Wo ^61 Ponderdag 7 Augustus 1914 88e Jaargang Ssfteiilaii BlBBealauI. Be Mitiigen van Lucerna. Uit ie Proracie. id. ve Zeeuw uitgelaten van pret Krelis bij. „Ja, ja", heette het van alle kanten; „laat Kobus zijn gang 's gaan! Vooruit, Kobus! Spring er op!" Kobus keek nog eenmaal om zich heen. Keen, nergens was een gaatje open, waar door hij kon wegsluipen. In naam van de wanhoop dan! Zijn sigaar uitspuwend en zijn pet over de ooren trekkend sprong Kobus op den snuivenden ruin toe, greep hem in de manen, deed een kikkersprong ■en lag op den rug in de modder te spartelen De toeschouwers gierden; en Kobus, kniewrijvend, vroeg om een glaasje water en wat boorzalf. Aan dit verhaal van Kobus en Krelis herinnert ons het öptroden der sociaal democraten, bijna overal, waar zij akn 't bewind worden geroepen. Alle beeldspraak gaat mank, zegt men; en dit geldt zeker voor de historie van Kobus en Krelis, als beeld van de socia listische regeermethode. Maar toch is het beeld een heel ejnd juist. In het oefenen van critiek zijn ze ge moedelijke revolutionaire bolleboozen; maar als ze zelf moeten regeeren! Ze komen dan als Kobus op den rug te liggen, of ze doen net als Krelis deed; zoodat de partijgenooten buiten de deur /beginnen te vragen, wat nu het onder scheid ,is tusschen Kobus en Krelis. Het laatste zien we in Engeland ge beuren. Zondag hield de Britsche sociaal-demo cratische federatie te Londen haar jaar vergadering. Reeds spoedig na de opening kwam de afgevaardigde van 't Lagerhuis, Montague, aan het woord, en wat deze betoogde hield niet meer en niet. minder in, dan dat de tegenwoordige regeering geen socialisti sche was. Het leek er in de verste verte niet naar. Kobus, die eens zooveel praats had, deed al net als Krelis. Weg daarom met Kobus! Er moest rooder bloed in 't kabinet. Er moesten echt socialistische ministers ko men, die finaal met de kapitalistische po litiek durfden te breken. Precies! zei een volgende spreker, Kei- lip; en het wordt tijd, dat tegen die so cialistisch kapitalistische politiek een krachtig protest, rijze. De hoeren van La bour die een ministersportefeuille heb ben, worden wat al te achtenswaardig.. Niets aan hen herinnert meer aan den arbeider. Maar de scherpste spreker was Ben Tillett, lid van het Lagerhuis, die verklaarde, dat er in de Labour-beweging een groote hoeveelheid conservatisme schuilt en dat de oppositie aangemoedigd •wordt om waarlijk revolutionair te wor den. Hij kon maar weinig verschil zien tusschen de huidige regeering en andere •xegeeringen, behalve dat zij meer praats heeft! Het rapport-Dawes is een omver werping van de beginselen, die de Arbei dersbeweging dierbaar zijn. Er zijn on- dergrondsche krachten aan het werk, al dus Tillett, en er bevinden zich in het kabinet lieden, die maar al te graag ,als buffers voor de kapitalistische partijen zouden willen dienen. Ongelijk kan men den opposanten niet geven. Zat nog niet zeer onlangs de sociaal democratische minister Snowden, die fi nanciën beheert, aan een diner van ban kiers? En wat zei hij daar? „Wij zijn overtuigd, dat er geen klasse is in de gemeenschap, die meer zou lij den en spoediger zou lijden ten gevolge van een verzwakking van het nationale crediet, dan de groote arbeidersklasse van de gemeenschap welke wij in het bijzonder vertegenwoordigen Zooals ik reeds in mijn begrootings- rede heb gezegd, heb ik steeds de vitale noodzakelijkheid voor oogen gehouden om niejs te doen, wat het nationale crediet uit zijn