DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Dit de Pers.
Binnenland.
Dit de Provincie.
VAN
MAANDAG 16 JUNI 1921. No. 216
Een sociaal-democratische „militarist".
Die couranten bevatten dezer dagen het
volgende bericht.
Admiraal Jaurès, de broeder van wijlen
Jean Jaurès, den groeten volkstribuun,
is Zondag, wij hebben het reeds gemeld,
als voorzitter van het congres van de
Fransehe socialistische partij opgetreden
Admiraal Jaurès heeft Zondag omtrent
zijn toetreden tot de partij gezegd, dat
hij zeker ervan wa,s, dat de leer. het
program van de Fransehe socialistische
partij ten volle de gedachte van Jean
Jaurès verwezenlijken. Ik treed met ver
trouwen tof de partij toe, verklaarde de
admiraal, omdat ik weet, dat zij, bij ham-
vurig verlangen, om de zaak der arbei
ders te verdedigen, het niet minder vurige
verlangen koestert, de republiek en het
Fransehe vaderland te verdedigen. Eb ik
leg, zeide admiraal Jaurès', met opzet
den nadruk op de woorden „het Fransehe
vaderland", want, al schitterde er in de
oogen en m net. hart van Jean Jaurès
het aantrekkelijke licht van een broeder
schap der menschen, hij betrok steeds de
Republiek bij de onmiddellijke en concrete
verwezenlijking van de bescherming van
den nationalen grond en hij zeide: „Frank
rijk staat boven verdeeldheid, boven par
ticuliere belangen, Frankrijk, welks bloed
in onze aderen stroomt, en welks fiere
geest het beste in ons is, het geliefde
Frankrijk".
Naar aanleiding daarvan schrijft „Ons
Leger":
Het. Is met onverdeelde instemming,
dat wij de gesproken woorden van den
Admiraal Jaurès onder de aandacht van
onze lezers brengen. Hier hooren wij nu
eens uit den mond van een man, die,
hoewel overtuigd sociaal-democraat, ook
de overtuiging uitspreekt, dat zijn va
derland boven alles gaat en de conse-
kwentie aanvaardt, dat de liefde en het
belang van zijn land slechts denkbeeldig
zijn, wanneer het land ook niet, zoo noo-
dig, verdedigd kan worden.
Deze uitspraak klinkt ©enigszins vreemd
voor ons, Nederlanders, omdat wij' zoo
tot in den treure gewoon zijn geworden
aan phrasen, als: „geen man en geen
:cent"; „militairisme"", „uitbranden van
een beroepskader", en dergelijk fraais
meer. Admiraal Jaurès geeft hier een
les aan de Nederlandsche Sociaal-Demo
craten en ook: aan de lauw en en aan
hen, Jiio de defensie beschouwen als
oen noodelooze geldverspilling!
liet zou wellicht nuttig zijn de woor
den van dezen Franschen admiraal op
duidelijke wijze in de vergaderzaal van
ons 'Parlement en dan liefst goed zicht
baar voor de linkerzijde op te hangen!
Wellicht zouden zij dienst kunnen doen
bij eventueel debat over de nationale
defensie, als bewijs, dat de afbraak van
onze weermacht, ook va,n een sociaal
democratisch standpunt bezien, meer dan
onverantwoordelijk is.
Platteland en bezuinigen.
In „Het Platteland", orgaan van den
Cliristelijken Boeren- en Tuindersbond
(C. B. T. B.), komt een artikel voor het
welk handelt over de beteekenis van
den boerenstand en liet bezuinigings-
slreven van Minister Colijn, om tot een
sluitende begrooting te komen.
De schrijver is van oordeel, dat de lei
dende gedachte bij dat streven moet zijn
deze „diep ingegrifd moet wezen de over
tuiging dat ons leven, ons maatschappelijk
en staatsleven i§ ingericht op te lioogen
voet". In onze staatshuishouding zijn nog
veel te veel luxe paardjes gestald, die die
nen te worden verwijderd. Met het lager
onderwijs, ons nijverheidsonderwijs en
Ons meer uitgebreid lager onderwijs kan
niet op den bestaanden voet worden voort
gegaan. Dat te Enschedé een hoogere tex
tielschool in het leven wordt gehouden,
FElf 8LLETON.
