DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Dit de Pers. Binnenland. Dit de Provincie. VAN MAANDAG 16 JUNI 1921. No. 216 Een sociaal-democratische „militarist". Die couranten bevatten dezer dagen het volgende bericht. Admiraal Jaurès, de broeder van wijlen Jean Jaurès, den groeten volkstribuun, is Zondag, wij hebben het reeds gemeld, als voorzitter van het congres van de Fransehe socialistische partij opgetreden Admiraal Jaurès heeft Zondag omtrent zijn toetreden tot de partij gezegd, dat hij zeker ervan wa,s, dat de leer. het program van de Fransehe socialistische partij ten volle de gedachte van Jean Jaurès verwezenlijken. Ik treed met ver trouwen tof de partij toe, verklaarde de admiraal, omdat ik weet, dat zij, bij ham- vurig verlangen, om de zaak der arbei ders te verdedigen, het niet minder vurige verlangen koestert, de republiek en het Fransehe vaderland te verdedigen. Eb ik leg, zeide admiraal Jaurès', met opzet den nadruk op de woorden „het Fransehe vaderland", want, al schitterde er in de oogen en m net. hart van Jean Jaurès het aantrekkelijke licht van een broeder schap der menschen, hij betrok steeds de Republiek bij de onmiddellijke en concrete verwezenlijking van de bescherming van den nationalen grond en hij zeide: „Frank rijk staat boven verdeeldheid, boven par ticuliere belangen, Frankrijk, welks bloed in onze aderen stroomt, en welks fiere geest het beste in ons is, het geliefde Frankrijk". Naar aanleiding daarvan schrijft „Ons Leger": Het. Is met onverdeelde instemming, dat wij de gesproken woorden van den Admiraal Jaurès onder de aandacht van onze lezers brengen. Hier hooren wij nu eens uit den mond van een man, die, hoewel overtuigd sociaal-democraat, ook de overtuiging uitspreekt, dat zijn va derland boven alles gaat en de conse- kwentie aanvaardt, dat de liefde en het belang van zijn land slechts denkbeeldig zijn, wanneer het land ook niet, zoo noo- dig, verdedigd kan worden. Deze uitspraak klinkt ©enigszins vreemd voor ons, Nederlanders, omdat wij' zoo tot in den treure gewoon zijn geworden aan phrasen, als: „geen man en geen :cent"; „militairisme"", „uitbranden van een beroepskader", en dergelijk fraais meer. Admiraal Jaurès geeft hier een les aan de Nederlandsche Sociaal-Demo craten en ook: aan de lauw en en aan hen, Jiio de defensie beschouwen als oen noodelooze geldverspilling! liet zou wellicht nuttig zijn de woor den van dezen Franschen admiraal op duidelijke wijze in de vergaderzaal van ons 'Parlement en dan liefst goed zicht baar voor de linkerzijde op te hangen! Wellicht zouden zij dienst kunnen doen bij eventueel debat over de nationale defensie, als bewijs, dat de afbraak van onze weermacht, ook va,n een sociaal democratisch standpunt bezien, meer dan onverantwoordelijk is. Platteland en bezuinigen. In „Het Platteland", orgaan van den Cliristelijken Boeren- en Tuindersbond (C. B. T. B.), komt een artikel voor het welk handelt over de beteekenis van den boerenstand en liet bezuinigings- slreven van Minister Colijn, om tot een sluitende begrooting te komen. De schrijver is van oordeel, dat de lei dende gedachte bij dat streven moet zijn deze „diep ingegrifd moet wezen de over tuiging dat ons leven, ons maatschappelijk en staatsleven i§ ingericht op te lioogen voet". In onze staatshuishouding zijn nog veel te veel luxe paardjes gestald, die die nen te worden verwijderd. Met het lager onderwijs, ons nijverheidsonderwijs en Ons meer uitgebreid lager onderwijs kan niet op den bestaanden voet worden voort gegaan. Dat te Enschedé een hoogere tex tielschool in het leven wordt gehouden, FElf 8LLETON. LEVENSLEED. 