Buitenland. Binnenland. lift de Province wo beziltcn in don ontwerper, don Zeeuw- schen beeldhouwer Puijpe. Thans was het woord aan den com missaris der Koningin, üir mr J. W. Quarles van Uffordv die zijn harteliiken dank betuigde voor de uitnoodiging om zitting te nemen als cere-voorzitter in het Comité-Van Dale, alsmede voor de uit noodiging tot onthulling yan dit monu ment. Die uitnoodiging heeft §pr. zeer hooge- lijk op prijs gesteld, omdat hij thans door een handeling zijnerzijds kan mede werken aan de huldiging van den groo- ten Zeeuwsch-Y laming, die als taal kundige voor heel den Nederlandschen volksstam en als historicus voor ons va derland, voor Zeeland en inzonderheid voor Zeeuwsch-Ylaanderen van de groot ste beteekenis is geweest. Ook van over heidswege past net met groote dank baarheid te eeren den man, die niet alleen in den kring, waarin liii werkte, als paedagoog, velen tot zegen is geweest maar die ook zooveel ten algemeen en nutte heeft gewrocht en wiens geestelijke nalatenschap van zoo groote blijvende waarde is. Door de leerrijke en boeiende toe spraken der vorige sprekers, waarnaar wii met .groote belangstelling hpbbcn mogen luisteren, zijn wij in staat gesteld nader kennis te nemen van het leven en het werkén van den arbeidzamen, geleerden, hoogstaanden, en toch eenvoudigen schoolmeester, wiens nagedachtenis wii heden huldigen, aldus spr. Wij zijn er hun dankbaar voor. dat wij door hunne rede voeringen onze kennis omtrent zijn per soon en zijn arbeid hebben kunnen ver rijken. Ja, wij kenden hem allen reeds als den samensteller van dat uitnemende, omvangrijke woordenboek der Nederland- sche taal, dat nog door talrijken pleegt te worden geraadpleegd en als den schrijver van belangrijke bijdragen tot de oudheid kunde en geschiedenis van Zeeuwscli- Y'laanderen, maar de blik, dien wij he den mochten werpen op zijn innerlijk leven, op zijn plichtsbetracchting, zijn stoere werkkracht, zijn arbeidzaamheid, zijn liefde voor zijn geboortegrond, zal voor ons allen een aansporing zijn tot na volging in dezen tijd van oplevend Ne- derlandsch bewustzijn. In aansluiting aan de woorden, welke zooeven ten raadhuize zijn gesproken, wensch ik ook namens het Provinciaal bestuur een hartelijk welkom toe te roe pen aan allen, die van buiten de gren zen dezer provincie zijn gekomen om tegonwoordig te zijn bij de onthulling van het monument. Dat hartelijk welkom speciaal tot lien, die zich van uit Belgisch Oost en West-Vlaanderen hebben opge maakt om mede te huldigen den geleer den schrijver, die voor de eenheid van taal. Je eenheid van gedachte en ge voelen, de eenheid van streven een voor beeld is geweest. Van harte juicht spr. het toe, dat de Zeeuwseh-Vlaamsche Studentenverceni- ging het denkbeeld heeft geopperd om een blijvend monument te stichten ter nagedachtenis van mesjeu van Dale, zoo als men hem destijds noemde, van hem. die zoo ontzaglijk veel voelde voor zijn eigen Neöerlandsche taal en die ook voor het stedeke Sluis in de bres sprong, toen men den grond zijner wallen meen de te kunnen betwisten. Hulde aan allen, die den stoot hebben gegeven tot vorming van het comité. Slechts één persoon wensch ik met name te noemen en wel hem, die naar mijne meening als den vader van het denkbeeld moet worden beschouwd n.l. mr I'. Die- leman, die in waarachtige liefde voor Zeeuwsch-Vlaanderen, waar ook zijn wieg eenmaal stond, voor niemand wil onder doen en dank zij wiens volhardenden rjver en toewijding de plannen tot verdere ontwikkeling en uitvoering zijn gekomen. Eerbiedig dank aan II. M. de