ruiters
ANTA"
.ITESTEN
leden
Dinsdag 1 Juli 1924
38e Jaargang
ad leverbaar:
tfWORM
IAN MELIS
Landbouwersknecht.
i\o 229
FACIEI CBRONICDM.
EN en DENNEN
reerende prijzen.
GOES.-
DDING
INSTE
ij inschrijving
92 R. Karwij
and te koop;
wschVlaan leren,
and te koop
aren bestaande
EDERiJ
VGENMAKERIJ,
)ENIERSZAAK,
errieveulen,
Hengstveulen,
Dienstbode,
osolute genezing
door mijn Zalf
8 VeerstrA'dam.
I
I
contant
,-Iohanna Hoeve''
ar gewas),
n vóór of op Vrijdag
N. T.) ten kantore
N DISSEL te Gaes
39 tot 5Q besta-
kleigronden. Geen
en Brieven onder
van De Zeeuw te
:h Vlaanderen:
góed burgerbestaan
aan hetzelfde adres
ianufacturen vvor-
Op goeden stand
varend dorp. Over
gebouwen en inven-
dichtingen verstrekt
L SMakelaar te
KOOP:
IK, Zoutelande.
KOOP:
mkast voor 68 gld.
■gel zonder gebreken
it voor 60 gldmag
izien wordenmaho
voor 22 gld.; Wor-
t zeer mooi en dege-
gld. enz. enz, VAN
ds Meubelmagazijn
t 85, Middelburg.
KOOP:
Hengstveulen.
bij JAC. WISSE,
aat B 286, Souburg.
I- KOOP:
s-, zure en zoete
uikerc, prachtige
nstruiken (Goliath)
stuk. Adres JACs
:apelle.
KOOP:
30LSE Pz, Oost-
uin).
praagd
bij M. DE WITTE,
V.)
'raagd
EfER, Krabbendijke.
;ustus kan
inrneid en een
enmeisje
den, bij Mevrouw
te Vlissingen,
Gasfabriek.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorsfstraat 68—70, Goes
Teh: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 38000.
Bijkantoor te Middelburg:
firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.^-
Losse nummers f0.05
Prijs der Advertentiën:
T—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ot
Bij abonnement belangrijke korting.
ZIEKTEVERZEKERING.
In de bij het voor-ontwerp Ziekte- en
Ongevallenwet gevoegde nota van toe
lichting, worden de hoofdlijnon van het
wetsontwerp aldus geteekend:
„Het wetsontwerp brengt onder de ver
plichte ziekte- en ongevallenverzekering
allen, die in loondienst arbeid verrichten.
Een loongrens, waarboven de verze
kering is uitgesloten, wordt naar het
voorbeeld der bestaande Ongevallenwet
ten niet gesteld. Alleen wordt het dag
loon, waarnaar bij ziekte en bij ongeval
geldelijke schadeloosstelling wordt toe
gekend, gebonden aan een maximum van
"acht gulden.
Het ontwerp kent op deze algemeene
verzekering slechts ééne uitzondering, n.l.
voor de bemanning van zeeschepen. De
rechten dezer arbeiders op voorziening
bij ^ziekte en ongeval blijven in verband
met den aard van het Bedrijf, waarin zij
werkzaam zijn, beheqrscht door de Zee
ongevallenwet 1919 en het Wetboek van
Koophandel.
Overigens is de verzekering der arbei
ders geheel losgemaakt van den aard
van hun arbeid, zoodat verzekerd zullen
zijn niet slechts arbeiders, werkzaam in
ondernemingen, maar ook arbeiders, aan
genomen voor het verrichten van huise
lijke diensten.
De arbeiders zijn door het enkele feit
van hun loondienst verzekerd tegen gel
delijke gevolgen van 'ziekte en ongeval.
Aanmelding voor do verzekering is niet
noodig, zoodat zonder individueele aan-
"duiding, derhalve collectief, alle arbei-
beiders, die op een gegeven oogenblik in
loondienst van een bepaalden werkge
ver werkzaamzijn, verzekerd zullen zijn.