evenwicht zou kunnen brengen; •maar integendeel heb ik beloofd, met aj, mijn voorstellen iets te doen, waardoor ■het nationale crediet zou verbeterd en versterkt worden." En verder: „Wij allen weten, welken druk de te genwoordige belasting vormt voor de nij verheid van het land; niet alleen de na tionale belasting, maar ook de plaatse lijke belasting; iedereen, die verantwoor delijk is voor de financiën van het land, moet er op uit zijn, zooveel hij kan, om bij instandhouding van de onontbeerlijke na tionale diensten daarbij de zuinigheid te betrachten en de belasting te verlagen, teneinde de lasten, die de nijverheid druk ken, te verlichten. Dat is, naar ik u kan verzekeren, het richtsnoer van mijn politiek." Dal is op zijn Colijnsch gesproken. Vergelijkt men hiermee de critiek, voor namelijk op financiën, van alle labours vóór zij in de regeering traden, dan ziet men. dat Kobus. uit angst voor een tui meling, precies doet als Krelis. Heel verstandig. Maar niet in overeenstemming met het vroegere geschreeuw. En wat van Snowden geldt, dat geldt ook van Mac Donald, van Thomas en van de andere excellenties. Geen wonder, dat, als de leiders 'tzelf moeten doen, het gemopper van een Ben Tillett c. s. los komt. (N. Prov. Gron.) Korte Berichten. De Engelsche minister Thomas verklaarde, dat de resultaten van de te Dublin gehouden conferentie over de lersche grenskwestie uitstekend.' waren. Een half uur tevoren, scheen een overeenkomst nog onmogelijk, maar ten slotte is het voorstel van het Britsche Kabinet door de ministers van den vrijstaait aanvaard. Volgens bericht uit Madrid is Primo de Rivera bij het inspfecteeren van de fortificaties bijna verongelukt, daar de torpedojager, waarop hij zich bevond, op de rotsen liep' en vernield werd. De opvarenden konden slechts met de grootste moeite worden geréd. -De Duitsche antwoordnota, die nog niet is gepubliceerd, bevat vooral bemerkingen ten aanzien van de ont ruiming van de Roer en de technische bepalingen. Marx hoopt Zondag in Duitschland terug 'te zijn. Tusschen Engeland en sovjet- Rusland 'is nu toch weer overeenstem ming bereikt. V an de inenting. Ons trof de volgende opmerking in de Medische Brievenbus van dr J. Voorhoeve in de Juli-aflevering, 5e jaar gang no. 7 van „De dokter in Huis", uitgevers La Rivière en Voorhoeve te Zwolle. Drukkers-Exploitantin 0OSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goe» Tel.: Redactie no. II; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 afflUXTieny rweumWWMBWMiaBB 11 I —»wmr« De conferentie te Londen. De „Daily Tel." zegt, dat het aan vankelijk blijkbaar in de bédoeling der Duitscliers heeft gelegen, een reeks tegenvoorstellen in te dienen. Tenein de evenwel de conferentie niet on- tioodig te rekken, besloten zij gister avond zich te beperken tot het uit brengen van gedetailleerde critiek op het geallieerd protocol. Men gelooft, dat hun opmerkingen o.a. op' de vol gende punten betrekking hebben: 1. de economische ontruiming van het Roergebied, welke zij wenschen ver baast te zien; 2. tegenwerpingen te gen de voortzetting van de leveringen in natura buiten de data van het ver drag om en tegen de voorgestelde pro ductuur, welke nieuwe wetgeving noodzakelijk maakt. 3. tegenwerpingen tegen de aanwezigheid van gealliëerd spoorwegpersoneel op de spoorwegen van het Rijngebied. 