LEVENSLEED.
135).
„Ga met mij mee, Louis, en vraag
jij het zelf."
Zij gingen samen naar boven, en ble
ven op den drempel van Felix' kamer
kamer staan, om gade te slaan, wat
daarbinnen voorviel. De lieve, kranke
jongen zat overeind, gesteund door ver
schillende kussens, op de rustbank. Hij
zat nieuwsgierig te kijken naar een klein
mandje, dat Edna op haar schoot had.
Zij las hem juist een treffend briefje
voor, dat zij zoo pas ontvangen had
van een ziekelijk kind, dat nog nooit
had kunnen loopen, dat altijd opgesloten
zat in huis, en haar schreef om haar
te bedanken op haar .gezellige, kinder
lijke manier, voor een verhaaltje, dat
zij had gelezen in het tijdschrift, en dat
haar heel gelukkig stemde.
Het zieke meisje vertelde, dat haar
voornaamste amusemient bestond in het
trekken van bloemen in potten voor de
ramen; en ten teeken van haar dankbaar
heid had zij nil ©en ruiker samengesteld
uit reseda, viooltjes en geraniums, en
zond die aan haar .met haar Briefje.
Tot besluit vroeg het meisje of Edna,
die zij' al lief had zonder haar 'ooit
die een som van meer dan zeven dui
zend gulden per leerling vordert, acht
de scbr. ontoelaatbaar.
Een tweede gedachte is dat de hard
heid van de offers niet mag verleiden
lot het scheppen van voorrang van in
stituten waarnaar onze principieele voor
keur uitgaat. Zoo dient men zich niet
t'e verzetten tegen de bezuiniging, welke
vooral het bijzonder (landbouw)-onderwijs
treft.
Positieve voorwaarde voor doeltreffen
de verbetering, is de inperking der staats
bemoeiing. „Zal wezenlijke redding dagen,
dan rooet radicaal gebroken worden met
de ziekelijke, stemming, die zicli gestreeld
gevoelt door de tijding, dat de gemeente,
het rijk een nieuw stuk maatschappelijk
leven heeft opgezogen."
De oude geschiedenis.
In Frankrijk herhaalt zich weer- de
oude geschiedenis.
Een schitterende triomf werd door
liet linker kartel bevochten.
De radicalen overwonnen met de
socialisten en de communisten.
Zij zouden na de omverwerping van
het iKjabinet-Poincaré de lakens uit-
deelen.
Maar wie de lalk'ens uitdeelen zijn
niet de radicale leidslieden, de bur
gemeester vair Lyon, Herriot, of de
Kamerpresident Painlevé.
Zij staan onder den druk van en
worden voortgedreven door den so
cialistisch en leider Léon Blum.
En deze op zijn beurt wordt weer
opgejaagd door communisten als Ca-
chin, Marlijn e.a., die nu de kans
voor hun luguber bedrijf schoon zien.
Bij de eerste en eenige ontmoeting
met'het ministerie-Marsal waren liet
niet radicale of socialistische woord
voerders, die de positie beheerschten,
maar van een communistisch spre
ker ging de voomaajnste stoot uit.
Zoo bevestigt zich de oude waar
heid, dat de zuigkracht van het revo
lutionaire beginsel immer voert tot
(meest radicale openbaring.
(Rotterdammer.)
Troelstra af.
Troelstra trekt zich als leider terug.
Treedt straks ais Kamerlid af. Daar
mee is zijn politieke rol uitgespeeld.
De parlementaire redacteur van „De
Rott.'" in Den Haag, die hem om zoo te
zeggen van dag tot dag! heeft kunnen ga
deslaan, werkt deze gedachte volgender
wijs nader uit:
„Mr Troelstra treedt binnenkort als
leider af.
„D:e Telegraaf", die blijkbaar nog
steeds in nauwe relatie staat met '11 veel-
sprekerig soc.-dem, Kamerlid (Duys?) wist
het te vertellen en „Het Volk" erkent dit
feit.
