iUS"
No 2
Woensdag 25 Juni 1924
38e Jaargang
1-Hnishoudster.
aarpandbrieven.
uinbles Merrieveulen,
1037.
n stukken van
n stukken van
OOO.
kKERIJ.
Dd
irijvlng te koop
Hooigras,
bury te koop,
tveulen en Biggen.
330 Reed. Weiland
like Dienstbode,
2e Knecht,
lenlijke Dienstbode
Bij Huidjeuk en ook bij Muggenbeten geeft het inwrijven
met PUROL dadelijk verlichting. Bij Apoth. en Drogisten.
Wonden
Klooster balsem
GRENADINE5AU5
der Staten-Generaal
iten-Generaal en Bur-
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no, 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
1—4 regeis f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Haag.
tie H. KOSTER.
)irectie C. B. v. d. WAL.
9 m
ibosch houdt ZITTING
Café „De Eendracht"
Zij, die zich met 1 Juli op „de Zeeuw"
abonneeren. ontvangen de vóór dien da
tum verschijnende nrs. gratis.
ootste gemeente van
landeren wordt, we-
der vrouw en gebrek
p aangeboden
gelegen in een der
straten, kort bij tram-
veel vreemdelimgen-
n bij de vluchthaven,
schippers. Tegenwoor-
looreen twaalf zakjes
jeel per week. Geen
joDge energieke men-
luxe bakkerij op de
aar voor enorm veel
Desnoods direct te
Brieven onder motto
,n LITTOOIJ'S Boek
euzen.
contant
in de Weel te 's-Gra-
rake). Mag tweemaal
■den. Biljetten in te
of op 27 Juni a. s.
rER te Kapelle.
doet Joziasse.
E KOOP:
kpaard met veulen,
BEIL, Noordweg,
Middelburg.
ur uit twee.
Gravenstraat,
Middelburg.
E KOOP:
ud, bij J. JANSE Dz.,
Middelburg.
E KOOP
Cz., Moesbosch,
Koudekerke.
voor 1 of 3 jaars
rke. Briefjes tot en met
ROOSE, Koudekerke.
tegen Augustus
n boerenstand.
A S S E, L. Burg B 5,
gevraagd
LENBERG,
Landbouwer, Ierseke.
;evraagd wegens ziekte
jordige
J. OELE, Kruiningen.
:fgeval wordt gevraagd
*ustus of eerder
uishoudster, van de
beneden de 40 jaar.
zijnGezond gestel,
adê koken, zelfstandig
Ikomen mét de huis
de hoogte en van
gschriften voorzien,
even aan A.WIELAND,
Terneuzen.
r
ART. 123 R. R.
Wie zijn oor in de politiieke sfeer
te luisteren legt, verneemt alom het
gerucht van de wap-ensmidsen, waar
voor het publieke tournooi van 1925
wordt gewerkt, 't Schijnt, dat met na
me de Anti-revolutionaire partij het
in dien kamp zwaar te verantwoor
den zal krijgen. Men smeedt de wa
penen, men veegt het zwaard om het
speciaal tegen haar te keeren. Dat is
niet erg; zij is den feilen strijd ge
woon. Dat. is evenmin verontrustend;
ze kan tegen een houw. Maar z'e mag
toch zeker wel vragen, in een eer-
lijken strijd met eerlijke wapenen te
worden aangevallen. En bijzonderlijk
meent ze gerechtigd te zijn, dat te
vergen van de partijen, die haar liet
naast staan, die zeggen met haar op
denzelfden bodem der beginselen te
leven. Ze vraagt dat aan de Staat
kundig Gereformeerde Partij, die in
haar orgaan „De Banier" haa.st van
week tot week bezig is wapenen tegen
liaar te smeden. Wapenen van niet
al te deugdelijke makelij.
't Schijnt, dat nu ook de S. G. P.
voornamelijk haar zwaard tegenover
ons wil gaan scherpen met de anti
papistische vijl. Althans dien in
druk geeft het artikel in „De Banier"
van 12 Juni j.L, onder het opschrift:
„Artikel 123 R. R." Dat artikel is
niet al te logisch van betoogtrant en
daarom zou het wellicht eenvoudig
voor kennisgeving kunnen worden
aangenomen, ware het niet, dat het
eenvoudige publiek, gewoonlijk op den
klank van een paar dikke uitdrukkin
gen afgaande, zoo lichtelijk' half of
geheel onware voorstellingen voor een
gezond, christelijk oordeel aanvaardt.
