tamd Mraws, Laatste Serisktee. Wetenschap en Kunst. 'tis een beetje rumoeriger dan anders- want het loopt tegen de groote vacantie, de boeken moeten gekaft worden en de Vrijdagavondklanten van 12-15 jaar kun nen daaraan wel meehelpen. Het hantee- ren van de schaar, het vouwen van kaft- papier, maakt de tongen los en 'tis grap pig te hooren, wat er zoo onder jongens van dien leeftijd wordt verhandeld en hun kostelijken humor op te merken. Plotseling zegt er een, een jochie van een jaar of dertien, die blijkbaar heel veel van geschiedenis houdt, tot zijn buur man: „Zeg jó, weet jij, waarom die vrede indertijd in Rijswijk gesloten is?" „Ja, natuurlijk," antwoordt de ander, een leukerd, omdat daar de Naald stond, dan hadden ze tenminste iets, waar ze de vrede op konden teekenen." „Ben je gek, jó, die stond er toen nog niet, die is er pas later opgericht." „O," zegt de ander goedig, „maar vertel jij 't dan eens." „Nou, 'twas' een vrede tusschen Wil lem III en Lodewijk XIV, hé?" „Wanneer was 'tdan?" een stem van over de tafel. „Hoor eens even, dat weet je net zoo goed als ik, in 1796 natuurlijk!" „Mot je hèm hoore, in 1796, Bode wijk XIV in de 18e eeuw!" „Hè, schei toch uit, dan was 't mis schien in 1696, wat doet dat er nou toe, een jaartje meer of minder." Weer tot den buurman: „Nou zeg, en Willem III woonde in Delft en Lodewijk XIV in Den Haag en toen woue ze vrede sluite. En Willem III dacht, laat ie maar bij mij komme, dan hou ik de eer an mezelf, en Lodewijk dacht, ik ga niet naar hem toe, want dan denkt ie, dat ik zoo graag de vrede wil. Nou, en toen ginge ze mekaar tegemoet. En waar ze mekaar ontmoetten, werd de vrede geslote, en dat was in Rijswijk." „Dan heeft Lodewijk XIV zeker harder geloopen dan Willem III", weer van den overkant. ,,'kDenk het ook", zucht de verteller, blij, dat zijn verhaal zooveel belangstel ling vindt. Maar de buurman, die van de Naald, zegt: „Zeker met de trein gegaan,", en kaft dan onverstoorbaar voort. Ongelukken: Het 7-jarig1 zoon tje van een boerenarbeider te Isselburg schoot spelenderwijs een geweer af op' zijn 5-jarig broertje; de halsslagader werd geraakt en de dood trad spoedig in door verbloeding. Ben 4-jarig knaapje isi te Amsterdam op de Die Ruyterkade te water geraakt en verdronken. Zijn 6-,jarig; broertje kwam het thuis, vertellen, doch toen was het te. laat. Dreggen had geen resultaat. In het Noordzoekanaal al daar geraakten twee broertjes van 10 en 11 jaar bij het zwemmen in levensgevaar, laatstgenoemde kion door een schipper miet behulp van zijn vlet gered warden, doch de ander verdronk. Aan het Stille Strand bij Schevenigen is het lijk aange spoeld van een man uit Rotterdam, die eenige uren geleden was gaan zwemmen en zich blijkbaar te ver in zee had ge waagd. Nabij Elburg zijn drijvende ge- vonden twee kinderlijken, vermoedelijk af komstig van het schipi, dat tijdens den storm van den 18den boven Harderwijk ïsf vergaan, Te Bergen aan Zee is Zon dagmorgen een 18-jarig Diuitsch dienst meisje, die met de kinderen aan het vrije strand was gaan baden, door den Noord1- westerstorm in zee meegevoerd, en wijl ziji de kracht miste om tegen den sterken stroom in te komen, in de diepte verdwte- n-en en verdronken. Het ongeval is te trah giscber, dewijl het reddingpmateriaal niet vroeg aanwezig is, en de familie uit Dien Haag, bij welke 't meisje in dienst was, en welke op 200 M. 