tamd Mraws,
Laatste Serisktee.
Wetenschap en Kunst.
'tis een beetje rumoeriger dan anders-
want het loopt tegen de groote vacantie,
de boeken moeten gekaft worden en de
Vrijdagavondklanten van 12-15 jaar kun
nen daaraan wel meehelpen. Het hantee-
ren van de schaar, het vouwen van kaft-
papier, maakt de tongen los en 'tis grap
pig te hooren, wat er zoo onder jongens
van dien leeftijd wordt verhandeld en hun
kostelijken humor op te merken.
Plotseling zegt er een, een jochie van
een jaar of dertien, die blijkbaar heel
veel van geschiedenis houdt, tot zijn buur
man:
„Zeg jó, weet jij, waarom die vrede
indertijd in Rijswijk gesloten is?"
„Ja, natuurlijk," antwoordt de ander,
een leukerd, omdat daar de Naald stond,
dan hadden ze tenminste iets, waar ze
de vrede op konden teekenen."
„Ben je gek, jó, die stond er toen
nog niet, die is er pas later opgericht."
„O," zegt de ander goedig, „maar vertel
jij 't dan eens."
„Nou, 'twas' een vrede tusschen Wil
lem III en Lodewijk XIV, hé?"
„Wanneer was 'tdan?" een stem van
over de tafel.
„Hoor eens even, dat weet je net zoo
goed als ik, in 1796 natuurlijk!"
„Mot je hèm hoore, in 1796, Bode
wijk XIV in de 18e eeuw!"
„Hè, schei toch uit, dan was 't mis
schien in 1696, wat doet dat er nou
toe, een jaartje meer of minder."
Weer tot den buurman: „Nou zeg, en
Willem III woonde in Delft en Lodewijk
XIV in Den Haag en toen woue ze
vrede sluite. En Willem III dacht, laat
ie maar bij mij komme, dan hou ik de
eer an mezelf, en Lodewijk dacht, ik ga
niet naar hem toe, want dan denkt ie,
dat ik zoo graag de vrede wil. Nou, en
toen ginge ze mekaar tegemoet. En waar
ze mekaar ontmoetten, werd de vrede
geslote, en dat was in Rijswijk."
„Dan heeft Lodewijk XIV zeker harder
geloopen dan Willem III", weer van den
overkant.
,,'kDenk het ook", zucht de verteller,
blij, dat zijn verhaal zooveel belangstel
ling vindt.
Maar de buurman, die van de Naald,
zegt: „Zeker met de trein gegaan,", en
kaft dan onverstoorbaar voort.
Ongelukken: Het 7-jarig1 zoon
tje van een boerenarbeider te Isselburg
schoot spelenderwijs een geweer af op' zijn
5-jarig broertje; de halsslagader werd
geraakt en de dood trad spoedig in door
verbloeding. Ben 4-jarig knaapje isi
te Amsterdam op de Die Ruyterkade te
water geraakt en verdronken. Zijn 6-,jarig;
broertje kwam het thuis, vertellen, doch
toen was het te. laat. Dreggen had geen
resultaat. In het Noordzoekanaal al
daar geraakten twee broertjes van 10 en
11 jaar bij het zwemmen in levensgevaar,
laatstgenoemde kion door een schipper
miet behulp van zijn vlet gered warden,
doch de ander verdronk. Aan het Stille
Strand bij Schevenigen is het lijk aange
spoeld van een man uit Rotterdam, die
eenige uren geleden was gaan zwemmen
en zich blijkbaar te ver in zee had ge
waagd. Nabij Elburg zijn drijvende ge-
vonden twee kinderlijken, vermoedelijk af
komstig van het schipi, dat tijdens den
storm van den 18den boven Harderwijk
ïsf vergaan, Te Bergen aan Zee is Zon
dagmorgen een 18-jarig Diuitsch dienst
meisje, die met de kinderen aan het vrije
strand was gaan baden, door den Noord1-
westerstorm in zee meegevoerd, en wijl
ziji de kracht miste om tegen den sterken
stroom in te komen, in de diepte verdwte-
n-en en verdronken. Het ongeval is te trah
giscber, dewijl het reddingpmateriaal niet
vroeg aanwezig is, en de familie uit Dien
Haag, bij welke 't meisje in dienst was, en
welke op 200 M. 'n villa tijdelijk in huur
heeft, het lijk niet kon in ontvangst nemen,
zoodat het eerst 3 uren later naar het
lijkenhuis moest worden vervoerd. Arme
Duitsche! Zondagmiddag viel een 3-
jarig kind te Enter in een pot kokend
water. Gistermorgen is het onder hevige
pijnen aan de bekomen wonden overleden.
