No 200
Maandag 16 Mei 1914
88e Jaargang
RITMEESTER
O CE NTS
Buitenland.
LEVENSLEED.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Tel,: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Het Schoenenwetje.
Het schoenenwetje heeft veel stof
opgejaagd; is bij de Statenverkiezin
gen van 't vorige jaar als stormram
tegen de rechtsche partijen gebruikt,
heeft de menschen van den absoluten
vrijhandel doen te hoop loopen en
heeft de pofeten van alle gadmg aan
liet, werk gezet: nu zou men eens zien
wat 'n ellende dit, stuk' protectie bren
gen zou: werkloosheid, broodsgebrek
en verarming zouden het deel zijn van
de werklieden in de schoenenindu
strie, en de schoenen zouden zeer
duur worden.
De klagers van toen hebben echter
geen gelijk gekregen.
Van slapte en duurte is niets geble
ken; de fabrieken, die sto-p> gezet wa
ren, zijn weer in volle werking, de
werklieden hebben volop werk en
brood.
Dit wordt dankbaar, zelfs door so
ciaal-democraten, erkend. Een hunner
voormannen, de heer v. d. Walle, ging
zelfs nog een stap verder door de
hoop uit te spreken, dat de Regeering
in overeenkomstige gevallen ten bate
der arbeiders zoo door zou gaan, en
zich niet zou storen aan het geroep
van de vrijhandels-profeten.
Nu in zake de (tijdelijke) bescher
ming der schoenen-industrie de pro
fijten de profeten in 't o ngelijk hebben
gesteld, kunnen meerdere maatregelen
lot - bescherming worden beproefd of
uitgebreid.
Natuurlijk met de noodige voorzich
tigheid met. 't oog op mogelijke re
presaille-maatregelen vanwege bet
buitenland, en nooit anders dan als
tijdelijken steun bedoeld.
In ieder geval dient men met elkan
der napraten van: bescherming is de
dood voor de industrie, gelijk dit in
liberale en socialistische kringen ge
schied I. voorzichtig te worden.
is het wel zoo?
Is hel wel waar, dat het Schoenen
wetje (althans tot nog toe) zulke gun
stige resultaten toont?
Wij zullen de officiëele stukken
laten spreken. Stukken, waarin „alle
berichtgevers zonder uitzondering wij
zen op den buitengewoon gunstigen
invloed dien het Schoenenwetje op
den toestand der industrie gehad
heeft".
Zoo luidt de aanhef van een ver
slag der Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Tilburg en omstreken.
En dan heet het verder:
„Terwijl in Januari en Februari de
meeste bedrijven wegens gebrek aan
orders gelieèl stop stonden of op
zeer beperkte capaciteit werkten,
kwam er, naarmate liet seizoen vor
derde, eenige verbetering en rondom
Paschen eii Pinksteren was er vrij
veel werk. Deze opleving was echter
van zeer tijdelijken aard, want na
afloop van het seizoen omstreeks
half Juni trad de depressie weer
in, zoodat de productie wederom be
langrijk moest worden ingekrompen.
Onmiddellijk' echter na de inwerking
treding der Sclioenenwet in Juli, kwam
er meer vertrouwen in de toekomst,
en omstreeks October kwamen de
unstige gevolgen der Schoenenw-et
uidelijk tot uiting. De groote, hier te
lande aanwezige voorraden buiten-
landsch schoenwerk, ruimden lang
zaam aan op of werden incourant.- In
liet vertrouwen, dat het Schoenenwet
je zou worden verlengd, toonden de
afnemers -meer bereidwilligheid in het
plaatsen van voorjaarsorders, zoodat
gedurende het laatste kwartaal weer
op volle capaciteit kon worden ge
werkt,. De prijzen der grondstoffen
vooral het. fijnere overleder toonden
neiging tot stijgen, terwijl de groot-
liandelsprijzen der schoenen onder
den druk der geweldige onderlinge
concurrentie aanmerkelijk daalden."