'n villa tijdelijk in huur heeft, het lijk niet kon in ontvangst nemen, zoodat het eerst 3 uren later naar het lijkenhuis moest worden vervoerd. Arme Duitsche! Zondagmiddag viel een 3- jarig kind te Enter in een pot kokend water. Gistermorgen is het onder hevige pijnen aan de bekomen wonden overleden. Gisteimiddag is de 35-jarige v. O. te Rotterdam, zittende op' een motor fiets, aangereden door een auto. Zijln lin- kei'onderbeon raakte bekneld en werd tusr sehen auto en motor verbrijzeld. Te Bunschoten verwondde een kind van den arbeider K. zich met een schaar ernstig aan het oog; het jongetje is aan de ge volgen bezweken Bij1 het visschen op bot is' de 30-jarige Z. te Bunschoten over boord geslagen e»i verdronken. Te Zijpe (N.-H.) is de vrouw van dhr D1- in haar' woning door den bliksem gedood. Te Laren (G.) js vrouw S-, terwijl zij over den weg fietste, onder een paard geraakt, dat ergens' voor schrikte en op zij. sprong. Vrouw S- werd naar het zie kenhuis te Zutphen vervoerd en is aldaar aan de bekomen verwondingen overleden. Te Koedijk is het zoontje van dhr L. in een sloot bij de woning verdronken. Een gebrekkig loopende man uit Leiden die te Amsterdam het Eucharistisch con gres had bijgewoond, zag hij zijn terug keer te Leiden een vriend aan den oveb- kant van den weg loepen en liep op hem af, doch werd, toen hij hem wilde aanspreken, door een rijtuig aangereden waarbij hij een been brak. Te Haarlem heeft een man op. 't Stationsplein zijn vrouw in hand en hals gestoken. Dloor- dat de vrouw met de hand haar hals be schermde, was de halswond niet ernstig. Ben daar in de buurt zijnde verkeersagent schemde de twistenden met de sabel en nam den man in arrest. Uit Hilversum meldt men, dak de motorrijder B., die Zaterdag in v oile vaart tegen een auto bus is opgereden, overleden is. Zon dagavond is te Arnhem 'n 19-jarig meisje door 'n auto aangereden. Zij werd per auto naar 't Diaconessenhuis vervoerd, waar zij denzelfden avond overleed. Die oorzaak moet zijn, dat de autobestuurder met een snellen vaart een bocht nam, die hij' noo- dig zou gehad hebben om tegen den daar sterk hellenden weg op1 te komen. De po litie stelt een onderzoek in. Te Ooster hout kwamen Zaterdagmiddag twee jon gens per fiets langis het kanaal. Naar men zegt, moet de H. met zijn voorwiel tegen het achterwiel van zijn kameraad v. W'. zijn gekomen, met het gevolg, dat hij| in het kanaal terecht kwaan. Eer red ding moglelijk was, waren de levensgeesten reeds geweken. Het faillissement-Brink man. De te Bremen aangehouden kas- 'sier Brinkman is Zaterdagavond door de politie naar Deventer teruggebracht. Om trent de door hem afgelegde verklaringen inzake zijn faillissement verneemt „Het Vad.", dat de heer Brinkman heeft mede gedeeld op reis te zijn gegaan, om te trachten een zoo. goed mogelijke schik king voor zijn crediteuren te treffen en verder wilde hij: zich naar' Bremen bege ven om te onderhandelen over een hem daar wachtende positie, die hem, volgens zijn zeggen, in staat zou stellen, zijn schuldeischers des te eerder aan het hun toekomende te helpen!! Het bij onderzoek door den curator te Deventer niet meer aanwezige kasgeld f 23.000, had hij1 op een bank in Dien Haag gedeponeerd. Voorts zou hij van plan zijn geweest om onmiddellijk, nadat de zaak to Bremen haar beslag had gekregen naar Deventer terug te keeren, ter ver dere afwikkeling van de zaken, nu vast stond, dat hij. al zijn kapitaal, ook een nog kortgeleden in de zaak gestoken f 15.000, had verloren als gevolg vair minder gelukkige tijdsomstandigheden, te- genslagi e.d. De heer' Brinkman noemt het een omge- lukkigen samenloop van omstandigheden dat, terwijl zijn adres in Bremen bekend was, verzuimd zou zijn, dit aan de in- formeerende politie mede te deelen, dat 'juist den dag na zijn vertrek de verhuis wagen voorkwam om de aan zijn zwager te Den Haag