Gisteimiddag is de 35-jarige v. O.
te Rotterdam, zittende op' een motor
fiets, aangereden door een auto. Zijln lin-
kei'onderbeon raakte bekneld en werd tusr
sehen auto en motor verbrijzeld. Te
Bunschoten verwondde een kind van den
arbeider K. zich met een schaar ernstig
aan het oog; het jongetje is aan de ge
volgen bezweken Bij1 het visschen op
bot is' de 30-jarige Z. te Bunschoten over
boord geslagen e»i verdronken. Te
Zijpe (N.-H.) is de vrouw van dhr D1-
in haar' woning door den bliksem gedood.
Te Laren (G.) js vrouw S-, terwijl zij
over den weg fietste, onder een paard
geraakt, dat ergens' voor schrikte en op
zij. sprong. Vrouw S- werd naar het zie
kenhuis te Zutphen vervoerd en is aldaar
aan de bekomen verwondingen overleden.
Te Koedijk is het zoontje van dhr L. in
een sloot bij de woning verdronken.
Een gebrekkig loopende man uit Leiden
die te Amsterdam het Eucharistisch con
gres had bijgewoond, zag hij zijn terug
keer te Leiden een vriend aan den oveb-
kant van den weg loepen en liep op
hem af, doch werd, toen hij hem wilde
aanspreken, door een rijtuig aangereden
waarbij hij een been brak. Te Haarlem
heeft een man op. 't Stationsplein zijn
vrouw in hand en hals gestoken. Dloor-
dat de vrouw met de hand haar hals be
schermde, was de halswond niet ernstig.
Ben daar in de buurt zijnde verkeersagent
schemde de twistenden met de sabel en
nam den man in arrest. Uit Hilversum
meldt men, dak de motorrijder B., die
Zaterdag in v oile vaart tegen een auto
bus is opgereden, overleden is. Zon
dagavond is te Arnhem 'n 19-jarig meisje
door 'n auto aangereden. Zij werd per auto
naar 't Diaconessenhuis vervoerd, waar zij
denzelfden avond overleed. Die oorzaak
moet zijn, dat de autobestuurder met een
snellen vaart een bocht nam, die hij' noo-
dig zou gehad hebben om tegen den daar
sterk hellenden weg op1 te komen. De po
litie stelt een onderzoek in. Te Ooster
hout kwamen Zaterdagmiddag twee jon
gens per fiets langis het kanaal. Naar
men zegt, moet de H. met zijn voorwiel
tegen het achterwiel van zijn kameraad
v. W'. zijn gekomen, met het gevolg, dat
hij| in het kanaal terecht kwaan. Eer red
ding moglelijk was, waren de levensgeesten
reeds geweken.
Het faillissement-Brink
man. De te Bremen aangehouden kas-
'sier Brinkman is Zaterdagavond door de
politie naar Deventer teruggebracht. Om
trent de door hem afgelegde verklaringen
inzake zijn faillissement verneemt „Het
Vad.", dat de heer Brinkman heeft mede
gedeeld op reis te zijn gegaan, om te
trachten een zoo. goed mogelijke schik
king voor zijn crediteuren te treffen en
verder wilde hij: zich naar' Bremen bege
ven om te onderhandelen over een hem
daar wachtende positie, die hem, volgens
zijn zeggen, in staat zou stellen, zijn
schuldeischers des te eerder aan het hun
toekomende te helpen!!
