Buitenland.
Binnenland.
lift de Province
wo beziltcn in don ontwerper, don Zeeuw-
schen beeldhouwer Puijpe.
Thans was het woord aan den com
missaris der Koningin, üir mr J. W.
Quarles van Uffordv die zijn harteliiken
dank betuigde voor de uitnoodiging om
zitting te nemen als cere-voorzitter in het
Comité-Van Dale, alsmede voor de uit
noodiging tot onthulling yan dit monu
ment.
Die uitnoodiging heeft §pr. zeer hooge-
lijk op prijs gesteld, omdat hij thans
door een handeling zijnerzijds kan mede
werken aan de huldiging van den groo-
ten Zeeuwsch-Y laming, die als taal
kundige voor heel den Nederlandschen
volksstam en als historicus voor ons va
derland, voor Zeeland en inzonderheid
voor Zeeuwsch-Ylaanderen van de groot
ste beteekenis is geweest. Ook van over
heidswege past net met groote dank
baarheid te eeren den man, die niet
alleen in den kring, waarin liii werkte,
als paedagoog, velen tot zegen is geweest
maar die ook zooveel ten algemeen en
nutte heeft gewrocht en wiens geestelijke
nalatenschap van zoo groote blijvende
waarde is.
Door de leerrijke en boeiende toe
spraken der vorige sprekers, waarnaar wii
met .groote belangstelling hpbbcn mogen
luisteren, zijn wij in staat gesteld nader
kennis te nemen van het leven en het
werkén van den arbeidzamen, geleerden,
hoogstaanden, en toch eenvoudigen
schoolmeester, wiens nagedachtenis wii
heden huldigen, aldus spr. Wij zijn er hun
dankbaar voor. dat wij door hunne rede
voeringen onze kennis omtrent zijn per
soon en zijn arbeid hebben kunnen ver
rijken.
Ja, wij kenden hem allen reeds als
den samensteller van dat uitnemende,
omvangrijke woordenboek der Nederland-
sche taal, dat nog door talrijken pleegt te
worden geraadpleegd en als den schrijver
van belangrijke bijdragen tot de oudheid
kunde en geschiedenis van Zeeuwscli-
Y'laanderen, maar de blik, dien wij he
den mochten werpen op zijn innerlijk
leven, op zijn plichtsbetracchting, zijn
stoere werkkracht, zijn arbeidzaamheid,
zijn liefde voor zijn geboortegrond, zal
voor ons allen een aansporing zijn tot na
volging in dezen tijd van oplevend Ne-
derlandsch bewustzijn.
In aansluiting aan de woorden, welke
zooeven ten raadhuize zijn gesproken,
wensch ik ook namens het Provinciaal
bestuur een hartelijk welkom toe te roe
pen aan allen, die van buiten de gren
zen dezer provincie zijn gekomen om
tegonwoordig te zijn bij de onthulling
van het monument. Dat hartelijk welkom
speciaal tot lien, die zich van uit Belgisch
Oost en West-Vlaanderen hebben opge
maakt om mede te huldigen den geleer
den schrijver, die voor de eenheid van
taal. Je eenheid van gedachte en ge
voelen, de eenheid van streven een voor
beeld is geweest.
Van harte juicht spr. het toe, dat de
Zeeuwseh-Vlaamsche Studentenverceni-
ging het denkbeeld heeft geopperd om
een blijvend monument te stichten ter
nagedachtenis van mesjeu van Dale, zoo
als men hem destijds noemde, van hem.
die zoo ontzaglijk veel voelde voor zijn
eigen Neöerlandsche taal en die ook
voor het stedeke Sluis in de bres sprong,
toen men den grond zijner wallen meen
de te kunnen betwisten.
Hulde aan allen, die den stoot hebben
gegeven tot vorming van het comité.
Slechts één persoon wensch ik met name
te noemen en wel hem, die naar mijne
meening als den vader van het denkbeeld
moet worden beschouwd n.l. mr I'. Die-
leman, die in waarachtige liefde voor
Zeeuwsch-Vlaanderen, waar ook zijn wieg
eenmaal stond, voor niemand wil onder
doen en dank zij wiens volhardenden
rjver en toewijding de plannen tot verdere
ontwikkeling en uitvoering zijn gekomen.