overgedane meubels mede te nemen en bovendien een klacht bijl de po litie was ingediend door twee personen, voor wie hij effecten ter waarde van plm. f 430 moest koopten, .een feit, dat de politie tot optreden aanleiding gaf; hij was voornemens geweest dit bedrag aan de betrokkenen terug te betalen Toen hij gearresteerd werd, heeft men slechts een klein bedrag aan gield bij' hem gevonden. Poging tot treinontsporing D|e expres-trein Edinburgh-King's Gross is Zondagnacht ternauwernood aan een groot ongeluk ontsnapt. De expres reed met een snelheid van ongeveer R6 K.M. per uur, toen hij' bij Littleburn hevig be- 'gon te slingeren, D|e machinist werd met kracht tegen den loco motief wand gewor pen en gewond, doch remde terstond en bracht den trein binnen 200 yards tot staan. Geen der passagiers werd gewond. Bij onderzoek bleek,^iat twee ijzeren sluit stukken, waarmede de rails bevestigd worden, met kettingen .op de sptoorstaven waren gebonden. Het eerste werd door 't gewicht der machine vernield, het tweede werd losgerukt .en voor de locomotief uit langjs de lijn voortgescboven. Die lijn 'werd over een lengte van 200 yards ver nield. Men denkt, dat de aanslag speciaal op den expres, gemunt was, want een goederentrein was een paai' minuten te voren veilig gepasseerd. S o vj etngru wel en. Het Poolsche blad „Dizien" publiceert bijzonderheden over het verschrikkelijk lot van vijf Polen die in handen der Sovjet-autoriteiten te Minsk gevallen waren. Die slachtoffers, die van spionnagje beschuldigd waren, wer den ontkleed, met prikkeldraad gebonden onder den booten hemel geplaatst en met geweerkolven geslagen. Het blad vertelt verder, dat de ongelukkigen, ofschoon zij nog teekenen van leven gaven, na deze mishandelingen, onmiddellijk na, de, „straf- pleging" werden begraven. Een brandstichtende ge- vang.ene. Zondagavond werd brand ont dekt in de oei van het huis yan bewaring te Almelo, waarin is opgesloten de be ruchte inbreker H. W|. Franke. Met de boter, welke hij dagelijksch ontving, en welke hij had op'giespaard, had hij den vloer zijner oei ingesmeerd. Daarna heeft hij de vettige planken aangestoken. Iloe hij daartoe aan vuur kwam is tot hiertoe niet opgelost. Franke wist zijn boeien (hij is nog steeds geboeid, sinds hij begin April pogingen aanwendde om te ont vluchten) te verbreken. Diaarna, sloeg, hij de miten van het venster stuk tengevolge waarvan het vuur werd aangewakkerd. De brand werd echter bijtijds: ontdekt en kon spoedig worden gebluscht. Franke is thans naar de gevangenis .te Arnhem overgebracht. Scheepsramp. Het stoomschip „Tairai Maru" van de Noord-Japansche Stoomvaart-Maatschappij wordt als ter hoogte van Kaap Notoro verloren gerap porteerd. Men gplooft, dat 138 passagiers en 50 leden der bemanning verdronken zijn. 18 passagiers en 5 leden der be manning zijn in reddingshooten in het dorpi Notore geland. Het is nog niet be kend of het stoomschip op ©en rots of met een ander schip in botsing, is geko men. Een oude rekening. Bij het bezoek, dat de Amerikaansche rechtsge leerden te Oxford brachten, deed zich een curieus geval voor. Bg hun bezoek a,an Brezenoae Gollegje werd hun er op gewe zen, dat daar een voorvader van George Washington student rs as geweest en dat deze, nu 290 jaar geleden, zijn cantine- rekening; voor brood en bier, ten bedragce van 17 sh. 10 pence onbetaald had ge laten. Om de eer van hun eersten pre sident en diens familie op te houden, hebben toen de advocaten deze oude rekening vereffend. Een frissche raadsvergade ring. In de raadsvergadering van Kor- tenboef maakte de heer Bakker aanmer kingen op de notulen, waarin