iUS" No 2 Woensdag 25 Juni 1924 38e Jaargang 1-Hnishoudster. aarpandbrieven. uinbles Merrieveulen, 1037. n stukken van n stukken van OOO. kKERIJ. Dd irijvlng te koop Hooigras, bury te koop, tveulen en Biggen. 330 Reed. Weiland like Dienstbode, 2e Knecht, lenlijke Dienstbode Bij Huidjeuk en ook bij Muggenbeten geeft het inwrijven met PUROL dadelijk verlichting. Bij Apoth. en Drogisten. Wonden Klooster balsem GRENADINE5AU5 der Staten-Generaal iten-Generaal en Bur- Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no, 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 1—4 regeis f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Haag. tie H. KOSTER. )irectie C. B. v. d. WAL. 9 m ibosch houdt ZITTING Café „De Eendracht" Zij, die zich met 1 Juli op „de Zeeuw" abonneeren. ontvangen de vóór dien da tum verschijnende nrs. gratis. ootste gemeente van landeren wordt, we- der vrouw en gebrek p aangeboden gelegen in een der straten, kort bij tram- veel vreemdelimgen- n bij de vluchthaven, schippers. Tegenwoor- looreen twaalf zakjes jeel per week. Geen joDge energieke men- luxe bakkerij op de aar voor enorm veel Desnoods direct te Brieven onder motto ,n LITTOOIJ'S Boek euzen. contant in de Weel te 's-Gra- rake). Mag tweemaal ■den. Biljetten in te of op 27 Juni a. s. rER te Kapelle. doet Joziasse. E KOOP: kpaard met veulen, BEIL, Noordweg, Middelburg. ur uit twee. Gravenstraat, Middelburg. E KOOP: ud, bij J. JANSE Dz., Middelburg. E KOOP Cz., Moesbosch, Koudekerke. voor 1 of 3 jaars rke. Briefjes tot en met ROOSE, Koudekerke. tegen Augustus n boerenstand. A S S E, L. Burg B 5, gevraagd LENBERG, Landbouwer, Ierseke. ;evraagd wegens ziekte jordige J. OELE, Kruiningen. :fgeval wordt gevraagd *ustus of eerder uishoudster, van de beneden de 40 jaar. zijnGezond gestel, adê koken, zelfstandig Ikomen mét de huis de hoogte en van gschriften voorzien, even aan A.WIELAND, Terneuzen. r ART. 123 R. R. Wie zijn oor in de politiieke sfeer te luisteren legt, verneemt alom het gerucht van de wap-ensmidsen, waar voor het publieke tournooi van 1925 wordt gewerkt, 't Schijnt, dat met na me de Anti-revolutionaire partij het in dien kamp zwaar te verantwoor den zal krijgen. Men smeedt de wa penen, men veegt het zwaard om het speciaal tegen haar te keeren. Dat is niet erg; zij is den feilen strijd ge woon. Dat. is evenmin verontrustend; ze kan tegen een houw. Maar z'e mag toch zeker wel vragen, in een eer- lijken strijd met eerlijke wapenen te worden aangevallen. En bijzonderlijk meent ze gerechtigd te zijn, dat te vergen van de partijen, die haar liet naast staan, die zeggen met haar op denzelfden bodem der beginselen te leven. Ze vraagt dat aan de Staat kundig Gereformeerde Partij, die in haar orgaan „De Banier" haa.st van week tot week bezig is wapenen tegen liaar te smeden. Wapenen van niet al te deugdelijke makelij. 't Schijnt, dat nu ook de S. G. P. voornamelijk haar zwaard tegenover ons wil gaan scherpen met de anti papistische vijl. Althans dien in druk geeft het artikel in „De Banier" van 12 Juni j.L, onder het opschrift: „Artikel 123 R. R." Dat artikel is niet al te logisch van betoogtrant en daarom zou het wellicht eenvoudig voor kennisgeving kunnen worden aangenomen, ware het niet, dat het eenvoudige publiek, gewoonlijk op den klank van een paar dikke uitdrukkin gen afgaande, zoo lichtelijk' half of geheel onware voorstellingen voor een gezond, christelijk oordeel aanvaardt. Men behoeft den naam der A. R. Partij maar te onthullen met eenige uit haar verband gerukte uitspraken van Groen, met een verwijzing naar de Roomsche aanmatiging en „de coa litie", enze is reeds voor de vierschaar geoordeeld. Opdat zich nu ook' weer niet om „artikel 123 R. 11." een valsche le gende tegenover de A. R. Partij ga weven, is het wenschelijk dat Banier- artikel, van de hand des hoeren Kner sten) te 11 (otterdam) vermoedelijk een broeder van den leider der S. G. P. onder het ontleedmes te nemen. Eerst de zaak zelve. Artikel 123 van het Regeeringsreg- lement van Ned.