De verzekering zal, als het door don
wetgever gedachte normale geval, worden
uitgevoerd door Bedrijfsvereenigingen, als
welke in beginsel uitsluitend zullen kun
nen worden erkend door samenwerking
van werkgevers- met arbeiders-organisa
ties in het leven geroepen instellingen.
Daarnevens zullen echter, onder be
paalde voorwaarden, als Bedrijfsvereeni-
ging ook kunnen worden erkend verceni-
gingen van werkgevers.
Dezelfde bedrijïsvereeniging zal het ri
sico van tie beide verzekeringen van
dezelfde arbeiders moeten dragen.
Als aanvullende organen treden op de
Rijksverzekeringsbank en de .Raden van
Arbeid, met dien verstande, dat het ri
sico der ziekteverzekering zal worden
gedragen door de Raden van Arbeid, en
dat der ongevallenverzekering door de
Raden van Arbeid, en dat der ongevallen
verzekering door de Bank.
Do kosten der verzekering worden ge
dragen door de werkgevers.
oor zoovei» d#zen niet bij ecne Be-
■drijfsvereeniging zijn aangesloten, zullen
zij aan de hand eener door hen aan te
houden loonlijst do voor beide verzeke
ringen verschuldigde premie hebben te
betalen, in den vorm van een door do
Koningin vast te stellen percentage van
hot door heil uitbetaalde loon.
De reden waarom de Minister aan het
stelsel der collectieve verzekering boven
d.c individueele verzekering de voorkeur
geeft, ligt allereerst hierin, dat op deze
wijze met een veel eenvoudiger admini
stratie kan worden volstaan.
Het stelsel der bestaande Ziektewet
brengt met zich een voortgezette boek
houding van do op ten minste 1.5QO.O0O
te schatten verzekerden.
Met betrekking tot elk der verzekerden
moet ieder oogenblik kunnen worden vast
gesteld of hij bij de ziekenkas 'van den
Raad van .Arbeid-, dan wel bij een bij
zondere kas is verzekerd.
Is hij verzekerd .bij eerstbedoelde zie
kenkas, dan moet de Raad van Arbeid
voor de inning van de verschuldigde pre
mie bekend zijn met den werkgever, in
wiens dienst wordt gearbeid. Van iedere
verwisseling zal daarom aan den Raad
van Arbeid aangifte zijn te doen.
Deze aangiften en règistreering zijn on-
noodig bij het collectieve stelsel. Stellig
zal ook bij zoodanig stelsel eene verzeke
ringsboekhouding niet geheel kunnen wor
den gemist, maar die boekhouding zal
veel minder omvattend kunnen zijn en
.zich vermoedelijk beperken tot het regis-
treeren van de verzekerden, wier ziekte
toestand bijzondere voorziening ge-
wenseht of herhaling der kwaal mogelijk
doet voorkomen.
Vervolgens wordt er op gewezen, dat
dat het bij de keuze van het collectief
stelsel mogelijk is in het bijzonder voor
■de premie-inning en voor de aanmelding
■der werkgevers aansluiting te verkrijgen
bij de reeds collectief geregelde wettelijke
ongevallenverzekering, waarmede aan -de
werkgevers en aan de verzekeringsorga
nen moeite en kosten worden bespaard.
Die werkgevers zullen immers hunne
premie voor beide verzekeringen aan de
hand der zelfde loonlijst kunnen betalen
en dus niet genoodzaakt zijn om naast de
hun bereids bij de Ongevallenwet opge
legde administratieve verplichtingen non
andere dergelijke verplichtingen voor de
uitvoering der Ziektewet te vervullen.
Dit voordeel voor de werkgevers komt
vanzelf mede aan de verzekeringsorganen
ten goede.
