i»E ZEEUW TWEEDE BLAD. De ballingen van Lncerna. 6«aeigi Hieuws, FEUILLETON. VAN ZATERDAG 16 AUG. 1924. No. 269 Obstructie te wachten. De „Vrijzinnig Democraat" steekt de krijgstrompet. j Het geheele volk wordt opgeroepen om Clolijn te doen vallen, en de tariefsher ziening te maken tot den inzet van den komenden verkiezingsstrijd. In de Kamer moet obstructie worden gevoerd, opdat het volk gelegenheid krijgt over het aanhangige onderwerp zijn veto uit te spreken. „Men late, aldus het bedoelde orgaan, zich niet verschalken. Dé regeering spreekt niet van protectie. Golijn her innert zich het advies van D|r Kuvper al te goed. Verhooging van invoerrechten wil hij met uitgesproken fiskale bedoe ling! Maar er is bij de verhooging van invoerrechten geen grens tusschen fiskus en protektie. Lang geleden heeft de liberaal Pier- son, met fiskale bedoeling, eene poging gewaagd om het invoerrecht te verhoo- gen van 5 tot 6 procent. Hem is toen onzacht aan het verstand gebracht, dat ons volk dat niet wilde. Zou men dan nu eene verhooging van 5 op 8 procent slikken, nu Oolijn misbruik maakt van den nood der schatkist om stiekum pro tektie in te voeren. Wij vertrouwen, dat er zich een kracht dadig verzet tegen C'olijn's plannen zal ontwikkelen. Die poging, om zonder de organen van handel en industrie te hoo- ren, het wetsontwerp als bij verrassing te doen aannemen, mag niet gelukken. Nog slechts enkele jaren geleden zijn de Ka mers van Koophandel en Fabrieken zoo georganiseerd, dat zij werkelijk de indu strie en den handel in hun geheelen omvang vertegenwoordigen. Die Kamers zijn de organen bij uitnemendheid om ten aanzien van de vraag, of verhooging der invoerrechten wenschelijk is, van ad vies te dienen. Een weigering om die adviezen te vragen, sluit de erkenning in zich, dat men ongunstige adviezen ver wacht! Het aanhangig maken van het tarief- vraagstuk door de regeering is ook im moreel, wijl de woordvoerders der recht- sche partijen daarover bij de verkiezingen hebben gezwegen. -Het volk heeft het recht, over zulk een belangrijk en prin cipieel vraagstuk te worden gehoord. Zoo is er maar één konklusie moge lijk. Met alle wettige middelen moeten de tegenstanders van protektie en van in- direkte belastingen beletten, dat de Sta- ten-Generaal meedoen aan het ignobele spel, dat Clolijn en de zijnen spelen. Belanghebbenden in de eerste plaats, maar ook het geheele volk moet in de gelegenheid worden gesteld, het ontwerp tot verhooging van het tarief van invoer rechten te bestudeeren en te beoordeelen. Het mag niet worden aangenomen voor het volk zich daarover bij de stembus van 1925 heeft uitgesproken. Ten derden male binnen 25 jaar zal het vraagstuk voor de kiezers komen. En ten derden male zal het Nederlandsche volk er zijn veto over uitspreken. Na 1905 en 1913 komt 1925 Colijn zal vallen, zooals Harte en Kolkman zijn gestruikeld. Bereiden wij ons voor op dezen strijd" Wij weten dus nu wat ons te wachten staat, concludeert onze N. Leidsche Crt. Met het feit, dat de organen van han del en industrie zooals terecht wordt opgemerkt, in dit geval de organen bid uit nemendheid bijna zonder uitzondering tegen het ontwerp geen overw'egende be zwaren hadden, Wordt geen rekening ge houden. Van 'de nadrukkelijke verklaring van de Regeering, dat in deze omstandighe den een verandering in onze handelspoli tiek niet wenschelijk wordt geacht, wordt met geen woord gerept, en zonder blikken of blozen wordt gewaagd van een immo reel optreden. Indien uit dit opgewonden en fantasti sche artikeltje iets duidelijk blijkt, dan is het wel de noodzakelijkheid om het ont werp zoo