Eerbiedig dank aan II. M. de Koningin,
die door het zenden van een
specialen vertegenwoordiger, uitdrukking
heeft willen geven aan Hare goedkeuring
omtrent de wijze, waarop dit deel van
ons vaderland een zijner groote mannen
van de vorige eeuw huldigt.
Dank ook aan allen, die financieele bii-
dragen hebben geschonken voor de op
richting van het monument.
Een woord van oprechte hulde ten
slotte aan den heer Puijpe, den Zeeuw-
sclien beeldhouwer, wien voor dit kunst
product alle eer toekomt en die zich
daardoor opnieuw doet kennen als een
kunstenaar van talent en groote gaven.
Dames en lieeren, met den wensch, dat
dit monument een blijvende herinnering
moge vormen aan den man, waarop niet
alleen Zeeland, maar heel ons vaderland
met rechtmatigen trots mag terugzien en
dat het voor allen, die het aanschouwen,
een aansporing moge zijn om zijn voor
beeld te volgen, ga ik thans tot de onthul
ling over.
Hierna ging de commissaris der Ko
ningin tot de onthulling .van het eenvou
dige doch fraaie monument over. Boven
een trapsgewijze vervaardigde breede
voet, staat het hardsteenen monument,
waarop het borstbeeld van den grooten
werker en vorscher, een beeltenis, die
zeer goed gelijkt en den vervaardiger,
den heer P. Puijpe uit Apeldoorn, alle
eer aandoet.
Op het monument staat:
Aan Johan Hendrik van Dale
1828—1872
Geschiedvorscher en taalkundige.
Zijn vereerders.
Aan de andere zijde van het monument
wordt aan den datum der onthulling
herinnerd.
Na de onthulling was het woord aan
den heer mr P. Dieleman, ('ere voorzitter
van het Van Dale-Comité en van de
Zeeuwsch-Vlaamsche studentenvereeni-
ging. Spr. wees er op, dat een schrijver
in de „Nieuwe Rotterdamsche Courant"
er op wees, toen het 50 jaar geleden
was, dat Van Dale stierf en dat kort
daarop de nog jeugdige Zeeuwsch-Vlaam
sche studentenvereeniging vergaderde,
want die vereeniging moest er boven op,
teneinde Zeeuwsch-Vlaanderen te dienen,
want gelijk geheel Vlaanderen zoo moet
en zoo zal ook Zeelands Vlaanderen er
boven op. Daartoe moeten zijn zonen
en dochteren medewerken door te zorgen
te kennen het verleden, de taal, daartoe
moeten zij hebben studielust en zin en
ijver en groote bescheidenheid met taaie
energie. De Zeeuwsch-Vlaamsche studee-
rendc jeugd kon dat alles niet beter loe
ren dan van Van Dale, het schitterend
voorbeeld van oen oprechte Zoeuwsch-
Vlaming.
Door zijn voorbeeld in geestdriftige
energie zich te geven aan de opheffing
van het Zeeuwsch-Vlaamsche land, was
de gedachte die geleid heeft tot do op
richting van dit monument. Rondom dat
monument vereenigen zich met de ke
rels van Vlaanderen in het aloude Vrije,
Neerlands zonen van Noord tot Zuid.
Daarom is het een tijd om monumenten
op te richten 011 niet langer op te gaan
in dansings of bioscopen. Dat zij den
zwaartillenden of schrielen in den lande
gezegd.
En wanneer wij hier op deze wallen
staan zien wij als weleer Longfellow het
Belfrood van Brugge. Door het werk van
Van Dale herleeft voor ons heel Vlaan-
derens rijk en grootsch verleden. Wij zien
hel Zwin daar vol schepen van alle na
tiën: Goud, zilver, tin, pelsen en hout,
zoete wijnen enz. Wij worden er aan
herinnerd' hoe de polsslag van liet rijke
Middeleeuwsche leven klopte in Brugge
en in Sluis, memoreeren den toren van
Bourgondië en het Kasteel en dat het
oude Sluis door graven en hertogen be
mind was, die er zich kwamen vermeien.
Wij herinneren ons ook hoe hier Jacob
van Maerlandt zijn Dictsche zangen zong,
hoe Willem van Utenliove zijn Reinaert
de Vos hier schreef.
Het is Van Dale, die ons onze taal
leerde en het oude Lammensvliet kan
trotsch zijn op dezen burger.