Koningin, die door het zenden van een specialen vertegenwoordiger, uitdrukking heeft willen geven aan Hare goedkeuring omtrent de wijze, waarop dit deel van ons vaderland een zijner groote mannen van de vorige eeuw huldigt. Dank ook aan allen, die financieele bii- dragen hebben geschonken voor de op richting van het monument. Een woord van oprechte hulde ten slotte aan den heer Puijpe, den Zeeuw- sclien beeldhouwer, wien voor dit kunst product alle eer toekomt en die zich daardoor opnieuw doet kennen als een kunstenaar van talent en groote gaven. Dames en lieeren, met den wensch, dat dit monument een blijvende herinnering moge vormen aan den man, waarop niet alleen Zeeland, maar heel ons vaderland met rechtmatigen trots mag terugzien en dat het voor allen, die het aanschouwen, een aansporing moge zijn om zijn voor beeld te volgen, ga ik thans tot de onthul ling over. Hierna ging de commissaris der Ko ningin tot de onthulling .van het eenvou dige doch fraaie monument over. Boven een trapsgewijze vervaardigde breede voet, staat het hardsteenen monument, waarop het borstbeeld van den grooten werker en vorscher, een beeltenis, die zeer goed gelijkt en den vervaardiger, den heer P. Puijpe uit Apeldoorn, alle eer aandoet. Op het monument staat: Aan Johan Hendrik van Dale 1828—1872 Geschiedvorscher en taalkundige. Zijn vereerders. Aan de andere zijde van het monument wordt aan den datum der onthulling herinnerd. Na de onthulling was het woord aan den heer mr P. Dieleman, ('ere voorzitter van het Van Dale-Comité en van de Zeeuwsch-Vlaamsche studentenvereeni- ging. Spr. wees er op, dat een schrijver in de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" er op wees, toen het 50 jaar geleden was, dat Van Dale stierf en dat kort daarop de nog jeugdige Zeeuwsch-Vlaam sche studentenvereeniging vergaderde, want die vereeniging moest er boven op, teneinde Zeeuwsch-Vlaanderen te dienen, want gelijk geheel Vlaanderen zoo moet en zoo zal ook Zeelands Vlaanderen er boven op. Daartoe moeten zijn zonen en dochteren medewerken door te zorgen te kennen het verleden, de taal, daartoe moeten zij hebben studielust en zin en ijver en groote bescheidenheid met taaie energie. De Zeeuwsch-Vlaamsche studee- rendc jeugd kon dat alles niet beter loe ren dan van Van Dale, het schitterend voorbeeld van oen oprechte Zoeuwsch- Vlaming. Door zijn voorbeeld in geestdriftige energie zich te geven aan de opheffing van het Zeeuwsch-Vlaamsche land, was de gedachte die geleid heeft tot do op richting van dit monument. Rondom dat monument vereenigen zich met de ke rels van Vlaanderen in het aloude Vrije, Neerlands zonen van Noord tot Zuid. Daarom is het een tijd om monumenten op te richten 011 niet langer op te gaan in dansings of bioscopen. Dat zij den zwaartillenden of schrielen in den lande gezegd. En wanneer wij hier op deze wallen staan zien wij als weleer Longfellow het Belfrood van Brugge. Door het werk van Van Dale herleeft voor ons heel Vlaan- derens rijk en grootsch verleden. Wij zien hel Zwin daar vol schepen van alle na tiën: Goud, zilver, tin, pelsen en hout, zoete wijnen enz. Wij worden er aan herinnerd' hoe de polsslag van liet rijke Middeleeuwsche leven klopte in Brugge en in Sluis, memoreeren den toren van Bourgondië en het Kasteel en dat het oude Sluis door graven en hertogen be mind was, die er zich kwamen vermeien. Wij herinneren ons ook hoe hier Jacob van Maerlandt zijn Dictsche zangen zong, hoe Willem van Utenliove zijn Reinaert de Vos hier schreef. Het is Van Dale, die ons onze taal leerde en het oude