i»E ZEEUW
TWEEDE BLAD.
De ballingen van Lncerna.
6«aeigi Hieuws,
FEUILLETON.
VAN
ZATERDAG 16 AUG. 1924. No. 269
Obstructie te wachten.
De „Vrijzinnig Democraat" steekt de
krijgstrompet. j
Het geheele volk wordt opgeroepen om
Clolijn te doen vallen, en de tariefsher
ziening te maken tot den inzet van
den komenden verkiezingsstrijd.
In de Kamer moet obstructie worden
gevoerd, opdat het volk gelegenheid krijgt
over het aanhangige onderwerp zijn veto
uit te spreken.
„Men late, aldus het bedoelde orgaan,
zich niet verschalken. Dé regeering
spreekt niet van protectie. Golijn her
innert zich het advies van D|r Kuvper
al te goed. Verhooging van invoerrechten
wil hij met uitgesproken fiskale bedoe
ling! Maar er is bij de verhooging van
invoerrechten geen grens tusschen fiskus
en protektie.
Lang geleden heeft de liberaal Pier-
son, met fiskale bedoeling, eene poging
gewaagd om het invoerrecht te verhoo-
gen van 5 tot 6 procent. Hem is toen
onzacht aan het verstand gebracht, dat
ons volk dat niet wilde. Zou men dan
nu eene verhooging van 5 op 8 procent
slikken, nu Oolijn misbruik maakt van
den nood der schatkist om stiekum pro
tektie in te voeren.
Wij vertrouwen, dat er zich een kracht
dadig verzet tegen C'olijn's plannen zal
ontwikkelen. Die poging, om zonder de
organen van handel en industrie te hoo-
ren, het wetsontwerp als bij verrassing te
doen aannemen, mag niet gelukken. Nog
slechts enkele jaren geleden zijn de Ka
mers van Koophandel en Fabrieken zoo
georganiseerd, dat zij werkelijk de indu
strie en den handel in hun geheelen
omvang vertegenwoordigen. Die Kamers
zijn de organen bij uitnemendheid om
ten aanzien van de vraag, of verhooging
der invoerrechten wenschelijk is, van ad
vies te dienen. Een weigering om die
adviezen te vragen, sluit de erkenning in
zich, dat men ongunstige adviezen ver
wacht!
Het aanhangig maken van het tarief-
vraagstuk door de regeering is ook im
moreel, wijl de woordvoerders der recht-
sche partijen daarover bij de verkiezingen
hebben gezwegen. -Het volk heeft het
recht, over zulk een belangrijk en prin
cipieel vraagstuk te worden gehoord.
Zoo is er maar één konklusie moge
lijk. Met alle wettige middelen moeten
de tegenstanders van protektie en van in-
direkte belastingen beletten, dat de Sta-
ten-Generaal meedoen aan het ignobele
spel, dat Clolijn en de zijnen spelen.
Belanghebbenden in de eerste plaats,
maar ook het geheele volk moet in de
gelegenheid worden gesteld, het ontwerp
tot verhooging van het tarief van invoer
rechten te bestudeeren en te beoordeelen.
Het mag niet worden aangenomen voor
het volk zich daarover bij de stembus
van 1925 heeft uitgesproken.
Ten derden male binnen 25 jaar zal
het vraagstuk voor de kiezers komen. En
ten derden male zal het Nederlandsche
volk er zijn veto over uitspreken.
Na 1905 en 1913 komt 1925 Colijn
zal vallen, zooals Harte en Kolkman
zijn gestruikeld.
Bereiden wij ons voor op dezen strijd"
Wij weten dus nu wat ons te wachten
staat, concludeert onze N. Leidsche Crt.
Met het feit, dat de organen van han
del en industrie zooals terecht wordt
opgemerkt, in dit geval de organen bid uit
nemendheid bijna zonder uitzondering
tegen het ontwerp geen overw'egende be
zwaren hadden, Wordt geen rekening ge
houden.
Van 'de nadrukkelijke verklaring van
de Regeering, dat in deze omstandighe
den een verandering in onze handelspoli
tiek niet wenschelijk wordt geacht, wordt
met geen woord gerept, en zonder blikken
of blozen wordt gewaagd van een immo
reel optreden.
Indien uit dit opgewonden en fantasti
sche artikeltje iets duidelijk blijkt, dan
is het wel de noodzakelijkheid om het ont
werp zoo spoedig mogelijk af te doen.