Men behoeft den naam der A. R.
Partij maar te onthullen met eenige
uit haar verband gerukte uitspraken
van Groen, met een verwijzing naar
de Roomsche aanmatiging en „de coa
litie", enze is reeds voor de
vierschaar geoordeeld.
Opdat zich nu ook' weer niet om
„artikel 123 R. 11." een valsche le
gende tegenover de A. R. Partij ga
weven, is het wenschelijk dat Banier-
artikel, van de hand des hoeren Kner
sten) te 11 (otterdam) vermoedelijk
een broeder van den leider der S.
G. P. onder het ontleedmes te
nemen.
Eerst de zaak zelve.
Artikel 123 van het Regeeringsreg-
lement van Ned.-Indië zegt:
„Die Christenleeraars, priesters en zen
delingen moeten voorzien zijn van een
- door of. namens den Gouverneur-Gene
raal te verleenen bijzondere toe,la.ting om
hun dienstwerk in eenig bepaald gedeelte
van Nederlandsch-Indië te mogen ver
richten.
Wanneer die toelating schadelijk wordt
bevonden, of de voorwaarden daarvan
niet worden nageleefd, kan zij do-or den
Gouverneur-Generaal worden ingetrokken"
Men zou meenen, dat elk geloovig
Christen, die geen voorstander van
Caesaropapie of van een Staatskerk
is, mét de A. R. Partij, deze aan
matiging van de wereldlijke Overheid
in principe veroordeelt;' haar „sma
delijk acht voor de zendelingen, voor
de zending én voor haar Zender".
Men verbaast er zich over, dat bij-
zonderlijk een gereformeerd Christen
ze niet aanstonds in strijd oordeelt
met de gereformeerde beginselen der
heidenzending. Doet de S. G. P„ doet
■de heer Kersten van Rotterdam dat
niet?
„Gaat honen in de. geheel® wereld, p-re-
idikt het Evangelie aan alle creaturen".
(Mark. 16:15). „Ga,at dan henen, onder
wijst alle de volkeren, hen doopende in
-den naam des V.aders, en des Zo-ons, en
des Heiligen Geestes". (Matth. 28:19).
Aldus luidde feet laatste bevel van
'den Koning vóór Zijn hemelvaart aan
Zijn strijdende Kerk pp aat'de.
Art. 123 R. R. zégt: Maar alvorens
U op te maken om aan dit bevel van
Uwen hemelsciien Koning te gehoor
zamen, zult Ge ,U hebben te verge
wissen. of de Onderkoning- van „tro-
pisch-Nederlarid" U daarvoor wel zijn
nooge vergunning zal wenschen te
verleenen.En zoo niet Ge zuU
er Uwe handen van af houden. Zóó
is plastisch voorgesteld, hel beginsel.
Meent de heer Kersten, dat dit „recht"
.is?
En de praktijk? Men leze 'art. 123
•nog eens:
„Dio C h r i s f e n-leeraars en priesters
en zendelingen mo-eten voorzien zijn
De Mah omed aan sc h e zende
lingen kunnen vrijelijk hun propagan
da drijven. Meent de heer Kersten,
dat art. 123 ongewijzigd moet blij
ven? Of doorzag hij de beginselen en
de consequenties van deze regeling
niet? Waarom schrijft hij er dan over?
De A. R. Partij is inderdaad van
meening, dat art. 123 R. R. moet
gewijzigd worden. Ze steekt deze mee
ning voor niemand ter wereld onder
stoelen of banken; ze durfde en durft
er openlijk' piee voor de publieke opi
nie te komen. Mits haar bedoeling
slechts -eerlijk' gekeurd worde en er
geen valsche voorstellingen van wor
den gegeven, uitermate geschikt om
den politieken blik van de eenvoudi-
gen in den lande te benevelen. Reeds
in 1878 schreef -de A. R. Partij in art.
18 van haar Program van Beginselen
tegenover het Mohammedanisme
het Christelijk karakter -der natie niet ver
loochend.;
Bij de wijziging van dit artikel in
1916 werd in de plaats van deze een
voudige uitspraak van het beginsel
de meer gepreciseerde clausule ge
steld
„Die kerstening van Indië blijve roe
ping van het Christenvolk in het moeder
land, maar vinde, als ook uit staatkundig
en maatschappelijk oogpunt van overwe
gend belang, bij de koloniale regeering
tegemoetkoming', beide in het verlee-
ne n v an v o 11 e v r ij Ja -e i d en in bet
geldelijk steunen van onderwijs en kran-
kenverpleging
Wij spiatiëerden de woorden: in liet
verleenen van volle vrijheid.
