fto 223 Dinsdag 24 Juni 1924 38e Jaargang
Buitenlanü.
Binnenland.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no, II; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor tc Middelburg:
Firma F. P. DHUJJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
14 reikis f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Zij, die zich met I Juli op „de Zeeuw"
abonneeren. ontvangen de vóór dien da
tum verschijnende nrs. gratis.
Twenthe.
De staking is eindelijk opgeheven. De
stakers hebben den slag verloren. Min
stens 49 stakers meest posters
zijn op de fabriek Kremersmaten te En
schedé, firma Van Heek en'Co., niet weer
terug genomen. Nu zullen de mee sten. wel
weer elders werk vinden. De meesten van
hen zullen ook wel jonge jongens zijn,
die geen huisgezin ongelukkig gemaakt
hebben. Doch allicht kunnen er ook üuis-
vaders bij zijn, en het wekt medelijden
met hunne arme vrouwen en kinders dat
mee door hun rampzalig toedoen deze
ongelukkigen broodeloos zijn. Moge het
voor een slechts zeer korten tijd zijn!
Van 29 October 1923 af had in ge
noemde fabriek de staking geduurd, de
wijl de arbeiders de arbeidsvoorwaarden
van de hand wezen, en de bemiddelings
pogingen verijdelden. De groote drijver in
de beweging was de voorzitter van het
N. V. V.het Eerste Kamerlid de heer
Stenhuis,' die voortging er den (treurigen.)
moed „maar in" te houden met de voor
spiegeling van onschatbare voordeelen. bij
volhouden, daarbij gesteund door de S. D.
A. P., die, op een politiek winstje bedacht
het gaat naar 1925! de exploitatie
van het zaakje in de Tweede Kamer ste-
vigde. De interpellalie-Albarda ligt nog
versch in 't geheugen.
Toen in Maart de staking zich over
heel Twenthe had uitgebreid, trad de soc.-
dem. Kamerfractie in het krijt met het
enquêtevoorstel-Albarda en droeg de S. D.
pers haar steentje bij. „Het Volk" schreef:
„Zoo opent het samengaan van poli
tie k e_ e n economische actie in
onze socialistische beweging nieuwe per
spectieven in den Twentschen strijd. De
stroom is in beweging en hij zal de tex
tielfabrikanten noodzaken tot verhoor en
verweer."
En onderwijl maakte de leider van het
N. V. V., Stenhuis, de man met de gewel
dige stentorstem, de menschen wijs dat
„de strijd over de geheele lijn in Twenthe
(zou worden) beslist".
Hef is dan ook \leze vuile politiek,
welke deze staking heeft geëxploiteerd,
misbruikt en doen mislukken, vele gezin
nen heeft ontredderd, de liefde tusschen
Echtelieden verkoelen of in haat verkee-
ren deed,' en lal van huismoeders tot wan
hoop bracht, doch zelf, nog wel met een
welgedaan, triomfantelijk aangezicht, zich
uit de voeten maakt.
Nu koml er nog iets bij. Naar de bladen
melden hebben sommigen uit deze sta
king nog een zoet winstje weten te slaan.
Vele weken lang hebben de moderne (lees
socialistische) vakorganisaties honderden
arbeiders met een allerkarigste pitkeering
laten rondkropen. De menschen ontvin
gen niet wat voor hen werd geschonken.
De vakorganisatie boekte ten koste van
-de hongerende arbeiders een niet onbe
langrijke stakingswinst. Stenbuis en con
sorten trekken zich in hunne weelderig
ingerichte bureaux terug-of gaan, om van
de agitatie-vermoeienissen te bekomen,
in het buitenland wat „uitrusten".
Ja, wel mocht de schrijver van „Vak
beweging" in „Het Volk" van 10 Juni
(Stenhuis zelf?) schrijven:
„Een stakingmoet steunen op ver-
s t a n cl. i n z i ch t en w i 1. Zij kan
niet duurzaam sterk blijven slaan,
wanneer zij uitsluitend berust op een door
opwindende fraseologie gekweekte ge
ëxalteerde stemming."
Want zoo is het toch maar.
Een liberaal over „De Dageraad".