Aan de namen, die mr J. Egbert Ris-
seeuw in Cassandria van 1855 noemde
van aanzienlijke mannen in Staats-Vlaan-
deren, voegen wij zooveel tientallen ja
ren later toe J. H. van Dale.
Spr. schetste nu Van Dale als taal
kundige, en hoe hij duidelijk maakte, dat
een volk, dat de taal zijner vaderen ver
zaakt. alle eigendommelijkheid verliest,
dewijl het zich alzoo geheel verbastert.
Steeds heeft men van uit Sluis aange
drongen op behoud van de landstaal en
daarom zal ook dit monument bij het
stadsbestuur in goede handen zijn.
Ten opzichte van Van Dale als histo
ricus zegt spr., dat hij eenvoudig en
bescheiden, niet met vooroordeelen be
hept, onpartijdig de archieven onderzocht
en daaruit land en luiden uit Vlaanderens
bloeitijd ons ten tooneele voerde. Zoo
moet mentoch de geschiedenis van een
volk in zijn maatschappelijke ontwikkeling
nagaan. Ilij de autodidact deed dit op be
wonderenswaardige wijze. Men moot al
lereerst door en door kennen de plek
waarop men leeft en werkt en streeft,
zoo wordt men in den goeden zin na
tionaal. De nationaliteit is niet begrensd
door de staatkundige grenzen van eenig
land. Do Vlamingen wreed gescheiden in
drie staatkundige verdeelingen, beseffen
dat, maar reiken dan ook, een ieder
trouw ook aan zijn vaderland, elkander
de hand vol broederzin.
Spr acht zich gelukkig, dat wij Noord
en Zuid-Nederlanders rondom Van Dale
geschaard, zijn monument kunnen over
dragen aan de trouw en goede zorgen van
het oude Lammensvliet onder St La.ni-
bertus' goede zorgen, aan het zorgvuldig
bestuur van Sluis, dat zulke rijke be
zitting ook dankt aan Van Dale's studie.
Ilier is nog de blijde werkkracht der
vaderen, het taaie, vasthoudende der Vla
mingen, hier heersclit nog de ongetemde
dorst haar vrijheid, maar ook de trouw
aan het bewind, waaronder men leeft.
Namens het comité draagt spr het ma
nument aan de goede vrije stede van
Sluis in Vlaanderen over met de volgende
regelen, vrij naar René de Clercq:
Hoe bruischt door pols en ader
Een jeugdig, blij gevoel!
Die harten slaan te gader
En 't leven krijgt een doel.
IJlt tegen, stralende ouders,
Dien Nederdietschen Vorst,
Met kind'ren op de schouders,
Met kind'dren aan de borst.
IJlt tegen,
Hem tegen,
Met zang en groet,
Die liefd' opwekt en zegen,
En kracht in 't bang gemoed..
Want meien op de wegen,
Werpt kransen voor zijn voet,
Van Dale, zijt gegroet!
Op hetgeen de burgemeester ter aan
vaarding van liet monument voor de ge
meente en andere op hem volgende spre
kers zeiden, komen wij nader terug, even
als op het verdere verloop der plechtig
heid. f
ONTWAPENING.
Het door de socialistische regeering in
Denemarken goedgekeurde ontwapenings
voorstel zal nog al eens dienst moeten!
doen om vooral van socialistische zijde
de ontwapening van Nederland te be
pleiten. ,,Ilet Volk" begint er dan ook al
mede. Jammer, dat ze liet op zoo'n on-
noozele manier doet. Kort en bondig is
haar motief voor Neerlands ontwapening,
n.l.„W at voor Denemarken
geldt, geldt ook voor Neder
land". Zoo schrijft „Het Volk".
Nu willen we ons niet als deskundige
aandienen, maar zulk een argument is
toch wel wat erg zwak. Als we alleen
maar eens wijzen op do ligging van oils
land en op het bezil van onze koloniën,
dan zien we nog wel eenig verschil tus-
schen de Deensche en de Hollandsche be
langen.
Ik voor mij zou liever zeggen: Zie naar
Engeland! Daar sprak voor kort nog de
eerste minister, de socialist Mac Donald:
„Ik ben er zeker van, dat geen ver
antwoordelijk staatsman ooit ons volk zal
overhalen om zich to ontwapenen in oen
wereld die gewapend is tot de tanden.