135). „Ga met mij mee, Louis, en vraag jij het zelf." Zij gingen samen naar boven, en ble ven op den drempel van Felix' kamer kamer staan, om gade te slaan, wat daarbinnen voorviel. De lieve, kranke jongen zat overeind, gesteund door ver schillende kussens, op de rustbank. Hij zat nieuwsgierig te kijken naar een klein mandje, dat Edna op haar schoot had. Zij las hem juist een treffend briefje voor, dat zij zoo pas ontvangen had van een ziekelijk kind, dat nog nooit had kunnen loopen, dat altijd opgesloten zat in huis, en haar schreef om haar te bedanken op haar .gezellige, kinder lijke manier, voor een verhaaltje, dat zij had gelezen in het tijdschrift, en dat haar heel gelukkig stemde. Het zieke meisje vertelde, dat haar voornaamste amusemient bestond in het trekken van bloemen in potten voor de ramen; en ten teeken van haar dankbaar heid had zij nil ©en ruiker samengesteld uit reseda, viooltjes en geraniums, en zond die aan haar .met haar Briefje. Tot besluit vroeg het meisje of Edna, die zij' al lief had zonder haar 'ooit die een som van meer dan zeven dui zend gulden per leerling vordert, acht de scbr. ontoelaatbaar. Een tweede gedachte is dat de hard heid van de offers niet mag verleiden lot het scheppen van voorrang van in stituten waarnaar onze principieele voor keur uitgaat. Zoo dient men zich niet t'e verzetten tegen de bezuiniging, welke vooral het bijzonder (landbouw)-onderwijs treft. Positieve voorwaarde voor doeltreffen de verbetering, is de inperking der staats bemoeiing. „Zal wezenlijke redding dagen, dan rooet radicaal gebroken worden met de ziekelijke, stemming, die zicli gestreeld gevoelt door de tijding, dat de gemeente, het rijk een nieuw stuk maatschappelijk leven heeft opgezogen." De oude geschiedenis. In Frankrijk herhaalt zich weer- de oude geschiedenis. Een schitterende triomf werd door liet linker kartel bevochten. De radicalen overwonnen met de socialisten en de communisten. Zij zouden na de omverwerping van het iKjabinet-Poincaré de lakens uit- deelen. Maar wie de lalk'ens uitdeelen zijn niet de radicale leidslieden, de bur gemeester vair Lyon, Herriot, of de Kamerpresident Painlevé. Zij staan onder den druk van en worden voortgedreven door den so cialistisch en leider Léon Blum. En deze op zijn beurt wordt weer opgejaagd door communisten als Ca- chin, Marlijn e.a., die nu de kans voor hun luguber bedrijf schoon zien. Bij de eerste en eenige ontmoeting met'het ministerie-Marsal waren liet niet radicale of socialistische woord voerders, die de positie beheerschten, maar van een communistisch spre ker ging de voomaajnste stoot uit. Zoo bevestigt zich de oude waar heid, dat de zuigkracht van het revo lutionaire beginsel immer voert tot (meest radicale openbaring. (Rotterdammer.) Troelstra af. Troelstra trekt zich als leider terug. Treedt straks ais Kamerlid af. Daar mee is zijn politieke rol uitgespeeld. De parlementaire redacteur van „De Rott.'" in Den Haag, die hem om zoo te zeggen van dag tot dag! heeft kunnen ga deslaan, werkt deze gedachte volgender wijs nader uit: „Mr Troelstra treedt binnenkort als leider af. „D:e Telegraaf", die blijkbaar nog steeds in nauwe relatie staat met '11 veel- sprekerig soc.