z.i. niet alles is opgenomen wat de heer Voorn te mijnen behoeve gezegd heeft in de vorige vergadering. Spr is door den burgemees ter', den heer Koopmans', en door den secretaris schandelijk beleedigd. Het gaat er niet om, dat. hij graag loco-burgemced- ter zijn wil, heelemaal niet, maar hij wil recht. Het is altijd in den gemeenteraad van Kortenhoef gewoonte geweest, dat de oudste wethouder loco-burgemeester wordt, en nu wordt daar ineens veran dering in gtebracht. Burgemeester: „Ja, dat is nu veran derd dat Bakker; Burgemeester, nou moet. je me laten uitspreken tot het einde en me niet in de rede vallen. Het is de gewoonte, dat de oudste wethouder loco-burgemeester is en hier is niet alles eerlijk gegaan; er is gezegd voorloopig, en nu blijft de heer Koopman maar loco-burgemeester. Re heb gezegd, dat ik het goed vond, als alles1 maar eerlijk ging; en dat Burgemeester: Laten we dan de notu len maar aanvullen met Bakker: Nee burgemeester, hou nou je mond tot ik heelemaal uitgesproken ben. Het gaat er niet om, dat ik graag loco burgemeester zijn wil, maar het gaat om het recht en de eerlijkheid en toen Koopi- man gekozen is, heeft u gezegd, burge meester, dat het maar voorloopig was omdat toen Voorn De heer KoopmanU heeft zelf de no tulen van de vergadering; van Bi. en W1- goedgekeurd en nu komt u op: die goed keuring terug. De heer Bakker: Ik had niet gezien De heer Koopman: Als u ergens uw naam onder zet. moet u toch weten waar u da.T, onder doet. Die. heer Bakker: Die notulen zijn ver vals cht. Stemmen: niet waar! De heer Bakker: Dau ben ik een leuge naar volgens jullie. Die heer Koopman: D|at wordt niet ge zegd. Ik beweer, dat u had moeten we ten waar u uw naam ter goedkeuring! onder zette, dan had u niet opi de zaak terug behoeven te komen. De heer Bakker: Dus u zegt, dat ik een leugenaar ben. De heer Koopman: Dpi. beweer ik niet; ik zeg, dat de notulen g;oed waren en dat ik, omdat ik daarvan overtuigd ben m'n goedkeuring niet intrek. D|e voorzitter stelt voor om dan over de zaak een herstemming te doen plaats vinden. De heer Bakker: Burgemeester wacht nou es even. Je valt me weer in de rede. Laat ik nou den heer Koopman eens eerst antwoorden. De heer Voorn wil artikel 77 voor lezen uit de Gemeentewet. De Secretaris: Wjat voor boekje heb je daar? Die heer Voorn: Een goed bóekje van na de mobilisatie. Hier, Van der Velde, ik kan het niet lezen, doe jij het eens: jod Die heer Van der Velde leest eenige regels, dan valt de secretaris hem in de rede: Man je hebt een oud boekje, die wet is al veranderd. Diaarna wordt er noig wat heen en weer gesproken en komen de ingekomen stuk ken aan de beurt, w.o. een brief van den heer L. Koopman, dat hij: zijn voor genomen ontslag .als raadslid -en wet-, houder intrekt, naar aanleiding van een adres, onderteekend door honderd inge zetenen. Die voorzitter stelt voor dezen brief voor kennisgeving aan te nemen. De beer Van Santen hoopt, dat de laatste woorden van dit adres: „samen werken in het belang der gemeente", in de toekomst waarheid zullen blijken te bevatten, het verleden heeft daarvan niets doen blijken. De heer Koopman en de burgemeester hebben niets anders gedaan dan de raadsbesluiten, waar' ze zelf 'niets voor voelden, niet ten uitvoer te bren gen. Dan is. er besloten, den heer Solte- man te hooren en dat is niet gebeurd. En als er een bijl en een touw, die aan de gemeente hehooren, zoo maar weg;- gemaakt w orden De heer Koopman: Man, 'tis kinder achtig om zoo'n drukte te maken over die bijl en dat touw. Die brandmeester had zelf toestemming gegeven tot het ge bruik van die voorwerpen en ze zijn al lang