-Indië zegt: „Die Christenleeraars, priesters en zen delingen moeten voorzien zijn van een - door of. namens den Gouverneur-Gene raal te verleenen bijzondere toe,la.ting om hun dienstwerk in eenig bepaald gedeelte van Nederlandsch-Indië te mogen ver richten. Wanneer die toelating schadelijk wordt bevonden, of de voorwaarden daarvan niet worden nageleefd, kan zij do-or den Gouverneur-Generaal worden ingetrokken" Men zou meenen, dat elk geloovig Christen, die geen voorstander van Caesaropapie of van een Staatskerk is, mét de A. R. Partij, deze aan matiging van de wereldlijke Overheid in principe veroordeelt;' haar „sma delijk acht voor de zendelingen, voor de zending én voor haar Zender". Men verbaast er zich over, dat bij- zonderlijk een gereformeerd Christen ze niet aanstonds in strijd oordeelt met de gereformeerde beginselen der heidenzending. Doet de S. G. P„ doet ■de heer Kersten van Rotterdam dat niet? „Gaat honen in de. geheel® wereld, p-re- idikt het Evangelie aan alle creaturen". (Mark. 16:15). „Ga,at dan henen, onder wijst alle de volkeren, hen doopende in -den naam des V.aders, en des Zo-ons, en des Heiligen Geestes". (Matth. 28:19). Aldus luidde feet laatste bevel van 'den Koning vóór Zijn hemelvaart aan Zijn strijdende Kerk pp aat'de. Art. 123 R. R. zégt: Maar alvorens U op te maken om aan dit bevel van Uwen hemelsciien Koning te gehoor zamen, zult Ge ,U hebben te verge wissen. of de Onderkoning- van „tro- pisch-Nederlarid" U daarvoor wel zijn nooge vergunning zal wenschen te verleenen.En zoo niet Ge zuU er Uwe handen van af houden. Zóó is plastisch voorgesteld, hel beginsel. Meent de heer Kersten, dat dit „recht" .is? En de praktijk? Men leze 'art. 123 •nog eens: „Dio C h r i s f e n-leeraars en priesters en zendelingen mo-eten voorzien zijn De Mah omed aan sc h e zende lingen kunnen vrijelijk hun propagan da drijven. Meent de heer Kersten, dat art. 123 ongewijzigd moet blij ven? Of doorzag hij de beginselen en de consequenties van deze regeling niet? Waarom schrijft hij er dan over? De A. R. Partij is inderdaad van meening, dat art. 123 R. R. moet gewijzigd worden. Ze steekt deze mee ning voor niemand ter wereld onder stoelen of banken; ze durfde en durft er openlijk' piee voor de publieke opi nie te komen. Mits haar bedoeling slechts -eerlijk' gekeurd worde en er geen valsche voorstellingen van wor den gegeven, uitermate geschikt om den politieken blik van de eenvoudi- gen in den lande te benevelen. Reeds in 1878 schreef -de A. R. Partij in art. 18 van haar Program van Beginselen tegenover het Mohammedanisme het Christelijk karakter -der natie niet ver loochend.; Bij de wijziging van dit artikel in 1916 werd in de plaats van deze een voudige uitspraak van het beginsel de meer gepreciseerde clausule ge steld „Die kerstening van Indië blijve roe ping van het Christenvolk in het moeder land, maar vinde, als ook uit staatkundig en maatschappelijk oogpunt van overwe gend belang, bij de koloniale regeering tegemoetkoming', beide in het verlee- ne n v an v o 11 e v r ij Ja -e i d en in bet geldelijk steunen van onderwijs en kran- kenverpleging Wij spiatiëerden de woorden: in liet verleenen van volle vrijheid. In overeenstemming nu met deze beginseluitspraak dringt de A. R. Par tij aan op wijziging van art. 123 R. R., dat voor