De Minister ontveinst zich niet, dat bii
de toepassing van dit stelsel niet altijd
dadelijk zal kunnen blijken of recht op
uitkeering bestaat, v.n.l. wanneer een
ziekte zich na het beëindigen van een ar
beidsovereenkomst openbaart en voorts
bij hen die gewoon zijn als losse arbeiders
te werken.
Deze bezwaren worden echter niet on
overkomelijk geacht en doen zich wat de
losse arbeiders betreft, ook bij anclere stol
sels voor.
Een punt van beteekenis is zeker wel.
dat over de bestaande ziekenkassen liet
doodvonnis wordt uitgesproken.
De Minister verklaart, dat het hem na
ernstig onderzoek niet mogelijk is geble
ken aan de ziekenkassen hier een taaie te
geven, aangezien de collectieve verze
kering der arbeiders zich niet verdraagt
met een regeling, waarbij aan den indi-
vidueelen arbeider de bevoegdheid wordt
gegeven zich bij eene ziekenkas te ver
zekeren. Het eene stelsel sluit hier het
andere stelsel uit.
Men kan met den Minister dit resultaat
betreuren, maar desniettemin het aan
vaarden met de overweging, dat het bij
den opzet van eene herziening der sociale
verzekering als thans aan de orde is,
niet wel mogelijk is aan alle vormen,
waarin zich de begeerte naar .zelfdoen
openbaart, recht te doen wedervaren, doch
dat de krachtiger organisatie-vorm voor
rang moet hebben vóór den zwakkeren
vorm.
En dat dit laatste hier het geval is, staat
uooi' den Minister vast. Hij heeft sedert
de laatste jaren met aandacht de ontwik
wikkeling van het ziekenkassen-vvezen iu
'ons land gevolgd.
Maar hoewel hij gaarne hulde wil bren
gen aan de goede bedoelingen en de ener
gie van velen, die zich op het gebied der
ziekenkassen hebben bewogen, is toch
zijn algemeene indruk deze, dat de
groote meerderheid dezer kassen van be
scheiden beteekenis zijn gebleven.
Het is hem niet ontgaan, dat door hot
vormen van federaties getracht wordt de
aangesloten ziekenkassen in hechtere po
sitie te plaatsen, maar dé kassen blijven
ook dan, in vergelijking tot de Bedrijfs
vereenigingen, zwakke organisaties."
„De Nieuwe Leidsche Grt." teekent
hierbij aan:
Die ziekenkassen en 'het komt ons
voor, dat dit een der zwakke punten is in
het aanhangige ontwerp worden dus
ten doode opgeschreven.
Dit moet worden betreurd omdat ze ih
tegenstelling met de te vormen Bedrijfs
vereenigingen, werkelijk uit het leven zijn
opgekomen, zoodat hier het veelgeprezen
particulier initiatief een niet geringe deuk
krijgt.
Hier staat tegenover en dat is van
groote beteekenis dat de administra
tieve rompslomp sterk wordt verminderd.
Verwacht mag worden dat de voor en
nadeelen van heide stelsels ernstig zullen
worden getoetst.
Maar vooral ook, dat onder het oog ^al
worden gezien de vraag p£ het niet tijd
wordt hot zoeken van de beste wijze van
verzekering te staken en tot invoering van
de Ziekteverzekering te besluiten.
Onverdacht getuigenis.
De president der Nederlandsche Bank,
Mr Vissering, komt in zijn jaarverslag een
kostelijke rechtvaardiging geven van het
optreden van Minister Colijn.
Hier is een mat? aan het woord, die
allesbehalve geestverwant is van den lei
der onzer partij, maar de objectiviteit
van zijn blik niet door enghartigen partij
hartstocht heeft laten verblinden.