Op de Regeering en de Volksvertegen
woordiging rust in de komende maanden
een zware taak.
Het zal gaan hard tegen hard.
Aan billijke wenschen van de oppositie
moet zooveel mogelijk worden tegemoet
gekomen. Maar als dat gedaan is, dan
moet ook met vaste hand en met kloeken
geest, naar het begeerde doel worden ge
stuurd.
Geen geschreeuw van vrijzinnige en
andere „democraten", geen obstructie, mo
rgen Regeering en Volksvertegenwoordiging
weerhouden haar plicht te doen.
18).
Zijn eerste kloppen werd naar het hem
toescheen door een vrouwenstem beant
woord. „Wie zijt gij; en van waar komt
gij?" zoo luidde de vraag. „Eenige on
gelukkige vluchtelingen", was het ant
woord, „uit de Protestantsche valleien
van Piemont, die wegens hun gehechtheid
aan het geloof hunner vaderen uit hunne
woonplaatsen verdreven en nu verdwaald
zijn, zoeken voor een enkelen nacht huis
vesting of, indien dit onmogelijk is,
eenige terechtwijzingen om-den verloren
weg weder te vinden.
De deur werd oogenblikkelijk geopend,
en een vrouw van meer dan middel
baren leeftijd heette de vreemdelingen
welkom. Het inwendige der hut beant
woordde geheel aan haar uitwendig aan
zien het ameublement was zoo eenvou
dig mogelijk. In de wanden waren eenige
jachttropheeën uitgesneden, en eenige
boeken lagen verspreid op de planken
van een ruw buffet. Het grootste boek
bevond zich in de handen van den eeni-
gen medebewoner der hut. Deze was ge
zeten Jjiji een helder vuur, en verkwikte
zich uit de veelgebruikte bladen aan de
'Het verloop der zuigelingensterfte.
Wij ontleen en aan het verslag van den
Ned. Bond tot Bescherming van Zuigelin
gen:
De zuigelingensterfte daalde in ons land
in de laatste decenniën der l§de eeuw,
afgezien van enkele jaren, die een top
vertoonden, doorloopend en wel in ster
kere mate dan de algemeene sterfte. Dit
gunstig verloop der zuigelingensterfte heeft
zich, met geteld het warme jaar 1911.
dat zich door een betrekkelijk hooge zui
gelingensterfte kenmerkte, ook in de 20ste
eeuw voortgezet, zoodat de sterfte van
kinderen beneden ,één jaar in het jaar
1923 zelfs gedaald is tot 56,9 per 1000
levend aangegevenen. Het cijfer bedroeg
in de
per 1000 levend
jaren aangegevenen
1880/84 190.9
1890/94 166.1
1900/04 141.2
1910/14 103.4
1914/18 89.2
1919 84.1
1920 -72.8
1921 76.2
1922 67.3
1923 56.9
Met deze cijfers maakt ons land een
goed figuur naast vele andere landen. Men
diene zich echter te wachten voor een
al te groot optimisme. Een lijst van sterf
tecijfers der zuigelingen in eenige landen
doet zien, dat Nederland de 7e plaats
in de rij inneemt, doch tevens, dat ons
land nog niet bovenaan staat, jvat ons
ideaal moet zijn.
Ook indien men de cijfers der zuigelin
gensterfte in de verschillende provinciën
van ons land vergelijkt, blijkt, dat er nog
verbetering mogelijk is. Wij geven alleen
de cijfers voor 1923
Friesland 36.6
Noord-Holland 39.5
Zuidholland 42.8
Groningen 49.6
Utrecht 52.2
Nederland (gemiddeld cijfer) 56.9
Drente 57.4
Zeeland 58.5
Overijssel 60.6
Gelderland 62.8
Noord-Brabant 86.9
Limburg 90.9
Zooals men ziet, neemt Friesland als
steeds de eereplaats in. Noord-Brabant,
dat vele jaren de laatste plaats innam,
heeft in 1923 Limburg verdrongen. Toch
levert het Zuiden in zijn geheel treurig
hooge cijfers.
Uit al deze gegevens volgt, dat het
nog steeds mogelijk blijft de sterfte on
der de zuigelingen in ons land te doen
afnemen en dus hun gezondheidstoestand
te verbeteren, wat in hooge mate moet
bijdragen tot eene verbetering der volks
gezondheid, een verhooging van het
volksgeluk en een veredeling van het
volkskarakter.
