ruiters ANTA" .ITESTEN leden Dinsdag 1 Juli 1924 38e Jaargang ad leverbaar: tfWORM IAN MELIS Landbouwersknecht. i\o 229 FACIEI CBRONICDM. EN en DENNEN reerende prijzen. GOES.- DDING INSTE ij inschrijving 92 R. Karwij and te koop; wschVlaan leren, and te koop aren bestaande EDERiJ VGENMAKERIJ, )ENIERSZAAK, errieveulen, Hengstveulen, Dienstbode, osolute genezing door mijn Zalf 8 VeerstrA'dam. I I contant ,-Iohanna Hoeve'' ar gewas), n vóór of op Vrijdag N. T.) ten kantore N DISSEL te Gaes 39 tot 5Q besta- kleigronden. Geen en Brieven onder van De Zeeuw te :h Vlaanderen: góed burgerbestaan aan hetzelfde adres ianufacturen vvor- Op goeden stand varend dorp. Over gebouwen en inven- dichtingen verstrekt L SMakelaar te KOOP: IK, Zoutelande. KOOP: mkast voor 68 gld. ■gel zonder gebreken it voor 60 gldmag izien wordenmaho voor 22 gld.; Wor- t zeer mooi en dege- gld. enz. enz, VAN ds Meubelmagazijn t 85, Middelburg. KOOP: Hengstveulen. bij JAC. WISSE, aat B 286, Souburg. I- KOOP: s-, zure en zoete uikerc, prachtige nstruiken (Goliath) stuk. Adres JACs :apelle. KOOP: 30LSE Pz, Oost- uin). praagd bij M. DE WITTE, V.) 'raagd EfER, Krabbendijke. ;ustus kan inrneid en een enmeisje den, bij Mevrouw te Vlissingen, Gasfabriek. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorsfstraat 68—70, Goes Teh: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 38000. Bijkantoor te Middelburg: firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.^- Losse nummers f0.05 Prijs der Advertentiën: T—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ot Bij abonnement belangrijke korting. ZIEKTEVERZEKERING. In de bij het voor-ontwerp Ziekte- en Ongevallenwet gevoegde nota van toe lichting, worden de hoofdlijnon van het wetsontwerp aldus geteekend: „Het wetsontwerp brengt onder de ver plichte ziekte- en ongevallenverzekering allen, die in loondienst arbeid verrichten. Een loongrens, waarboven de verze kering is uitgesloten, wordt naar het voorbeeld der bestaande Ongevallenwet ten niet gesteld. Alleen wordt het dag loon, waarnaar bij ziekte en bij ongeval geldelijke schadeloosstelling wordt toe gekend, gebonden aan een maximum van "acht gulden. Het ontwerp kent op deze algemeene verzekering slechts ééne uitzondering, n.l. voor de bemanning van zeeschepen. De rechten dezer arbeiders op voorziening bij ^ziekte en ongeval blijven in verband met den aard van het Bedrijf, waarin zij werkzaam zijn, beheqrscht door de Zee ongevallenwet 1919 en het Wetboek van Koophandel. Overigens is de verzekering der arbei ders geheel losgemaakt van den aard van hun arbeid, zoodat verzekerd zullen zijn niet slechts arbeiders, werkzaam in ondernemingen, maar ook arbeiders, aan genomen voor het verrichten van huise lijke diensten. De arbeiders zijn door het enkele feit van hun loondienst verzekerd tegen gel delijke gevolgen van 'ziekte en ongeval. Aanmelding voor do verzekering is niet noodig, zoodat zonder individueele aan- "duiding, derhalve collectief, alle arbei- beiders, die op een gegeven oogenblik in loondienst van een bepaalden werkge ver werkzaamzijn, verzekerd zullen zijn. De verzekering zal, als het door don wetgever gedachte normale geval, worden uitgevoerd door Bedrijfsvereenigingen, als welke in beginsel uitsluitend zullen kun nen worden erkend door samenwerking van werkgevers- met arbeiders-organisa ties in het leven geroepen instellingen. Daarnevens zullen echter, onder be paalde voorwaarden, als Bedrijfsvereeni- ging ook kunnen worden erkend verceni- gingen van werkgevers. Dezelfde bedrijïsvereeniging zal het ri sico van tie beide verzekeringen van dezelfde arbeiders moeten dragen. Als aanvullende organen treden op de Rijksverzekeringsbank en de .Raden van Arbeid, met dien verstande, dat het ri sico der ziekteverzekering zal worden gedragen door de Raden van Arbeid, en dat der ongevallenverzekering