Het bij onderzoek door den curator
te Deventer niet meer aanwezige kasgeld
f 23.000, had hij1 op een bank in Dien Haag
gedeponeerd. Voorts zou hij van plan
zijn geweest om onmiddellijk, nadat de
zaak to Bremen haar beslag had gekregen
naar Deventer terug te keeren, ter ver
dere afwikkeling van de zaken, nu vast
stond, dat hij. al zijn kapitaal, ook een
nog kortgeleden in de zaak gestoken
f 15.000, had verloren als gevolg vair
minder gelukkige tijdsomstandigheden, te-
genslagi e.d.
De heer' Brinkman noemt het een omge-
lukkigen samenloop van omstandigheden
dat, terwijl zijn adres in Bremen bekend
was, verzuimd zou zijn, dit aan de in-
formeerende politie mede te deelen, dat
'juist den dag na zijn vertrek de verhuis
wagen voorkwam om de aan zijn zwager
te Den Haag overgedane meubels mede te
nemen en bovendien een klacht bijl de po
litie was ingediend door twee personen,
voor wie hij effecten ter waarde van
plm. f 430 moest koopten, .een feit, dat
de politie tot optreden aanleiding gaf;
hij was voornemens geweest dit bedrag
aan de betrokkenen terug te betalen
Toen hij gearresteerd werd, heeft men
slechts een klein bedrag aan gield bij' hem
gevonden.
Poging tot treinontsporing
D|e expres-trein Edinburgh-King's Gross
is Zondagnacht ternauwernood aan een
groot ongeluk ontsnapt. De expres reed
met een snelheid van ongeveer R6 K.M.
per uur, toen hij' bij Littleburn hevig be-
'gon te slingeren, D|e machinist werd met
kracht tegen den loco motief wand gewor
pen en gewond, doch remde terstond en
bracht den trein binnen 200 yards tot
staan. Geen der passagiers werd gewond.
Bij onderzoek bleek,^iat twee ijzeren sluit
stukken, waarmede de rails bevestigd
worden, met kettingen .op de sptoorstaven
waren gebonden. Het eerste werd door 't
gewicht der machine vernield, het tweede
werd losgerukt .en voor de locomotief
uit langjs de lijn voortgescboven. Die lijn
'werd over een lengte van 200 yards ver
nield. Men denkt, dat de aanslag speciaal
op den expres, gemunt was, want een
goederentrein was een paai' minuten te
voren veilig gepasseerd.
S o vj etngru wel en. Het Poolsche
blad „Dizien" publiceert bijzonderheden
over het verschrikkelijk lot van vijf Polen
die in handen der Sovjet-autoriteiten te
Minsk gevallen waren. Die slachtoffers, die
van spionnagje beschuldigd waren, wer
den ontkleed, met prikkeldraad gebonden
onder den booten hemel geplaatst en met
geweerkolven geslagen. Het blad vertelt
verder, dat de ongelukkigen, ofschoon zij
nog teekenen van leven gaven, na deze
mishandelingen, onmiddellijk na, de, „straf-
pleging" werden begraven.
Een brandstichtende ge-
vang.ene. Zondagavond werd brand ont
dekt in de oei van het huis yan bewaring
te Almelo, waarin is opgesloten de be
ruchte inbreker H. W|. Franke. Met de
boter, welke hij dagelijksch ontving, en
welke hij had op'giespaard, had hij den
vloer zijner oei ingesmeerd. Daarna heeft
hij de vettige planken aangestoken. Iloe
hij daartoe aan vuur kwam is tot hiertoe
niet opgelost. Franke wist zijn boeien (hij
is nog steeds geboeid, sinds hij begin
April pogingen aanwendde om te ont
vluchten) te verbreken. Diaarna, sloeg, hij
de miten van het venster stuk tengevolge
waarvan het vuur werd aangewakkerd.