deze begeerde vrijheid een groote belemmering vormt, welke nota bene! aan het Mohamedanis- me niet is in den weg gelegd. In het Program van Actie voor de stembus van 1918 (art. 13a) werd door haar gevraagdDoor wijziging van a,rt. 123 van het Regeeringsreglement mo ge elke Christelijke K'erkformatie haar behoorlijke rechtspositie erlangen. De toelichting van-dit programpunt luidde „Als derde punt van Staatsbeleid op Indisch Koloniaal terrein mocht een ver wijzing naar het kerkelijk geding ons niet onthouden worden. In 1913 lag er als vrucht van wat de heer Minister De Waal Malefijt ondernam, reeds een keurig rapport over het geding gereed. Artikel 123 van het Reglement mocht den ker- kelijfcen toestand niet blijven behe-erschen en zulks te minder, daar artikel 122 toch reeds, aan wie ande-rsg-ezind was, afdoen- den waarborg bood, om wat hij duchtte buiten te sluiten. Er viel niet aan te denken, om ten dezen o-p- eenmaal den vollen slag te slaan, en opk al kon men voorshands niet verder komen, dan het zoo uitnemende rapport inzake Artikel 123 voorstelde, zoo zou toch voor recht en rede de winst van ho-o-ge betoekenis zijn, on aan het volstrekt onhoudbare van den Inaischen toestand een einde zijn gemaakt. Het ergert en is onhoudbaar, dat men in Indië nog altoos een mono polistische Staatskerk in stand houdt, die een puur administratief karakter draagt, alle geestelijk leven scheppende kracht buitensluit, en de vrije Christelijke kerken noodzaakt zich als private genootschappen aan te dienen. Als minister van Ko-loniën zag de lieer Die Waal Malefijt dit terstond in, en de commissie van ho-og karakter, die hij benoemde om over dit vraagstuk te rapporteeren, verrijkte het koloniaal archief met oen voortreffelijk manuscript 't Wacht dus alles sl-echts op- de omzet ting van dit rapport in zijn wettelijken vonn. En wat ten deze nog m-o-ge gewij zigd worden, dat zal in elk geval gewon nen zijn, dat de Staatskerk zich allengs regenereert, en dat de Christenen, die huiten de Staatskerk een Kerkelijk leven wenschen te scheppen, niet langer genood zaakt worden, dit in den vorm van een burgerlijk genootschap- te do-en, maar met vlag en wimpel in top zich ook hunner zijds als Christelijke Kerk kunnen aan dienen". Het Program van Actie 1922 her haalde dezen eisch in de woorden: „Wijziging van art. 123 R. R." De toelichting adstrueerde den eiscli na der jn deze bewoordingen „Wij behoeven niet uit te wijden over do ojideideelen van het derde punt. Alleen vereischt eenige toelichting, waarom wij in ons Pro-gram van Actie gewagen van wijziging van art. 123 van het Re geeringsreglement, instede van te spre ken van intrekking van dit artikel, ge lijk voorheen wel placht te geschieden. Ten slotte zal liet ongetwijfeld moeten komen tot een schrapping van art. 123, maar men mag niet over het hoofd zien, dat in de kringen, ook van onze eigen zendingsvrienden, velen dit artikel zij het veranderd wel willen behouden, omdat zij van oordeel zijn, dat door dit wetsvoorschrift z.g. „dubbele zending" ■kan worden vo-orkomen. -Om clie reden kunnen wij o-ns- -er bij neerleggen, dat voor -s h a n d s een regeling worde ge troffen, die het smadelijk karakter weg neemt, dat in art. 123 ligt opgesloten, temeer, omdat ter bereiking van dit do-el samenwerking met anderen noodzakelijk is. Daarom spreekt Ons Program van Actie, -evenals trouw-ens in 1918, van wijziging van art. 123". In de breedere toelichting op- de on-derdeelen van dit P. v. Ai in „De Standaard" gegeven, las men: „Voor wie Christelijk denkt en dus weet, dat alleen bij het licht van Gocls Woord, ook voor de volken de wegen zijn te vinden,' waarin des Heeren