4. algemeene am nestie voor alle gevangenen en uitge wekenen van de bezette gebieden, met waarborgen tegen verdere vervolging. Terwijl men van gealliëerde zijde zeer voldaan is over de verzoenings gezinde rede van Marx, z'ijn de Duit- schers niet minder tevreden over de zeer hoffelijke wijze, waarop1 zij dooi de gealliëerd en ontvangen zijn! Een vreemden indruk maakte het blijkbaar op de Duitschers en ook op eenige geallieerde gedelegeerden, dat Ramsay Mac Donald de lioop uitsprak, dat de conferentie Vrijdagavond, of op zijn laatst Zaterdagmorgen om 3 uur geëindigd zou zijn, opdat hij, Ramsay Mac Donald, den trein van half vijf naar Schotland nog zou kun nen némen. Als ze 't zelf moeten doen. Kobus kauwde op zijn eindje sigaar, onder 't kijken naar Krelis, die, van zweet druipend, een tweegevecht voerde met een koppigen knol. Het ros weigerde kop- schuddend, kwispelstaartend, dansend en steigerend, Krelis op zijn rug te ontvan gen; en Krelis beet de tanden op elkaar en verklaarde luid schreeuwend, dat hij: dan toch 's zien zou, wie haas was, zoo'n creatuur van een havermotor of hij. Hoe woest en wild en onhebbelijk het paard zich ook aanstelde, Krelis gaf geen krimp; en werkelijk kreeg hij het zoover, dat de bruine oproerling althans de hand van den dresseur op zijn rug duldde. Krelis won; langzaam maar zeker. Kobus echter vond, dat het veel te traag ging. „Watte!" en zijn sigaar schoof van rechts naai' links en van links naar rechts „watte! Je zon zoo'n mormel dier niet vlugger kenne dwinge! As 't de mijne maar 's was!" Allerlei opmerkingen en adviezen aan den transpireerenden Krelis volgden op deze kloeke woorden. Tot 't den boer verdroot en hij nijdig uitriep: „nou dan, vertoon jij dan je kunsten 's; pak aan de teugels!" Kobus werd een tintje bleeker om den neus en slikte zijn sigaar haast in. Dat had hij eigenlijk niet bedoeld. Het zélf te doenHij schepte er maar vermaak in, den branie uit te hangen en Krelis te prikkelen. Hij keek eens om. De omstanders, benieuwd naar wat de schreeuwer er van maken zou, vielen PgUILlLETOM. Want indien wij gelooven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzoo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met Hem." Het lezen van Gods woord deed hem goed; deze erfenis was zijn bedroefd hart dier baarder en nuttiger dan alle schatten der aarde. Versterkt door den troost des ■wederziens sloot hij het boek met de oude zilveren knippen, en legde het onder zijn hoofdkussen, waarna hij zich te bed be gaf. Niet lang bleef hij wakende. Weldra ■waren ook zijn oogen gesloten en lag hij in een diepen slaap, die voor eenige uren hem al het doorgeworstelde deed vergeten. Dtp oude kloosterklok had reeds twee uren na den middag geslagen eer Her- bert de oogen opende. Het was hem eerst ©enigszins vreemd, zich in een cel te bevinden; maar weldra keerde zijn her innering met het volle besef van zijn toestand terug. Het zonlicht stroomde door het ongedekte, kleine venster, en deed nog meer de onherbergzaamheid dier cel uitkomen, daar ieder meubel, en iedere hoek van ontbering en boetedoe ning getuigde. Het eenige huisraad be stond in ©en tafel, een wijwaterbak en een crusifix, terwijl een ijzingwekkende voor stelling van het vagevuur met onbekwa me hand boven de slaapplaats van den kluizenaar geschilderd was. Herbert ver nam al dadelijk uit de cel naast hem het geluid van wèl getelde, harde geesel- slagpn en het was niet .moeilijk daaruit dp te maken, da,t de ongelukkige mon nik, uitgeput van vermoeidheid van den voo/rgaanden nacht bij' zijn boetedoenin gen was ingesluimerd en die thans vol voerde. „Goede vader", riep Herbert, niet