin
deren) f218,54, 1923 f219,36'; f5000 (4
kinderen)-1914 f214.12, 1923 f205.80.
Dhr. Vienings zegt, dat er veel gespro
ken is over een raadselachtig Raadslid.
Spr. heeft nooit veel gevoeld voor de rol
van. een Chineeschen knikkebol, maar wel
om goed kennis te nemen van het voor
en tegen en dan zijn houding te bepalen.
Ook volgens spr. komt er een tijd, dat
de salarissen zullen moeten worden her
zien. Maar spr. achtte op 27 Oct. den
datum van 1 Nov. te plotseling. Spr.
stelde toen den datum van 1 Januari
voor en heeft er bij gezegdtenzij dat
B. en W. vóór 1 Jan. tot de overtuiging
komen, dat ook dhn die salarisverlaging
nog niet moet worden ingevoerd.
Uit allerlei kringen der gemeente zijn
nu de bezwaren tegen de salarisverlaging
ingebracht en zijn B. en W. tot huni
voorstel gekomen. Spr. zal vóór dit voor
stel stemmen, maar hij vraagt van B. en
W., dat zij, zoodra dit mogelijk en noodig
is, met voorstellen tot salarisverlaging
zullen komen.
Dhr. Eckhardt houdt nog vast aan het
voorstel der fin. com. en kan niet begrij
pen, dat een Raadsbesluit zóó spoedig
kan worden ingetrokken. Gingen we zóó
door, dan schoten we nooit op. Spr. durft
hier verklaren, dat hij volgens eer en
geweten hier gehandeld heeft en steeds
zal handelen en zich niet door adressen
zal laten beïnvloeden.
Dhr Labrijn begrijpt, dat hot lot van
het voorrstel al is beslist. Nog ncóit is be
wezen, dat de loonen in 1920 te laag
waren. Waren ze toen voldoende, dan zijn
ze nu te hoog. D|an is de kwestie zuiver
gesteld. Wil men de salarissen laten be
vriezen, het zij zoo, maar dan doet men
een daad van onrecht.
Dhr v- Poelgeest zegt, dat de loonen
van 1920 nooit op het peil van elders
zijin gebracht. Ze waren hier altijd aan
den lagen kant. En ging men nu ver
lagen, dan deed men onrecht.
Dhr Goedbloed is door de debatten
niet van meening veranderd. Men is er
niet in geslaagd het betoog van de fin.
com., steunend op indexcijfers en par
ticuliere loonen, omver te verwerpen.
Dhr Crucq is tegen beginsel en praetijk
van den kindertoeslag. Spr. vindt verder
de, bewering van „de Zeeuw" inzake de
S-DA.P. en den middenstand beneden
alle peil. Volgens Spr. zij'n er goede
en misselijke middenstanders.
Het voorstel van de S-D'.A.P. (geen
salarisverlaging en werktijdverlenging)
wordt verworpen met 10 tegen 3 st. (Vóór
d'hrn Die Looff, Crucq en Ruis.)
Het voorstel van B. en W- (wèl werk
tijdverlenging, maar geen salarisverlaging)
wordt aangenomen met 8 tegen 5 st.
(Vóór Buis, Vienings, v. d. Rout, Stieger,
Potter, v. Poelgeest, De Looff, Ctrucq.
Tegen Eckhardt, Labrijn, v. Melle, Goed
bloed, v. Vloten.) (Reeds gisteren in een
gedeelte onzer oplaag geplaatst.)
Verzoek van het bestuur der Chr, Be
waarschool om een subsidie van f25
per jaar en per leerling. (B. en W stel
len f 12.50 voor).