Hij schrijft:
„Met groote waardeering is thans te
constateeren, dat de Nederlandsche Re-
geering met veel ernst zich toelegt op
het doen verdwijnen van het tekort op
de Staatsbegrooting. Drastische maat
regelen worden daarvoor genomen,
welke natuurlijk in. velerlei richting ont
stemming wekken. Loonstrijd is ook
onder meer een noodzakelijk gevolg
daarvan. Wij meenen echter te mogen
verwachten, dat de Regeering in hoofd
zaak voet bij stuk zal houden en haar
doel, een sluitend butget, in of kort na
1925 zal weten te bereiken. Zij zal daar
mee aan liet land in zijn geheel de
grootste weldaad kunnen bewijzen, wel
ke thans verschaft kan worden: de
quaeslie toch 'van de handhaving van
de waardevastheid van den gulden is
op het oogenblik het grootste lands
belang, dat bestaat. Zou dit doel niet
bereikt worden, dan staat ons land op
den duur evenzeer open voor al de
vreeselijke avonturen, die op nagenoeg
alle klassen der bevolking op vernie
tigende wijze zullen inwerken, in de
eerste plaats op de klassen der z.g. in-
tellectueelen, der kleine spaarders en
dor arbeiders, en die veel erger gevol
gen zullen medebrengen dan. de thans
doorgevoerde inperking der uitgaven,
hoe pijnlijk die maatregel op zichzelf
ook op het oogenblik voor velen moge
zijn.
Wij zijn thans op den goeden weg
gekomen, dat van vele zijden dat aller
grootste landsbelang wordt ingezien.
Karaktervastheid en verstandig overleg
(moeten ons thans verder langs dien
eenig juisten weg leiden."
liet Utrechtsch Prov. Weekblad teekent
hierbij aan:
Ziellier bet oordeel van den eersten fi
nancier van het land, aan wiens deskun
digheid in de tegenwoordige financiëele
en economische vraagstukken door nie
mand. wordt getwijfeld en wiens advies
ook door buitenlandsche regeeringen her
haaldelijk gevraagd wordt.
Temidden van de verguizing en kleinee
ring, waaraan onze minister van financiën
blootstaat, doet het goed zulk een onver
dacht getuigenis te lezen, dat den tegen
stander een blos van schaamte op de
kaken moet jagen.
Gelukkig land, dal een zijner zonen,
smaad en hoon trotseerend, in het besef
van zijn roeping, op de bres vindt om
de middelen te beramen tot redding voor
bet gevaar van maatschappelijken onder
gang.
Nog een getuige.
Het zal goed zijn, wanneer cle natie de
waarschuwingen barer grootste mannen
op financieel en mercantieel (handels-)
gebied niet in den wind slaat, beter nog
er ernstig rekening mede houdt.
Haar grootste mannen, zeggen wij, on
verschillig van welke politieke richting.
Daarom wezen wij vroeger reeds op
liet oordeel van prof. Treub, den vroege-
ren voorman der vrijzinnig democraten.
En heden in de eerste driestar op dat
Van den liberalen heer Vissering. En wij-
zon wij nu in deze tweede driestar op
'dat van den chr. historischen heer Van
Aalst. a
Dat van den antirevolutionairen mi
nister van financiën (H. Colijn) gaven
wij o.a. ook reeds in ons no van Zaterdag.
Onze financieele toestand. Dr
C. J. K. van Aalst, president van de
Nederlandsche Handelmaatschappij, heeft
zich laten interviewen door het Week
blad „Middenkoers". Na als zijn meening
te hebben uitgesproken, dat er groote
kans is, dat wij spoedig komen te staan
voor een ooconomischen oorlog en in
verband daarmede aan zijn protectionis
tische zienswijze uiting te hebben ge
geven, merkte de heer van Aalst ten
aanzien van ons land o.a. 'tvolgende op:
„Nederland gaat, naar mijn meening,
nog een moeilijk, maar volstrekt niet ho
peloos tijdperk tegemoet. Wanneer wij het
hoofd boven water willen houden, zal
lief echter noodig zijn de individueele
productie wat op te voeren. Op het oogen
blik wordt er in ons land lang niet hard
genoeg gewerkt. Nu is het waar, men
moet eerst werk hebben, om hard te kun
nen werken, maar men zal mij toegeven,
dal zij, die dan wel in die positie ver-
lceeren, over het algemeen heel wat meer
konden afleveren dan zij thans per dag
doen. Wanneer dit in de toekomst nu
eens wel geschiedde,' dan zijn de hulp
bronnen van ons land ruimschoots vol-
doende om een betrekkelijke welvaart te
verzekeren.