lan ger in staat zich te weerhouden, terwijl hij naar de deur ging, die de monnik den voorgaanden nacht was binnenge treden, „indien gij dan al geen mede lijden hebt met uzelven, heb het dan ten minste met de arme weezen, die de Heere u heeft toevertrouwd. Indien gij besloten zijt uw martelingen voort te zetten, totdat grf 'den geest het lichaam uitgedreven ihebt, wat wordt er dan van de ongelukki- gen, die gij zult achterlaten? Zij zullen opnieuw uit hun schuilplaats verdreven omkomen". „Bedaar, bedaar, mijn kind", antwoord de de ongelukkige man, „stoor mij: niet in een dringend noodzakelijk werk, mijn tijd is nog niet om; de zo-n moet eerst aan den westerkim neerdalen, voor deze penitentie eindigen mag. Ik bid u houd mij niet op, want daardoor zoudt gij alleen verlengen, wat gij begeert te verkorten", Herbert zag wel, dat hem niets over bleef dan te gehoorzamen; hjj kende voor zich een andere verzoening (Dn de kloos terpenitentie, en opende opnieuw zijn Bijbel, wiens eeuwig geldende woorden beteren trooist geven, en alleen in staat zijn het verontrust geweten vrede te be zorgen, een vrede, dien de kluizenaar door lichaamsikwellingen te vergeefs zocht Eindelijk was de tijd, dien de heilige vader voor zijn penitentie bestemd had, voorbij, en hij trad bij den Waldenzer- knaap binnen, die nog al lij d „putte uit de fontein des heils". „Zoo gaat het altijd, zoo gaat het altijd", mompelde de strenge man in een soort van alleenspraak, die echter luid genoeg was om tot Herberts ooren door te drin gen „zoo gaat het altijd met de jeugd: haar smart is hevig, maar slechts kort van duur. Nog gisteren zwommen de oogen van tranen, wanneer hij' dacht aan het treurige heengaan zijns vaders; en dezen morgen reeds is er een glimlach op zijn lippen, terwijl hij eenige ongewijde bladzijden leest". „Gij miskent mij, goede vader," zeide Herbert, de oogen van het heilige boek opslaande, „wanneer gij gelooft, dat het vergeten van een beminden vader dezen Mej. E. te K. De uitslag van het meisje, waarover u schrijft, staat in verbinding met de inenting tegen de pokken. (Dr Voorhoeve laat zelve deze woorden vet drukken). Of de lymphe niet zuiver is geweest, of de sneden te diep z,ijn ge maakt, 'kunnen wij niet beoordeelen, in elk geval mag de uitslag niet door gele kwikzilverzalf verdreven worden; het kwaad moet met inwendige middelen uit gedreven en genezen worden. Daartoe zijn de homoeqpathische middelen Thuja en Silicea van groot nut. Daarnevens moet door warme baden en drinken van groote hoeveelheden warme vloeistof (suiker water, thee of melk) op de uitscheiding der ziektestoffen gewerkt worden, dan zal het kind binnenkort al de onaangename gevolgen der vaccinatie te boven komen. Aftreding Tweede Kamerleden. In verband met. gerezen twijfel of aar de hand van de wetsbepalingen de ver kiezingen voor leden van de Tweede Ka mer in 1925 of in 1926 zouden moeten plaats hebben, heeft de minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw, in ant woord op een deswege door een gemeente bestuur gestelde vraag, geantwoord, dat art. 11 der wet van 23 Juni 1923 is tot stand gekomen in den gedachtengang, dat de wijziging bij die wet aangebracht in art. 145, tweede lid der Kieswet niet van toepassing zoude zijn op de thans zitting hebbende Tweede Kamer. Alleen in dien gedachtengang hebben dan ook de woor den „doch uiterlijk met ingang van 15 September 1925" in eerstgenoemde bepa ling voorkomende, redelijken zin. Naar de meening van de Regeering aldus de minister staat het dan ook vast, dat het tijdstip van periodieke aftreding van de thans zittende Tweede Kamer is 15 September 1925. 