fto 223 Dinsdag 24 Juni 1924 38e Jaargang Buitenlanü. Binnenland. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no, II; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor tc Middelburg: Firma F. P. DHUJJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 reikis f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Zij, die zich met I Juli op „de Zeeuw" abonneeren. ontvangen de vóór dien da tum verschijnende nrs. gratis. Twenthe. De staking is eindelijk opgeheven. De stakers hebben den slag verloren. Min stens 49 stakers meest posters zijn op de fabriek Kremersmaten te En schedé, firma Van Heek en'Co., niet weer terug genomen. Nu zullen de mee sten. wel weer elders werk vinden. De meesten van hen zullen ook wel jonge jongens zijn, die geen huisgezin ongelukkig gemaakt hebben. Doch allicht kunnen er ook üuis- vaders bij zijn, en het wekt medelijden met hunne arme vrouwen en kinders dat mee door hun rampzalig toedoen deze ongelukkigen broodeloos zijn. Moge het voor een slechts zeer korten tijd zijn! Van 29 October 1923 af had in ge noemde fabriek de staking geduurd, de wijl de arbeiders de arbeidsvoorwaarden van de hand wezen, en de bemiddelings pogingen verijdelden. De groote drijver in de beweging was de voorzitter van het N. V. V.het Eerste Kamerlid de heer Stenhuis,' die voortging er den (treurigen.) moed „maar in" te houden met de voor spiegeling van onschatbare voordeelen. bij volhouden, daarbij gesteund door de S. D. A. P., die, op een politiek winstje bedacht het gaat naar 1925! de exploitatie van het zaakje in de Tweede Kamer ste- vigde. De interpellalie-Albarda ligt nog versch in 't geheugen. Toen in Maart de staking zich over heel Twenthe had uitgebreid, trad de soc.- dem. Kamerfractie in het krijt met het enquêtevoorstel-Albarda en droeg de S. D. pers haar steentje bij. „Het Volk" schreef: „Zoo opent het samengaan van poli tie k e_ e n economische actie in onze socialistische beweging nieuwe per spectieven in den Twentschen strijd. De stroom is in beweging en hij zal de tex tielfabrikanten noodzaken tot verhoor en verweer." En onderwijl maakte de leider van het N. V. V., Stenhuis, de man met de gewel dige stentorstem, de menschen wijs dat „de strijd over de geheele lijn in Twenthe (zou worden) beslist". Hef is dan ook \leze vuile politiek, welke deze staking heeft geëxploiteerd, misbruikt en doen mislukken, vele gezin nen heeft ontredderd, de liefde tusschen Echtelieden verkoelen of in haat verkee- ren deed,' en lal van huismoeders tot wan hoop bracht, doch zelf, nog wel met een welgedaan, triomfantelijk aangezicht, zich uit de voeten maakt. Nu koml er nog iets bij. Naar de bladen melden hebben sommigen uit deze sta king nog een zoet winstje weten te slaan. Vele weken lang hebben de moderne (lees socialistische) vakorganisaties honderden arbeiders met een allerkarigste pitkeering laten rondkropen. De menschen ontvin gen niet wat voor hen werd geschonken. De vakorganisatie boekte ten koste van -de hongerende arbeiders een niet onbe langrijke stakingswinst. Stenbuis en con sorten trekken zich in hunne weelderig ingerichte bureaux terug-of gaan, om van de agitatie-vermoeienissen te bekomen, in het buitenland wat „uitrusten". Ja, wel mocht de schrijver van „Vak beweging" in „Het Volk" van 10 Juni (Stenhuis zelf?) schrijven: „Een stakingmoet steunen op ver- s t a n cl. i n z i ch t en w i 1. Zij kan niet duurzaam sterk blijven slaan, wanneer zij uitsluitend berust op een door opwindende fraseologie gekweekte ge ëxalteerde stemming." Want zoo is het toch maar. Een liberaal over „De Dageraad". De heer Elout, de bekende Hoefijzer- vedacteur vbn „Het