Zoolang de wereld wapenen draagt, zal
hel leidende beginsel van de Britsche
militaire politiek van kracht moeten blij
ven."
Een paar weken daarna verklaarde de
Engelsche minister van oorlog ten op
zichte van zijn begrooting:
„Niet mag worden vergeten, dat Enge
land ver-afgelegen bezittingen heeft, welke
niet onverdedigd kunnen worden gelaten.
Dit is ook de reden dat, terwijl verschil
lende administratieve bezuinigingen wer
den ingevoerd," geen verdere ver
mindering van de gevechtswaarde van
het leger beoogd zou worden."
Hebben wij nu niet evenveel recht om
te zeggen: „wat voor Engeland geldt,
geldt ook voor Nederland"? '1 Heeft ten
minste meer zin clan de vergelijking Dene
markenNederland, al houd ik niet van
dat over één kam scheren.
St.-L. VAN 'T JIOFF.
De Volkenbond.
Maandag werd de vijfde vergadering
van den Volkenbond geopend.
Hijmans, de Belgische minister var: Bui-
tenlandsche Zaken, presideerde de ope
ningszitting en hield in zijn openings
woord een lofrede op de laak en de rol
van den Volkenbond, wees op de betee
kenis van de overeenkomsten van Lon
den, sprak de hoop uit dat de conven
ties zouden worden verwerkelijkt, aan de
wereld de verlichling zouden brengen, die
zij ervan verwacht, en het begin zouden
zijn van een nieuwe periode van ont
spanning en vrede, concludeerde, dat de
Volkenbond het onontbeerlijk organisme
werd van het internaiióHfi!p !(,ven e;> be
stemd was, de regeeringen onderling te
verbinden door een practische entente,
betoogde, dat men den vrede een juridi
sche en politieke structuur moest geven
en een stelsel van vrede en veiligheid,
moest organiseeren zonder de gedachte
van het vaderland te stellen tegenover
die der solidariteit en eindigde met een
groei te brengen aan de oorlogsdooden
en er bij den Volkenbond ernstig op aan
te dringen, alle middelen te zoeken om
een terugkeer van een catastrofe te voor
komen, door het recht te doen beerschen
en trouw te blijven aan de verdragen.
Op deze rede volgde ben langdurig ap
plaus.
Daarna werd met algemecne stemman
tol voorzitter gekozen Motta, de leider
der Zwitsersche delegatie.
Dit is wel een teeken van de kentering
der lijden als men bedenkt, .lat ieder jaar
van zijn candidatuur sprake is geweest,
doch dat zij verleden jaar nog schip
breuk leed door den tegenstand der Fran-
sche delegatie.
Motta dankte in zijn toespraak uit naam
van Zwitserland voor de eer, door zijn
verkiezing aan dit land te beurt gevallen.
Voorts sprak hij zijn vertrouwen en ge
loof in de toekomst van den vo'lkenbond
uit, welk vertrouwen door de ontwikke
ling der gebeurtenissen reeds gerechtvaar
digd is, indien men de onzekerheid, die
bij vroegere vergaderingen van den Vol
kenbond bestond, vergelijk! met de hoop
volle atmosfeer, welke thans bestaat.
Met veel voldoening stelde hij vast dat
het vraagstuk der schadevergoeding thans
zijn oplossing is genaderd en eindelijk tot
klaarheid is gebracht. Ilij wees voorts op
do uitbreiding, die het denkbeeld der ar
bitrage heeft verkregen ten gevolge van
de conferentie van Londen.
In de deelneming van talrijke leden der
regeeringen zag Motta een erkenning van
den invloed van den Volkenbond, die zelfs
in die landen, welke tot nu toe afwijzend
tegenover den Bond stonden, verhoogde
aantrekkingskracht uitoefent.
De Nederlandsche afvaardiging heeft
voorgesteld art. 27 van het huishoudelijk
reglement aldus te wijzigen, dat de com
missies hun besluiten kunnen nemen bij
meerderheid van stemmen, zoodat niet
langer eenstemmigheid vereischt zou zijn
gelijk thans.
Hongaarsche kinderen.
Aan een Hongaarsch blad ontleent de
Hongaarsche Heraut een statistiek omtrent
het aantal kinderen, die in 19201923
voor herstel naar vreemde landen zijn
gezonden.