door de Raden van Arbeid, en dat der ongevallen verzekering door de Bank. Do kosten der verzekering worden ge dragen door de werkgevers. oor zoovei» d#zen niet bij ecne Be- ■drijfsvereeniging zijn aangesloten, zullen zij aan de hand eener door hen aan te houden loonlijst do voor beide verzeke ringen verschuldigde premie hebben te betalen, in den vorm van een door do Koningin vast te stellen percentage van hot door heil uitbetaalde loon. De reden waarom de Minister aan het stelsel der collectieve verzekering boven d.c individueele verzekering de voorkeur geeft, ligt allereerst hierin, dat op deze wijze met een veel eenvoudiger admini stratie kan worden volstaan. Het stelsel der bestaande Ziektewet brengt met zich een voortgezette boek houding van do op ten minste 1.5QO.O0O te schatten verzekerden. Met betrekking tot elk der verzekerden moet ieder oogenblik kunnen worden vast gesteld of hij bij de ziekenkas 'van den Raad van .Arbeid-, dan wel bij een bij zondere kas is verzekerd. Is hij verzekerd .bij eerstbedoelde zie kenkas, dan moet de Raad van Arbeid voor de inning van de verschuldigde pre mie bekend zijn met den werkgever, in wiens dienst wordt gearbeid. Van iedere verwisseling zal daarom aan den Raad van Arbeid aangifte zijn te doen. Deze aangiften en règistreering zijn on- noodig bij het collectieve stelsel. Stellig zal ook bij zoodanig stelsel eene verzeke ringsboekhouding niet geheel kunnen wor den gemist, maar die boekhouding zal veel minder omvattend kunnen zijn en .zich vermoedelijk beperken tot het regis- treeren van de verzekerden, wier ziekte toestand bijzondere voorziening ge- wenseht of herhaling der kwaal mogelijk doet voorkomen. Vervolgens wordt er op gewezen, dat dat het bij de keuze van het collectief stelsel mogelijk is in het bijzonder voor ■de premie-inning en voor de aanmelding ■der werkgevers aansluiting te verkrijgen bij de reeds collectief geregelde wettelijke ongevallenverzekering, waarmede aan -de werkgevers en aan de verzekeringsorga nen moeite en kosten worden bespaard. Die werkgevers zullen immers hunne premie voor beide verzekeringen aan de hand der zelfde loonlijst kunnen betalen en dus niet genoodzaakt zijn om naast de hun bereids bij de Ongevallenwet opge legde administratieve verplichtingen non andere dergelijke verplichtingen voor de uitvoering der Ziektewet te vervullen. Dit voordeel voor de werkgevers komt vanzelf mede aan de verzekeringsorganen ten goede. De Minister ontveinst zich niet, dat bii de toepassing van dit stelsel niet altijd dadelijk zal kunnen blijken of recht op uitkeering bestaat, v.n.l. wanneer een ziekte zich na het beëindigen van een ar beidsovereenkomst openbaart en voorts bij hen die gewoon zijn als losse arbeiders te werken. Deze bezwaren worden echter niet on overkomelijk geacht en doen zich wat de losse arbeiders betreft, ook bij anclere stol sels voor. Een punt van beteekenis is zeker wel. dat over de bestaande ziekenkassen liet doodvonnis wordt uitgesproken. De Minister verklaart, dat het hem na ernstig onderzoek niet mogelijk is geble ken aan de ziekenkassen hier een taaie te geven, aangezien de collectieve verze kering der arbeiders zich niet verdraagt met een regeling, waarbij aan den indi- vidueelen arbeider de bevoegdheid wordt gegeven zich bij eene ziekenkas te ver zekeren. Het eene stelsel sluit hier het andere stelsel uit. Men kan met den Minister dit resultaat betreuren, maar desniettemin het aan vaarden met de overweging, dat het bij den opzet van eene herziening der sociale verzekering als thans aan de orde is, niet wel mogelijk is aan alle vormen, waarin zich de begeerte naar .zelfdoen openbaart, recht te doen wedervaren, doch dat de krachtiger organisatie-vorm voor rang moet hebben vóór den zwakkeren vorm. En dat dit laatste hier het geval is, staat uooi' den Minister vast. Hij heeft