Handelsblad" beeft niet veel op. met de atheïstische ver- eenigjng, wier brief aan den minister van- justitie te zijner kapitteling omdat hij de wijziging harêr statuten heeft af gewezen. ten gevolge Waarvan .baar de Koninklijke Goedkeuring op dezelve ont ging, op menigeen een komiscben in druk heeft gemaakt. Hij rpotiveert zijn oordeel over haar in onderstaande vrii -scherpe bewoordingen. „Met den heer Boon vinden ook wij «Dp Dageraad" niet een der sympathiek ste vereenigingen. Niet omdat het een vereeniging is van vrijdenkers maar we gens de ietwat Kappelmanachtigë sfeer van deze vereeniging. Een sfeer van onge- loofs-hoovaardij, van een zeker snobbisme in denken (en ook wel in uitingj welke eigenlijk misschien meer rondom dan in ïleze vereeniging is ontstaanhoewel een uiting als die van den bekenden open brief aan den Minister toont dat die geest, ook wel i n de vereeniging zit. Wij kunnen veel beter een onverdraag- zamen erf zelfgenoegzamen steiloor van een Calvinist of Roonisclie verdragen clan datzelfde type, overgezet in de sfeer van bet ongeloof. Want een steil geloof dat tenminste zich als geloof aandient, beeft althans karakter, maar een steil onge loof, dat niet merkt clat ze gelijk liet geloof negeert en tocli alle zelfgenoeg zaamheid van den steilcn geloovige ver toont, is een djng zonder karakter. Het is steil zonder stijl." r> De conferentie tusschen Mac Donald en Harriot. Na afloop van deze conferentie is liet volgende officieele communiqué uitge geven D-e ontmoeting tusschen de Fransche en Bïitscbe premiers heeft Zaterdag en Zondag plaats gehad. Er werd een vriend schappelijke inform eele gedachtenwisseling gehouden over verschillende kwesties in verband met liet Dawes-rapport en de maatregelen, welke moeten worden ge nomen om het tot uitvoering te brengen. In afwachting van do beraadslagingen met de Italiaanscbe en Belgische regeeringen konden nog geen definitieve conclusies worden opgesteld. Bij de besprekingen bleek de algemeene overeenstemming, welke er tusschen de Fransche' en Brit- sclie standpunten bestaat. De twee pre miers zijn besloten om aan de moeilijk heden, welke hun respectieve landen en de geheele wereld drukken, door voort durende samenwerking te gemoet te ko men. "Men kwam overeen om, als dit den anderen geallieerden, schikt, te Lon den een conferentie te houden, niet la ter clan 'half Juli., ten einde de te volgen procedure definitief vast te stellen. De twee premiers zijn verder overeengeko men samen een kort gezoek aan Genève te brengen bij de opening van de verga dering van den Volkenbond in September. Havas meldt: Mac Donald legde na-- druk op de onwrikbare eenheid van En geland, België en Frankrijk tegenover Duitscliland, indien dit opzettelijk in ge breke zou blijven, en Wiegde eraan toe dat Engeland evenals Frankrijk geneigd was tot inschikkelijkheid ten aanzien van een -vredelievend Duitschland en tot stand vastigheid tegenover het nationalistische Duitschland en de Alduilsche beweging. Zulk een afspraak zal er stellig toe bij dragen-de regeling gemakkelijker te ma ken van de kiesche kwestie van de mili taire ontruiming van het Roer-gebied. De Fransche premier Herriot is gister morgen win Londen naar Br-ussel ver trokken, waar hij een samenspreking houdt met den Belgischen eerste-minister Theunis. Don Alfonso in Barcelona. Koning Alphonsus XIII van Spanje bracht dezer dagen een bezoek aan Bar celona, e'en revolutionaire stad bij uit nemendheid. De heer Nypels schrijft in „Het Handelsblad" een en ander hier over. Eeltige dagen na' 't door hem bij gewoond Koninklijk bezoek bezocht do heer Nypels een kennis te Madrid, en