Voor ons, die mr Troelstra een kwart
eeuw in zijn politiek optreden hebben
gadegeslagen, is dit geen verrassing'. Zijn
physieke kracht nam zienderoogen af.
Zijn invloed in de> Kamer daalde van
maand tot maand en hoe hard het hem
zal vallen: hij moet de teugels van het
bewind uit handen geven.
Het was eigenlijk pijnlijk om de laatste
jaren zijn optreden in de Tweede Kamer
te aanschouwen.
Was dat een partijleider die daar sprak
zoo vroeg men zich telkens af.
Was dat de volksredenaar, de handige
politicus, de geboren strateeg, de leidei
van bijkans de machtigste piartij in Ne
derland?
Indien zij, die Troelstra meegemaakt
hebben, b.v. in de stakingsdagen van
1903, buitenslands gegaan waren, en van
Nederland niets meer hadden gehoord,
hem nu plotseling in de Kamer terug
vonden, dan zouden ze ontkennen, dat het
dezelfde man wa,s.
Als Troelstra liet woprd voerde, dan
schaarden zijn volgelingen zich om hem
heen, als om hem te beschermen, en
Kleerekoper riep onophoudelijk: st, sst,
stilte dan toc.h; want de leider zelf was
niet meer bij machte ooi over ©enig on
derwerp het auditorium te boeien.
En dan, Ketelaar riép> het deze week
nog, is de Kamer onbarmhartig. Mede
lijden kent men niet. Wie geen inslaande
argumenten bezigt ofonzin zegt,
wordt hardvochtig „doodgegonsd".
Die vergissing van 1918 is Troelstra
nooit meer te boven gekomen. Het lijkt
er veel op; of de pblitiek-zedelijke neder
laag, welke hij toen geleden heeft, hem
dermate ook lichamelijk heeft aangegre
pen >en geknakt, dat hij nimmer meer
de man van vroeger kon worden.
Die Troelstra van vroeger, de kracht
figuur, de s taatsman hoe ongelukkig de
greep oolc was, welke hij deed zag
men op dien gedenkwaardigen Novem
berdag in 1918; de gebroken man sta
melde eenige weken later bij de begroo
ting een verdediging en toen was hij als
politiek leider voor altijd weg en verloren.
De executie i,s uitgesteld begrijpelijk
maar het moest er van komen. Hij
trachtte zich nog te handhaven; hij wou
niet heen. Want hoe belangloos onze pu
blieke actie ook moge zijn, er zit toch
altijd een persoonlijk element in, da.t niet
weg te cijferen is. Een mensch wil niet
uitgeschakeld worden, wil niet sterven,
in geen enkel opzicht
Mr L o h in an j o u r na 1 i s t.
In „Bergopwaarts" schrijft G. G. van As,
die vele jaren de rechterhand van mr A.
F. de Savomin Lobman is geweest in do
redactie van „de Nederlander", met groo te
vereering over den overledene en schetst
daarbij o.a. Lohmans' inzichten omtrent
de taak van een courant. Tegenover een
medewerker, die er andere denkbeelden
op na hield, heeft hij die aldus eens
uiteengezet:
„Een dagblad is iets geheel anders
dan een tijdschrift. De lezer -van een
tijdschrift slaat over wat hem niet be
valt, en treft in hetzelfde tijdschrift
zoo het ruim van inzicht is ook andere
of tegenovergestelde meeningen aan. Dia
lezers cener courant daarentegen moe
ten hun dagelijksch voedsel vinden in
hun courant. Do redactie moet met hun
gevoelens rekenen; daarom representeert
een blad een zekere richting; het geeft
een communis opinio van een groep le
zers. Zoodra die groep zich niet meer
thuis gevoelt in de gedachten van dc
redactie op wier keuze zij geen invloed
heeft, grijpt zij naar een ander blad
Zij verlangt alleen, dat de redactie haai
leidt, haar eigen gevoelens tot bewust
heid brengt. Dp redactie moge zich zou
onafhankelijk mogelijk gevoelen, zoodra
zij niet meer rekent met die communis
opinio, handelt zij als de predikant, die,
uit pure oprechtheid, zijn hoorders uit
de kerk preekt. Moet die predikant zich
dus voegen naar zijn hoorders? Neen,
vooreerst heeft de kerk, waarin hij op
treedt, een vooraf vastgesteld program
(belijdenis) evenals een blad, ten tweede
moet hij, ook al gaat hij1 tegen de com
munis opinio in, zijn woorden zoo kiezen
dat de hoorders niet wegloopen, want - -
dan bereikt hij in het geheel nietsi.