Een complot voor winkel
diefstallen. We hebben reeds een en
ander medegedeeld omtrent de arrestatie
van eenige personen te 's-Gravenhage,
toetrokken bij een serie winkeldiefstallen,
terwijl naar aanleiding van deze ontdek
king de politie ook een vrouw in de
v. Lumeystraat heeft aangehouden, ver
dacht van het plegen van een zeden
misdrijf.
De Rsb. vertelt dienaangaande nog het
volgende
a—rmmmmmmesmaummmmmi'nmi r 'hwthxi wuwwoj
eeuwige waarheden, die de tijd niet ver-
ouden kan. Hij; was gekleed in een her
dersgewaad, en uit de grijze haren, die
zich onder de over zijne schouders han
gende, donkerbruine lokken mengden,
was gemakkelijk op te maken, dat hij
reeds lang den inannelijken leeftijd ach
ter den rug had. Juist was zijn een-
voudige maaltijd geëindigd, en de over
blijfsels daarvan, die aan den getrouwen
medegezel zijner bergtochten gegeven wa
ren, hielden het dier te zeer bezig, dan
dat liij zijn aandeel had kunnen nemen
aan het verwelkomen der reizigers.
Arnaud behoefde geen lange kennisma
king met dit eenvoudige paar, om te ont
dekken, dat zij, hoewel elkander tot dus
verre vreemd, nochtans, door edeler en
duurzamer banden dan die van bloed
verwantschap met elkander verbonden
waren.
Albert en Mariette Peyrani behoorden
tot die Christelijke landlieden, die nog
in zooi groeten getale op| de eenzame ber
gen en in de afgelegen dalen van Zwit
serland gevonden worden, afgescheiden
van de wereld, hun eenvoudig leven door
brengend© met hun kudde en hun God
De verversehingen, die zij bezaten, wer
den door de herderin aan haar vermoeide
gasten voorgezet. Haar echtgenoot luis
terde met godvruchtige belangstelling naar
het roerend verhaal van Arnaud oyer zijn
Eenigen tijd geleden werden uit de
Weefschool op de Prinsegracht eenige
tapijten gestolen en bij het terug vinden
bleek dat de bezitter ze gekocht had van
W. in de Tollensstraat. Spoedig bleek dat
W. niet alleen kleeden, maar ook meu
belen, boter, eieren, champagne, enz,,
kortom allerlei winkelartikelen, en ver be
neden de waarde verkocht. Hij stond in
deze zaken in zeer nauw contact tot zijn
moeder, mej. B., een bij de zedenpolitie
niet onbekend adres. Het bleken twee
beruchte opkoopers, die in relatie ston
den met magazijnknechts en winkelbedien
den en alles kochten wat dezen maar te
koop aanboden.
Ofschoon deze zaak nog niet in alle
finesses is uitgeplozen, is toch reeds vol
doende gan het licht gekomen, op welk
een brutale wijze dit tweetal te werk ging.
Eenige huizen van de woning van mej.
B. is gevestigd De 's-Gravenhaagsche Meu
belwinkel, van de firma J. Kokshoorn,
waarvan de hoofdwinkel is in de Vla
mingstraat. Met drie leden van dit per
soneel, dat het volle vertrouwen had van
'den heer K., stond mej. B. op zeer goe
den voet. Het zijn de gehuwde magazijn-
knechts W. en D. en de bediende v. B.,
een jongeman van zeer goeden huize uit
Tilburg. Mej. B. en haar zoon verkochten
'eerst de meubels en dan eerst werden ze
ontvreemd. Mej. B. bood nl. aan, dat zij
wegens speciale redenen de meubelen uit
bovengenoemd magazijn kon leveren be
neden de winkelprijzen. De koopers kon
den dan met haar in de magazijnen zelf
de meubels uitzoeken. Dit gebeurde na
tuurlijk op afgesproken uren, als er geen
onraad was en waren de meubels eenmaal
uitgezocht, dan werden ze door de ma
gazijnknechts W. en D. geleverd en de
bediende v. B. schreef zélfs een valsche
kwitantie, zoodat de koopers niet - den
minsten argwaan hadden dat de zaak niet
in orde was. Deze handel heeft minstens
een jaar en wellicht langer gefloreerd,
zonder dat de patroon ooitiets heeft
bemerkt. De politie heeft hem ten slotte
op de hoogte gebracht hoe zijn personeel
met zijn eigendom omsprong. Op die wijze
is ook niet na te gaan hoeveel er gesto
len is, maar het bedrag loopt in de tien
duizenden.