Het is ook noodzakelijk, dat de staats-
begrooting uitsluitend gemaakt wordt. Die
voor bet volgend jaar zal in theorie wel
sluiten, maar ik ben er nog niet zoo van
'overtuigd, dat dit in de praktijk evenzoo
zal gaan. Het kon weieens gebeuren, dat
de geraamde inkomsten veel verminder
den.
Onze belastingen zijn veel te hoog. Die
zijn zoo boog opgevoerd, dat zij kapitaal
vorming absoluut verhinderen. De groote
spaarders hebben geen aanleiding meer
om zich in te spannen om nieuw kapitaal,
dat nieuwe ondernemingen, nieuwe za
ken, nieuwe werkgelegenheid beteekent, te
verzamelen. Er wordt een te groot 'deel
van afgenomen. Het is voor de samen
leving waarlijk geen voordeel, wanneer
dezen groofen spaarders de prikkel ont
nomen wordt om zich' in te spannen, wan
neer hun werklust en hun werkkracht op
non-activiteit gesteld worden en zij zich'
gaan vergenoegen met inkomens, die voor
lnm levensonderhoud, dit moge nog zoo
weelderig zijn, voldoen. Zoodra zij groote
kapitalen méér verzamelen, dan zij voor
zichzelf noodig hebben, komen deze di
rect ten nutte van de samenleving.'"
Naar liet oordeel van den heer Yan
Aalst is Nederland op het oogenblik bezig
zijn kapitaal in te teren. Wanneer geen in
grijpende veranderingen plaats vinden, is
inflaie van tons ruilmiddel op den duur
niet te vermijden.
„Het is ook", aldus merkte de president
verder nog op, „een dwaze distributie
van kapitaal, door dit den kapitalisten
weg te nemen en het den werklooze te
geven, zonder dat dezen daarvoor eenigen
arbeid verrichten, welke liet land ten
goede kan komen. Op deze wijze wordt
het kapitaal, dat opgestapeld denzelfden
werkloozen werkgelegenheid zou verschaf
fen, betgeen vroeg of laat toch altijd met
kapitaal gebeurt, het land uitgezonden,
maar plaatsen, waar er wel productie te
genover staat. Het land verarmt en op
den duur is bet geld voor dien steun er
ook niet meer!"
Een verbetering.
In ons radio-verslag van minister Co-
lijns rede (no van Zaterdag) punt IH,
waar de vraag gesteld is of we er in
1925 waren wanneer een sluitend budget
te zien wjis, schreven wij
„Wij zijn er in 1925 nog niet. Wij moe
ten er op rekenen, dat er nog een stijging
te wachten is, waaraan men niet kan
ontkomen. Nu hebben wij geen vlottende
schuld, maar tegenover de schatkist
biljetten staan evenveel vorderingen van
Staatswege."
Dit maar (de aandachtige lezer zag
het wellicht reeds) moet zijn want.
Er moet echter, gelijk minister Colijn
in „De Standaard" verbetert, aan wor
den toegevoegd
„Maar toch zal er weer een zoodanige
schuld, en daarmee de behoefte aan con
solidatie, ontslaan, omdat" (gelijk in ons
verslag staat. Red.) „(het 2e halfjaar van)
1924 nog een tekort zal hebben op den
gewonen dienst, terwijl de buitengewone
uitgaven voor het resteeronde deel van
1924 en voor het geheele jaar 1925 een
beroep op de geldmarkt zullen noodig ma-
kien. Door dit alles zal de dienst
van de Nationale Schuld nog
stij g en".
Deze laatste volzin had in ons radio
verslag belmoren voor te komen.