spoedig mogelijk af te doen. Op de Regeering en de Volksvertegen woordiging rust in de komende maanden een zware taak. Het zal gaan hard tegen hard. Aan billijke wenschen van de oppositie moet zooveel mogelijk worden tegemoet gekomen. Maar als dat gedaan is, dan moet ook met vaste hand en met kloeken geest, naar het begeerde doel worden ge stuurd. Geen geschreeuw van vrijzinnige en andere „democraten", geen obstructie, mo rgen Regeering en Volksvertegenwoordiging weerhouden haar plicht te doen. 18). Zijn eerste kloppen werd naar het hem toescheen door een vrouwenstem beant woord. „Wie zijt gij; en van waar komt gij?" zoo luidde de vraag. „Eenige on gelukkige vluchtelingen", was het ant woord, „uit de Protestantsche valleien van Piemont, die wegens hun gehechtheid aan het geloof hunner vaderen uit hunne woonplaatsen verdreven en nu verdwaald zijn, zoeken voor een enkelen nacht huis vesting of, indien dit onmogelijk is, eenige terechtwijzingen om-den verloren weg weder te vinden. De deur werd oogenblikkelijk geopend, en een vrouw van meer dan middel baren leeftijd heette de vreemdelingen welkom. Het inwendige der hut beant woordde geheel aan haar uitwendig aan zien het ameublement was zoo eenvou dig mogelijk. In de wanden waren eenige jachttropheeën uitgesneden, en eenige boeken lagen verspreid op de planken van een ruw buffet. Het grootste boek bevond zich in de handen van den eeni- gen medebewoner der hut. Deze was ge zeten Jjiji een helder vuur, en verkwikte zich uit de veelgebruikte bladen aan de 'Het verloop der zuigelingensterfte. Wij ontleen en aan het verslag van den Ned. Bond tot Bescherming van Zuigelin gen: De zuigelingensterfte daalde in ons land in de laatste decenniën der l§de eeuw, afgezien van enkele jaren, die een top vertoonden, doorloopend en wel in ster kere mate dan de algemeene sterfte. Dit gunstig verloop der zuigelingensterfte heeft zich, met geteld het warme jaar 1911. dat zich door een betrekkelijk hooge zui gelingensterfte kenmerkte, ook in de 20ste eeuw voortgezet, zoodat de sterfte van kinderen beneden ,één jaar in het jaar 1923 zelfs gedaald is tot 56,9 per 1000 levend aangegevenen. Het cijfer bedroeg in de per 1000 levend jaren aangegevenen 1880/84 190.9 1890/94 166.1 1900/04 141.2 1910/14 103.4 1914/18 89.2 1919 84.1 1920 -72.8 1921 76.2 1922 67.3 1923 56.9 Met deze cijfers maakt ons land een goed figuur naast vele andere landen. Men diene zich echter te wachten voor een al te groot optimisme. Een lijst van sterf tecijfers der zuigelingen in eenige landen doet zien, dat Nederland de 7e plaats in de rij inneemt, doch tevens, dat ons land nog niet bovenaan staat, jvat ons ideaal moet zijn. Ook indien men de cijfers der zuigelin gensterfte in de verschillende provinciën van ons land vergelijkt, blijkt, dat er nog verbetering mogelijk is. Wij geven alleen de cijfers voor 1923 Friesland 36.6 Noord-Holland 39.5 Zuidholland 42.8 Groningen 49.6 Utrecht 52.2 Nederland (gemiddeld cijfer) 56.9 Drente 57.4 Zeeland 58.5 Overijssel 60.6 Gelderland 62.8 Noord-Brabant 86.9 Limburg 90.9 Zooals men ziet, neemt Friesland als steeds de eereplaats in. Noord-Brabant, dat vele jaren de laatste plaats innam, heeft in 1923 Limburg verdrongen. Toch levert het Zuiden in zijn geheel treurig hooge cijfers. Uit al deze gegevens volgt, dat het nog steeds mogelijk blijft de sterfte on der de zuigelingen in ons land te doen afnemen en dus hun gezondheidstoestand te verbeteren, wat in hooge mate moet bijdragen tot eene verbetering der volks gezondheid, een verhooging van het volksgeluk en een veredeling van het volkskarakter. Een complot voor winkel