zegen kan worden ingewacht, lijdt het geen twijfel, dat een koloniaal beleid, dat zou meenen te kunnen volstaan met het verspreiden van stoffelijke welvaart en van technische ontwikkeling, te kort moet schieten. Ook de volkeren moeten „de Waarheid ver staan" opdat zij door de Waarheid wer kelijk vrijgemaakt worden. Maar deze blijde boodschap der Waar heid kan hun niet gebracht worden dooi de Overheid; zij moet hun toekomen van de Westersclie volken zeiven, maar in het bijzonder van Kerken en van vpr- eenigingen; en de Overheid heeft te dezen opzichte slechts do taak om de inwerking van dit Christelijk initiatief vrij te laten en. mogelijk te maken. Wij verlangen niet dat de Overheid in Indië den Christe- lijken godsdienst zal brengen, maar wel verwachten wij van haar, dat zij, een volk vertegenwoordigend als het Neder- landsche, dat alles aan het Christendom dankt, ook in Indië de groote en heilzame kracht van die religie erkenne en dus de verkondiging des Evangelies' als een ook door haar nuttig geachte zaak be- schouwe. In den loop der tijden is er te dezen opzichte verbetering gekomen. Er is een lijd geweest, waarin de verkondiging van het Evangelie eigenlijk uit politiek oog punt niet werd gewenscht; omdat men daarvan vreesde verstoring van orde en rust, of omdat men daarvan voorzag een meer zelfstandig worden van den Inlander, dat men niet wensclite; óf om dat men in gemoede oordeelde als een auteur, die nog betrekkelijk kort geleden schreef, dat het Christendom in Azië ge boren, de minst Aziatische van alle gods diensten is. Het was de tijd. toen een Landvoogd aan den Minister schreef, dat de maclit van den Gouverneur-Generaal (in kerkelijke zaken) bovenal onverdeeld en onverminderd behoorde te blijven „te genover de overdreven neigingen van sommigen om de bekeering der inlanders tot den christelijken godsdienst te bevor deren". Er is, zeiden wij, in den loop der tijden verbetering gekomen; de christe lijke zending wordt practisch niet meer als staatsgevaarlijk geweerd; die verbete ring is echter geen vrucht van een in het Westen toegenomen erkenning van de on misbaarheid van het Christendom voor de wezenlijke verheffing van de Oos- tersche volken, maar gevolg van het feit, dat de Christelijke zending het tegen haar gekoesterde wantrouwen schitterend heeft beschaamd, en haar heilzame werking op tal van plaatsen heeft geopenbaard, Toch leven de sporen van dit wantrou wen nog voort in art. 123 van het Ind. R. R„ dat de zendelingen voor de oefe ning van hun dienstwerk aan vooraf gaande goedkeuring cler Overheid bindt, en dus onder een preventief toezicht plaatst, als voor niemand anders in In dië wordt noodig geacht. Tegen clgj art. 123, dat smadelijk is voor de zendelingen en voor de zending on voor haar Zender, ga onverzwakt ons protest. Tot ons leed wezen wordt in deze zienswijze niet ge deeld door allen, die de beteekenis van de Christelijke zending voor Indië hoog stellen. Met name oordeelt de Zendings- director Dir J. W'. Gunning dat terecht in art. 123 R. R. het preventies e toe zicht op de zendelingen wordt ingesteld en dat de strekking en werking van dit artikel heilzaam zijn. Trouwens hij yer- werpt ook geheel de gedachte, dat het smadelijk kan zijn voor de zending. Wij kunnen hier niet ingaan op het betoog. dat van zijne hand in het November nummer van de Stemmen des Tijds werd opgenomen. Ook na lezing van dat artikel blijft wijziging van art. 123 voor ons eisch." „In de Troonrede van 1919 werd zij aangekondigd; het voorstel bleef evenwel uit en officieel werd er verder niets van vernomen. In vroegere jaren werd onzerzijds krachtig gepleit voor schrapping van art. 123 