Wij willen eerlijk bekennen „on
der den druk" der protesten van vrij
handelaren zulk een aanvankelijk suc
ces met dit wetje niet te hebben
durven verwachten.
Profanie en laster in beeld.
„Het Volk" bevatte Zaterdag in ver
band met de staking in Twentlic een
plaat, waarin de teekenaar .Tordaan weer
eens al de haat en spot die in hom is
lioeft neergelegd. Hij toekende drie man
nen: Mozes, Aaron en Hur met den telcst
uit Exodus 17:11 als motto: „En wan
neer Mozes zijn handen ophief won Israël,
als hij ze nederliet won Amalek. Maar Mo
zes' handen werden zwaar. Aaron en Hur
ondersteunden ze daarom totdat de zon
(der solidariteit) onderging."
Blijkbaar is dez-e tekst uit 't geheugen
opgeschreven, en daardoor niet letterlijk,
maar 'de bedoeling blijkt duidelijk, ook
■uit de teèkening. Mozes is de diknekkige
fabrikant, die zijn handen uitstrekt naai
de solidariteit, die als een zon boven zijn
hoofd schittert; de Clir. Vereeniging Uni-
tas en de R.-K. Sint Lambertus zijn de
Aaron en Hur, welke zijn armen onder
steunen, terwijl zij sprekenAch patroon,
als die vervloekte zon maar onderging.
Hier jno-ef een stukje walgelijke pro
fanie dienst doen om den laster te doen
ingang vinden, als zouden de Chr. arbei
ders in Twentlic met de patroons in bond
de solidariteit der arbeiders belagen, ter
wijl van liet eigen misdrijf (de dwang-
oefening op zwakke zielen, en de belaging
van' we-erlooze werkwilligen) gezwegen
wordt.
Hoe zwak moet een partij toch wel
staan, die, teneinde haar „eer" op te
houden, tot dergelijke platvloersche mid
delen de toevlucht neemt.
Hetwelk iets verklaart.
Tusschen R. in „De Rotterdammer"
en „De Nederlander" is de laatste
weken gediscussieerd naar aanleiding
van den eenigszins twijfelachtigen
steun, schoon toegezegd, door de Chr.-
Hist. Unie in de Kamer en Pers aan
het kabinet, verleend, hetwelk door
R. met feiten gestaafd doch door „De
Nederlander" tegengesproken werd.
Zou 't ter verklaring van de af
wijkende gezindheid van een deel der
Chr.-Historischen ook aanbeveling
verdienen om de twistende scribenten
te herinneren aa,n 't feit, dat R. be
hoort tot een partij, in welke het
partijverband naast de partijbeginse
len in eere is en, krachtiger dan bij
de Chr.-historische broederen, wordt
in 't oog gehouden, terwijl bij de an
deren van geen partijverband behoeft
sprake te zijn, dewijl zie „De Ne
derlander" van 24 Mei de Cbr.-
Iiistorische Unie niet is een partij,
zelfs geen coalitie, maar een unie,
„dat wil zeggen (volgens Ds v. d.
Veen te Stadskanaal, die voor bet
behoud van den naam Friesch Chr.-
IJistorisch ijvert, naast of tegen den
Chr.-Hisl. naam kort weg) een ver
eeniging van groepen in een zekere(n)
band, waarbij een bepaalde mate van
vrijheid is blijven bestaan tot hand
having van bijzonder gekenmerkte be
ginselen".
Van een zoodanig samengestelde
linie, liet. tegenbeeld van partij, is niet
zoo groote eenstemmigheid en con-
sekwen't-'via.s t-in-de-Scho-enen-staan, ook
bij de beste bedoelingen, te ver
wachten als bij een partij als de onze,
die niet bestaat uit. geünificeerde of
gecoaliseerde krachten, maar uit man
nen, die zich vereenigd weten dooi
de beginselen en gekozen zijn op een
door allen, niet in hoofdzaak, noch
in substantie, doch in zijn geheel en
in zijn deelen door elk van hen aan
vaard program.