De heer Elout, de bekende Hoefijzer-
vedacteur vbn „Het Handelsblad" beeft
niet veel op. met de atheïstische ver-
eenigjng, wier brief aan den minister
van- justitie te zijner kapitteling omdat
hij de wijziging harêr statuten heeft af
gewezen. ten gevolge Waarvan .baar de
Koninklijke Goedkeuring op dezelve ont
ging, op menigeen een komiscben in
druk heeft gemaakt. Hij rpotiveert zijn
oordeel over haar in onderstaande vrii
-scherpe bewoordingen.
„Met den heer Boon vinden ook wij
«Dp Dageraad" niet een der sympathiek
ste vereenigingen. Niet omdat het een
vereeniging is van vrijdenkers maar we
gens de ietwat Kappelmanachtigë sfeer
van deze vereeniging. Een sfeer van onge-
loofs-hoovaardij, van een zeker snobbisme
in denken (en ook wel in uitingj welke
eigenlijk misschien meer rondom dan in
ïleze vereeniging is ontstaanhoewel
een uiting als die van den bekenden
open brief aan den Minister toont dat die
geest, ook wel i n de vereeniging zit.
Wij kunnen veel beter een onverdraag-
zamen erf zelfgenoegzamen steiloor van
een Calvinist of Roonisclie verdragen clan
datzelfde type, overgezet in de sfeer van
bet ongeloof. Want een steil geloof dat
tenminste zich als geloof aandient, beeft
althans karakter, maar een steil onge
loof, dat niet merkt clat ze gelijk liet
geloof negeert en tocli alle zelfgenoeg
zaamheid van den steilcn geloovige ver
toont, is een djng zonder karakter. Het
is steil zonder stijl."
r>
De conferentie tusschen Mac Donald en
Harriot.
Na afloop van deze conferentie is liet
volgende officieele communiqué uitge
geven
D-e ontmoeting tusschen de Fransche
en Bïitscbe premiers heeft Zaterdag en
Zondag plaats gehad. Er werd een vriend
schappelijke inform eele gedachtenwisseling
gehouden over verschillende kwesties in
verband met liet Dawes-rapport en de
maatregelen, welke moeten worden ge
nomen om het tot uitvoering te brengen.
In afwachting van do beraadslagingen met
de Italiaanscbe en Belgische regeeringen
konden nog geen definitieve conclusies
worden opgesteld. Bij de besprekingen
bleek de algemeene overeenstemming,
welke er tusschen de Fransche' en Brit-
sclie standpunten bestaat. De twee pre
miers zijn besloten om aan de moeilijk
heden, welke hun respectieve landen en
de geheele wereld drukken, door voort
durende samenwerking te gemoet te ko
men. "Men kwam overeen om, als dit
den anderen geallieerden, schikt, te Lon
den een conferentie te houden, niet la
ter clan 'half Juli., ten einde de te volgen
procedure definitief vast te stellen. De
twee premiers zijn verder overeengeko
men samen een kort gezoek aan Genève
te brengen bij de opening van de verga
dering van den Volkenbond in September.
Havas meldt: Mac Donald legde na--
druk op de onwrikbare eenheid van En
geland, België en Frankrijk tegenover
Duitscliland, indien dit opzettelijk in ge
breke zou blijven, en Wiegde eraan toe
dat Engeland evenals Frankrijk geneigd
was tot inschikkelijkheid ten aanzien van
een -vredelievend Duitschland en tot stand
vastigheid tegenover het nationalistische
Duitschland en de Alduilsche beweging.
Zulk een afspraak zal er stellig toe bij
dragen-de regeling gemakkelijker te ma
ken van de kiesche kwestie van de mili
taire ontruiming van het Roer-gebied.
De Fransche premier Herriot is gister
morgen win Londen naar Br-ussel ver
trokken, waar hij een samenspreking
houdt met den Belgischen eerste-minister
Theunis.
Don Alfonso in Barcelona.