Dhr Labrijn is door dit verzoek in een
moeilijken tweestrijd gebracht. De tijd
is moeilijk, om nu nog met meerdere
uitgaaf te komen. Spr. had "gaarne ge
wild, dat dit bestuur nog \Vat gewacht
had, totdat betere tijden waren aangebro
ken. Maar anderzijds is het rechtvaardig,
dat deze menschen krijgen, wat ze vra
gen. De gemeente betaalt f50 per jaar
en per kind voor dit onderwijis. En nu
wil een groep burgers zich een offer
getroosten en dan nog een subsidie van
f25 per kind vragen,' zijnde de helft van
hetgeen de gemeente betaalt. Spr. vindt
het jammer, dat de kinderen op zoo
jeugdigen leeftijd al gescheiden worden
in „bokken en schapen". Maar spr. wil
toch de overtuiging van deze ouders
eerbiedigen, al is ze de zijlne niet.
Dhr Crucq zegt, dat de S, D|. A. P.
gelijkberechtiging wil van openbaar en
bijzonder onderwijs. Ook is deze partij
niet ongenegen, die gelijkstelling uit t.e
breiden tot bet voorbereidend onderwijs.
Maar laten gelijke rechten ook gelijke
plichten meebrengen. Dus ook voor de
bijiz. bewaarschool moeten gelden de voor
waarden voor gemeentelijk onderwijs.
Spr. is daarom tegen de vergrooting
van het aantal leerlingen van 30 tot 50
per klas. Worden die gemeentelijke
voorwaarden niet van toepassing ver
klaard, dan zal spr. tegenstemmen.
Dat het gemeentelijk bewaarschoolon-
derwijis duurder is dan bijz. ond., komt
doordat de gemeente zorgt voor kleine
klassen en geen schoolgeld heft.
D'hr Goedbloed zegt, dat de vereeniging
volle recht had op de f50, die de ge
meente voor elk harer leerlingen be
taalt. Nu er slechts f25 gevraagd wordt,
is daartegen toch zeker geen bezwaar.
Tot den heer Crucq zegt spr.: wanneer
u gelijke voorwaarden wil, dan moet u
een voorstel doen om f50 te geven, op
conditie van gelijke voorwaarden.
Dhr Crucq zal dat niet doen.
Dhr Goedbloed: dan moet u rechtshal
ve stemmen vóór het voorstel van dé
f25.
Dhr Crucqneen, neen. Ik ben te
gen de groote klassen.
Dhr v. Melle zegt, dat de lokalen op
de groote klassen berekend zullen zijn,
dus gevaar voor de gezondheid dreigt
er niet. Eigenlijk onderwijs wordt er in de
bewaarschool niet gegeven. Dus individu-
eele behandeling der leerlingen is op een
bewaarschool niet zoo noodig. De kin
deren worden gevormd voor het lager
onderwijs.
Wordt dit voorstel aangenomen, dan
komt er een aanzienlijke verbetering op
't gebied van het bijiz. bewaarschoolonder-
wijis hier ter stede.
Dhr Crucq zegt, als er dan geen on
derwijs wordt gegeven, is ook een spe
cifiek Christelijke bewaarschool niet noo
dig. Maar er worden toch examens af
gelegd door het personeel en diploma's
uitgereikt, dus wordt er toch wel eenig
onderwijis gegeven.
Dhr Vienings wijst op de ontwikkeling,
die het bewaarschoolonderwijs de laatste
jaren heeft doorgemaakt. Maar het eigen
lijke doel is toch: de voorbereidende
vorming van verstand en gemoed om
het kind gereed te maken voor „het La
ger onderwijs.
Wat die „verplichtingen" door den heer
Crucq genoemd, betreft, daarin schuilt
een insinuatie, als zou het bijz. onder
wijs minderwaardig zijn. Spr. beroept zich
op de officieele rapporten, waaruit blijkt,
dat dit up-to-date is.
Tot den heer Labrijln zegt Spr.: Op 'de
bijzondere bewaarschool wordt niet ge
leerd, dat er verschillende klassen van
menschen zijn, maar dat wij allen kin
deren van één Vader zijn.
De voorz. en dhr. Stieger lichten de
historie van de stichting dezer bewaar
school toe en het overleg met R. en
W. Eerst dachten B. en Wi. dat ze bij hun
prae-advies overeenstemming met het
Bestuur der school hadden. Maar vlak
vóór .de Raadsvergadering kwam het Be
stuur met de bewering, dat de ingediende
taming slechts een voorloopige was ge
weest. i
Mr Stieger wïr nu w'el verder gaan
dan het prae-advies, maar het voorstel
van 25 gld. gaat spr. in deze omstandig
heden te ver.