De brand werd echter bijtijds: ontdekt
en kon spoedig worden gebluscht. Franke
is thans naar de gevangenis .te Arnhem
overgebracht.
Scheepsramp. Het stoomschip
„Tairai Maru" van de Noord-Japansche
Stoomvaart-Maatschappij wordt als ter
hoogte van Kaap Notoro verloren gerap
porteerd. Men gplooft, dat 138 passagiers
en 50 leden der bemanning verdronken
zijn. 18 passagiers en 5 leden der be
manning zijn in reddingshooten in het
dorpi Notore geland. Het is nog niet be
kend of het stoomschip op ©en rots of
met een ander schip in botsing, is geko
men.
Een oude rekening. Bij het
bezoek, dat de Amerikaansche rechtsge
leerden te Oxford brachten, deed zich een
curieus geval voor. Bg hun bezoek a,an
Brezenoae Gollegje werd hun er op gewe
zen, dat daar een voorvader van George
Washington student rs as geweest en dat
deze, nu 290 jaar geleden, zijn cantine-
rekening; voor brood en bier, ten bedragce
van 17 sh. 10 pence onbetaald had ge
laten. Om de eer van hun eersten pre
sident en diens familie op te houden,
hebben toen de advocaten deze oude
rekening vereffend.
Een frissche raadsvergade
ring. In de raadsvergadering van Kor-
tenboef maakte de heer Bakker aanmer
kingen op de notulen, waarin z.i. niet
alles is opgenomen wat de heer Voorn te
mijnen behoeve gezegd heeft in de vorige
vergadering. Spr is door den burgemees
ter', den heer Koopmans', en door den
secretaris schandelijk beleedigd. Het gaat
er niet om, dat. hij graag loco-burgemced-
ter zijn wil, heelemaal niet, maar hij wil
recht. Het is altijd in den gemeenteraad
van Kortenhoef gewoonte geweest, dat
de oudste wethouder loco-burgemeester
wordt, en nu wordt daar ineens veran
dering in gtebracht.
Burgemeester: „Ja, dat is nu veran
derd dat
Bakker; Burgemeester, nou moet. je me
laten uitspreken tot het einde en me niet
in de rede vallen. Het is de gewoonte, dat
de oudste wethouder loco-burgemeester
is en hier is niet alles eerlijk gegaan;
er is gezegd voorloopig, en nu blijft de
heer Koopman maar loco-burgemeester.
Re heb gezegd, dat ik het goed vond, als
alles1 maar eerlijk ging; en dat
Burgemeester: Laten we dan de notu
len maar aanvullen met
Bakker: Nee burgemeester, hou nou je
mond tot ik heelemaal uitgesproken ben.
Het gaat er niet om, dat ik graag loco
burgemeester zijn wil, maar het gaat om
het recht en de eerlijkheid en toen Koopi-
man gekozen is, heeft u gezegd, burge
meester, dat het maar voorloopig was
omdat toen Voorn
De heer KoopmanU heeft zelf de no
tulen van de vergadering; van Bi. en W1-
goedgekeurd en nu komt u op: die goed
keuring terug.
De heer Bakker: Ik had niet gezien
De heer Koopman: Als u ergens uw
naam onder zet. moet u toch weten waar
u da.T, onder doet.
Die. heer Bakker: Die notulen zijn ver
vals cht.
Stemmen: niet waar!
De heer Bakker: Dau ben ik een leuge
naar volgens jullie.
Die heer Koopman: D|at wordt niet ge
zegd. Ik beweer, dat u had moeten we
ten waar u uw naam ter goedkeuring!
onder zette, dan had u niet opi de zaak
terug behoeven te komen.