Koning Alphonsus XIII van Spanje
bracht dezer dagen een bezoek aan Bar
celona, e'en revolutionaire stad bij uit
nemendheid. De heer Nypels schrijft in
„Het Handelsblad" een en ander hier
over. Eeltige dagen na' 't door hem bij
gewoond Koninklijk bezoek bezocht do
heer Nypels een kennis te Madrid, en
vertelde hem zoo schrijft' hij o.a.
van de ontvangst van don Alfonso te Bar
celona, temidden van zich schor juichende
individuen. Als die elk twintig pesetas
gekregen hadden, clan .moest dat toch
geld gekost hebben! Ik had dan ook eer
der den indruk gekregen, dat liet der
claque gelukt was om heel wat menschen
mee te doen juichen
Mijn oude Spanjaard lachte, en na
eenig nadenken sprak hij:
Jij kent nog altijd Spanje niet. Eu dat
is je te vergeven, want het is voor een
Westerling het lastigste land van Europa,
met een bevolking, waar je nooit heele-
maal achter kunt komen, zoodat in bui
tengewone tijden als deze zelfs wij', de
oude' kenners, telkens voor nieuwe ver
rassingen komen te staan. Maar over het
gejuich bij de ontvangst van een vorst
kan ik je een zeer leerzaam "verhaal
doen.
Toen de vader van den tegenwoordi-
gen koning, Alphonsus XII, na de restau
ratie, in '74 naar Madrid kwam, werd
hij van het station van Atoclia tot aan
het paleis bggeleid door een groep van
4 a 500 kerels,, die hem doorloopend luide
toejuichten: Viva Alfonso XII; viva los
Borbones"; viva el rey legitimo, enz.
Bij het paleis aangekomen, hadden ze
wel geen stem meer, maar het was ook
een groot succes geweest. En de nieuwe
koning, die erg in zijn nopjes was, ver
zocht zijn vertrouweling, den hertog van
Sexto, de straat op te gaan en eens
te informeeren wie de aanvoerders van
deze bende geweest waren, om hen te
danken en te vragen waarmee men hen
een plcizier zou kunnen doen. De hertog,
die erg populair was in Madrid, vond
gemakkelijk wat hij zocht en complimen
teerde de aanvoerders met bun prachtige
demonstratie. Tot zijn verwondering vond
hij ze zelf niet zoo bijster tevreden over
het „werk" van hun jongens. Het was
wel niet kwaad geweest, dat niet, maar
het bad toch beter gekund. Ze waren
van de leden van hun organisatie, die
een reputatie had op te houden, veel
beter gewend! Ze hadden heden geen
besten! dag gehad. „Weet u, mijnheer
de hertog, wanneer we prachtig geweest
zijn? Maar dan ook onverbeterlijk goed:
Den dag toen wij zijn vervelende2) moe
der uit Madrid gejaagd hebben.Deze
Bourbon-toejuichers, die van den intocht
van don Alfonso XII in Madrid zoo'n
succes gemaakt hadden, bleken dezelfden,
die enkele jaren te voren," in 1868, Isa
bella II, de moeder van don Alfonso
XII, bij haar verjaging uit Madrid, met
evenveel vuur uitgefloten hadden! Een
amateurs-organisatie, die bij elke groote
volksdemonstratie een reputatie op te
houden had van uithoudings-gil- of juich-
vermogen. Politiek onverschilligen, die
geen andere voorbereidingsbezigheid had
den dan liet er goed afbrengen.
Begint men te begrijpen hoe lastig bet
is voor don Alfonso om het verschil
te zien tusschen het publiek en de claque,
tusschen bet gemeende applaus en het
betaalde of sportapplaus?
D Leve Alpbons XII, leve de Bourbons,
leve onze wettige koning
2) Het woord was veel leelijker(penu-
tera madre), aan een vloek gelijk.
Korte berichten.
Uit. Boedapest, wordt gemeld, dat
tusschen Hongarije en Zwitserland een
arbil ragever drag gesloten is. Ingeval de
beide landen zich niet kunnen verstaan
over den persoon van een aan te wijzen
arbiter, zal deze worden aangewezen dooi
de Koningin van Nederland.
Over Hatbburg en onf^eving hebben
Vrijdag en Zaterdag buitengewoon zware
onweders gewoed, die vergezeld gingen
van ontzettende regenbuien. In het ge
heele gebied van de Beneden-Elbe is
groote schade aangericht. Bij Hamburg
zijn twee jonge meisjes door 'den blik
sem gèdood.
De nationalisten in Zuid-Afrika wen-
scben den prins van Wal.es tot een be
zoek aan Zuid-Afrika uit te noodigen,
zoo spoedig als hem dit maar mocht ge
lukken. Zij beloven hem een zeer harte
lijke ontvangst!
Generaal Smuts hoeft het ontslag
van zijn ministerie ingediend. De gouver
neur van Zuid-Afrika beeft generaal Her
zog bij zich ontboden.