terecht. Wpt de aanbesteding aan gaat, degene, die het had aangenomen, kon niet aan zijn verplichtingen voldoen en toen is er een nieuwe aanbesteding gehouden. De heer Voorn: Als de menschen ge weten hadden, waar het precies om ging, dan hadden er geen 25 namen op die lijst gestaan. De heer Koopman: Ik ben eerlijk ge kozen door mijn partij-gemeentebelangen. Ik heb altijd gestreefd oin Kortenhoef omhoog te brengen en ik zal daarvoor blijven werken, ook al gooien jullie me met vuil. Ik ben eerlijk gekozen als raads lid en als wethouder en daarom blijf ik hier zitten. Die heer Bakker: Je zegt er niet bij als loco-burgemeester Die heer Koopman: Dpu wil ik dat er nu nog wel even bij zeggen. De heer Bakker: Ja maai' Burgemees ter, ik ben het er niet mee eens. Die heer Voorn: Ik ook niet. Die heer Van Santen komt nog eens terug op de kwestie SoUeman. De hoe ren Bakker en Voorn zitten al een stuk je van de tafel ai, en zoodra de heer Van Santen is uitgesproken verlaten zij met deze de zaal. De heer Van der Velde: Kom nou, toe nou, kom Voorn, dat De heer Blom deelt mede, dat hij het. er ook niet mee eens is. In een vorige vergadering stelde spr voor Solleman te liooren, dat is' toen aangenomen. De heer Kroon: Niet waar. De heer Koopman: Ik weet het niet zeker meer, maar ik geloef van niet. In ieder geval hadden we hem wel kun nen hooren, dat is misschien een fout, maar het beste paard struikelt wel eens. De voorzitter: Laten we hem dan den volgenden keer eens hooren. De heer ïjlom: Nee, ik ben het er niet mee eens. Hij verlaat de vergadering) welke geschorst werd. Kostbaar. Op1 een veiling te Londen betaalde de firma Muller uit Am sterdam f 38.000 voor een bijbel in hand schrift uit de veertiende eeuw. De draadlooize op de Her- togskamp. Het draadloos station op' de Hertogskamp in Opper-Beieren, waar aan reeds 2 jaar gewerkt wordt, zal, vol gens de „Montagmorgen", spoedig vol tooid zijn. Dit station zal tegelijk het hoogste en het machtigste der aarde zijn en verbinding kunnen onderhouden met alle punten ter wereld. 200 arbeiders bedolven. Door het inslaan van den bliksem zijn er in een mijn in Pensylvanië 200 arbeiders bedolven. Tot nog toe zijn. er 5 lijken geborgen. Brand. Te Kaatsheuvel is Zater- dagochtemd de groote boerderij1 van J. ,G., geheel door brand vernield. De be woners, die nog te bed lagen, konden zich met moeite, in veiligheid brengen. Eenige varkens, een kalf, alsmede een groot aantal kippten, zijn in de vlammen omgekomen. Oorzaak onbekend. Auto te water. Zondagavond half 12 had dhr M. te Wie-esp., die met zijn Ford-vrachtauto bezoekers van het Eucha ristisch Congres, naar Ankeveen had teruggebracht, het ongeluk, op den terug rit naar Weesp, bij ©en scherpte kromming van den 's Gravelandschen weg, van den ,berm af, in de sloot te rijden. Die val werd ©enigszins gebroken door een knotwilg, welke totaal vernield werd. Alle inzitten den, de eigenaar-bestuurder, diens vrouw en twee kinderen, benevens nog een vrouwelijke passagier, geraakten te wa ter. Op hnn hulpgeroep kwamen eenigje omwonenden assistentie verleenen, waar door het gelukte, allen op het droge te brengen. Ontsporing. Van den trein, wel ke te 11.59 uit Apeldoorn te Epe aan komt, ontspoorden Zaterdag de twee aan gekoppelde goederenwagens juist op den wissel, zoodat geen enkele trein kon past seeren en de reizigers met hun hand bagage moesten overstappen in een gö- reedstaanden motortrein. Persoonlijke on gelukken hadden niet plaats; alleen wat' materiecde schade aan de wagons. Inbraak bij een Nederlan d e i'. Te Nizza is- des nachts een onbe kende door het raam binnengedrongen bij