diefstallen. We hebben reeds een en ander medegedeeld omtrent de arrestatie van eenige personen te 's-Gravenhage, toetrokken bij een serie winkeldiefstallen, terwijl naar aanleiding van deze ontdek king de politie ook een vrouw in de v. Lumeystraat heeft aangehouden, ver dacht van het plegen van een zeden misdrijf. De Rsb. vertelt dienaangaande nog het volgende a—rmmmmmmesmaummmmmi'nmi r 'hwthxi wuwwoj eeuwige waarheden, die de tijd niet ver- ouden kan. Hij; was gekleed in een her dersgewaad, en uit de grijze haren, die zich onder de over zijne schouders han gende, donkerbruine lokken mengden, was gemakkelijk op te maken, dat hij reeds lang den inannelijken leeftijd ach ter den rug had. Juist was zijn een- voudige maaltijd geëindigd, en de over blijfsels daarvan, die aan den getrouwen medegezel zijner bergtochten gegeven wa ren, hielden het dier te zeer bezig, dan dat liij zijn aandeel had kunnen nemen aan het verwelkomen der reizigers. Arnaud behoefde geen lange kennisma king met dit eenvoudige paar, om te ont dekken, dat zij, hoewel elkander tot dus verre vreemd, nochtans, door edeler en duurzamer banden dan die van bloed verwantschap met elkander verbonden waren. Albert en Mariette Peyrani behoorden tot die Christelijke landlieden, die nog in zooi groeten getale op| de eenzame ber gen en in de afgelegen dalen van Zwit serland gevonden worden, afgescheiden van de wereld, hun eenvoudig leven door brengend© met hun kudde en hun God De verversehingen, die zij bezaten, wer den door de herderin aan haar vermoeide gasten voorgezet. Haar echtgenoot luis terde met godvruchtige belangstelling naar het roerend verhaal van Arnaud oyer zijn Eenigen tijd geleden werden uit de Weefschool op de Prinsegracht eenige tapijten gestolen en bij het terug vinden bleek dat de bezitter ze gekocht had van W. in de Tollensstraat. Spoedig bleek dat W. niet alleen kleeden, maar ook meu belen, boter, eieren, champagne, enz,, kortom allerlei winkelartikelen, en ver be neden de waarde verkocht. Hij stond in deze zaken in zeer nauw contact tot zijn moeder, mej. B., een bij de zedenpolitie niet onbekend adres. Het bleken twee beruchte opkoopers, die in relatie ston den met magazijnknechts en winkelbedien den en alles kochten wat dezen maar te koop aanboden. Ofschoon deze zaak nog niet in alle finesses is uitgeplozen, is toch reeds vol doende gan het licht gekomen, op welk een brutale wijze dit tweetal te werk ging. Eenige huizen van de woning van mej. B. is gevestigd De 's-Gravenhaagsche Meu belwinkel, van de firma J. Kokshoorn, waarvan de hoofdwinkel is in de Vla mingstraat. Met drie leden van dit per soneel, dat het volle vertrouwen had van 'den heer K., stond mej. B. op zeer goe den voet. Het zijn de gehuwde magazijn- knechts W. en D. en de bediende v. B., een jongeman van zeer goeden huize uit Tilburg. Mej. B. en haar zoon verkochten 'eerst de meubels en dan eerst werden ze ontvreemd. Mej. B. bood nl. aan, dat zij wegens speciale redenen de meubelen uit bovengenoemd magazijn kon leveren be neden de winkelprijzen. De koopers kon den dan met haar in de magazijnen zelf de meubels uitzoeken. Dit gebeurde na tuurlijk op afgesproken uren, als er geen onraad was en waren de meubels eenmaal uitgezocht, dan werden ze door de ma gazijnknechts W. en D. geleverd en de bediende v. B. schreef zélfs een valsche kwitantie, zoodat de koopers niet - den minsten argwaan hadden dat de zaak niet in orde was. Deze handel heeft minstens een jaar en wellicht langer gefloreerd, zonder dat de patroon ooitiets heeft bemerkt. De politie heeft hem ten slotte op de hoogte gebracht hoe zijn personeel