Volgens deze voor ons zeer zeker vlei
ende statistiek zijn uitgezonden"
Naar Nederland 17.235 kinderen; Zwit
serland 6329 kinderen; België 1128 kinde
ren; Engeland 521 kinderen; Zweden 131
kinderen.
Voor 1921 kunnen de cijfers natuurlijk
nog niet gepubliceerd worden. Dit jaar
zijn reeds eenige kindertreinen gegaan
naar Nederland.
Versaiiles-Londen
13 Juni 1919 en 16 Aug. 1921.
D<e Amerikaansche generaal Dawes
(spieek uit Dieews), wiens naam in do
wereldgeschiedenis met vette letters zal
geschreven worden, kan or na den (voor-
loopig) bevredigenden afloop der Londen-
sche Conferentie op 16 Augustus j.l., ze
ken van zijn, dat zijn kansen voor het
Vice-presidentschap tier Vereenigdc Sta
len er goed voor staan. Hoevelen al heb
ben vóór hem gepoogd, het zwaarste der
vraagstukken van onzen tijd op te los
sen! En zie, nu is het op den grondslag]
van zijn plan, dat het reikhalzend ver
beide herstel van Europa het gebied der
werkelijkheid schijnt te naderen.
Lang is de weg geweest, die daarheen
heeft geleid. Op 3 October 1918 gaf
Diuitschland na een ontzaglijke worsteling
van ruim vier jaren het eerste toeken,
dat de witte vlag zou geheschen worden.
In Diecember van dat jaar kwam Presi
dent Wilson naar Europa eu begon te
Versailles de kamp tusschen de Ameri
kaansche grondbeginselen (door Wilson
in do bekende 14- punten vervat) en de
Fransche politiek. Noch hij, noch Lloyd
George konden oproeien tegen den ster
ken stroom, waarvan de Fransche „tij
ger" Glemenoeau de bcheerschor was, eu
het slot was, dat liet Verdrag van Ver
sailles op 13 Juni 1919 geteekend werd
door alle partijen.
Van dien datum af tot op 16 Augustus
j.l. heeft de tweede worsteling v;in vijf
jaren geduurd; dat was niet de kamp
om te overwinnen, maar om econo
misch te kunnen ademhalen. Ik behoef
maar enkele namen te noemen; Parijs,
Lausanne, Genua, Londen, Den Haag,
enz., allemaal steden, waarheen de com-
mis-voyagcurs van den „vrede" heen
trokken, om te trachten, het Verdrag]
van Versailles leven in te blazen. Hot
mocht niet baten; zij hebben het dichter
bij: het graf dan bij het leven gebracht.
Eindelijk, 14 Januari 1924, begon het
te dagen; dat was do 'dag,waarop de be
kende „Commissie van Deskundigen" haar
eerste vergadering te Parijs hield; haar
voorzitter was generaal Dawes, en in
liet echt-Amerikaansche tempo, dat ge
regeld wordt door de bekende (en onjuis
te) machtspreuk; „Tijd is geld", slaagde
liij erin, binnen twaalf weken een rap
port 'te doen verschijnen, I waarin zijn
voorstellen waren belichaamd. Toen was
het 9 April geworden.
Maar oen rapport zonder meer eindigt
in de doofpot of in het archief. En het
was de zeer stellige bedoeling van den
Engelschen Premier Mac Donald, om met
de kern van dat rapport het herstel van
Europa te bereiken. D;ies werden de be
trokken Regeeringen (Frankrijk, België,
r(..iia Tunan on Tftnowland, later ook
'J,UTU'* v'*~ -o—o'
Duitschland) te Londen in de personen
hunner eerste Ministers samengeroepen,
waarbij dan nog een Amerikaan als wel
willende dwarskijker zitling had. Precies
een maand van 16 Juli tot 16 Augus
tus hebben do heeren vergaderd, en
aannemende, dat de respectievelijke Par
lementen de te Londen bereikte overeen
komst zullen goedkeuren, mogen wij zeg
gen, dat de 16e Augustus 1924 het begin
van 't einde is geweest.