De heer Bakker: Dus u zegt, dat ik
een leugenaar ben.
De heer Koopman: Dpi. beweer ik niet;
ik zeg, dat de notulen g;oed waren en
dat ik, omdat ik daarvan overtuigd ben
m'n goedkeuring niet intrek.
D|e voorzitter stelt voor om dan over
de zaak een herstemming te doen plaats
vinden.
De heer Bakker: Burgemeester wacht
nou es even. Je valt me weer in de rede.
Laat ik nou den heer Koopman eens eerst
antwoorden.
De heer Voorn wil artikel 77 voor
lezen uit de Gemeentewet.
De Secretaris: Wjat voor boekje heb je
daar?
Die heer Voorn: Een goed bóekje van
na de mobilisatie. Hier, Van der Velde,
ik kan het niet lezen, doe jij het eens: jod
Die heer Van der Velde leest eenige
regels, dan valt de secretaris hem in
de rede: Man je hebt een oud boekje,
die wet is al veranderd.
Diaarna wordt er noig wat heen en weer
gesproken en komen de ingekomen stuk
ken aan de beurt, w.o. een brief van
den heer L. Koopman, dat hij: zijn voor
genomen ontslag .als raadslid -en wet-,
houder intrekt, naar aanleiding van een
adres, onderteekend door honderd inge
zetenen.
Die voorzitter stelt voor dezen brief
voor kennisgeving aan te nemen.
De beer Van Santen hoopt, dat de
laatste woorden van dit adres: „samen
werken in het belang der gemeente", in
de toekomst waarheid zullen blijken te
bevatten, het verleden heeft daarvan niets
doen blijken. De heer Koopman en de
burgemeester hebben niets anders gedaan
dan de raadsbesluiten, waar' ze zelf 'niets
voor voelden, niet ten uitvoer te bren
gen. Dan is. er besloten, den heer Solte-
man te hooren en dat is niet gebeurd.
En als er een bijl en een touw, die aan
de gemeente hehooren, zoo maar weg;-
gemaakt w orden
De heer Koopman: Man, 'tis kinder
achtig om zoo'n drukte te maken over
die bijl en dat touw. Die brandmeester
had zelf toestemming gegeven tot het ge
bruik van die voorwerpen en ze zijn al
lang terecht. Wpt de aanbesteding aan
gaat, degene, die het had aangenomen,
kon niet aan zijn verplichtingen voldoen
en toen is er een nieuwe aanbesteding
gehouden.
De heer Voorn: Als de menschen ge
weten hadden, waar het precies om ging,
dan hadden er geen 25 namen op die lijst
gestaan.
De heer Koopman: Ik ben eerlijk ge
kozen door mijn partij-gemeentebelangen.
Ik heb altijd gestreefd oin Kortenhoef
omhoog te brengen en ik zal daarvoor
blijven werken, ook al gooien jullie me
met vuil. Ik ben eerlijk gekozen als raads
lid en als wethouder en daarom blijf ik
hier zitten.
Die heer Bakker: Je zegt er niet bij als
loco-burgemeester
Die heer Koopman: Dpu wil ik dat er
nu nog wel even bij zeggen.
De heer Bakker: Ja maai' Burgemees
ter, ik ben het er niet mee eens.
Die heer Voorn: Ik ook niet.
Die heer Van Santen komt nog eens
terug op de kwestie SoUeman. De hoe
ren Bakker en Voorn zitten al een stuk
je van de tafel ai, en zoodra de heer
Van Santen is uitgesproken verlaten zij
met deze de zaal.
De heer Van der Velde: Kom nou,
toe nou, kom Voorn, dat
De heer Blom deelt mede, dat hij het.
er ook niet mee eens is. In een vorige
vergadering stelde spr voor Solleman te
liooren, dat is' toen aangenomen.
De heer Kroon: Niet waar.