-dem, Kamerlid (Duys?) wist het te vertellen en „Het Volk" erkent dit feit. Voor ons, die mr Troelstra een kwart eeuw in zijn politiek optreden hebben gadegeslagen, is dit geen verrassing'. Zijn physieke kracht nam zienderoogen af. Zijn invloed in de> Kamer daalde van maand tot maand en hoe hard het hem zal vallen: hij moet de teugels van het bewind uit handen geven. Het was eigenlijk pijnlijk om de laatste jaren zijn optreden in de Tweede Kamer te aanschouwen. Was dat een partijleider die daar sprak zoo vroeg men zich telkens af. Was dat de volksredenaar, de handige politicus, de geboren strateeg, de leidei van bijkans de machtigste piartij in Ne derland? Indien zij, die Troelstra meegemaakt hebben, b.v. in de stakingsdagen van 1903, buitenslands gegaan waren, en van Nederland niets meer hadden gehoord, hem nu plotseling in de Kamer terug vonden, dan zouden ze ontkennen, dat het dezelfde man wa,s. Als Troelstra liet woprd voerde, dan schaarden zijn volgelingen zich om hem heen, als om hem te beschermen, en Kleerekoper riep onophoudelijk: st, sst, stilte dan toc.h; want de leider zelf was niet meer bij machte ooi over ©enig on derwerp het auditorium te boeien. En dan, Ketelaar riép> het deze week nog, is de Kamer onbarmhartig. Mede lijden kent men niet. Wie geen inslaande argumenten bezigt ofonzin zegt, wordt hardvochtig „doodgegonsd". Die vergissing van 1918 is Troelstra nooit meer te boven gekomen. Het lijkt er veel op; of de pblitiek-zedelijke neder laag, welke hij toen geleden heeft, hem dermate ook lichamelijk heeft aangegre pen >en geknakt, dat hij nimmer meer de man van vroeger kon worden. Die Troelstra van vroeger, de kracht figuur, de s taatsman hoe ongelukkig de greep oolc was, welke hij deed zag men op dien gedenkwaardigen Novem berdag in 1918; de gebroken man sta melde eenige weken later bij de begroo ting een verdediging en toen was hij als politiek leider voor altijd weg en verloren. De executie i,s uitgesteld begrijpelijk maar het moest er van komen. Hij trachtte zich nog te handhaven; hij wou niet heen. Want hoe belangloos onze pu blieke actie ook moge zijn, er zit toch altijd een persoonlijk element in, da.t niet weg te cijferen is. Een mensch wil niet uitgeschakeld worden, wil niet sterven, in geen enkel opzicht Mr L o h in an j o u r na 1 i s t. In „Bergopwaarts" schrijft G. G. van As, die vele jaren de rechterhand van mr A. F. de Savomin Lobman is geweest in do redactie van „de Nederlander", met groo te vereering over den overledene en schetst daarbij o.a. Lohmans' inzichten omtrent de taak van een courant. Tegenover een medewerker, die er andere denkbeelden op na hield, heeft hij die aldus eens uiteengezet: „Een dagblad is iets geheel anders dan een tijdschrift. De lezer -van een tijdschrift slaat over wat hem niet be valt, en treft in hetzelfde tijdschrift zoo het ruim van inzicht is ook andere of tegenovergestelde meeningen aan. Dia lezers cener courant daarentegen moe ten hun dagelijksch voedsel vinden in hun courant. Do redactie moet met hun gevoelens rekenen; daarom representeert een blad een zekere richting; het geeft een communis opinio van een groep le zers. Zoodra die groep zich niet meer thuis gevoelt in de gedachten van dc redactie op wier keuze zij geen invloed heeft, grijpt zij naar een ander blad Zij verlangt alleen, dat