Lammensvliet kan trotsch zijn op dezen burger. Aan de namen, die mr J. Egbert Ris- seeuw in Cassandria van 1855 noemde van aanzienlijke mannen in Staats-Vlaan- deren, voegen wij zooveel tientallen ja ren later toe J. H. van Dale. Spr. schetste nu Van Dale als taal kundige, en hoe hij duidelijk maakte, dat een volk, dat de taal zijner vaderen ver zaakt. alle eigendommelijkheid verliest, dewijl het zich alzoo geheel verbastert. Steeds heeft men van uit Sluis aange drongen op behoud van de landstaal en daarom zal ook dit monument bij het stadsbestuur in goede handen zijn. Ten opzichte van Van Dale als histo ricus zegt spr., dat hij eenvoudig en bescheiden, niet met vooroordeelen be hept, onpartijdig de archieven onderzocht en daaruit land en luiden uit Vlaanderens bloeitijd ons ten tooneele voerde. Zoo moet mentoch de geschiedenis van een volk in zijn maatschappelijke ontwikkeling nagaan. Ilij de autodidact deed dit op be wonderenswaardige wijze. Men moot al lereerst door en door kennen de plek waarop men leeft en werkt en streeft, zoo wordt men in den goeden zin na tionaal. De nationaliteit is niet begrensd door de staatkundige grenzen van eenig land. Do Vlamingen wreed gescheiden in drie staatkundige verdeelingen, beseffen dat, maar reiken dan ook, een ieder trouw ook aan zijn vaderland, elkander de hand vol broederzin. Spr acht zich gelukkig, dat wij Noord en Zuid-Nederlanders rondom Van Dale geschaard, zijn monument kunnen over dragen aan de trouw en goede zorgen van het oude Lammensvliet onder St La.ni- bertus' goede zorgen, aan het zorgvuldig bestuur van Sluis, dat zulke rijke be zitting ook dankt aan Van Dale's studie. Ilier is nog de blijde werkkracht der vaderen, het taaie, vasthoudende der Vla mingen, hier heersclit nog de ongetemde dorst haar vrijheid, maar ook de trouw aan het bewind, waaronder men leeft. Namens het comité draagt spr het ma nument aan de goede vrije stede van Sluis in Vlaanderen over met de volgende regelen, vrij naar René de Clercq: Hoe bruischt door pols en ader Een jeugdig, blij gevoel! Die harten slaan te gader En 't leven krijgt een doel. IJlt tegen, stralende ouders, Dien Nederdietschen Vorst, Met kind'ren op de schouders, Met kind'dren aan de borst. IJlt tegen, Hem tegen, Met zang en groet, Die liefd' opwekt en zegen, En kracht in 't bang gemoed.. Want meien op de wegen, Werpt kransen voor zijn voet, Van Dale, zijt gegroet! Op hetgeen de burgemeester ter aan vaarding van liet monument voor de ge meente en andere op hem volgende spre kers zeiden, komen wij nader terug, even als op het verdere verloop der plechtig heid. f ONTWAPENING. Het door de socialistische regeering in Denemarken goedgekeurde ontwapenings voorstel zal nog al eens dienst moeten! doen om vooral van socialistische zijde de ontwapening van Nederland te be pleiten. ,,Ilet Volk" begint er dan ook al mede. Jammer, dat ze liet op zoo'n on- noozele manier doet. Kort en bondig is haar motief voor Neerlands ontwapening, n.l.„W at voor Denemarken geldt, geldt ook voor Neder land". Zoo schrijft „Het Volk". Nu willen we ons niet als deskundige aandienen, maar zulk een argument is toch wel wat erg zwak. Als we alleen maar eens wijzen op do ligging van oils land en op het bezil van onze koloniën, dan zien we nog wel eenig verschil tus- schen de Deensche en de Hollandsche be langen. Ik voor mij zou liever zeggen: Zie naar Engeland! Daar sprak voor kort nog de eerste minister, de socialist Mac Donald: „Ik ben er zeker van, dat geen ver antwoordelijk staatsman ooit ons volk zal overhalen om zich to ontwapenen