Calvijn.
27 Mei 1564 is de sterfdag van
Calvijn
Ter herinnering aan Calvijn ontlee-
nen wij pan een liberaal blad Het
H a n -d e I s b I a d liet onder
staande
Calvijn's levenswerk is, behalve aan
Genève', in de eerste plaats aan Frank
rijk ten goede gekomen. Na zijn kort
stondig bezoek te Ferrara, vanwaar
hii nog even in zijne geboortestad
Noyon is geweest, heeft hij wel den
Fransclien grond niet. meer betreden,
maar hij heeft op de gereformeerde
kerk in Frankrijk haar merk teek en van
zedelijken ernst en onwrikbare stand
vastigheid gedrukt. Na, de donkere
dagen der vervolging beproefde Frans
I eerst allerlei diplomatische midde
len om de Protestanten tot de moe
derkerk terug te brengen, maar dan
komen, tegen 't einde van 's koning's
leven, de vreeselijke maatregelen te
gen de Waldenzen (1545). Onder zijn
opvolger Hendrik II werd de beruch
te „vuurkamer" der inquisitie inge
steld, en te Parijs vloot het Protestan
ten-hl oe-d hij stroomen. Maar deson
danks vestigde zich eene Calvinisti
sche gemeente, en in 1559 werd in
datzelfde Parijs de geloofsbelijdenis
en de kerkorde in Calvijn's geest als
verbindend aangenomen. Op den voor
grond komt nu de Hugenoot Coligny,
die twee jaren vroeger in den Spa-an-
schen oorlog de eer van Frankrijk
had gered, en ter notabelen-vergade
ring te Fontainebleau geeft hij het
smeekschrift zijner gelool'sgenooten
over om vrijheid van eeredienst. Het
antwoord is het bloedbad van Passy
(1.652). Calvijn beleefde nog het be
gin van den 30-ja,rigen Franschen
godsdienstoorlog, en een zijner laat
ste werken was zijne bemoeienis met
de arme vluchtelingen, die in Genève
welkom werden geheeten. Zijn ruste
loos pogen, bij de Zwitsersdie en de
man met je meeging heelemaal tot Chat
tanooga op je reis naar het Noorden,
had ik toch niet gedacht aan een spe
ciaal belang zijnerzijds, want hij zou
daardoor iedereen van de wijs gebracht
hebben, toen liij zeide bij zijn terugkomst
dat hij niemand in den trein gevonden
had, aan wiens zorgen hij je had kun
nen toevertrouwen. Nu weet ik alles
ik weet, waarom jij „Le Bocage" verlaten
hebt; -en ik weet ook, dat jij in 'Gods hand
het instrument bent geweest om Norman
terug te brengen tot zijn plichten tot
liet geloof zijner kinderjaren. O, Edna,!
mijn kindl Als je zou kunnen weten, hoe
lief ik je heb en jo daarvoor dankbaar
ben. Hoe ik er naar verlang je in mijn
armen te drukken zoo! en je mijn
dochter te noemen. Edna Murray
Normans vrouw 1"
Zij hief het gloeiend gezichtje "op en
kuste de trillende lippen telkens en tel
kens weer.
„Edna, mijn arme lieveling. Hoe heb
je toch Normans smeekingen kunnen
weerstaan? Hoe kon je jezelf losrukken
van hem? Wia.s het, omdat je bang was,
dat ik je niet met liefde zou ontvangen
als mijn dochter?"
„O, vraag mij dat niet, mevrouw Mur
ray, heb medelijden met mijl Dit is 'een
Duitsche vorsten, om bescherming
voor de Hugenoten te verwerven, is
rijk in aangrijpende trekken.