Die kunst .om de waarheid te zeggen
en toch zijn gehoor te behouden, moet do
predikant beoefenen, evenzoo de journa
list om zijn lezers niet kwijt te raken
Die kunst moet beoefend worden. Want
het ©en mag aan het ander nimmer op-
geoff-erd worden. De journalist, de hoofd
redacteur vooral, staat dagelijks voor deze
kwesties: Is het waar? Mag het hier ge-
?zegd worden? Mag het hier zoo gezegd
worden?"
„Men zal erkennen", zegt de heer Van
As, „dat in deze weinig© zinsneden do
moeilijke taak van den journalist uit
peme-nd is geteckenddoor ©en man
die zich altijd een amateur op dat ge
bied noemde, en ook daarom meende
in de vakv-ereeniging van journalisten niet
thuis te behooren".
Raad contra burgemeester.
De raad van Posterholt heeft aange
nomen ©en motie:
gehoord de besprekingen over het do'o:
den burgemeester dezer gemeente gevoer
de beleid inzake de electrieiteitskwestio
in deze gemeente; overwegende, dat door
dezen daarbij geen rekening is gehouden
met de wet en liet algemeen belang en
mede daardoor thans reeds sinds gerui-
men tijd ©en electriciteitskwesti-e in deze
gemeente bestaat, die d© gemeente schat
ten (gelds heeft gekost en de belastingen
tot bijna het ondragelijke heeft opgevoerd;
van oordeel, dat de lasten der gemeente
hierdoor onnoodig zijn verzwaard, en dat
deze de gemeente in beroering heeft ge
bracht; spreekt zijn afkeuring uit over
het hierbedoelde beleid.
De constructiewerkplaatsen
te Delft.
In een audiëntie, verleend aan den
voorzitter en den secretaris van de ver-
eeniging „Die Rijkswerkman" door den
Minister van Oorlog, bevestigde deze .de
geruchten aangaande de overplaatsing der
Rijks-constructiewerkplaatsen van Dielft
naar de Hembrug. In beginsel is tot
de overplaatsing besloten; deze zal ge
leidelijk en groepsgewijze haar beslag
krijgen in den loop van twee jaar.
K e i z e r 1 ij k bezoek aan Roosen
daal.
Met den D' trein uit Hamburg arriveer
de Vrijdagmiddag te 1.04 uur te Roo
sendaal Zijn Keizerlijke en Koninklijke
Hoogheid Tafari Makonnen, regent van
het Abessinische Keizerrijk, erfgenaam
van den troon van Ethiopië, die op zijn
doorreis van Stockholm naar Parijs, met
zijn gevolg eenige uren aldaar vertoefde.
Seheepsbou w.
Naar Fairplay meldt, is liet aan de
Scheepsbouw Maatschappij Nieuwe Wa
terweg alhier gelukt de opdracht te ver
krijgen tot den bouw van negen stoom
schepen voor Engelsche rekening. En wel
vier stoomschepen elk van 3200 d.w.
voor reeders te Newcastle, vier stoom
schepen voor een firma te .Glasgow en
één stoomschip voor de grootste Engel
sche scheepvaartmaatschappij. Er is dus
weer werk aan den winkel!
D e d r o o g m a king d er Zuiderzee.