De heer Koopman: Ik weet het niet
zeker meer, maar ik geloef van niet.
In ieder geval hadden we hem wel kun
nen hooren, dat is misschien een fout,
maar het beste paard struikelt wel eens.
De voorzitter: Laten we hem dan den
volgenden keer eens hooren.
De heer ïjlom: Nee, ik ben het er niet
mee eens. Hij verlaat de vergadering)
welke geschorst werd.
Kostbaar. Op1 een veiling te
Londen betaalde de firma Muller uit Am
sterdam f 38.000 voor een bijbel in hand
schrift uit de veertiende eeuw.
De draadlooize op de Her-
togskamp. Het draadloos station op'
de Hertogskamp in Opper-Beieren, waar
aan reeds 2 jaar gewerkt wordt, zal, vol
gens de „Montagmorgen", spoedig vol
tooid zijn. Dit station zal tegelijk het
hoogste en het machtigste der aarde zijn
en verbinding kunnen onderhouden met
alle punten ter wereld.
200 arbeiders bedolven. Door
het inslaan van den bliksem zijn er in
een mijn in Pensylvanië 200 arbeiders
bedolven. Tot nog toe zijn. er 5 lijken
geborgen.
Brand. Te Kaatsheuvel is Zater-
dagochtemd de groote boerderij1 van J.
,G., geheel door brand vernield. De be
woners, die nog te bed lagen, konden
zich met moeite, in veiligheid brengen.
Eenige varkens, een kalf, alsmede een
groot aantal kippten, zijn in de vlammen
omgekomen. Oorzaak onbekend.
Auto te water. Zondagavond
half 12 had dhr M. te Wie-esp., die met zijn
Ford-vrachtauto bezoekers van het Eucha
ristisch Congres, naar Ankeveen had
teruggebracht, het ongeluk, op den terug
rit naar Weesp, bij ©en scherpte kromming
van den 's Gravelandschen weg, van den
,berm af, in de sloot te rijden. Die val werd
©enigszins gebroken door een knotwilg,
welke totaal vernield werd. Alle inzitten
den, de eigenaar-bestuurder, diens vrouw
en twee kinderen, benevens nog een
vrouwelijke passagier, geraakten te wa
ter. Op hnn hulpgeroep kwamen eenigje
omwonenden assistentie verleenen, waar
door het gelukte, allen op het droge te
brengen.
Ontsporing. Van den trein, wel
ke te 11.59 uit Apeldoorn te Epe aan
komt, ontspoorden Zaterdag de twee aan
gekoppelde goederenwagens juist op den
wissel, zoodat geen enkele trein kon past
seeren en de reizigers met hun hand
bagage moesten overstappen in een gö-
reedstaanden motortrein. Persoonlijke on
gelukken hadden niet plaats; alleen wat'
materiecde schade aan de wagons.
Inbraak bij een Nederlan
d e i'. Te Nizza is- des nachts een onbe
kende door het raam binnengedrongen bij
baron Spengler, kanselier van het Neder-
landsche consulaat te Lyon, De baron
probeerde hem te grijpten, maar nadat drie
revolverschoten waren gelost, die geen
doel troffen, wist de aanvaller te ontko
men.
Wat je met 'n Ford doen kunt.
Zaterdagmorgen reed een transport-Ford
wagen op den Rijksstraatweg onder Die
Bilt, richting Utrecht, door onvast sturen
tegen een paal van de telefoonleiding, wel
ke finaal door midden brak. Dioor den
schok' sloeg de Ford om. Geen nood. Met
vereende krachten werd het beestje weer
overeind gezet, de motor werd aangef-
slagen en rrrrrrtdaar ging het weer.