de redactie haai leidt, haar eigen gevoelens tot bewust heid brengt. Dp redactie moge zich zou onafhankelijk mogelijk gevoelen, zoodra zij niet meer rekent met die communis opinio, handelt zij als de predikant, die, uit pure oprechtheid, zijn hoorders uit de kerk preekt. Moet die predikant zich dus voegen naar zijn hoorders? Neen, vooreerst heeft de kerk, waarin hij op treedt, een vooraf vastgesteld program (belijdenis) evenals een blad, ten tweede moet hij, ook al gaat hij1 tegen de com munis opinio in, zijn woorden zoo kiezen dat de hoorders niet wegloopen, want - - dan bereikt hij in het geheel nietsi. Die kunst .om de waarheid te zeggen en toch zijn gehoor te behouden, moet do predikant beoefenen, evenzoo de journa list om zijn lezers niet kwijt te raken Die kunst moet beoefend worden. Want het ©en mag aan het ander nimmer op- geoff-erd worden. De journalist, de hoofd redacteur vooral, staat dagelijks voor deze kwesties: Is het waar? Mag het hier ge- ?zegd worden? Mag het hier zoo gezegd worden?" „Men zal erkennen", zegt de heer Van As, „dat in deze weinig© zinsneden do moeilijke taak van den journalist uit peme-nd is geteckenddoor ©en man die zich altijd een amateur op dat ge bied noemde, en ook daarom meende in de vakv-ereeniging van journalisten niet thuis te behooren". Raad contra burgemeester. De raad van Posterholt heeft aange nomen ©en motie: gehoord de besprekingen over het do'o: den burgemeester dezer gemeente gevoer de beleid inzake de electrieiteitskwestio in deze gemeente; overwegende, dat door dezen daarbij geen rekening is gehouden met de wet en liet algemeen belang en mede daardoor thans reeds sinds gerui- men tijd ©en electriciteitskwesti-e in deze gemeente bestaat, die d© gemeente schat ten (gelds heeft gekost en de belastingen tot bijna het ondragelijke heeft opgevoerd; van oordeel, dat de lasten der gemeente hierdoor onnoodig zijn verzwaard, en dat deze de gemeente in beroering heeft ge bracht; spreekt zijn afkeuring uit over het hierbedoelde beleid. De constructiewerkplaatsen te Delft. In een audiëntie, verleend aan den voorzitter en den secretaris van de ver- eeniging „Die Rijkswerkman" door den Minister van Oorlog, bevestigde deze .de geruchten aangaande de overplaatsing der Rijks-constructiewerkplaatsen van Dielft naar de Hembrug. In beginsel is tot de overplaatsing besloten; deze zal ge leidelijk en groepsgewijze haar beslag krijgen in den loop van twee jaar. K e i z e r 1 ij k bezoek aan Roosen daal. Met den D' trein uit Hamburg arriveer de Vrijdagmiddag te 1.04 uur te Roo sendaal Zijn Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid Tafari Makonnen, regent van het Abessinische Keizerrijk, erfgenaam van den troon van Ethiopië, die op zijn doorreis van Stockholm naar Parijs, met zijn gevolg eenige uren aldaar vertoefde. Seheepsbou w. Naar Fairplay meldt, is liet aan de Scheepsbouw Maatschappij Nieuwe Wa terweg alhier gelukt de opdracht te ver krijgen tot den bouw van negen stoom schepen voor Engelsche rekening. En wel vier stoomschepen elk van 3200 d.w. voor reeders te Newcastle, vier stoom schepen voor een firma te .Glasgow en één stoomschip voor de grootste Engel sche scheepvaartmaatschappij. Er is dus weer werk aan den winkel! D e d r o o g m a king d er Zuiderzee. Uit Anna Paulowna wordt aan „Het Volk" geschreven: Een nieuwe rondgang over de verschil lende in deze