Dhr v. Poelgeest zegt, dat het Bestuur
der school nu, als de school er is,
eens gaat vragen hoe aan de gelden te
komen. Het ontbrekende bedrag moet de
gemeente nu maar bijpassen. Spr. zal er
tegen stemmen.
Dhr Vienings doet een middenvoorstel
en stelt f 20 voor. D'hr v. Melle zegt,
dat men zich alleen op reehtvaardig-
heidsstandpunt moet stellen.
Dhr Goedbloed zegt tot den heer v.
Poelgeest„het Bestuur der school rekent
op uw rechtvaardigheidsgevoel".
Spr. wijst op overwegend linksche ge
meenten, Waar evenveel 'aan de bijiz. als
aan de openbare bewaarscholen wordt
gegeven. Het is toch eigenlijk treurig, dat
men hierover in dezen tijd nu nog moet
spreken. Het voorstel van den heer Vie
nings noemt Spr. „gesjachel". Men moet
de billijkheid van het gevraagde inzien.
Dhr v. d'. Bout zegt, dat de Bestuurs
leden der school indertijd 'tevreden heen
gingen met de eerste toezegging van B.
cn W.
D'hr Stieger zegt, dat liet bijiz. onder
wijis zijn volle sympathie heeft. Maar de
tegenwoordige toestand der gemeente ver
biedt tot f25 te gaan. Het is maar een
siuisidie van een jaar. Later kan dan
allicht nog worden overlegd.
Hel voorstel om f25 te geven werd
v er w orpen met 8 tegen 5 st.
Vóór Labrijin, Potter, v. Melle, Goed
bloed, Eckhardt.
Tegen Vienings, v. d. Bout, Stieger, v.
Poelgeest, v. Vloten, de Looff, Crucq,
Buis. j
Het voorstel van f20 per kind werd
aangenomen met 7 tegen 6 st.
Voor Vienings, Labrijln. Stieger, Potter,
v. Melle, Goedbloed èn Eckhardt.
Tegen v. d'. Bout, v. Poelgeest, v. Vlo
ten, de Looff, Crucq en Buis.
Vaststelling 2e suppletoir kohier hon
denbelasting, dienst 1924. Geen opmer
kingen.
Begrooting Burg. Armbestuur 1925.
Vastgesteld.
(D'hr. Vienings verlaat de vergadering.)
Nu volgt de Gasthuiskwestie
(wijziging begrooting 1924, betrekking;
houdende op de uitbreiding van het
Gasthuis).
Die voorz. zegt, dat B. en W. deze
zaak geheel als een formeele kwestie
hebben beschouwd. Daarom hebben B.
en W. er geen schrifturen bijgevoegd.
Dhr Labrijln dacht eerst, dat dit stand
punt onjuist was. Nu is Spr. beter inge
licht en is hij het met B, en W. eens.
De Armenwet spreekt alleen van een be-
noodigde machtiging door Ged.
Staten.
Dhr Goedbloed zegt, dat art. 27 der
Armenwet en art. 25 der verordening-
wel degelijk voorschrijven goedkeuring
door 'den gemeenteraad. De begrooting
moet worden ingezonden bijl den Raad
met toelichting. De goedkeuring is maar
niet formeel, want art. 27 geeft den
geheelen procesgang bijl niet-goedkeuring
door den Raad. Juist de Vroedschap van
Goes heeft zich in de dagen der Hervor
ming verzet tegen occupatie van bedoeld
gesticht door Ged. Staten.
Hoe kan de Raad iets goedkeuren,
zonder dat hij iets kent? Daarom moeten
B. en Wi. alle gegevens overleggen.
Het Gastliuisbestuur zegt wel, dat het
hier een formeele handeling betreft, maar
het bewijist dit niet. Spr. heeft wiel het te
gendeel bewezen. Het betreft hier beste
ding van publieke gelden. Bovendien be
noemt de Raad toch ook de regenten.