In overeenstemming nu met deze
beginseluitspraak dringt de A. R. Par
tij aan op wijziging van art. 123 R. R.,
dat voor deze begeerde vrijheid een
groote belemmering vormt, welke
nota bene! aan het Mohamedanis-
me niet is in den weg gelegd.
In het Program van Actie voor de
stembus van 1918 (art. 13a) werd door
haar gevraagdDoor wijziging van a,rt.
123 van het Regeeringsreglement mo
ge elke Christelijke K'erkformatie haar
behoorlijke rechtspositie erlangen. De
toelichting van-dit programpunt luidde
„Als derde punt van Staatsbeleid op
Indisch Koloniaal terrein mocht een ver
wijzing naar het kerkelijk geding ons niet
onthouden worden. In 1913 lag er als
vrucht van wat de heer Minister De
Waal Malefijt ondernam, reeds een keurig
rapport over het geding gereed. Artikel
123 van het Reglement mocht den ker-
kelijfcen toestand niet blijven behe-erschen
en zulks te minder, daar artikel 122 toch
reeds, aan wie ande-rsg-ezind was, afdoen-
den waarborg bood, om wat hij duchtte
buiten te sluiten. Er viel niet aan te
denken, om ten dezen o-p- eenmaal den
vollen slag te slaan, en opk al kon men
voorshands niet verder komen, dan het
zoo uitnemende rapport inzake Artikel
123 voorstelde, zoo zou toch voor recht
en rede de winst van ho-o-ge betoekenis
zijn, on aan het volstrekt onhoudbare van
den Inaischen toestand een einde zijn
gemaakt. Het ergert en is onhoudbaar,
dat men in Indië nog altoos een mono
polistische Staatskerk in stand houdt, die
een puur administratief karakter draagt,
alle geestelijk leven scheppende kracht
buitensluit, en de vrije Christelijke kerken
noodzaakt zich als private genootschappen
aan te dienen. Als minister van Ko-loniën
zag de lieer Die Waal Malefijt dit terstond
in, en de commissie van ho-og karakter,
die hij benoemde om over dit vraagstuk
te rapporteeren, verrijkte het koloniaal
archief met oen voortreffelijk manuscript
't Wacht dus alles sl-echts op- de omzet
ting van dit rapport in zijn wettelijken
vonn. En wat ten deze nog m-o-ge gewij
zigd worden, dat zal in elk geval gewon
nen zijn, dat de Staatskerk zich allengs
regenereert, en dat de Christenen, die
huiten de Staatskerk een Kerkelijk leven
wenschen te scheppen, niet langer genood
zaakt worden, dit in den vorm van een
burgerlijk genootschap- te do-en, maar met
vlag en wimpel in top zich ook hunner
zijds als Christelijke Kerk kunnen aan
dienen".
Het Program van Actie 1922 her
haalde dezen eisch in de woorden:
„Wijziging van art. 123 R. R." De
toelichting adstrueerde den eiscli na
der jn deze bewoordingen
„Wij behoeven niet uit te wijden over
do ojideideelen van het derde punt. Alleen
vereischt eenige toelichting, waarom wij
in ons Pro-gram van Actie gewagen van
wijziging van art. 123 van het Re
geeringsreglement, instede van te spre
ken van intrekking van dit artikel, ge
lijk voorheen wel placht te geschieden.
Ten slotte zal liet ongetwijfeld moeten
komen tot een schrapping van art. 123,
maar men mag niet over het hoofd zien,
dat in de kringen, ook van onze eigen
zendingsvrienden, velen dit artikel zij
het veranderd wel willen behouden,
omdat zij van oordeel zijn, dat door dit
wetsvoorschrift z.g. „dubbele zending"
■kan worden vo-orkomen. -Om clie reden
kunnen wij o-ns- -er bij neerleggen, dat
voor -s h a n d s een regeling worde ge
troffen, die het smadelijk karakter weg
neemt, dat in art. 123 ligt opgesloten,
temeer, omdat ter bereiking van dit do-el
samenwerking met anderen noodzakelijk
is. Daarom spreekt Ons Program van
Actie, -evenals trouw-ens in 1918, van
wijziging van art. 123".