Mej. B. beeft o.a. twee kinderen van
haar tweeden man, die eenige maanden
geleden gehuwd zijn, geheel geïnstalleerd
met gestolen goederen en wel haar zoon
te Vlaardingen en haar dochter te Am
sterdam. Al deze meubelen zijn uit het
magazijn zoo naar den trein getranspor
teerd. Eenige dagen geleden heeft de po
litie de heide inboedels weer teruggehaald.
Mej. B. en haar zoon W, handelden
ook in boter en kaas, eieren, kruideniers
waren, wijn, enz. en betrokken deze van
het personeel van Eigen Hulp. Twee win
kelmeisjes en een magazijnbediende le
verden de artikelen ver beneden de win
kelprijzen. Hier is echter niet op zoo
groote schaal gestolen als bij de meubel-
magazijnen, maar toch Z'ijn bij de huis
zoeking bij mej. B. nog gevonden een vat
boter, een mand eieren en een partij fles-
schen champagne. Deze diefstallen ge
schiedden in den regel des morgens vóór
9 uur en een magazijnbediende, die de
artikelen van de winkelmeisjes kreeg,
bracht ze dan naar de Nieuwstraat.
Het eerst werd overgegaan tot de ar
restatie van W'„ in de Tollensstraat 36
waar men dacht een groote partij gestolen
goederen te vinden. D|it viel echter niet
mee; men vond er alleen vier tafelklee-
den, twee vloerkleeden en wiat gedrukte
doekjes, welke de heer Kokshoorn, die bij
de inbeslagneming aanwezig w'as, als zijn
eigendom herkende. Die vrouwi van W.
verzekerde echter, dat zij die doekjes en
en kleeden in Januari heeft gekocht van
een der magazijnknechts van Kokshoorn.
Haar man had haar wel gezegd, dat hit
iemand zou sturen met enkele goedkoop©
kleeden en zij die koopen moest, maar
ze heeft dit gedaan met haar geld, dat
ze verdiende met het verhuren van ka
mers. Die vrouw is eenige dagen na haar
man als verdacht van heling gearresteerd.
Bij die arrestatie heeft zij zich met alle
kracht verzet, omdat ze werd gehaald
met den celwagen en ze daar niet in
wilde. Overreding noch gew'eld hielpen.
Ze stelde voor, vrijwillig te zullen gaan
indien de recherche 25 M. achter haar
bleef, maar dit weigerde men. Ten slotte
is ze meegegaan in een particulieren
vervolgld Volk, temeer, daar hij' uit het
beschreven schutblad van zijln Bijbel zijn
eigen afkomst van Waldenzisch© voor
ouders bewees. Htm heldendaden waren
hem in zijn kindsheid door zijn vader
dikwijls1 verteld, dikwijls hadden zij het
onderwerp zijner ioyerdenking|en uitge
maakt, terwijl hij zijn kudde opi de ber
gen weidde; en een der weinige begeerten
van den herder van Lauterbronnen was:
nog eenmaal naar deze beroemde valleien
te kunnen trekken, om met eigen oiogen
de plaatsen te zien, waar het bloed zij-
her vaderen gestroomd had.
Zij' hadden nog niet vel© dagen te za-
men doorgebracht, toen zij' zich reeèsi zoo
zeer verbonden gjevoelden, dat onze vluch
telingen, op, het ernstig' verzoek van hun
gastheer besloten de hut van Lauter-
hrunnen als hun tehuiste beschouwen.
Het woud in de nabijheid leverde voor
raad g;enoeg opi voor hun aller onderhoud
én de ballingen schenen, tenminste voor
'een tijd, de droevige gebeurtenissen van
voor weinige weken te vergeten, zoo wa
ren zij: bezig met het in orde brengen hun
ner nieuwe woning;. Maand na maand
verliep, en de tijd diende alleen om de
dankbaarheid der zwervelingen te ver-
grooten jegens Hem, die hunne schreden
geleid had naar zulk een rustige schuil
plaats. Des morgens en des avonds steeg
liet lied der aanbidding uit deze wanden
auto. Twee dagen later is ze weer vrijge
laten, nadat tegen haar proces-verbaal
was opgemaakt wegens heling.