Uit Anna Paulowna wordt aan „Het
Volk" geschreven:
Een nieuwe rondgang over de verschil
lende in deze omgeving uitgevoerde Zui
derzeewerken, heeft ons doen zien, dat
de afsluitdam van Ewij'cksluis-Wjieringen
tot ongeveer l'OO meter in het Amsteldiep
een hoogte van minstens 2 a 3 M. boven
de waterlijn heeft bereikt. Verderop loopt
hij geleidelijk in de hoogte af, terwijl een
dam van keileem van eenige meters breed
te aan do Noordzijde van den breedendijk-
voet hierbij aansluit, welke dam reeds
tot ongeveer 300 M, in het Amsteldiep
hoven water ligt. Waar ook van de Wierin-
gcr zijde geregeld wordt doorgewerkt, wordt!
dus de opening, waardoor de stroom moet
passeeren, voortdurend nauwer en neemt
de stroomsnelheid daardoor verbazend toe
Verlaging van woninghuren.
Naar aanleiding van een door den raad
van Vel sen aangenomen motie, inzake
verlaging der huren va.n met rijkssteurv
gebouwde woningen, heeft liet gemeente
bestuur zich gewend tot liet bestuur der
Vereeniging van Nederlandsche gemeen
ten. Het bestuur heeft medegedeeld, dat
deze aangelegenheid sedert geruimen tijd
de aandacht der vereeniging lieeft. Een
door haar ingestelde commissie heeft
reeds een onderhoud gehad met den mi
nister van arbeid en daarna aanraking
gezocht met vertegenwoordigers der
verschillende fracties in de Tweede
Kamer, welke stappen echter nog
tot gen-n resultaat hebben geleid. Afge
wacht wordt thans de behandeling van
hoofdstuk X der Staafsbegroolmg voor
1924 in.de Eerste Kamer, waar deze zaak
ongetwijfeld ter sprake za,k komen. Mocht
ook hier geen succes worden behaald,
dan zal de vereeniging zich beraden, wat
haar verder in deze to doen staat.
willen achterlaten, om met jou mee te
gaan en moeder te helpen met jou ver
pleging. Denk je, dat ze het doen zal?"
Mevrouw Andrews stond daar met haar
hand op den schouder van de gouver
nante, en beiden keken naai' .de wisselen
de uitdrukking op Felix' gezichtje.
„Ik geloof, vader ik hoop, dat zij
het doen zal; ik geloof, dat zij
Hij hield op, en, zich omhoog rich
tend, strekte hij zijn kleine armen uit
en riep:
„O, Edna, je wilt wel met mij meegaan.
Je hebt beloofd mij nooit te verlaten. Zeg
aan papa, dat je mee wilt gaan."
Zijn hoofdje lag op haar schouder, en
hij hield zijn armen vast om haar hals
geslagen. Zij verbergde haar gelaat tegen
liet zijne en zweeg.
Meneer Andrews legde zijn hand op
liet gebogen hoofd der gouvernante.
„Juffrouw Earl, het is mij een behoefte
u te zeggen, dat ik u beschouw als een
lid van mijn gezin; dat mijn vrouw en ik
beiden zooveel van u houden, alsof u
ons eigen kind was; en ik hoop, dat u
niet zult weigeren mijn vrouw op de reis,
die zij zich heeft voorgesteld te onder
nemen, te vergezellen. Laat mij de plaats
innemen van uw vader. U zult er mij en
dc mijnen -een groot genoegen mee doen
door mede te gaan, vooral als u mij ver
oorlooft u te beschouwen als mijn eigen
dochter. Ik twijfel er niet aan, of de
•fc
Verplaatst met ingang van 16 Juni
a.s. de kantoorbediende II. Joziasse van
Hulst naar Goes (postkantoor).
De heer F. C. Schog, part. klerk
ten kantore van den ontvanger der di
recte belastingen te Heinkenszand is met
ingang van 16 Juni 1924 in gelijke func
tie benoemd ten bureele van den In
specteur der directe belastingen te Mid
delburg.
Een bezoek aan Het Loo en
het Kon. bezoek aan Zeeland.