Alsof er niets gebeurd was. („U- D-")
Een moord na 32- jaren o pi-
gehelderd. Te Wattenscbeid (D.) had
dezer dagen een opzienbarende arrestatie
plaats van een 61-jarigan arbeider, die
beschuldigd wordt op 24 December 1891
de 1'7-jarige Amalia Mander op1 afschuwe
lijke wijze te hebben vermoord. Vele on-
schnldigen werden indertijd van deze
weerzinwekkende misdaad verdacht, die
later wederom op. vrije voeten moesten
worden gesteld.
Pa ling in 'tgat. Toen het pas-
sagiersstoomschip' „Palmella" een bodem
van 1508 ton, Vrijdag te Hull in het dok
werd gebracht, bleek het een ernstige
te hebben gekregen, tengevolge van het
binnenstiOiomen van water in een der
ruimen. De pompen werden aan het werk
gezet en toen het water er uit was, ont
dekte men, dat een nagel uit een bodem
plaat was gevallen, waardoor het water
aanvankeleijk binnengedrongen was. In het
klinkgat zat nu echter een paling klem,
die dit degelijk gedicht bleek te hebben.
Kist met vuurpijlen aange
spoeld. De Zandvcoxtsche polii'e re'g
Zaterdag bericht, dat op het strand bij
piaal 61 een kist was aangespoeld, welke
een Erigelsch opschrift dro-cg, vermeldende
dat het voorwerp ontplofbare stoffen be
vatte. Daar die kist op Blo-emendaalsch
gebied op het. strand was geworp'en, werd
onmiddellijk de politie dezer gemeente
van de vondst in kennis gesteld. Uit een
ingesteld onderzoek bleek, dat de inhoud
van de kist uit vuurpijlen bestond, die
waarschijnlijk van een of ander schip
afkomstig zijn.
-De bemaehtiging van de Peuk.
>Y ijl de heer aan het einde van zijn sigaar
was genaderd, volgden hei», zoo vertelt de
„Telegraaf', sedert eenigen tijd de drie kna
pen. met het geduld van de prilste jeugd.
Gulzige haaien kunnen niet halsstarriger
medezwemmen in het blanke zog van. ee»
schip dan deze knapen den rookenden heer
volgden. Zij kleefden hem aan als de mus
kiet het rund, als de oester de barre klip.
.Waar de heer stilstond voor een uitstal
ling, zoo stonden de drie achter hem stil
en vrachtten. Zij wachtten met die kalme
hardnekkigheid, die alleen heel jongen en
heel ouden menschen eigen is.
Soms keerde de heer zich naar hen om,
en nam hen scherp op, vreezende voor d»z«
of gene Amsterdamsche streek.
Dan tuitte de een alleronschuldigst zijn
lippen tot fluiten, de tweede had het meer
dan druk met zijn neusgat, en de derde
riep een roep naar een denkbeeldig kame
raad aan de overzijde van de straat.
Maar niet zoodra wendde de heer het
hoofd weer af, of de drievuldige blik, die
als één blik was, stak en priemde naar dat
stukje sigaar, dat nu wel spoedig vallen
moest.
De heer besteeg een vlucbtheuveltje, waar
de trams aanlegden als schepen.
De harten' der drie klopten. Zü taxeerden
de zwaarte en ouderdom van den heer, com
bineerden een en ander met de kans op
een gevulde tram en beslisten, dat hö wel
zou gaan zitten.
Dan moest vanzelf het peukje scheiden
van den bezitter.
Maar de heer bedacht zich en stapte
wederom van den vluchtheuvel.
En die vent trokleek wel een blaas
balg met 'n fabrieksschoorsteen drek
was 't heelemaal op hajje dat end voor
niks geloope
De heer stond stil en bekeek het peukje.
Nooit zal uitlekken, wat hij ervan dacht.
Niemand zal weten of hij het niet te streng
beoordeelde. Maai' hij trok een onpfeizierig
gezicht en wierp het weg.