Ook zijn natuurlijk aangehouden mej.
B. uit de Nieuwstraat en de drie leden
van het personeel van den lieer Koks-
hoorn. Verder zijn gearresteerd de twee
meisjes van Eigen Hulp.
Aangezien ook nog meerdere winkel
diefstallen in deze zaak betrokken zijn
deze zijn nog in onderzoek zullen
binnenkort nog wel meer arrestaties vol
gen.
Het t ij de 1 ij k r adi o-d orp in
veiling. Ingevolge opdracht van het
hoofdbestuur der P.T.T., werden Donder
dagmiddag door de makelaars Corn, de
Vlaming en L. Backer te Amsterdam voor
afbraak verkocht, al de kapitale wonin
gen, landhuizen, opslagplaatsen, barak
ken, paardenstal, keten, enz. te zamen
vormende het tijdelijk Radio-dorp op het
terrein van het Radio-station te Kootwijk,
benevens verschillende machinerieën, ge
reedschappen, en de meubilaire goederen
der barakken. Dé totale opbrengst be
droeg f 18.654.40.
Veediefstal uit een weide.
Op de veemarkt te Zutphen werd Donder
dag door de politie aldaar aangehouden
de Duitscher M. uit Duisburg, die een
tweetal koeien ter markt had gebracht
welke hij in den nacht tevoren te Angerlo
uit een weide had ontvreemd. Die koeien
waren al verkocht, voor f 700, maar nog
niet betaald, zoodat de eigenaar ze on
middellijk terug kon krijgen. M., die den
diefstal bekende, werd ter beschikking
van de justitie gesteld.
Inbraak. Don derd agnacht werd aan
de politie telefonisch kennis gegeven, dat
om ongeveer 2 uur was ingebroken bii
den rijwielhandelaar T. te Millingen, en
dat bij dezen ontvreemd waren twee
heeren-rijwielen en een bus benzine. F.,
die door het. gestommel in zijn winkel
uit den slaap was gewiekt vond, toen hii
in zijn winkel kwam, daarin twee man
nen: de eene groot en forsch van li
chaamsbouw, de andere kleiner van ge
stalte. Beiden namen echter bij het ver
schijnen van F. de vlucht in een bij den
winkel staande kleine tweepersoons auto,
die in de richting naar Amersfoort ver
dween. Op de plaats, Waar de auto had
gestaan, vond F- nog twee Bosch-mag
neten uit zijn winkel herkomstig.
De m ij n r amp bij Charleroi.
Tengevolge van de mijngasontploffing te
Charleroi zijn er veertien mijnwerkers be
dolven. Tot dusver'is hun lot nog onbe
kend. Het reddingswerk wordt met snel
heid voortgezet en er zijn maatregelen
genomen om de lucht in de mijn krach
tig te zuiveren. Van een Donderdag uit
de mijn opgehaalde slachtoffer zijn de
levensgeesten opgewekt kunnen worden.
T r e u r i gDe politie te Kerkrade heeft
's avonds laat. per handwagen naar het bu
reau gebracht een dronken Duitsche bede
lares. 'Ze lag op de Markt als een lijk;
er was geen beweging in het lichaam te
krijgen. Ten bureele werd na eenigen tijd
geconstateerd, dat de vrouw blijkbaar een
beroerte bad gekregen en de spoedig
berwezige geneesheer achtte haar toestand
zeer zorgelijk. Spoedig daarna overleed de
vrouw. Van het onbekende lijk werden foto's
genomen.
Daders nog onbekend. Het is
de politie te Versailles nog niet gelukt de
hand te leggen op de moordenaars van den
Rnssischen ingenieur, die eenige dagen ge
leden in den avondsneltrein ParijsVersailles
is vermoord en beroofd. Wel zijn er niet ver
■van Charlies twee mannen aangehouden, wier'
signalement overeenkomt met dat van twee
personen, wier houding op den avond van
de misdaad in het station Versailles de
aandacht heeft getrokken.