R.R. In later jaren werd ook in de kringen van onze zendingsvrienden het getal niet zoo klein van hen, die wel oog hebben voor den smaad, die in dat artikel ligt en die daarom wel wijziging wensch- ten, maar die het een voordeel achten, dat dit artikel z.g. „dubbele zending" kan voorkomen en die het daarom ver anderd wel willen behouden. Wij stel len geen prijs op dit artikel; ook niet in verband met de dubbele zending. Dier gelijke zendingsconcurrentie, die niet al leen van R. K. zijde is voorgekomen, betreuren wij diep, maar wij achten dit artikel tot beteugeling van dit kwaad ook blijkens de ervaring, niet- afdoend; wij achten de nadeelen aan dergelijke bemoeienis van Overheidswege verbon den, grooter dan de voordeelen en wii durven het met de vrijheid, ook op dit gebied, wel aan, al weten wij, dat die vrijheid ons ook strijd en moeite en verdriet zal brengen. Echter afschaffing van art. 123 R. R. is voor ons niet de hoofdzaak. Hoofd zaak is voor ons een andere regeling, die het smadelijk karakter wegneemt en indien deze door samenwerking met an deren te verkrijgen is, dan willen, wij ons daarmede voorloopig tevreden stellen. Daarom spreekt ons Program van Actie evenals in 1918 van wijziging van art. 123." Ziedaar in helle kleur geteékend de banier, -die door de A. R. Partij ter zake van art. 123 R. R. wordt opgeheven, en welke banier zij, gelijk gezegd, voor niemand ter wereld ver bergen wil. Waarmede zij gerustelijk; de politieke arena durft binnenrijden, mits wederpartijder en geestverwant in ruimeren zin slechts zoo vriende lijk willen zijn, aan de goê-gemeente geen verhalen op- te disscnen, die haar, zelf deswegen onkundig, van het bedoelen der A. R. Partij een volmaakt scheeve voorstelling geven. Die eerlijkheid heeft de heer Kersten in zijn artikel in „De Banier" van 12 Juni niet betracht. Laat ons daar om in de tweede plaats dat artikel onder het oog nemen. (Wordt vervolgd.) J veroorzaakt door brandei), snijden of stopten, builen en insectenbeten dadelijk behandelen met AKKER'a Herriot te Parijs terug. HerrLot is Maandagavond te Parijs te ruggekeerd. Hij zeide aan de talrijke jour nalisten en de leden van het ministerie, 'die hem aan het station opwachtten, dat hij zeer tevreden was over zijn reis. Dit hebben wij bij terugkeer van eiken minis ter van een conferentie vernomen, Even- wel is men te Parijs omtrent de resultaten van Herriot's reis buitengewoon sceptisch gestemd. De kwestie van het garantieverbond, wat de hoofdzaak is, waarom, alles draait, •is merkwaardig genoeg d-oor Mac Donald zelf in zijn verklaring voor het lagerhuis niet aangeroerd. Die stemming in de wandelgangen van de kamer en den senaat is niet buiten gewoon voor Herriot en men verwacht dan ook een zeer heet debat. Vechtpartij in den Rijksdag. Het is gisteren een onbeschrijfelijke ruzie en vechtpartij in den Diuitschen Rijksdag geweest, naar aanleiding van de besprekingen over de amnestie aan politieke gevangenen. Het gevecht over trof alles wat tol heden in don Rijks dag yertoond is. Uit de communistische banken vlogen inktpotten naar des spre kers hoofd en er voorbij tot in de banken der regeering. Tal van colbertjasjes ver toonden plotseling zwarte vlekken. Boe ken en andere papieren volgden. Allen schreeuwden en raasden wild dooreen. De zitting werd toen geschorst en de communisten vertrokken. Maar toen wer den de sociaal-democraten slaags met de rechts-che gro-epien. En nu kwam li-et wer kelijk tot een geregeld handgemeen. Ster ke socialisten grepen Dluitschvölkischen bij de keel. In het midden van de zaal drongen en vochten zeker 80 tot 100 men- aenpame Ui ceder pa^è idelhesp schen van beiderlei