Zijn de regenten ook wel bevoegd, te
handelen, zooals ze nu doen?
Zijin er ook financieele gevolgen voor
de gemeente aan verbonden? Er is door
de commissie-de Witt-Hamer indertijd be
weerd, dat de gemeente de tekorten moet
bijpassen. Is dat zoo of is het niet
zoo?
Als spr. zich stelde op het standpunt
van neutrale ziekenverpleging, dan zou
spr. zeggen: spits u toe op de vervolma
king van het ziekenhuis te Middelburg.
Dat is uit medisch oogpunt gewenscht.
Het Gasthuisbestuur mag volgens spr. dan
ook niet gaars in een specifieke rioting,
want het betreft hier publieke geldon.
Nu zegt mende zieken zijn in Middel
burg zoo ver van huis. Maar voor wel
80 pet. der operaties is er wel tijd
om zich .naar Middelburg te hegeven. ïn
Amsterdam e.a. plaatsen zit men ook
uren van het ziekenhuis. Voor spoed-
eischende gevallen is dan hier een klein
ziekenhuis gewenscht.
Wanneer we krijgen drie ziekenhuizen
kunnen deze onmogelijk alle kans van
bestaan hebben. De meeste kans heeft het
Prot. Chr., dan het R. K- en in de derde
plaats het neutraal gesticht.
Is het nu gewenscht, om de gelden
van brave menschen uit de 12e, 13e en
14e eeuw onnut te besteden, nu oen fi
nancieel fiasco dreigt, met daarna de
kans dat de gemeente moet bijspringen
Daarom is uitstel van 2 jaar gewenscht
en is inmiddels gebleken of de beide
andere gestichten er komen.
De voorz. zegt, dat dhr. Goedbloed
den indruk maakt, dat hij over een
afstand van 5 minuten een uur of tien
wil doen. (D'hr Goedbloed protesteert.)
De voorzitter leest een schrijven van
Gedep. Staten voor, dat het Gasthuisbe
stuur wordt gemachtigd tot de ge
vraagde handelingen. Wat konden E'. en
W. anders doen, gezien deze machti
ging, dan voorstellen de wijziging van
de begrooting goed te keuren.
Spr. herinnert aan de woorden van vele
Raadsleden, o.a. van wijlen den heer A.
S. J. Dekker, dat een modern ziekenhuis
hier zoo noodig is, en dat het vervoer
naar Middelburg dikwijls tot schade voor
den patiënt was. Spr. ziet het Prot.
Chr. ziekenhuis er nog zoo gauw niet ko
men.
Dihr v. d. Bout is er verwonderd over,
dat dhr Goedbloed zoovele gasthuisreke
ningen en begrootingen heeft mede-goed
gekeurd, zonder daarop aanmerking te
maken. Nu komt 'tmeer in 't kraam van
dhr Goedbloed te pas, om aanmerking te
maken. Ik zal het niet gemakkelijk van mr
G. winnen. Die man bestaat wellicht niet.
Laat ik maar zeggen: „u hebt gelijk".
Dhr Goedbloed toont zich verontwaar
digd over zulk een beantwoording.
Dihr Labrijin zegt', dat het hierin beslis
send college is: Ged. Staten. Diat heeft
al zoo vaak koopen en verkoopen goed
gekeurd. Spr. ziet in dezen strijd het
zoeken van het lange touwtje. Het Gast
huisbestuur heeft een jaar lang moeten
wachten, vóór het antwoord van Ged;
Staten kwam. Er werd' getracht van an
dere zijde tegen te werken en op te
houden. Da.t Prot. Ziekenhuis komt er
nooit! Het is bluf! 'Het komt er niet.
Het is een stormram tegen het neutraal
Ziekenhuis
Met de R.-K. inrichting wil het gast
huis als broeder en zuster samenleven.
Die kunnen beide bestaan!
Diat een patiënt -dicht bij zijn woon
plaats wordt verpleegd, is vooral voor
de familie zoo gewenscht. Het bezoek
is dan zooveel gemakkelijker.