met zijn eigendom omsprong. Op die wijze is ook niet na te gaan hoeveel er gesto len is, maar het bedrag loopt in de tien duizenden. Mej. B. beeft o.a. twee kinderen van haar tweeden man, die eenige maanden geleden gehuwd zijn, geheel geïnstalleerd met gestolen goederen en wel haar zoon te Vlaardingen en haar dochter te Am sterdam. Al deze meubelen zijn uit het magazijn zoo naar den trein getranspor teerd. Eenige dagen geleden heeft de po litie de heide inboedels weer teruggehaald. Mej. B. en haar zoon W, handelden ook in boter en kaas, eieren, kruideniers waren, wijn, enz. en betrokken deze van het personeel van Eigen Hulp. Twee win kelmeisjes en een magazijnbediende le verden de artikelen ver beneden de win kelprijzen. Hier is echter niet op zoo groote schaal gestolen als bij de meubel- magazijnen, maar toch Z'ijn bij de huis zoeking bij mej. B. nog gevonden een vat boter, een mand eieren en een partij fles- schen champagne. Deze diefstallen ge schiedden in den regel des morgens vóór 9 uur en een magazijnbediende, die de artikelen van de winkelmeisjes kreeg, bracht ze dan naar de Nieuwstraat. Het eerst werd overgegaan tot de ar restatie van W'„ in de Tollensstraat 36 waar men dacht een groote partij gestolen goederen te vinden. D|it viel echter niet mee; men vond er alleen vier tafelklee- den, twee vloerkleeden en wiat gedrukte doekjes, welke de heer Kokshoorn, die bij de inbeslagneming aanwezig w'as, als zijn eigendom herkende. Die vrouwi van W. verzekerde echter, dat zij die doekjes en en kleeden in Januari heeft gekocht van een der magazijnknechts van Kokshoorn. Haar man had haar wel gezegd, dat hit iemand zou sturen met enkele goedkoop© kleeden en zij die koopen moest, maar ze heeft dit gedaan met haar geld, dat ze verdiende met het verhuren van ka mers. Die vrouw is eenige dagen na haar man als verdacht van heling gearresteerd. Bij die arrestatie heeft zij zich met alle kracht verzet, omdat ze werd gehaald met den celwagen en ze daar niet in wilde. Overreding noch gew'eld hielpen. Ze stelde voor, vrijwillig te zullen gaan indien de recherche 25 M. achter haar bleef, maar dit weigerde men. Ten slotte is ze meegegaan in een particulieren vervolgld Volk, temeer, daar hij' uit het beschreven schutblad van zijln Bijbel zijn eigen afkomst van Waldenzisch© voor ouders bewees. Htm heldendaden waren hem in zijn kindsheid door zijn vader dikwijls1 verteld, dikwijls hadden zij het onderwerp zijner ioyerdenking|en uitge maakt, terwijl hij zijn kudde opi de ber gen weidde; en een der weinige begeerten van den herder van Lauterbronnen was: nog eenmaal naar deze beroemde valleien te kunnen trekken, om met eigen oiogen de plaatsen te zien, waar het bloed zij- her vaderen gestroomd had. Zij' hadden nog niet vel© dagen te za- men doorgebracht, toen zij' zich reeèsi zoo zeer verbonden gjevoelden, dat onze vluch telingen, op, het ernstig' verzoek van hun gastheer besloten de hut van Lauter- hrunnen als hun tehuiste beschouwen. Het woud in de nabijheid leverde voor raad g;enoeg opi voor hun aller onderhoud én de ballingen schenen, tenminste voor 'een tijd, de droevige gebeurtenissen van voor weinige weken te vergeten, zoo wa ren zij: bezig met het in orde brengen hun ner nieuwe woning;. Maand na maand verliep, en de tijd diende alleen om de dankbaarheid der zwervelingen te ver- grooten jegens Hem, die hunne schreden geleid had naar zulk een rustige schuil plaats. Des morgens en des avonds steeg liet lied der aanbidding uit deze wanden auto. Twee dagen later is ze weer vrijge laten, nadat tegen haar proces-verbaal was opgemaakt wegens heling. Ook zijn