in oen wereld die gewapend is tot de tanden. Zoolang de wereld wapenen draagt, zal hel leidende beginsel van de Britsche militaire politiek van kracht moeten blij ven." Een paar weken daarna verklaarde de Engelsche minister van oorlog ten op zichte van zijn begrooting: „Niet mag worden vergeten, dat Enge land ver-afgelegen bezittingen heeft, welke niet onverdedigd kunnen worden gelaten. Dit is ook de reden dat, terwijl verschil lende administratieve bezuinigingen wer den ingevoerd," geen verdere ver mindering van de gevechtswaarde van het leger beoogd zou worden." Hebben wij nu niet evenveel recht om te zeggen: „wat voor Engeland geldt, geldt ook voor Nederland"? '1 Heeft ten minste meer zin clan de vergelijking Dene markenNederland, al houd ik niet van dat over één kam scheren. St.-L. VAN 'T JIOFF. De Volkenbond. Maandag werd de vijfde vergadering van den Volkenbond geopend. Hijmans, de Belgische minister var: Bui- tenlandsche Zaken, presideerde de ope ningszitting en hield in zijn openings woord een lofrede op de laak en de rol van den Volkenbond, wees op de betee kenis van de overeenkomsten van Lon den, sprak de hoop uit dat de conven ties zouden worden verwerkelijkt, aan de wereld de verlichling zouden brengen, die zij ervan verwacht, en het begin zouden zijn van een nieuwe periode van ont spanning en vrede, concludeerde, dat de Volkenbond het onontbeerlijk organisme werd van het internaiióHfi!p !(,ven e;> be stemd was, de regeeringen onderling te verbinden door een practische entente, betoogde, dat men den vrede een juridi sche en politieke structuur moest geven en een stelsel van vrede en veiligheid, moest organiseeren zonder de gedachte van het vaderland te stellen tegenover die der solidariteit en eindigde met een groei te brengen aan de oorlogsdooden en er bij den Volkenbond ernstig op aan te dringen, alle middelen te zoeken om een terugkeer van een catastrofe te voor komen, door het recht te doen beerschen en trouw te blijven aan de verdragen. Op deze rede volgde ben langdurig ap plaus. Daarna werd met algemecne stemman tol voorzitter gekozen Motta, de leider der Zwitsersche delegatie. Dit is wel een teeken van de kentering der lijden als men bedenkt, .lat ieder jaar van zijn candidatuur sprake is geweest, doch dat zij verleden jaar nog schip breuk leed door den tegenstand der Fran- sche delegatie. Motta dankte in zijn toespraak uit naam van Zwitserland voor de eer, door zijn verkiezing aan dit land te beurt gevallen. Voorts sprak hij zijn vertrouwen en ge loof in de toekomst van den vo'lkenbond uit, welk vertrouwen door de ontwikke ling der gebeurtenissen reeds gerechtvaar digd is, indien men de onzekerheid, die bij vroegere vergaderingen van den Vol kenbond bestond, vergelijk! met de hoop volle atmosfeer, welke thans bestaat. Met veel voldoening stelde hij vast dat het vraagstuk der schadevergoeding thans zijn oplossing is genaderd en eindelijk tot klaarheid is gebracht. Ilij wees voorts op do uitbreiding, die het denkbeeld der ar bitrage heeft verkregen ten gevolge van de conferentie van Londen. In de deelneming van talrijke leden der regeeringen zag Motta een erkenning van den invloed van den Volkenbond, die zelfs in die landen, welke tot nu toe afwijzend tegenover den Bond stonden, verhoogde aantrekkingskracht uitoefent. De Nederlandsche afvaardiging heeft voorgesteld art. 27 van het huishoudelijk reglement aldus te wijzigen, dat de com missies hun besluiten kunnen nemen bij meerderheid van stemmen, zoodat niet langer eenstemmigheid vereischt zou zijn gelijk thans. Hongaarsche