omgeving uitgevoerde Zui derzeewerken, heeft ons doen zien, dat de afsluitdam van Ewij'cksluis-Wjieringen tot ongeveer l'OO meter in het Amsteldiep een hoogte van minstens 2 a 3 M. boven de waterlijn heeft bereikt. Verderop loopt hij geleidelijk in de hoogte af, terwijl een dam van keileem van eenige meters breed te aan do Noordzijde van den breedendijk- voet hierbij aansluit, welke dam reeds tot ongeveer 300 M, in het Amsteldiep hoven water ligt. Waar ook van de Wierin- gcr zijde geregeld wordt doorgewerkt, wordt! dus de opening, waardoor de stroom moet passeeren, voortdurend nauwer en neemt de stroomsnelheid daardoor verbazend toe Verlaging van woninghuren. Naar aanleiding van een door den raad van Vel sen aangenomen motie, inzake verlaging der huren va.n met rijkssteurv gebouwde woningen, heeft liet gemeente bestuur zich gewend tot liet bestuur der Vereeniging van Nederlandsche gemeen ten. Het bestuur heeft medegedeeld, dat deze aangelegenheid sedert geruimen tijd de aandacht der vereeniging lieeft. Een door haar ingestelde commissie heeft reeds een onderhoud gehad met den mi nister van arbeid en daarna aanraking gezocht met vertegenwoordigers der verschillende fracties in de Tweede Kamer, welke stappen echter nog tot gen-n resultaat hebben geleid. Afge wacht wordt thans de behandeling van hoofdstuk X der Staafsbegroolmg voor 1924 in.de Eerste Kamer, waar deze zaak ongetwijfeld ter sprake za,k komen. Mocht ook hier geen succes worden behaald, dan zal de vereeniging zich beraden, wat haar verder in deze to doen staat. willen achterlaten, om met jou mee te gaan en moeder te helpen met jou ver pleging. Denk je, dat ze het doen zal?" Mevrouw Andrews stond daar met haar hand op den schouder van de gouver nante, en beiden keken naai' .de wisselen de uitdrukking op Felix' gezichtje. „Ik geloof, vader ik hoop, dat zij het doen zal; ik geloof, dat zij Hij hield op, en, zich omhoog rich tend, strekte hij zijn kleine armen uit en riep: „O, Edna, je wilt wel met mij meegaan. Je hebt beloofd mij nooit te verlaten. Zeg aan papa, dat je mee wilt gaan." Zijn hoofdje lag op haar schouder, en hij hield zijn armen vast om haar hals geslagen. Zij verbergde haar gelaat tegen liet zijne en zweeg. Meneer Andrews legde zijn hand op liet gebogen hoofd der gouvernante. „Juffrouw Earl, het is mij een behoefte u te zeggen, dat ik u beschouw als een lid van mijn gezin; dat mijn vrouw en ik beiden zooveel van u houden, alsof u ons eigen kind was; en ik hoop, dat u niet zult weigeren mijn vrouw op de reis, die zij zich heeft voorgesteld te onder nemen, te vergezellen. Laat mij de plaats innemen van uw vader. U zult er mij en dc mijnen -een groot genoegen mee doen door mede te gaan, vooral als u mij ver oorlooft u te beschouwen als mijn eigen dochter. Ik twijfel er niet aan, of de •fc Verplaatst met ingang van 16 Juni a.s. de kantoorbediende II. Joziasse van Hulst naar Goes (postkantoor). De heer F. C. Schog, part. klerk ten kantore van den ontvanger der di recte belastingen te Heinkenszand is met ingang van 16 Juni 1924 in gelijke func tie benoemd ten bureele van den In specteur der directe belastingen te Mid delburg. Een bezoek aan Het Loo en het Kon. bezoek aan Zeeland. Naar men aan de „Ter Neuzensche Crt.," mededeelt ontving de heer J. de Kraker Cz. te Zaamslag een schrijven, namens H. M. de Koningin, om Dinsdag 1.1. met zijn dochter en