De grondslag van de Londensche over
eenkomst was het plan Diawes. Iliji gaat
uit van de meening, dat Duitschland in
vier jaren tijds tot volkomen financieel
herstel kan komen. Om die kwade jaren
door te komen, wil hij Duitschland een
zeker moratorium (uitstel van betaling)
verkenen, terwijl het door een buitenland-
scho leening van 800 millioen goudmark
in het eerste der vier jaren op de been
wordt gehouden. De oorlogsboete wordt
dan aldus verdeeld; over de eerste vijf
jaren 1000 millioen, 1220 millioen, 1450
millioen, 2000 millioen en 2500 millioen
goudmark. Van 1929 tot 1930 zal meer
dan 2500 millioen goudmark betaald moe
ten worden, naarmate de welvaart van
Duitschland toeneemt.
1 Dat is de „klinkende leant" van do
overeenkomst; het is duidelijk, dat
Duitschland (welks regeering te Londen
heeft, geteekend, zoodat zij staat of valt
met de uitvoering) alleen dan zulke som
men kan opbrengen, als het economisch
do handen vrij heeft. Onze lezers weten,
uit wat ik destijds schreef over de be
teekenis van het Roerbekken, dat de be
zetting van het Roergebied (nu door
Frankrijk beloofd, binnen 'n jaar te zullen
eindigen) die handen pijnlijk bindt. Daar
om is de Londensche conferentie op dat
punt bijna nog verongelukt; de Duitsche
Regeering meent terecht, dat. waar die
bezetting, naar Poincaré's eigen woor
den, (in Januari 1923) is begonnen om
de Fransche ingenieurs, douane, enz. te
beschermen, geen doel meer heeft, wan
neer die ongewenschte gasten (gelijk nu
geschiedt) weer vertrekken. Maar de
Fransche premier Herriot durft toch zóó
ver nog niet te gaan; Michel zal dus nog
even moeten slikken, dat Marianne hom
in do hartstreek vasthoudt. Men mag
verwachten, dat die ongemakkelijke po
sitie korter zal duren, naarmate Duitsch
land toont van goeden wille te zijn.
En daartoe heeft het alle gelegenheid.
Diawes heeft aangetoond, dat Duitschland
'het nakomen der Londensche 'overeen
komst zelf kan dekken door do winsten
der spoorwegen, door een hypotheek op
de nijverheid, en door oen emissiebank
te Berlijn, waarvan 3/4 van het kapitaal
in en buiten het land geplaatst moet
worden. Er zijn natuurlijk nog vele an
dere regelingen gemaakt, doch de hoofd
zaak is, dat èn do Geallieerden én de
Duitsche regeering liet hierover eens zijn
geworden; zoo kan het. Of het nu ook
zoo zal gaan, is een tweede vraag. Blijft
het huidige Kabinet te Berlijri het heft
stevig in handen houden, dan is het zeer
wel mogelijk, dat we epn tijd van rusti
ge» herbouw tegemoet gaan, en God al
leen weet, hoeveel duizenden naar zulk
een tijd snakken. Zij niet het minst zullen
Dawes dankbaar zijn, dat hij den stoot
heeft gegeven tot oen mogelijkheid, die
werkelijkheid kan worden. Maar zij zul
len ook, met allen, die thans den geest
van Amerika hebben zien standhouden
tegenover dien van Versailles, ja ze in
één lichting zien geleid, een stille bede
tot den Ilcerc der legerscharen opzen
den: „O God, geef Gij ons hulp uit de be
nauwdheid, want 's menschen heil is
ijdelheid".
(Uit het Chr. Weekblad „Timotheus",
hoofdred. J. N. Voorhoeve, Den Haag; uit
gevers La Rivière en Voorhoeve, Zwolle.
Invaliditcitszegels en aange
nomen werk.
De Sociale Verzekeringsgids vestigt de
aandacht op een beslissing van den Cen-
tralen Raad van Beroep in zake het ver
plichte plakken van invaliditcitszegels bij
aangenomen werd in den land- en tuin
bouw. Zooals hekend, worden in die be
drijven, wanneer het werk in aangenomen
geschiedt, dikwijls geen zegels geplakt.