Onderwijs-uitgaven door de Gemeente
besturen.
In de gemeenteraadsvergadering van
St Laurens, van heden kwam in behande
ling e©n brief van den minister van On
derwijs met opgaaf van de kostenbijdrage
voor de R.H.B.S- te Middelburg over 1923.
Waar dergelijke zaken in de meeste ge
meenteraden een punt van bespreking uit
maken, meenen wij goed te doen, mede
in verband met de protest-actie te dezer
zake gevoerd eenigjszins uitvoerig de
besprekingen hierover weer te geven.
De voorz., burgemeester Melse, sprak
als volgt:
Zooals u uit den brief van den Mi
nister van Ouderwijs is gebleken,, moet
onze gemeente over 1923 f 782,31 bijdra
gen in de kosten van de Rijks Hoogtere
Burgerschool te Middelburg. Wij hadden
voor dit doel op de begroeting gebracht
een bedrag evenredig' aan dat van vorige
jaren. Dit jaar zijn de kosten echter hij
zonder hoog, zoodat de daarvoor aan
gewezen post ontoereikend is. We zullen
derhalve de begroeting' van dienstjaar '24
moeten wijzigen om do noodige gelden
voor deze uitgave te kunnen vinden.
Hierover is in de laatst gehouden ver
gadering van B. en W- in den breede ge
sproken. Een der wethouders heeft ern
stige bezwaren geoppterd, welke door ten
anderen wethouder en mij worden ge
deeld. Teneinde u die bezwaren te doen
weten, geel ik het woord aan wethouder
Van 't Iloff.
Dieze brengt het volgende in het mid
den:
Mijnheer de Voorzitter,
Dieze missive van den Minister van
Onderwijs plaatst ons voor 'een moeilijk
feit, waarvoor ik geen bevredigende op
lossing heb kunnen vinden.
Wanneer ik de hegrooting' na ga, blijkt,
dat om deze sluitend to maken, de Hoof
delijke Omslag successievelijk is moeten
worden opgevoerd tot f 8500', voorname
lijk als een gevolg van de hooge bijdragen
voor het Middelbaar-, Nijverheids"- en
Lager onderwijs.
D'e eisch, welke door deskundigen op
financieel gebied voor de Rijks directe
belastingen wordt glesteld; n.l. dat zij1 ver
laagd moeten worden om kapitaalvernieti
ging te voorkomen, geldt ook voor onze
gemeentelijke belasting. Bovendien dringt
de daling van het belastbaar inkomen
welke reeds plaats heeft, en die nog groo-
ter zal worden, om te zien naar maatre
gelen, welke onze belasting zullen doen
verminderen. Gaan wij de uitgaven op
onze begrooting na, dan, springt dadelijk
in het oog, dat de bedragen, welke daarop
door den raad vrijwillig en onder eigen
veiantwoordelijkhokl zijn gebracht, nau
welijks voor verlaging in aanmerking kun
nen komen. Door onze belastingbetalers
wordt zelfs geklaagd en terecht
dat zij in de gemeente zoo weinig zien
tot stand komen. Buitten de schuld en
buiten den wil van den Raad zijn wij
geleidelijk in oen verkeerd spoor geraakt,
hetgeen duidelijk blijkt als men nagaat,
dat onze gemeente met 885 inwoners en
een Iloofdelij'ken Omslag van f 8500 al
leen reeds voor Onderwijsbijdragen wordt
belast met een bedrag van f 3376. In het
steeds moeten opvoeren van den. Ilöof-
delijken Omslag schuilt een gvoojt gevaar.