De Engelscbe rijkstentoonstelling
werd Zaterdag door ruim 227.000 men
schen bezocht.
Op het vliegterrein te Leipzig is een
parachutespringstor van 200 M. dood
neergekomen, doordat het valscherm zich
niet ontplooide.
Het onweer op Pinkstermaandag
beeft voor meer dan 500.000 goudmark
schade aangericht te Dusseldorp en om
geving.
Het Engelsche parlementslid Staplo-
ton Hoyce, die door Macdonald was aan
gezocht om gouverneur van Tasmania te
worden, is gisteren op weg naar bet La
gerhuis in een omnibus dood gebleven.
Hij was landeigenaar en trad in 1918 toe
tot de soc.-dem. arbeiderspartij.
De ïersctie vrijstaat' heeft van de
Britsche regeoring verlof gekregen een
eigen diplomatiek vertegenwoordiger naar
Washington te zenden.
Herinnerin ge n aan m r L o h m a n,
ook in het debat.
De heeren Wirtz en Gijben, beiden door
tijdelijk verblijf oud-Zeeuwen, schrijven
ervan in „De Rotterdammer".
De heer Wirtz:
't Was het allereerst in Goes, dat ik
liem leerde kennen. De verkiezingen van
1888 werden voorbereid en Lobman zou
weer onze candidaat zijn. Maar de libe
ralen hadden zich ernstig voorbereid om
een politiek slaatje te slaan uit de Dole
antie van 1886! Lobman bad gesproken
en de woordvoerders van liet liberalisme
namen het op voor de Herv. Kerk, al kwa
men ze zelf alleen in „de kerk van oh-
gekorven hout", 't Viel hun tegen: daar
stond de jurist, de man van het Recht,
niet de Gereformeerde; en zoo eenvou
dig, zoo helder, zoo klaar verdedigde hij
'alles, wat hij gedaan bad in betrekking
tot de Nieuwe Kerk te Amsterdam, dat
de nette aanvallers- den aftocht konden'
blazen en alleen een minder nette aan
valler nog wat scheldwoorden wist te
gebruiken, zoodat de voorzitter hem het
woord ontnam.
'k Had voorgoed een indruk gekregen:
Lobman, de man van het Recht! Hij zat
er in de omstreken van Goes voor goed
in en zelfs na het conflict van 1894 kon
men hem er niet uit krijgen: het district
Goes was niet vrij-antirevolutionair, nog
minder Chr.-Historisch: het was liet dis
trict van Lohman en daarmee hield alle
tegenspraak op. 'k Zal niet spreken over
de yele ontmoetingen in de Trompstraat
344 op zijn studeerkamer, maar nog even
herinneren aan bet eerste Unierapport,
waarvan Lobman do vader was. Van niets
was bij zóó afkeerig als van doodzwijgen
en dit is de reden, waarom hij mij steeds
dankbaar geweest is voor de gelegenheid,
die ik hem verschafte om in Groningen
op een Uniedag dat rapport te komen
verdedigen. Daar konden bezwaarden met
liun bezwaren komen, zooals ook is ge
beurd, maar daar kon Lohman ook die
bezwaren weerleggen. Het beeft niet ge
baat: bet Unierapport is gewijzigd en...
Lohman bad er geen aardigheid meer in:
„bet is bedorven", was meestal zijn ant
woord als er over gesproken werd. Toen
hij dan ook als onder-voorzitter van de
Bevredigingscommissie een schema op
stelde voor de besprekingen in die com
missie en dit den voorzitter, Dr D. Bos,
aanbood, was dit schema niet de uit
werking van bet gewijzigd Unierapport,
maar van een geheel ander stelsel. Ver
wonderen kan ons dit niet: voor Lohman
was rechtsherstel op het gebied van het
onderwijs liet voornaamste; op welke
wijze dit verkregen werd, was voor hem
bijzaak en in dat, wat voor hem hoofd
zaak was, heeft bij volkomen gétrium-
feerd.
't Is bekend, dat Lobman een scherp
debater was, maar minder bekend is, dat
hij vreeslijk opzag tegen een openbaar
debat. Dit heb ik in Groningen bemerkt.