kinderen. Aan een Hongaarsch blad ontleent de Hongaarsche Heraut een statistiek omtrent het aantal kinderen, die in 19201923 voor herstel naar vreemde landen zijn gezonden. Volgens deze voor ons zeer zeker vlei ende statistiek zijn uitgezonden" Naar Nederland 17.235 kinderen; Zwit serland 6329 kinderen; België 1128 kinde ren; Engeland 521 kinderen; Zweden 131 kinderen. Voor 1921 kunnen de cijfers natuurlijk nog niet gepubliceerd worden. Dit jaar zijn reeds eenige kindertreinen gegaan naar Nederland. Versaiiles-Londen 13 Juni 1919 en 16 Aug. 1921. D<e Amerikaansche generaal Dawes (spieek uit Dieews), wiens naam in do wereldgeschiedenis met vette letters zal geschreven worden, kan or na den (voor- loopig) bevredigenden afloop der Londen- sche Conferentie op 16 Augustus j.l., ze ken van zijn, dat zijn kansen voor het Vice-presidentschap tier Vereenigdc Sta len er goed voor staan. Hoevelen al heb ben vóór hem gepoogd, het zwaarste der vraagstukken van onzen tijd op te los sen! En zie, nu is het op den grondslag] van zijn plan, dat het reikhalzend ver beide herstel van Europa het gebied der werkelijkheid schijnt te naderen. Lang is de weg geweest, die daarheen heeft geleid. Op 3 October 1918 gaf Diuitschland na een ontzaglijke worsteling van ruim vier jaren het eerste toeken, dat de witte vlag zou geheschen worden. In Diecember van dat jaar kwam Presi dent Wilson naar Europa eu begon te Versailles de kamp tusschen de Ameri kaansche grondbeginselen (door Wilson in do bekende 14- punten vervat) en de Fransche politiek. Noch hij, noch Lloyd George konden oproeien tegen den ster ken stroom, waarvan de Fransche „tij ger" Glemenoeau de bcheerschor was, eu het slot was, dat liet Verdrag van Ver sailles op 13 Juni 1919 geteekend werd door alle partijen. Van dien datum af tot op 16 Augustus j.l. heeft de tweede worsteling v;in vijf jaren geduurd; dat was niet de kamp om te overwinnen, maar om econo misch te kunnen ademhalen. Ik behoef maar enkele namen te noemen; Parijs, Lausanne, Genua, Londen, Den Haag, enz., allemaal steden, waarheen de com- mis-voyagcurs van den „vrede" heen trokken, om te trachten, het Verdrag] van Versailles leven in te blazen. Hot mocht niet baten; zij hebben het dichter bij: het graf dan bij het leven gebracht. Eindelijk, 14 Januari 1924, begon het te dagen; dat was do 'dag,waarop de be kende „Commissie van Deskundigen" haar eerste vergadering te Parijs hield; haar voorzitter was generaal Dawes, en in liet echt-Amerikaansche tempo, dat ge regeld wordt door de bekende (en onjuis te) machtspreuk; „Tijd is geld", slaagde liij erin, binnen twaalf weken een rap port 'te doen verschijnen, I waarin zijn voorstellen waren belichaamd. Toen was het 9 April geworden. Maar oen rapport zonder meer eindigt in de doofpot of in het archief. En het was de zeer stellige bedoeling van den Engelschen Premier Mac Donald, om met de kern van dat rapport het herstel van Europa te bereiken. D;ies werden de be trokken Regeeringen (Frankrijk, België, r(..iia Tunan on Tftnowland, later ook 'J,UTU'* v'*~ -o—o' Duitschland) te Londen in de personen hunner eerste Ministers samengeroepen, waarbij dan nog een Amerikaan als wel willende dwarskijker zitling had. Precies een maand van 16 Juli tot 16 Augus tus hebben do heeren vergaderd, en aannemende, dat de respectievelijke Par lementen de te Londen bereikte overeen komst zullen goedkeuren, mogen wij zeg gen, dat de 16e Augustus 1924 het begin van 't einde is geweest. De grondslag van de Londensche over eenkomst was het plan Diawes. Iliji gaat uit van