baron Spengler, kanselier van het Neder- landsche consulaat te Lyon, De baron probeerde hem te grijpten, maar nadat drie revolverschoten waren gelost, die geen doel troffen, wist de aanvaller te ontko men. Wat je met 'n Ford doen kunt. Zaterdagmorgen reed een transport-Ford wagen op den Rijksstraatweg onder Die Bilt, richting Utrecht, door onvast sturen tegen een paal van de telefoonleiding, wel ke finaal door midden brak. Dioor den schok' sloeg de Ford om. Geen nood. Met vereende krachten werd het beestje weer overeind gezet, de motor werd aangef- slagen en rrrrrrtdaar ging het weer. Alsof er niets gebeurd was. („U- D-") Een moord na 32- jaren o pi- gehelderd. Te Wattenscbeid (D.) had dezer dagen een opzienbarende arrestatie plaats van een 61-jarigan arbeider, die beschuldigd wordt op 24 December 1891 de 1'7-jarige Amalia Mander op1 afschuwe lijke wijze te hebben vermoord. Vele on- schnldigen werden indertijd van deze weerzinwekkende misdaad verdacht, die later wederom op. vrije voeten moesten worden gesteld. Pa ling in 'tgat. Toen het pas- sagiersstoomschip' „Palmella" een bodem van 1508 ton, Vrijdag te Hull in het dok werd gebracht, bleek het een ernstige te hebben gekregen, tengevolge van het binnenstiOiomen van water in een der ruimen. De pompen werden aan het werk gezet en toen het water er uit was, ont dekte men, dat een nagel uit een bodem plaat was gevallen, waardoor het water aanvankeleijk binnengedrongen was. In het klinkgat zat nu echter een paling klem, die dit degelijk gedicht bleek te hebben. Kist met vuurpijlen aange spoeld. De Zandvcoxtsche polii'e re'g Zaterdag bericht, dat op het strand bij piaal 61 een kist was aangespoeld, welke een Erigelsch opschrift dro-cg, vermeldende dat het voorwerp ontplofbare stoffen be vatte. Daar die kist op Blo-emendaalsch gebied op het. strand was geworp'en, werd onmiddellijk de politie dezer gemeente van de vondst in kennis gesteld. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat de inhoud van de kist uit vuurpijlen bestond, die waarschijnlijk van een of ander schip afkomstig zijn. -De bemaehtiging van de Peuk. >Y ijl de heer aan het einde van zijn sigaar was genaderd, volgden hei», zoo vertelt de „Telegraaf', sedert eenigen tijd de drie kna pen. met het geduld van de prilste jeugd. Gulzige haaien kunnen niet halsstarriger medezwemmen in het blanke zog van. ee» schip dan deze knapen den rookenden heer volgden. Zij kleefden hem aan als de mus kiet het rund, als de oester de barre klip. .Waar de heer stilstond voor een uitstal ling, zoo stonden de drie achter hem stil en vrachtten. Zij wachtten met die kalme hardnekkigheid, die alleen heel jongen en heel ouden menschen eigen is. Soms keerde de heer zich naar hen om, en nam hen scherp op, vreezende voor d»z« of gene Amsterdamsche streek. Dan tuitte de een alleronschuldigst zijn lippen tot fluiten, de tweede had het meer dan druk met zijn neusgat, en de derde riep een roep naar een denkbeeldig kame raad aan de overzijde van de straat. Maar niet zoodra wendde de heer het hoofd weer af, of de drievuldige blik, die als één blik was, stak en priemde naar dat stukje sigaar, dat nu wel spoedig vallen moest. De heer besteeg een vlucbtheuveltje, waar de trams aanlegden als schepen. De harten' der drie klopten. Zü taxeerden de zwaarte en ouderdom van den heer, com bineerden een en ander met de kans op een gevulde tram en beslisten, dat hö wel zou gaan zitten. Dan moest vanzelf het peukje scheiden van den bezitter. Maar de heer bedacht zich en stapte wederom van den vluchtheuvel. En die vent trokleek wel een blaas balg met 'n fabrieksschoorsteen drek was 