natuurlijk aangehouden mej. B. uit de Nieuwstraat en de drie leden van het personeel van den lieer Koks- hoorn. Verder zijn gearresteerd de twee meisjes van Eigen Hulp. Aangezien ook nog meerdere winkel diefstallen in deze zaak betrokken zijn deze zijn nog in onderzoek zullen binnenkort nog wel meer arrestaties vol gen. Het t ij de 1 ij k r adi o-d orp in veiling. Ingevolge opdracht van het hoofdbestuur der P.T.T., werden Donder dagmiddag door de makelaars Corn, de Vlaming en L. Backer te Amsterdam voor afbraak verkocht, al de kapitale wonin gen, landhuizen, opslagplaatsen, barak ken, paardenstal, keten, enz. te zamen vormende het tijdelijk Radio-dorp op het terrein van het Radio-station te Kootwijk, benevens verschillende machinerieën, ge reedschappen, en de meubilaire goederen der barakken. Dé totale opbrengst be droeg f 18.654.40. Veediefstal uit een weide. Op de veemarkt te Zutphen werd Donder dag door de politie aldaar aangehouden de Duitscher M. uit Duisburg, die een tweetal koeien ter markt had gebracht welke hij in den nacht tevoren te Angerlo uit een weide had ontvreemd. Die koeien waren al verkocht, voor f 700, maar nog niet betaald, zoodat de eigenaar ze on middellijk terug kon krijgen. M., die den diefstal bekende, werd ter beschikking van de justitie gesteld. Inbraak. Don derd agnacht werd aan de politie telefonisch kennis gegeven, dat om ongeveer 2 uur was ingebroken bii den rijwielhandelaar T. te Millingen, en dat bij dezen ontvreemd waren twee heeren-rijwielen en een bus benzine. F., die door het. gestommel in zijn winkel uit den slaap was gewiekt vond, toen hii in zijn winkel kwam, daarin twee man nen: de eene groot en forsch van li chaamsbouw, de andere kleiner van ge stalte. Beiden namen echter bij het ver schijnen van F. de vlucht in een bij den winkel staande kleine tweepersoons auto, die in de richting naar Amersfoort ver dween. Op de plaats, Waar de auto had gestaan, vond F- nog twee Bosch-mag neten uit zijn winkel herkomstig. De m ij n r amp bij Charleroi. Tengevolge van de mijngasontploffing te Charleroi zijn er veertien mijnwerkers be dolven. Tot dusver'is hun lot nog onbe kend. Het reddingswerk wordt met snel heid voortgezet en er zijn maatregelen genomen om de lucht in de mijn krach tig te zuiveren. Van een Donderdag uit de mijn opgehaalde slachtoffer zijn de levensgeesten opgewekt kunnen worden. T r e u r i gDe politie te Kerkrade heeft 's avonds laat. per handwagen naar het bu reau gebracht een dronken Duitsche bede lares. 'Ze lag op de Markt als een lijk; er was geen beweging in het lichaam te krijgen. Ten bureele werd na eenigen tijd geconstateerd, dat de vrouw blijkbaar een beroerte bad gekregen en de spoedig berwezige geneesheer achtte haar toestand zeer zorgelijk. Spoedig daarna overleed de vrouw. Van het onbekende lijk werden foto's genomen. Daders nog onbekend. Het is de politie te Versailles nog niet gelukt de hand te leggen op de moordenaars van den Rnssischen ingenieur, die eenige dagen ge leden in den avondsneltrein ParijsVersailles is vermoord en beroofd. Wel zijn er niet ver ■van Charlies twee mannen aangehouden, wier' signalement overeenkomt met dat van twee personen, wier houding op den avond van de misdaad in het station Versailles de aandacht heeft getrokken. Vreeseljjk. Een Russische ingenieur die te Marseille woonde en met zijn gezin vrijwel aan gebrek toe was, heeft in den nacht van Woensdag op Donderdag z(jn vrouw en zijn jongste dochtertje met bijlslagen af gemaakt. Zijn oudste dochter, die hij. niet heeft kunnen dooden, bracht hij, ook met de bijl, verschrikkelijke kwetsuren toe, waarna hij zich