de meening, dat Duitschland in vier jaren tijds tot volkomen financieel herstel kan komen. Om die kwade jaren door te komen, wil hij Duitschland een zeker moratorium (uitstel van betaling) verkenen, terwijl het door een buitenland- scho leening van 800 millioen goudmark in het eerste der vier jaren op de been wordt gehouden. De oorlogsboete wordt dan aldus verdeeld; over de eerste vijf jaren 1000 millioen, 1220 millioen, 1450 millioen, 2000 millioen en 2500 millioen goudmark. Van 1929 tot 1930 zal meer dan 2500 millioen goudmark betaald moe ten worden, naarmate de welvaart van Duitschland toeneemt. 1 Dat is de „klinkende leant" van do overeenkomst; het is duidelijk, dat Duitschland (welks regeering te Londen heeft, geteekend, zoodat zij staat of valt met de uitvoering) alleen dan zulke som men kan opbrengen, als het economisch do handen vrij heeft. Onze lezers weten, uit wat ik destijds schreef over de be teekenis van het Roerbekken, dat de be zetting van het Roergebied (nu door Frankrijk beloofd, binnen 'n jaar te zullen eindigen) die handen pijnlijk bindt. Daar om is de Londensche conferentie op dat punt bijna nog verongelukt; de Duitsche Regeering meent terecht, dat. waar die bezetting, naar Poincaré's eigen woor den, (in Januari 1923) is begonnen om de Fransche ingenieurs, douane, enz. te beschermen, geen doel meer heeft, wan neer die ongewenschte gasten (gelijk nu geschiedt) weer vertrekken. Maar de Fransche premier Herriot durft toch zóó ver nog niet te gaan; Michel zal dus nog even moeten slikken, dat Marianne hom in do hartstreek vasthoudt. Men mag verwachten, dat die ongemakkelijke po sitie korter zal duren, naarmate Duitsch land toont van goeden wille te zijn. En daartoe heeft het alle gelegenheid. Diawes heeft aangetoond, dat Duitschland 'het nakomen der Londensche 'overeen komst zelf kan dekken door do winsten der spoorwegen, door een hypotheek op de nijverheid, en door oen emissiebank te Berlijn, waarvan 3/4 van het kapitaal in en buiten het land geplaatst moet worden. Er zijn natuurlijk nog vele an dere regelingen gemaakt, doch de hoofd zaak is, dat èn do Geallieerden én de Duitsche regeering liet hierover eens zijn geworden; zoo kan het. Of het nu ook zoo zal gaan, is een tweede vraag. Blijft het huidige Kabinet te Berlijri het heft stevig in handen houden, dan is het zeer wel mogelijk, dat we epn tijd van rusti ge» herbouw tegemoet gaan, en God al leen weet, hoeveel duizenden naar zulk een tijd snakken. Zij niet het minst zullen Dawes dankbaar zijn, dat hij den stoot heeft gegeven tot oen mogelijkheid, die werkelijkheid kan worden. Maar zij zul len ook, met allen, die thans den geest van Amerika hebben zien standhouden tegenover dien van Versailles, ja ze in één lichting zien geleid, een stille bede tot den Ilcerc der legerscharen opzen den: „O God, geef Gij ons hulp uit de be nauwdheid, want 's menschen heil is ijdelheid". (Uit het Chr. Weekblad „Timotheus", hoofdred. J. N. Voorhoeve, Den Haag; uit gevers La Rivière en Voorhoeve, Zwolle. Invaliditcitszegels en aange nomen werk. De Sociale Verzekeringsgids vestigt de aandacht op een beslissing van den Cen- tralen Raad van Beroep in zake het ver plichte plakken van invaliditcitszegels bij aangenomen werd in den land- en tuin bouw. Zooals hekend, worden in die be drijven, wanneer het werk in aangenomen geschiedt, dikwijls geen zegels geplakt. Zoo heeft de Raad van Beroep nog be slist, dat voor hot omspitten van bollen land, .hetwelk geschiedde per vierkante ï'oede, geen zejelplaklcen verplicht was en heeft hij aan den Raad van