vertelde hem zoo schrijft' hij o.a. van de ontvangst van don Alfonso te Bar celona, temidden van zich schor juichende individuen. Als die elk twintig pesetas gekregen hadden, clan .moest dat toch geld gekost hebben! Ik had dan ook eer der den indruk gekregen, dat liet der claque gelukt was om heel wat menschen mee te doen juichen Mijn oude Spanjaard lachte, en na eenig nadenken sprak hij: Jij kent nog altijd Spanje niet. Eu dat is je te vergeven, want het is voor een Westerling het lastigste land van Europa, met een bevolking, waar je nooit heele- maal achter kunt komen, zoodat in bui tengewone tijden als deze zelfs wij', de oude' kenners, telkens voor nieuwe ver rassingen komen te staan. Maar over het gejuich bij de ontvangst van een vorst kan ik je een zeer leerzaam "verhaal doen. Toen de vader van den tegenwoordi- gen koning, Alphonsus XII, na de restau ratie, in '74 naar Madrid kwam, werd hij van het station van Atoclia tot aan het paleis bggeleid door een groep van 4 a 500 kerels,, die hem doorloopend luide toejuichten: Viva Alfonso XII; viva los Borbones"; viva el rey legitimo, enz. Bij het paleis aangekomen, hadden ze wel geen stem meer, maar het was ook een groot succes geweest. En de nieuwe koning, die erg in zijn nopjes was, ver zocht zijn vertrouweling, den hertog van Sexto, de straat op te gaan en eens te informeeren wie de aanvoerders van deze bende geweest waren, om hen te danken en te vragen waarmee men hen een plcizier zou kunnen doen. De hertog, die erg populair was in Madrid, vond gemakkelijk wat hij zocht en complimen teerde de aanvoerders met bun prachtige demonstratie. Tot zijn verwondering vond hij ze zelf niet zoo bijster tevreden over het „werk" van hun jongens. Het was wel niet kwaad geweest, dat niet, maar het bad toch beter gekund. Ze waren van de leden van hun organisatie, die een reputatie had op te houden, veel beter gewend! Ze hadden heden geen besten! dag gehad. „Weet u, mijnheer de hertog, wanneer we prachtig geweest zijn? Maar dan ook onverbeterlijk goed: Den dag toen wij zijn vervelende2) moe der uit Madrid gejaagd hebben.Deze Bourbon-toejuichers, die van den intocht van don Alfonso XII in Madrid zoo'n succes gemaakt hadden, bleken dezelfden, die enkele jaren te voren," in 1868, Isa bella II, de moeder van don Alfonso XII, bij haar verjaging uit Madrid, met evenveel vuur uitgefloten hadden! Een amateurs-organisatie, die bij elke groote volksdemonstratie een reputatie op te houden had van uithoudings-gil- of juich- vermogen. Politiek onverschilligen, die geen andere voorbereidingsbezigheid had den dan liet er goed afbrengen. Begint men te begrijpen hoe lastig bet is voor don Alfonso om het verschil te zien tusschen het publiek en de claque, tusschen bet gemeende applaus en het betaalde of sportapplaus? D Leve Alpbons XII, leve de Bourbons, leve onze wettige koning 2) Het woord was veel leelijker(penu- tera madre), aan een vloek gelijk. Korte berichten. Uit. Boedapest, wordt gemeld, dat tusschen Hongarije en Zwitserland een arbil ragever drag gesloten is. Ingeval de beide landen zich niet kunnen verstaan over den persoon van een aan te wijzen arbiter, zal deze worden aangewezen dooi de Koningin van Nederland. Over Hatbburg en onf^eving hebben Vrijdag en Zaterdag buitengewoon zware onweders gewoed, die vergezeld gingen van ontzettende regenbuien. In het ge heele gebied van de Beneden-Elbe is groote schade aangericht. Bij Hamburg zijn twee jonge meisjes door 'den blik sem gèdood. De nationalisten in Zuid-Afrika wen- scben den prins van Wal.es tot een be zoek aan Zuid-Afrika uit te noodigen, zoo spoedig als hem dit maar mocht ge