't heelemaal op hajje dat end voor niks geloope De heer stond stil en bekeek het peukje. Nooit zal uitlekken, wat hij ervan dacht. Niemand zal weten of hij het niet te streng beoordeelde. Maai' hij trok een onpfeizierig gezicht en wierp het weg. Met een sprong, een zweef, een duik, als een gier, een wolf, een tijger, zoo stortte zich een. der drie op de peuk. De tweede viel in zijn haast over hem heen. De derde gilde hevig„Dinkerom, 'n staumfietsin de hoop, de anderen weg te lokken. Maai' die kenden de kneep, en trouwens zouden zij liever tien stoomfietsen getrotseerd heb ben, dan die peuk te missen. Verschrikt over zooveel genotshonger, ging de heer haastig verder. Voor hem was het incident gesloten. Hij had meer sigaren. „Habbes!" constateerde de eerste knaap, die boren op het geplette peukje lag, en hij graaide onder zijn maag en haalde het te voorschijn. „Nou wat mot dat?" vroeg een agent, die er langs kwam. „Niks agent!" zei de vinder. „Ik zoch na me diejemante mussetknaupe mar 'k heb thuis nog wel anderehou ze mar as je ze vinden ken En de drie snelden weg, een zijstraat in, waar het stil was. Daar vroeg de vinder vuur aan. een passant en zoog zijn schrale wangen nog holler, en dampte. De anderen keken. Na drie trekken drongen ze aan op deeling van het genot. Maar de winnaar rookte kalm neergezeten op den rand van een winkelraam. En hij werd bleek. Hij werd snel en heel bleek. Maar hij was een man van zaken. Hij' spande zich tot het uiterste in om heel gewoon te doen en zei „Joopie hukng jij mag hukng dat faane sugaartje van me kaupevaur drie sluitseigels huknngg GOES. Gisteravond gaf het Goesche Kamermuziek-ensemble een liefdadig heidsconcert in de geheel gevulde zaal van de bioscoop „de Landbouw". Het strijkje speelde op verdienstelijke wijze „Nearer my God to Thee" werd door een dubbel kwartet gezongen, terwijl mevr. r. Ballegoyen de Jong en de heer A. K. Zweede enkele welgekozen liederen zon gen. De opbrengst van den avond was bestemd voor de slachtoffers van de vis- schersramp. Wij wenschen het ensemble op zijn tournée overal zooveel belang stelling toe als hier. Toren en kerk te Zoutelande. Men schrijft aan de „N. R. Ct.": Dicht bij den duinvoet, de spits even uitstekend boven de smalle duinenrij, wel ke het idyllische dorpje Zoutelande tegen het geweld der zee beschermt, staat, temidden van nederige huisjes, de oude toren, die reeds eeuwen lang de zilte zeewinden heeft getrotseerd. Zijn aar dige lijnen, zijn door den tijd leven dig geschakeerde muren, vormen met de blonde zandheuvels een pittoresk con trast. Door tientallen kunstenaars is hij dan ook met zijn schilderachtigen achter grond, gestoffeerd door coquette Walcher- sche boerinnetjes, op het doek gebracht. Het is een monument, dat eerder pic turale dan architectonische waarde bezit, hoewel deze laatste allerminst ontbreekt. Dit in aanmerking nemend, moet men het dubbel betreuren, dat dit bouwwerk in zoo'n treurigen staat van onderhoud verkeert. Volgens de „Voorloopige lijst der Monumenten van Geschiedenis en Kunst in Zeeland" is de toren hersteld in 1832, en, naar het uiterlijk te oor- deelen, heeft het allen schijn, dat dit de laatste gang van den metselaar naar den toren is geweest. Althans het muurwerk draagt de sporen van groote verwaar- loozing: de afdekkingen der contreforten zijn geheel uitgevreten, talrijke dekstee- nen zijn reeds naar beneden gestort, door den Noord-Oostelijken steunbeer loopt een vervaarlijke scheur, zóó breed, dat er vogels lustig in en uit vliegen, overal zijn de voegen tusschen de steenen uit-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 3