In de breedere toelichting op- de
on-derdeelen van dit P. v. Ai in „De
Standaard" gegeven, las men:
„Voor wie Christelijk denkt en dus
weet, dat alleen bij het licht van Gocls
Woord, ook voor de volken de wegen zijn
te vinden,' waarin des Heeren zegen kan
worden ingewacht, lijdt het geen twijfel,
dat een koloniaal beleid, dat zou meenen
te kunnen volstaan met het verspreiden
van stoffelijke welvaart en van technische
ontwikkeling, te kort moet schieten. Ook
de volkeren moeten „de Waarheid ver
staan" opdat zij door de Waarheid wer
kelijk vrijgemaakt worden.
Maar deze blijde boodschap der Waar
heid kan hun niet gebracht worden dooi
de Overheid; zij moet hun toekomen van
de Westersclie volken zeiven, maar in
het bijzonder van Kerken en van vpr-
eenigingen; en de Overheid heeft te dezen
opzichte slechts do taak om de inwerking
van dit Christelijk initiatief vrij te laten
en. mogelijk te maken. Wij verlangen niet
dat de Overheid in Indië den Christe-
lijken godsdienst zal brengen, maar wel
verwachten wij van haar, dat zij, een
volk vertegenwoordigend als het Neder-
landsche, dat alles aan het Christendom
dankt, ook in Indië de groote en heilzame
kracht van die religie erkenne en dus
de verkondiging des Evangelies' als een
ook door haar nuttig geachte zaak be-
schouwe.
In den loop der tijden is er te dezen
opzichte verbetering gekomen. Er is een
lijd geweest, waarin de verkondiging van
het Evangelie eigenlijk uit politiek oog
punt niet werd gewenscht; omdat men
daarvan vreesde verstoring van orde en
rust, of omdat men daarvan voorzag
een meer zelfstandig worden van den
Inlander, dat men niet wensclite; óf om
dat men in gemoede oordeelde als een
auteur, die nog betrekkelijk kort geleden
schreef, dat het Christendom in Azië ge
boren, de minst Aziatische van alle gods
diensten is. Het was de tijd. toen een
Landvoogd aan den Minister schreef, dat
de maclit van den Gouverneur-Generaal
(in kerkelijke zaken) bovenal onverdeeld
en onverminderd behoorde te blijven „te
genover de overdreven neigingen van
sommigen om de bekeering der inlanders
tot den christelijken godsdienst te bevor
deren".
Er is, zeiden wij, in den loop der
tijden verbetering gekomen; de christe
lijke zending wordt practisch niet meer
als staatsgevaarlijk geweerd; die verbete
ring is echter geen vrucht van een in het
Westen toegenomen erkenning van de on
misbaarheid van het Christendom voor
de wezenlijke verheffing van de Oos-
tersche volken, maar gevolg van het feit,
dat de Christelijke zending het tegen haar
gekoesterde wantrouwen schitterend heeft
beschaamd, en haar heilzame werking
op tal van plaatsen heeft geopenbaard,
Toch leven de sporen van dit wantrou
wen nog voort in art. 123 van het Ind.
R. R„ dat de zendelingen voor de oefe
ning van hun dienstwerk aan vooraf
gaande goedkeuring cler Overheid bindt,
en dus onder een preventief toezicht
plaatst, als voor niemand anders in In
dië wordt noodig geacht. Tegen clgj art.
123, dat smadelijk is voor de zendelingen
en voor de zending on voor haar Zender,
ga onverzwakt ons protest. Tot ons leed
wezen wordt in deze zienswijze niet ge
deeld door allen, die de beteekenis van
de Christelijke zending voor Indië hoog
stellen. Met name oordeelt de Zendings-
director Dir J. W'. Gunning dat terecht
in art. 123 R. R. het preventies e toe
zicht op de zendelingen wordt ingesteld
en dat de strekking en werking van dit
artikel heilzaam zijn. Trouwens hij yer-
werpt ook geheel de gedachte, dat het
smadelijk kan zijn voor de zending. Wij
kunnen hier niet ingaan op het betoog.
dat van zijne hand in het November
nummer van de Stemmen des Tijds werd
opgenomen. Ook na lezing van dat artikel
blijft wijziging van art. 123 voor ons
eisch."
„In de Troonrede van 1919 werd zij
aangekondigd; het voorstel bleef evenwel
uit en officieel werd er verder niets
van vernomen.