lukken. Zij beloven hem een zeer harte lijke ontvangst! Generaal Smuts hoeft het ontslag van zijn ministerie ingediend. De gouver neur van Zuid-Afrika beeft generaal Her zog bij zich ontboden. De Engelscbe rijkstentoonstelling werd Zaterdag door ruim 227.000 men schen bezocht. Op het vliegterrein te Leipzig is een parachutespringstor van 200 M. dood neergekomen, doordat het valscherm zich niet ontplooide. Het onweer op Pinkstermaandag beeft voor meer dan 500.000 goudmark schade aangericht te Dusseldorp en om geving. Het Engelsche parlementslid Staplo- ton Hoyce, die door Macdonald was aan gezocht om gouverneur van Tasmania te worden, is gisteren op weg naar bet La gerhuis in een omnibus dood gebleven. Hij was landeigenaar en trad in 1918 toe tot de soc.-dem. arbeiderspartij. De ïersctie vrijstaat' heeft van de Britsche regeoring verlof gekregen een eigen diplomatiek vertegenwoordiger naar Washington te zenden. Herinnerin ge n aan m r L o h m a n, ook in het debat. De heeren Wirtz en Gijben, beiden door tijdelijk verblijf oud-Zeeuwen, schrijven ervan in „De Rotterdammer". De heer Wirtz: 't Was het allereerst in Goes, dat ik liem leerde kennen. De verkiezingen van 1888 werden voorbereid en Lobman zou weer onze candidaat zijn. Maar de libe ralen hadden zich ernstig voorbereid om een politiek slaatje te slaan uit de Dole antie van 1886! Lobman bad gesproken en de woordvoerders van liet liberalisme namen het op voor de Herv. Kerk, al kwa men ze zelf alleen in „de kerk van oh- gekorven hout", 't Viel hun tegen: daar stond de jurist, de man van het Recht, niet de Gereformeerde; en zoo eenvou dig, zoo helder, zoo klaar verdedigde hij 'alles, wat hij gedaan bad in betrekking tot de Nieuwe Kerk te Amsterdam, dat de nette aanvallers- den aftocht konden' blazen en alleen een minder nette aan valler nog wat scheldwoorden wist te gebruiken, zoodat de voorzitter hem het woord ontnam. 'k Had voorgoed een indruk gekregen: Lobman, de man van het Recht! Hij zat er in de omstreken van Goes voor goed in en zelfs na het conflict van 1894 kon men hem er niet uit krijgen: het district Goes was niet vrij-antirevolutionair, nog minder Chr.-Historisch: het was liet dis trict van Lohman en daarmee hield alle tegenspraak op. 'k Zal niet spreken over de yele ontmoetingen in de Trompstraat 344 op zijn studeerkamer, maar nog even herinneren aan bet eerste Unierapport, waarvan Lobman do vader was. Van niets was bij zóó afkeerig als van doodzwijgen en dit is de reden, waarom hij mij steeds dankbaar geweest is voor de gelegenheid, die ik hem verschafte om in Groningen op een Uniedag dat rapport te komen verdedigen. Daar konden bezwaarden met liun bezwaren komen, zooals ook is ge beurd, maar daar kon Lohman ook die bezwaren weerleggen. Het beeft niet ge baat: bet Unierapport is gewijzigd en... Lohman bad er geen aardigheid meer in: „bet is bedorven", was meestal zijn ant woord als er over gesproken werd. Toen hij dan ook als onder-voorzitter van de Bevredigingscommissie een schema op stelde voor de besprekingen in die com missie en dit den voorzitter, Dr D. Bos, aanbood, was dit schema niet de uit werking van bet gewijzigd Unierapport, maar van een geheel ander stelsel. Ver wonderen kan ons dit niet: voor Lohman was rechtsherstel op het gebied van het onderwijs liet voornaamste; op welke wijze dit verkregen werd, was voor hem bijzaak en in dat, wat voor hem hoofd zaak was, heeft bij volkomen gétrium- feerd. 