mej. De Feijter, de doch ter van den burgemeester van Zaamslag, welke dames indertijd het aan Prinses Juliana aangeboden Axelsch costuum heb ben verzorgd en Haar daarmede te 's-Gra- venliage hebben gekleed, op het Loo te komen, ten einde voornoemd costuum na te zien, de Prinses weer aan te klee- den en de onderdeelen die ondertusschen wegens den flinken groei van Prinses Juliana te klein geworden waren, te ver anderen. Aan deze uitnoodiging is natuur lijk volgaarne voldaan. Terwijl genoem de dames de noodige werkzaamheden aan het costuum verrichtten, waren H. M. de Koningin en Prins Hendrik daarbij ook steeds tegenwoordig. Ondertusschen werd de heer De Kra ker uitgenoodigd de tuinen en stallen van Het Loo te bezichtigen, alsook het geen daar ten opzichte van het landbouw bedrijf wordt verricht, en vervolgens een kijkje te nemen in het paleis, waar hij ook bij IJ. M. de Koningin werd ge- noodigd. Nadat aan de jonge dames en den hen vergezellenden heer De Kraker een diner was aangeboden, werden zij met het Koninklijk rijtuig naar Apeldoorn ge bracht. Aan de dames werd officieel mede gedeeld, dat Prinses Juliana op 6 Augus tus in Middelburg in Axelsch costuum zou verschijnen en zij op 8 Augustus, ter gelegenheid van het bezoek aan Zeeuwsch-Vlaandei'en weder daarmede zal gekleed zijn. Met het oog daarop werden de dames uitgenoodigd op 6 Augustus tijdig aanwezig te zijn in de Abdij en op 8 Augustus aan boord van liet stoomschip „llvdrograaf" te Hans- weert, teneinde H. K. H. Prinses Juliana behulpzaam te zijn bij het aankleeden. Markt kaarten. De Nederland sche Spoorwegen zullen eiken Dinsdag, te beginnen op 17 dezer, marktkaarten 3e klasse laten afgeven naar Goes. Z,e zullen worden afgegeven aan de stations gelegen aan do lijn VlissingenRoosen daal. Deze marktkaarten, geldig voor een reis heen en terug op den marktdag, zullen kosten 3.5 cent per K.M. Zij zul len in het algemeen geldig zijn voor de heenreis in de treinen, die vóór 12 uur op het marktstation aankomen, voor de terugreis in de treinen die vóór 6 uur van het marktstation vertrekken. Men vraagt onwillekeurig: waarom wel markt kaarten naar Goes en niet naar Middel burg ij' - College voor de Vissche- r ij e n. Opnieuw benoemd tot lid van het college voor de vissclierijen de heer P. A. de Jong te Tholen. Hongaarsche kinderen. Naar wij vernemen, zal het zomertransport Hongaarsche kinderen pas Woensdag 9 Juli aankomen. In verband daarmede is het vertrek der thans in Zeeland verblij vende kinderen eenige weken uitgesteld en bepaald op Zaterdag 12 Juli. De Zeeuwsche Letterkun dige tentoonstelling. De belang stelling voor de in de Provinciale Biblio theek te Middelburg georganiseerde, zeer belangwekkende tentoonstelling van Zeeuwsche letterkunde enz., was aanvan kelijk niet zoo groot als werd verwacht, maar de laatste dagen is die belangstel ling gelukkig groeiende en zij, die er komen, zijn evenveel propagandisten bij anderen voor een bezoek. reis zal u evenveel goed doen als Felix." „Dank u, meneer Andrews; ik waardeer uw edelmoedigheid zéér, en ik ben dank baar voor de liefde en het vertrouwen, door u en uwe vrouw aan mij betoond. Ik kwam als een vreemdelinge in uw huis, len u was zoo vriendelijk mij als een huis- genoote op te nemen. Ik sta geheel alleen op de wereld, en ben zeer gehecht ge raakt aan uw kinderen. Felix is niet al leen mijn lieve leerling, hij