In vroegere jaren werd onzerzijds
krachtig gepleit voor schrapping van art.
123 R.R. In later jaren werd ook in de
kringen van onze zendingsvrienden het
getal niet zoo klein van hen, die wel oog
hebben voor den smaad, die in dat artikel
ligt en die daarom wel wijziging wensch-
ten, maar die het een voordeel achten, dat
dit artikel z.g. „dubbele zending" kan
voorkomen en die het daarom ver
anderd wel willen behouden. Wij stel
len geen prijs op dit artikel; ook niet
in verband met de dubbele zending. Dier
gelijke zendingsconcurrentie, die niet al
leen van R. K. zijde is voorgekomen,
betreuren wij diep, maar wij achten dit
artikel tot beteugeling van dit kwaad
ook blijkens de ervaring, niet- afdoend;
wij achten de nadeelen aan dergelijke
bemoeienis van Overheidswege verbon
den, grooter dan de voordeelen en wii
durven het met de vrijheid, ook op dit
gebied, wel aan, al weten wij, dat die
vrijheid ons ook strijd en moeite en
verdriet zal brengen.
Echter afschaffing van art. 123 R. R.
is voor ons niet de hoofdzaak. Hoofd
zaak is voor ons een andere regeling,
die het smadelijk karakter wegneemt en
indien deze door samenwerking met an
deren te verkrijgen is, dan willen, wij
ons daarmede voorloopig tevreden stellen.
Daarom spreekt ons Program van Actie
evenals in 1918 van wijziging van
art. 123."
Ziedaar in helle kleur geteékend
de banier, -die door de A. R. Partij
ter zake van art. 123 R. R. wordt
opgeheven, en welke banier zij, gelijk
gezegd, voor niemand ter wereld ver
bergen wil. Waarmede zij gerustelijk;
de politieke arena durft binnenrijden,
mits wederpartijder en geestverwant
in ruimeren zin slechts zoo vriende
lijk willen zijn, aan de goê-gemeente
geen verhalen op- te disscnen, die
haar, zelf deswegen onkundig, van
het bedoelen der A. R. Partij een
volmaakt scheeve voorstelling geven.
Die eerlijkheid heeft de heer Kersten
in zijn artikel in „De Banier" van
12 Juni niet betracht. Laat ons daar
om in de tweede plaats dat artikel
onder het oog nemen.
(Wordt vervolgd.)
J veroorzaakt door brandei), snijden
of stopten, builen en insectenbeten
dadelijk behandelen met AKKER'a
Herriot te Parijs terug.
HerrLot is Maandagavond te Parijs te
ruggekeerd. Hij zeide aan de talrijke jour
nalisten en de leden van het ministerie,
'die hem aan het station opwachtten, dat
hij zeer tevreden was over zijn reis. Dit
hebben wij bij terugkeer van eiken minis
ter van een conferentie vernomen, Even-
wel is men te Parijs omtrent de resultaten
van Herriot's reis buitengewoon sceptisch
gestemd.
De kwestie van het garantieverbond,
wat de hoofdzaak is, waarom, alles draait,
•is merkwaardig genoeg d-oor Mac Donald
zelf in zijn verklaring voor het lagerhuis
niet aangeroerd.
Die stemming in de wandelgangen van
de kamer en den senaat is niet buiten
gewoon voor Herriot en men verwacht
dan ook een zeer heet debat.
Vechtpartij in den Rijksdag.
Het is gisteren een onbeschrijfelijke
ruzie en vechtpartij in den Diuitschen
Rijksdag geweest, naar aanleiding van
de besprekingen over de amnestie aan
politieke gevangenen. Het gevecht over
trof alles wat tol heden in don Rijks
dag yertoond is. Uit de communistische
banken vlogen inktpotten naar des spre
kers hoofd en er voorbij tot in de banken
der regeering. Tal van colbertjasjes ver
toonden plotseling zwarte vlekken. Boe
ken en andere papieren volgden. Allen
schreeuwden en raasden wild dooreen.
De zitting werd toen geschorst en de
communisten vertrokken. Maar toen wer
den de sociaal-democraten slaags met de
rechts-che gro-epien. En nu kwam li-et wer
kelijk tot een geregeld handgemeen. Ster
ke socialisten grepen Dluitschvölkischen
bij de keel. In het midden van de zaal
drongen en vochten zeker 80 tot 100 men-
aenpame
Ui ceder pa^è
idelhesp
schen van beiderlei kunne dooreen. Eu
slechts een tweede schorsing van de zit
ting kon erger voorkomen.