'Wijziging Forensenbelasting. Sinds de jongste wijziging der Ge meentewet kunnen ook personen, die niet in een bepaalde gemeente huin hoofdbedrijf hebben, niettemin in de plaat selijke inkomstenbelasting dier Gemeente worden aangeslagen op grond van art. 244a, sub 3 der Gemeentewet, indien zij op meer dan 90 dagen per jaar in de Gemeente de beschikking hebben over een vaste inrichting tot persoonlijke uitoefe ning van een betrekking, beroep of bedrijf. Het schijnt in de praetijk voor te komen dat aan deze bepaling naar sommiger ineening ©en onjuiste toepassing wordt gegeven. Dit zou b.v. het geval zijn in dien iemand wel een inrichting voor de uitoefening van zijn beroep of bedrijf heeft, doch waarin uitsluitend onderge schikten werken in welke inrichting voor hemzelf geen kantoor of werkplaats bevat. Daarnevens schijnt het voor te komen dat b.v. een persoon, die in betrekking was bij een Naamlooze Vennootschap, die in een gemeente een vaste bedrijfsinrich ting heeft, terwijl echter daarin geen plaats was die den aangeslagene was be stemd, 'toch was aangeslagen geworden, niettegenstaande deze persoon eveneens top 90 of meer dagen in die Gemeente een beroep of bedrijf uitoefende. Naar het Centr. verneemt, overweegt de Regee ring maatregelen die er toe willen leiden dat niet langer zulke toepassing aan dit 'wetsartikel zal worden gegeven. Of wets wijziging daarvoor noodig zal zijn is niet zeker. Wel zouden bereids aan de belas tingautoriteiten instructies zijn verstrekt om met deze wetstoepassing niet door te gaan en de invordering van zulke aansla- glimlach op mijn gelaat brengt; of wan neer gij veronderstelt, dat een enkele nacht de smart verdreven heeft, die door niets op aarde kan uitgewischt worden. Maar wanneer gij dit boek kendet, zou het reeds lang uw droef gelaat hebben opgehelderd, en een vrede, helder als dehemel, zou in uw hart Wonen." „Neen mijn kind," zeide de monnik, „het komt der jeugd en der onervarenheid niet toe, haar dwaasheden op te dringen aan hen, die reeds het midden hunner aardsche loopbaan bereikt hebben, en dat wel het allerminst Wanneer het heilige zaken betreft. Doch vergeef mij, mijn zoon; ik beken mijne dwaling. Ik deed u onrecht toen ik u beschuldigde een ongevoelig hart te hebbenmaar zeg mij, bid ik u, welk wonderboek is dat?" „Het is de Bijbel, heilige vader," her nam de eenvoudige jongeling, „de kost baarste nagedachtenis, die mij een vrome waardige en beminde vader heeft nage laten." „Die Rijbel!" riep de monnik met de grootste verwondering uit; „ik moet dat boek even zien, dat boek waarvan ik zoo dikwijls gehoord heb, maar dat, laat mij dit er bij voggen, ten vure gedoemd zou worden, wanneer men wist, dat het zich binnen deze muren bevindt." „Men moge deze bladen vernietigen," zeide de jongeling, „maar geen vlammen VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Lotse .nummersf 0.03 Prijs der Advertentie n: 1-4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. gen te .staken totdat nadere instructies zullen zijn gegeven. De loon en van het spoorweg personeel. Op 1 Januari van dit jaar heeft de di rectie der Ned. Spoorwegen in afwachting van een definitieve verlaging der loonen, waaromtrent met de vakbonden overleg zou worden gepleegd, een voorschrift ge maakt, dat voorloopig 10 pet. op het loon zou worden gekort. Deze bepaling gold. ook voor hen, die op wachtgeld zijn ge steld. Door de onderhandelingen, die ein delijk hebben geleid tot de bekende over eenkomst met de organisaties, is de loonsverlaging teruggebracht, tot 9 pet. Dezer dagen is het nu te veel ingehou- dene aan het personeel terugbetaald. Gewelddadige levensberoo- vin g en. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt betreffende de statistiek der geweld dadige levensberoovingen het volgende mede In 1923 bedroeg het aantal gerechtelijk •geconstateerde levensberoovingen door misdrijf 63, door zelfmoord 517. Onder Je laatstgenoemde kwamen voor 360 mannen' en 157 vrouwen. Van het totaal der zelf moordenaars hadden er 174 geen beroep, van 31 was het beroep onbekend, 71 behoorden tot de landbouwende bevol king (incl. jagers en visschers), 130 tot den arbeidersstand, 64 waren werkzaam in den handel, 30 ambtenaren of beoefe naars van vrije beroepen en 17 huisbe dienden. Allerlei. In de gisteren gehouden zitting van het Centraal Stembureau is tot Jid van de Tweede Kamer benoemd ver klaard de heer B. J. J- Wijkamp (soc.- dem.), lid van 'Ged. Staten van Utrecht, te Baarn. Hij zal de benoeming voor dit (laatste) zittingsjaar aannemen. 1 Dankbetuiging van H. M. de Koningin. Door den Commissaris der Koningin is aan alle burgemeesters van Zeeuwsche gemeenten het volgende telegram ver zonden Ingevolge bevelen van Hare Majesteit verzoek ik U terstond het volgende op de gebruikelijke wijze in Uw gemeente be kend te maken: Het is mij een "behoefte des harten allen uit geheel Zeeland, die deelgeno men hebben aan de grootsche hulde mij hedenmorgen te Middelburg gebracht en die het mij niet mogelijk is persoonlijk te bereiken nog geheel onder den indruk van dat onvergetelijk uur langs dezen weg mijn diepgevoelden dank te brengen. .WJLHELMINA. Onteigening op Walcbe- r e n. Bij de Tweede Kamer is, zooals wij meldden, ingediend een ontwerp van wet tot verklaring van het algemeen nut der onteigening ten behoeve van ver betering van den Rijksweg op Walcheren. In zijn memorie van toelichting zegt de minister van waterstaat: Het tracé van den rijksweg, welke Mid delburg en een gedeelte van de pro vincie Zeeland met het centrum des lands kunnen ooit de heerlijke lessen, die ik er uit ontving, uit mijn geheugen wisschen; uit die bladzijden leerde 'ik, dat het on mogelijk is om door kwellingen van het lichaam de zonden der ziel uit te delgen." „Ik wil u niet Weder tegenspreken, mijn zoon; maar zeg mij, waarin bestaat dan, volgens uwe meening, voor een schuldig ■geweten het eenige middel om hier op, aarde rust en vrede te verkrijgen, en zeker te zijn, dat men de eeuwige pijni ging hiernamaals zal ontkomen?" „In het kruis van Christus," hernam Herbert „dat kruis, dat de belijders van uwen godsdienst op torens en ker ken, godshuizen en kapellen plaatsen, maar van welks Wezenlijke kracht zij niets verstaan. Nacht aan nacht begeeft gij u in uw cel, en poogt daar met eiken geeselslag tot uw hart van vrede te spre ken, maar vondt gij niet steeds in uw gemoed het antwoord: „daar is geen vrede?" terwijl de Bijbel mij zegt, dat er, alleen vrede te vinden is in het bloed des Verlossers, waaraan "allen even groote behoefte hebben, en dat dus allen even welkom moest zijn. Gij hebt slechts te vragen, dat die vrede u mog© gegeven worden, alleen de hand des geloofs uit te ..strekken, om ze aan t© nemen, en in hetzelfde oogenblik zal1 z© in uw bezit zijn." (Wtordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 1