Lohman was candidaat voor de 2de Ka
mer in het district. Groningen en zou in
het Concerthuis optreden. Als voorzitter
van de kiesvereeniging ging ik hem per
rijtuig halen, daar hij bij zijn zuster,
freule Lohman, logeerde. Op de heen
reis sprak hij bijna geen woord en vroeg
alleen, of ik debat verwachtte. Ik zei ge
hoord te hebben, dat Dr Gorter voor de
S. D. A. P. zou komen debatteeren. Hij
zuchtte eens en sprak verder niet. Inder
daad kwam Dr Gorter; er werd gedebat
teerd, ook door anderen en 'k behoef
wel niet te zeggen, dat Lohman zege
vierend uit den strijd te voorschijn kwam,
niet alleen volgens de berichten in be
vriende bladen, maar ook naar het oor
deelvan hoogstaande tegenstanders, waar
van er velen in de zaal waren. Nauwe
lijks zaten we weer in 't rijtuig voor de
huisreis, of Lobman loosde een- diepen
zucht en zei: „Gelukkig, dat is weer ach
ter den rug!" 'k Gaf mijn verwondering
te kennen, dat iemand als hij tegen zoo'n
debat opzag. Maar hij antwoordde: „Voor
een debat in de Kamer of ergens elders,
kan men zich behoorlijk voorbereiden,
maar niet voor een openbaar politiek de
bat, waar de debaters gewoonlijk begin
nen over zaken, die je niet hebt aange
roerd en dan weet je maar niet wat er
komen zal!" 'k Wil wel bekennen dat ik
me na dien tijd er niet meer over ge
schaamd heb, als ik vóór 'n politieke
spreekbeurt wat zenuwachtig was: als
een politieke leeuw nog bang is voor po
litieke honden, da.n mag- men het de poli
tieke hazen toch zekér niet kwalijk ne
men, als ze aan hondenvrecs lijden: 't is
al mooi, wanneer ze desniettegenstaande
toch den strijd aanvaarden en niet weg-
loopen.
Aan den wand van mijn studeerkamer
hangt het mooie porlret van Lohman, gc-
t.eekend door Veth; tegenover me staat
de kop van Kuyper in brons: die twee
belmoren bij elkaar: recht en vrijheid:
'k houd hun nagedachtenis in hooge eere.
Volledigheidshalve moet ik erbij voegen,
dat onmiddellijk voor me, op mijn bureau
het, portret staat van Dr TL Bavinck. Voor
mij toch is de politieke schoolstrijd nooit
anders .geweest dan het middel om te
kunnen komen tot het groote doeleen
school^ die paedagogisch vrij is. Dat doel
is nog niet bereikt: daarvoor moeten de
lijnen, door Bavinck getrokken, nog wor
den uitgewerkt, en daarvoor is helaas!
ook nog een politieke strijd noodig, waarin
echter ook mannen van links aan onze
zijde staan; want ook daar begint men
de behoefte aan paeclag'ogische vrijheid
te gevoelen.
De heer Cr. G. Gijben:
Toen iemand hem, na bet houden van
een politieke rede zeide, datjde samen
werking met Rome er-toe-leiden zou, (bat
de brandstapels weer wérden opgericht,
antwoordde liij, dat de debater zich daar
nu niet zoo bijzonder ongerust over be
hoefde te maken, want dat het aanleggen
van vuren op de openbare straat tegen
woordig reeds bij polilie-verordening ver
boden is.
Toen de lieer Lolunan kort vóór de
Kamerverkiezingen van 1.905 in Goes
kwam pleiten voor het behoud van een
rechtsche meerderheid, legde hij er groo-
ten nadruk op, dat een land, .in welks
volksvertegenwoordiging zulke grondige
debatten \yorden gevoerd als die welke
Dr Kuyper als eerste minister aangaande
liet hooger onderwijs en betreffende het
Marxisme wist te belieerschen, reeds
daardoor tot een hooger peil komt. Toen
de sociaal-democraten de hier bedeelde
vergadering door hun rumoer wilden ver
hinderen, zeide hij dat niemand belet werd
op ordentelijke wijze zich te uiten, maar
dat, als het er nu om ging, te 'beproeven
wie liet hardst kon schreeuwen, hij wach
ten zou totdat de ordeverstoorders tot
bezinning waren gekomen of uit de zaal
verwijderd zouden zijn. De burgemeester
van Goes (de heer de Koning Kooij, zelf
antirev.) wist toen het eerste te verkrijgen
door midden onder do levenmakers te
gaan zitten en hen tot rustig luisteren te
vermanen. En toen in liet debat een te
genstander zeide, dat de stembusdwang
in bet Zuiden des lands zóó groot was,
dat vele roomsche vrouwen aan de gees
telijkheid hadden moeten beloven, dat zij
geen intiemen omgang met haar mannen
zouden gedoogen wanneer deze op an
dersdenkende, meer vooruitstrevende can
did,aten wilden stemmen, zoolang zij
daarvan niet waren teruggekomen, repli
ceerde de lieer Lohman, clat hij dit punt
wel achterwege kon laten, want dat hij
zich moeilijk fatsoenlijke vrouwen kon
voorstellen, die met derden gingen spre
ken over den persoonlijken omgang met
haar echtgenooten. Men begrijpt dat dit'
insloeg in een vergadering, die voor een
aanmerkelijk deel met dames gevuld was.