sedert de laatste jaren met aandacht de ontwik wikkeling van het ziekenkassen-vvezen iu 'ons land gevolgd. Maar hoewel hij gaarne hulde wil bren gen aan de goede bedoelingen en de ener gie van velen, die zich op het gebied der ziekenkassen hebben bewogen, is toch zijn algemeene indruk deze, dat de groote meerderheid dezer kassen van be scheiden beteekenis zijn gebleven. Het is hem niet ontgaan, dat door hot vormen van federaties getracht wordt de aangesloten ziekenkassen in hechtere po sitie te plaatsen, maar dé kassen blijven ook dan, in vergelijking tot de Bedrijfs vereenigingen, zwakke organisaties." „De Nieuwe Leidsche Grt." teekent hierbij aan: Die ziekenkassen en 'het komt ons voor, dat dit een der zwakke punten is in het aanhangige ontwerp worden dus ten doode opgeschreven. Dit moet worden betreurd omdat ze ih tegenstelling met de te vormen Bedrijfs vereenigingen, werkelijk uit het leven zijn opgekomen, zoodat hier het veelgeprezen particulier initiatief een niet geringe deuk krijgt. Hier staat tegenover en dat is van groote beteekenis dat de administra tieve rompslomp sterk wordt verminderd. Verwacht mag worden dat de voor en nadeelen van heide stelsels ernstig zullen worden getoetst. Maar vooral ook, dat onder het oog ^al worden gezien de vraag p£ het niet tijd wordt hot zoeken van de beste wijze van verzekering te staken en tot invoering van de Ziekteverzekering te besluiten. Onverdacht getuigenis. De president der Nederlandsche Bank, Mr Vissering, komt in zijn jaarverslag een kostelijke rechtvaardiging geven van het optreden van Minister Colijn. Hier is een mat? aan het woord, die allesbehalve geestverwant is van den lei der onzer partij, maar de objectiviteit van zijn blik niet door enghartigen partij hartstocht heeft laten verblinden. Hij schrijft: „Met groote waardeering is thans te constateeren, dat de Nederlandsche Re- geering met veel ernst zich toelegt op het doen verdwijnen van het tekort op de Staatsbegrooting. Drastische maat regelen worden daarvoor genomen, welke natuurlijk in. velerlei richting ont stemming wekken. Loonstrijd is ook onder meer een noodzakelijk gevolg daarvan. Wij meenen echter te mogen verwachten, dat de Regeering in hoofd zaak voet bij stuk zal houden en haar doel, een sluitend butget, in of kort na 1925 zal weten te bereiken. Zij zal daar mee aan liet land in zijn geheel de grootste weldaad kunnen bewijzen, wel ke thans verschaft kan worden: de quaeslie toch 'van de handhaving van de waardevastheid van den gulden is op het oogenblik het grootste lands belang, dat bestaat. Zou dit doel niet bereikt worden, dan staat ons land op den duur evenzeer open voor al de vreeselijke avonturen, die op nagenoeg alle klassen der bevolking op vernie tigende wijze zullen inwerken, in de eerste plaats op de klassen der z.g. in- tellectueelen, der kleine spaarders en dor arbeiders, en die veel erger gevol gen zullen medebrengen dan. de thans doorgevoerde inperking der uitgaven, hoe pijnlijk die maatregel op zichzelf ook op het oogenblik voor velen moge zijn. Wij zijn thans op den goeden weg gekomen, dat van vele zijden dat aller grootste landsbelang wordt ingezien. Karaktervastheid en verstandig overleg (moeten ons thans verder langs dien eenig juisten weg leiden." liet Utrechtsch Prov. Weekblad teekent hierbij aan: Ziellier bet oordeel van den eersten fi nancier van het land, aan wiens deskun digheid in de tegenwoordige financiëele en economische vraagstukken door nie mand. wordt getwijfeld en wiens advies ook door buitenlandsche regeeringen her haaldelijk gevraagd wordt. Temidden van de verguizing en kleinee ring, waaraan onze minister van financiën blootstaat, doet het goed zulk een onver dacht getuigenis te lezen, dat den tegen stander een blos van schaamte op de kaken moet jagen. Gelukkig land, dal een zijner zonen, smaad en hoon