Wat nu de onderhavige kwestie betreft,
zou men oogenschijnlijk denken niet voor
een moeilijkheid te slaan. Immers art
36 quater van de wet op het Middelbaar
Onderwijs schrijft de gemeenten dringend
voor bedoelde kosten te betalen. Maar
de voor onze gemeente al te hooge
onderwijsbijdragen maken het onmogelijk
gelden te vinden voor dringend noodige
aangelegenheden. Ik noem b v. de on
voldoende regeling van de brandweer,
straat- en wagsvcrbetcring, rioleering, in
richting secretarie. Die hooge uitgaven
zijn dus een beletsel, dat zaken, welke in
het belang onzer gemeente zijn en dus in.
de eerste plaats behooren tot de taak
van het gemeentebestuur, niet in behan
deling kunnen worden genomen. Hier nu
begint voor ijjij de moeilijkheid.
Bij het -aanvaarden van mijne betrek-
Icing als raadslid heb ik den eed afgelegd,
dat ik de belangen der gemeente St Lau
rens mei al mijn vermogen zal voorstaan
en bevorderen. Had ik alleen met dit ge
deelte van dien eed rekening te houden,
dan stond ik thans vwor geen moeilijkheid;
ik zou eenvoudig doen, wat het belang
van onze gemeente eischt. Maar, mijnheer
de Voorzitter, er is meer. In den voren-
bedoelden eed hebik ook verklaard,
'trouw te zweren aan de Grondwet en de
weiten des Rijks. Niemand kan twee he-e-
ren dienen. Blijf ik trouw aan de Rijks
wetten, dan bon ik er van overtuigd, de
belangen onzer gemeente niet te behar
tigen. Behartig ik daarentegen de ge
meentebelangen, dan ben ik ontrouw aan
de Rijkswetten en daarom is het mij niet
mogelijk een beslissing te nemen. De
Rijkswetgever heeft zeker niet voorzien,
dat er een grens is, waarover men niet
been kan of men komt met het een of
liet ander in strijd. Naar mijn vaste over
tuiging zijn wij op; zijn minst die grens
genaderd en daarom kan ik in deze aan
gelegenheid geen beslissing nemen. Moch
ten de overige leden van den Raad mijn
gevoelen deelen, dan, Mijnheer de Voor
zitter, stel ik voor den Minister van On
derwijs in kennis te stellen met onze
zienswijze.
Vuile laster.
De Parijsche Temps liet zich onlangs
uit Warschau seinen, dat de firma Krupp
de 26000 H.A. grond in het Donets-gebied,
die zij van de Sowjetregeering in pacht
heeft voor landbouw, al nagenoeg heeft
volgebouwd met ijzergieterijen en fabrie
ken voor bet maken van oorlogstuig.
Ofschoon deze bewering te mal is om
los te loopen (de groote fabrieken van
Krupp te Essen beslaan slechts 120 H.A.
en het zou materieel onmogelijk zijn in.
de twee verloopen pachtjaren 26000 H.A'.
met fabrieken vol te bouwen), schrijft de
firma aan de Köln. Ztg. dat zij er aan
wanhoopt, meteen tegenspraak van de
zen onzin in Frankrijk geloof te vinden.
Zij noodigt daarom den steller van het
bericht uit, haar pachtgronden in Rus
land met een bezoek te vereeren, dan
kan hij zich overtuigen, dat ze slechts
voor landbouw gebruikt worden en dat er
alleen één werkplaats is voor het herstel
van landbouwwerktuigen. De firma stelt
één voorwaarde: de Fransclie journalist
moei 1000 Zwitsersche franken deponee-
ren bij een Zwitsersche bank, die, als hij
alles in orde vindt, bestemd wórden voor
arme kinderen aan de Roer. Vindt hij
werkelijk een of meer fabrieken van oor
logstuig op het terrein, dan stelt Krupp
100,000 franken voor hetzelfde doel be
schikbaar.
Noodweer in het buitenland.
Volgens padere berichten over den wer
velstorm in Ohio wórdt Ijet aantakdooden
reeds op vijfhonderd en dat der gewon
den op 3500 geschat. De materieele
schade zou 65 millioen dollar bedragen.
Behalve het Cleveland-district, dat op
Amerikaansche wijze van stormen heeft
te lijden gehad, wordt ook uit andere