is mij een broeder, mijn metgezel, mijn éigen lieve ling! Ik kan niet meer zonder hem. Na zijn moeder ben ik hem het naast. O! .ik zal overal met hem meegaan, waar u 'en mevrouw denkt, dat het voor hem goecl zal zijn. Ik zal hem nooit verlaten." Zij maakte zich los uit de omhelzing van den jongen en legde zijn hoofdje zachtjes op het kussen, en ging naar haar eigen kamer. Temidden van al de drukke voorbe reidselen voor het vertrek verscheen Edna's nieuw boek. Zij' had tot titel gekozen: „De kroon der huiselijkheid" en het opgedragen: „Aan al mijd land- genooten, die deze kroon dragen." Het doel van het boek was om de echte vrouwelijke arbeidssfeer aan te toonen en hoewel het onderwerp wat afgezaagd was, nam zij1 zonder schroom toch het reeds zoo uitgeplozen vraagstuk op; om het nog eens te behandelen. {Zie ommezijde.) gezien te hebben, haar een lijst van boe ken zou willen opgeven, die geschikt waren voor ©en jong meisje, en of zij er dan nog ©en paar regels aan toe zou wil len voegen, dan zou zij het briefje oniic* haar kussen kannen leggen, en het zoo nu en dan eens inzien. Toen Edna het briefje gelezen had, nam Felix het van haar aan, bestudeerde de kleine, slecht te lezen letters, en zeide „Arm, klein dingl Zou je niet graag willen, dat wij haar kenden? Louise Lawrence. Je zult haar zeker wel ant woorden, Edna?" „Ja, zeker, onmiddellijk, en ik zal haar zeggen, hoe dankbaar ik haar ben, dat zij zoo lief geweest is om een deel van haar bloemen aan mij af te staan. Ieder v/oord van haar lief briefje is mij even kostbaar als een parel, want het komt uit het diepst van haar liefhebbend hartje." „O! wat een zegen 'is het toch te ge voelen, dat men zooveel goed doet in de wereld! Die kleine Louise zegt, dat ze iederen avond voor u bidt voor zij gaat slapen. Wat een [roost moeten zulke brieven voor je zijn! Edna, wat zie je er nu gelukkig uit! Maar wat zie ik, tranen in jé oogen; dat zie ik bijna altijd, als je om iets blij bent. Welke boeken wil je haar aanraden?" „Ik z.al er eens over nadenken, en je mijn antwoord laten lezen. Geef mij liet briefje maar terug; ik zal het bij mijn kostbaarheden opbergen. Wat ruiken die bloemen heerlijk! Ruik eens, Felix! Hier, lieveling, ik zal ze jou geven, en aan de kleine Louise schrijven, dat zij twee men schen gelukkig heeft gemaakt." Zij nam het fijne bouquetje, 'dat zoo aardig was gerangschikt door bekoorlijke kinder vingertjes, op, snoof nog eens de heerlijke geuren er uit op, on terwijl zij het Felix overreikte, boog zij zich over hem heen en kuste hem op zijn van koorts gloeiend aangezicht. Op dit oogenblik zag Felix zijn ouders op den drempel van de deur staan en hield nu voor hen triomfantelijk de bou quet omboog. „Omoeder! kom eens hier en ruik deze viooltjes eens. Waarom kunnen wij die ook niet hebben in potten voor de ramen?" Meneer Andrews leunde over het bed van zijn zoon tegen den muur, en legde zacht zijn hand op het voorhoofd van den jongen, en zeide: „Mijn zoon, juffrouw Earl zegt, dat zij veel van je houdt, maar ik weet niet of zij nu werkelijk meent wat zij zegt; en ik ben van plan, mij daar ten volle va'n te overtuigen. Op liet oogenblik kan ik niet uit de zaken weg, maar moeder gaat de volgende week met jou naar Europa, en nu wilde ik graag weten, of juffrouw Earl nu al haar bewonderaars hier zou

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 5