trotseerend, in het besef van zijn roeping, op de bres vindt om de middelen te beramen tot redding voor bet gevaar van maatschappelijken onder gang. Nog een getuige. Het zal goed zijn, wanneer cle natie de waarschuwingen barer grootste mannen op financieel en mercantieel (handels-) gebied niet in den wind slaat, beter nog er ernstig rekening mede houdt. Haar grootste mannen, zeggen wij, on verschillig van welke politieke richting. Daarom wezen wij vroeger reeds op liet oordeel van prof. Treub, den vroege- ren voorman der vrijzinnig democraten. En heden in de eerste driestar op dat Van den liberalen heer Vissering. En wij- zon wij nu in deze tweede driestar op 'dat van den chr. historischen heer Van Aalst. a Dat van den antirevolutionairen mi nister van financiën (H. Colijn) gaven wij o.a. ook reeds in ons no van Zaterdag. Onze financieele toestand. Dr C. J. K. van Aalst, president van de Nederlandsche Handelmaatschappij, heeft zich laten interviewen door het Week blad „Middenkoers". Na als zijn meening te hebben uitgesproken, dat er groote kans is, dat wij spoedig komen te staan voor een ooconomischen oorlog en in verband daarmede aan zijn protectionis tische zienswijze uiting te hebben ge geven, merkte de heer van Aalst ten aanzien van ons land o.a. 'tvolgende op: „Nederland gaat, naar mijn meening, nog een moeilijk, maar volstrekt niet ho peloos tijdperk tegemoet. Wanneer wij het hoofd boven water willen houden, zal lief echter noodig zijn de individueele productie wat op te voeren. Op het oogen blik wordt er in ons land lang niet hard genoeg gewerkt. Nu is het waar, men moet eerst werk hebben, om hard te kun nen werken, maar men zal mij toegeven, dal zij, die dan wel in die positie ver- lceeren, over het algemeen heel wat meer konden afleveren dan zij thans per dag doen. Wanneer dit in de toekomst nu eens wel geschiedde,' dan zijn de hulp bronnen van ons land ruimschoots vol- doende om een betrekkelijke welvaart te verzekeren. Het is ook noodzakelijk, dat de staats- begrooting uitsluitend gemaakt wordt. Die voor bet volgend jaar zal in theorie wel sluiten, maar ik ben er nog niet zoo van 'overtuigd, dat dit in de praktijk evenzoo zal gaan. Het kon weieens gebeuren, dat de geraamde inkomsten veel verminder den. Onze belastingen zijn veel te hoog. Die zijn zoo boog opgevoerd, dat zij kapitaal vorming absoluut verhinderen. De groote spaarders hebben geen aanleiding meer om zich in te spannen om nieuw kapitaal, dat nieuwe ondernemingen, nieuwe za ken, nieuwe werkgelegenheid beteekent, te verzamelen. Er wordt een te groot 'deel van afgenomen. Het is voor de samen leving waarlijk geen voordeel, wanneer dezen groofen spaarders de prikkel ont nomen wordt om zich' in te spannen, wan neer hun werklust en hun werkkracht op non-activiteit gesteld worden en zij zich' gaan vergenoegen met inkomens, die voor lnm levensonderhoud, dit moge nog zoo weelderig zijn, voldoen. Zoodra zij groote kapitalen méér verzamelen, dan zij voor zichzelf noodig hebben, komen deze di rect ten nutte van de samenleving.'" Naar liet oordeel van den heer Yan Aalst is Nederland op het oogenblik bezig zijn kapitaal in te teren. Wanneer geen in grijpende veranderingen plaats vinden, is inflaie van tons ruilmiddel op den duur niet te vermijden. „Het is ook", aldus merkte de president verder nog op, „een dwaze distributie van kapitaal, door dit den kapitalisten weg te nemen en het den werklooze te geven, zonder dat dezen daarvoor eenigen arbeid verrichten, welke liet land ten goede kan komen. Op deze wijze wordt het kapitaal, dat opgestapeld denzelfden werkloozen werkgelegenheid zou verschaf fen, betgeen vroeg of laat toch altijd met kapitaal gebeurt, het land uitgezonden, maar plaatsen, waar er wel productie te genover staat. Het land verarmt en op den duur is bet geld voor dien steun er ook niet meer!" Een