Met een sprong, een zweef, een duik, als
een gier, een wolf, een tijger, zoo stortte
zich een. der drie op de peuk. De tweede
viel in zijn haast over hem heen. De derde
gilde hevig„Dinkerom, 'n staumfietsin
de hoop, de anderen weg te lokken. Maai'
die kenden de kneep, en trouwens zouden
zij liever tien stoomfietsen getrotseerd heb
ben, dan die peuk te missen.
Verschrikt over zooveel genotshonger, ging
de heer haastig verder. Voor hem was het
incident gesloten. Hij had meer sigaren.
„Habbes!" constateerde de eerste knaap,
die boren op het geplette peukje lag, en
hij graaide onder zijn maag en haalde het
te voorschijn.
„Nou wat mot dat?" vroeg een agent,
die er langs kwam.
„Niks agent!" zei de vinder. „Ik zoch na
me diejemante mussetknaupe mar 'k heb
thuis nog wel anderehou ze mar as je
ze vinden ken
En de drie snelden weg, een zijstraat in,
waar het stil was. Daar vroeg de vinder
vuur aan. een passant en zoog zijn schrale
wangen nog holler, en dampte. De anderen
keken. Na drie trekken drongen ze aan op
deeling van het genot. Maar de winnaar
rookte kalm neergezeten op den rand van
een winkelraam. En hij werd bleek. Hij werd
snel en heel bleek. Maar hij was een man
van zaken. Hij' spande zich tot het uiterste
in om heel gewoon te doen en zei
„Joopie hukng jij mag hukng
dat faane sugaartje van me kaupevaur drie
sluitseigels huknngg
GOES. Gisteravond gaf het Goesche
Kamermuziek-ensemble een liefdadig
heidsconcert in de geheel gevulde zaal
van de bioscoop „de Landbouw". Het
strijkje speelde op verdienstelijke wijze
„Nearer my God to Thee" werd door een
dubbel kwartet gezongen, terwijl mevr. r.
Ballegoyen de Jong en de heer A. K.
Zweede enkele welgekozen liederen zon
gen. De opbrengst van den avond was
bestemd voor de slachtoffers van de vis-
schersramp. Wij wenschen het ensemble
op zijn tournée overal zooveel belang
stelling toe als hier.
Toren en kerk te Zoutelande.
Men schrijft aan de „N. R. Ct.":
Dicht bij den duinvoet, de spits even
uitstekend boven de smalle duinenrij, wel
ke het idyllische dorpje Zoutelande tegen
het geweld der zee beschermt, staat,
temidden van nederige huisjes, de oude
toren, die reeds eeuwen lang de zilte
zeewinden heeft getrotseerd. Zijn aar
dige lijnen, zijn door den tijd leven
dig geschakeerde muren, vormen met de
blonde zandheuvels een pittoresk con
trast. Door tientallen kunstenaars is hij
dan ook met zijn schilderachtigen achter
grond, gestoffeerd door coquette Walcher-
sche boerinnetjes, op het doek gebracht.
Het is een monument, dat eerder pic
turale dan architectonische waarde bezit,
hoewel deze laatste allerminst ontbreekt.
Dit in aanmerking nemend, moet men
het dubbel betreuren, dat dit bouwwerk
in zoo'n treurigen staat van onderhoud
verkeert. Volgens de „Voorloopige lijst
der Monumenten van Geschiedenis en
Kunst in Zeeland" is de toren hersteld
in 1832, en, naar het uiterlijk te oor-
deelen, heeft het allen schijn, dat dit de
laatste gang van den metselaar naar den
toren is geweest. Althans het muurwerk
draagt de sporen van groote verwaar-
loozing: de afdekkingen der contreforten
zijn geheel uitgevreten, talrijke dekstee-
nen zijn reeds naar beneden gestort, door
den Noord-Oostelijken steunbeer loopt
een vervaarlijke scheur, zóó breed, dat
er vogels lustig in en uit vliegen, overal
zijn de voegen tusschen de steenen uit-