Korte berichten.
- Hertzog heeft de taak om een mini
sterie te vormen jaangenomen. Zijn kabinet
is reeds gereed. Hij zelf is premier.
D|e berichten uit de verschillende
landbouwdistricten in Engeland openen
het vooruitzicht op zeer goede oogsten.
D© periode van zonneschijn is juist ter
goeder "ure gekomen na langdurig) voch
tig, groeizaam weer. De eerste snede van
den hooioogst zal overvloedig zijn,
terwijl ook de graanoogst vermoedelijk
boven het gemiddelde uitkomt. p
-Te Somm-erein bij Brack (Neder-Oos-
tenrijk) heeft een troep van 200 a 300
burgers een aanval gedaan op- eenige
soldaten. Eenige personen zijn gewond.
Een onderzoek is- ingesteld.
Minister Col ij n voor de draad-
1 o o Z e. N
Vrijdagavond a.s. zal de Minister van
Financiën, de heer H. Colijn, voor den
zender van de Hilversumsche seintoestel-
lenfabriek een radio-rede houden over:
„De financieele toestand van Nederland
en de toekomst". Om, 9 uur vangt Minis
ter Colijn zijn rede aan.
Fees t-C omit é- Zilveren Jubi
leum Petronella Hospitaal.
Dit comité heeft op 3 Juni een feest
gave, groot f 36,876,75, afgedragen aan
vertegenwoordigers van den kerkeraad
van Amsterdam. De presidente van het
Comité, mevrouw C. van Eeghenvan
Marie, deed de afdracht vergezeld gaan
van een toespraak met een keurig boek
deel, waarin vermeld staan de plaats
namen met de giften.
Er komen dus, zoo sprak, zij o. a., nog
ongeveer 13 duizend gulden te kort. Maar
die kunnen er nog wel komen! Met den
bouw moest een aanvang gemaakt wor
den en voor de loopende onkosten moest
er thans een groot bedrag in kas zijn.
Doch die bouw duurt nog tot Mei 1925,
en in dit h e e 1 e jaar blijft de of
ferbus bij onzen penningmees
ter Dr Scheurer te Ermelo nog
open. En wij blijven verwachten, dat
in den loop van dit jaar de j-esteerende
13000 gulden nog wel bijeen zal komen.
Aan 't ons gezonden verslag der sa
menkomst is een woord van dank toe
gevoegd, waaraan wij onderstaand ont-
leenen
Maar ook onze dank aan allen, die
door hun milde gaven medewerkers Gods
hebben willen zijn, en dit groote werk
in Zijn wijngaard hebben gesteund. Een
maal in den dag der dagen zullen wij
misschien verbaasd staan, als wij zien,
hoe onze bijdrage, klein of groot, eeuwige
winste heeft gebracht aan hen, wien de
Hee-re door dit werk der Zending in ons
Petronella Hospitaal Zijn stem heeft la
ten hooren. Hoe Hij zich in dien dienst
der liefde aan vele harten heeft willen
openbaren als de Heiland der wereld.
Onzen dank aan de Algemeene Hoof
den der Vereeniging „Dr Scheurer's Hos
pitaal"; velen hebben zich groote moeite
getroost; aan die vele Kerken, .die ons
collecten of gaven gezonden hebben; en
aan de heeren hoofdonderwijzers, die
met zooveel ijver, bij al hun drukke be
zigheden, de administratie der prikkaar-
tenactie op zich hebben genomen, en aan
die vele duizenden kinderen, die mee
geholpen hebben, die op vrije Woensdag
en Zaterdagmiddagen hun speeluren heb
ben opgegeven, en, zooals sommige 'brie
ven meldden, door koude en sneeuw
soms uren lang bezig waren. Al die jon
gens en meisjes willen wij vertellen, dat
door hun prikkaarten, zoover wij kunnen
nagaan, ongeveer f3500 bijeen kwam.
Iiieve kinderen! met jullie vele kleine
handen hebben jullie inderdaad een groot
werk gedaan!
Allerlei.
Van (Jen adjudant der Koningin, ba
ron de Vos van Steenwijk, is het vol
gende telegram omtrent de Vorstelijke
Familie ontvangen: Goed aangekomen te
Abisko. Iedereen wel.
De gewone audiëntie van den Minister
van Financiën zal op Maandag 30 Juni
a.s. niet plaats hebben.