Arbeid te Leiden de ingestelde navordering ont zegd. De Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak van den Raad van Beroep vernietigd, o. a. op grond, dat land- of tuinarbeid, door een land- of tuin,arbeider, voor een landbouwer of tuinder in diens bedrijf verricht, moet geacht worden te zijn geschied in loondienst, ook al wordt liet loon berekend naar de verwerkte hoe veelheid. daar immers ingevolge arbeids overeenkomst in dergelijke gevallen de verhouding (usschen partijen aan het aan nemen van zelfstandigheid hij den werk nemer in den weg staat. De Postch eque- en Girodienst. In een onderhoud met een vertegen woordiger van het „Vacl." heeft do di recteur van den Postcheque- en Giro dienst, de heer J. Lazonder, o. a. mede gedeeld, dat het aantal personeel, dat hij dienst vond hij zijn optreden bedroeg 1040 man (er zijn in den aanvang 1140 ambtenaren geweest) en dat dit thans is teruggebracht tot 860 nmblenaren. Voorts is hot thans in Brussel afgeziene stelsel geen Belgisch systeem, omdat de Belgen het voorbeeld van Keulen hebben gevolgd en pasklaar gemaakt voor de Bel- toestanden, gaar ue uvit La zonder nu ook voor Nederland doen. Ten slotte deelde de directeur mede, dat voor taan de rekening-houders ooi: een bewijs zullen ontvangen', dat een door hen af gegeven chèqne-advies op hel Girokantoor is ontvangen en van hun rekening is af geboekt. Dio spoo rwegen en d e r ijwiel- helastingpl aatjes. Met goedkeuring' van den Minister van Waterstaat is paragraaf 53 c >'van het Ned. Reizigerstarief aangevuld als volgt; „Evenmin zijn de Maatschappijen verant woordelijk voor de schade, ontstaan uit het verlies of de beschadiging van een aan het rijwiel bevestigd belastingmerk. Foster's Zalf verdrijft onuitstaanbare kwellingen van aambeien en gaat ontste king tegen. Inderdaad een probaat genees middel. Per doos 11.75, per tube f 1. (4) Nieuwe verzandingen. Uit Antwerpen bericht men aan de „Msb.": Binnengekomen loodsen rapport eeren, dat liet vaarwater van Rilland weer aan het opdrogen is. Er doen zich nieuwe verzandingen voor, in het bijzonder aan den benedenkant van de roode boei 39. Indien niet spoedig wordt ingegrepen en daar met kracht wordt gebaggerd, zal de Antwerpsche haven er wederom spoe dig onder lijden. Dit bericht heeft opnieuw groote ontroering gewekt in do Anlwerpc- scfie scheepvaarlkringen. Oesters. De uitvoer uit geheel Nederland gedurende de maand Aug. '24 was als volgt: Nederland 18.900, Duitschland 34.500, Engeland 11.300. Totaal 64.700. In Aug. '23 in totaal 53.510. De vroegere briefkaarten met 5 cent zegelmdruk zullen voor het verkeer bruik baar worden gemaakt door opdrukken van 71/2, en 121/2 cent en verkrijgbaar wor den gesteld. Goes. Donderdagavond hoopt het mu ziekgezelschap „Hosanna" een volkscon cert te geven op de tent op de Groote Markt alhier, 's avonds om 8 uur. Het programma vermeldt de volgende nos.: 1Salve Imperator, Triumphmarsch, Jul. Fucik; 2. Mazaniello, Ouverture, Ph. Man- ternach; 3. Urn Ilerz und Hand, Valse de concert, C. Faust; 4. Provinciale Rei, uit „Feestreien", Jan Morks; 5. Gitana, Fantaisie sur l'opera, Balfe; 6. Ouverture Italienne, E. Dencufbourg; 7. Heil Oranje, Fant. over Oud-Holl. liéderori, Valerias- Coenen; 8a. Andante Religiose, Lands man; b. Grande Marclie Héroique No. 4, P. Fran<?ois; 9. La Flüte enchantée, Fan taisie sur l'opera de Mozart, M. J. H. Kes- sels; 10. Prinses Julianamarsch, W. v. Erp. Ons bericht over de Litt.-F.con. Afd. der R. H. B. S. in ons nommer van gis-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 2