Naar men aan de „Ter Neuzensche Crt.,"
mededeelt ontving de heer J. de Kraker
Cz. te Zaamslag een schrijven, namens
H. M. de Koningin, om Dinsdag 1.1. met
zijn dochter en mej. De Feijter, de doch
ter van den burgemeester van Zaamslag,
welke dames indertijd het aan Prinses
Juliana aangeboden Axelsch costuum heb
ben verzorgd en Haar daarmede te 's-Gra-
venliage hebben gekleed, op het Loo te
komen, ten einde voornoemd costuum
na te zien, de Prinses weer aan te klee-
den en de onderdeelen die ondertusschen
wegens den flinken groei van Prinses
Juliana te klein geworden waren, te ver
anderen. Aan deze uitnoodiging is natuur
lijk volgaarne voldaan. Terwijl genoem
de dames de noodige werkzaamheden aan
het costuum verrichtten, waren H. M.
de Koningin en Prins Hendrik daarbij
ook steeds tegenwoordig.
Ondertusschen werd de heer De Kra
ker uitgenoodigd de tuinen en stallen
van Het Loo te bezichtigen, alsook het
geen daar ten opzichte van het landbouw
bedrijf wordt verricht, en vervolgens een
kijkje te nemen in het paleis, waar hij
ook bij IJ. M. de Koningin werd ge-
noodigd.
Nadat aan de jonge dames en den
hen vergezellenden heer De Kraker een
diner was aangeboden, werden zij met
het Koninklijk rijtuig naar Apeldoorn ge
bracht.
Aan de dames werd officieel mede
gedeeld, dat Prinses Juliana op 6 Augus
tus in Middelburg in Axelsch costuum
zou verschijnen en zij op 8 Augustus,
ter gelegenheid van het bezoek aan
Zeeuwsch-Vlaandei'en weder daarmede
zal gekleed zijn. Met het oog daarop
werden de dames uitgenoodigd op 6
Augustus tijdig aanwezig te zijn in de
Abdij en op 8 Augustus aan boord van
liet stoomschip „llvdrograaf" te Hans-
weert, teneinde H. K. H. Prinses Juliana
behulpzaam te zijn bij het aankleeden.
Markt kaarten. De Nederland
sche Spoorwegen zullen eiken Dinsdag,
te beginnen op 17 dezer, marktkaarten
3e klasse laten afgeven naar Goes. Z,e
zullen worden afgegeven aan de stations
gelegen aan do lijn VlissingenRoosen
daal. Deze marktkaarten, geldig voor een
reis heen en terug op den marktdag,
zullen kosten 3.5 cent per K.M. Zij zul
len in het algemeen geldig zijn voor
de heenreis in de treinen, die vóór 12
uur op het marktstation aankomen, voor
de terugreis in de treinen die vóór 6
uur van het marktstation vertrekken. Men
vraagt onwillekeurig: waarom wel markt
kaarten naar Goes en niet naar Middel
burg ij'
- College voor de Vissche-
r ij e n. Opnieuw benoemd tot lid van
het college voor de vissclierijen de heer
P. A. de Jong te Tholen.
Hongaarsche kinderen. Naar
wij vernemen, zal het zomertransport
Hongaarsche kinderen pas Woensdag 9
Juli aankomen. In verband daarmede is
het vertrek der thans in Zeeland verblij
vende kinderen eenige weken uitgesteld
en bepaald op Zaterdag 12 Juli.
De Zeeuwsche Letterkun
dige tentoonstelling. De belang
stelling voor de in de Provinciale Biblio
theek te Middelburg georganiseerde, zeer
belangwekkende tentoonstelling van
Zeeuwsche letterkunde enz., was aanvan
kelijk niet zoo groot als werd verwacht,
maar de laatste dagen is die belangstel
ling gelukkig groeiende en zij, die er
komen, zijn evenveel propagandisten bij
anderen voor een bezoek.
reis zal u evenveel goed doen als Felix."
„Dank u, meneer Andrews; ik waardeer
uw edelmoedigheid zéér, en ik ben dank
baar voor de liefde en het vertrouwen,
door u en uwe vrouw aan mij betoond.
Ik kwam als een vreemdelinge in uw huis,
len u was zoo vriendelijk mij als een huis-
genoote op te nemen. Ik sta geheel alleen
op de wereld, en ben zeer gehecht ge
raakt aan uw kinderen. Felix is niet al
leen mijn lieve leerling, hij is mij een
broeder, mijn metgezel, mijn éigen lieve
ling! Ik kan niet meer zonder hem. Na
zijn moeder ben ik hem het naast. O!