kunne dooreen. Eu slechts een tweede schorsing van de zit ting kon erger voorkomen. Korte berichten. - Hertzog heeft de taak om een mini sterie te vormen jaangenomen. Zijn kabinet is reeds gereed. Hij zelf is premier. D|e berichten uit de verschillende landbouwdistricten in Engeland openen het vooruitzicht op zeer goede oogsten. D© periode van zonneschijn is juist ter goeder "ure gekomen na langdurig) voch tig, groeizaam weer. De eerste snede van den hooioogst zal overvloedig zijn, terwijl ook de graanoogst vermoedelijk boven het gemiddelde uitkomt. p -Te Somm-erein bij Brack (Neder-Oos- tenrijk) heeft een troep van 200 a 300 burgers een aanval gedaan op- eenige soldaten. Eenige personen zijn gewond. Een onderzoek is- ingesteld. Minister Col ij n voor de draad- 1 o o Z e. N Vrijdagavond a.s. zal de Minister van Financiën, de heer H. Colijn, voor den zender van de Hilversumsche seintoestel- lenfabriek een radio-rede houden over: „De financieele toestand van Nederland en de toekomst". Om, 9 uur vangt Minis ter Colijn zijn rede aan. Fees t-C omit é- Zilveren Jubi leum Petronella Hospitaal. Dit comité heeft op 3 Juni een feest gave, groot f 36,876,75, afgedragen aan vertegenwoordigers van den kerkeraad van Amsterdam. De presidente van het Comité, mevrouw C. van Eeghenvan Marie, deed de afdracht vergezeld gaan van een toespraak met een keurig boek deel, waarin vermeld staan de plaats namen met de giften. Er komen dus, zoo sprak, zij o. a., nog ongeveer 13 duizend gulden te kort. Maar die kunnen er nog wel komen! Met den bouw moest een aanvang gemaakt wor den en voor de loopende onkosten moest er thans een groot bedrag in kas zijn. Doch die bouw duurt nog tot Mei 1925, en in dit h e e 1 e jaar blijft de of ferbus bij onzen penningmees ter Dr Scheurer te Ermelo nog open. En wij blijven verwachten, dat in den loop van dit jaar de j-esteerende 13000 gulden nog wel bijeen zal komen. Aan 't ons gezonden verslag der sa menkomst is een woord van dank toe gevoegd, waaraan wij onderstaand ont- leenen Maar ook onze dank aan allen, die door hun milde gaven medewerkers Gods hebben willen zijn, en dit groote werk in Zijn wijngaard hebben gesteund. Een maal in den dag der dagen zullen wij misschien verbaasd staan, als wij zien, hoe onze bijdrage, klein of groot, eeuwige winste heeft gebracht aan hen, wien de Hee-re door dit werk der Zending in ons Petronella Hospitaal Zijn stem heeft la ten hooren. Hoe Hij zich in dien dienst der liefde aan vele harten heeft willen openbaren als de Heiland der wereld. Onzen dank aan de Algemeene Hoof den der Vereeniging „Dr Scheurer's Hos pitaal"; velen hebben zich groote moeite getroost; aan die vele Kerken, .die ons collecten of gaven gezonden hebben; en aan de heeren hoofdonderwijzers, die met zooveel ijver, bij al hun drukke be zigheden, de administratie der prikkaar- tenactie op zich hebben genomen, en aan die vele duizenden kinderen, die mee geholpen hebben, die op vrije Woensdag en Zaterdagmiddagen hun speeluren heb ben opgegeven, en, zooals sommige 'brie ven meldden, door koude en sneeuw soms uren lang bezig waren. Al die jon gens en meisjes willen wij vertellen, dat door hun prikkaarten, zoover wij kunnen nagaan, ongeveer f3500 bijeen kwam. Iiieve kinderen! met jullie vele kleine handen hebben jullie inderdaad een groot werk gedaan! Allerlei. Van (Jen adjudant der Koningin, ba ron de Vos van Steenwijk, is het vol gende telegram omtrent de Vorstelijke Familie ontvangen: Goed aangekomen te Abisko. Iedereen wel. De gewone audiëntie van den Minister van Financiën zal op Maandag 30 Juni a.s. niet plaats hebben.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 1