Toen na afloop van deze samenkomst,
bij bet stappen over een particulier erf
oen eenvoudige boerenzoon hem vanwege
de duisternis even bij den arm greep, en
opmerkte dat hij-nu later nog eens aan,
anderen zeggen kon door een klein man
netje geleid te zijn, gaf bij ten antwoord:
och, dat gebeurt mij wel meer, dat kleine
re menschen mij voortleiden.
Neen; de beer Lobman had niet dat
ver uitslaande oratorisch talent, dat aan
Kuyper en Schaepman geschonken was,
maar ten volle kreeg men ook onder zijn
redevoeringen het positief bewijs, dat het
de ziel is, die welsprekend maakt, en ge
durig kon men daarin bewonderen zijn
forsche denkkracht, zijn veelzijdige ken
nis, en zijn scherp voor anderen zoo leer
zaam onderscheidingsvermogen. En wie
tegen hem ingingen konden er op reke-
nen, dat zij van een koude reis thuis
zouden komen, want door met enkele
stevige zetten zijn gehouden betoog nog
eens te óverfonkelen, wistshij het zwakke
of onjuiste van de gemaakte tegenwer
pingen al hqel spoedig in het volle licht
te stellen.
W' ij z i g i n g 1 a g' e r o n d e r w ij s' w e t
1920.
Bij' de Tweede Kamer is een wetsont
werp! ingediend tot wijziging van de Lager
Onderwijswet 1920. Aan de Memorie van
Toelichting wordt' ontleend, dat bij algo-
meenen maatregel van bestuur voor de
vrouwelijke rijksambtenaren de regel is
gesteld, dat op het sluiten van een hu
welijk ontslag volgt. Hetzelfde motief, dat
tot 'tKon. Besluit heeft geleid, nl. dat het
werkzaam zijn van oen gehuwde vrouw
in een ambtelijke betrekking in bet alge
meen niet gowenscht is, kan gelden voor
een gemeenteraad ten. opzichte van de
onderwijzeressen aan openbare scholen.
Naar de opvatting der administratieve
jurisprudentie vormt echter de L- O-wet
1920 een beletsel om krachtens algemee-
nen regel aan deze onderwijzeressen bij
huwelijk ontslag to verleenen. Wijziging
dezer Wet komt bij den Minister gowenscht
voor. Het voorstel strekt dus, om den
gemeenteraad vrijheid te laten, niet om
hem tot het verleenen van ontslag bij hu
welijk te verplichten.
Die minister acht het wenschelijk, dat
bij deze gelegenheid tevens: de bevoegd
heid aan den gemeenteraad wordt toege
kend welke de besturen der bijzondere
scholen reeds hebben om te bepalen,
dat bet bereiken van ten minste den 65-
jarigen leeftijd zonder meer tot ontslag
zal leiden.
Het actualistisch dagblad.
Naar aanleiding van liet bericht, dat
de actualisten voornemens zijn een Rot-
terdamsche drukkerij over tc nemen, voor
het drukken van een flagblad, hebben
wij bij don beer D'OrgelO' geïnformeerd.
Dieze deelde ons mede, dat het bericht,
wat deze bijzonderheid betreft, onjuist
was. Wel worden pogingen aangewend,
om tot uitgifte van een dagblad te ko
men en indien alles goed gaat, zal in
September het actuaJisten-dagblad ver-