't Is bekend, dat Lobman een scherp debater was, maar minder bekend is, dat hij vreeslijk opzag tegen een openbaar debat. Dit heb ik in Groningen bemerkt. Lohman was candidaat voor de 2de Ka mer in het district. Groningen en zou in het Concerthuis optreden. Als voorzitter van de kiesvereeniging ging ik hem per rijtuig halen, daar hij bij zijn zuster, freule Lohman, logeerde. Op de heen reis sprak hij bijna geen woord en vroeg alleen, of ik debat verwachtte. Ik zei ge hoord te hebben, dat Dr Gorter voor de S. D. A. P. zou komen debatteeren. Hij zuchtte eens en sprak verder niet. Inder daad kwam Dr Gorter; er werd gedebat teerd, ook door anderen en 'k behoef wel niet te zeggen, dat Lohman zege vierend uit den strijd te voorschijn kwam, niet alleen volgens de berichten in be vriende bladen, maar ook naar het oor deelvan hoogstaande tegenstanders, waar van er velen in de zaal waren. Nauwe lijks zaten we weer in 't rijtuig voor de huisreis, of Lobman loosde een- diepen zucht en zei: „Gelukkig, dat is weer ach ter den rug!" 'k Gaf mijn verwondering te kennen, dat iemand als hij tegen zoo'n debat opzag. Maar hij antwoordde: „Voor een debat in de Kamer of ergens elders, kan men zich behoorlijk voorbereiden, maar niet voor een openbaar politiek de bat, waar de debaters gewoonlijk begin nen over zaken, die je niet hebt aange roerd en dan weet je maar niet wat er komen zal!" 'k Wil wel bekennen dat ik me na dien tijd er niet meer over ge schaamd heb, als ik vóór 'n politieke spreekbeurt wat zenuwachtig was: als een politieke leeuw nog bang is voor po litieke honden, da.n mag- men het de poli tieke hazen toch zekér niet kwalijk ne men, als ze aan hondenvrecs lijden: 't is al mooi, wanneer ze desniettegenstaande toch den strijd aanvaarden en niet weg- loopen. Aan den wand van mijn studeerkamer hangt het mooie porlret van Lohman, gc- t.eekend door Veth; tegenover me staat de kop van Kuyper in brons: die twee belmoren bij elkaar: recht en vrijheid: 'k houd hun nagedachtenis in hooge eere. Volledigheidshalve moet ik erbij voegen, dat onmiddellijk voor me, op mijn bureau het, portret staat van Dr TL Bavinck. Voor mij toch is de politieke schoolstrijd nooit anders .geweest dan het middel om te kunnen komen tot het groote doeleen school^ die paedagogisch vrij is. Dat doel is nog niet bereikt: daarvoor moeten de lijnen, door Bavinck getrokken, nog wor den uitgewerkt, en daarvoor is helaas! ook nog een politieke strijd noodig, waarin echter ook mannen van links aan onze zijde staan; want ook daar begint men de behoefte aan paeclag'ogische vrijheid te gevoelen. De heer Cr. G. Gijben: Toen iemand hem, na bet houden van een politieke rede zeide, datjde samen werking met Rome er-toe-leiden zou, (bat de brandstapels weer wérden opgericht, antwoordde liij, dat de debater zich daar nu niet zoo bijzonder ongerust over be hoefde te maken, want dat het aanleggen van vuren op de openbare straat tegen woordig reeds bij polilie-verordening ver boden is. Toen de lieer Lolunan kort vóór de Kamerverkiezingen van 1.905 in Goes kwam pleiten voor het behoud van een rechtsche meerderheid, legde hij er groo- ten nadruk op, dat een land, .in welks volksvertegenwoordiging zulke grondige debatten \yorden gevoerd als die welke Dr Kuyper als eerste minister aangaande liet hooger onderwijs en betreffende het Marxisme wist te belieerschen, reeds daardoor tot een hooger peil komt. Toen de sociaal-democraten de hier bedeelde vergadering door hun rumoer wilden ver hinderen, zeide hij dat niemand belet werd op ordentelijke wijze zich te uiten, maar dat, als het er nu om ging, te 'beproeven wie liet hardst kon schreeuwen, hij wach ten zou totdat de ordeverstoorders tot bezinning waren gekomen of uit de zaal verwijderd zouden zijn. De burgemeester van Goes (de heer de Koning Kooij, zelf antirev.) wist toen