verbetering. In ons radio-verslag van minister Co- lijns rede (no van Zaterdag) punt IH, waar de vraag gesteld is of we er in 1925 waren wanneer een sluitend budget te zien wjis, schreven wij „Wij zijn er in 1925 nog niet. Wij moe ten er op rekenen, dat er nog een stijging te wachten is, waaraan men niet kan ontkomen. Nu hebben wij geen vlottende schuld, maar tegenover de schatkist biljetten staan evenveel vorderingen van Staatswege." Dit maar (de aandachtige lezer zag het wellicht reeds) moet zijn want. Er moet echter, gelijk minister Colijn in „De Standaard" verbetert, aan wor den toegevoegd „Maar toch zal er weer een zoodanige schuld, en daarmee de behoefte aan con solidatie, ontslaan, omdat" (gelijk in ons verslag staat. Red.) „(het 2e halfjaar van) 1924 nog een tekort zal hebben op den gewonen dienst, terwijl de buitengewone uitgaven voor het resteeronde deel van 1924 en voor het geheele jaar 1925 een beroep op de geldmarkt zullen noodig ma- kien. Door dit alles zal de dienst van de Nationale Schuld nog stij g en". Deze laatste volzin had in ons radio verslag belmoren voor te komen. Onderwijs-uitgaven door de Gemeente besturen. In de gemeenteraadsvergadering van St Laurens, van heden kwam in behande ling e©n brief van den minister van On derwijs met opgaaf van de kostenbijdrage voor de R.H.B.S- te Middelburg over 1923. Waar dergelijke zaken in de meeste ge meenteraden een punt van bespreking uit maken, meenen wij goed te doen, mede in verband met de protest-actie te dezer zake gevoerd eenigjszins uitvoerig de besprekingen hierover weer te geven. De voorz., burgemeester Melse, sprak als volgt: Zooals u uit den brief van den Mi nister van Ouderwijs is gebleken,, moet onze gemeente over 1923 f 782,31 bijdra gen in de kosten van de Rijks Hoogtere Burgerschool te Middelburg. Wij hadden voor dit doel op de begroeting gebracht een bedrag evenredig' aan dat van vorige jaren. Dit jaar zijn de kosten echter hij zonder hoog, zoodat de daarvoor aan gewezen post ontoereikend is. We zullen derhalve de begroeting' van dienstjaar '24 moeten wijzigen om do noodige gelden voor deze uitgave te kunnen vinden. Hierover is in de laatst gehouden ver gadering van B. en W- in den breede ge sproken. Een der wethouders heeft ern stige bezwaren geoppterd, welke door ten anderen wethouder en mij worden ge deeld. Teneinde u die bezwaren te doen weten, geel ik het woord aan wethouder Van 't Iloff. Dieze brengt het volgende in het mid den: Mijnheer de Voorzitter, Dieze missive van den Minister van Onderwijs plaatst ons voor 'een moeilijk feit, waarvoor ik geen bevredigende op lossing heb kunnen vinden. Wanneer ik de hegrooting' na ga, blijkt, dat om deze sluitend to maken, de Hoof delijke Omslag successievelijk is moeten worden opgevoerd tot f 8500', voorname lijk als een gevolg van de hooge bijdragen voor het Middelbaar-, Nijverheids"- en Lager onderwijs. D'e eisch, welke door deskundigen op financieel gebied voor de Rijks directe belastingen wordt glesteld; n.l. dat zij1 ver laagd moeten worden om kapitaalvernieti ging te voorkomen, geldt ook voor onze gemeentelijke belasting. Bovendien dringt de daling van het belastbaar inkomen welke reeds plaats heeft, en die nog groo- ter zal worden, om te zien naar maatre gelen, welke onze belasting zullen doen verminderen. Gaan wij de uitgaven op onze begrooting na, dan, springt dadelijk in het oog, dat de bedragen, welke daarop door den raad vrijwillig en onder eigen veiantwoordelijkhokl zijn gebracht, nau welijks voor verlaging in aanmerking kun nen komen. Door onze belastingbetalers wordt zelfs geklaagd en terecht dat zij in de gemeente zoo weinig zien tot stand komen. Buitten de schuld en buiten den wil van den Raad zijn wij geleidelijk in oen verkeerd spoor geraakt, hetgeen duidelijk blijkt als men nagaat, dat onze gemeente met 885 inwoners en een