zelf in. zijn tuin een kogel door het hoofd joeg. Kort geleden toen de man met spelen zijn laatsten cent was kwijt geraakt, had hij tegen zijn vrouw gezegd, dat het maar beter was, als hij en de zijnen een eind .aan. het leven maakte. op; en ware Arnaud op niets hoogers bedacht geweest, dan zijn eigen geluk en dat zijner familie, Villar en Angrogna zou den waarschijnlijk vergeten zijn geworden te midden van deze gelukkige omgeving. Maar zijn edel gemoed en niet minder zijn godsvrucht zeiden hem, dat hij verder zien moest dan de nauwe horizont van persoonlijk belang. Hij kon niet Vergeten, dat er nog honderden in de kerkers van Sardinië zuchtten, dat vele medebal- lingen nog zonder een tehuis rondzwier ven, en, wat nog treuriger Was, dat het licht der waarheid, hetwelk met onver- doofden luister gedurende een duizend tal jaren op hunne voorvaderlijke altaren gebrand had, nu was uitgebluscht in paap- sche duisternis. Zijn vaderlandslievend hart kon de gedachte niet verdragen, in zelfzuchtige onverschilligheid een lijde lijk toeschouwer te blijven van het treu rige lot zijns volks, zonder een enkele po ging te wagen, om hun zaak te verde digen, en hen 'te verlossen van de on rechtvaardige en wreede onderdrukking. Door dit gevoel gedreven, verliet Ar naud in de lente van het volgende jaar voor eenigen tijd de kalme rust van zijn bergwoning, en bezocht met kapitein Bes- son van la Tour, een broeder in de ballingschap, de vluchtelingen, die in Duilschland en Nederland verspreid wa ren, en voorzag in de behoeften van i Acht dagen in een tent op de rotsen. Met het stoomschip Zeta zijn te Rotterdam gearriveerd negen opvarenden van het stoomschip Veerhaven, dat 14 Juli bij Gorodetsky is gestrand. Aan de Tel. hebben ze verteld De Veerhaven van de reederij van Gebr. van Uden was onder commando van kapitein W. Gorter en bemand met 27 koppen, 26 Febr. voor het laatst uit Rotterdam vertrokken met een lading kolen naar Bari. Sinsdien voer het schip in de wilde vaart. Zoo ging men in ballast naar Braila om mais te laden voor Belfast. Van Belfast ging men naar Glasgow, toen naar Garston bij Liver pool en van daar in ballast naar Archangel, om hout te laden. 5 Juli was men van Garston vertrokken. Daar waren aan boord gekomen de echtgenoote van den kapitein en zijn kind. Het weer was goed, al regende het zoo nu en dan. 12 Juli werd het weer minder gunstig en maakte het gchip korte slingeringen. De eerste machinist rapporteerde Zondagavond een machinedefect en om dat te herstellen heeft men ongeveer een half uur stilgelegen, totdat het hersteld was. De kapitein begaf zich ter ruste en de tweede stuurman, kwam op de brug. In den nacht van Zondag op Maandag werd het dik van mist. De tweede stuurman ging den kapitein roepen, die onmiddellijk op de brug kwam en onafgebroken op zijn post is gebleven. Voortdurend is er gelood, terwijl met halve kracht werd gevaren. Even voor acht uur in den morgen passeerde men een klip. De kapitein liet het roer hard omgooien, zoodat men daar nog juist vrij van bleef. Het was nog steeds potdicht van mist, toen. even na acht uur aan stuurboord zijde een andere klip werd waargenomen. De kapitein, liet hard bakboord roer geven doch ditmaal was het gevaar niet te ont komen. Het achterschip pakte de klippen en toen zat men vast. Men liet de machine volle kracht achteruit werken, doch alle po gingen, om het vaartuig vlot te brengen, waren vergeefsch. Hoewel op dit oogenblik er een tamelijke wind stohd, was het weer niet bepaald slecht. Met het lage water zijn kapitein Gorter en zijn officieren op de rotsen geklauterd en hebben een inspectie