het eerste te verkrijgen door midden onder do levenmakers te gaan zitten en hen tot rustig luisteren te vermanen. En toen in liet debat een te genstander zeide, dat de stembusdwang in bet Zuiden des lands zóó groot was, dat vele roomsche vrouwen aan de gees telijkheid hadden moeten beloven, dat zij geen intiemen omgang met haar mannen zouden gedoogen wanneer deze op an dersdenkende, meer vooruitstrevende can did,aten wilden stemmen, zoolang zij daarvan niet waren teruggekomen, repli ceerde de lieer Lohman, clat hij dit punt wel achterwege kon laten, want dat hij zich moeilijk fatsoenlijke vrouwen kon voorstellen, die met derden gingen spre ken over den persoonlijken omgang met haar echtgenooten. Men begrijpt dat dit' insloeg in een vergadering, die voor een aanmerkelijk deel met dames gevuld was. Toen na afloop van deze samenkomst, bij bet stappen over een particulier erf oen eenvoudige boerenzoon hem vanwege de duisternis even bij den arm greep, en opmerkte dat hij-nu later nog eens aan, anderen zeggen kon door een klein man netje geleid te zijn, gaf bij ten antwoord: och, dat gebeurt mij wel meer, dat kleine re menschen mij voortleiden. Neen; de beer Lobman had niet dat ver uitslaande oratorisch talent, dat aan Kuyper en Schaepman geschonken was, maar ten volle kreeg men ook onder zijn redevoeringen het positief bewijs, dat het de ziel is, die welsprekend maakt, en ge durig kon men daarin bewonderen zijn forsche denkkracht, zijn veelzijdige ken nis, en zijn scherp voor anderen zoo leer zaam onderscheidingsvermogen. En wie tegen hem ingingen konden er op reke- nen, dat zij van een koude reis thuis zouden komen, want door met enkele stevige zetten zijn gehouden betoog nog eens te óverfonkelen, wistshij het zwakke of onjuiste van de gemaakte tegenwer pingen al hqel spoedig in het volle licht te stellen. W' ij z i g i n g 1 a g' e r o n d e r w ij s' w e t 1920. Bij' de Tweede Kamer is een wetsont werp! ingediend tot wijziging van de Lager Onderwijswet 1920. Aan de Memorie van Toelichting wordt' ontleend, dat bij algo- meenen maatregel van bestuur voor de vrouwelijke rijksambtenaren de regel is gesteld, dat op het sluiten van een hu welijk ontslag volgt. Hetzelfde motief, dat tot 'tKon. Besluit heeft geleid, nl. dat het werkzaam zijn van oen gehuwde vrouw in een ambtelijke betrekking in bet alge meen niet gowenscht is, kan gelden voor een gemeenteraad ten. opzichte van de onderwijzeressen aan openbare scholen. Naar de opvatting der administratieve jurisprudentie vormt echter de L- O-wet 1920 een beletsel om krachtens algemee- nen regel aan deze onderwijzeressen bij huwelijk ontslag to verleenen. Wijziging dezer Wet komt bij den Minister gowenscht voor. Het voorstel strekt dus, om den gemeenteraad vrijheid te laten, niet om hem tot het verleenen van ontslag bij hu welijk te verplichten. Die minister acht het wenschelijk, dat bij deze gelegenheid tevens: de bevoegd heid aan den gemeenteraad wordt toege kend welke de besturen der bijzondere scholen reeds hebben om te bepalen, dat bet bereiken van ten minste den 65- jarigen leeftijd zonder meer tot ontslag zal leiden. Het actualistisch dagblad. Naar aanleiding van liet bericht, dat de actualisten voornemens zijn een Rot- terdamsche drukkerij over tc nemen, voor het drukken van een flagblad, hebben wij bij don beer D'OrgelO' geïnformeerd. Dieze deelde ons mede, dat het bericht, wat deze bijzonderheid betreft, onjuist was. Wel worden pogingen aangewend, om tot uitgifte van een dagblad te ko men en indien alles goed gaat, zal in September het actuaJisten-dagblad ver-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 1