Vreeseljjk. Een Russische ingenieur
die te Marseille woonde en met zijn gezin
vrijwel aan gebrek toe was, heeft in den
nacht van Woensdag op Donderdag z(jn vrouw
en zijn jongste dochtertje met bijlslagen af
gemaakt. Zijn oudste dochter, die hij. niet
heeft kunnen dooden, bracht hij, ook met
de bijl, verschrikkelijke kwetsuren toe, waarna
hij zich zelf in. zijn tuin een kogel door het
hoofd joeg. Kort geleden toen de man met
spelen zijn laatsten cent was kwijt geraakt,
had hij tegen zijn vrouw gezegd, dat het
maar beter was, als hij en de zijnen een
eind .aan. het leven maakte.
op; en ware Arnaud op niets hoogers
bedacht geweest, dan zijn eigen geluk en
dat zijner familie, Villar en Angrogna zou
den waarschijnlijk vergeten zijn geworden
te midden van deze gelukkige omgeving.
Maar zijn edel gemoed en niet minder
zijn godsvrucht zeiden hem, dat hij verder
zien moest dan de nauwe horizont van
persoonlijk belang. Hij kon niet Vergeten,
dat er nog honderden in de kerkers
van Sardinië zuchtten, dat vele medebal-
lingen nog zonder een tehuis rondzwier
ven, en, wat nog treuriger Was, dat het
licht der waarheid, hetwelk met onver-
doofden luister gedurende een duizend
tal jaren op hunne voorvaderlijke altaren
gebrand had, nu was uitgebluscht in paap-
sche duisternis. Zijn vaderlandslievend
hart kon de gedachte niet verdragen,
in zelfzuchtige onverschilligheid een lijde
lijk toeschouwer te blijven van het treu
rige lot zijns volks, zonder een enkele po
ging te wagen, om hun zaak te verde
digen, en hen 'te verlossen van de on
rechtvaardige en wreede onderdrukking.
Door dit gevoel gedreven, verliet Ar
naud in de lente van het volgende jaar
voor eenigen tijd de kalme rust van zijn
bergwoning, en bezocht met kapitein Bes-
son van la Tour, een broeder in de
ballingschap, de vluchtelingen, die in
Duilschland en Nederland verspreid wa
ren, en voorzag in de behoeften van
i Acht dagen in een tent op
de rotsen. Met het stoomschip Zeta zijn
te Rotterdam gearriveerd negen opvarenden
van het stoomschip Veerhaven, dat 14 Juli
bij Gorodetsky is gestrand. Aan de Tel. hebben
ze verteld
De Veerhaven van de reederij van Gebr.
van Uden was onder commando van kapitein
W. Gorter en bemand met 27 koppen, 26
Febr. voor het laatst uit Rotterdam vertrokken
met een lading kolen naar Bari. Sinsdien
voer het schip in de wilde vaart. Zoo ging
men in ballast naar Braila om mais te
laden voor Belfast. Van Belfast ging men
naar Glasgow, toen naar Garston bij Liver
pool en van daar in ballast naar Archangel,
om hout te laden. 5 Juli was men van
Garston vertrokken. Daar waren aan boord
gekomen de echtgenoote van den kapitein
en zijn kind. Het weer was goed, al regende
het zoo nu en dan. 12 Juli werd het weer
minder gunstig en maakte het gchip korte
slingeringen. De eerste machinist rapporteerde
Zondagavond een machinedefect en om dat
te herstellen heeft men ongeveer een half
uur stilgelegen, totdat het hersteld was. De
kapitein begaf zich ter ruste en de tweede
stuurman, kwam op de brug.
In den nacht van Zondag op Maandag
werd het dik van mist. De tweede stuurman
ging den kapitein roepen, die onmiddellijk
op de brug kwam en onafgebroken op zijn
post is gebleven. Voortdurend is er gelood,
terwijl met halve kracht werd gevaren. Even
voor acht uur in den morgen passeerde men
een klip. De kapitein liet het roer hard
omgooien, zoodat men daar nog juist vrij
van bleef. Het was nog steeds potdicht van
mist, toen. even na acht uur aan stuurboord
zijde een andere klip werd waargenomen.