Iloofdelij'ken Omslag van f 8500 al leen reeds voor Onderwijsbijdragen wordt belast met een bedrag van f 3376. In het steeds moeten opvoeren van den. Ilöof- delijken Omslag schuilt een gvoojt gevaar. Wat nu de onderhavige kwestie betreft, zou men oogenschijnlijk denken niet voor een moeilijkheid te slaan. Immers art 36 quater van de wet op het Middelbaar Onderwijs schrijft de gemeenten dringend voor bedoelde kosten te betalen. Maar de voor onze gemeente al te hooge onderwijsbijdragen maken het onmogelijk gelden te vinden voor dringend noodige aangelegenheden. Ik noem b v. de on voldoende regeling van de brandweer, straat- en wagsvcrbetcring, rioleering, in richting secretarie. Die hooge uitgaven zijn dus een beletsel, dat zaken, welke in het belang onzer gemeente zijn en dus in. de eerste plaats behooren tot de taak van het gemeentebestuur, niet in behan deling kunnen worden genomen. Hier nu begint voor ijjij de moeilijkheid. Bij het -aanvaarden van mijne betrek- Icing als raadslid heb ik den eed afgelegd, dat ik de belangen der gemeente St Lau rens mei al mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen. Had ik alleen met dit ge deelte van dien eed rekening te houden, dan stond ik thans vwor geen moeilijkheid; ik zou eenvoudig doen, wat het belang van onze gemeente eischt. Maar, mijnheer de Voorzitter, er is meer. In den voren- bedoelden eed hebik ook verklaard, 'trouw te zweren aan de Grondwet en de weiten des Rijks. Niemand kan twee he-e- ren dienen. Blijf ik trouw aan de Rijks wetten, dan bon ik er van overtuigd, de belangen onzer gemeente niet te behar tigen. Behartig ik daarentegen de ge meentebelangen, dan ben ik ontrouw aan de Rijkswetten en daarom is het mij niet mogelijk een beslissing te nemen. De Rijkswetgever heeft zeker niet voorzien, dat er een grens is, waarover men niet been kan of men komt met het een of liet ander in strijd. Naar mijn vaste over tuiging zijn wij op; zijn minst die grens genaderd en daarom kan ik in deze aan gelegenheid geen beslissing nemen. Moch ten de overige leden van den Raad mijn gevoelen deelen, dan, Mijnheer de Voor zitter, stel ik voor den Minister van On derwijs in kennis te stellen met onze zienswijze. Vuile laster. De Parijsche Temps liet zich onlangs uit Warschau seinen, dat de firma Krupp de 26000 H.A. grond in het Donets-gebied, die zij van de Sowjetregeering in pacht heeft voor landbouw, al nagenoeg heeft volgebouwd met ijzergieterijen en fabrie ken voor bet maken van oorlogstuig. Ofschoon deze bewering te mal is om los te loopen (de groote fabrieken van Krupp te Essen beslaan slechts 120 H.A. en het zou materieel onmogelijk zijn in. de twee verloopen pachtjaren 26000 H.A'. met fabrieken vol te bouwen), schrijft de firma aan de Köln. Ztg. dat zij er aan wanhoopt, meteen tegenspraak van de zen onzin in Frankrijk geloof te vinden. Zij noodigt daarom den steller van het bericht uit, haar pachtgronden in Rus land met een bezoek te vereeren, dan kan hij zich overtuigen, dat ze slechts voor landbouw gebruikt worden en dat er alleen één werkplaats is voor het herstel van landbouwwerktuigen. De firma stelt één voorwaarde: de Fransclie journalist moei 1000 Zwitsersche franken deponee- ren bij een Zwitsersche bank, die, als hij alles in orde vindt, bestemd wórden voor arme kinderen aan de Roer. Vindt hij werkelijk een of meer fabrieken van oor logstuig op het terrein, dan stelt Krupp 100,000 franken voor hetzelfde doel be schikbaar. Noodweer in het buitenland. Volgens padere berichten over den wer velstorm in Ohio wórdt Ijet aantakdooden reeds op vijfhonderd en dat der gewon den op 3500 geschat. De materieele schade zou 65 millioen dollar bedragen. Behalve het Cleveland-district, dat op Amerikaansche wijze van stormen heeft te lijden gehad, wordt ook uit andere

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 1