onder den bodem gehouden. Toen bleek, dat de bodem ernstig was beschadigd. Des middags werd scheepsraad gehouden, en besloot men aan wal te gaan. Met laag water kon men over de klippen aan wal komen. Alle op varenden hebben dien Maandagmiddag het schip verlaten. Men nam van alles mede: kleeden, die anders over de luiken liggen om de lading te beveiligen, waarvan men een tent wilde bouwen, stroozakken, dekens en proviand. Heel den middag duurde de verhuizing. Het verblijf in de tent was verre van aangenaam, daar de bodem zeer drassig was, waardoor de slaapplaatsen steeds nat werden. Dagelijks ging men terug aan boord. Bij hoog water stond er 6 voet water boven den tunnel. Bij laag water was de machine kamer droog. Dan. werd onmiddellijk vuur opgestookt om de dynomo, die den stroom voor de draadlooze levert, in werking te stellen. Zoodoende was de kapitein in de gelegenheid, verschillende telegrammen te sei nen, o.a. een naar Vardö, waarin hij ver zocht, een boot te zenden, om een deel der bemanning af te halen. Van 14 tot 22 Juli duurde het verblijf in de tent. Ver schillende pogingen door sleepbooten onder nomen, om de Veerhaven vlot te krijgen, mislukten. Het schip lag onwrikbaar vast op de rotsen. 27 Juli kwam een motorschoener, een z.g. zeehondenvisscher, van 100 ton, om een deel der bemanning te halen. Wie weg wilde, mocht mee gaan.. Van deze ge legenheid is door 11 man gebruik gemaakt, t.w. 9 Hollanders, 1 Engelschman en een Noor De overigen, o.w. alle officieren en machi nisten, de marconist en de kok besloten aan boord te blijven. Kapitein W. Gorter ging met den motorschoener mede om zijn vrouw en kind naar Vardö te brengen en met de bedoeling later terug te komen. Zooals wij reeds vroeger meldden, is hij. tijdens de reis naar Vardö, die 2Vs dag duurde, over boord geslagen en verdronken. Hij had met zijn vrouw op het achterschip staan praten. Zijn. vrouw verwijderde zich even, doch toen zij terugkwam, was hij niet meer te vinden. Daarom vermoedt men, dat hij over boord is geslagen. De motorschoener werd onmid dellijk gestopt en draaide bij.. Men bleef nog geruimen tijd in de omgeving, doch waar van den vermiste niets meer ontdekt werd, besloot men de reis voort te zetten. De pogingen om de Veerhaven vlot te krijgen, worden nog steeds voortgezet. hen, die gebrek leden. Nadat zij hun tocht volbracht hadden, besloten zij:, alvorens tot de Zwitsersche valleien terug te kee- ren, hun belangen bloot te leggen voor den stadhouder van Holland. Willem III, Prins van Oranje, was te dier tijd op zijn paleis te 's-Gravenhage. Al stond hij onder de vorsten van Europa, als de beschermer der verdrukte Protes tanten niet alleen, toch beschouwde Ar naud hem als hun oprechtsten, ijverigsten en tevens invloedrijksten verdediger, vooral na den dood van den Engelschen Protector, Cromwell, die zich vaak voor de Waldenzen in de bres had gesteld. Zijn medelijden met de vervolgden was te grooter door zijn afkeer van de trouw loosheid van hem, die de oorzaak van hun lijden was. Het was zijn ernstige be geerte den hoogmoedigen geest van Lode- wijk van Frankrijk te vernederen, en zijn onverdraagzame heerschzucht te beteuge len. Dat echter zijn medegevoel met de vervolgden, en zijne vijandschap tegen den vervolger, een edeler en zuiverder oorsprong hadden, dan de begeerte om een mededinger te vernederen, blijkt dui delijk uit zijne onafgebroken toewijding aan hun zaak, toen de Heere hem ge plaatst had boven de kuiperijen van hen, die vroeger ijverzuchtig op hem waren, namelijk, toen hij koning van Engeland was. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 5