Den Rartholomeusnachl, die ook
den edelen Coligny liet leven kostte,
heeft hij niet beleefd, en evenmin
heeft hij' de duif gezien, die met het
olijventakje des vredes het Edict van
Nanles bracht (1598). Maar wat hij
wel beleefde, was liet terrein winnen
zijner leer in Zwitserland en de Ne
derlanden, in Schotland en Branden
burg. John Knox, die tusschen 1554
en 1559 langeren tijd te Genève ver
toefde, bad zicli zoo in zijn geest
ingeleefd, dat. zijne stichting, de Schot-
sche kerk, geheel het type kreeg der
inrichting te Genève. Voor de Neder
landen is het Ma,rnix van St. Alde-
gon-de geweest, de auteur van de „.Bij
enkorf der Heilige Roomsche Kerk"
en de dichter waarschijnlijk van het
Wilhelmuslied, die Calvijn's beginse
len vurig verdedigde. Tot in Hongarije
en Polen toe werkte Calvijn's invloed,
niet hel minst door zijne briefwisse
ling, wier uitgebreidheid haar gelijke
niet kent.
De werkzaamheid van 'Calvijn valt
gedurende -den tijd, wa,arin de Room
sche kerk, op het Concilie van Tren-
te, hare strijdkrachten voor de op
permacht va,n den Pauselijk'en Stoel
opnieuw verzamelde. Luther's hervor
ming was wat verzwakt en de volge
lingen van den grooten Wittenberger
waren door hinderlijke oneenigheden
verdeeld. In die dagen heeft Calvijn
de reformatie gered. „Deze ijzeren
wil", zegt een Engelsch schrijver,
„deze onverbiddelijkheid en onvoor
waardelijke beslistheid, die Genève
deden gehoorzamen, zij waren de mid
delen, waardoor in een kleinen uit
hoek der aarde eene som van zede
lijke krachten werd geconcentreerd,
voldoende om de Reformatie te be
schutten. Tegen deze rots sloegen de
golven der staatkundige en kerke
lijke reactie tot schuim. Genève werd
een kweektuin van martelaars. On
der Sparta,ansche tucht volwassen ge
worden, zoeken zij het gevaar, waar
zij 't vinden kunnen, en verbreiden
onder de natiën van groote beteeke-
nis niet alleen de leer, maar ook den
geest huns meesters; zij ontvouwen
eene kracht tot daden en eene kracht
van weerstand, zooals de Christen
kerk die sedert de dagen barer eer
ste vervolgingen door de Romeinsche
'keizers niet meer gekend had". Ja
zelfs in staathuishoudkundig opzicht
heeft Calvijn waardeering afgedwon
gen. Luther heeft voor den arbeid de
eereplauts teruggewonnen, toen hij
dezen godsdienst noemde. Maar Cal
vijn komt hierin boven Luther uit (die
nóg vasthield aan de oudere meening,
dat het den wereldhandel niet geoor
loofd is interest te nemen), dat hij
de waarde van den groothandel en
de productieve kracht' va,u het geld
inziet. De Duitsche nationale econo
mie getuigt: „Calvijn heeft door de
wijsheid zijner inzichten, door zijne
onafhankelijkheid tegenover de voor-
oordeelen, door zijn juist inzicht in
het sociale leven, zijner natuur en
voorwaarden, in de eischen, die pro
ductie en verbruik stejlen, de meer
derheid zijner tijdgenooten achter zicli
gelaten". Ook mag niet onvermeld
blijven, wat de moderne politieke vrij
heid dezen strengen ethicus dankt: de
vormen onzer moderne wetgeving, de
parlementen gaan, historisch, terug
onderwerp, waarover ik niet met u kan
praten". s
„Waarom niet, mijn kind? Kun je de
moeder van den man, dien je liefhebt.
niet je vertrouwen schenken?"
Edna maakte zich los uit de omhelzing
en opstaande liep zij naar den schoorsteen
mantel. Zwaar daarop leunend, stond zij
daar ©enigen tijd met afgewend gelaat,
en onder den sluier van het lang, los
hangend haar zag mevrouw Murray de
slanke figuur sidderen, heen en weer
bewogen als oen riet door den wind.