De kapitein, liet hard bakboord roer geven
doch ditmaal was het gevaar niet te ont
komen. Het achterschip pakte de klippen
en toen zat men vast. Men liet de machine
volle kracht achteruit werken, doch alle po
gingen, om het vaartuig vlot te brengen,
waren vergeefsch. Hoewel op dit oogenblik
er een tamelijke wind stohd, was het weer
niet bepaald slecht. Met het lage water zijn
kapitein Gorter en zijn officieren op de rotsen
geklauterd en hebben een inspectie onder
den bodem gehouden. Toen bleek, dat de
bodem ernstig was beschadigd. Des middags
werd scheepsraad gehouden, en besloot men
aan wal te gaan. Met laag water kon men
over de klippen aan wal komen. Alle op
varenden hebben dien Maandagmiddag het
schip verlaten. Men nam van alles mede:
kleeden, die anders over de luiken liggen
om de lading te beveiligen, waarvan men
een tent wilde bouwen, stroozakken, dekens
en proviand. Heel den middag duurde de
verhuizing. Het verblijf in de tent was verre
van aangenaam, daar de bodem zeer drassig
was, waardoor de slaapplaatsen steeds nat
werden. Dagelijks ging men terug aan boord.
Bij hoog water stond er 6 voet water boven
den tunnel. Bij laag water was de machine
kamer droog. Dan. werd onmiddellijk vuur
opgestookt om de dynomo, die den stroom
voor de draadlooze levert, in werking te
stellen. Zoodoende was de kapitein in de
gelegenheid, verschillende telegrammen te sei
nen, o.a. een naar Vardö, waarin hij ver
zocht, een boot te zenden, om een deel
der bemanning af te halen. Van 14 tot 22
Juli duurde het verblijf in de tent. Ver
schillende pogingen door sleepbooten onder
nomen, om de Veerhaven vlot te krijgen,
mislukten. Het schip lag onwrikbaar vast
op de rotsen. 27 Juli kwam een motorschoener,
een z.g. zeehondenvisscher, van 100 ton,
om een deel der bemanning te halen. Wie
weg wilde, mocht mee gaan.. Van deze ge
legenheid is door 11 man gebruik gemaakt,
t.w. 9 Hollanders, 1 Engelschman en een Noor
De overigen, o.w. alle officieren en machi
nisten, de marconist en de kok besloten
aan boord te blijven. Kapitein W. Gorter
ging met den motorschoener mede om zijn
vrouw en kind naar Vardö te brengen en
met de bedoeling later terug te komen. Zooals
wij reeds vroeger meldden, is hij. tijdens
de reis naar Vardö, die 2Vs dag duurde, over
boord geslagen en verdronken. Hij had met
zijn vrouw op het achterschip staan praten.
Zijn. vrouw verwijderde zich even, doch toen
zij terugkwam, was hij niet meer te vinden.
Daarom vermoedt men, dat hij over boord
is geslagen. De motorschoener werd onmid
dellijk gestopt en draaide bij.. Men bleef
nog geruimen tijd in de omgeving, doch waar
van den vermiste niets meer ontdekt werd,
besloot men de reis voort te zetten.
De pogingen om de Veerhaven vlot te
krijgen, worden nog steeds voortgezet.
hen, die gebrek leden. Nadat zij hun tocht
volbracht hadden, besloten zij:, alvorens
tot de Zwitsersche valleien terug te kee-
ren, hun belangen bloot te leggen voor
den stadhouder van Holland.
Willem III, Prins van Oranje, was te
dier tijd op zijn paleis te 's-Gravenhage.
Al stond hij onder de vorsten van Europa,
als de beschermer der verdrukte Protes
tanten niet alleen, toch beschouwde Ar
naud hem als hun oprechtsten, ijverigsten
en tevens invloedrijksten verdediger,
vooral na den dood van den Engelschen
Protector, Cromwell, die zich vaak voor
de Waldenzen in de bres had gesteld.
Zijn medelijden met de vervolgden was
te grooter door zijn afkeer van de trouw
loosheid van hem, die de oorzaak van
hun lijden was. Het was zijn ernstige be
geerte den hoogmoedigen geest van Lode-
wijk van Frankrijk te vernederen, en zijn
onverdraagzame heerschzucht te beteuge
len. Dat echter zijn medegevoel met de
vervolgden, en zijne vijandschap tegen
den vervolger, een edeler en zuiverder
oorsprong hadden, dan de begeerte om
een mededinger te vernederen, blijkt dui
delijk uit zijne onafgebroken toewijding
aan hun zaak, toen de Heere hem ge
plaatst had boven de kuiperijen van hen,
die vroeger ijverzuchtig op hem waren,
namelijk, toen hij koning van Engeland
was. (Wordt vervolgd).