De begrootinlg:, zoo-als die nu door het
■Gasthuisbestuur is samengesteld is het
werk van langen tijd- Vooral den heer
v. -d. Wart komt hiervoor veel lof toe.
Het is zoo goied als ondenkbaar, dat het
Gasthuis, op -den voorgestelden voet inge
richt, tekorten zal opleveren. En mocht
het eens bij een gezo-ndheidsgolf een en
kelen keer gebeuren, welnu, is dan zulk
een inrichting niet een klein offer waard,
al is spr. overtuigd, dat zulk een offer
niet zal worden gevraagd.
Dlhii Crucq acht de argumenten van
mr Goedbloed voldoende weerlegd en be
treurt alleen, dat er geen -algemeene sa
menwerking is verkregen. In een neutraal
ziekenhuis is toch ieder beginsel veilig.
Spr. is tegen onnopdigp versnippering.
Dihr v. Melle vraagt aan mr Goed
bloed wat „verpleging van neutrale gees
tesrichting" is? Die Gasthuisbezittingen
zijn eigendom van de Goesehe gemeen
schap, die gelukkig voor 't grootste deel
nog godsdienstig is,
Die openbare instellingen in een chris
tenland beihooren een algemeen Chris
telijk karakter te dragen. Spr- ontkent
dan ook het recht, om de instellingen
der gemeenschap dienstbaar te maken aan
de anti-godsdienstige richting. De een
heid van ons volk als een Christenland,
wil spr. zooveel mogelijk helpen hand
haven en spr. is tegen de splitsing in een
Christelijk en paganistisch volksdeel. Spr.
is daarom vóór het neutrale gasthuis,
in 't vertrouwen, dat het college van
re-genten rekening zal houden ,met de
vertegenwoordiging van het Christelijk
volksdeel. Dhr Crucq: ook roet de tegen
standers
Dhr Labrijn zegt, dat in het Gasthuis
een algemeen-Christelijke stemming
beerscht, vooral uitkomend in de verhou
ding tusschen patiënten en verpleegsters.
Vooral de hoofdzuster verdient in dezen
veel lof. En onder de zusters zijn er van
verschillende confessie.
Dihr Goedbloed acht het algemeene
Christendom, door den heer v. Mlelle
voorgestaan, een vrome wensch.^Spr. ver
wijst hem naar de interruptie-Crucq. Dat
is de beste beantwoording.
Spr. zegt, dat het niet tegen de perso
nen gaat, aan de tegenwoordige inrich
ting verbonden. Ook spr. heeft voor hen
veel lof. Spr. herhaalt, dat zijn bezwa
ren tegen -de z.g.n. „formeele handeling"
niet weerlegd zijn en had gaarne een
flink beredeneerd advies van R. en W.
gezien. Ook over de bewering van de
commissie-de Witt Hamer. Die Raad is
aan zijn eig-en waardigheid verschuldigd
in dezen zekerheid te hebben.
Spr. is niet tegen dit Gasthuis, maar
(heeft gansch en al objectief geredeneerd.
Mien heeft al meer van links gezegd, toen
men van rechts iets ondernam (denk aan
de Vrije Universiteit): da's bluf. En toch
is er zooveel tot stand gekomen. Spr acht
voor de gemeenschap altijd van 't groot
ste belang: de actie van het particulier
initiatief. Dian heeft men het volk achter
zich. En 't is ook goedkooper. Is het
Gasthuis er mee achteruit, als het twee
jaar later komt? (Geroep: ja). Spr. zegt
van niet. En we staan veel sterker.
Efhr Crucq zegt, dat de S- D- A. P.
als p a r t ij niet anti-godsdienst'g; is. Wel
zijn er personen in de partij, die dat zijn.
'Spr. weet, dat er personen steun hebben
toegezegd aan het Chr. Ziekenhuis, om
hier een ziekenhuis te hebben, maar niet
uit beginsel.
D(br Eckhardt zegt, dat „neutraliteit"
niet bestaat Wanneer dhr v. Melle een
neutraal ziekenhuis wil, waarom dan wel
een Christelijke school