„Ècina, ik moet over iets met je pra
ten, waarvoor ik alleen naar New York
geko-men ben. Het geluk van mijn zoon
is mij meer lief dan mijn leven, en ik
ben gekomen om bij jou te komen plei
ten voor hem, als het tenslotte ook niet
voor jezelf is, tenminste om
„Het is nutteloos! Noem mij zijn naam
yniet meer. O, mevrouw Murray 1 Ik ben
heel zwalc vandaag; wil mij toch ontzien!
Heb medelijden met mijn zwakheid".
Zij stak haar hand smeeke-nd uit, maar
tevergeefs.
„Eén ding moet je mij zeggen. Waar
om heb je hem afgewezen?"
„Omdat ik geen achting kon hebben
voor .zijn karakter. O, vergeef mij 1 U
dwingt mij het te zeggen omdat ik
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL
Bij abonnement belangrijke korting.
tot op hef gereformeerde protestantis
me, welks presbyteriale en synodale
instellingen hun ten voorbeeld* waren.
JE FIJNSTE
ZANDBLAD
SUMATRA
SIGAAR.
fabrikant:
N.VC£BR.v5CHUPPEN
VEININDAAL'WACf NINCEN
UAmÓÓH)
De legerbegrooting in Zweden.
De legerbegrooting van de Zweed-
sche regeering, welk'e door de Eer
ste Kamer was aangenomen, is door
de Tweede Kamer verworpen. Deze
heeft een amendement aangenomen
van de sociaal-democraten, om de be
wapening aanzienlijk in te krimpen.
Volgens dit amendement zou de le
gerbegrooting worden verminderd van
85 tot 52 millioen Kronen, de vloot-
begrooting van 40 tot 24 millioen
Kronen, terwijl van de 27 infanterie-
regimenten slechts 14 zullen worden
behouden. Bovendien zullen ook' de
andere wapenen naar evenredigheid
worden verminderd. Op grond yan
het meeningsverschil tusschen de hei
de Kamers zou thans, volgens de
grondwet, een gecombineerde zitting
van beide colleges de zaak) ,in het
reine moeten brengen, doch dit wordt,
wegens het principiëele verschil, niet
mogelijk' geacht. Het huidige kabinet
is nog met tot aftreden gedwongen,
doch dit wordt geenszins onwaar
schijnlijk geacht. "(Cr.)
De toestand in het Ruhrgebicd.
Een paar kleine botsingen, bij een
waarvan een strijdlustige arbeider het
leven verloor, daargelaten, verloopen
de zakten op- het oogenblik nog tame
lijk rustig. De communisten zetten
echter hun terreur onvermoeid voort,
met het gevolg, dat werkwilligen van
den noodarbeid worden afgehouden
en eenige mijnen reeds onder water
beginnen te loopen. De politie staat
vrijwel machteloos.
De scheepvaart op den Rijn begint
de gevolgen van de staking goed te
voelen. Te Duisburg komen, volgens
de „Vossisclie", nog slechts schepen
met erts of stukgoederen uit Rotter
dam aan.
Terwijl de bewoners van liet bezette
gebied aldus elkander het leven on
aangenaam makten en reeds 150 mil
lioen aan kolen en 4 millioen aan loon
verloren deden gaan, zitten de Fran
schen van hun k'ant ook niet stil.
Gelijk gemeld, heeft de regie bij de
rijksbank te Lndwigshafen de daar
aanwezige kas, bestaande uit 53.000
francs en 484.000 mark ,in beslag ge
nomen, terwijl terzelfdertijd Dussel-
dorf door nieuwe inbeslagnemingen
van woningen werd bezocht. Ditmaal
werd een aantal ambtenaren het
slachtoffer van dit besluit. De onge-
lukkigen hebben hun woning binnen
12 unr tijds moeten verlaten. De stad,
die hun diensten niet missen kan,
heeft elke familie een schoollokaal als
woning ter beschikking gesteld.
wist, dal hij het vertrouwen en de liefde
van een vrouw, wie het ook zij, niet
waard is".