Zoo heeft de Raad van Beroep nog be
slist, dat voor hot omspitten van bollen
land, .hetwelk geschiedde per vierkante
ï'oede, geen zejelplaklcen verplicht was
en heeft hij aan den Raad van Arbeid te
Leiden de ingestelde navordering ont
zegd. De Centrale Raad van Beroep heeft
deze uitspraak van den Raad van Beroep
vernietigd, o. a. op grond, dat land- of
tuinarbeid, door een land- of tuin,arbeider,
voor een landbouwer of tuinder in diens
bedrijf verricht, moet geacht worden te
zijn geschied in loondienst, ook al wordt
liet loon berekend naar de verwerkte hoe
veelheid. daar immers ingevolge arbeids
overeenkomst in dergelijke gevallen de
verhouding (usschen partijen aan het aan
nemen van zelfstandigheid hij den werk
nemer in den weg staat.
De Postch eque- en Girodienst.
In een onderhoud met een vertegen
woordiger van het „Vacl." heeft do di
recteur van den Postcheque- en Giro
dienst, de heer J. Lazonder, o. a. mede
gedeeld, dat het aantal personeel, dat hij
dienst vond hij zijn optreden bedroeg
1040 man (er zijn in den aanvang 1140
ambtenaren geweest) en dat dit thans
is teruggebracht tot 860 nmblenaren.
Voorts is hot thans in Brussel afgeziene
stelsel geen Belgisch systeem, omdat de
Belgen het voorbeeld van Keulen hebben
gevolgd en pasklaar gemaakt voor de Bel-
toestanden, gaar ue uvit La
zonder nu ook voor Nederland doen. Ten
slotte deelde de directeur mede, dat voor
taan de rekening-houders ooi: een bewijs
zullen ontvangen', dat een door hen af
gegeven chèqne-advies op hel Girokantoor
is ontvangen en van hun rekening is af
geboekt.
Dio spoo rwegen en d e r ijwiel-
helastingpl aatjes.
Met goedkeuring' van den Minister van
Waterstaat is paragraaf 53 c >'van het
Ned. Reizigerstarief aangevuld als volgt;
„Evenmin zijn de Maatschappijen verant
woordelijk voor de schade, ontstaan uit
het verlies of de beschadiging van een
aan het rijwiel bevestigd belastingmerk.
Foster's Zalf verdrijft onuitstaanbare
kwellingen van aambeien en gaat ontste
king tegen. Inderdaad een probaat genees
middel. Per doos 11.75, per tube f 1. (4)
Nieuwe verzandingen. Uit
Antwerpen bericht men aan de „Msb.":
Binnengekomen loodsen rapport eeren,
dat liet vaarwater van Rilland weer aan
het opdrogen is. Er doen zich nieuwe
verzandingen voor, in het bijzonder aan
den benedenkant van de roode boei 39.
Indien niet spoedig wordt ingegrepen en
daar met kracht wordt gebaggerd, zal
de Antwerpsche haven er wederom spoe
dig onder lijden. Dit bericht heeft opnieuw
groote ontroering gewekt in do Anlwerpc-
scfie scheepvaarlkringen.
Oesters. De uitvoer uit geheel
Nederland gedurende de maand Aug. '24
was als volgt:
Nederland 18.900, Duitschland 34.500,
Engeland 11.300. Totaal 64.700.
In Aug. '23 in totaal 53.510.
De vroegere briefkaarten met 5 cent
zegelmdruk zullen voor het verkeer bruik
baar worden gemaakt door opdrukken van
71/2, en 121/2 cent en verkrijgbaar wor
den gesteld.
Goes. Donderdagavond hoopt het mu
ziekgezelschap „Hosanna" een volkscon
cert te geven op de tent op de Groote
Markt alhier, 's avonds om 8 uur. Het
programma vermeldt de volgende nos.:
1Salve Imperator, Triumphmarsch, Jul.
Fucik; 2. Mazaniello, Ouverture, Ph. Man-
ternach; 3. Urn Ilerz und Hand, Valse
de concert, C. Faust; 4. Provinciale Rei,
uit „Feestreien", Jan Morks; 5. Gitana,
Fantaisie sur l'opera, Balfe; 6. Ouverture
Italienne, E. Dencufbourg; 7. Heil Oranje,
Fant. over Oud-Holl. liéderori, Valerias-
Coenen; 8a. Andante Religiose, Lands
man; b. Grande Marclie Héroique No. 4,
P. Fran<?ois; 9. La Flüte enchantée, Fan
taisie sur l'opera de Mozart, M. J. H. Kes-
sels; 10. Prinses Julianamarsch, W. v. Erp.
Ons bericht over de Litt.-F.con. Afd.
der R. H. B. S. in ons nommer van gis-