.ik zal overal met hem meegaan, waar u
'en mevrouw denkt, dat het voor hem
goecl zal zijn. Ik zal hem nooit verlaten."
Zij maakte zich los uit de omhelzing
van den jongen en legde zijn hoofdje
zachtjes op het kussen, en ging naar
haar eigen kamer.
Temidden van al de drukke voorbe
reidselen voor het vertrek verscheen
Edna's nieuw boek. Zij' had tot titel
gekozen: „De kroon der huiselijkheid"
en het opgedragen: „Aan al mijd land-
genooten, die deze kroon dragen."
Het doel van het boek was om de echte
vrouwelijke arbeidssfeer aan te toonen
en hoewel het onderwerp wat afgezaagd
was, nam zij1 zonder schroom toch het
reeds zoo uitgeplozen vraagstuk op; om
het nog eens te behandelen.
{Zie ommezijde.)
gezien te hebben, haar een lijst van boe
ken zou willen opgeven, die geschikt
waren voor ©en jong meisje, en of zij er
dan nog ©en paar regels aan toe zou wil
len voegen, dan zou zij het briefje oniic*
haar kussen kannen leggen, en het zoo
nu en dan eens inzien.
Toen Edna het briefje gelezen had,
nam Felix het van haar aan, bestudeerde
de kleine, slecht te lezen letters, en
zeide
„Arm, klein dingl Zou je niet graag
willen, dat wij haar kenden? Louise
Lawrence. Je zult haar zeker wel ant
woorden, Edna?"
„Ja, zeker, onmiddellijk, en ik zal haar
zeggen, hoe dankbaar ik haar ben, dat
zij zoo lief geweest is om een deel van
haar bloemen aan mij af te staan. Ieder
v/oord van haar lief briefje is mij even
kostbaar als een parel, want het komt
uit het diepst van haar liefhebbend
hartje."
„O! wat een zegen 'is het toch te ge
voelen, dat men zooveel goed doet in de
wereld! Die kleine Louise zegt, dat ze
iederen avond voor u bidt voor zij gaat
slapen. Wat een [roost moeten zulke
brieven voor je zijn! Edna, wat zie je
er nu gelukkig uit! Maar wat zie ik,
tranen in jé oogen; dat zie ik bijna altijd,
als je om iets blij bent. Welke boeken
wil je haar aanraden?"
„Ik z.al er eens over nadenken, en je
mijn antwoord laten lezen. Geef mij liet
briefje maar terug; ik zal het bij mijn
kostbaarheden opbergen. Wat ruiken die
bloemen heerlijk! Ruik eens, Felix! Hier,
lieveling, ik zal ze jou geven, en aan de
kleine Louise schrijven, dat zij twee men
schen gelukkig heeft gemaakt."
Zij nam het fijne bouquetje, 'dat zoo
aardig was gerangschikt door bekoorlijke
kinder vingertjes, op, snoof nog eens de
heerlijke geuren er uit op, on terwijl zij
het Felix overreikte, boog zij zich over
hem heen en kuste hem op zijn van
koorts gloeiend aangezicht.
Op dit oogenblik zag Felix zijn ouders
op den drempel van de deur staan en
hield nu voor hen triomfantelijk de bou
quet omboog.
„Omoeder! kom eens hier en ruik deze
viooltjes eens. Waarom kunnen wij die
ook niet hebben in potten voor de ramen?"
Meneer Andrews leunde over het bed
van zijn zoon tegen den muur, en legde
zacht zijn hand op het voorhoofd van
den jongen, en zeide:
„Mijn zoon, juffrouw Earl zegt, dat zij
veel van je houdt, maar ik weet niet
of zij nu werkelijk meent wat zij zegt; en
ik ben van plan, mij daar ten volle va'n te
overtuigen. Op liet oogenblik kan ik niet
uit de zaken weg, maar moeder gaat de
volgende week met jou naar Europa, en
nu wilde ik graag weten, of juffrouw
Earl nu al haar bewonderaars hier zou