Het gelaat van de moeder werd gloei
end rood van toorn, en zij wierp haiar
hoofd achterover met die hooghartige uit
daging aan haar familie zoo eigen.
„Edna Earl, hoe durf jij op zulk een
wijze tegen mij spreken over mijn eigen
zoon? Ei' is geen vrouw op het geheele
wereldrond, die het niet een eer zou zijn,
door hem uitverkoren te worden die
niet trotsch zou kunnen zijn op zijn hand
"Welk recht heb jij om te zeggen, dat hij
iemands vertrouwen onwaardig is?"
„Het recht, om hem te oordeel-en naar
wat hij mij zelf verbelde van zijn verleden.
Zijn levensgeschiedenis veroordpelt hem.
Zijn misdaden doen mij voor hem terug
deinzen".
„Misdaden! maar Edna, je moet bui
ten jezelf zijn. Mijn zoon is geen misda
diger. .Hij was ongelukkig en onbezon
nen, maar zijn drift was vergeeflijk door
de omstandigheden."
„V-oor alles zullen in de partijdige
oogen van een moeder verzachtende om
standigheden aan te voeren zijn", zeide
de gouvernante.
(Wjordt vervolgd).
FEUILLETONS
121).
Mevrouw Murray sloeg haar nieuws
gierig gade, en ging zuchtend voort:
„Als ooit een vrouw iemand heeft ge
had, die haar diep vereerde, dan zou
jij het zijn. Het zou vermakelijk zijn als
het niet roerend was, Hulda Reed te zien
in extase gebogen over alles wat je
schrijft; over iedere aanhaling van jou,
die onder haar oogen komt. Zij kijkt naar
jou als -een vo-orbeeld in ieder opzicht.
Je zou er verwonderd over zijn, als je
zag met welk een vlugheid zij kennis
vergaart. Zij is de lieveling van Norman,
en beloont zijn. zorg en vriendelijkheid
met een toewijding, die de menschen ver
baasd do-et zijn; want je weet, dat mijn
zoon bekend staat als de boeman, en de
toe-genegenheid van het kind voor hem,
komt hen onbegrijpelijk voor, die alleen
het ruwe oppervlak van zijn karakter
kennen. Zij heeft nooit het frons-en van
zijn voorhoofd gezien, of een hard woord
van h-em gehoord, want hij is merkwaar
dig goedmoedig in zijn omgang met bet
kleine -dmg. Somtijds do-et het mij op
schrikken, als ik haar vroolijken lach
door li-et huis ho-or weerklinken, want die
klank herinnert mij aan een ver verleden
toen mijn eigen kinderen lacht-en en juich
ten in „Le Bocage". Jij was altijd een
rustig, zedig -en eigenlijk ernstig kind;
maar Hulda is een vroolijke, kleine ka
bouter.
Norman is zoo verwonderlijk geduldig
met haar, dat Estelle hem beschuldigd
heeft dol op haar te zijn".
Voor enkele seconden zwegen beiden.
Mevrouw Murray was dicht naast de
gouvernante gaan zitten en sloeg haar
armen om haar heen. r
„Edna, waarom heb je mij niet alles
verteld? Wiaarom liet je mij bij toeval
uitvinden, wat je mij had moeten toe
vertrouwen?"
Het meisje beefde en e-en vuurrood©
vlek kwam op haar wangen, toen zij
haar voorhoofd tegen mevrouw Murray
aandrukte en haastig zeide:
„Waar zinspeelt u op?"
„Wiaarom heb je mij niet verteld, dat
mijn zoon je liefhad en je tot vrouw wilde
hebben? Ik heb nooit geweten, wat er
tusschen jullie is voorgevallen, tot voor
'een maand geleden, en toen heb ik het
gehoord do-or meneer Hammond. Hoe
wel ik mij er over verwonderde, dat Nor